bui. Hij zingt luidkeels, en vals. De 20-jarige Amerikaan staat op een hoogwerker op de hoek van Lehigh Avenue en Germantown Avenue in Philadelphia. In zijn oren zit een koptelefoon, hij zingt mee met de muziek op zijn iPod. In zijn rechterhand houdt hij een kwast vast. Chapman is schilder bij het Philly Painting-project, een initiatief van twee Nederlandse kunstenaars. Dre Urhahn (39) en Jeroen Koolhaas (36) kwamen eind 2011 in Philadelphia wonen om van drie straatblokken van het in verval geraakte Gemantown Avenue een opgewekt kunstwerk te maken. Een monsterklus. Maar het lukte. Afgelopen winter liep de fanfare door de inmiddels vrolijke ogende straat, Urhahn en Koolhaas er achteraan. De vlaggen hingen uit. De klus was klaar. De twee Nederlanders verhuisden na achttien maanden terug naar hun thuisland, maar de lokale bevolking nam het project over. Tv-maker Urhahn en grafisch ontwerper Koolhaas werden vijf jaar geleden wereldwijd bekend vanwege Achteraan Jeroen Koolhaas (l.) en Dre Urhahn, vooraan de schilders Anthony Milk Fields (l.) en Barry Chapman.
33
DE STANDAARD
Z A T E R D A G 19 , Z O N D A G 2 0 O K T O B E R 2 0 13
ooggetuige
hun projecten in de sloppenwijken van Rio de Janeiro.
Hun eerste kunstproject was een honderdvijftig vierkante meter grote muurschildering van een jongetje met een vlieger in de favela Vila Cruzeiro. In hetzelfde jaar toverden ze samen met tatoeageartiest Rob Admiraal een gigantische betonnen greppel in die wijk om tot een Japanse rivier met geschilderde koikarpers. Ze bleven in Rio de Janeiro, waar ze in de wijk Santa Marta een plein met 34 huizen in een kleurenexplosie met diagonale patronen verfden. Dat deden ze niet alleen. Urhahn en Koolhaas, ook bekend als Haas&Hahn, huurden een twintigtal lokale bewoners in om mee te verven, bijna allemaal jongeren die grote kans liepen in de criminaliteit te belanden. De deelnemers kregen een salaris, en na afloop een certificaat dat hen moest helpen op het rechte pad te blijven. Na hun laatste project in Rio de Janeiro kwam er een verzoek uit de VS. Jane Golden, de directeur van de non-profitorganisatie Mural Arts Project in Philadelphia, vroeg de twee kunstenaars om een Amerikaanse straat op te knappen. Philadelphia, dat bekend staat om zijn muurschilderingen, kon wel wat positieve aandacht gebruiken. We gingen achttien maanden midden in een van de armste wijken van de VS wonen, vertellen Haas&Hahn. Mural Arts Project haalde 300.000 dollar op om het project te financieren.
In Rio waren de mensen vrolijk
en positief. In Philadelphia achterdochtig en gevaarlijk
Germantown Avenue is een straat waar veel panden
op instorten staan. Ze zijn al jaren onbewoond, de ramen zijn dichtgetimmerd. In deze wijk zijn veel mensen gewapend, vertelt Koolhaas. Als je vijftig meter naar links of rechts loopt, kan het hier levensgevaarlijk zijn. Het was voor het eerst dat Haas&Hahn aan een project begonnen waarvoor ze de locatie niet zelf bedachten. De twee konden hun tactiek uit de favelas niet exact herhalen; in Amerika, en vooral in de achterstandswijken, gelden andere regels dan in Rio de Janeiro. Daar hebben bewoners volgens Urhahn meestal een vrolijkere, positieve instelling. Koolhaas: In deze straat in Philadelphia wordt weinig gelachen, de omgeving is veeleisend, gevaarlijk. Mensen hebben hier vaak weinig redenen om vrolijk te zijn. Daarom werd de hulp van maatschappelijk werker Sawyer ingeroepen. Sawyer is het type ruwe bolster;
sinds tien jaar uit de gevangenis, waar hij zeven jaar
vastzat. Hij heeft zijn leven gebeterd. Ik moest Jeroen en Dre leren hoe ze met de buurtbewoners omgingen. Na maanden praten, hangen en bier drinken zeiden ze steeds vaker tegen me: Ok, maar nu moeten we echt beginnen met werken. Dan zei ik: we zijn al lang begonnen. Het socializen is het belangrijkste deel van het werk. Urhahn: Het ingewikkelde aan dit project was dat de eigenaren van de panden soms helemaal niet te vinden waren. Het duo moest de bezitters van de vaak vervallen huizen bovendien overtuigen van hun project. Winkeleigenaren mochten van ontwerper Koolhaas zelf op een kleurenkaart aanwijzen in welke kleuren hun pand werd geverfd. Urhahn en Koolhaas wonen inmiddels weer in Nederland, maar laten het project niet los. Deze jongens en meisjes zijn belangrijk voor ons, zeggen ze. Ze zijn daarom aan het kijken of de schilders uit Rio en die uit Philadelphia in de toekomst kunnen samenwerken. Mensen zeggen ons wel eens, als we een nieuw plan hebben: dat lukt jullie nooit. Maar wij zijn nooit gestopt met dromen, stelt Koolhaas. Nu willen ze terug naar Rio. Naar de favela Vila Cruzeiro, waar ze al eerder werkten. De sloppenwijk in de heuvels van Rio moet van boven tot onder een kunstwerk worden. www.favelapainting.com