Vous êtes sur la page 1sur 2

Blundermelk

Volendam, Oene, Hilton, WTC, Kabul, Nulde, Jalalabad, Tora Bora. In


sneltreinvaart dender ik door het taallandschap van 2001. Plaatsnamen en
plekken kregen een andere gevoelswaarde. Volendam, is niet meer gelijk aan
aalgladde muziek. New York galmt anders dan toen Sinatra het bezong, Nulde
klinkt als een schuldig strand. Jalalabad zeer zekerst niet als een
carnavalskraker.

Nadat in het nieuws de ‘poedermeligheid’ afnam, illustreerde in politiek Den


Haag, woorddiaree de arrogantie van de macht. Ja, ik doel op een blunderende
Melkert die ‘klip en klaar’, de realistische agenda hanteerde. Technocratie
versus passie. Ondertussen verschenen links van het radicale midden allerlei
taalvarianten op de excuustruus. Alibi-ali's, troetelturken en knuffelsurinamers
vochten onder het toeziend oog van een ‘diversiteitsambassadeur’ om een
verkiesbare plek in het politiek correcte kandidatenlijstenpandemonium. Waar
blijft de aaiachterhoeker? Bennie Jolink die door zangercollega Westbroek een
plaats in de bezemwagen van Leefbaar Nederland krijgt aangeboden. Of
kemphaan Kamp die de VVD gaat aanvoeren, om het dreigend stemverlies in
‘vol’ Nederland in te dammen. ‘Druk’ heet dat tegenwoordig, in versluierend
Nederlands. Ja taal, boh foi toch!

Sluiertaal viert hoogtij bij het opruimen van oude krantenknipsels. Ruimen,
Nieuwe Oorlog, Respect en Leefbaar kampen om een ereplaats. Het is in ieder
geval Nederlands. Geen Angelsaksisch onding als: New War. Of hinderend
Pims: “At your service”. Maar wat zeurt het, wat doet het pijn!

In mijn schoen lag traditiegetrouw het jaarboekje, met Sinterklaasgedicht.


“Sint en Piet zaten te denken. Wat zullen we Hans toch schenken. O zei Piet. Ik
weet ‘t niet. Toch maar weer ‘n leugenzak. ‘N Achterhoekse Almanak?” Het zal
ook zodadelijk menig kerstpakket vullen. Gräölend lees ik het artikel
“Niejnäölplat, wastattan?!” Over het klakkeloos overnemen van Engelse
termen en het schaamteloos gebruik van nieuwe Nederlandse woorden in de
streektaal. Lex Schaars geeft een aantal alternatieven. Hij relativeert zich zelf
door ‘Niejnäölplat’, zijn Achterhoeks bedenksel voor ‘neologismen’, te vertalen
als zeuren. Verwant aan onzin praten. Want, stelt hij, wat is het verzinnen van
nieuwe dialectwoorden anders? Overigens irriteert sinds jaar en dag in de
colofon van het Achterhoeks Woordenboek, onder redactie van dezelfde
dialectoloog, het Engelse woord ‘lay-out’. Terwijl we daar toch het fatsoenlijk
Nederlands woord ‘opmaak’ voor hebben. Maar dit als ‘n näölerig terzijde.

Ik smul van de nieuwe woorden, die in de traditie van vondsten als reeriezer
(microfoon), reppeltuutjen (kapotje), hulebessem (stofzuiger) en knipsen
(zappen) staan. Inventieve vondsten als plaatjesveuler voor scanner, (zich met
’t tipbred) dalehalen voor downlaoden en an ’n draod voor on line, verdienen
navolging. Dan stel ik overigens meteen voor om het @penstaartje te
vervangen door katekerstat. Het teken lijkt toch veel meer op de staart van
een eekhoorn. Kuierdeusken voor mobieltje lijkt gezocht. Maar de uitleg
overtuigt, vanwege de dubbele betekenis van het woord kuieren. Behalve op
z’n gemak lopen, ook gemoedelijk praten. Een verantwoording die overigens
ook in het standaard Nederlands overeind blijft. Kuierdoosje of nog beter
kuiertje. Alhoewel ik zie de looptelefonisten meestal stresserig praten. De
woorden moeten in de streekspreektaal natuurlijk wel gebruikt worden.

Ooit poogde ik blundermelk te introduceren als alternatief voor Tipp-Ex. Helaas


wordt de correctielak steeds minder gebruikt. Alleen nog maar door Belgische
blondjes om er fouten op het beeldscherm mee weg te witten.

Vous aimerez peut-être aussi