OGP3

Format voor sterkte-zwakte-analyse bij lesontwerp

Domein: Taal Rekenen/ wiskunde OJW BVO*
*omcirkel wat van toepassing is

B1. Leerdoelen
stellen
De student kiest in zijn
lesontwerp voor
passende leerdoelen
(proce- en prodcut) die
aansluiten bij leeriljnen
en het bestaande
onderwijsprogramma
van de stagegroep.

Wat ging goed?

Wat mag beter?

Dit vond ik vrij makkelijk. Ik heb

gekeken naar wat de leerlingen deze
les precies gingen doen vanuit daar
heb ik de leerdoelen geformuleerd.
Omdat de leerlingen niet alleen naar
mij maar ook naar elkaar gingen
luisteren heb ik dit meegenomen als
procesdoel. Ik ben op Tule gaan kijken
welk kerndoel er paste bij deze les, dit
was kerndoel 37.

Meteen aangeven of
het gaat om een
proces of een
productdoel. Dit heb
ik pas erbij gezet na
aanleiding van de
feedback.

De leerdoelen van deze les waren:

- De leerlingen kunnen aan het einde
van het verhaal de hoofdgedachte
benoemen, waarbij ze de waarden en
normen eruit kunnen halen.
(productdoel)
- De leerlingen kunnen aan de hand
van een mindmap vertellen wat
belangrijke waarden en normen voor
hun zijn. (productdoel)
- De leerlingen gaan oefenen met naar
elkaar te luisteren en met respect naar
elkaar om te gaan. (procesdoel)
De leerlingen zijn tijdens deze les
bezig aan kerndoel 37 : de leerlingen
leren zich te gedragen vanuit respect
voor algemeen aanvaarde waarden en
normen.
B3. Leeractiviteiten
begeleiden
De student toont aan
dat hij in staat is om in
de lesuitvoering
coperatieve
wervormen te

Ik gebruik in deze les geen

coperatieve werkvorm. De leerlingen
gaan aan het einde van de les wel
normen en waarden met elkaar
bespreken.
Ik ben de les begonnen met de uitleg

hanteren. De student
toont aan dat hij
leerilngen hulp biedt bij
het leerproces,
rekening houdend met
de kenmerken van de
groep. Hij bevordert de
samenwerking tussen
leerlingen en de
redzaamheid van
individuele leerlingen.

over waarden en normen. Wat zijn dit

nou precies en weet iemand er al iets
van. Na deze uitleg heb ik een tekst
voorgelezen waarbij de leerlingen de
waarden en normen moesten vinden.
Deze hebben we besproken.
Zodra we alles hadden besproken zijn
de leerlingen voor zichzelf gaan
opschrijven wat ze belangrijke
waarden en normen vinden. De
leerlingen hebben dit toen in het
groepje besproken.
Aan het einde van de les heb ik samen
met de leerlingen de opgeschreven
waarden en normen besproken.

A3. Leiding geven

aan het
groepsproces
De student toont dat hij
samenwerking leren
tijdens de
onderwijsactiviteiten
bevordert en laat
expliciet zien dat hij
kinderen aanspreekt op
gedrag, hen positief
stimuleert en zicht
houdt op alle
groepjesleerlingen.

Ik heb tijdens het maken van de

opdracht rondgelopen om te kijken of
het bij iedereen lukte. Ik heb
eventuele vragen beantwoordt en ben
in gesprek gegaan met de leerlingen
waarbij ik aparte waarden en normen
zag staan.

A4. Interactie
aangaan met de
groep
De student toont aan
dat hij vanuit een
onderzoekende
houding gesprekken
voert met de leerlingen
door actief te luisteren.
De student evalueert
de onderwijsactiviteiten
met kinderen en hij
geeft feedback aan

Ik heb de woorden die zijn

opgeschreven aan het einde van de
les besproken met de klas. Wanneer
iemand iets wilde vertellen heb ik
hiernaar geluisterd.

Ik heb aan het einde van de les

benoemt hoe goed de leerlingen
hebben meegedaan.

Ik heb verteld hoe goed ik de

leerlingen vond werken tijdens deze
les en over de resultaten.

Een werkvorm
zoeken waarbij ik de
antwoorden op een
leuke manier
aanbiedt.

leerlingen op het
samenwerkingsproces
en/of op de gestelde
doelen.
B2 Leeractiviteiten
ontwerpen
De student toont in het
ontwerp aan dat hij
coperatieve
werkvormen hanteert.
De student maakt
zichtbaar dat hij voor
aanvang van de
lesactiviteiten
benodigde materialen
en leermiddelen klaar
zet.

Ik heb deze les zelf ontworpen. Omdat

ik wist dat de leerlingen nog niks
wisten over levensbeschouwing heb ik
dit eerst besproken. Ik heb er daarom
ook voor gekozen om zelf een verhaal
te schrijven over waarden en normen
omdat ik op deze manier de les koppel
aan de belevingswereld van de
leerlingen.
Ik heb ervoor gezorgd dat ik het
verhaal voordat de les begon had
gemaakt. Verder heb ik gezorgd voor
de grote vellen papier waarop ze de
waarden en normen gingen schrijven.

Kijken of ik in het
vervolg een verhaal
kan vinden over
waarden en normen.
Omdat ik er dit keer
vrij laat aan begon
kon ik zo snel niks
vinden waardoor ik
op school nog een
verhaal heb bedacht.