Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
Hoofdstuk 1 : De maan
De maan staat het dichts bij de aarde waardoor hij ‘s nachts het grootst waar te
nemen is.
Er wordt steeds een half boloppervlakte van de maan door de zon belicht, we
zien dit deel anders afhankelijk van de stand van de aarde t.o.v. het belichte
deel van de maan = schijngestalten van de maan
de vorm van de maan niet verandert maar wij zien de maan elke dag een
beetje anders.
1
Door de afwezigheid van een dampkring kunnen meteorieten niet verbranden
1
=> beige=maan gezien vanop aarde
Als de maan zich tussen de zon en de aarde bevind heb je nieuwe maan =>
nachten extra donker
Als de aarde zich tussen de maan en de zon bevindt heb je volle maan =>
nachten zijn extra licht
Bij het eerste kwartier zien we dus het rechtse gedeelte van de maan en bij het
laatste kwartier zien we het linkse gedeelte. De schijngestaltecyclus van de maan
duurt 28 dagen.
als er een d van gemaakt kan worden: d = dun, de maan wordt dunner,
Vraag van toets: wat zie ik van de maan bij een totale maansverduistering? Rode
maan. => welke voorwaarde voor een rode maan: maan moet VOLLEDIG in de
kernschaduw van de aarde vallen.
2
DUS voor een totale maanverduistering optreedt moet de maan zich in de
kernschaduw(kegel) van de aarde bevinden. =>HEEL BELANGRIJK (de vragen van
de toets waar we allemaal zo slecht op hadden zijn op dit en de eerste tekening
gebaseerd)
volledige zoneclips.bv :
bv :
bv :
1 :bij nieuwe maan :de zon en de maan trekken in dezelfde richting, we krijgen een
SPRINGVLOED (overstromingen).
2 : Bij het eerste kwartier trekken de zon en de maan in een andere richting (lage vloed), we
krijgen dan een DODE VLOED
3 :bij volle maan : zon en maan werken samen, we krijgen opnieuw SPRINGVLOED.
4 : Bij het laatste kwartier werken zon en maan elkaar opnieuw tegen, we hebben DODE
VLOED.(=> tekening zie volgende pagina)
3
De gevolgen van de getijden voor de mens: Men kan alleen binnenvaren bij hoogtij.
Baggeren2 is noodzakelijk, energieopwekking
De rotatiezin van de maan is van west naar oost . De rotatietijd is even lang als
de omlooptijd. Gevolg :Er is steeds dezelfde kant van de maan naar de aarde
gedraaid dus ziet men steeds dezelfde kant van de maan.
Vraag van toets: vanop de aarde zien we nooit de achterkant van de maan omdat
de aardrotatie en de maanrotatie hetzelfde zijn:
Fout : we zien wel steeds hetzelfde stukje maar dit komt doordat de
maanrotatie gelijkloopt met de maanrevolutie met de aarde.
2
Zand van de bodem afschrapen om de rivier terug bevaarbaar te maken. Door de
bruuske stopzetting van de rivier is er veel sedimentatie
4
Hoofdstuk 3 : Een gezonde en duurzame3 wereld
1. Leefmilieu
Bevolking: Oppervlakte:
6miljard=> neemt toe 51 miljard ha
67% onproductief wateropp
5%visgronden
10%onproductief landopp
gebergte
woestijn
ijs
18% bioproductief land
De beschikbare opp per persoon neemt af want het bevolkingsaantal
neemt toe, maar de planeet groeit niet.
Elke burger heeft recht op een bepaald aantal ha = het eerlijk aandeel
(1,7 ha/p)
Onze aarde gaat stuk gaan op deze manier. Vooral Westerse wereld
heeft grote voetafdruk
3
Duurzaamheid: het evenwicht tussen sociale, economische en ecologische belangen
waarbij mens, economie en milieu centraal staan
5
De rijke landen (noorden meestal) gebruiken land in het Zuiden om aan
hun consumptiebehoeften te voldoen= de ecologische schuld (vh
Noorden tov het Zuiden)
-Waar: Antarctica
De dichthei d van de ozon was ook dunner dan ooit, de ESA heeft met
zijn milieusatelliet Envisat op 1 dag een verlies van 40 miljoen ton aan
ozon geregistreerd.
-Verwoestijning4
Klimaat op drift
4
Onvruchtbaar worden van de bodem
7
- De concentratie CO2 is toegenomen, vnl. door de verbranding van fossiele
brandstoffen zoals steenkool, aardolie en aardgas (ook: methaan, lachgas)
-Het zeeniveau neemt toe door het afsmelten van de ijskappen en door het
uitzetten van water (door opwarming). Dit kan zware gevolgen hebben voor
laaggelegen kustgebieden (Nederland, Egypte)
- Door het warmer wordende zeewater worden koralen bedreigt doordat hun
relatie met de algen wordt verstoord. De koraaldiertjes stoten de algen af
waardoor ze hun bron van voedsel en de kleur verliezen sterven af. Bovendien
is er een stijging van CO2 zodat door de vetzuren in het water de kalkvorming
niet meer optimaal is. Door stormen en cyclonen breken koralen af en wordt het
water troebel
8
6. Oplossingen voor milieuproblemen
ZIE DIA’S
9
Hoofdstuk 4: Weer en klimaat
Weer= plaatselijk en veranderlijk
1. Temperatuur:
*Breedteligging
*Bodem en vegetatie
*Reliëf
*Bewolking en stof
*Zeestromingen
*Continentale/maritieme ligging
Breedteligging/graden5:
5
Schuine stand van de zon
10
moeten afleggen en hoe kleiner de opp is waarover de zonnestralen
verspreid moeten worden.
Seizoenen
Reliëf
Bevolking en stof
Bodem en vegetatie
Continentale/maritieme ligging
Zeestromingen
11
12
Hoofdstuk 5: Luchtdruk
L H
Luchtbeweging Stijgend Dalend
Luchttemperatu Afkoeling Opwarming
ur
Vochtigheid Veel Afname (weinig)
(toename)
Wolken Vorming Oplossing
(veel)
Wind aan Toestroom v Uitstr nr alle
aardopp lucht windricht
Wind hoog in Uitstroom v Toestr v lucht
atmosf lucht
Bij L is het meestal slecht weer en bij H is het meestal mooi weer (zonnig
maar daarom niet warm in winter)
Fronten: regen
13
Isobaren: luchtdruk en wind
Dicht opeen verhoogt het drukverschil en veroorzaakt wind.
L <1013 hPa
H> 1013 hPa
ZIE DIA’S
14
Hoofdstuk 6:.Weerkaart en weervoorspellingen:
1. Weerkaart:
Gevolg voor het weer bij een lage druk gebied: wolken en eventueel
neerslag, hangt van de absolute vochtigheid af.
*De windkracht: