Vous êtes sur la page 1sur 5

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Joy Op t Hoog
Mentor
Yvette Lemmens
Klas
1D
Datum
Stageschool St. Antoniusschool
Groep
4A
Plaats
Best
Aantal lln 29
Vak- vormingsgebied: Levensbeschouwing
Speelwerkthema / onderwerp: Een ander iets gunnen en iets voor een ander over hebben.
Persoonlijk leerdoel:
Ik wil in deze les een kringgesprek kunnen houden zonder dat er kinderen door elkaar heen praten. Dat wil ik bereiken door van tevoren af te spreken met de kinderen
dat je alleen iets mag zeggen als je je vinger opsteekt. Ook wil ik ervoor zorgen dat wanneer ik de kring maak het niet onrustig wordt. Dat ga ik bereiken door de
kinderen groepje voor groepje in de kring kom laten zitten.
Lesdoel(en):
Na deze les hebben de kinderen nagedacht over wat Koning Egost beter
zou kunnen doen.
Na deze les hebben ze goed naar elkaar kunnen luisteren.

Evaluatie van lesdoelen:


Hebben de kinderen goed nagedacht over het verhaal?
Hebben de kinderen goed naar elkaar kunnen luisteren?

Beginsituatie:
In mijn klas zitten 29 kinderen tussen de 7 en 8 jaar. De klas heeft niet zon hele lange concentratie en is snel afgeleid. Ze kunnen erg onrustig worden. Ze zijn wel erg
enthousiast. De kinderen krijgen op mijn stageschool godsdienstlessen. Daar wordt nu elke week een stukje van de map van de communie behandelt. Ook is de
pastoor laatst een verhaal komen vertellen uit de kinderbijbel. Dat verhaal ging over vriendschap en mensen helpen.
Lesverloop
Tijd

Leerinhoud Didactische handelingen


Leraar
Voor de les
Ik maak met de kinderen een kring en maak
afspraken met ze.
5 minuten

Inleiding

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
De kinderen maken met elkaar een kring.

Ik vertel de kinderen dat ik een verhaal ga voorlezen De kinderen luisteren naar de instructie. Ze denken na
Koning Egost. Luister goed naar het verhaal, we
over wat egostisch betekent. Hun voorkennis voor het
hebben dat dadelijk nog nodig.
verhaal wordt zo uitgebreid.
Voor ik het verhaal ga voorlezen wat is egostisch?
Wat doe je als je egostisch bent?

Materialen / Organisatie
/
/

15 minuten Kern

Fase 1 verhaal voorlezen


Ik ga het verhaal van Koning Egost vertellen.

De kinderen luisteren naar het verhaal.

Het verhaal van Koning


Egost.

(Het verhaal gaat over een koning die alles zelf wil
hebben en een ander niks gunt. En dan erachter
komt dat hij niet zo geliefd is.)
Fase 2 Vragen stellen waarvan de antwoorden uit De kinderen steken hun vinger op als ze de antwoorden
het verhaal komen.
weten.
- Over wie gaat het verhaal?
-

Wat gebeurde er in het verhaal?

Wat wilde Koning Egost hebben?

Hoe voelde Koning Egost zich? En


waarom?

Fase 3 Praten over n onderwerp van het


verhaal. Vragen naar de ervaringen van kinderen.
Ik stel vragen over de ervaringen van kinderen.
-

Wat vind je van Koning Egost?

Wat vind je er van dat de mensen zich


omdraaien als de koning voorbij komt?

Heb jij zelf wel eens zoiets meegemaakt,


hoe voelde jij je toen?

Ben je zelf wel eens egostisch? (Denk jij


altijd alleen aan jezelf?) Hoe reageren
anderen daarop?

/
De kinderen gaan met elkaar in gesprek over de vragen
die ik stel.

5 minuten

Afsluiting

Fase 4 Terugkoppeling naar het verhaal.


- Is het slim van Koning Egost om alleen aan De kinderen denken na over het verhaal. Wat hebben
zichzelf te denken?
ze geleerd? En denken na over wat ze van deze les
Wat moet de Koning doen om toch
vonden.
vriendjes te maken? Wat zou jij anders
doen?
- We bespreken het slot van het verhaal.
Waar hebben we het vandaag over gehad? Hebben
jullie iets van geleerd van het verhaal? Wat vond je
van deze les?

Verhaal koning egost:


Koning egost was steenrijk. Hij woonde in een onvoorstelbaar groot paleis met wel honderd kamers. In al die kamers lagen
kostbare spullen tot het dak toe opgeslagen. Juwelen, horloges, televisies. Te veel om op te noemen. Iedere dag stuurde de
koning zijn soldaten er op uit om bij de mensen bruikbare spullen weg te halen. Hij wilde niet dat anderen meer hadden dan
hem. Zodra iemand daar iets van zei, dan sprak de koning: ik ben de koning, ik ben de belangrijkste man van het land. Ik wil nu
eenmaal alles hebben. Ook als het de mensen hem om hulp vroegen, dacht hij alleen aan zichzelf. Als hij het goed had, dan
was het toch goed?
Koning egost was niet erg populair bij het volk. Iedereen vond hem onaardig. Als de koning in zijn gouden koets door de straten
reed, was er niemand die naar hem zwaaide of iets tegen hem zei. Sterker nog alle mensen draaiden zich om. De koning zag
alleen maar ruggen. Dat maakte hem toch wel verdrietig. Hij liet zijn eerste minister komen en sprak wanhopig: ik wil graag dat
iemand bij mij met de lego komt spelen. De eerste minister ging op zoek maar kwam al snel alleen terug. Het spijt me. Niemand
wilt met u komen spelen. De koning werd woedend. Hoe kan dat nou? Ik heb het mooiste speelgoed van iedereen! Ik heb het
meeste van allemaal! De eerste minister knikte en zei voorzichtig: U moet niet meer egostisch zijn. In plaats van alles af te
pakken en nooit te helpen, moet u eens wat over hebben voor de ander.
De koning nam een paar dagen bedenktijd. Hij wilde heel goed over de wijze woorden van zijn eerste minister nadenken. Na een
week nam koning egost een besluit.

Verantwoording
Lesdoelen:
De kinderen leren goed te luisteren naar een verhaal en naar elkaar. Ook denken de kinderen na over een verhaal. Hoe denken
ze daar zelf over? Wat zou Koning Egost beter kunnen doen. Ik heb deze lesdoelen gekozen, omdat deze goed aansluiten op
mijn les. Bij levensbeschouwing is het heel belangrijk om na te denken over dingen. En voor een klassengesprek heb je sociale
vaardigheden nodig zoals luisteren.
Onderwerp van de les:
De kinderen hebben laatst een les gehad over vriendschap en behulpzaamheid met de pastoor. Om daarop aan te sluiten ga ik
het met ze hebben over een ander iets gunnen en iets voor een ander over hebben. En dat wanneer je alleen aan jezelf denkt,
anderen dat niet leuk vinden. Dit sluit ook aan op wat ze leren bij de communie. Bij dit onderwerp leren ze dat ze meer bereiken
als je mensen helpt en de ander wat gunt.
Werk- en groeperingsvorm:
Ik laat de kinderen in een kring zitten, omdat dan iedereen gelijk is. Iedereen kan elkaar zien en dat is ook fijn voor een
klassengesprek. In een kring zitten ze ook niet aan hun tafel dus kunnen ze niet gaan zitten prullen met hun spullen. Ik wil deze
les niet t lang laten duren, omdat de klas dat dan niet meer volhoudt met concentratie.
Evaluatie
Om te kijken of ik mijn lesdoelen heb behaald observeer ik tijdens mijn les. Ook evalueer ik de les samen met de kinderen.
Daarbij heb ik hulpvragen gekozen om erachter te komen.
Literatuur
Voor deze les heb ik de 4 fasen van een levensbeschouwelijk gesprek gebruikt:
1. Een verhaal vertellen of voorlezen
2. Vragen stellen waarvan de antwoorden direct uit het verhaal komen. Dit is een controle of de kinderen goed geluisterd
hebben.
3. Je gaat praten over n onderwerp uit het verhaal.
4. Terugkoppeling naar het verhaal.
De kinderen in mijn stageklas zitten in fase 2 Mytisch-letterlijke levensbeschouwing in het eerste stadium subjectief perspectief
nemen (6-8 jaar). In deze fase krijgen kinderen geleidelijk meer oog voor anderen er ontstaat een groeiend inlevingsvermogen.
Dat past bij het verhaal dat ik heb uitgekozen. (hoofdstuk 12)
Schepper, J. de e.a. (2006). Levensbeschouwing ontwikkelen. Hilversum: Kwintessens Uitgevers.

Persoonlijke reflectie

Feedback mentor
Datum:

Vous aimerez peut-être aussi