Vous êtes sur la page 1sur 2

32

DE STANDAARD

ZATERDAG 19, ZONDAG 20 OKTOBER 2013

MONSTERKLUS
MAARTJE VAN HOEK
FOTOS REN CLEMENT

Oh baby, youre hot. Barry Chapman heeft een goede


bui. Hij zingt luidkeels, en vals. De 20-jarige Amerikaan staat op een hoogwerker op de hoek van Lehigh
Avenue en Germantown Avenue in Philadelphia. In
zijn oren zit een koptelefoon, hij zingt mee met de
muziek op zijn iPod. In zijn rechterhand houdt hij een
kwast vast. Chapman is schilder bij het Philly Painting-project, een initiatief van twee Nederlandse kunstenaars. Dre Urhahn (39) en Jeroen Koolhaas (36)
kwamen eind 2011 in Philadelphia wonen om van drie
straatblokken van het in verval geraakte Gemantown
Avenue een opgewekt kunstwerk te maken. Een monsterklus.
Maar het lukte. Afgelopen winter liep de fanfare door
de inmiddels vrolijke ogende straat, Urhahn en Koolhaas er achteraan. De vlaggen hingen uit. De klus was
klaar. De twee Nederlanders verhuisden na achttien
maanden terug naar hun thuisland, maar de lokale bevolking nam het project over.
Tv-maker Urhahn en grafisch ontwerper Koolhaas
werden vijf jaar geleden wereldwijd bekend vanwege
Achteraan Jeroen Koolhaas (l.) en Dre Urhahn, vooraan de schilders Anthony Milk Fields (l.) en Barry Chapman.

33

DE STANDAARD

Z A T E R D A G 19 , Z O N D A G 2 0 O K T O B E R 2 0 13

ooggetuige

hun projecten in de sloppenwijken van Rio de Janeiro.


Hun eerste kunstproject was een honderdvijftig vierkante meter grote muurschildering van een jongetje
met een vlieger in de favela Vila Cruzeiro. In hetzelfde
jaar toverden ze samen met tatoeageartiest Rob Admiraal een gigantische betonnen greppel in die wijk om
tot een Japanse rivier met geschilderde koikarpers. Ze
bleven in Rio de Janeiro, waar ze in de wijk Santa
Marta een plein met 34 huizen in een kleurenexplosie
met diagonale patronen verfden.
Dat deden ze niet alleen. Urhahn en Koolhaas, ook bekend als Haas&Hahn, huurden een twintigtal lokale
bewoners in om mee te verven, bijna allemaal jongeren die grote kans liepen in de criminaliteit te belanden. De deelnemers kregen een salaris, en na afloop
een certificaat dat hen moest helpen op het rechte
pad te blijven.
Na hun laatste project in Rio de Janeiro kwam er een
verzoek uit de VS. Jane Golden, de directeur van de
non-profitorganisatie Mural Arts Project in Philadelphia, vroeg de twee kunstenaars om een Amerikaanse
straat op te knappen. Philadelphia, dat bekend staat
om zijn muurschilderingen, kon wel wat positieve aandacht gebruiken. We gingen achttien maanden midden in een van de armste wijken van de VS wonen,
vertellen Haas&Hahn. Mural Arts Project haalde
300.000 dollar op om het project te financieren.

In Rio waren de mensen vrolijk


en positief. In Philadelphia
achterdochtig en gevaarlijk

Germantown Avenue is een straat waar veel panden


op instorten staan. Ze zijn al jaren onbewoond, de ramen zijn dichtgetimmerd. In deze wijk zijn veel mensen gewapend, vertelt Koolhaas. Als je vijftig meter
naar links of rechts loopt, kan het hier levensgevaarlijk zijn.
Het was voor het eerst dat Haas&Hahn aan een project begonnen waarvoor ze de locatie niet zelf bedachten. De twee konden hun tactiek uit de favelas niet
exact herhalen; in Amerika, en vooral in de achterstandswijken, gelden andere regels dan in Rio de Janeiro. Daar hebben bewoners volgens Urhahn meestal
een vrolijkere, positieve instelling. Koolhaas: In deze
straat in Philadelphia wordt weinig gelachen, de omgeving is veeleisend, gevaarlijk. Mensen hebben hier
vaak weinig redenen om vrolijk te zijn.
Daarom werd de hulp van maatschappelijk werker
Sawyer ingeroepen. Sawyer is het type ruwe bolster;

sinds tien jaar uit de gevangenis, waar hij zeven jaar


vastzat. Hij heeft zijn leven gebeterd. Ik moest Jeroen
en Dre leren hoe ze met de buurtbewoners omgingen.
Na maanden praten, hangen en bier drinken zeiden ze
steeds vaker tegen me: Ok, maar nu moeten we echt
beginnen met werken. Dan zei ik: we zijn al lang begonnen. Het socializen is het belangrijkste deel van
het werk.
Urhahn: Het ingewikkelde aan dit project was dat de
eigenaren van de panden soms helemaal niet te vinden waren. Het duo moest de bezitters van de vaak
vervallen huizen bovendien overtuigen van hun project. Winkeleigenaren mochten van ontwerper Koolhaas zelf op een kleurenkaart aanwijzen in welke kleuren hun pand werd geverfd.
Urhahn en Koolhaas wonen inmiddels weer in Nederland, maar laten het project niet los. Deze jongens en
meisjes zijn belangrijk voor ons, zeggen ze. Ze zijn
daarom aan het kijken of de schilders uit Rio en die
uit Philadelphia in de toekomst kunnen samenwerken.
Mensen zeggen ons wel eens, als we een nieuw plan
hebben: dat lukt jullie nooit. Maar wij zijn nooit gestopt met dromen, stelt Koolhaas. Nu willen ze terug
naar Rio. Naar de favela Vila Cruzeiro, waar ze al eerder werkten. De sloppenwijk in de heuvels van Rio
moet van boven tot onder een kunstwerk worden.
www.favelapainting.com

Vous aimerez peut-être aussi