Vous êtes sur la page 1sur 5

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Wouter van Rooij
Klas
B
Stageschool Bloktempel
Plaats
Son
Vak- vormingsgebied: OJW
GESCHIEDENIS
Speelwerkthema / onderwerp: Identiteit

Mentor
Datum
Groep
Aantal lln

Wendy Adriaans
12-4-2016
3
24

Persoonlijk leerdoel:
Gedurende mijn les ga ik de band tussen leerlingen versterken door een coperatieve werkvorm in te zetten.
Gedurende mijn les ga ik de samenwerking in de groep verbeteren door feedback te geven op het samenwerken met betrekking op de omgang met
klasgenootjes.
Lesdoel(en) wat wil je aanleren?
Evaluatie van lesdoelen hoe ga je dit controleren?
Je verteld de kinderen hele mooie en interessante verhalen gehoord te hebben.
Productdoel:
vervolgens stel je ze de vraag:
Wat betekend identiteit nou eigenlijk?
Aan het eind van de les weten de kinderen wat identiteit inhoud.
Dit vinden de meeste kinderen een moeilijke vraag maar ze kunnen dit samenvatten als
iets dat wat over jezelf zegt.
Procesdoelen:
Vervolgens ga je ze vragen hoe het praten ging. Dat doe je door eerst te vragen wat er
goed ging, dan of er iets beter kan de volgende keer en af te sluiten met de vraag wat ze
Gedurende de les werken de kinderen aan hun groepsband door te heel fijn vonden tijdens de les.
luisteren naar elkaars verhalen en zich in te leven in de gevoelens
van een ander.

Beginsituatie, wat kunnen ze al? Wat ga ik doen om net een stapje verder te gaan? ( groep, voorkennis, actualiteit, instrumentarium, didactische werkvormen.)
Groep:
De groep is erg ijverig en gedurende uitleg vaak betrokken. Wanneer ze te lang moeten luisteren raken ze afgeleid. Verder zijn ze tijdens activiteiten erg betrokken bij
de les en nemen een actieve participerende rol in de les.
Voorkennis:
De kinderen weten nog niet wat identiteit is. Ze nemen een voorwerp mee dat iets over zichzelf verteld en leggen het verhaal uit aan hun klasgenootjes. Ze kennen het
verhaal al en kunnen het aan klasgenootjes duidelijk maken.
Actualiteit:
Elk kind verteld iets dat aansluit bij hun leven. Het is als het ware een grote gebeurtenis geweest voor het kind en sluit daarom aan bij de actualiteit.
Instrumentarium:
De kinderen nemen zelf een voorwerp mee. Ik laat de klas in een kring zitten. Zo hebben ze goed zicht op elkaar en kunnen ze zich niet verschuilen achter hun
tafeltje.
Didactische werkvormen:
Gedurende deze les leren de kinderen door als een groep te werken. Ze luisteren naar elkaar en leren zo van elkaar wat identiteit betekent. Het is dus een
coperatieve werkvorm.
Lesverloop
Tijd

Leerinhoud Didactische handelingen


Leraar
2 minuten
Organisatie Stuur de leerlingen aan in een kring te gaan
zitten en laat ze hun voorwerp erbij pakken.
8 minuten
Instructie
De docent legt aan de leerlingen uit wat ze
gaan doen. Namelijk het verhaal dat achter hun
voorwerp ligt vertellen. Aan de hand van deze
verhalen moet het begrip identiteit beetje bij
beetje duidelijker worden voor de kinderen.
Om de opdracht duidelijk te maken begint de
docent met een verhaal.
40 minuten Verwerking De leerkracht laat de leerlingen hun verhaal
vertellen. Let hierbij op de reactie van de
kinderen. Zo komen vragen pas na het verhaal
en negatieve commentaren of dergelijk
ongewenst gedrag moet per direct onderbroken
worden. Wanneer een leerling een persoonlijk
verhaal verteld openbaart het kind zijn of haar
identiteit. Dit is een kwetsbare situatie en moet
met respect behandeld worden.

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en), reactie
De leerlingen gaan in een kring zitten en pakken hun
voorwerp erbij.
De kinderen luisteren naar de instructie. Langzamerhand
gaan ze voor zichzelf al na wat ze zullen vertellen over het
voorwerp.

Materialen / Organisatie
De kinderen zitten in een
kring.
De kinderen zitten in een
kring.

De kinderen vertellen hun verhalen en luisteren naar die van De kinderen zitten in een
anderen. Enkelen leerlingen zullen een reactie geven op
kring.
een verhaal die negatief is. Deze wordt dan per direct
onderbroken. Ook zullen kinderen gedurende het verhaal
vragen willen stellen. Ze steken dan hun vinger op en
mogen pas naderhand een vraag stellen.

5 minuten

/---/

5 minuten

Afsluiting en Je verteld de kinderen hele mooie en


evaluatie
interessante verhalen gehoord te hebben.
vervolgens stel je ze de vraag:
Wat betekend identiteit nou eigenlijk?
Dit vinden de meeste kinderen een moeilijke
vraag maar ze kunnen dit samenvatten als iets
dat wat over jezelf zegt.
Vervolgens ga je ze vragen hoe het praten ging.
Dat doe je door eerst te vragen wat er goed
ging, dan of er iets beter kan de volgende keer
en af te sluiten met de vraag wat ze heel fijn
vonden tijdens de les.
Klaar?
Je kunt als klaar opdracht de kinderen het
begrip identiteit trekken op Nederland. Wat is
nou de identiteit van Nederland? laat de
kinderen dit in tweetallen bedenken en
vervolgens vertellen wat zij daarbij horen
passen. Laat ze een voorwerp noemen zoals
een molen of kaas of iets dergelijks.
Opruimen
Stuur de kinderen aan de tafels weer terug te
zetten in de originele positie

De kinderen luisteren naar de afsluiting van de les.


Vervolgens evalueren ze de lesdoelen door de vragen van
de docent te beantwoorden.

De kinderen zitten nog in


de kring maar schuiven na
de les hun tafeltjes weer
terug in de originele
positie.

De kinderen werken in tweetallen aan de klaar opdracht en


verwerken de kennis over het begrip identiteit nog verder.

De kinderen zitten hier nog


in hun kring.

De kinderen zetten de tafels weer terug.

De kinderen zetten de
tafels weer terug.

Persoonlijke reflectie

Feedback mentor (inclusief handtekening)


Datum:

Vous aimerez peut-être aussi