Vous êtes sur la page 1sur 9

Collegevoorstel

Registratienummer
3.14416
Opgesteld door, telefoonnummer
Jeroen Jansen, 2681 en Jos Arts, 9054
Programma

Portefeuillehouder
mevr. H.T.M. Scholten
Onderwerp van het voorstel
Koers West Bedrijventerreinen Masterplan

Voorstel om te besluiten
1. Kennis te nemen van het Masterplan “Revitalisering Noord- en
Oostkanaalhavens” als mogelijke uitwerkingsrichting voor Koers West
Bedrijventerreinen.
2. In te stemmen met verdere uitwerking van de voorgestelde
ideeën/projecten uit het Masterplan in een Uitvoeringsprogramma (fase
3) voor de Noord- en Oostkanaalhavens.

1 Korte inhoud van het voorstel


Op 10 september 2002 heeft het college besloten tot vaststelling van
het plangebied Koers West en de uitwerkingsrichting op hoofdlijnen
met een onderverdeling naar pijlers. Eén van de pijlers is ‘Koers
West Bedrijventerreinen’ en als onderdeel van deze pijler wordt een
revitaliseringsvisie voor de Noord- en Oostkanaalhavens opgesteld.
Het Masterplan (de tweede fase van de revitaliseringsvisie en als
bijlage toegevoegd) betreft het vervolg op de startnotitie die ook op
10 september 2002 aan het college is aangeboden en waarin een aantal
ambitieniveaus voor de Noord- en Oostkanaalhavens zijn geformuleerd.
Het Masterplan vormt de kern voor het verdere revitaliseringsproces:
de koers voor de revitalisering is door Grontmij uitgewerkt in
voorstellen voor projecten en maatregelen. In dit stadium staat
centraal een goed beeld te krijgen van de huidige problemen op de
bedrijventerreinen en de toekomstige inrichting en gebruik van met
name de Oostkanaalhavens, de daarbij spelende ruimtelijke ingrepen en
de met revitalisering samenhangende maatregelen, bijvoorbeeld op het
gebied van duurzaamheid. Het Masterplan vormt de aanzet voor het
uitvoeringsplan (fase 3) waarin de basis wordt gelegd voor een
degelijke financiële onderbouwing en een realistische planning (zie
ook onder punt 5.1 Planning).

Cie SG 22-04-03 Masterplan bedrijventerreinen NOK.doc


Collegevoorstel

Vervolgvel
1

2 Inleiding
Het belang van de Noord- en Oostkanaalhavens als bedrijventerrein
wordt algemeen onderkend. De grootste haven van Oost-Nederland vormt
een belangrijke bron van werkgelegenheid, met name voor lager
geschoold personeel. De inzet van het revitaliseringsproject is het
behouden van het grootste deel van het gebied als bedrijventerrein
door een sterke kwaliteitsverbetering in het gebied tot stand te
brengen. Er is sprake van veroudering van het terrein dat op sommige
plaatsen heeft geleid tot verloedering. Diverse bedrijven zitten klem
qua ruimte en er is sprake van activiteiten die niet op de juiste
plaats zitten of geschikte(re) activiteiten dwarsbomen.
Revitalisering geldt met name voor Oostkanaalhavens. In de
Noordkanaalhavens zijn de plannen voor de tweede stadsbrug en
Waalfront West leidend ten opzichte van de planontwikkeling voor
revitalisering. Hier zal het accent komen te liggen op het
uitplaatsen van bedrijven waar ruimte voor gevonden zal moeten
worden. Aangezien het tracé voor de brug nog niet is vastgesteld en
het Waalfront getransformeerd zal worden naar hoofdzakelijk
woongebied zal de huidige situatie op het bedrijventerrein gericht
zijn op het oplossen van knelpunten indien noodzakelijk. Op dit
niveau is geen sprake van revitalisering maar noodzakelijk onderhoud
en herstel.
Voor nadere uitwerking en uitvoering van de revitaliseringsvisie
geldt dat het project zich als onderdeel beweegt binnen de finale
afweging voor het gebied Koers West.
Over het Masterplan is regelmatig overleg geweest met de projectgroep
(vertegenwoordigers van economische zaken, milieu, openbare ruimte,
kamer van koophandel, provincie en KAN) en kan rekenen op instemming
van de vertegenwoordigende bedrijven in de klankbordgroep (zie ook
punt 4 Extern draagvlak).

2.1 Beoogd resultaat


De belangrijkste hoofddoelstelling van het revitaliseringsproject is
het realiseren van een integrale kwaliteitsverbetering van het
bedrijventerrein Noord- en Oostkanaalhavens en zo de voorwaarden te
scheppen voor een goed functionerend bedrijventerrein. Het Masterplan
kent een scala aan voorstellen die afgeleid zijn van zowel
revitaliseringsdoelstellingen voor het bedrijfsleven als voor de
gemeente. Er liggen echter duidelijke relaties tussen de
verschillende doelstellingen en deze kunnen niet los van elkaar
worden gerealiseerd. Gemeente en bedrijven hebben elkaar dus nodig.

Uitgaande van de doelstellingen en het kader waarin de revitalisering


plaats vindt, zijn enkele belangrijke dilemma’s te destilleren Deze
tweestrijden worden vooral veroorzaakt door de ligging van het
bedrijventerrein nabij woongebied, maar ook door het type (gewenste)
bedrijven. Door twee thema’s tegenover elkaar te plaatsen worden de

Cie SG 22-04-03 Masterplan bedrijventerreinen NOK.doc


Collegevoorstel

Vervolgvel
2

belangrijkste dilemma’s hier in het kort besproken. Vervolgens wordt


ingegaan op de uitwerking van de visie per deelgebied impliciet
bijbehorende doelstellingen.

Ambities ⇔ Milieu
Het eerste dilemma wordt gevormd door de ogenschijnlijke
tegenstelling tussen de gekozen ambitieniveaus uit de startnotitie en
het beleidskader van Milieu. Eén van de doelstellingen is het
verminderen van de milieudruk op de directe omgeving, maar tevens
wordt gezocht naar intensivering van het ruimtegebruik en gebruik van
de haven. Stimulering van watergebonden bedrijven in de havens kan
worden vertaald in een project dat beoogd niet-watergebonden
bedrijven van de kaden weg te halen en hiervoor watergebonden
bedrijvigheid terug te plaatsen. Het soort bedrijven dat op-/overslag
via het water verricht heeft echter vaak een hoge milieucategorie,
dat bij tijd en wijle in de omliggende woonwijken als hinderlijk
wordt ervaren (o.a. meer geluidsoverlast). Het versterken van
watergebonden bedrijvigheid zal dit bedrijfsprofiel onderstrepen en
mogelijk zelfs versterken. Watergebonden bedrijven leveren wel een
bijdrage aan het beperken van transport over de weg. De vermindering
van de milieubelasting voor het gehele bedrijventerrein bezien komt
in de eerste plaats uit het verstrekken van goede milieuvergunningen
en het uitvoeren en handhaven van de voorschriften.
Een tweede voorbeeld van de tweestrijd tussen milieubeleid en de
gekozen ambities wordt gevormd door intensivering van het
ruimtegebruik (volgens de SER-ladder). Intensivering kan, door meer
ruimte voor bedrijfsvoering, extra geluidsproductie, milieudruk,
enzovoort met zich meebrengen. Toch willen bedrijven en gemeente
streven naar optimaal en intensief ruimtegebruik. In het
uitvoeringsprogramma zal daarom dienen te worden gezocht naar een zo
optimaal mogelijke verhouding tussen beide doelstellingen.

Multimodaal vervoer ⇔ Oplossingen ruimtelijke knelpunten


Noord- en Oostkanaalhavens is ontsloten door drie modaliteiten (weg,
water en spoor). Naast stimuleren van vervoer over water zou het
stimuleren van vervoer over spoor een doelstelling kunnen zijn. Beide
modaliteiten zijn immers minder belastend voor het milieu. Het
bedrijventerrein kampt echter met diverse ruimtelijke problemen
waarvan een deel opgelost zou kunnen worden als het
goederenspoorlijntje zou worden verwijderd. Het dilemma ontstaat
tussen het oplossen van de knelpunten en het handhaven van het spoor.
Redenen waarom gepleit zou kunnen worden voor verwijderen van het
goederenspoorlijntje zijn:
• Op het bedrijventerrein komt ruimte beschikbaar voor het
laden/lossen, (vrachtwagen)parkeren en in een beperkt aantal
gevallen voor uitbreiding van bedrijven;

Cie SG 22-04-03 Masterplan bedrijventerreinen NOK.doc


Collegevoorstel

Vervolgvel
3

• In het Waalfront kunnen de ruimtelijke mogelijkheden beter worden


benut voor nieuwe invullingen;
• Langs de Energieweg komt daar waar nu spoor ligt ruimte vrij voor
het oplossen van verkeersproblemen als gevolg van de komst van de
stadsbrug;
• Op dit moment maken slechts twee bedrijven gebruik van vervoer
over spoor. Zeer weinig bedrijven hebben in de enquête aangegeven
in de toekomst gebruik te willen maken van het spoor;
• Intensivering van gebruik van het spoor kan alleen als veel wordt
geïnvesteerd in de beveiliging (knipperlichtinstallaties) langs
het traject en meer rangeermogelijkheden op het bedrijventerrein.

Voordat de ideeën en projecten per deelgebied (Zuidelijk deelgebied,


Havengebied en Noordelijk gebied) worden toegelicht wordt hieronder
ingegaan op een aantal algemene (rand)voorwaarden, aandachtspunten en
beleidsbepalende aspecten van belang voor het slagen van
revitalisering van het bedrijventerrein.
Zoals gezegd kent het Masterplan een scala aan voorstellen, maar veel
voorstellen zijn alleen op basis van vrijwilligheid door te voeren.
Bedrijven moeten bereid zijn deze maatregelen te nemen, bovenop
hetgeen vaak al in de vergunning wordt geëist.
In het gebied zal rekening moeten worden gehouden met sterk
toenemende verkeersintensiteiten en verkeerstechnische ingrepen die
de komst van de stadsbrug begeleiden. Dit heeft de nodige
consequenties voor de bestaande infrastructuur bij het
Industrieplein, de ontsluiting op de Energieweg en de kruising
Neerboscheweg-Energieweg. In het Masterplan wordt aangegeven wat de
impact op de revitalisering is van de gevolgen van de stadsbrug.
Door alle ontwikkelingen, visies en voornemens heen heeft het begrip
duurzaamheid gelopen. Duurzaamheid is een breed begrip waaronder
zaken vallen als efficiënt en intensief ruimtegebruik,
stromenmanagement (energie, water en afval), vervoer over water en
rail, verlagen milieubelasting, bodemsanering, duurzaam bouwen en
parkmanagement. Per deelgebied is aangegeven welke
duurzaamheidsthema’s van belang zijn en hoe hiermee kan worden
omgegaan.
Voor de gewenste bedrijfssegmentering en onderscheiden deelgebieden
wordt verwezen naar het kaartje op bladzijde 18 van het Masterplan
(zie bijlage).

Zuidelijk deelgebied
Het zuidelijk gebied, gelegen tussen Maas-Waalkanaal, Ambachtsweg,
Energieweg en Neerboscheweg, wordt gekenmerkt als een
bedrijventerrein waarop een diversiteit aan bedrijven, zowel klein-
als grootschalig, is gevestigd. Daarnaast wordt er gewoond en zijn er
volkstuintjes aanwezig. De huidige kwaliteit is als redelijk te

Cie SG 22-04-03 Masterplan bedrijventerreinen NOK.doc


Collegevoorstel

Vervolgvel
4

beoordelen. Gezien de (gewenste) publiekstrekkende werking van met


name groothandels- en detailhandelsbedrijven kan de openbare ruimte
en de beeldkwaliteit een impuls gebruiken. Speciale aandacht gaat
hierbij uit naar de ‘poort van de Oostkanaalhavens’(Het Anac-terrein
op de hoek Energieweg – Neerboscheweg). Aansluitend bij de SER-ladder
kan dit gebied intensiever benut worden. De komst van de stadsbrug
heeft grote gevolgen voor dit gebied. Zowel de aansluitingen op de
Energieweg als de interne ontsluitingsstructuur zullen aangepast
dienen te worden. Deze veranderingen kunnen een positieve bijdrage
leveren aan de totale beeldkwaliteit van het terrein en de
mogelijkheden tot intensivering creëren. Voorgestelde projecten:
• Beeldkwaliteit (verhogen representativiteit bedrijfskavels gelegen
aan de Dr. de Blecourtstraat);
• Poort Kanaalhavens (hoogwaardige bebouwing in meerdere lagen
waarin een stapeling van functies kan plaatsvinden);
• Infrastructuur zuidelijk deelgebied (nieuwe ontsluiting in
samenhang ontwikkelen met Poort Kanaalhavens, het verleggen van de
Ambachtsweg en de aantakking op de Energieweg);
• Ambachtsweg e.o. (Verleggen van de Ambachtsweg in zuidelijke
richting geeft betere benutting van gronden voor SAPPI en
verbeterde ontsluiting van bedrijfskavels die nu nog via de
Energieweg worden ontsloten).

Havengebied
Dit deel, omsloten door Maas-Waalkanaal, Industrieweg, Energieweg en
Ambachtsweg, kent een mengeling van verschillende, zowel arbeids-
intensieve als -extensieve bedrijven variërend van groothandels in
autosloopmateriaal, zware industrie en scheeps(ver)bouw. De
toekomstige segmentering zal worden gedomineerd door bedrijven met
aan- en afvoer van (bulk)goederen over water. Voorgesteld wordt niet-
watergebonden bedrijven zullen plaats moeten maken voor watergebonden
bedrijven. Optimalisatie van het ruimtegebruik op een aantal locaties
is gewenst. Bedrijven geven aan dat de kwaliteit van de openbare
ruimte en infrastructuur niet voldoet. Voorgestelde projecten:
• Watergebonden bedrijvigheid (intensiveren havengebruik door
verplaatsen niet-watergebonden bedrijven en in nieuw
bestemmingsplan vastleggen dat bedrijven watergebonden zijn);
• Rug Maas-Waalkanaal (intensiever benutten ruimte langs
Oostkanaaldijk);
• Kop Handelsweg – tweede havenarm (herschikking van activiteiten
van drie bedrijven op één bedrijfskavel);
• Kop Nijverheidsweg – eerste havenarm (Uitbreiding activiteiten
Nacco, herschikking gebouwen en functies, deel demping van de
havenarm voor vervoer over water);
• Uiteinde Nijverheidsweg (overdracht deel openbare ruimte aan
bedrijven voor uitbreidingsmogelijkheden);

Cie SG 22-04-03 Masterplan bedrijventerreinen NOK.doc


Collegevoorstel

Vervolgvel
5

• Profiel Nijverheidsweg (nieuw en duidelijker profiel, meer


parkeerruimte in samenhang met vervanging van riolering en
bodemsanering);
• Profiel Handelsweg (extra ruimte voor parkeren indien spoorlijn
wordt verwijderd).

Noordelijk deelgebied
Het noordelijk deelgebied of de Noordkanaalhaven is grofweg gelegen
boven de lijn Industrieweg-Kanaalstraat-Weurtseweg en de Waal. Het
gebied wordt beïnvloed door de komst van de stadsbrug en
planontwikkelingen voor Waalfront West. Eerder heeft het college
besloten voor dit deelgebied uit te gaan van ambitieniveau 0. Dit
houdt in dat de huidige situatie, inclusief beheer en onderhoud,
wordt gehandhaafd in afwachting van Waalfront en stadsbrug. Als de
gevolgen van de planontwikkelingen beter in beeld zijn gebracht, kan
het ambitieniveau voor dit deelgebied worden verhoogd, in het
bijzonder voor de delen die ongemoeid worden gelaten door deze
ontwikkelingen. Voorgestelde projecten:
• Rioolsanering Koopvaardijweg e.o. (voorbereidingen voor
rioolsanering zijn getroffen, uitvoering in afwachting van
tracékeuze stadsbrug door het gebied);
• Ontsluiting Electrabelterrein (huidige ontsluiting opnieuw bezien
in relatie tot de komst van de stadsbrug).

3 Motivering en argumenten
Op het bedrijventerrein Noord- en Oostkanaalhavens is sprake van
achterstallig onderhoud van de openbare ruimte (wegen, groen en
kademuren); de gebouwde omgeving is aan slijtage onderhevig;
infrastructurele knelpunten (gebrek aan parkeerruimte en
bereikbaarheidsproblemen); geen uitbreidingsmogelijkheden voor
bedrijven. Daarnaast is sprake van menging van functies die niet goed
samen gaan. Milieufactoren als bodemvervuiling en stank- en
lawaaioverlast spelen ook een rol. In de revitaliseringsvisie gaat
het niet alleen om het verbeteren van de kwaliteit van de openbare
ruimte en gebouwde omgeving maar kan het ook gaan om vernieuwende
elementen als intensief en duurzaam ruimtegebruik (collectieve
inspanningen gericht op economisch- en milieuvoordeel). Op de langere
termijn kunnen door middel van deze maatregelen bedrijven op hun
huidige locatie gevestigd blijven. Aanvullend zal dan aandacht moeten
worden geschonken aan het beheer, aan een vorm van parkmanagement
voor het verkrijgen van een blijvend hoog kwaliteitsniveau van
openbare en private ruimte.

Cie SG 22-04-03 Masterplan bedrijventerreinen NOK.doc


Collegevoorstel

Vervolgvel
6

4 Extern draagvlak
Voor de revitaliseringsvisie wordt gericht gecommuniceerd en
samengewerkt met een vertegenwoordiging van het gevestigde
bedrijfsleven. Op deze manier kunnen wensen en plannen van
ondernemers naast de gemeentelijke plannen worden gelegd om zodoende
tot afstemming en het verkrijgen van draagvlak te komen. Het gaat bij
die samenwerking vooral om meedenken over, en investeren in zaken als
kwaliteit van de openbare ruimte, verkeer en verkeersveiligheid,
milieu, beeldkwaliteit, etc. Er wordt rekening gehouden met een
aantal randvoorwaarden die zijn gesteld vanuit verschillende
(beleids)invalshoeken en de communicatiestrategie voor Koers West
voor het verkrijgen van een breed draagvlak. De betrokkenheid van het
bedrijfsleven bij Koers West is groot. Het initiatief om de
ondernemersvereniging Noord- en Oostkanaalhavens (ONOK) nieuw leven
in te blazen is mede bepaald door de planontwikkelingen van Koers
West. De doorstart moet een feit zijn als op 24 maart 2003 een nieuw
bestuur voor de ONOK zal worden gekozen.
Voor revitalisering/herstructurering is het van belang regionaal
aansluiting te zoeken omdat de Noord- en Oostkanaalhavens een
regionale werkgelegenheidsfunctie hebben. Dit is ook van belang in
het licht van het onlangs verschenen rapport “Gebiedsgerichte
Economische Perspectieven” (GEP) van het Ministerie van Economische
Zaken, dat o.a. zal dienen als referentiekader voor EZ-beleid ten
aanzien van (herstructurering) bedrijventerreinen onderscheiden naar
deelregio’s. Voor de nieuwe subsidieregeling herstructurering (de
opvolger van de huidige TIPP-regeling) zal een gezamenlijke regionale
aanvraag eerder worden gehonoreerd. Voor de TIPP-regeling 2003 zijn
op ambtelijk niveau met Wijchen afspraken gemaakt vóór 1 juni 2003
gezamenlijk een aanvraag in te dienen. Hierover zal het college nog
een besluit moeten nemen. Gemeente Wijchen wil bedrijventerrein Oost
laten revitaliseren. TIPP staat voor Tender Investerings Programma
Provincies en is een financiële bijdrage van het ministerie aan een
aantal provincies voor de ontwikkeling en herstructurering van
bedrijventerreinen.

5 Aanpak / uitvoering

5.1 Planning

Fase 1 Startnotitie:
Analyse op zonering, inbreidingsmogelijkheden, ruimtelijke- en
milieukwaliteit, functies, overlast, bedrijfsverplaatsingen.
Middelen: enquête bedrijfsleven, gemeentelijk en ander
overheidsbeleid. Verwerking in kaarten en databases. Wat zijn de
mogelijkheden voor revitalisering/ herstructurering? Vastleggen van
deelgebieden in Noord- en Oostkanaalhavens op basis van

Cie SG 22-04-03 Masterplan bedrijventerreinen NOK.doc


Collegevoorstel

Vervolgvel
7

ambitieniveaus uitmondend in een Startnotitie. Het college heeft op


10 september 2002 besloten uitvoering te geven aan de geformuleerde
ambitieniveaus.

Fase 2 Masterplan:
Concretisering en visualisatie ambitieniveaus. Bedrijfsleven,
bewoners, omwonenden, belangengroeperingen informeren via Platform
West. Keuze één ambitieniveau per deelgebied. Presentatie aan de hand
van Masterplan op 24 maart 2003 aan een brede delegatie van
ondernemers in de Goffertboerderij.

Fase 3 Uitvoeringsprogramma:
Concretisering Masterplan door een in tijd uitgezette
realisatiestrategie. Deelactiviteiten benoemen in onderlinge
samenhang op vervolgacties, betrokken partijen, financiële en
economische haalbaarheid en prioritering. Gerichte maatregelen op
zowel fysiek als organisatorisch vlak. Oplevering mei 2003.

5.2 Communicatie
De communicatiedoelstelling is: bijdragen aan een zo spoedig
mogelijke realisering van de doelstelling van het project door
gerichte beïnvloeding van kennis, houding en gedrag van
belanghebbenden. Hierbij gaat het vooral om ondernemers, bewoners en
omwonenden. Vooral werken aan en versterken van draagvlak en
betrokkenheid bij ondernemers is van belang voor het slagen van het
revitaliseringsproces. Uitgangspunten:
• de boodschap moet helder en transparant zijn en afgestemd zijn met
gemeentelijke boodschappen van andere ruimtelijke
ontwikkelingsprocessen in Nijmegen West (zie ook
communicatiestrategie Koers West);
• de gemeente streeft naar haalbare oplossingen;
• revitalisering lost niet alle problemen op en is een project van
lange adem;
• het is niet mogelijk om alle wensen en belangen met elkaar te
verenigen;
• de te maken of gemaakte keuzes moeten goed worden beargumenteerd;
regelmatig tonen van de ‘meerwaarde/winst’ van het project aan direct
belanghebbenden, wanneer daar aanleiding toe is om draagvlak en
betrokkenheid te vergroten.

5.3 Producten
Startnotitie (fase 1) en Masterplan (fase 2) zijn gereed. De ideeën
en projecten uit het Masterplan worden vervolgens uitgewerkt in het
Uitvoeringsprogramma (fase 3), onder andere op het punt van fysieke

Cie SG 22-04-03 Masterplan bedrijventerreinen NOK.doc


Collegevoorstel

Vervolgvel
8

mogelijkheden om de gewenste veranderingen door te voeren, kosten en


opbrengsten en organisatorische consequenties.

5.4 Evaluatie en verantwoording


Evaluatie en verantwoording in Koers West-verband en na voltooiing
projecten.

6 Kosten, baten en dekking


Op basis van het collegebesluit van 30 oktober 2001 zijn financiële
middelen vrijgemaakt voor de totstandkoming van de
revitaliseringsvisie voor de Noord- en Oostkanaalhavens.

Bijlage: Masterplan Revitalisering Noord- en Oostkanaalhavens


(niet digitaal beschikbaar)

Cie SG 22-04-03 Masterplan bedrijventerreinen NOK.doc

Vous aimerez peut-être aussi