Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e)
Wouter van Rooij
Mentor
Klas
B
Datum
Stageschool Bloktempel
Groep
Plaats
Son
Aantal lln
Vak- vormingsgebied: Rekenen
Speelwerkthema / onderwerp: Meten, voorwerpen meten zonder meetlint.

Wendy Adriaans
12-4-2016
3
24

Persoonlijk leerdoel:
Gedurende mijn les ga ik de band tussen leerlingen versterken door een coperatieve werkvorm in te zetten.
Gedurende mijn les ga ik de samenwerking in de groep verbeteren door feedback te geven op het samenwerken met betrekking op de omgang met
klasgenootjes.
Lesdoel(en) wat wil je aanleren?
Evaluatie van lesdoelen hoe ga je dit controleren?
Productdoelen:

Aan het eind van de les kunnen de kinderen een meetlint of liniaal
vervangen door lichaamsdelen.

Aan het eind van de les kunnen de kinderen voorwerpen meten

zonder meetlint.

Procesdoelen:

De kinderen werken aan hun samenwerkingsvaardigheden met

betrekking op omgang met klasgenootjes. Dit doen zij door de
regels toe te passen.

De kinderen werken aan een band met hun klasgenootjes door

elkaar te helpen gedurende coperatieve werkvormen.

Gedurende de les evalueer ik de productdoelen door te observeren en eventueel

aan de kinderen te vragen hoe ze hun lichaam kunnen gebruiken om een
meetlint of liniaal te vervangen.

Ik evalueer of ik de kinderen de procesdoelen bereikt heb door aan het eind van
de les een klassikale reflectie te doen met de kinderen. Hierop geven ze zichzelf
samen met mij feedback die ik stuur zodat het volgens de sandwich methode
gegeven wordt.

Beginsituatie, wat kunnen ze al? Wat ga ik doen om net een stapje verder te gaan? ( groep, voorkennis, actualiteit, instrumentarium, didactische werkvormen.)
Groep:
De groep is erg ijverig en gedurende uitleg vaak betrokken. Wanneer ze te lang moeten luisteren raken ze afgeleid. Verder zijn ze tijdens activiteiten erg betrokken bij
de les en nemen een actieve participerende rol in de les.
Voorkennis:
De kinderen weten al hoe je voorwerpen kunt opmeten. De termen lengte, breedte en hoogte zullen voor sommige leerlingen nog lastig zijn, terwijl andere leerlingen
deze wel al kennen. Ik ga de zone van naasten ontwikkeling bij de leerlingen prikkelen door voorwerpen op te gaan meten zonder meetlint. Ze zullen niet alleen hun
eigen lichaam, maar ook dat van een groepsgenootje moeten gebruiken in sommige gevallen.
Actualiteit:
De kinderen zijn op dit moment in de groei. Het ene kind is al langer dan het andere. Ze zullen erachter komen dat een tafel soms twee kinderen lang is, terwijl het met
andere kinderen drie kan zijn.
Instrumentarium:
Als concreet materiaal gebruik ik de leerlingen zelf. Concreter kan bijna niet.
Didactische werkvormen:
om verschillende objecten op te kunnen meten zullen de leerlingen samen moeten werken. Ze zullen alle handen bij elkaar moeten leggen, of alle voeten , etc. Ik
gebruik hier dan de coperatieve werkvorm.

Lesverloop
Tijd

Leerinhoud Didactische handelingen

Leraar
Introductie
De leerkracht introduceert de les en het
onderwerp.
Ohoh.. ik ben mijn liniaal vergeten. Hoe
kan ik nu meten hoe hoog mijn bureau
is?
Je luistert eerst naar de antwoorden van de
groep en gaat er dan pas op in. Dit doe je door
een aantal kinderen voor de klas te roepen. Een
twee of drietal moet genoeg zijn.
Nou, probeer het maar eens. Ik ben
benieuwd hoe hoog het bureau is.
Laat de kinderen meten en bespreek de
uitkomst.
Zo dat is handig, nu weet ik dat mijn
bureau ongeveer 12 handen hoog is. Of
is dat niet handig?
Je bespreekt met de kinderen dat het niet de
beste manier is omdat iedereen andere handen
heeft. Jou handen zijn bijvoorbeeld groter dan
die van je leerlingen. Het is geen accurate
meting maar je krijgt wel een globaal beeld van
de hoogte. Laat de kinderen weer op hun plek
gaan zitten.

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en), reactie
De kinderen activeren de voorkennis. Ze horen de term
meten en weten al dat ze ergens een maat van moeten
gaan weten. Ze bedenken zich dat het meten niet perse met
een meetlint of liniaal moet. Het kan namelijk ook met je
lichaam. Ze leren al dat het geen accurate vorm van meten
is maar wel een globaal beeld schetst.

Materialen / Organisatie
De klas zit hier aan hun
tafeltje in de normale
opstelling.

Instructie

Verwerking
van de
opdracht

reflectie

De leerkracht legt de opdracht uit.

Je gaat straks in groepjes een aantal
voorwerpen in de klas meten. Je schrijft
achter elk voorwerp de maat op,
bijvoorbeeld bureau= 12 handen. Je
hoeft niet perse met je handen te meten
maar mag elk lichaamsdeel gebruiken.
Vervolgens verdeel je klas in groepjes. Zet in
elk groepje minstens 1 zwakke en 1 sterke
leerling. Hierdoor kunnen de sterke kinderen de
zwakkere en middel leerlingen helpen waardoor
het leerrendement groter wordt.
De kinderen maken de opdracht. Ze leren van
elkaar en moeten samen verschillende objecten
meten. Hierbij hebben ze meerdere handen,
voeten, benen, armen, etc. nodig. Hierdoor
wordt de samenwerking groter en de onderlinge
interactie dus ook.
Aan het eind van de les reflecteer je met de
kinderen hoe het samenwerken gegaan is.
Hierbij moet je letten op het productdoel, maar
besteed de meeste aandacht aan de
procesdoelen. Je kunt deze niet zien, maar laat
de kinderen vertellen hoe het samenwerken is
gegaan. Dit kan je sturen door vragen te stellen
als: hoe is het samenwerken gegaan? En heb
je gelet op de regels? Heb je iemand geholpen?
Hoe ging dat? En vervolgens kan je hierop
ingrijpen en ze feedback geven. Geef dan bij
gewenst gedrag een compliment en bij
ongewenst gedrag een tip.

De kinderen luisteren naar de instructie. Wanneer deze over De kinderen zitten hier in
is worden ze verdeeld in groepjes en schuiven ze hun
het begin aan hun tafeltje
tafeltje in groepjes.
in de normale opstelling en
eindigen in groepjes.

De leerlingen meten verschillende objecten in door samen

te werken. Ze moeten overleggen en leren samen te
werken.

De kinderen zitten deels

aan hun tafeltje in het
groepje en lopen deels
rond door de klas.

De kinderen reflecteren op een door jou gestuurde manier

op hun samenwerking. Doe dit consequent. Stel eerst
positieve vragen, bijvoorbeeld wat ging er goed. Vervolgens
vraag je wat ze niet zo goed vonden gaan en geef je tips en
je eindigt met een compliment. Op deze manier hebben de
kinderen op zichzelf gereflecteerd met een
sandwichmethode in de feedback die ze zowel van zichzelf
als van jou krijgen.

De kinderen zitten hier

weer aan hun tafeltje in de
normale opstelling.

Persoonlijke reflectie

Feedback mentor (inclusief handtekening)

Datum: