Vous êtes sur la page 1sur 61

Draaiboek

BOSOM
Organisatie- en financieringsvormen voor
bodemsanering

Ministerie van Economische Zaken

Vereniging van Nederlandse Gemeenten


Colofon

Uitgave
Het Draaiboek BOSOM is samengesteld door
adviesbureau MMG Environment BV in opdracht
van het Ministerie van Economische Zaken (EZ),
het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer (VROM), het Inter
Provinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten (VNG).
Deze uitgave is tot stand gekomen in het kader
van het pilotprogramma voor de ontwikkeling
van nieuwe organisatie- en financieringsvormen
voor bodemsanering (kortweg ‘pilotprogramma
BOSOM’). Het pilotprogramma staat onder
leiding van een stuurgroep met de volgende
samenstelling:
mr. drs. H.C. van Rijswijk (EZ, voorzitter);
mw. drs. W.J. Hu (EZ);
drs. G.C.B. Dinkla (EZ);
drs. J.J. de Jong (EZ);
drs. A. Segijn (VROM);
mr. O.Z. van Sandick (VROM);
dhr. J. Verschoor MPA (IPO);
ir. A.B. Roeloffzen (VNG).

Het programmateam van MMG Environment BV


bestond uit:
ir. P. Kerkhoven MBA;
mr. M.C.M. Daamen;
drs. J.P. de Poorter.

Vormgeving
Opmaakcentrum (EZ) 1390/VOO

Druk
Drukkerij Elkerbout

Meer informatie
Meer exemplaren zijn te bestellen bij de afdeling
Informatie en Nieuwsvoorziening van EZ,
telefoon (070) 379 88 20 (tijdens kantooruren)
telefax (070) 379 72 87
Internet http://www.minez.nl (24 uur per dag)

September 1998

2
Woord vooraf
Wat heeft u aan dit draaiboek?

Over de noodzaak van een schone bodem zijn we het allemaal


eens. Maar dat gezamenlijke vertrekpunt is nog geen garantie
voor een vlekkeloos verloop van saneringsprojecten.
Bodemsaneringsprojecten zijn niet eenvoudig. Er zijn veel
partijen bij betrokken, met belangen die niet altijd gelijk lopen.
Partners die samen aan een project beginnen, staan bovendien
voor grote organisatorische, financiële en technische
uitdagingen.

Voor die uitdagingen zijn geen standaardoplossingen te geven.


Elke locatie is anders en de ene situatie is de andere niet. Maar
het is wel mogelijk de zaken gestructureerd aan te pakken. Dit
draaiboek is daarbij een goede steun in de rug.

Het draaiboek biedt houvast aan projectleiders en anderen die betrokken zijn bij saneringsprojecten.
Het laat zien welke fasen u tijdens het project doormaakt en wat er in die fasen allemaal komt kijken.
Bovendien bevat het voorbeelden uit de praktijk, bruikbare tips en heldere beschrijvingen van
problemen en mogelijke oplossingen. Het draaiboek is een initiatief van Economische Zaken, in
samenwerking met VROM, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten.

Wat me aanspreekt in dit draaiboek is dat bodemsanering niet als een losstaand verschijnsel wordt
gezien, maar als een onderdeel van de totale ontwikkelingsmogelijkheden van het terrein. Bovendien
biedt het alle ruimte voor een aanpak die aansluit bij de lokale omstandigheden.
Ik beveel het gebruik van het draaiboek dan ook van harte aan.

A. Jorritsma-Lebbink
Minister van Economische Zaken

3
4
Inhoudsopgave
1 Inleiding 7
1.1 Een korte historische terugblik op BOSOM 7
1.2 De BOSOM-aanpak 8
1.3 Leeswijzer en gebruik draaiboek 9

2 Initiatieffase (fase 0) 11
2.1 Activiteit 0-A: het her- en erkennen van de problematiek 11
2.2 Activiteit 0-B: het afbakenen en segmenteren van het gebied 13
2.3 Activiteit 0-C: het traceren en selecteren van belanghebbenden en het 14
creëren van een vertrouwensbasis I

3 Gemeenschappelijke oriëntatiefase (fase 1) 19


3.1 Activiteit 1-A: het creëren van een vertrouwensbasis II 19
3.2 Activiteit 1-B: het maken van afspraken over onder andere het beoogde 21
eindresultaat en de daarvoor te ondernemen stappen
3.3 Activiteit 1-C: het vastleggen van de afspraken in een startconvenant 22

4 Gemeenschappelijke beeldvormingsfase (fase 2) 25


4.1 Activiteit 2-A: het verzamelen en structureren van informatie uitmondend in één 25
informatiedocument
4.2 Activiteit 2-B: het op basis van het informatiedocument smeden van een 26
gemeenschappelijk beeld van de problematiek
4.3 Activiteit 2-C: het vastleggen van het gemeenschappelijk beeld in een 26
projectprogramma

5 Gemeenschappelijke oplossingsfase (fase 3) 27


5.1 Activiteit 3-A: het detailleren van het programma van eisen en het schetsontwerp 27
van de oplossingsrichting tot een gemeenschappelijke oplossing
5.2 Activiteit 3-B: de handelingsbereidheid van de partijen bepalen 33
5.3 Activiteit 3-C: het vastleggen van de gemeenschappelijke oplossing en de 35
handelingsbereidheid van partijen in een uitvoeringsconvenant

6 Uitvoering, evaluatie en monitoring (fase 4) 45


6.1 Doorlichting uitvoeringspraktijk 45
6.2 Conclusies naar aanleiding van de doorlichting van de uitvoeringspraktijk 48

7 Beheersaspecten en -plannen 51
7.1 Tijd 51
7.2 Geld 51
7.3 Kwaliteit 52
7.4 Informatie 52
7.5 Organisatie 52

8 Tot slot 53

Bijlagen:
1 Gehanteerde vragenlijsten bij de doorlichting van de uitvoeringspraktijk 55
2 Nuttige adressen 59

5
6
1 Inleiding

1.1 Een korte historische terugblik De aanbeveling uit het eindrapport van 15 juli
op BOSOM 1996 om op regionale schaal via een aantal
proefprojecten ervaring op te doen met een
Het BOSOM-project is een initiatief van het BOSOM-achtige aanpak werd in een workshop
ministerie van Economische Zaken (EZ). Naast met betrokkenen uit het veld onder voorzitter-
EZ zijn vanaf het begin het ministerie van schap van dr. R.W. Welschen onderschreven.
Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Deze aanbeveling is opgenomen in het
Milieubeheer (VROM) en later ook het Inter Kabinetsstandpunt over de vernieuwing van het
Provinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van bodemsaneringsbeleid van 16 september 1997
Nederlandse Gemeenten (VNG) er bij betrokken. (actiepunt 2).
De naam BOSOM is oorspronkelijk afgeleid van
één van de onderzochte doelen: de mogelijke De kring van opdrachtgevers werd uitgebreid
oprichting van een bodemsanerings- met IPO en VNG. Het pilot-programma, dat
ontwikkelingsmaatschappij. wordt uitgevoerd door MMG Environment, loopt
nog. Een belangrijke ervaring die tijdens de drie
Het Draaiboek BOSOM is samengesteld in het pilots uit het pilotprogramma inmiddels is
kader van het pilotprogramma voor de opgedaan is dat met het oprichten van één (of
ontwikkeling van nieuwe organisatie- en enkele) BOSOM-organisatie(s) niet alle typen
financieringsvormen voor bodemsanering organisatie- en financieringsproblemen bij
(kortweg ‘pilotprogramma BOSOM’). Dit bodemsanering kunnen worden opgelost. De
programma is opgezet door de hiervoor nadruk dient veeleer te liggen op maatwerk die
genoemde vier partijen. Het pilotprogramma is aansluit op de lokale omstandigheden en
gestart in het najaar van 1997. Het vormt de marktdynamiek. Dit kan dus betekenen dat er
praktische uitwerking van actiepunt 2 uit het van project tot project verschillende
Kabinetsstandpunt over de vernieuwing van het organisatorische en financiële constructies
bodemsaneringsbeleid van 16 juni 1997. nodig zijn. Op lokaal niveau dienen de bij een
verontreinigde locatie belanghebbende partijen
Uitgangspunt van het BOSOM-project is om te gezamenlijk de problematiek projectmatig aan te
onderzoeken of het ontwikkelen van nieuwe pakken. De bodemsanering kan zo op goede
organisatie- en financieringsvormen een wijze worden geïntegreerd in een op de locatie
bijdrage kan leveren om de kosten van toegespitst ontwikkelingsperspectief. Basis van
bodemsanering in de hand te houden. Vanuit dit ‘BOSOM’ blijft wel:
gezichtspunt hebben EZ en VROM in 1995 aan a. clusteraanpak van één bedrijventerrein of
NIBConsult gevraagd hiernaar een onderzoek in meerdere terreinen van één branche;
te stellen. Een belangrijk aspect dat in de b. ontwikkelingsmogelijkheden van genoemde
rapportage naar voren kwam was dat nader terrein(en);
bestudeerd moest worden of er een c. een gestructureerd samenwerkingsproces van
tussenschakel in de vorm van een zogenoemde de betrokken partijen.
bodemsaneringsontwikkelingsmaatschappij
(BOSOM) zou moeten komen. Bij BOSOM werd Deze in pilotverband opgedane ervaring
gedacht aan een organisatie die over een brede strookte met de opvattingen van private
know-how en praktijkervaring beschikt wat investeerders, projectontwikkelaars en
betreft bodemsanering. Deze organisatie zou gespecialiseerde aannemers, die in het kader
dan als intermediair kunnen functioneren tussen van het pilotprogramma zijn bevraagd -
probleemhebbers, uitvoerende en regelgevende klankbordbijeenkomst op 16 april 1998
partijen en zo bodemsanering zou kunnen georganiseerd door VNO/NCW- op de
stimuleren. Een BOSOM zou tevens, zo was de (on)wenselijkheid van een BOSOM. Private
gedachte, de overheid en het bedrijfsleven bij partijen bleken het belang van maatwerk te
bodemsanering financieel en organisatorisch onderstrepen en gaven aan BOSOM niet te zien
kunnen ondersteunen en risico’s kunnen als een organisatie, maar als een marktconforme
afdekken. In zo’n BOSOM zouden gevallen van manier van werken die keer op keer wordt
bodemsanering clustergewijs moeten worden afgestemd op de lokale omstandigheden.
aangepakt. Bovengenoemde ervaringen komen ook overeen

7
met de ervaringen van het BEVER-project van Voor gevallen van bodemverontreiniging waar
VROM, IPO en VNG, dat zich richt op beleids- een mix van de genoemde aspecten zich
vernieuwing bodemsanering. Sinds kort valt het voordoet, kan geconcludeerd worden dat één
project BOSOM onder het BEVER-project. partij niet in staat is de problematiek effectief
aan te pakken. Dit geldt ook voor de overheid.
De stuurgroep van opdrachtgevers die het Met name ontbreekt het de overheid aan
pilotprogramma BOSOM begeleidt heeft hieruit voldoende financiële middelen om (meerdere)
de conclusie getrokken dat het oorspronkelijke omvangrijke gevallen van bodemsanering aan te
idee om een BOSOM in de vorm van een pakken, en ook de sturingskracht van het
organisatie op te richten moest worden klassieke overheidsinstrumentarium (wet- en
losgelaten. Daarvoor in de plaats zouden regelgeving) is in dit soort complexe gevallen
innovatieve marktconforme oplossingen voor beperkt. Daarnaast hebben veroorzakers en
bodemsanering op decentraal niveau moeten andere belanghebbenden ook een gelijke eigen
worden geïntroduceerd en toegepast. Op lokaal (maatschappelijke) verantwoordelijkheid ten
niveau dienen de bij een verontreinigde locatie opzichte van de in het geding zijnde problematiek.
belanghebbende partijen gezamenlijk de
problematiek projectmatig aan te pakken. Het gebrek aan voldoende financiële middelen
Daarbij wordt onder andere bodemsanering bij de overheid, de beperkingen van wet- en
geïntegreerd in een op de locatie toegespitst regelgeving, alsmede de gelijke eigen
ontwikkelingsperspectief. De stuurgroep van het maatschappelijke verantwoordelijkheid van
pilotprogramma spreekt in plaats van ‘het veroorzakers/belanghebbenden nopen tot een
oprichten van een BOSOM’ nu dan ook over ‘het ander oplossingsconcept: samenwerken. De
verspreiden en stimuleren van de toepassing gestructureerde samenwerking tussen partijen
van de BOSOM-aanpak’. De letters BOSOM wordt wel een open proces genoemd.
blijven gehandhaafd en betekenen
tegenwoordig (door de geschetste evolutie) Inmiddels wordt het idee om de bodem-
‘bodemsanering, ontwikkeling en marktwerking’. problematiek in open processen aan te pakken
breed gedragen. Het kabinet heeft met het in
Het voor u liggende Draaiboek BOSOM kan juni 1997 uitgebrachte ‘Kabinetsstandpunt over
gezien worden als een handleiding voor de vernieuwing van het bodemsaneringsbeleid’
projectleiders. Het draaiboek geeft echter ook afstand genomen van de klassieke overheids-
andere betrokkenen inzicht in de mechanismen, benadering en een richting bepaald (op basis
methoden en technieken die kenmerkend zijn van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek
voor de BOSOM-aanpak. Bodemsanering en het BEVER-traject). Daarin
wordt onder meer uitgegaan van het integreren
van bodemsanering in maatschappelijke
1.2 De BOSOM-aanpak processen (economisch/ruimtelijk),
decentralisatie, marktdynamiek, functiegericht
Algemeen gesproken worden maatschappelijke saneren en dus meer samenwerking tussen de
vraagstukken waarop het overheidsbeleid zich bij verontreinigde locaties betrokken partijen. Dit
richt almaar ingewikkelder en complexer. Dit draaiboek is opgesteld in het kader van
geldt ook op het gebied van bodemsanering. actiepunt 2 van het genoemde kabinets-
Veel gevallen van bodemverontreiniging kennen standpunt (BOSOM-pilotprogramma).
een hoge mate van complexiteit. Deze
complexiteit bestaat vaak uit een mix van de Het eigene van BOSOM-projecten is dat het
volgende aspecten: saneren van verontreinigde bodems in een
- een technisch-inhoudelijk complex bepaald gebied functiegericht gebeurt en wordt
bodemprobleem; geïntegreerd in een voor dat gebied in gang
- meerdere betrokken partijen met vaak gezet of in gang te zetten ontwikkelingstraject.
tegenstrijdige belangen; Functiegericht saneren betekent dat de
- partijen zijn afhankelijk van elkaar; saneringskosten lager worden. Het integreren
- belaste voorgeschiedenis; van de sanering in een ontwikkelingstraject
- politiek/bestuurlijke gevoeligheid; betekent een verdergaande kostenreductie,
- een grote financiële omvang; omdat de kosten over zoveel mogelijk
- een problematiek die (perceels)grens- kostendragers gespreid worden. Zo wordt in een
overschrijdend is. open proces onderhandeld met veroorzakers en
andere belanghebbenden over een te leveren

8
bijdrage. Ook wordt getracht in de ontwikkeling Fase 3: gemeenschappelijke oplossingsfase;
van het gebied geïnteresseerde partijen Fase 4: uitvoering, monitoring en evaluatie.
(projectontwikkelaars) bij de
bodeminvesteringen te betrekken. De opzet van dit draaiboek volgt de opeen-
volgende fasen. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan
BOSOM-projecten of open processen, waarin op de initiatieffase, enzovoorts. De bespreking
verschillende partijen samenwerken aan en van de fasen is zodoende verdeeld over de
onderhandelen over het bereiken van een hoofdstukken 2 tot en met 6.
oplossing, komen niet spontaan tot stand en
verlopen vaak niet probleemloos. Ze dienen In de hoofdstukken 2 tot en met 6 wordt de kern
ingevoerd en vervolgens op een project- en van de fase waarop wordt ingezoomd toegelicht,
procesmatige wijze vormgegeven te worden. waarna de in deze fase te ondernemen
Deze handleiding, gebaseerd op eigen activiteiten worden besproken. Hierbij worden
ervaringen, literatuuronderzoek en concrete hulpmiddelen aangereikt, zoals een
praktijkervaringen elders, biedt daartoe model-startconvenant. Daarnaast zijn er per fase
handreikingen, tips en hulpmiddelen. De en/of activiteit procesmatige tips voor het
handleiding is niet per definitie een recept voor management van BOSOM-projecten opge-
een succesvol gerecht: de onderscheiden nomen, gebaseerd op ervaringen uit de praktijk.
stappen zijn geen harde grenzen en de
genoemde aandachtspunten en tips moeten niet Hoofdstuk 7 is gewijd aan de beheersaspecten
lukraak worden toegepast. Elk BOSOM-project van BOSOM-projecten: tijd, geld, kwaliteit,
en open proces vereist maatwerk. Deze informatie en organisatie. Aan deze beheers-
handleiding kan in dit licht gezien worden als aspecten dient aandacht te worden besteed in
een reisgids voor de projectleiding. Ook een zogenaamde ‘beheersplannen’ per aspect. In
reisgids is geen blauwdruk voor een succesvolle totaal dienen er per beheersaspect 3 beheers-
vakantie, al kan door gebruikmaking van de door plannen te worden gemaakt. Het eerste beheers-
de schrijver eerder opgedane of verzamelde plan voor de fasen 0 en 1 (initiatieffase en
ervaringen de reis een stuk aangenamer, vlotter, gemeenschappelijke oriëntatiefase), het tweede
probleemlozer en doelgerichter verlopen. beheersplan voor de fasen 2 en 3 (gemeen-
schappelijke beeldvorming en oplossing) en het
derde beheersplan tenslotte voor fase 4
1.3 Leeswijzer en gebruik draaiboek (uitvoering, monitoring en evaluatie). In hoofd-
stuk 7 wordt beschreven op welke wijze in de
BOSOM-projecten kunnen gestructureerd verschillende beheersplannen aan de beheers-
worden aan de hand van een aantal aspecten aandacht dient te worden besteed.
opeenvolgende fasen:
Fase 0: initiatieffase; Schematisch wordt de opbouw van het
Fase 1: gemeenschappelijke oriëntatiefase; draaiboek voor wat betreft de hoofdstukken 2 tot
Fase 2: gemeenschappelijke beeldvormingsfase; en met 7 in figuur 1.1 weergegeven.

Figuur 1.1: opbouw handleiding BOSOM-projecten

Dimensies k2 k3 k4 k5 k6
fdstu fdstu fdstu fdstu fdstu
project Hoo Hoo Hoo Hoo Hoo

0 1 2 3 4
I Fasering Initatieffase Gemeenschappelijk Gemeenschappelijke Gemeenschappelijke Uitvoering,
oriëntatiefase beeldvormingsfase oplossingsfase monitoring en
evaluatie

A A A A A
II Activiteiten B B B B B
C C C C C

k7 k7 k7
fdstu fdstu fdstu
Hoo Hoo Hoo

Beheersplan Tijd Beheersplan Tijd Beheersplan Tijd


Beheersplan Geld Beheersplan Geld Beheersplan Geld
III Beheers- Beheersplan Kwaliteit Beheersplan Kwaliteit Beheersplan Kwaliteit
aspecten Beheersplan Informatie Beheersplan Informatie Beheersplan Informatie
Beheersplan Organisatie Beheersplan Organisatie Beheersplan Organisatie

9
Hoofdstuk 8 vormt het slot van dit draaiboek en
bevat enkele overkoepelende conclusies,
overwegingen en aspecten met betrekking tot
BOSOM-projecten, die niet specifiek behoren bij
een bepaalde fase, maar gelden voor elke fase
die doorlopen wordt en/of voor het project als
geheel.

10
2 Initiatieffase (fase 0)

Figuur 2.1: de plaats van de initiatieffase in het BOSOM-traject

Fasering 0 1 2 3 4
Initiatieffase Gem. orient. Gem. beeldv. Gem. oploss. Uitvoering

Activiteiten A A A A A
B B B B B
C C C C C

In de initiatieffase staan drie activiteiten 2.1 Activiteit 0-A: het her- en


centraal: erkennen van de problematiek
A Het her- en erkennen van de problematiek;
B Het afbakenen en segmenteren van het Het her- en erkennen van de problematiek
gebied; betekent dat de initiatiefnemer de gewenste
C Het traceren en selecteren van ontwikkeling, alsmede de bodemverontreiniging
belanghebbenden en het creëren van een die deze ontwikkeling kan bemoeilijken, op
vertrouwensbasis I. hoofdlijnen analyseert, teneinde te bepalen of
een BOSOM-aanpak geschikt is. Bij de analyse
De activiteiten in deze fase worden verricht door op hoofdlijnen kan gebruik worden gemaakt van
de initiatiefnemer. In de regel zal dit een een beslisboom (hulpmiddel 1). Bij het
overheid zijn die iets wil met een bepaald gebied doorlopen van de beslisboom kan bij vraag 4
(al dan niet in reactie op signalen van andere gebruik worden gemaakt van een project-
partijen), maar daarbij stuit op typeringstabel (hulpmiddel 2).
bodemverontreiniging.

Hulpmiddel 1: beslisboom ter bepaling of een BOSOM-aanpak geschikt is

Is er sprake van een


herontwikkelings- en/of
Is er sprake van een
revitaliseringsproject?
Nee gebied met meerdere Nee Geen BOSOM-
gevallen van bodem-
aanpak
Ja verontreiniging?

Is er sprake van een Ja


gebied met meerdere
gevallen van bodem- Is van dat gebied een
herontwikkelings- en/of Nee Geen BOSOM-
verontreiniging?
revitaliseringsproject te aanpak
Geen BOSOM-
Nee maken?
Ja aanpak

Belemmert de bodem-
verontreiniging de her- Ja
ontwikkeling en/of
revitalisering?
Geen BOSOM-
Ja Nee aanpak

Bestaat de belemmering Gebruik bij het beantwoorden


uit een complex van van deze vraag hulpmiddel 2,
factoren? de ‘project-typeringstabel’
Geen BOSOM-
Nee aanpak
Ja
BOSOM-aanpak

11
Hulpmiddel 2: project-typeringstabel (bepaling complexiteit)

Kenmerken project Type project


Eenvoudig <———————————————–———–> Complex

1. Ernst en urgentie laag 1 2 3 4 5 hoog

2. Historische verontreiniging weinig 1 2 3 4 5 veel

3. Vermenging van de weinig 1 2 3 4 5 veel


verontreiniging

4. Aantal partijen weinig 1 2 3 4 5 veel

5. Mate tegenstrijdige laag 1 2 3 4 5 hoog


belangen

6. Afhankelijkheid partijen van gering 1 2 3 4 5 groot


elkaar

7. Belaste voorgeschiedenis afwezig 1 2 3 4 5 aanwezig

8. Maatschappelijke weerstand gering 1 2 3 4 5 groot

9. Politieke gevoeligheid gering 1 2 3 4 5 groot

10. Tijdspanne korte 1 2 3 4 5 lange


termijn termijn

11. Voorzien exploitatietekort klein 1 2 3 4 5 groot

12. Expliciteit ontwikkelings- groot 1 2 3 4 5 Klein


perspectief

TOTAAL 12 24 36 48 60

Score 12 t/m 24: weinig complex project;


Score 24 t/m 48: matig complex project;
Score 48 t/m 60: complex tot zeer complex project.

Wanneer de keuze voor een BOSOM-aanpak Met het bepalen van het type BOSOM-project is
gemaakt is, dient bepaald te worden om wat activiteit 0-A afgerond. Met gebruikmaking van
voor type BOSOM-project het gaat. Uitgaande de beslisboom (hulpmiddel 1) is bepaald of een
van de grondeigendomssituatie zijn er namelijk BOSOM-aanpak geschikt is om de in het geding
verschillende typen BOSOM-projecten te zijnde problematiek aan te pakken. Daarnaast is
onderkennen. Hoewel de basisaanpak voor alle door het invullen van de project-typeringstabel
typen overeenkomt, bestaan er per type en de BOSOM-typeringstabel (hulpmiddelen 2
BOSOM-project specifieke aandachtspunten, die en 3) een beeld opgebouwd van aspecten die bij
ook in de onderhavige handleiding verwerkt zijn. het project een rol spelen en/of essentieel zijn
Om met deze aspecten optimaal rekening te voor het welslagen ervan.
houden dient het type BOSOM-project bepaald
te worden. Dit kan met behulp van hulp-
middel 3, de BOSOM-typeringstabel (volgende
pagina).

12
Hulpmiddel 3: BOSOM-typeringstabel (bepaling type BOSOM-project

Grondeigendom Grondtransactie type BOSOM- Voorbeelden BOSOM-


i.h.k.v. BOSOM Structuur typologie

1. a. Particuliere Amsterdam/De I Gebiedsgericht/


In eigendom van Verkoop grond ontwikkelings & Omval (zie 2.b) particulier
overheid (gemeente) aan derde exploitatie mij.
b. Samenwerkings- Den Haag, II Gebiedsgericht/
Geen verkoop structuur tussen Petroleumhaven gemeentelijk
grond gemeente en (eventueel PPS)
betrokken
bedrijven

2. In eigendom van a. zie 1.b. Amersfoort,


bedrijven Verkoop grond CSG-gebied
(probleembezitters) aan gemeente
b. Particuliere Amsterdam/ I Gebiedsgericht/
Verkoop grond ontwikkelings & De Omval particulier
aan derde exploitatie mij. Arnhem/Billiton
c. Intermediair PNEM-SSG III Gebiedsgericht
Geen verkoop t.b.v. bodems- SBNS facilitair
grond sanering en SUBAT
revitalisering Gelderland- V Branchegericht
bedrijfsterrein Gasfabrieks-
(aanneming van terreinen
werk)

3. Gemengd a. zie 2.a. II Gebiedgericht/


eigendom (overheid, Verkoop grond gemeentelijk
bedrijven, aan gemeente (eventueel PPS)
ontwikkelaars) b. zie 2.b. Arnhem- I Gebiedsgericht/
Verkoop grond Het Broek particulier (PPS)
aan derde
c. Zie 2.c. III Gebiedsgericht
Geen verkoop facilitair PPS
grond
IV Branchegericht

2.2 Activiteit 0-B: het afbakenen en - Toekomstige functie (detailhandel, woningen,


segmenteren van het gebied etcetera).

Het eigene van BOSOM-projecten is dat de Een nadere segmentatie kan worden gemaakt
bodemsanering wordt geïntegreerd in het op basis van de samenhang in de
ontwikkelingstraject van een bepaald gebied. grondwaterverontreiniging.
Daarom dient de eerste gebiedsafbakening
vanuit deze invalshoek plaats te vinden. Figuur 2.3: segmentering naar ontwikkeling en
grondwaterverontreiniging
Figuur 2.2: de afbakening vanuit
ontwikkelingsperspectief

Overwogen kan worden om vanwege de


grondwaterverontreiniging het gebied te
Criteria voor deze afbakening kunnen onder vergroten. Een andere mogelijkheid is om de
andere zijn: eigenaren/gebruikers van het verontreinigde
- Bestemmingsplan; terrein die zich buiten het te ontwikkelen gebied
- Economische samenhang; bevinden bij het project te betrekken.

13
Voorts kan tot aanpassing of nadere de volgende fase (gemeenschappelijke
segmentatie van het gebied worden overgegaan oriëntatiefase) zullen verschillende partijen
op grond van de bodemverontreinigingssituatie. gezamenlijk optrekken. Voor het zover is, dient
de initiatiefnemer in de oriëntatiefase een
Figuur 2.4: segmentering naar ontwikkeling, antwoord te vinden op de vraag welke
grondwaterverontreiniging en belanghebbende partijen in het open proces
bodemverontreiniging betrokken moeten worden (traceren/selecteren
belanghebbenden). Wanneer de
belanghebbende partijen getraceerd zijn moet
met de geselecteerde partijen een
vertrouwensbasis gecreëerd worden.
Deze segmentering kan er toe leiden dat partijen
buiten het te ontwikkelen gebied bij het project Het traceren en selecteren van
worden betrokken of dat ervoor gekozen wordt belanghebbenden
het te ontwikkelen gebied te verkleinen of te Kijkend naar het afgebakende/gesegmenteerde
vergroten. Partijen die geen relatie hebben met gebied, moet de initiatiefnemer een
de bodemverontreiniging kunnen buiten het inventarisatie maken van de in dat gebied
project worden gehouden of op een andere aanwezige partijen met het belang dat zij
wijze bij het ontwikkelingstraject betrokken hebben bij de uitkomsten van het BOSOM-
worden (aankoop, ontwikkeling). project. Het hulpmiddel dat hiervoor gebruikt
kan worden is de omgevingsanalyse
Een nadere segmentering van het gebied naar (hulpmiddel 4).
eigendomssituatie kan leiden tot de keuze om
een deel van het gebied door een andere partij Nadat de belanghebbende partijen in kaart
te laten saneren, bouwrijp maken en gebracht zijn, dient de initiatiefnemer uit deze
ontwikkelen. groep beoogde deelnemers aan het open proces
te selecteren. Doorgaans worden niet alle
Figuur 2.5: segmentering naar ontwikkeling, belanghebbende partijen uitgenodigd. Zo
grondwaterverontreiniging, kunnen partijen voor het aanpakken van een
bodemverontreiniging en eigendomssituatie bepaalde problematiek relatief onbelangrijk zijn
en ook om het proces beheersbaar en
Eigendom gemeente Eigendom projectontwikkelaar overzichtelijk te houden verdient selectie
aanbeveling. Het kan voorkomen dat per fase
andere partijen aan het open proces deelnemen.

Hoewel van geval tot geval beoordeeld moet


Andere mogelijke criteria voor segmentering worden welke partijen voor het open proces
kunnen zijn: worden uitgenodigd, toch de volgende
- Ruimtelijke prioriteitstelling (planning); handreiking. Selecteer: bevoegd gezag,
- Milieugerichte prioriteitstelling; betrokken gemeente(n), veroorzaker(s) van
- Bereidheid tot medewerking aan het project bodemvervuiling, grondeigenaar of -eigenaren,
van partijen; alsmede partijen die willen investeren. Het
- Uitplaatsing milieuhinderlijke bedrijven; selecteren van partijen met een afgeleid belang,
- Subsidiemogelijkheden (Stirea, infrastructuur, als moedermaatschappijen, onderhuurders,
etcetera). milieugroeperingen en de landsadvocaat ligt (in
de beginfase) minder voor de hand.

2.3 Activiteit 0-C: het traceren en


selecteren van belanghebbenden
en het creëren van een
vertrouwensbasis I

Zoals eerder gesteld, is een gestructureerde


samenwerking tussen belanghebbende partijen
(open procesbenadering) een kenmerkend
aspect van de BOSOM-aanpak. Met ingang van

14
Hulpmiddel 4: de omgevingsanalyse

Bij het traceren van partijen kan de volgende indeling gehanteerd worden.

Belanghebbenden Belang (voorbeelden)

1. Besluitvormers (bijvoorbeeld het Immaterieel: werkgelegenheid, meer optimaal


bevoegd gezag dat de uiteindelijke ruimtegebruik, imago stad/gemeente, contacten
verantwoording draagt) met bedrijven, beperking overlast burgers.
Materieel: financiële haalbaarheid plan, verhoging
OZB, stijging grondprijzen/erfpacht

2. Mede-besluitvormers (partijen die Immaterieel: verhoging kwaliteit bedrijfsomgeving,


moeten bijdragen om het BOSOM- verbeteren imago.
project te laten slagen, bijv. grond- Materieel: stijging waarde onroerend goed c.q.
eigenaren, vervuilende partijen) kavel, kostenbesparing door beter functioneren na
revitalisering.

3. Beïnvloedende partijen (partijen Immaterieel: verbetering kwaliteit bedrijfs-


die in staat zijn (mede)besluitvormers omgeving, duurzaam beheer gebied, communicatie
te beïnvloeden, zoals onderhuurders, met de gemeente/overheid.
bedrijvenvereniging, etcetera) Materieel: kostenbesparing door beter functioneren
na revitalisering (geldt voor onderhuurders, niet
voor bedrijvenvereniging)

4. Burgers Immaterieel: beperking overlast.


Materieel: waardestijging onroerend goed.

5. Gebruikers (partijen die uiteindelijk Immaterieel: hoge kwaliteit bedrijfsomgeving,


gebruik zullen maken van het gebied met een goed imago.
gesaneerde en herontwikkelde/ Materieel: minder kosten doordat bedrijf in
gerevitaliseerde gebied). gerevitaliseerde omgeving optimaal kan
functioneren.

6. Ontwikkelaars (partijen die financieel, Immaterieel: continuïteit bedrijfsvoering.


personeel en/of materieel kunnen Materieel: rendement, bouwcapaciteit (ontwik-
bijdragen, zoals projectontwikkelaars) kelaar/aannemer), beleggingsobject (project-
belegger), winst (ontwikkelaar), kwaliteit en
duurzaamheid als verkoopargument.

Het creëren van een vertrouwens- worden. In de interviews kan onder andere
basis I aandacht worden besteed aan:
De initiatiefnemer van een open proces c.q.
BOSOM-project moet zich terdege realiseren dat - De belangen van partijen op korte en lange
de beoogde (geselecteerde) deelnemende termijn;
partijen niet met een schone lei beginnen. - De eigen perceptie van de problematiek;
Partijen hebben eerdere ervaringen en het is van - Het krachtenveld van partijen;
belang om hiermee rekening te houden. Het - Relaties tussen partijen
verdient daarom aanbeveling om door middel - Problemen die partijen ervaren bij het
van interviews in kaart te brengen welke realiseren van de eigen belangen;
beelden er over en weer bestaan en in welke - Suggesties voor oplossingen;
mate er onderling vertrouwen is. Duidelijk moet - De bereidheid om mee te werken aan een
worden of er voldoende basis is voor het gezamenlijk traject.
daadwerkelijk starten van het gezamenlijke
traject (fasen 1 tot en met 4). Op zichzelf kan de Indien uit de interviews blijkt dat de
vertrouwensbasis door de interviews al versterkt vertrouwensbasis smal is, zijn aanvullende

15
stappen noodzakelijk om deze te verstevigen. De Bij een dergelijke analyse worden de
stappen die gezet moeten worden kunnen per verschillende belanghebbende partijen
beoogde deelnemende partij verschillen. Een getypeerd, waarna - afhankelijk van de typering -
goede manier om te bepalen welke stappen deze partijen gericht en op maat benaderd
richting welke partij gezet moeten worden is de worden. Hulpmiddel 5 gaat in op het verrichten
zogenaamde stakeholdersanalyse. van een stakeholdersanalyse.

Hulpmiddel 5: de stakeholdersanalyse

Stap 1
Typeer de partijen door op basis van de gehouden interviews voor iedere partij de volgende twee
vragen te beantwoorden:
- Zijn de belangen van de betreffende partij gelijkgericht of tegengesteld aan de belangen van de
initiatiefnemer?
- Geniet de betreffende partij wel of niet het vertrouwen van de initiatiefnemer? (check: valt het
gedrag van de partij te voorspellen?)

Na het beantwoorden van deze vragen voor iedere partij, kunnen de partijen ingevuld worden in
de volgende matrix.
Tegengesteld Belangen Gelijkgericht

Vijanden Coalitiegenoten

Geen

Vertrouwen

Wel
Tegenstanders Vrienden

Voor de onderscheiden groepen stakeholders geldt over het algemeen het volgende:

Coalitiegenoten
Het belang van coalitiegenoten is gelijk aan het belang van de initiatiefnemer, maar het gedrag
van coalitiegenoten is niet of nauwelijks voorspelbaar. Andere ontwikkelingen kunnen deelname
aan het open proces doorkruisen, afhankelijk van de dan geldende belangen. Met betrekking tot
voor het project belangrijke coalitiegenoten kan de initiatiefnemer proberen de relatie om te
buigen tot een vriendschapsrelatie. Dit vergt de nodige tijd.

Vrienden
Vrienden zien het BOSOM-project zitten. Gerichte informatie zorgt voor een goede
verstandhouding. Vrienden kunnen gemobiliseerd worden voor het promoten van het project.

Tegenstanders
Tegenstanders hebben tegengestelde belangen ten opzichte van de initiatiefnemer, maar hebben
het vertrouwen, omdat zij in hun gedrag voorspelbaar zijn. Vaak is hun perceptie van de
problematiek anders. Gesprekken met tegenstanders kunnen leiden tot nieuwe inzichten of tot het
kunnen aanscherpen van eigen argumenten. Tegenstanders kunnen vrienden worden, op het
moment dat zij met de initiatiefnemer een gezamenlijk belang kunnen definiëren. Omdat er
vertrouwen is hoeft dit niet veel tijd te kosten.

16
Vervolg hulpmiddel 5: de stakeholdersanalyse

Vijanden
Vijanden zullen toenadering negatief beantwoorden. Alleen als een vijand essentieel is voor het
project, kan het zinvol zijn om door intensieve communicatie te trachten een vertrouwensband te
creëren, dan wel een gezamenlijk belang te definiëren.

Stap 2
Neem de volgende stappen:
- Maak tijd voor belangrijke coalitiegenoten;
- Definieer het gemeenschappelijk belang met tegenstanders;
- Bouw aan een vertrouwensrelatie met vijanden;
- Continueer de goede band met vrienden.

Met het eventueel op basis van de te kiezen voor een alternatief? Met de keuze
stakeholdersanalyse zetten van aanvullende voor het gezamenlijke traject, belandt het
stappen richting partijen, is de initiatieffase BOSOM-project in fase 1, de
ten einde. De initiatiefnemer dient alles gemeenschappelijke oriëntatiefase. Deze fase
afwegende een ‘go/no go beslissing’ te staat centraal in het volgende hoofdstuk,
nemen, ofwel: starten we een gezamenlijk hoofdstuk 3.
traject (open proces) op of is het raadzamer

17
18
3 Gemeenschappelijke oriëntatiefase (fase 1)

Figuur 3.1: de plaats van de gemeenschappelijke oriëntatiefase in het BOSOM-project

Fasering 0 1 2 3 4
Initiatieffase Gem. orient. Gem. beeldv. Gem. oploss. Uitvoering

Activiteiten A A A A A
B B B B B
C C C C C

In de gemeenschappelijke oriëntatiefase staan standpunten en het creëren van wederzijds


drie activiteiten centraal: vertrouwen. Vaak blijken er naast
A Het creëren van een vertrouwensbasis II; tegenstellingen ook gemeenschappelijke visies
B Het maken van afspraken over onder andere en belangen te bestaan. Deze dienen te worden
het beoogde eindresultaat (streefbeeld) en de benadrukt. Idealiter luidt de conclusie van de
daarvoor te ondernemen stappen; plenaire bijeenkomst dat de partijen een
C Het vastleggen van de afspraken in een gezamenlijk traject ingaan om te komen tot een
startconvenant. startconvenant, waarin afspraken worden
vastgelegd over te nemen stappen teneinde de
De partijen die de activiteiten verrichten in deze in het geding zijnde problematiek aan te pakken
fase zijn de initiatiefnemer en de deelnemende en op te lossen.
partijen. Ter ondersteuning (bijvoorbeeld het
opstellen van het startconvenant) kan voor deze Kies tijdens de plenaire bijeenkomst voor
fase een werkgroep samengesteld worden. Het werkvormen die een goede sfeer en inzicht in
verdient aanbeveling om het voorzitterschap gemeenschappelijke visies en belangen kunnen
van vergadersessies in handen te geven van een bevorderen. Dit kan bijvoorbeeld door bewust
neutrale derde (facilitator) die het vertrouwen niet te focussen op de actuele conflictstof, maar
van alle partijen geniet. door het gezamenlijk schetsen van een
‘streefbeeld voor de toekomst’. Ervaringen uit
diverse praktijkcases wijzen uit dat partijen
3.1 Activiteit 1-A: het creëren van hierdoor vaak dichter bij elkaar gebracht kunnen
een vertrouwensbasis II worden en vertrouwen in elkaar kunnen krijgen.
Deelnemers krijgen inzicht in wat hen bindt en
Op basis van de in de vorige fase gehouden verdeelt. Vervolgens kan vanuit het streefbeeld
interviews met sleutelfiguren van beoogde voor de toekomst gediscussieerd worden over
deelnemers dient de initiatiefnemer een onder andere de problemen in de huidige
interviewdocument op te stellen, waarin de situatie en de toekomstige situatie bij
resultaten van de interviews overzichtelijk en ongewijzigd beleid.
neutraal worden gepresenteerd. Dit heeft tot
gevolg dat elke partij zich gehoord kan voelen. De plenaire bijeenkomst vindt bij voorkeur
Ook wordt duidelijk waarover consensus bestaat plaats op een neutrale en sfeervolle locatie en
en waarover partijen het niet eens zijn. Naar wordt afgesloten met een informeel samenzijn,
aanleiding van het interviewdocument moet waarbij de aanwezigen in de gelegenheid
iedere partij kunnen vaststellen dat de eigen worden gesteld om onder het genot van een
mening een plaats heeft in het geheel. Doordat hapje en een drankje nog eens nader met elkaar
alle meningen op papier staan behoeft ook geen van gedachten te wisselen.
enkele partij te vrezen voor het onder tafel
verdwijnen van zijn mening en ideeën. Bij wijze van voorbeeld volgt hierna de agenda
van de op 13 februari 1998 door de gemeente
Met het interviewdocument als uitgangspunt Den Haag belegde en positief verlopen plenaire
moet de initiatiefnemer een plenaire bijeenkomst in het kader van de revitalisering en
bijeenkomst organiseren. Het doel van deze herontwikkeling van de Petroleumhaven in die
bijeenkomst is het zich verdiepen in elkaars gemeente.

19
Agenda plenaire bijeenkomst in het kader van de revitalisering/
herontwikkeling van de Petroleumhaven in de gemeente Den Haag

I Ontvangst met koffie en thee

II Opening bijeenkomst door dagvoorzitter

III Kennismaking genodigden

IV Vaststellen agenda

V Aanleiding en doel bijeenkomst


- aanleiding: revitalisering Petroleumhaven
- doel: in beeld brengen belangen partijen en bespreken gezamenlijke aanpak
- bodemverontreiniging

VI Toekomstvisie op Petroleumhaven van de gemeente Den Haag


- Masterplan Stadseconomie
- Ontwikkelingsplannen en alternatieven (bandbreedte)
- Mogelijkheden voor bedrijven

VII Schets huidige situatie Petroleumhaven


- Huidig gebruik bedrijventerrein en ambities partijen
- Actuele verontreinigingssituatie, saneringsmogelijkheden en kosten
- Noodzakelijk aanvullend onderzoek en de kosten daarvan

VIII Gezamenlijke aanpak


- Voorstel voor een gezamenlijke aanpak van de bodemverontreiniging
- Bouwstenen voor een startconvenant
- Relaties met BSB en SUBAT

IX Conclusies en verdere afspraken

X Sluiting

XII Afsluitende borrel

Intermezzo: de ideale deelnemer

De ideale deelnemer aan een open proces:


✓ Is in staat het eigen belang goed voor het voetlicht te brengen, hetgeen een correcte en actuele
kennis van zaken vereist;
✓ Heeft een interesseveld dat breder is dan het eigen belang;
✓ Is enthousiast voor het verkennen van nieuwe wegen en kan problemen veelzijdig benaderen;
✓ Is creatief, kritisch en resultaatgericht;
✓ Is gericht op samenwerking en het bereiken van consensus;
✓ Kan compromissen sluiten.

In veel gevallen zal de initiatiefnemer van een open proces beoogde deelnemende partijen via de
top benaderen, waarbij de keuze voor een representant aan de partij zelf wordt overgelaten. Deze
benadering is formeel en bevordert de betrokkenheid van de organisatie bij het open proces.
Een andere mogelijkheid is het binnen beoogde deelnemende partijen benaderen van personen
die de bovengenoemde eigenschappen bezitten, waarna de medewerking van deze persoon door
de organisatie gefiatteerd moet worden. De kans op een constructief verlopend open proces
neemt hiermee toe.

20
3.2 Activiteit 1-B: het maken van Dit betekent dat er gedetailleerde afspraken
afspraken over onder andere het gemaakt moeten worden over de te verrichten
beoogde eindresultaat en de activiteiten in de volgende fase (fase 2,
daarvoor te ondernemen stappen gemeenschappelijke beeldvorming), te weten:
- Het verzamelen en structureren van
Zoals hiervoor gezegd is de ideale conclusie van informatie over: de verontreinigingssituatie in
de plenaire bijeenkomst dat de partijen bereid het gebied, de ruimtelijke potenties van het
zijn een gezamenlijk traject in te gaan dat in de gebied, de aan het gebied te stellen
eerste plaats resulteert in een startconvenant. ruimtelijke eisen, de eigendomssituatie,
Over de inhoud van het startconvenant worden risico’s, alternatieven voor het aanpakken van
in deze fase (1-B) afspraken gemaakt. Maar de problematiek;
waarover moeten afspraken gemaakt worden? - Het op basis van de verzamelde en
Hierna worden de belangrijkste elementen van gestructureerde informatie smeden van een
een startconvenant besproken, waarover de gemeenschappelijk beeld over: de
partijen met elkaar afspraken dienen te maken. verontreinigingssituatie in het gebied, de
ruimtelijke potenties van het gebied, de aan
Eindresultaat/streefbeeld het gebied te stellen ruimtelijke eisen, de
Partijen dienen met elkaar af te spreken ‘waar ze eigendomssituatie, risico’s, alternatieven voor
voor gaan’. Gezien de fase waarin het BOSOM- het aanpakken van de problematiek;
project zich bevindt, kan het eindresultaat/ - Het vastleggen van het gemeenschappelijk
streefbeeld uiteraard slechts in globale termen beeld in een Programma van Eisen en het op
beschreven worden. Deze beschrijving wordt basis daarvan maken van een schetsontwerp
opgenomen in het startconvenant. van de oplossingsrichting.
Daarnaast dienen er voor de volgende fase
gedetailleerde afspraken te worden gemaakt
Voorbeeld van een globaal beschreven met betrekking tot de beheersaspecten (zie
eindresultaat/streefbeeld hoofdstuk 7):
- Tijd (o.a. wanneer worden activiteiten
Uit: Startcontract Hollandsche IJssel uitgevoerd?);
- Geld (o.a. wie betaalt de te verrichten
…Het is de ambitie van partijen om (1) het activiteiten?);
water, de waterbodem en de zellingen - Kwaliteit (o.a. welke eisen worden er gesteld
schoon te maken…(2) het gebied rond de aan de wijze waarop activiteiten worden
rivier te revitaliseren en evenwicht tussen uitgevoerd?);
verschillende functies te brengen…(3) van de - Informatie (o.a. wie informeert de media? wie
Hollandsche IJssel een mooie, groene en ontvangt welke stukken?);
toegankelijke rivier te maken…(4) zich naar - Organisatie (o.a. wie voert welke activiteiten
de rivier toe te keren en haar te ontwikkelen uit?).
tot een aantrekkelijke levensader van het
Groene Hart waaraan maatschappelijke Voor latere fasen moeten over de dan te
groeperingen en belangen zich verrichten activiteiten en de beheersaspecten
verbinden…(5) voor de Hollandsche IJssel globale afspraken worden gemaakt.
een breed proces van fondswerving op gang
te brengen, vergelijkbaar met de sociale en Overige zaken
stedelijke vernieuwing… Naast afspraken over het eindresultaat/
streefbeeld van het BOSOM-project en de uit te
voeren activiteiten zijn er overige zaken,
Verder te ondernemen activiteiten waarover de partijen afspraken moeten maken,
en werkwijze zoals de verhouding van het convenant tot
Voor de komende fasen dienen de partijen af te regelgeving en tussentijdse wijziging van het
spreken welke activiteiten, wanneer, door wie, convenant.
op welke wijze, door wie gefinancierd verricht
zullen worden. Voor de eerstkomende fase dient In de volgende paragraaf (3.3) is een model-
dit gedetailleerd te gebeuren, voor latere fasen startconvenant opgenomen, waarin de overige
globaal. zaken nader worden gespecificeerd.

21
3.3 Activiteit 1-C: het vastleggen van Considerans
de afspraken in een startconvenant Voor de eigenlijke inhoud en na de beschrijving
van de partijen wordt doorgaans een
De afspraken die partijen met elkaar maken zogenoemde considerans opgenomen, waarin in
worden idealiter geformaliseerd in een door de ‘overwegingen’ wordt aangegeven waarom en
partijen te ondertekenen startconvenant. Een in welk kader partijen met elkaar een convenant
startconvenant bestaat doorgaans uit de ondertekenen. De considerans bevat geen
volgende elementen: rechten en plichten, maar is vaak wel belangrijk
- Benoeming van de partijen; voor de uitleg van rechten en plichten van
- Considerans; partijen.
- Inhoud (de daadwerkelijke overeenkomst);
- Overige bepalingen Inhoud (de daadwerkelijke
- Bijlagen overeenkomst)
De inhoud van het startconvenant, ofwel
Hierna wordt kort op deze afzonderlijke datgene wat de partijen overeenkomen, is de
elementen ingegaan. Daarna is een algemeen schriftelijke weerslag van de tussen de partijen
model-startconvenant opgenomen met gemaakte afspraken over de te verrichten
tekstvoorbeelden (hulpmiddel 6). activiteiten en de beheersaspecten. De
schriftelijke weerslag wordt veelal niet in het
Benoeming van de partijen startconvenant opgenomen, maar in een bij het
De volgende aandachtspunten gelden bij het startconvenant te voegen ‘projectopdracht’. In
benoemen van de partijen: de tekst van het startconvenant wordt dan een
- Alle personen, organen en instellingen voor artikel opgenomen, waarin de partijen aangeven
wie het convenant verplichtingen bevat als ervoor te zullen zorgen dat de bij het
partij, al dan niet via vertegenwoordiging, startconvenant gevoegde ‘projectopdracht’
dienen te worden gebonden; wordt uitgevoerd. Afspraken waar de partijen
- In het convenant dient expliciet te worden veel belang aan hechten kunnen in aparte
opgenomen tussen wie de gemaakte artikelen beschreven worden.
afspraken gelden (wie zijn de partijen?);
- In het convenant dient expliciet te worden Overige bepalingen
opgenomen of de partijen (a) voor zichzelf In de overige bepalingen kunnen artikelen
ondertekenen, (b) voor anderen (met een worden opgenomen die betrekking hebben op
machtiging) of (c) voor zichzelf en voor (rand)voorwaarden voor de verdere uitvoering
anderen; van het BOSOM-project. In het model-
- Als een persoon, orgaan of instelling met een startconvenant zijn enkele mogelijke overige
vertegenwoordiger optreedt, dient dit bepalingen opgenomen.
expliciet te worden gemaakt in het convenant
of door middel van een bij het convenant Bijlagen
gevoegde volmacht; Bij het startconvenant wordt een
- Indien ondertekenende partijen willen dat na projectopdracht gevoegd: de schriftelijke
afsluiting van het convenant andere partijen weerslag van de gemaakte afspraken. De in de
nog kunnen toetreden, dient een toetredings- volgende fase te verrichten activiteiten worden
regeling in het convenant te worden gedetailleerd beschreven; activiteiten in latere
opgenomen; fasen worden globaal beschreven. De
- Derden kunnen een convenant mede- projectopdracht bevat ook beheersplannen voor
ondertekenen om aan te geven dat zij achter de beheersaspecten tijd, geld, kwaliteit,
de gemaakte afspraken staan en er rekening informatie en organisatie. Deze beheersplannen
mee zullen houden (supporters). Expliciet strekken zich uit over de fasen 2
moet in het convenant worden vastgelegd dat (gemeenschappelijk oriëntatiefase) en 3
zij geen partij zijn. Voorts nemen derden niet (gemeenschappelijk beeldvormingsfase). Voor
deel aan verdere onderhandelingen; fase 2 wordt op deze aspecten gedetailleerd
- Veelvuldige herhalingen van omvangrijke ingegaan, voor fase 3 globaal. Voor verdere
omschrijvingen van partijen kunnen in een bijzonderheden betreffende de
convenantstekst worden voorkomen, door het beheersplannen/beheersaspecten wordt
vaststellen van een verkorte aanduiding. verwezen naar hoofdstuk 7.
Bijvoorbeeld met behulp van de
zinsconstructie: ‘hierna te noemen …’.

22
Hulpmiddel 6: het model-startconvenant

DE PARTIJEN:

Tekstvoorbeeld

1. De besloten vennootschap . . . , statutair gevestigd te . . . , te dezen vertegenwoordigd door


haar zelfstandig tot vertegenwoordiging bevoegde bestuurder . . . , op haar beurt rechtsgeldig
vertegenwoordigd door haar zelfstandig tot vertegenwoordiging bevoegde bestuurder de heer
ir. . . . , hierna te noemen: . . . ;
2. DE STAAT DER NEDERLANDEN, waarvan de zetel is gevestigd te ’s-Gravenhage, te dezen
rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer, op haar beurt rechtsgeldig vertegenwoordigd door . . . , hierna
te noemen: De Staat;
3. DE PROVINCIE, waarvan de zetel is gevestigd te . . ., te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd
door haar Gedeputeerde, . . . ; hierna te noemen: De Provincie;
4. DE GEMEENTE . . . , waarvan de zetel is gevestigd te . . . , te dezen vertegenwoordigd door
haar burgemeester, . . . , hierna te noemen: De Gemeente;

OVERWEGENDE DAT:

Tekstvoorbeeld (Uit: ‘Protocol fonds bedrijfsbeëindiging van verkooppunten voor


motorbrandstoffen’)

- een milieuprobleem bestaat in de vorm van bodemverontreiniging bij een groot aantal
verkooppunten van motorbrandstoffen ten behoeve van het wegverkeer;
- in het kader van de Algemene Maatregel van Bestuur tankstations voor het wegverkeer (Besluit
tankstations) en het door VROM op te stellen werkprogramma, bij bedoelde verkooppunten het
treffen van preventieve maatregelen, die bodemverontreiniging in de toekomst moeten
voorkomen, alsmede bodemsanering dient plaats te vinden;
- de totale kosten van bovenbedoelde sanerings- en preventieve maatregelen van aanzienlijke
omvang zijn;
- derhalve omvangrijke financiële inspanningen van eigenaren of exploitanten noodzakelijk zijn;
- eigenaren of exploitanten die hun bedrijfsactiviteiten na gedane milieu-investeringen wensen
voort te zetten, de daarmee gemoeide kosten naar het oordeel van partijen dienen te
financieren uit de reguliere exploitatie van het verkooppunt;
- voor eigenaren of exploitanten, die hun bedrijfsactiviteiten met betrekking tot de verkoop van
motorbrandstoffen niet voorzetten, mede op verzoek van de overheid een saneringsfonds
wordt gerealiseerd ter bestrijding van bodemsaneringskosten bij hun verkooppunten;

KOMEN OVEREEN ALS VOLGT:

Tekstvoorbeeld t.b.v. een BOSOM-project

Artikel 1: het doel van onderhavig startconvenant is om in gezamenlijkheid te bezien hoe de


bodemproblematiek in het kader van revitalisering/herontwikkeling zo efficiënt en goedkoop
mogelijk kan worden opgelost, teneinde het in de considerans beschreven
eindresultaat/streefbeeld te bereiken.
Artikel 2: de aanpak/werkwijze om bovenstaand doel te bereiken bestaat uit een gestructureerd
open samenwerkingsproces, bestaande uit opeenvolgende fasen.
Artikel 3: de in het kader van dit startconvenant te verrichten activiteiten, evenals de bijbehorende
beheersaspecten (tijd, geld, kwaliteit, informatie en organisatie) zijn beschreven in een bij dit
startconvenant gevoegde ‘projectopdracht’.

23
Vervolg model-startconvenant (1)

Artikel 4: partijen zeggen bij ondertekening toe:


- de in de projectopdracht vastgelegde afspraken over te verrichten activiteiten en de
bijbehorende beheersaspecten te onderschrijven en de verdere ontwikkeling van het project
langs de beschreven lijnen te bevorderen;
- de inspanningsverplichting aan te gaan om de in de projectopdracht vastgelegde activiteiten -
voor zover relevant - daadwerkelijk uit te voeren binnen de daarvoor gestelde termijnen,
budgetten en kwaliteitseisen.

OVERIGE BEPALINGEN

Tekstvoorbeeld t.b.v. een BOSOM-project

Artikel 5: Toepasselijk recht


Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
Artikel 6: Reikwijdte
Ondertekening van deze overeenkomst geschiedt met behoud van alle rechten.
Artikel 7: Tussentijdse wijziging/gewijzigde omstandigheden
Artikel 8: Verhouding tot regelgeving, SUBAT, BSB, lopende juridische procedures, etcetera
Artikel 9: Geschillen

BIJLAGE

Projectopdracht, inclusief beheersplannen voor tijd, geld, kwaliteit, informatie en organisatie.

Intermezzo: omgaan met elkaar

Een open proces staat of valt met de bereidheid van deelnemers om op een constructieve manier
verschillende belangen met elkaar te verenigen. Deze bereidheid is te bevorderen door expliciet te
maken wat er van deelnemers wordt verwacht. Zo kan bijvoorbeeld aan deelnemers te verstaan
worden gegeven dat deelname aan het open proces de bereidheid impliceert zich te houden aan
de volgende samenwerkingsregels:
✓ men probeert de eigen belangen zo nauwkeurig mogelijk weer te geven;
✓ andere belangen worden als legitiem en nastrevenswaard erkend;
✓ men is oprecht in de informatie die men geeft;
✓ diversiteit van inbreng wordt positief gewaardeerd;
✓ er is sprake van wederzijds vertrouwen;
✓ een (bilateraal) conflict wordt gezien als een gemeenschappelijk probleem;
✓ er wordt gestreefd naar win-win situaties als uitkomst van het open proces.

De samenwerkingsregels zouden deel kunnen uitmaken van het startconvenant, of apart


besproken kunnen worden.

24
4 Gemeenschappelijke beeldvormingsfase
(fase 2)
Figuur 4.1: de plaats van de gemeenschappelijke beeldvormingsfase in het BOSOM-project

Fasering 0 1 2 3 4
Initiatieffase Gem. orient. Gem. beeldv. Gem. oploss. Uitvoering

Activiteiten A A A A A
B B B B B
C C C C C

In de gemeenschappelijke beeldvormingsfase kunnen bepaalde kennisomissies aanwezig zijn.


staan drie activiteiten centraal: Duidelijk is dat een gepaste informatie-
A Het verzamelen en structureren van informatie, voorziening niet vanzelf tot stand komt.
uitmondend in één informatiedocument; Tegelijkertijd vormt een gepaste informatie-
B Het op basis van het informatiedocument voorziening wel een belangrijke voorwaarde
smeden van een gemeenschappelijk beeld voor het democratisch gehalte van het open
van de problematiek; proces. Waar informatieverschillen optreden
C Het vastleggen van het gemeenschappelijk ontstaan namelijk verschillen in macht. Hierdoor
beeld in een Projectprogramma. kunnen bepaalde partijen bij de workshops en
onderhandelingen in het voordeel zijn.
De belangrijkste partijen in deze fase zijn de Ten aanzien van BOSOM-projecten is de
initiatiefnemer en de deelnemende partijen. De informatie-complexiteit doorgaans groot. Hierbij
partijen kunnen worden ondersteund door een spelen twee dilemma’s:
project-organisatie. Over een dergelijke 1. Alle relevante informatie moet voor iedere
organisatie zijn afspraken gemaakt in het partij toegankelijk zijn; tegelijkertijd kan te
startconvenant, of preciezer gezegd in het bij de veel informatie een obstakel vormen voor een
projectopdracht gevoegde beheersplan transparant besluitvormingsproces;
organisatie. De partijen zullen het verzamelen en 2. Een teveel aan informatie moet gereduceerd
structureren van informatie veelal uitbesteden. worden, maar zonder dat het open proces aan
Het verdient aanbeveling om het voorzitterschap realiteitsgehalte inboet.
van workshops om te komen tot een
gemeenschappelijk beeld in handen te geven Diverse cases leren dat een grote informatie-
van een neutrale derde (facilitator) die het complexiteit geen knelpunt behoeft te zijn in een
vertrouwen van alle partijen geniet. open proces. Een helder stramien dat de
instemming van de betrokken partijen heeft
maakt het mogelijk om zeer doelgericht de juiste
4.1 Activiteit 2-A: het verzamelen en informatie te verzamelen, te ordenen en ten
structureren van informatie behoeve van de workshops en onderhande-
uitmondend in één informatie- lingen voor iedere partij hanteerbaar te maken.
document Het proces van informatievoorziening dient
geregisseerd te worden en zou kunnen bestaan
Het verzamelen en structureren van informatie is uit de volgende stappen (zie ook hoofdstuk 7,
noodzakelijk om de aan het open proces ‘beheersplan informatie’):
deelnemende partijen in de gelegenheid te
stellen de workshops en onderhandelingen goed - In het bij het startconvenant gevoegde
te voeren. Informatie speelt bij workshops en ‘beheersplan informatie’ dient een stramien
onderhandelingen een wezenlijke rol. Het voor het verzamelen en ordenen van
gebeurt vaak dat er te veel of te weinig informatie te zijn opgenomen, waarover de
informatie is, of dat de aanwezige informatie partijen het eens zijn;
onvoldoende toegankelijk is voor (een deel van) - Zorg ervoor dat de informatie wordt
de partijen. Ook kan er onduidelijkheid of verzameld en bewerkt conform het
onenigheid bestaan over de status van bepaalde afgesproken stramien. De afgesproken
informatie en/of de juistheid ervan. Daarnaast projectorganisatie (vastgelegd in het bij het

25
startconvenant gevoegde ‘beheersplan Hoewel met het informatiedocument wordt
organisatie’) kan dit uitvoeren, maar beoogd om de stand van zaken met betrekking
aanbevelenswaardig is het om het verzamelen tot de bovengenoemde punten zoveel mogelijk
en structureren van informatie uit te besteden objectief in beeld te brengen, leert de ervaring
aan en onafhankelijke derde. Het verzamelen dat partijen het informatiedocument veelal op
en structureren van informatie mondt idealiter een eigen wijze uitleggen en interpreteren. In
uit in één informatiedocument; workshops dienen de partijen de eigen
- Maak zoveel mogelijk gebruik van de interpretaties te expliciteren, waarna de
informatie die door de betrokken partijen zelf verschillende zienswijzen op elkaar afgestemd
kan worden aangeleverd. Ook hierover dienen kunnen worden teneinde een gemeen-
afspraken te zijn gemaakt in het ‘beheersplan schappelijk beeld te creëren. Een belangrijke rol
informatie’ van het startconvenant. Partijen bij het op elkaar afstemmen van de interpre-
voelen zich hierdoor meer gebonden aan het taties van partijen is weggelegd voor de
project. Daarnaast kunnen de kosten van voorzitter van de workshops. Als eerder
aanvullend onderzoek beperkt worden; opgemerkt verdient het aanbeveling het
- Er dienen in het startconvenant of in het bij voorzitterschap in handen te geven van een
het startconvenant gevoegde ‘beheersplan neutrale derde, die het vertrouwen van de
informatie’ afspraken te zijn gemaakt over de partijen geniet.
manier waarop met tegenstrijdige informatie
zal worden omgegaan. In principe kan ook Wanneer de partijen tot een gemeenschappelijk
tegenstrijdige informatie in het informatie- beeld van bovengenoemde punten gekomen
document worden opgenomen. De zijn, dienen de partijen op basis hiervan
meerwaarde van de samenstellers moet dan gezamenlijk te bezien welke alternatieve
liggen in het inzichtelijk maken en verklaren oplossingsrichtingen denkbaar zijn. Ook
van de verschillen. In overleg met alle hiervoor zijn workshop noodzakelijk, bij
betrokken partijen zou kunnen worden voorkeur voorgezeten door een neutrale derde.
besloten akkoord te gaan met de regel dat
informatie waarover geen consensus bestaat
niet in het open proces wordt betrokken. 4.3 Activiteit 2-C: het vastleggen van
het gemeenschappelijk beeld in
De belangrijkste aandachtsvelden met een projectprogramma
betrekking tot BOSOM-projecten, waarover
informatie verzameld en gestructureerd dient te Het in deze fase van het project gecreëerde
worden zijn: gemeenschappelijke beeld wordt vastgelegd in
een projectprogramma. Belangrijke onderdelen
- De bodemverontreinigingssituatie; van het projectprogramma zijn een programma
- De ruimtelijke potenties van het gebied; van eisen (een weergave van alle eisen waaraan
- De aan het gebied te stellen eisen met het oog het uiteindelijke projectresultaat dient te
op de toekomstige ontwikkeling; voldoen, bijvoorbeeld de mate waarin de grond
- De risico’s; in het gebied schoon dient te zijn) en een
- De grond-eigendomssituatie in het gebied. schetsontwerp van de oplossingsrichting.
Tevens worden in het projectprogramma de in
de volgende fase te verrichten activiteiten
4.2 Activiteit 2-B: het op basis van gedetailleerd beschreven. In daarop volgende
het informatiedocument smeden fasen te verrichten activiteiten worden globaal
van een gemeenschappelijk beeld beschreven. In het projectprogramma worden
van de problematiek de bij het startconvenant en de projectopdracht
gevoegde beheersplannen, die voor wat betreft
Op basis van het samengestelde informatie- de komende fase (fase 3, gemeenschappelijke
document dienen de partijen in workshops te oplossing) nog globaal waren, nader uitgewerkt
komen tot een gemeenschappelijk beeld van: (zie ook hoofdstuk 7).
- De bodemverontreinigingssituatie;
- De ruimtelijke potenties van het gebied;
- De aan het gebied te stellen eisen met het oog
op de toekomstige ontwikkeling;
- De risico’s;
- De grond-eigendomssituatie in het gebied.

26
5 Gemeenschappelijke oplossingsfase (fase 3)

Figuur 5.1: de plaats van de gemeenschappelijke oplossingsfase in het BOSOM-project

Fasering 0 1 2 3 4
Initiatieffase Gem. orient. Gem. beeldv. Gem. oploss. Uitvoering

Activiteiten A A A A A
B B B B B
C C C C C

In de gemeenschappelijke oplossingsfase staan krijgen in een integraal saneringsplan al dan niet


drie activiteiten centraal: gecombineerd met een plan voor actief bodem-
A Het detailleren van het programma van eisen beheer en een gedetailleerde grondexploitatie.
en het schetsontwerp van de Hierna wordt eerst ingegaan op het integraal
oplossingsrichting tot een saneringsplan en actief bodembeheer (doel:
gemeenschappelijke oplossing; kosten minimaliseren). Daarna wordt aandacht
B De handelingsbereidheid van de partijen geschonken aan het element grondexploitatie
bepalen; (doel: aantal kostendragers uitbreiden).
C Het vastleggen van de gemeenschappelijke
oplossing en de handelingsbereidheid van Integraal saneringsplan eventueel
partijen in een uitvoeringsconvenant. met plan actief bodembeheer
Vanuit BOSOM-perspectief dient een integraal
De belangrijkste partijen in deze fase zijn de saneringsplan, eventueel met een plan voor
initiatiefnemer en de deelnemende partijen. De actief bodembeheer te worden opgesteld.
partijen kunnen worden ondersteund door een ‘Vanuit BOSOM-perspectief’ betekent dat het
project-organisatie. Over een dergelijke opstellen geschiedt op een sobere en
organisatie in deze fase zijn afspraken gemaakt doelmatige wijze, met als doel kostenminima-
in het startconvenant, of preciezer gezegd in het lisatie. Verschillende manieren om sober- en
bij de projectopdracht gevoegde beheersplan doelmatigheid te bereiken dienen voor een
organisatie. Hoewel partijen in wezen optimaal totaalresultaat gecombineerd te
gedurende iedere fase met elkaar worden, zoals functiegericht en clustergewijs
onderhandelen, zal het zwaartepunt van de saneren, een adequate omgang met grond-
onderhandelingen in deze fase liggen, bij het stromen, de toepassing van innovatieve
bepalen van de handelingsbereidheid van de saneringstechnieken en actief bodembeheer.
partijen. Een belangrijke rol is in deze fase
weggelegd voor de voorzitter van de Functiegericht saneren
onderhandelingsronden. Gezien het belang van Functiegericht saneren kan omschreven worden
de onderhandelingen in deze fase kan het als het afstemmen van de mate van sanering op
voorzitterschap het beste in handen worden het beoogde gebruik van de locatie. Concreet
gegeven van een neutrale derde (facilitator) die betekent dit dat de bodem van een locatie met
boven de partijen staat en het vertrouwen van als bestemming een volkstuinencomplex,
alle partijen geniet. ingrijpender gesaneerd moet worden dan
wanneer op die locatie industrie gevestigd
wordt. Bij het opstellen van een integraal
5.1 Activiteit 3-A: het detailleren van saneringsplan dient er optimaal gebruik te
het programma van eisen en worden gemaakt van de mogelijkheden die
het schetsontwerp van de functiegericht saneren biedt. Het integrale
oplossingsrichting tot een saneringsplan moet dan ook minimale
gemeenschappelijke oplossing saneringsdoelstellingen bevatten voor de ter
plaatse voorziene functies. Optimaal gebruik
Het detailleren van het programma van eisen en maken van de mogelijkheden van functiegericht
het schetsontwerp van de oplossingsrichting zal saneren kan consequenties hebben voor de
in BOSOM-projecten veelal concreet gestalte ontwikkeling van het gebied, bijvoorbeeld

27
doordat minder gevoelige functies (als bedrijfs- Actief bodembeheer
bestemming) op de meer verontreinigde Met name vanuit het functiegericht saneren is
plaatsen worden ingepland. het van belang om over een goede registratie te
beschikken wat betreft de vervuilde locaties en
Clustergewijs saneren de genomen maatregelen. In de eerste plaats
De BOSOM-aanpak betreft afgebakende kan een dergelijke registratie het bepalen van de
gebieden waar doorgaans, in termen van de terugsaneerwaarde vergemakkelijken en een
Wbb gesproken, meerdere gevallen van goede rol spelen bij het hergebruik van licht
bodemverontreiniging voorkomen. Een verontreinigde grond. In de tweede plaats kan,
geclusterde aanpak van deze gevallen biedt wanneer een gebied is opgenomen in een
voordelen in vergelijking met een individuele systeem van actief bodembeheer, bij het
aanpak. Technisch en organisatorisch1 , maar verlenen van een bouwvergunning ontheffing
ook financieel. Zo kan een geclusterde aanpak worden verleend voor het verrichten van een
alleen al op de onderzoekskosten een flinke daarbijbehorend bodemonderzoek. Een goede
besparing opleveren. Voorts spreekt het vanzelf registratie is in de derde plaats nodig om bij
dat het één keer opstellen van een functiewijziging te kunnen beoordelen hoe de
raamsaneringsplan dat integraal uitgevoerd getroffen maatregel(en) zich verhoudt tot de
wordt goedkoper is in vergelijking met een nieuwe bestemming. Actief bodembeheer speelt
individuele benadering, waarbij dit voor ieder dan een rol bij de nazorg ten aanzien van
geval in het gebied afzonderlijk geschiedt. functiegericht gesaneerde locaties.

Omgaan met grondstromen en verwerken van Integraal saneren, bouwrijp maken en bouwen
vrijgekomen grond Maximale integratie van saneren en bouwrijp
De hergebruiksmogelijkheden van maken wordt in de praktijk verhinderd door de
(verontreinigde) grond dienen optimaal benut financieringsstructuur ingevolge de Wbb. In de
worden. De inschakeling van een grondbank, Wbb wordt namelijk uitgegaan van sanering
zoals daarmee in onder andere VINEX-projecten door de overheid op basis van een apart
ervaring is opgedaan, kan hierbij een rol spelen. saneringsplan. Bij het opstellen van het
Voor de verwerking van ernstig vervuilde grond saneringsplan kan bij een goed gecoördineerde
zal moeten worden bepaald waar de grond zal voorbereiding, rekening worden gehouden met
worden verwerkt. Aan de hand van prognoses de toekomstige functie en de feitelijke inrichting
omtrent aard en hoeveelheden zal gezocht van het gebied. Het uitvoeren van de sanering
moeten worden naar een vanuit financieel en en het bouwrijp maken wordt echter op basis
milieuhygiënisch opzicht optimale verwerking. van aparte bestekken aanbesteed en uitgevoerd,
hetgeen meer tijd en meestal extra kosten
Het toepassen van innovatieve technieken betekent. Verdere integratie is mogelijk wanneer
In de afgelopen jaren is er relatief veel het saneren en bouwrijp maken plaatsvindt op
onderzoek verricht, kennis opgebouwd en basis van één bestek door één uitvoerder. Deze
praktijkervaring opgedaan ten aanzien van aanpak is mogelijk wanneer de Wbb-overheid
nieuwe innovatieve saneringstechnieken. Deze slechts een beperkt percentage van de
technieken zijn sec vaak goedkoper dan saneringskosten vergoedt. In feite gaat het in
gangbare technieken, zoals afgraven en een dergelijke situatie om een sanering in eigen
verwerken en omdat ze gedurende een relatief beheer met beperkte financiering ingevolge de
lange termijn worden uitgevoerd (aangezien Wbb. Met het bevoegd gezag dienen afspraken
gebruik wordt gemaakt van het zelfreinigend te worden gemaakt over de wijze van
vermogen van bodems) kunnen de kosten over financieren (lump sum) en uitvoering door
een langere termijn worden uitgesmeerd. derden. Bij een lump sum afspraak liggen de

1 Technische voordelen: onder andere (a) een eenmalige


beschrijving en grootschaliger interpretatie van
infrastructuur, omgevingskenmerken, bodemopbouw en
geohydrologie, (b) gelijktijdige en grootschaliger
beoordeling van verontreinigingen en (c) het scheppen
van een bredere basis voor de afweging van
saneringsmaatregelen ondermeer uit het oogpunt van
doelmatigheid. Organisatorische voordelen: onder andere
integrale visie op aanwezige verontreinigingen hetgeen
uitzicht biedt op een meer doelgerichter en doelmatiger
aanpak.

28
financiële risico’s, in het geval er extra functiegericht saneren, etcetera), omdat deze bij
saneringskosten moeten worden gemaakt, bij de het vorige punt (integraal saneringsplan) reeds
ondernemer (ontwikkelaar/gemeente). besproken zijn.

Overige aspecten Kostentoedeling aan nieuwe functie


- Het integraal saneringsplan dient volstrekt De ervaring leert dat wanneer er sprake is van
duidelijk te zijn wat betreft de restrisico’s naar integrale projecten, waarbij bodemsanering deel
aard, omvang, reductiemogelijkheden en uit maakt van een ontwikkelingstraject voor een
mogelijke afdekking, zodat partijen daarover locatie, de kosten voor bodemsanering vaak
in de komende onderhandelingen (activiteit 3- (deels) gefinancierd kunnen worden met behulp
B) afspraken kunnen maken; van opbrengsten van de toekomstige functie,
- Het integraal saneringsplan dient volstrekt bijvoorbeeld uit de huuropbrengsten van
helder te zijn wat betreft de te ondernemen kantoorgebouwen.
stappen en procedures, zodat partijen
daarover afspraken kunnen maken. Groene financiering
Ingevolge de voorgenomen wijziging van de
Opstellen grondexploitatie / Regeling groenprojecten komen ook projecten
verbreden financieel draagvlak die gericht zijn op het vrijwillig saneren van
Een grondexploitatie is in wezen niks meer en verontreinigde (water)bodems voor groene
niks minder dan een lange lijst van kosten financiering in aanmerking. Deze regeling die de
(waaronder de kosten voor het aanpakken van grondslag vormt voor een fiscale faciliteit heeft
de bodemverontreiniging) en opbrengsten het oogmerk om krachtens die regeling
(waaronder uit de ontwikkeling) van een project. aangewezen projecten fiscaal te ondersteunen.
De kosten en de opbrengsten moeten met elkaar Het gaat om projecten ter bescherming van het
in evenwicht zijn om van een sluitende milieu, die zonder deze fiscaliteit niet of in
grondexploitatie te kunnen spreken. Wanneer dit mindere mate dan gewenst, gerealiseerd
niet het geval is kan getracht worden met de kunnen worden. In de toelichting bij deze
kosten en opbrengsten te schuiven, teneinde de regeling wordt er op gewezen dat, gelet op de
grondexploitatie toch sluitend te krijgen. Een grote omvang van de bodemverontreiniging in
analyse van praktijkgevallen leert dat in dit soort Nederland en de beperkte financiële ruimte
gevallen veelal wordt gekozen voor het binnen de regeling, de toepassing beperkt zal
aanpassen van de ontwikkelingsstrategie. blijven tot een aantal specifieke situaties. Zo zal
Bijvoorbeeld door andersoortige woningen te er sprake dienen te zijn van ernstige bodem-
bouwen die meer opbrengen. Of door een verontreiniging. Voorts dient de sanering op
groenvoorziening in een project te schrappen vrijwillige basis uitgevoerd te worden.
(minder kosten) en in plaats daarvan Daarnaast moet het saneringsplan door de
bijvoorbeeld een kantoor te bouwen (verhogen bevoegde autoriteit zijn goedgekeurd. Gezien
opbrengsten). Daarnaast kan op verschillende het beperkte budget zullen prioriteiten moeten
manieren getracht worden de kosten, bijvoor- worden gesteld. Belangrijke criteria zijn
beeld van het saneren, te verlagen. Het gaat ondermeer: (a) het wegnemen van belemme-
kortgezegd om het zoeken van financiële ruimte. ringen bij maatschappelijke urgentie (stagnatie
Deze ruimte verschilt overigens per project. Zo van stadsvernieuwingsprojecten), (b) mini-
zal de financiële ruimte in projecten waarbij de malisatie van de overheidsbijdrage uit andere
gemeente het bouwen van een X-aantal middelen, (c) aard en wijze van saneren, (d)
woningen in de sociale sector heeft bedongen ligging van de locatie, (e) bestemming van de
ceteris paribus beperkter zijn ten opzichte van grond na sanering en (f) de ernst en aard van de
projecten waarbij deze eis ontbreekt. Voorts is verontreiniging (verspreidingsrisico).
financiële ruimte gemakkelijker te vinden in wat
grotere projecten, dan in projecten met een BTW-aftrek
relatief beperkte omvang. Bij een sanering in eigen beheer door een
projectontwikkelaar of gemeente (grond-
Hierna volgt een, niet uitputtende, opsomming exploitatie) is het mogelijk BTW geheel of
van mogelijkheden om toe te werken naar een gedeeltelijk in vooraftrek te nemen. Dit is niet
sluitende grondexploitatie. Mogelijkheden om mogelijk indien de sanering, ingevolge de Wbb,
de kosten te verlagen die te maken hebben met bijvoorbeeld door de provincie wordt uitgevoerd.
het aanpakken van de bodemsanering worden Met het in vooraftrek nemen van de BTW kan
hierbij niet meegenomen (clusterbenadering, een aanzienlijke besparing worden bereikt.

29
Revolving fund BBMKB staat voor Besluit Borgstelling MKB
Kortgezegd is een revolving fund een ingesteld Kredieten Bodemsanering. De regeling is voor
fonds gevuld met een beginkapitaal waaruit het eerst gepubliceerd in het Staatsblad in 1994
leningen verstrekt worden. De terugbetalingen (nr. 225) en opnieuw in 1997 (nr. 559) en is
worden, evenals de rente, wederom in het fonds afkomstig van het ministerie van Economische
gestort, waarna wederom leningen verstrekt Zaken. De regeling is bestemd voor
kunnen worden. Met name aan zogenaamde bodemsanering in eigen beheer. Een belangrijke
multi-projecten (projecten die bestaan uit eis is een door GS goedgekeurd saneringsplan.
verschillende deelprojecten, bijvoorbeeld het De regeling is bestemd voor ondernemingen
project Hollandsche IJssel) kan een revolving met maximaal 100 werknemers. Voorts moet de
fund wat de financiering betreft een goede ondernemer onvoldoende financiële middelen
bijdrage leveren om het totale project te bezitten en beschikken over bevredigende
realiseren. continuïteits- en rentabiliteitsperspectieven. Per
onderneming bedraagt het borgstellingskrediet
Kwaliteits(fonds) van de Staat maximaal ƒ 2.000.000,=. Alleen de
Sommige gemeenten beschikken over een eigen kosten die noodzakelijk zijn voor de bodem-
fonds om herstructureringen van sanering komen in aanmerking. Ondernemers
bedrijventerreinen te bekostigen. Dit fonds kunnen een bodemsaneringsborgstellings-
wordt gevuld vanuit de algemene middelen. krediet aanvragen bij een bankinstelling. De
Daarnaast komt een kwaliteitsfonds voor. De bank beslist of zij een krediet inpast. De bank
voeding van een dergelijk fonds bestaat uit een moet het borgstellingskrediet binnen 35 dagen
opslag op de grondprijs van nieuwe na sluiting aanmelden bij de minister van
bedrijventerreinen. De uitgaven komen Economische Zaken. Als de ondernemer zijn
bestaande bedrijventerreinen ten goede. Het verplichtingen jegens de bank niet meer kan
fonds staat los van de gemeentelijke begroting. nakomen, kan de Staat uit hoofde van haar
Er is inspraak van bedrijven over de besteding. borgstelling door de bank worden aangesproken
voor het tekort op het borgstellingskrediet. Meer
Gemeentelijke subsidies informatie over de regeling is verkrijgbaar bij de
Sommige gemeenten verstrekken subsidie op directie voorlichting van het ministerie van
onrendabele projectonderdelen, bijvoorbeeld Economische Zaken. Het besluit is in werking
verbetering van de ruimte en/of milieu- getreden per 26 augustus 1994 en heeft een
maatregelen. onbepaalde looptijd. Voor 1998 is er een budget
van ƒ 160.000.000,= beschikbaar. Het budget is
Provinciale bijdragen verdeeld over 14 deelnemende banken.
Verschillende provincies hebben, teneinde de
bodemsaneringsoperatie te stimuleren, mede- Van de RBF-regeling (Regeling Bijzondere
financierings- c.q. bijdrageregelingen ontwikkeld Financiering) maakt een bodemsaneringskrediet
of in ontwikkeling. Een voorbeeld is de Gelderse deel uit. De regeling is gebaseerd op een
Stibosa-regeling (stimuleringsregeling bodem- overeenkomst tussen de overheid en de
sanering) die gericht is op het stimuleren van Nationale Investeringsbank (NIB) om
initiatieven die leiden tot het uitvoeren van middelgrote en grote ondernemingen in
bodemsanering, waardoor stagnatie van door Nederland bij de financiering van hun
de provincie Gelderland gewenste maatschap- bodemsaneringsplannen behulpzaam te zijn.
pelijke ontwikkelingen (economische ontwikke- Indien andere financieringsbronnen geen of
lingen, woningbouw, natuurontwikkeling, onvoldoende uitkomst bieden, kunnen deze
etcetera) wordt voorkomen of opgeheven. ondernemingen zich tot de NIB wenden voor
Gezien het feit dat dit soort regelingen nog een bodemsaneringskrediet. In principe komt
volop in ontwikkeling zijn wordt voor de laatste elke in Nederland gevestigde middelgrote en
stand van zaken verwezen naar de provinciale grote onderneming voor een
instanties. bodemsaneringskrediet in aanmerking.
Uitgangspunt is dan dat de betreffende
Landelijke subsidies en fiscale reservering ten onderneming haar bedrijfsterrein(en), waar zich
behoeve van bodemsanering een geval van ernstige bodemverontreiniging
Specifiek ten behoeve van bodemsanering zijn voordoet, in eigen beheer vrijwillig wil saneren.
er twee subsidies ontwikkeld: de BBMKB- De onderneming dient wel levensvatbaar te zijn.
regeling en de RBF-regeling. Het eigen vermogen van de onderneming

30
bedraagt tenminste 15% van het totale Reserveringen
vermogen volgens de laatste jaarrekening. De Wanneer vrij grote bedragen in principe voor-
lening die verstrekt wordt bedraagt minimaal ƒ handen zijn en gereserveerd worden, kunnen
1.000.000,= en maximaal ƒ 25.000.000,= per deze in relatief beperkte tijd aangroeien, door
onderneming, waarbij het bodemsanerings- middel van de rente die over de tegoeden
krediet niet hoger kan zijn dan 75% van de totale uitgekeerd wordt. Met name beperkte tekorten
saneringskosten. Het bodemsaneringskrediet in de grondexploitatie kunnen op deze wijze
kan, indien de financiële structuur van de relatief simpel opgelost worden.
onderneming daartoe aanleiding geeft, voor
maximaal tweederde deel in achtergestelde Exploitatieverordening/baatbelasting
vorm worden verstrekt. De looptijd kan variëren De gemeente sluit een (privaatrechtelijke)
van 3 tot 15 jaar en het krediet kent een exploitatieovereenkomst met de eigenaar van
marktconforme rente. Voor een bodem- een onroerende zaak. De gemeente verplicht
saneringskrediet kan men zich rechtstreeks tot zich hierbij om bepaalde voorzieningen te
de NIB wenden, mits dit geschiedt voordat met realiseren en de eigenaar verplicht zich bij te
de uitvoering van de sanering is begonnen. dragen in de kosten van die voorzieningen. Vaak
Enkele belangrijke voorwaarden zijn: een lukt het niet om met alle betrokkenen een
goedgekeurd saneringsplan; een op basis overeenkomst af te sluiten. De eigenaren die
daarvan opgesteld saneringsbestek; een geen overeenkomst hebben met de gemeente
verklaring van de overheid of een door de worden dan geconfronteerd met een aanslag
overheid aanvaarde deskundige waaruit blijkt baatbelasting. Er is dan sprake van
dat na afronding van de sanering de bedrijfs- kostenverhaal langs publiekrechtelijke weg. Het
voering niet tot nieuwe verontreiniging leidt; komt steeds vaker voor dat gemeenten direct
een recent afschrift uit het kadaster waaruit blijkt overgaan tot het instellen van een baatbelasting
dat met betrekking tot de terreinen geen en geen poging ondernemen om langs privaat-
saneringsbevel is ontvangen; de jaarstukken van rechtelijke weg tot overeenstemming te komen.
de onderneming met, voor zover beschikbaar, Een nadeel van de exploitatieverordening/
de daarbij behorende accountantsrapporten van baatbelasting is dat de implementatie juridisch
de laatste drie jaren. Na ontvangst van de moeilijk uitvoerbaar kan zijn. Bovendien is er
gegevens stelt de NIB een kredietonderzoek in, weinig tot geen sprake van samenwerking,
waarna bij een positieve beslissing een offerte terwijl samenwerking bij de in dit draaiboek
door de NIB wordt uitgebracht. centraal staande projecten een belangrijk item is.

Naast de beschreven subsidieregelingen bestaat Erfpacht


onder bepaalde voorwaarden de mogelijkheid Grond van een gerevitaliseerd bedrijventerrein
voor ondernemingen om een (fiscale) kan worden uitgegeven in erfpacht. Extra
kostenegalisatiereserve (KER) of voorziening ten opbrengsten kunnen worden gegenereerd door
laste van het resultaat te vormen voor de canon regelmatig te herzien en te laten
(toekomstige) milieukosten, in het bijzonder afhangen van de waarde-ontwikkeling van het
bodemsaneringskosten. onroerend goed op de locatie. Voor de overheid
kan deze werkwijze, gezien de voor investeringen
Landelijke subsidies - overig die gedaan moeten worden, overigens risicovol
Bij het ministerie van Economische Zaken kan zijn.
door gemeenten een beroep worden gedaan op
de Stimuleringsregeling Ruimte voor Gebiedsgericht inzetten van OZB
Economische Activiteit (StiREA). De regeling De door de bedrijven op een bedrijventerrein
biedt subsidie voor de aanleg van nieuwe opgebrachte onroerende zaak belasting (OZB)
bedrijventerreinen of voor het vernieuwen/ kan, in plaats van naar de algemene middelen,
revitaliseren van bestaande terreinen. In 1998 gestopt worden in een fonds voor de
was er ƒ 75.000.000,= beschikbaar. Gemeenten bekostiging van de revitalisering van het
kunnen hun aanvragen indienen bij de betreffende terrein. Eventueel wordt bedrijven
betreffende provincie, die vervolgens de de mogelijkheid tot inspraak in de besteding van
staatssecretaris van Economische Zaken de middelen geboden. Een belangrijk knelpunt is
adviseert. Nadere informatie is te verkrijgen bij het ontbrekende politieke draagvlak.
het ministerie van Economische Zaken en bij de
afdelingen Economische Zaken van de Aanschrijving
provincies. Bedrijven op een bedrijventerrein die niet

31
wensen mee te doen kunnen aangeschreven VVE is budgethouder en neemt besluiten over
worden om hun private ruimte op te knappen. bijvoorbeeld de revitalisering. De VVE
Als zij dit niet doen, doet de gemeente het op constructie kan positief van invloed zijn op de
kosten van het betreffende bedrijf. Aanschrijving samenwerking van partijen. Hier staat tegenover
wordt veelvuldig toegepast in de stads- dat de verplichting tot deelname als te dwang-
vernieuwing. Een nadeel is dat mogelijke matig opgevat kan worden. In ieder geval zijn
juridische procedures voor vertraging van het een duidelijk collectief belang en inzicht in
project zorgen. Bovendien is er geen sprake van kosten en baten noodzakelijk voor het boeken
samenwerking, terwijl samenwerking bij de in van succes.
dit draaiboek centraal staande projecten een
belangrijk item is. Risicodragende participatie
De gemeente neemt samen met private
Planafroming achteraf investeerders risicodragend deel in projecten.
Planafroming achteraf houdt in dat de gemeente De partijen richten hiervoor gezamenlijk een
alleen investeert onder voorwaarden die het privaatrechtelijke organisatie op. Verschillende
mogelijk maken na afloop van het ontwik- rechtsvormen zijn mogelijk (commanditaire
kelingsproject (excessieve) waardestijging af te vennootschap, besloten vennootschap,
romen. In een overeenkomst kan worden naamloze vennootschap, stichting). Elke vorm
vastgelegd dat een x-bedrag van de waarde- kent voor- en nadelen. Mogelijke privaat-
stijging van het onroerend goed terugvloeit in rechtelijke handelingen, aansprakelijkheid,
de gemeentekas. Nadelen van planafroming zijn toezicht, zeggenschap en beoogd rendement/
onder andere dat het moeilijker wordt om winstniveau van de partijen zijn belangrijke
private partijen voor samenwerking te elementen die bepalen welke rechtsvorm het
interesseren (private partijen zullen plan- meest aantrekkelijk is (maatwerk). In hulp-
afroming veelal als dwangmatig instrument middel 8 wordt hierop nog teruggekomen.
beschouwen) en dat het moeilijk kan zijn de
waardestijging daadwerkelijk aan te tonen. Achtergestelde lening
Een achtergestelde lening is een bijdrage van de
(Vrijwillige) bijdrage via bedrijvenvereniging gemeente aan een project (met of zonder
Bedrijven op een te revitaliseren terrein kunnen rendementseisen). Als het project slaagt krijgt
via de bedrijvenvereniging een financiële de gemeente het geld terug. Mislukt het project
bijdrage leveren aan het project. Bekende daarentegen, dan krijgt de gemeente het geld
voorbeelden zijn bedrijventerrein De Haven in niet terug. Inzicht in kosten en baten is dus zeer
Drachten (bijdrage bedrijven van 3,5 miljoen op belangrijk. Een achtergestelde lening kan
investering van 14 miljoen) en De Hoek in beschouwd worden als een vorm van
Hoofddorp (bijdrage bedrijven van twee ton op risicodragende participatie. De gemeente
een investering van 1,1 miljoen gulden). fungeert als het ware als bankier die private
partijen stimuleert om te investeren.
Profijtbeginsel
Het profijtbeginsel houdt in dat maatregelen die Privatiseren
volledig ten goede komen aan individuele Bij privatisering verleent een publieke partij
bedrijven bij de bedrijven in rekening gebracht (gemeente) mandaat aan private partijen om
worden (op basis van overleg of dwangmatig). geheel voor eigen rekening en risico (binnen
Een potentieel knelpunt is dat het aantonen van door de publieke partij vastgestelde
het profijt juridisch lastig is. Voorts kunnen bij randvoorwaarden) een locatie/bedrijventerrein
een dwangmatige inzet de samenwerking en te ontwikkelen. Dit biedt private investeerders
banden met bedrijven in de knel komen. maximale vrijheid bij de uitvoering van het
project en geeft uitzicht op maximale
Financiering via Vereniging van Eigenaren opbrengstmogelijkheden. Gezien het stellen van
Alle ondernemers op een bedrijventerrein en de randvoorwaarden door de gemeente is een
mogelijk ook de gemeente worden verplicht lid goede samenwerking tussen deze partij en de
van de VVE, coöperatie of een juridisch private investeerders van belang.
vergelijkbaar in de wet vastgelegd figuur. De

32
Intermezzo: speelruimte

Het kan van belang zijn om een inschatting te maken van de ruimte die het
onderhandelingsresultaat (gemeenschappelijke oplossing plus de bijdrage van de partijen
hieraan) nog laat en vooral van de risico’s die dit mogelijk met zich meebrengt. Zo kan een ruimer
onderhandelingsresultaat wellicht eerder op instemming van de betrokken partijen rekenen,
aangezien iedere partij kans ziet voor het naderhand aanbrengen van eigen accenten. Dit kan zich
echter ook tegen het project keren, indien blijkt dat het onderhandelingsresultaat multi-
interpretabel is.

5.2 Activiteit 3-B: de handelings- Het sluiten van een deal zal geschieden in één of
bereidheid van de partijen bepalen meerdere onderhandelingsronden, idealiter
voorgezeten door een neutrale derde. Over het
Hoewel BOSOM-projecten erop gericht zijn de voeren van onderhandelingen kan in algemene
kosten van het ontwikkelen van een gebied zin weinig worden gezegd. Wel over de
inclusief het saneren van verontreinigde voorwaarden die van belang zijn voor een goed
bodems zo laag mogelijk te laten zijn en deze verloop van de onderhandelingen. Deze
relatief lage kosten over zoveel mogelijk voorwaarden betreffen het structureren van de
kostendragers te spreiden, zal bijna altijd een besluitvorming en het bewaken van de
deel van de kosten van het project betaald spelregels (die zijn neergelegd in onder andere
moeten worden door de aan het open proces het startconvenant en/of de bij het start-
deelnemende partijen. Deze fase is in wezen convenant behorende projectopdracht en
gericht op het sluiten van een deal tussen de in beheersplannen). Beide aspecten dragen bij aan
het open proces betrokken partijen over de het behoud van een constructieve sfeer. Een
bijdrage die iedere partij aan het daadwerkelijk goede structurering vermindert de kans op
tot stand brengen van de gemeenschappelijk verwarring en irritatie bij de deelnemers en het
oplossing zal leveren. In de meeste gevallen zal corrigeren van overtreders van de afgesproken
deze bijdrage een financiële zijn. Daarnaast is spelregels bevordert het vertrouwen in het open
het denkbaar dat partijen bijdragen in de vorm proces. Hier ligt een essentiële taak voor de
van het inbrengen van know-how, materiële voorzitter van de onderhandelingsronden.
middelen en/of personeel.

Intermezzo: onderhandelen 1

Zorg voor een oplossings- en resultaatgerichte inkleding van de onderhandelingen vanuit het
probleem en plaats het onderhandelingsresultaat daarna als het ware ‘terug in de wettelijke
kaders’. Van juristen dient optimaal gebruik te worden gemaakt, dat wil zeggen gedurende de
onderhandelingen op de achtergrond en in de afronding van de onderhandelingen op de
voorgrond. Maak in de afrondingsfase ook optimaal gebruik van de diensten van de
landsadvocaat.

33
Intermezzo: onderhandelen 2

Grotendeels ontleend aan: Excellent onderhandelen; Fisher, Ury en Patton; Uitg. Contact, 1997.

Een wijze van onderhandelen waarop vele open samenwerkingsprocessen zijn gebaseerd is de
methode van het principieel onderhandelen, ontwikkeld aan de universiteit van Harvard.
Elementen uit deze methode zijn dan ook in het onderhavige draaiboek herkenbaar. Omdat de
methode ook specifiek bij activiteit 3-B gebruikt kan worden volgt hierna een korte beschrijving
van de methode.

De onderzoekers achter het Harvard-project betogen ten eerste dat de traditionele wijze van
onderhandelen – positioneel onderhandelen – veel nadelen heeft. Deze worden kort toegelicht.
✓ Onderhandelen over posities levert onverstandige overeenkomsten op
Als onderhandelaars argumenteren over posities, zijn ze geneigd zich vast te leggen op die
posities. Hoe meer je je positie duidelijk maakt en verdedigt tegen de aanval, des te meer leg je je
erop vast. Hoe meer je je best doet om de andere partij te overtuigen van de onmogelijkheid om
jouw openingspositie te veranderen, des te moeilijker wordt het om dat te doen. Hierdoor wordt
het minder aannemelijk dat de oorspronkelijke belangen van de partijen op een verstandige wijze
door een overeenkomst worden verenigd. Naarmate er meer aandacht wordt besteed aan
posities, wordt er minder aandacht besteed aan het verzoenen van de onderliggende motieven en
belangen van partijen. De kans op overeenstemming wordt geringer. De bereikte
overeenstemming zal vaak het gevolg zijn van een rekenkundige verdeling van het verschil tussen
de definitieve posities en niet van een oplossing die voldoet aan de belangen van partijen.
✓ Onderhandelen over posities is niet efficiënt
Bij het positioneel onderhandelen trachten de partijen de kans te vergroten dat er een voor hen
gunstige overeenkomst wordt bereikt door met een extreme positie te beginnen, daar koppig aan
vast te houden, elkaar te misleiden aangaande de ware opvattingen en door alleen kleine
concessies te doen als die nodig zijn om de onderhandelingen gaande te houden. Dit proces kost
veel tijd, geld en het risico dat er geen overeenkomst bereikt zal worden is reëel;
✓ Onderhandelen over posities brengt relaties in gevaar
Positioneel onderhandelen wordt veelal een prestigestrijd en/of veldslag. Als de ene partij merkt
dat hij bezwijkt voor de hardnekkige wil van de ander, terwijl zijn eigen legitieme belangen
genegeerd worden, zijn woede en onwil het gevolg. Zo schaadt positioneel onderhandelen de
relatie tussen partijen;
✓ Als er veel partijen zijn is positioneel onderhandelen nog moeilijker
Bij BOSOM-projecten zijn vaak vele partijen met uiteenlopende belangen betrokken. Positioneel
onderhandelen is in deze situaties vrijwel onmogelijk.

Aardig zijn helpt niet! Veel onderhandelaars erkennen de genoemde nadelen van het harde
positionele onderhandelen, met name ten aanzien van de partijen en hun relatie, en trachten deze
te compenseren door op zachte wijze positioneel te onderhandelen. Ze leggen niet de nadruk op
overwinning, maar op de noodzaak tot overeenstemming, hetgeen ze trachten te bereiken door
concessies, aanbiedingen, een vriendelijke opstelling, zo nodig toe te geven en confrontaties te
vermijden. Dat dit leidt tot eenzijdig verstandige besluiten (slechts voordelig voor degene die het
spel het hardst speelt) behoeft weinig toelichting.

Als vervanging van het hard of zacht positioneel onderhandelen is op Harvard een
onderhandelingsmethode ontwikkeld die gericht is op het efficiënt en vriendschappelijk bereiken
van verstandige resultaten: het principieel onderhandelen. De methode kent vier kernelementen:
1. Mensen Scheidt de mensen van het probleem. Ga niet elkaar, maar gezamenlijk het probleem
te lijf. Bouw aan persoonlijke relaties;
2. Belangen Een onderhandelingspositie versluiert vaak wat je eigenlijk wilt. Een compromis over
posities zal vrijwel nooit tegemoet komen aan je belangen. Concentreer je dus op
belangen, niet op posities. Onderzoek en bespreek gemeenschappelijke en eigen
belangen;
3. Keuzes Bij positioneel onderhandelen onderhandelt men veelal op basis van een reeds
gemaakte keuze, die niet per se optimaal is. Dit kan voorkomen worden met een
tijdspanne waarin vele mogelijke oplossingen bedacht worden die gezamenlijke
belangen bevorderen en strijdige belangen op een creatieve wijze verzoenen.
Ontwikkel opties in ieders belang en beslis later. Verrijk alvorens te verdelen;
4. Criteria Koppigheid kan in onderhandelingen lonen, maar eveneens leiden tot willekeurige
resultaten. Dit kan voorkomen worden door geen genoegen te nemen met
persoonlijke standpunten, maar aan te dringen op het gebruik van een redelijke norm
(marktwaarde, opinie deskundige, e.d.). Andersgezegd: praat ten aanzien van
belangentegenstellingen over wat redelijk is met behulp van objectieve criteria.

34
Samengevat:

Probleem Oplossing
Positioneel onderhandelen Principieel onderhandelen

Zacht Hard Principieel

Partijen zijn vrienden Partijen zijn vijanden Partijen zijn probleemoplossers


Doel is overeenstemming Doel is overwinning Doel is een verstandig resultaat,
efficiënt en vriendschappelijk
bereikt
Doe concessies om relatie in Eis concessies als voor- Scheid de mensen van het probleem
stand te houden waarde voor de relatie
Wees zacht t.o.v. mensen en Wees hard t.o.v. probleem Wees zacht t.o.v. mensen en hard
het probleem en mensen t.o.v. het probleem
Vertrouw anderen Wantrouw anderen Opereer onafhankelijk van je
vertrouwen
Verander makkelijk van positie Graaf je in op je positie Concentreer je op belangen en niet
op posities
Doe aanbiedingen Dreig Onderzoek belangen
Vertel tot hoever je wilt gaan Misleid de ander over Stel jezelf geen grenzen
hoever je wilt gaan
Accepteer eenzijdige verliezen Eis eenzijdige voordelen Creëer mogelijkheden in wederzijds
om het eens te worden als prijs voor over- belang
eenstemming
Zoek naar het ene antwoord: Zoek naar het ene antwoord: Ontwikkel verschillende opties om
het antwoord dat geaccepteerd dat wat jij zult accepteren uit te kiezen; beslissen komt later
zal worden
Dring aan op overeenstemming Dring aan op je positie Dring aan op objectieve criteria
probeer een wedstrijd te Probeer een wedstrijd Probeer een resultaat te bereiken
vermijden te winnen dat gebaseerd is op normen die
onafhankelijk zijn van de wil
Geef toe aan druk Oefen druk uit Argumenteer en sta open voor
argumenten; geef toe aan principe
en niet aan druk.

5.3 Activiteit 3-C: het vastleggen van bepalingen’ en ‘bijlagen’ wordt verwezen naar
de gemeenschappelijke oplossing paragraaf 3.3. Op het element ‘inhoud’ wordt
en de handelingsbereidheid van hieronder ingegaan, aangezien dit element
partijen in een uitvoerings- wezenlijk verschilt van het startconvenant. Een
convenant uitvoeringsconvenant is maatwerk, toegespitst
op de specifieke omstandigheden. Vandaar dat
De gemeenschappelijke oplossing, alsmede de er geen model-uitvoeringsconvenant
handelingsbereidheid van partijen om aan de gepresenteerd kan worden, maar wel elementen
totstandkoming ervan bij te dragen, worden die voor de inhoud van het
geformaliseerd in een door de partijen te uitvoeringsconvenant essentieel zijn.
ondertekenen uitvoeringsconvenant. Een
uitvoeringsconvenant bevat in wezen dezelfde In een uitvoeringsconvenant met betrekking tot
elementen als een startconvenant (benoeming een BOSOM-project dienen in ieder geval de
van de partijen; considerans; inhoud (de volgende elementen opgenomen te worden:
daadwerkelijke overeenkomst); overige a. het gebied en de locaties die gesaneerd
bepalingen en bijlagen), zij het dat het dienen te worden, waarop de afspraken
uitvoeringsconvenant uitgebreider zal zijn betrekking hebben. Vaak zal er een artikel
hetgeen gezien de vast te leggen afspraken ‘definities’ worden opgenomen in het
logisch is. Voor een bespreking van de uitvoeringsconvenant waarbij dit element
elementen ‘partijen’, ‘considerans’, ‘overige omschreven wordt. Voor meer informatie

35
wordt verwezen naar paragraaf 2.2 van dit bepaald dat het rijk op basis van de regeling
draaiboek; alleen kan (mede) financieren wanneer deze drie
b. de kwaliteitseisen die met betrekking tot de financieringsbronnen maximaal aangesproken
bodemsanering zijn overeengekomen. Bij het zijn.
detailleren van het programma van eisen
(activiteit 3-A) zijn deze kwaliteitseisen BOSOM-projecten zijn met name wat de
geformuleerd. Derhalve wordt voor meer bodemvervuilingscomponent betreft veelal
informatie verwezen naar paragraaf 5.1 van uiterst complex. Oude en recente vervuiling van
dit draaiboek; verschillende - veelal niet meer aanspreekbare -
c. de geraamde kosten van de bodemsanering. veroorzakers is gemengd aanwezig, er is
Hieraan zal eveneens bij het detailleren van het verwarring over de aansprakelijkheid en verhaal-
programma van eisen aandacht besteed zijn. baarheid, er is sprake van vaak veel ‘gevallen’ en
Derhalve wordt verwezen naar paragraaf 5.1; er is bijna altijd sprake van verwerving van
d. de financiële bijdrage van partijen, inclusief gronden en waardestijging als gevolg van het
de overheid. Hierop wordt hierna nader saneren.
ingegaan;
e. de wijze waarop en condities waaronder het Wanneer partijen een beroep doen op de Wbb
Wbb-aandeel voor de saneringskosten komen zij vanzelfsprekend in aanraking met het
beschikbaar wordt gesteld. Hierop wordt instrumentarium, dat per geval moet worden
hierna nader ingegaan; toegepast. Dit leidt gezien de in de voorgaande
f. de vormgeving en bekostiging van de alinea beschreven complexiteit tot zeer moei-
uitvoeringsorganisatie. Hierop wordt hierna zame trajecten en tot jarenlange procedures met
nader ingegaan; als gevolg dat BOSOM-projecten kunnen
g. evaluatie en monitoring. Hierop wordt hierna stagneren.
nader ingegaan.
De vraag die voorligt is of het wenselijk is dat bij
Ad. d: de financiële bijdrage van partijen, BOSOM-projecten het beroep op Wbb-
inclusief de overheid financiering wordt bemoeilijkt door de strikte
In paragraaf 5.2 is gesproken over het sluiten toepassing van het instrumentarium. Het
van een deal tussen de bij het BOSOM-project antwoord is neen. Enerzijds is het instrumen-
betrokken partijen voor wat betreft de tarium ontstaan in en afgestemd op het tijdperk,
(financiële) bijdrage die iedere partij aan het waarin 100% Wbb-financiering werd verlangd.
daadwerkelijk totstandbrengen van de Een strikt instrumentarium spreekt dan voor
gemeenschappelijke oplossing zal leveren. In de zich. Bij BOSOM-projecten echter, wordt vaak
meeste gevallen wordt hierbij gebruik gemaakt slechts voor een (gering) deel van de kosten
van een overeengekomen verdeelsleutel, aanspraak gemaakt op Wbb-gelden. Een strikte
bijvoorbeeld op basis van het grondoppervlak toepassing van het uitgebreide instrumentarium
dat partijen in bezit hebben. ligt dan eigenlijk minder voor de hand. De Wbb-
bijdrage is immers onvoldoende om de
Naast de middelen die ingebracht worden door saneringskosten te financieren. De incentive om
de betrokken partijen zelf, zullen zij - voor wat het instrumentarium toe te passen of om ‘slim’
betreft de bodemsaneringscomponent van het te verwerven ligt immers bij gemeente en
ontwikkelingsproject - mede-financiering willen ontwikkelaars in plaats van bij het ministerie van
vanuit de Wbb, met name wanneer de grond- VROM of de provincie. Daarnaast is het spijtig
exploitatie moeilijk of niet sluitend gemaakt kan dat stagnerende projecten, die door een relatief
worden. Bij mede-financiering vanuit de Wbb geringe Wbb-bijdrage vlotgetrokken kunnen
gaat het juridisch instrumentarium van de Wbb worden, blijvend stagneren. Kernconclusie is dat
een rol spelen. Bij BOSOM-projecten leidt dit tot de bijdrageregeling van de Wbb en het daarbij
problemen. Deze worden hierna aangestipt. behorende instrumentarium niet is afgestemd
Daarnaast wordt ingegaan op een mogelijke op ontwikkelingsprojecten waarvan
oplossingsrichting. bodemsanering een geïntegreerd onderdeel
uitmaakt (BOSOM-projecten). De vraag die nog
De voornaamste aspecten van het instrumen- open is luidt hoe deze afstemming gevonden
tarium die bij het beschikbaar stellen van Wbb- kan worden zonder het instrumentarium geheel
financiering een rol spelen zijn: de veroorzaker, terzijde te stellen. Op deze vraag word hierna
de (schuldige) eigenaar en ongerechtvaardigde ingegaan. Een mogelijke oplossingsrichting
verrijking. In de bijdrageregeling van de Wbb is wordt gepresenteerd.

36
Figuur 5.2: strategieën omgang Wbb-instrumentarium

1 2 3 4
Klassieke Afspraken per Generieke Co-financiering
werkwijze geval voor risico regeling
gemeente
Strikte toepassing Globale toe-
instrumentarium passing instru-
mentarium
I Klassiek II Nieuwe regeling
t.b.v. BOSOM

Een mogelijke oplossingsrichting om de Een mogelijke nieuwe regeling ten behoeve van
hiervoor beschreven problematiek aan te pakken BOSOM-projecten kent één uitvoeringsstrategie
is om het instrumentarium in verschillende (strategie 4), namelijk co-financiering:
situaties verschillend toe te passen. Wanneer er - Co-financiering moet worden gezien als een
bijvoorbeeld sprake is van 1 geval waarbij er een soort subsidieregeling, waarbij onder
zeer groot beroep op de Wbb wordt gedaan, is algemene voorwaarden een Wbb-bijdrage aan
het vanzelfsprekend dat het instrumentarium projecten wordt verstrekt.
strikt wordt toegepast. Wanneer er daarentegen
sprake is van een complex BOSOM-project Over de aard en de inhoud van deze algemene
waarbij de initiatiefnemers voor een relatief voorwaarden dient nog nader overleg plaats te
gering deel van de totale projectkosten vinden tussen het ministerie van VROM en de
aanspraak maken op de Wbb, kan het Landsadvocaat. Voorlopig dient met maatwerk
instrumentarium globaal (naar de geest van de een regeling te worden getroffen, geënt op één
Wbb) worden toegepast. van de genoemde strategieën, die in het
uitvoeringsconvenant moet worden vastgelegd.
Uitgegaan kan worden van de volgende
tweedeling in de klassieke benadering enerzijds Ad. e: de wijze waarop en condities waaronder
en de nieuwe benadering ten behoeve van het Wbb-aandeel voor de saneringskosten
BOSOM-projecten anderzijds. beschikbaar wordt gesteld
Wanneer Wbb-middelen beschikbaar worden
De klassieke benadering kent drie uitvoerings- gesteld zijn er zijn in principe twee manieren
strategieën: waarop dit vormgegeven kan worden:
- Strategie 1 betreft de klassieke werkwijze. Dit 1. financiering op basis van een
betekent een strikte toepassing van het programmatische aanpak;
instrumentarium (vgl. werkwijze Vinex OP- 2. een lump-sum bijdrage.
teams), voorafgaand aan de inzet van Wbb
middelen per individueel geval. Uiteraard komen ook mengvormen van deze
- Strategie 2 houdt in dat er, op basis van twee (uiterste) manieren voor.
onderzoek en taxatie, vooraf afspraken
worden gemaakt per individueel geval Bij financiering op basis van een program-
(bijvoorbeeld over de hoogte van het bedrag matische aanpak zijn in principe alle financiële
dat verrekend moet worden) voor rekening en voorwaarden ingevolgde de Leidraad
risico van de gemeente. Bodemsanering, inclusief het juridisch
- Strategie 3 houdt een generieke regeling in, instrumentarium, van toepassing. In het
die in de plaats komt van beoordeling per uitvoeringsconvenant dient hiermee rekening te
geval. Een generieke regeling moet gebaseerd worden gehouden.
zijn op een representatief aantal locaties in
een bepaald gebied (bijvoorbeeld een Bij een lump-sum bijdrage wordt een bedrag
glastuinbouwgebied, een landinrichtings- ineens beschikbaar gesteld, zijnde een bepaald
gebied of een VINEX-locatie). Op grond van percentage van de saneringskosten. Het overige
een steekproef wordt het gemiddelde bedrag deel van de saneringskosten komt voor rekening
bepaald dat per locatie moet worden van de bij het BOSOM-project betrokken partijen,
verrekend. evenals eventuele financiële risico’s bij de
uitvoering.

37
Ad. f: de vormgeving en bekostiging van de uitvoeringsorganisatie faciliteert en zorgt voor
uitvoeringsorganisatie co-financiering vanuit de centrale middelen.
De uitvoeringsorganisatie vormt een belangrijk Bij dit alternatief behoort financiering op basis
onderdeel van het uitvoeringsconvenant. Hierna van een programmatische aanpak;
volgt een overzicht van varianten en 2. de bodemsaneringsprojecten worden onder
aandachtspunten voor de vormgeving van de verantwoordelijkheid van de
uitvoeringsorganisatie, waarbij aandacht wordt uitvoeringsorganisatie uitgevoerd. De
besteed aan het aspect kosten. eigendom van de terreinen blijft bij derden
berusten. Deze zijn ook verantwoordelijk voor
Ten behoeve van de uitvoering (en mogelijk de de verdere ontwikkeling van de locaties. Bij dit
nazorg) van het uitvoeringsconvenant, zal een alternatief behoort financiering op basis van
uitvoeringsorganisatie moeten worden een programmatische aanpak;
opgericht. Verschillende varianten staan daartoe 3. de uitvoeringsorganisatie neemt de eigendom
ter beschikking en bij de keuze voor een variant van de terreinen over en verzorgt (voor eigen
zijn verschillende aandachtspunten van belang. rekening en risico) de bodemsanering, het
De vraag welke organisatievorm in een bepaalde bouw- en woonrijp maken en zonodig de
situatie het meest geschikt is, is afhankelijk van verdere ontwikkeling. Bij dit alternatief
de specifieke omstandigheden en ook van de behoort lump-sum financiering;
voorkeuren van de betrokken partijen. Er is dus 4. samengestelde uitvoeringsorganisaties met
niet een ‘beste’ organisatievorm. een mix van (1), (2) en/of (3).
Achtereenvolgens wordt hierna ingegaan op de
vormgeving in relatie tot de functies en taken Van deze structuren zijn inmiddels voorbeelden
van de uitvoeringsorganisatie en op de bekend, waarbij sprake is van medefinanciering
bestuurlijk-juridische vormgeving. In de tekst die vanuit de Wbb. Een voorbeeld van (1) is de
volgt wordt meestal gesproken over de (beoogde) stuurgroep & centrale
uitvoeringsorganisatie ten behoeve van de projectorganisatie Hollandsche IJssel. De
uitvoering van bodemsaneringsprojecten. Stichting Bodemsanering NS is een voorbeeld
Uiteraard kan hier ook het enkelvoud van (2). De publiek-private samenwerking (PPS)
‘bodemsaneringsproject’ gelezen worden. Centraal Stadsgebied Amersfoort is een
voorbeeld van (3). Zoals uit deze voorbeelden
Vormgeving in relatie tot functies en blijkt wordt de structuur van (1) naar (3) steeds
taken uitvoeringsorganisatie zelfstandiger en neemt ook het (aan de
De vormgeving van de uitvoeringsorganisatie uitvoeringsorganisatie) overgedragen risico toe.
vloeit voort uit de functies en taken die deze Een type uitvoeringsorganisatie volgens
organisatie moet gaan vervullen. Een belangrijk mogelijkheid (4) is denkbaar als er verschillende
eerste aandachtspunt in dit verband is de vraag typen projecten/locaties zijn die om een
hoe de uitvoeringsorganisatie zich tot de lokale verschillende benadering vragen. In figuur 5.3 is
bodemsaneringsprojecten zal gaan verhouden dit schematisch in beeld gebracht.
en de wijze van financieren (al dan niet risico-
dragend). Er zijn diverse mogelijkheden zoals:
1. de bodemsaneringsprojecten worden onder
verantwoordelijkheid van en door (lokale)
initiatiefnemers uitgevoerd. De centrale

38
Figuur 5.3: matrix organisatievormen uitvoeringsorganisatie

Min <— verzelfstandiging —> Max

formeel/veel risico <— Formalisering/risico —> informeel/weinig risico Geen zelfstandige Zelfstandige zelfstandige
structuur Facilitaire uitvoerende
Structuur structuur

• Gentlemen’s • Stuurgroepmodel
• agreement t.b.v. • met zelfstandige
informeel • masterplan • (facilitaire) project- n.v.t.
netwerk • Stuurgroepmodel • organisatie
• met matrix project-
• organisatie

• Start- en uitvoe- • Start- en uitvoe- • Start- en uitvoe-


raamovereenkomst • ringsconvenant • ringsconvenant • ringsconvenant
(inspannings- • met stuurgroep en • met facilitaire • met rechts-
verplichting) met zelf- • matrix project- • intermediaire • persoon als
standige deelontwikkeling • organisatie • organisatie • intermediair t.b.v.
& exploitatie. • bestuurlijke
• aansturing en/of
• facilitering en/of
• financiering

samenwerkings- • risicodragende
overeenkomst • uitvoeringsorga-
(resultaatsverplichting) n.v.t. n.v.t. • nisatie bijv.
integrale ontwikkeling & • consortium, in de
exploitatie • vorm van een
• vennootschap

Zoals uit figuur 5.3 blijkt, variëren de rekening en risico de integrale ontwikkeling en
organisatorische constructies van informele exploitatie realiseren. In figuur 5.4 zijn enkele
netwerken van samenwerkende partijen voorbeelden van bestaande of geplande
(linksboven) tot geheel verzelfstandigde organisatievormen gegeven. Zoals vermeld
rechtspersonen (rechtsonder) die voor eigen kunnen daarbij ook mengvormen voorkomen.

39
Figuur 5.4: voorbeelden bestaande/geplande uitvoeringsorganisaties

Min <— verzelfstandiging —> Max

formeel/veel risico <— Formalisering/risico —> informeel/weinig risico Geen zelfstandige Zelfstandige zelfstandige
structuur Facilitaire uitvoerende
Structuur structuur

informeel Initiatiefgroepen
netwerk voorbereidingsfase n.v.t.
• BSB

raamovereenkomst • Den Haag/Petroleum • Gasfabrieken • SBNS


(inspannings- • Haven • Noord Brabant • VINEX/Wageningen
verplichting) met zelf- • SUBAT
standige deelontwikkeling • • Gasfabrieken • Steendijkpolder/ Z-H
& exploitatie. • Gelderland • Arnhem/’t Broek

samenwerkings- • CSG/Amersfoort
overeenkomst • IJsseloord II/Arnhem
(resultaatsverplichting) • Vathorst/Amersfoort
integrale ontwikkeling & • Tomadoterrein/Z-H
exploitatie

Als toelichting op figuur 5.4 kan het volgende werken als het project en het te realiseren
dienen. In het algemeen kan gesteld worden dat product eenduidig is en een relatief beperkt
samenwerkingsinitiatieven veelal starten met aantal functies heeft. In zo’n situatie is ook de
een organisatievorm linksboven in de figuur. mogelijkheid beperkt dat de opvattingen en
Zeker bij grootschalige en complexe projecten belangen van de deelnemende partijen in de
(zowel qua ontwikkeling als qua bodem- loop van het project gaan botsen. Een voorbeeld
sanering) verdient een dergelijke ‘open proces’ van zo’n project is een kantorenpark op een
benadering, zoals overigens ook beschreven in locatie (bijv. Pettelaarpark, Den Bosch).
de voorgaande hoofdstukken van dit draaiboek,
de voorkeur. Zodra initiatieven eenmaal in de Als een project complexer is, zoals bij de
uitvoeringsfase komen, bieden een informele herontwikkeling van een binnenstedelijk gebied
netwerkstructuur en het werken op basis van (bijvoorbeeld Den Haag, nieuw centrum) is een
een gentlemen’s agreement in het algemeen te consortium minder geschikt. Dergelijke
weinig zekerheid en ook te weinig beheersing projecten kennen teveel onzekerheden en zijn
van het project. Er ontstaat behoefte aan een ook teveel onderhevig aan politieke invloeden
verdere formalisering en verzelfstandiging om ze geheel aan een zelfstandige uitvoerings-
teneinde enerzijds risico’s adequaat te kunnen organisatie over te dragen. De oplossing bij
afdekken en anderzijds doelmatig te kunnen dergelijke complexe projecten kan gevonden
werken. Ook kan een formalisering van de worden in een gelaagde of samengestelde
structuur nodig zijn om centrale financiële organisatiestructuur. Voor de verschillende
middelen te kunnen kanaliseren. De optimale schaalniveaus binnen het project kunnen de
organisatievorm verschuift meer in de richting meest geëigende organisatievormen (in onder-
van de rechteronderhoek van de matrix. De linge samenhang) worden gekozen. Het project
‘zwaarste’ organisatievorm is de zelfstandige als geheel kan bijvoorbeeld op basis van een
rechtspersoon die de integrale ontwikkeling en raamovereenkomst met een facilitaire structuur
exploitatie voor eigen rekening en risico uitvoert worden uitgevoerd. Op een lager schaalniveau
(bijv. in de vorm van een consortium). De kunnen specifieke projectonderdelen, die
initiatiefnemers kunnen hun risico beheersen eenduidig definieerbaar zijn, echter verder
door in meerdere of mindere mate in een worden verzelfstandigd, al dan niet in
dergelijke rechtspersoon (risicodragend) te samenwerking met marktpartijen (bijvoorbeeld
participeren. Een dergelijk organisatie kan goed in de vorm van een PPS-constructie).

40
De initiatiefnemers dienen een keuze te maken Figuur 5.5: lichtste vorm bestuurlijk-juridische
wat betreft hoever zij bij de formalisering/ vormgeving
verzelfstandiging van de uitvoeringsorganisatie
willen gaan. Wellicht ten overvloede zijn hierbij Convenantspartijen
twee kanttekeningen te maken:
- de organisatie kan zich in de loop van de tijd
Stuurgroep
verder ontwikkelen of kan worden aangepast
rapportage sturing
aan de fase waarin de operatie zich bevindt.
Zo kan bijvoorbeeld aan verschillende Projectorganisatie
organisaties worden gedacht voor de faciliteren/coördineren
bodemsanering enerzijds en voor de nazorg Projecten
anderzijds;
- de organisatie hoeft, bij multi-projecten, niet
voor iedere locatie eenzelfde rol te vervullen.
Wat betreft multi-projecten komen vaak grote De projectorganisatie kan variëren van een lichte
verschillen voor in de omvang van de matrixstructuur waarbij gebruik wordt gemaakt
bodemsaneringskosten. Tevens verschilt de van de capaciteit van de partners tot een
ervaring die lokaal betrokken partijen met zelfstandige projectorganisatie die alle
bodemsanering hebben. Dit kan tot deskundigheid en capaciteit zelf in huis heeft.
uitdrukking komen in de functies en taken van
de uitvoeringsorganisatie ten behoeve van de Is dit laatste het geval en is bovendien aparte
verschillende locaties. fondsvorming nodig, dan ontstaat al snel de
behoefte aan een verdere formalisering van de
Bestuurlijk-juridische vormgeving structuur. Dit kan via een publiekrechtelijke
Voor de bestuurlijk-juridische vormgeving van structuur in de vorm van een gemeen-
de meeste uitvoeringsorganisatie zijn de schappelijke regeling op basis van de WGR (zie
volgende niveaus van belang figuur 5.6).
1. de individuele partners (bestuurlijk);
2. het bestuurlijk samenwerkingsorgaan; Figuur 5.6: bestuurlijk-juridische vormgeving via
3. het uitvoerend samenwerkingsorgaan; en een gemeenschappelijke regeling op basis van
4. het uitvoeringsproject / de de WGR.
uitvoeringsprojecten.

Vanuit bestuurlijk oogpunt is van belang hoe de Convenantspartijen


verhoudingen tussen deze niveaus zijn geregeld
of andersgezegd hoe de verantwoordelijkheden Gemeenschappelijke regeling
en bevoegdheden zijn verdeeld.
uitvoerend fonds
bureau
De lichtste bestuurlijk-juridische vorm van de
uitvoeringsorganisatie is die waarbij de partners
geen verantwoordelijkheden en bevoegdheden ondersteuning van c.q.
overdragen en zelf verantwoordelijk blijven voor deelneming in projecten
het initiëren en uitvoeren van de
uitvoeringsprojecten. Alleen de
gemeenschappelijke elementen worden via een
facilitaire uitvoeringsorganisatie geregeld. Via Door de uitvoeringsorganisatie in een NV/BV
een gezamenlijk bestuurlijk orgaan wordt onder te brengen wordt de afstand tussen
zorggedragen voor bestuurlijk afstemming en bestuurlijk platform en uitvoeringsprojecten
sturing van het project. Een gemeenschappelijk vergroot. Deze structuur werkt beter als de
centraal uitvoeringsorgaan heeft coördinerende uitvoeringsorganisatie zakelijk en flexibel moet
en faciliterende taken. Deze structuur kan kunnen handelen. Daardoor neemt de greep van
worden vormgegeven door middel van een het openbaar bestuur op de uitvoering echter
stuurgroep met een projectorganisatie (zie wel af (terwijl het als aandeelhouder/
figuur 5.5). commissaris veelal wel verantwoordelijk blijft).

41
Een nog grotere afstand wordt gecreëerd indien, In figuur 5.8 is de NV vervallen. De stichting
in plaats van de publiekrechtelijke treedt nu zelf op als uitvoeringsorganisatie. Dit
gemeenschappelijke regeling, voor een is zeker geen bezwaar als de stichting vooral
privaatrechtelijke rechtspersoon in de vorm van ondersteunende en coördinerende taken vervult.
bijvoorbeeld een stichting wordt gekozen (zie Het fonds is in bovenstaand voorbeeld
figuur 5.7). ondergebracht bij de stichting. Dit kan echter
ook een aparte rechtspersoon zijn.
Figuur 5.7: bestuurlijk-juridische vormgeving via
een privaatrechtelijke rechtspersoon Bij de vormgeving van dit soort constructies
kunnen ook de fiscale aspecten (BTW/Vpb) een
belangrijke rol spelen. Tevens kunnen de
Convenantspartijen
Europese aanbestedingsregels van belang zijn.

Bestuur stichting Indien de uitvoeringsorganisatie ook zelf voor


100% eigen rekening en risico in uitvoeringsprojecten
NV uitvoeringsorganisatie/fonds gaat participeren kan ook gekozen worden voor
directe participatie in daartoe op te richten
vennootschappen hetzij in NV/BV-vorm, hetzij in
ondersteuning/deelname de vorm van een VOF of een commanditaire
uitvoeringsprojecten
vennootschap. Deze constructies worden ook
veel bij publiek-private samenwerking (PPS)
toegepast.
De afstand wordt nog groter indien wordt
gekozen voor een stichting volgens het Raad Ad. g: evaluatie en monitoring
van Toezicht-model (RvT-model) in plaats van In het uitvoeringsconvenant dienen afspraken
voor een gewone stichting. Het bestuurlijk gemaakt te worden over de wijze waarop de
platform heeft dan geen rechtspersoonlijkheid daadwerkelijke realisatie ervan geëvalueerd en
(bijv. een stuurgroep of commissie). Het gemonitord zal worden. Het gaat hierbij niet
benoemt (uit haar midden) de leden van de alleen om de vraag of geplande activiteiten
Raad van Toezicht. Bij het RvT-model vormt de daadwerkelijk worden uitgevoerd, maar ook om
directie tevens het bestuur. De Raad van de vraag naar de kwaliteit van de activiteiten en
Toezicht treedt op als ‘Raad van naar het uiteindelijk al dan niet bereiken van de
Commissarissen’. De bevoegdheden van de gestelde doelen en het in het begin
directie kunnen worden beperkt door de gedefinieerde eindresultaat. Wat betreft de
zogenaamde statutaire goedkeuringsbesluiten. financiering zal in geval van een
Schematisch is het RvT-model weergegeven in programmatische aanpak van het project de
figuur 5.8. monitoring betrekking dienen te hebben op
zowel de kwaliteit als de inzet van financiële
Figuur 5.8: bestuurlijk-juridische vormgeving middelen, terwijl bij een lump-sum benadering
conform RvT-model het accent ligt op de kwaliteitstoets en het
tijdschema.

Convenantspartijen

Bestuurlijk platform

Raad v. Toezicht

Uitvoeringsorganisatie
(bijv. Stichting)
faciliteren/medefinancieren
Fonds
Uitvoeringsproject

42
Intermezzo: consequenties uitvoeringsconvenant

Voordat de partijen het uitvoeringsconvenant ondertekenen kan het van belang zijn om de
consequenties van dit convenant voor iedere partij duidelijk op een rij te zetten (wat is winst en
wat is verlies?). Vaak zal dit zich voor zich spreken, maar soms ook niet. Waar dit niet zo is dient
de voorzitter van de onderhandelingsronden deze taak op zich te nemen. Op deze wijze kan
voorkomen worden dat in een later stadium partijen voor verrassingen komen te staan, hetgeen
alsnog - ook al is er een convenant getekend - weerstand op kan leveren die de uitvoering
vertraagt.

Intermezzo: belemmeringen elders

Het is van belang om na te gaan of en waar door derden nog blokkades opgeworpen kunnen
worden. Indien bijvoorbeeld een in een eerder stadium bij het project betrokken partij is
afgehaakt, omdat deze zich niet met de gang van zaken kon verenigen, is de kans groot dat in een
later stadium alsnog naar een oplossing moet worden gezocht.

Intermezzo: intern draagvlak

In principe een voor de hand liggend punt betreft de vraag of er binnen de eigen organisatie van
de bij het proces betrokken partijen draagvlak is voor het onderhandelingsresultaat. Uiteraard
dient ook in eerdere stadia hierop gelet te worden, maar het kan voorkomen dat laat in het proces
de besluitvorming onder druk van bijvoorbeeld een deadline in een stroomversnelling geraakt,
waardoor de interne afstemming van de diverse partijen in de knel komt.

Intermezzo: gezamenlijk succes

Maak een gezamenlijk bereikt onderhandelingsresultaat ook tot een gezamenlijk succes, zodat de
bijdrage van iedere afzonderlijke partij gehonoreerd wordt. Partijen zullen zodoende uit een
bepaald commitment willen bijdragen aan het uitgevoerd krijgen van het onderhandelings-
resultaat. Tevens wordt het vertrouwen tussen partijen verstevigd: zij hebben samen iets bereikt.

43
44
6 Uitvoering, evaluatie en monitoring (fase 4)

Figuur 6.1: de plaats van uitvoering, evaluatie en monitoring in het BOSOM-project

Fasering 0 1 2 3 4
Initiatieffase Gem. orient. Gem. beeldv. Gem. oploss. Uitvoering

Activiteiten A A A A A
B B B B B
C C C C C

Wanneer de onderhandelingen zijn afgerond 6.1 Doorlichting uitvoeringspraktijk


verdient het aanbeveling zo spoedig mogelijk
over te gaan tot uitvoering van de gemaakte Ten behoeve van de doorlichting van de
afspraken. Een soepele overgang van uitvoeringspraktijk zijn de bevoegde gezagen,
onderhandelingsproces naar uitvoering kan alsmede een vijftiental projectontwikkelaars
alleen worden gerealiseerd, wanneer in de gericht benaderd (vragenlijsten zijn opgenomen
gemeenschappelijk oplossingsfase voldoende in bijlage 2). Hierna worden de belangrijkste
aandacht is geschonken aan beschikbaarheid resultaten samengevat. Belangrijke
van middelen (geld, know-how, menskracht) om leerervaringen uit de uitvoeringspraktijk zijn in
de gemaakte afspraken in activiteiten om te het onderhavige draaiboek reeds verwerkt.
zetten. Met andere woorden: het uitvoerings-
convenant en vooral ook het detailontwerp en Vrijwel alle projectontwikkelaars geven aan bij
bestek alsmede de voor de uitvoering hun werkzaamheden op het gebied van
opgestelde beheersplannen voor de beheersing projectontwikkeling regelmatig op een
van tijd, geld, kwaliteit, informatie en organisatie bodemprobleem te stuiten. Afhankelijk van de
dienen aan duidelijkheid niets te wensen over te schaalgrootte waarop projecten worden
laten. ontwikkeld varieert het percentage.
Projectontwikkelaars die zich vooral met de
De uitvoeringsfase van BOSOM-projecten relatief kleinere projecten bezighouden geven
verschilt niet van de uitvoering van projecten in aan bij 25 tot 30% van de projecten op
het algemeen. Derhalve worden in dit draaiboek bodemverontreiniging te stuiten. Bij de
geen tips en handreikingen opgenomen met ondernemingen die relatief veel wat grotere
betrekking tot de daadwerkelijke uitvoering van projecten aanvatten kan dit oplopen tot 50%.
BOSOM-projecten.
Aan zowel de projectontwikkelaars als ook de
Natuurlijk bevatten BOSOM-projecten wel bevoegde gezagen is gevraagd of zij de nieuwe
innovatieve aspecten, die van invloed kunnen aanpak voor bodemsanering (kortgezegd:
zijn op de voorbereiding en uitvoering van het bodemsanering integreren in een
project. Teneinde hiervan een beeld te krijgen is ontwikkelingstraject (BOSOM-aanpak)), zoals
een beknopte doorlichting van de uitvoerings- beschreven in dit draaiboek, herkennen en in de
praktijk uitgevoerd. De bevoegde gezagen Wbb, praktijk tegenkomen. Iedereen heeft deze vraag
alsmede een vijftiental projectontwikkelaars zijn bevestigend beantwoord en is ook in de praktijk
daartoe met behulp van een vragenlijst gericht wel eens betrokken geweest bij een dergelijk
benaderd. Deze vragenlijsten zijn opgenomen in project.
bijlage 2. In paragraaf 6.1 wordt van de
doorlichting van de uitvoeringspraktijk verslag Een volgende vraag betrof voorbeeldprojecten
gedaan, waarna in paragraaf 6.2 enkele waarin op een nieuwe manier met
conclusies worden getrokken. Paragraaf 6.1 en bodemverontreiniging is omgegaan en met
6.2 volgen de structuur van de in bijlage 2 name projecten waarbij (1) de overheid een
opgenomen vragenlijsten. private partij voor samenwerking uitnodigde of
(2) een private partij een overheid voor

45
samenwerking uitnodigde. In de praktijk blijkt de In kader 6.1 zijn de projecten die bij de
eerste categorie projecten het meest voor te inventarisatie van de uitvoeringspraktijk in meer
komen (verhouding (1) : (2) ( 80 : 20). of mindere mate zijn geanalyseerd opgenomen.

Kader 6.1: voorbeeldprojecten

INITIATIEFFASE
Projectnaam Gesitueerd in
Tomadoterrein Zuid-Holland
Schelluinsestraat Gorinchem
Koudekerkeweg Tegelen
Waalbanddijk Nijmegen
Industrieweg Winterswijk
Waterfront Harderwijk
Textielreinigingsbranche (branchegericht) Geheel Nederland
Drachtstervaart Smallingerland
Zuidelijke Spoorzone Hengelo
Bergweide Deventer
Kanaalzone Apeldoorn
Kromhoutkazerne Utrecht
Van Gend en Loos terrein Leiden
Stadswerven Vlissingen
Diverse VINEX-projecten Geheel Nederland
GEMEENSCHAPPELIJKE ORIENTATIEFASE
Projectnaam Gesitueerd in
Petroleumhaven (pilot) Den Haag
Gasfabrieksterreinen Gelderland (pilot) Gelderland
De Klinker Kapelle
Diverse VINEX-projecten Geheel Nederland
GEMEENSCHAPPELIJKE BEELDVORMINGSFASE
Projectnaam Gesitueerd in
Industrieterrein ’t Broek (pilot) Arnhem
Rivierzone Vlaardingen
Raaks Haarlem
Diverse VINEX-projecten Geheel Nederland
GEMEENSCHAPPELIJKE OPLOSSINGSFASE
Projectnaam Gesitueerd in
Plevierstraat/Kwartellaan Maassluis
Nolleweg Alkmaar
Gasfabrieksterreinen Zeeland Zeeland
Stationstraat Hulst
De Verademing Den Haag
Vosdonk Etten-Leur
Landinrichting Krimpenerwaard Krimpenerwaard
Champignonteelt Bommelerwaard Bommelerwaard
Project Hollandsche IJssel Tussen Gouda en Krimpen
Diverse VINEX-projecten Geheel Nederland
UITVOERING, EVALUATIE EN MONITORING
Projectnaam Gesitueerd in
De Omval Amsterdam
Steendijkpolder Zuid-Holland
Centraal Stads Gebied (CSG) Amersfoort
Billiton Arnhem
IJsseloord Arnhem
CiBoGa Groningen
Veluvine Nunspeet
SSG (branchegericht – gasfabrieksterreinen) Noord-Brabant
SBNS (branchegericht – spoorweglocaties) Geheel Nederland
SUBAT (branchegericht – tankstations) Geheel Nederland
Diverse VINEX-projecten Geheel Nederland

46
Om een koppeling met het onderhavige door (financiële) deelname in het project op een
draaiboek te maken en om te tonen in welk efficiënte wijze van hun probleem verlost te
stadium een project zich bevindt, zijn de fasen worden. Anderzijds betreft het potentiële
uit het draaiboek in kader 6.1 verwerkt. Hierna investeerders (zoals projectontwikkelaars) die
wordt in algemene termen ingegaan op gevraagd worden voor mede-financiering
voorname aspecten die bij de inventarisatie naar (investeringen) en/of het beperken van risico’s.
voren gekomen zijn, te weten: Soms nodigen private partijen ook de overheid
- problemen die zich in de praktijk voordoen en uit voor samenwerking teneinde toegang te
waarbij de BOSOM-aanpak uitkomst kan krijgen tot subsidiemogelijkheden (bijvoorbeeld
bieden; de Wbb). Een tweede belangrijke reden voor
- belangrijke redenen voor samenwerking samenwerking is de inbreng van specifieke
tussen partijen; know-how. Ook de inbreng van materiële
- succesvol gebleken oplossingsrichtingen; middelen is soms een overweging voor
- problemen bij en belemmeringen voor de samenwerking.
BOSOM-aanpak;
- organisatorische aspecten van projecten; Succesvolle oplossingsrichtingen
- do’s (slaagfactoren) en dont’s (faalfactoren); Onder oplossingsrichtingen worden verstaan
- behoeften aan flankerend beleid. mogelijkheden om de kosten van het saneren te
reduceren en mogelijkheden om de kosten over
Voor een veralgemenisering van de resultaten is meerdere en nieuwe kostendragers te spreiden.
gekozen, omdat de opdrachtgevers van het
BOSOM-pilotprogramma hechten aan het Wat betreft het reduceren van de sanerings-
ontwikkelen van een algemeen kader om de kosten blijkt uit de inventarisatie dat de in hoofd-
BOSOM-werkwijze repeterend te maken. stuk 5 van dit draaiboek opgenomen mogelijk-
heden (functiegericht saneren, clusteraanpak,
Problemen waarvoor de BOSOM-aanpak efficiënt omgaan met grondstromen en het
uitkomst kan bieden verwerken van vrijgekomen grond, toepassen
De inventarisatie toont dat de BOSOM-aanpak innovatieve saneringstechnieken, optimaal
veelal toegepast wordt bij complexe projecten, benutten actief bodembeheer onder andere ten
waarbij de complexiteit verschillende gezichten behoeve van hergebruik grond binnen gebied,
kan hebben. In de eerste plaats is er meestal integraal saneren, bouwrijpmaken en bouwen)
sprake van een ernstige bodemverontreiniging, veelvuldig worden toegepast. Andere
waarbij verschillende soorten verontreiniging mogelijkheden zijn niet gemeld.
(qua aanwezige stoffen en qua ouderdom
hetgeen juridische consequenties kan hebben) Wat betreft het spreiden van de kosten over
gemengd aanwezig zijn. In de tweede plaats is meerdere en nieuwe kostendragers het
de actor-constellatie veelal complex. Niet volgende. Uit de inventarisatie blijkt dat er bij de
precies duidelijk is bijvoorbeeld welke partijen meeste projecten tot nu toe een deal gesloten
de verontreiniging veroorzaakt hebben en daar wordt tussen belanghebbende betrokken
waar dit wel evident is kunnen ze in veel partijen met betrekking tot de financiële bijdrage
gevallen niet meer aangesproken worden. Een die elke partij afzonderlijk levert. De
laatste probleem dat genoemd kan worden instrumenten c.q. kostendragers die zijn
betreft de kosten van de bodemverontreiniging genoemd in hoofdstuk 5 van dit draaiboek
en het hiermee samenhangende komen in de praktijk tot nu toe slechts
exploitatietekort dat voorzien wordt. Alleen een sporadisch voor. De bij deals afgesproken
nieuwe innovatieve werkwijze, zoals de BOSOM- financiële bijdragen hebben wat betreft de
aanpak, is geschikt om het exploitatietekort dat overheidspartijen meestal betrekking op
voorzien wordt weg te werken. subsidies (waaronder bijdragen in het kader van
bijvoorbeeld Stadsontwikkeling en de Wbb).
Redenen voor samenwerking Opvallend is dat de Wbb-bijdrage gemiddeld
De reden die zowel door projectontwikkelaars rond de 30% ligt. Probleembezitters
als bevoegde gezagen het vaakst genoemd (veroorzakers/eigenaren) betalen veelal een
wordt voor samenwerking is verbreding van het afkoopsom. Daarnaast komt het regelmatig voor
financieel draagvlak. Overheden nodigen private dat zij tevens bijdragen in de vorm van
partijen uit voor medefinanciering. Het betreft investeringen in de herontwikkeling van het
enerzijds probleembezitters (veroorzakers/ gebied. Private partijen als projectontwikkelaars
eigenaren) die de mogelijkheid wordt geboden participeren en investeren risicodragend. Zij zien

47
bodemverontreiniging als een normale Do’s en dont’s
kostenpost bij projectontwikkeling en proberen De inventarisatie heeft diverse uiteenlopende
deze hoofdzakelijk te compenseren met de slaag- en faalfactoren opgeleverd. Een
opbrengsten van het project. samenvattend overzicht van do’s en dont’s
uitgesplitst naar organisatie, financiering en
Problemen bij en belemmeringen voor de externe factoren is opgenomen in paragraaf 6.2.
BOSOM-aanpak
Het op een nieuwe wijze aanpakken van Flankerend beleid
bodemverontreiniging vergt een andere Wat betreft het flankerend beleid heeft de
opstelling van partijen. De noodzakelijke inventarisatie twee opvallende zaken
samenwerking vereist een goed contact en opgeleverd. In de eerste plaats wordt gesteld dat
vertrouwen. In de praktijk blijken gebrekkige het recent vernieuwde overheidsbeleid op het
contacten tussen partijen in het verleden een gebied van de bodem voor langere tijd
belemmering te kunnen vormen bij de aanpak gehandhaafd dient te blijven. Daarbij wordt erop
van BOSOM-projecten. gewezen dat de koerswijziging snel wettelijk
verankerd dient te worden, omdat in de
Een ander organisatorische belemmering is dat vigerende Wbb multifunctionaliteit als begrip
er soms een duidelijk ontwikkelingsperspectief nog centraal staat. Private partijen melden dat
ontbreekt. Bij het samenwerkingsproces lagere overheden hierdoor nog wel eens minder
betrokken ambtenaren kunnen dan, door het ver durven gaan binnen projecten dan op grond
ontbreken van een politiek voldoende gedragen van de koerswijziging mogelijk is.
visie, een onvoldoende bijdrage leveren. In de tweede plaats wordt in de uitvoerings-
praktijk de behoefte gevoeld aan andere
Wat betreft de financiering noemen mogelijkheden voor mede-financiering van
verschillende bevoegde gezagen het lastig dat er projecten door de overheid (co-financiering),
onduidelijkheid bestaat omtrent de zonder de nu als te strikt ervaren toepassing
mogelijkheden om Wbb-geld ten behoeve van van het juridisch instrumentarium en
BOSOM-projecten in te zetten. Verder ervaart financiering van de uitvoerende overheid. Naast
men het juridisch instrumentarium over het co-financiering kan het ‘gebruiksvriendelijker’
algemeen als hinderlijk en tijdrovend. Het haalt maken van bestaande subsidieregelingen een
de vaart uit projecten, terwijl met name private goede rol vervullen.
partijen snelheid belangrijk vinden.

Organisatorische aspecten van projecten 6.2 Conclusies naar aanleiding


De inventarisatie wijst uit dat BOSOM-projecten van de doorlichting van de
in het algemeen weinig gestructureerd uitvoeringspraktijk
aangepakt worden. Projecten zouden getypeerd
kunnen worden als ‘lerende projecten’, waarbij In deze paragraaf worden de belangrijkste
vaak op basis van ‘trial and error’ wordt bevindingen van de doorlichting van de
gewerkt. Dit kost onnodig veel tijd en kan tot uitvoeringspraktijk puntsgewijs opgesomd. Ter
demotivatie leiden, waardoor de slagingskans afsluiting van dit hoofdstuk is een samenvattend
van projecten afneemt. Het draaiboek kan gezien overzicht van do’s (slaagfactoren) en dont’s
het voorgaande goed voorzien in een behoefte (faalfactoren) bij BOSOM-projecten opgenomen.
om projecten vanaf het allereerste begin
gestructureerd aan te pakken. - Bij projectontwikkeling is
bodemverontreiniging zeer regelmatig aan de
Op basis van de geïnventariseerde orde (bij 25 tot 50% van de projecten);
vergevorderde projecten (uitvoeringsfase) kan - Projectontwikkelaars en bevoegde gezagen
gesteld worden dat de in hoofdstuk 5 van dit kennen de filosofie achter de in dit draaiboek
draaiboek beschreven soorten beschreven BOSOM-aanpak uit de praktijk. Bij
uitvoeringsorganisaties de werkelijkheid een eerste inventarisatie is het eenvoudig zo’n
representeren. De samenhang tussen de mate 40 voorbeeldprojecten bijeen te brengen;
van verzelfstandiging enerzijds en de mate van - De BOSOM-aanpak wordt toegepast bij
formalisering, alsmede de mate waarin risico’s complexe projecten (ernstige
worden genomen anderzijds blijkt in de praktijk bodemverontreiniging, een mix van
aanwezig. Voor verdere details wordt derhalve verontreiniging (qua stoffen en ouderdom),
verwezen naar hoofdstuk 5. veel partijen betrokken, juridische

48
mogelijkheden beperkt, een hoog voorzien Organisatie
exploitatietekort, etcetera), omdat alleen een
nieuwe aanpak uitzicht op een oplossing Do’s (slaagfactoren)
biedt; ✓ Zorg voor een goede afbakening en
- Samenwerking is bij de BOSOM-aanpak segmentering van het gebied;
essentieel. Partijen zoeken met name ✓ Zorg voor een duidelijk
samenwerking om de kosten te delen ontwikkelingsperspectief;
teneinde de financiering van het project ✓ Analyseer de potentiële inzet en belangen
sluitend te krijgen. Een tweede reden voor van relevante partijen (hulpmiddel 4
samenwerking is de inbreng van know-how; omgevingsanalyse);
- Om de saneringskosten te reduceren wordt ✓ Trek gezamenlijk op hetgeen leidt tot
gebruik gemaakt van: functiegericht saneren, draagvlak. Faseer projecten en besluit elke
clustergewijs saneren, efficiënt omgaan met fase met goede afspraken die worden
grondstromen en verwerken van vrijgekomen beklonken en als gezamenlijk succes worden
grond, innovatieve saneringstechnieken, gepresenteerd (v.b. startconvenant);
actief bodembeheer en integraal saneren, ✓ Betrek gevestigde bedrijven, vanuit hun
bouwrijp maken en bouwen; ervaring hebben zij waarschijnlijk zicht op
- Om de na reductie overgebleven oplossingen;
saneringskosten te financieren wordt over het ✓ Zorg bij gezamenlijke vergaderingen en
algemeen een deal tussen de betrokken onderhandelingsronden voor een
belanghebbende partijen gesloten. Daar waar onafhankelijke voorzitter (facilitator);
een Wbb-bijdrage verleend wordt bedraagt ✓ Zorg voor bestuurlijk commitment;
deze gemiddeld 30%; ✓ Organisatievorm is maatwerk, afgestemd op
- Belangrijke knelpunten voor de BOSOM- de situatie, de partijenconstellatie, etc. (zie
aanpak zijn: het ontbreken van vertrouwen hoofdstuk 5 van het draaiboek);
door gebrekkige contacten in het verleden, het ✓ Benut de expertise van betrokken partijen,
ontbreken van een voldoende helder bijvoorbeeld op saneringsgebied of op het
ontwikkelingsperspectief, de onduidelijkheid gebied van projectontwikkeling
omtrent de mogelijkheden om Wbb-gelden (kostenbesparingen).
ten behoeve van BOSOM-projecten in te
zetten en de toepassing van het juridisch Dont ‘s (faalfactoren)
instrumentarium van de Wbb; ✓ Slechte relatie en wantrouwen tussen
- BOSOM-projecten worden vaak niet vanaf het partijen door gebrekkige contacten in het
begin gestructureerd aangepakt. Er is verleden;
daarentegen sprake van ‘trial and error’. Dit ✓ Elkaars belangen niet respecteren en/of
draaiboek kan een goede bijdrage leveren aan erkennen;
het vanaf het allereerste begin gestructureerd ✓ Positioneel onderhandelen (zie intermezzo
aanpakken van BOSOM-projecten, hetgeen de ‘onderhandelen 2’ van dit draaiboek);
slagingskans van projecten kan vergroten; ✓ Gebrek aan afstemming binnen partijen
- Wat betreft flankerend beleid is het van (bijvoorbeeld tussen onderhandelaars en het
belang (a) dat de recente koerswijziging hogere management of tussen ambtenaren
wettelijk wordt verankerd en (b) dat er andere en bestuurders);
mogelijkheden komen voor co-financiering en ✓ Gebrek aan bestuurlijk commitment;
dat de bestaande subsidiemogelijkheden ✓ Niet nakomen van afspraken;
toegankelijker worden gemaakt. ✓ Schijn van belangenverstrengeling;
✓ Gebrek aan een duidelijk
Dit hoofdstuk wordt afgesloten met een ontwikkelingsperspectief en/of politiek
overzicht van do’s en dont’s bij nieuwe gedragen visie, waardoor met name
organisatie- en financieringsvormen voor ambtenaren onvoldoende handelend kunnen
bodemsanering, voortkomend uit de optreden;
doorlichting van de uitvoeringspraktijk en uit de ✓ Ondanks de keuze voor een BOSOM-aanpak
start-up van de voor het pilotprogramma de bodemsanering als leading zien;
geselecteerde projecten. Soms wordt daarbij ✓ Behaalde successen claimen i.p.v. deze zien
verwezen naar passages uit het draaiboek. als gezamenlijk resultaat;
✓ Multi-interpretabele afspraken.

49
Financiering

Do’s (slaagfactoren)
✓ Vroegtijdig inzicht (al is het maar op
hoofdlijnen) over financiële haalbaarheid
van het project;
✓ Transparantie en inzichtelijkheid in
rekenmethodieken;
✓ Waar mogelijk winstgevende en
verliesgevende delen koppelen (bijvoorbeeld
binnen één grondexploitatie);
✓ Acceptatie gangbare rendementseisen
private investeerders door andere partijen;
✓ Inbreng know-how en middelen op het
gebied van bodemsanering van partijen kan
tot forse kostenbesparingen leiden.

Dont’s (faalfactoren)
✓ Niet marktconform kostenbeeld;
✓ Onoverzichtelijkheid (extra) financierings- en
subsidiemogelijkheden door versnippering
en complexe voorwaarden;
✓ Gebrek aan transparantie van het financiële
beeld;
✓ Tekorten op projecten.

Externe factoren

Do’s (slaagfactoren)
✓ Gunstige marktontwikkelingen
✓ Gunstige ligging van de locatie

Dont’s (faalfactoren)
✓ Starre hantering regelgeving (bijvoorbeeld
procedures in het kader van het juridisch
instrumentarium Wbb);
✓ Lange en vaak onzekere RO-trajecten;
✓ Concurrentie van andere projecten.

50
7 Beheersaspecten en -plannen

Dit hoofdstuk is gewijd aan de beheersaspecten doorlooptijd is tevens noodzakelijk. Het halen
van BOSOM-projecten: tijd, geld, kwaliteit, van de planningen is weer afhankelijk van een
informatie en organisatie. Aan deze juiste inzet van middelen. Het inbouwen van
beheersaspecten dient aandacht te worden marges is noodzakelijk om te kunnen bijsturen.
besteed in zogenaamde ‘beheersplannen’ per In de beheersplannen dient in ieder geval
aspect. In totaal dienen er per beheersaspect 3 aandacht te worden besteed aan:
beheersplannen te worden gemaakt. Het eerste - Start- en einddata van te verrichten
beheersplan voor de fasen 0 en 1 (initiatieffase activiteiten en tussenresultaten per fase en
en gemeenschappelijke oriëntatiefase), het van het project als geheel, inclusief marges;
tweede beheersplan voor de fasen 2 en 3 - Doorlooptijden per te verrichten activiteit;
(gemeenschappelijke beeldvorming en - In de tijd in te zetten capaciteit van
oplossing) en het derde beheersplan tenslotte betrokkenen om de activiteiten op de beoogde
voor fase 4 (uitvoering, monitoring en data te kunnen afronden, inclusief marges;
evaluatie). De driedeling hangt samen met de - In de tijd in te zetten middelen, inclusief
initiatiefnemers voor een bepaalde fase. De marges;
fasen 0 en 1 worden op initiatief van de - De wijze waarop de voortgang in de tijd
initiatiefnemer van het BOSOM-project gevolgd wordt
doorlopen. Het ligt daarom voor de hand dat de (voortgangssignaleringssystematiek);
initiatiefnemer het nauwst betrokken is bij het - Wie op welke wijze met welke frequentie
opstellen van de beheersplannen voor deze belast is met de voortgangssignalering en
fasen, in casu deze plannen opstelt. De fasen 2 -bewaking;
en 3 worden op gezamenlijk initiatief van - Wie de planningen indien nodig bijstuurt.
partijen doorlopen. In het startconvenant
hebben de betrokken partijen vastgelegd een
gezamenlijk traject in te willen gaan. De 7.2 Geld
beheersplannen voor de fasen 2 en 3 worden
dan ook opgesteld onder verantwoordelijkheid De kosten dienen beheerst te worden om de
van de gezamenlijke partijen en maken deel uit geplande activiteiten financieel verantwoord en
van de bij het startconvenant gevoegde doelmatig te kunnen uitvoeren. Financiële
projectopdracht. Fase 4 wordt doorlopen met de voortgangsbewaking is noodzakelijk, niet alleen
partijen die in het uitvoeringsconvenant hebben om te bepalen of geld rechtmatig en doelmatig
geregeld dat zij een actieve bijdrage in deze fase is uitgegeven, maar veel meer om nog uit te
zullen hebben. Onder hun verantwoordelijkheid geven geld rechtmatig en doelmatig te
worden de beheersplannen voor de vierde fase spenderen.
opgesteld (uitvoering, evaluatie en monitoring). In de beheersplannen dient in ieder geval
Voor beheersplannen geldt in het algemeen dat aandacht te worden besteed aan:
voor de eerstkomende fase in detail en voor - Kostenramingen voor uit te voeren activiteiten
daaropvolgende fasen globaal op de aspecten en (tussen)resultaten, met marges;
wordt ingegaan. Hierna wordt per - Budgetten voor uit te voeren activiteiten en
beheersaspect een opsomming gegeven van (tussen)resultaten, met marges;
elementen die in het desbetreffende - De wijze waarop het aanspreken van
beheersplan opgenomen dienen te worden. budgetten gevolgd en bewaakt wordt
(budgetbewakingssysteem);
- Wie op welke wijze en met welke frequentie
7.1 Tijd belast wordt met het in de tijd volgen en
bewaken van de manier waarop budgetten
Het beheersen van het aspect tijd is nodig om worden aangesproken;
inhoudelijke activiteiten in een bepaalde fase - Wie indien noodzakelijk bijstuurt;
tijdig uit te kunnen voeren, zodat - Wie (welk deel van) de kosten voor zijn
(tussen)resultaten tijdig gereed zijn. rekening neemt, eventueel met marges.
Voortgangsbewaking van de geplande

51
7.3 Kwaliteit - Wie verantwoordelijk is voor het informeren
van derden (omwonenden),
Het beheersen van de kwaliteit is nodig voor het bezwaarmakenden en de media;
zodanig kunnen uitvoeren van de project- - Procedures voor het documenteren en
activiteiten, opdat het beoogde resultaat er goed archiveren van stukken;
genoeg komt. Vastgelegd dient te worden aan - Procedures voor het omgaan met stukken na
welke kwaliteitseisen het projectresultaat en afloop van het BOSOM-project
tussenresultaten moeten voldoen.
Voor BOSOM-projecten kan het gaan om
bijvoorbeeld: 7.5 Organisatie
- De kwaliteit van de sanering (functiegericht,
…); Met het beheersen van de organisatie wordt
- De kwaliteit van de in te zetten laboratoria gezorgd voor het uitvoeren van alle
(STER-lab, …); projectactiviteiten door de daarvoor bevoegde
- De kwaliteit van de in te zetten adviesbureaus en verantwoordelijke personen. De
en adviseurs; voortgangsbewaking heeft betrekking op het
- Wie op welke wijze met welke frequentie toezien op de naleving van afspraken over
belast is met de bewaking van de taakverdeling van het inhoudelijke werk.
kwaliteitseisen; Daarnaast gaat dit beheersaspect over het
- Wie stuurt bij? bewaken van de samenwerking en
communicatie. Tenslotte dient aandacht te
worden besteed aan de motivatie van de bij het
7.4 Informatie BOSOM-project betrokkenen.
In het beheersplan dient in elk geval in te
Bij het beheersen van de informatie over het worden gegaan op:
BOSOM-project is het onder andere van belang - Opdrachtgever, projectleider en uitvoerders;
dat iedere betrokken partij op de hoogte is van - De projectorganisatie met daarbij bemensing,
ter zake relevante informatie over het project. taken, bevoegdheden en duidelijkheid over de
Tevens dienen zaken te worden geregeld als de verantwoording (wie mag waarover beslissen,
omgang met derden en bijvoorbeeld de media. wie geeft aan wie op welke wijze leiding, wie
Ook het archiveren van informatie dient zijn belast met welke inhoudelijke activiteiten,
eenduidig geregeld te worden. op welke wijze wordt met conflicten
omgegaan en hoe worden personen die pas in
latere fasen werkzaamheden zullen moeten
Intermezzo: het belang van een verrichten tijdig bij het project betrokken?);
archief - Relaties tussen verschillende bij het project
betrokken gremia (projectgroep, projectleider,
Het gestructureerd opbouwen van een stuurgroep, projectsecretariaat, etcetera).
archief van het open proces, waarin
vergaderverslagen, afsprakenlijsten en Voor concrete voorbeelden betreffende het
bijvoorbeeld onderzoeksrapporten zijn beheersaspect organisatie wordt verwezen naar
ondergebracht, is essentieel. Het vermoeden paragraaf 5.3 van dit draaiboek.
bestaat dat men bij eventuele bezwaar- en
beroepsprocedures sterker staat indien
duidelijk gemaakt kan worden dat de
afweging zorgvuldig heeft plaatsgevonden.

In het informatie beheersplan dient ten minste


aandacht te worden besteed aan:
- Procedures voor indeling, autorisatie,
wijziging en distributie van documenten,
inclusief de daarvoor verantwoordelijken;

52
8 Tot slot

Hoewel BOSOM-projecten en het werken met - Vooruitzien en terugkijken: een open proces is
een open proces van recente datum zijn, geven geen lineair af te leggen traject. Dit betekent
enkele projecten waarin volgens een dergelijke dat naast vooruitzien, er ook teruggekeken
aanpak gewerkt is aan dat het succesvol dient te worden. Wat waren de rand-
oplossen van grote gevallen van voorwaarden en de procedurele afspraken,
bodemverontreiniging met een BOSOM-achtige welke beslissingen zijn genomen en zijn er
aanpak en gebruikmaking van een open proces gevoeligheden uit het verleden waarmee
mogelijk is. Deze handleiding voor het rekening moet worden gehouden (?), etcetera;
vormgeven en doorlopen van een BOSOM- - Zorgvuldige verslaglegging: voor alle
project met een open proces is gebaseerd op onderdelen van het open proces geldt dat een
eigen ervaringen, literatuuronderzoek en zorgvuldige verslaglegging noodzakelijk is.
geïnventariseerde praktijkervaringen elders. Niet alleen om het complexe traject duidelijk
Enkele belangrijke zaken bij het hanteren van de te kunnen schetsen en te overzien, maar ook
onderhavige handleiding worden hieronder om sterker te staan bij eventuele bezwaar- en
puntsgewijs opgesomd: beroepsprocedures. Een goede documentatie
- De handleiding is geen recept voor een van de gemaakte afwegingen en motivaties
succesvol gerecht: de onderscheiden stappen kan dan goede diensten bewijzen. De
zijn geen harde grenzen en de genoemde informatie beheersplannen zijn dan ook
aandachtspunten en tips moeten niet lukraak belangrijk;
worden toegepast. Ieder open proces vereist - Inzicht in winst en verlies: ook de minder
maatwerk. Deze handleiding kan in dit licht prettige kanten van een besluit moeten
gezien worden als een reisgids voor de volledig belicht worden, aangezien deze
projectleiding. Ook een reisgids is geen uiteindelijk toch aan het licht komen en dan
blauwdruk voor een succesvolle vakantie, al voor extra tegenstand kunnen zorgen en de
kan door gebruikmaking van de door de relaties tussen de partijen op langere termijn
schrijver eerder opgedane of verzamelde kunnen verstoren. Inzicht in de te behalen
ervaringen de reis een stuk aangenamer, winst zorgt voor blijvende betrokkenheid bij
vlotter, probleemlozer en doelgerichter het project;
verlopen; - Verantwoordelijkheid: een open proces
- De noodzaak tot voortdurende risico-analyse: betekent niet dat er onderhandeld moet
de procesmanager moet continu bedacht zijn blijven worden indien er geen compromis kan
op veranderingen in de omgeving of in het worden bereikt. Overheden moeten dan hun
onderhandelingsteam, die mogelijke risico’s verantwoordelijkheid durven nemen.
zijn voor het open proces. Het gaat daarbij om
zaken als de politieke gevoeligheid,
verschuivende belangen, bijgestelde
randvoorwaarden, etcetera;

53
54
Bijlage 1 Gehanteerde vragenlijsten bij de
doorlichting van de uitvoeringspraktijk
Vragenlijst projectontwikkelaars ten behoeve van de update van de
uitvoeringspraktijk

1. Uw bedrijf is lid van de NEPROM en houdt zich onder andere bezig met projectontwikkeling.
a. Heeft u bij uw werkzaamheden op het gebied van projectontwikkeling wel eens te maken met
bodemverontreiniging? (zo nee, stop).
b. Kunt u aangeven bij hoeveel procent van de projecten u tegen bodemverontreiniging aanloopt?

2. De ministeries van VROM en EZ hebben samen met IPO en VNG een pilotprogramma opgezet om
nieuwe innovatieve oplossingen voor bodemsanering te ontwikkelen. Drie pilots maken hiervan
deel uit. Kortgezegd wordt geprobeerd bodemsanering te integreren in een ontwikkelingstraject
voor de betreffende lokaties. Bodemsanering wordt dan een onderdeel van de grondexploitatie.
Hiermee wordt beoogd nieuwe kostendragers voor bodemsanering te vinden, zoals kostendeling
als gevolg van samenloop bodemsanering/infrastructuur en mede-financiering vanuit de
toekomstige functie/ontwikkeling. Wat betreft de sanering tracht men deze zo goedkoop mogelijk
uit te voeren, onder andere door functiegericht saneren en zonering en hergebruik van licht
verontreinigde grond.
a. Herkent u de geschetste werkwijze, waarbij bodemsanering wordt geïntegreerd in de ontwikkeling
van een lokatie en wat is uw ervaring daarmee?

3. De volgende driedeling in projecten kan gemaakt worden


(1) 100% private financiering (direct sluitende grondexploitatie).
(2) een private partij zoekt samenwerking met de overheid, vanwege de mogelijke toegang tot
overheidssubsidies (waaronder geld vanuit de Wbb) om daarmee toe te werken naar een
sluitende grondexploitatie;
(3) een provincie/gemeente nodigt een private partij uit voor deelname in zo’n project, vanwege
diens betrokkenheid met de vervuiling, know-how, mede-financiering en/of het beperken van
risico’s;

In het pilotprogramma wordt met name getracht ervaring op te doen met de projecten uit de
categorieën (2) en (3), omdat wanneer het lukt dit soort projecten – bijvoorbeeld door
aanpassingen in de regelgeving of fiscale sfeer – veelvuldig te realiseren, de stagnatie van de
totale bodemsaneringsoperatie in Nederland in belangrijke mate doorbroken kan worden.

a. Heeft u ervaring met projecten waarbij u de overheid uitnodigde tot samenwerking?


(zo nee, naar vraag c).
b. Kunt u drie projecten noemen en per project aangeven: de naam van het project, de lokatie, de in
het geding zijnde problematiek en de reden waarom u de gemeente/provincie uitnodigde?
c. Heeft u ervaring met projecten waarbij uw bedrijf door een provincie of gemeente werd
uitgenodigd tot samenwerking? (zo nee, naar vraag 6).
d. Kunt u drie projecten noemen en per project aangeven: de naam van het project, de lokatie, de in
het geding zijnde problematiek en de reden waarom de overheid u uitnodigde?

4. In het kader van dit onderzoek is het voor ons van belang om succesvolle oplossingsrichtingen
voor de bodemproblematiek bij ontwikkelingsprojecten te inventariseren. Het gaat hierbij met
name om mogelijkheden om de kosten van het saneren te reduceren, in combinatie met het
optimaliseren van de grondexploitatie (nieuwe kostendragers / nieuwe financieringsconstructies).
a. Kunt u per – onder vraag 3 b en d genoemd – project aangeven hoe de bodemproblematiek als
knelpunt voor de verder ontwikkeling is opgelost vanuit de perspectieven ‘kosten bodemsanering
reduceren’ (denk hierbij aan zaken als functiegericht saneren) en ‘optimaliseren grondexploitatie’
(denk hierbij aan nieuwe kostendragers - bijv. subsidies - en alternatieve financieringsconstructies);
b. Kunt u aangeven tegen welke problemen/belemmeringen u daarbij bent aangelopen?

55
5. De projecten waarover het gaat zijn te kenschetsen als ingewikkeld. Vaak zijn verschillende partijen
met verschillende belangen betrokken, is de bodemverontreiniging gecompliceerd en is er sprake
van een grote financiële omvang. Het realiseren van een dergelijk project vergt een adequatie
organisatie.
a. Kunt u kort uw ervaring aangeven met de organisatie van dit soort projecten?;
b. Wat zijn de do’s en dont’s?

6. Kunt u enkele belangrijke knelpunten noemen voor de realisatie van deze projecten?

7. Wat zou de overheid kunnen doen om de realisatie van deze projecten te stimuleren? (denk aan
maatregelen op het gebied van regelgeving, financiering, fiscaliteiten, etcetera).

8. Heeft u nog opmerkingen naar aanleiding van deze vragenlijst of zijn er in uw ogen belangrijke
aspecten niet aan de orde geweest?

Vragenlijst provincies/gemeenten ten behoeve van de update van de


uitvoeringspraktijk

1. De ministeries van VROM en EZ hebben samen met IPO en VNG een pilotprogramma opgezet
(BOSOM-pilotprogramma) om nieuwe innovatieve oplossingen voor bodemsanering te
ontwikkelen. Drie pilots maken hiervan deel uit. Kortgezegd wordt geprobeerd bodemsanering te
integreren in een ontwikkelingstraject voor de betreffende lokaties. Bodemsanering wordt dan een
onderdeel van de grondexploitatie. Hiermee wordt beoogd nieuwe kostendragers voor
bodemsanering te vinden, zoals kostendeling als gevolg van samenloop
bodemsanering/infrastructuur en mede-financiering vanuit de toekomstige functie/ontwikkeling.
Wat betreft de sanering tracht men deze sober en doelmatig uit te voeren, onder andere door
functiegericht saneren en zonering en hergebruik van licht verontreinigde grond.
a. Herkent u de geschetste werkwijze, waarbij bodemsanering wordt geïntegreerd in de ontwikkeling
van een lokatie en wat is de ervaring van uw provincie/gemeente daarmee?

2. De volgende driedeling in projecten kan gemaakt worden


(1) 100% private financiering (direct sluitende grondexploitatie).
(2) een private partij zoekt contact/samenwerking met de overheid, vanwege de mogelijke toegang
tot overheidssubsidies (waaronder geld vanuit de Wbb, co-financiering, medefinanciering) om
daarmee toe te werken naar een sluitende grondexploitatie;
(3) een provincie/gemeente nodigt een private partij uit voor deelname in zo’n project, vanwege
diens betrokkenheid met de vervuiling, know-how, mede-financiering en/of het beperken van
risico’s;

In het pilotprogramma wordt met name getracht ervaring op te doen met de projecten uit de
categorieën (2) en (3), omdat wanneer het lukt dit soort projecten – bijvoorbeeld door
aanpassingen in de regelgeving of fiscale sfeer – veelvuldig te realiseren, de stagnatie van de
totale bodemsaneringsoperatie in Nederland in belangrijke mate doorbroken kan worden.

a. Heeft uw organisatie ervaring met projecten waarbij u door een private partij werd uitgenodigd tot
samenwerking? (zo nee, naar vraag c).
b. Kunt u drie projecten noemen en per project aangeven: de naam van het project, de lokatie, de in
het geding zijnde problematiek en de reden van benadering door een private partij?
c. Heeft u ervaring met projecten waarbij uw organisatie een private partij heeft uitgenodigd tot
samenwerking? (zo nee, naar vraag 6).
d. Kunt u drie projecten noemen en per project aangeven: de naam van het project, de lokatie, de in
het geding zijnde problematiek en de reden voor het uitnodigen van een private partij tot
samenwerking?

56
3. In het kader van dit onderzoek is het voor ons van belang om succesvolle oplossingsrichtingen
voor de bodemproblematiek bij ontwikkelingsprojecten te inventariseren. Het gaat hierbij met
name om mogelijkheden om de kosten van het saneren te reduceren, in combinatie met het
optimaliseren van de grondexploitatie (nieuwe kostendragers / nieuwe financieringsconstructies).
a. Kunt u per – onder vraag 2 b en d genoemd – project aangeven hoe de bodemproblematiek als
knelpunt voor de verder ontwikkeling is opgelost vanuit de perspectieven ‘kosten bodemsanering
reduceren’ (denk hierbij aan zaken als functiegericht saneren) en ‘optimaliseren grondexploitatie’
(denk hierbij aan nieuwe kostendragers - bijv. subsidies, co-financiering/medefinancierning door
overheid - en alternatieve financieringsconstructies);
b. Kunt u aangeven tegen welke problemen/belemmeringen uw organisatie daarbij is aangelopen?

4. De projecten waarover het gaat zijn te kenschetsen als ingewikkeld. Vaak zijn verschillende partijen
met verschillende belangen betrokken, is de bodemverontreiniging gecompliceerd en is er sprake
van een grote financiële omvang. Het realiseren van een dergelijk project vergt een adequatie
organisatie.
a. Kunt u kort de ervaring van uw organisatie aangeven met de organisatie van dit soort projecten?;
b. Wat zijn de do’s (slaagfactoren) en dont’s (faalfactoren)?

5. Kunt u enkele belangrijke knelpunten in het algemeen noemen voor de realisatie van deze
projecten?

6. Wat zou de overheid (zowel rijksoverheid als provincies en gemeenten) kunnen doen om de
realisatie van deze projecten te stimuleren? (denk aan maatregelen op het gebied van regelgeving,
financiering, fiscaliteiten, etcetera). En wat doet uw organisatie er eventueel al aan?

7. Heeft u nog opmerkingen naar aanleiding van deze vragenlijst of zijn er in uw ogen belangrijke
aspecten niet aan de orde geweest?

57
58
Bijlage 2 Nuttige adressen
Ministerie van Economische Zaken Gemeente Den Haag
Postbus 20101 Postbus 19350
2500 EC Den Haag 2500 CJ Den Haag
070-3798911 (algemeen) 070-353 63 00 (telefoon)
070-3798820 (Informatie en Nieuwsvoorziening) 070-353 64 90 (fax)

Ministerie van Volkshuisvesting, Gemeente Amsterdam


Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Weesperplein 4
Postbus 30945 1018 XA Amsterdam
2500 GX Den Haag 020-551 38 88 (telefoon)
070-3393939 (algemeen) 020-624 06 36 (fax)
070-3395050 (voorlichting)
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
Inter Provinciaal Overleg (IPO) Postbus 30435
Postbus 97728 2500 GK Den Haag
2509 GC Den Haag 070-3738393 (telefoon algemeen)
070-3143414 (telefoon) 070-3635682 (fax)
070-3243134 (fax)
Nationale Investeringsbank NV
Provincie Friesland Postbus 380
Postbus 20120 2501 BH Den Haag
9800 HM Leeuwarden 070-3425425 (telefoon algemeen)
058-299 54 79 (telefoon) 070-3425477 (telefoon RBF)
058-292 51 23 (fax) 070-3425518 (fax)

Provincie Overijssel Provincie Groningen


Postbus 122 Postbus 630
8000 GB Zwolle 9700 AP Groningen
038-425 24 20 (telefoon) 050-361 40 44 (telefoon)
038-425 26 61 (fax) 050-361 46 32/39 (fax)

Provincie Noord-Brabant Provincie Drenthe


Postbus 90151 Postbus 122
5200 MC ’s-Hertogenbosch 9400 AC Assen
073-681 23 81 (telefoon) 0592-36 55 55 (telefoon)
073-612 35 65 (fax) 0592-36 52 16 (fax)

Provincie Limburg Provincie Zeeland


Postbus 5700 Postbus 165
6202 MA Maastricht 4330 AD Middelburg
043-389 76 75 (telefoon) 0118-63 17 00 (telefoon)
043-389 75 38 (fax) 0118-63 47 56 (fax)

Provincie Noord-Holland Provincie Flevoland


Postbus 123 Postbus 55
2000 MD Haarlem 8200 AB Lelystad
023-514 31 43 (telefoon) 0320-26 53 83 (telefoon)
023-514 38 30 (fax) 0320-26 52 60 (fax)

Provincie Zuid –Holland Provincie Gelderland


Postbus 90602 Postbus 9090
2509 LP Den Haag 6800 GX Arnhem
070-441 65 83 (telefoon) 026-359 87 38 (telefoon)
070-441 78 04 (fax) 026-359 94 80 (fax)

59
Provincie Utrecht
Postbus 80300
3508 TH Utrecht
030-258 35 70 (telefoon)
030-258 31 39 (fax)

Gemeente Rotterdam
Postbus 6633
3002 AP Rotterdam
010-489 96 22 (telefoon)
010-489 62 31 (fax)

Gemeente Utrecht
Postbus 8406
3503 RK Utrecht
030-286 48 46 (telefoon)
030-286 41 03 (fax)

60
61

Vous aimerez peut-être aussi