Inviting wan cen Quality Performance Contsol Systecmy — ISO24—1
Inrichting van een Quality
Performance Control
Systeem
Ir. J. Bais
Inleiding 5021-1
Geautomatiseerde hulpmiddelen 1021-2
Kowvaliteitsmeetsysteem 15021 2
Conditieschaal 15021- 3
Conditiemeting gebruikmakend van gebre-
kenopname Is02l- 4
Intensiteitscore 15021- 5
Ernstklasse 15021- 6
Gebrekklasse 13021- 6
Berekening gebrekconditie 13021- 6
Maatregelkeuze achterat 15021~ 9
Risicomeetsysteem 15021- 9
Herstelprioriteit 15021- 9
Risicoaspecten 1502110
Risicoscores 15021-11
Genormeertle gebrekentijsten 15021-11
Afstemmingsinstrument 1502-13,
Het afstemmingsschema 15021-13
De aspeetprioriteiten-matris 35021-14
Doorschuifmechanisme in planning 15021-16
Instellen van de ap-matrix 15021-16
‘Monitoringinstrument 1502-18
Operatioasle monitoring 15021-18
Tactische monitoring [5021-18
Strategische monitoring 15021-18
Literatur 15021-19
1. Inleiaing
In artikel 15020 is het instrumentarium beschreven dat nodig is voor
het maken en beherea van prestatieafspraken en de eisen die dit stelt
aan de informatievoorziening, Het prestatieconcept van inspectie,
28 Oderbodamanaenen september 2001 veo15021-2 —_nvichting van een Quality Performance Control Systeem
planning en programmering tot en met de contractering werd stap
‘Yoor stap uitgewerkt. Ook werd een praktische leidraad beschreven
die bij het afsluiten van een prestatiecontract kan worden gevolgd.
In dit artikel wordt de inrichting van een Quality Performance Con-
trol System beschreven.De diverse onderdelen van zo’n systeem
komen achtereenvolgens aan de orde: een kwaliteitsmeetsysteem,
een risicomeetsysteem, een afstemmingsinstrument en een monito-
ringsinstrument,
Geautomatiseerde hulpmiddelen
Prestatiegericht werken is meer dan alleen een afsprakenkader ont-
wikkelen. De benodigde basisgegevens waarover afnemer en leve-
rancier dienen te kunnen deschikken, moeten eenvoudig uitwissel-
baar en voor beide partijen eenvoudig digitaal toegankelijk zijn. Na
het uitvoeren van cen nulmeting om de startkwaliteit vast te stellen,
dienen beide partijen kosten, kwaliteit en risico’s op een eenduidige
en heldere manier op clkaar af te kunnen stemmen. Zonder een ge-
automatiseerd hulpmiddel js dit nauwelijks mogelijk. Ten slotte is
het nodig dat tijdens de duur van het contract het proces ,,gemoni-
tord” kan worden. Ook hierbij is geautomatiseerde verwerking on-
ontbeerlijk
De software die nodig is om prestatie-overeenkomsten te beheren
wordt ook wel met de term , Quality Performance Control System”
of kortweg ,QPC” aangeduid. De insichting van een QPC is nodig,
om contractpartijen efficiént te kunnen laten samenwerken,
Fen QPC bestaat uit de volgende onderdelen:
— een kwaliteitsmeetsysteem;
een tisicomeetsysieem;
— een afstemmningsinstrument;
een monitoringsinstrument,
3. Kwaliteitsmeetsysteem
Hot kwaliteitsmeetsysteem vormt de ruggengraat van een QPC. Bin-
nen dit meetsysteem dient de benodigde informatie verzameld te
worden om kwalitets- en risico-status zichtbaar te maken. Verder
dient het kwaliteitsmeetsysteem:
1. een basis te vormen voor het maken van kosten- en kwaliteits-
afspraken;
38 Oxteboatsmanagenet sper 20hlnrichting van ven Quality Performance Control Systeem — 1S0Z1-3,
2. convoudig hanteerbaar te zijn;
3. een duidelijk kader te bieden naar de opdrachtgever voor het
plannen en uitvoeren van herstel- en vervangingsactivitetten;
4, monitoring van het onderhoudsproces mogelijk te maken
3.1, Conditieschaat
De Kern van cen kwatiteitsmeetsysteem bestaat uit kwaliteitsmeet-
lat, De inmiddets wijdverspreide 6-puntsconditieschaal, waarbij con-
ditie I staat yor nieuwbouwkwaliteit en 6 voor slooprip is bet
voor geschikt. Zie fguur |
| matig slecht
| 5) 6
zeer zeer
matig } slecht slecht |
pect ents cepa
Higuue 1, Condiieschaal
Conditie 1: geen gebreken [Goed}
Nieuwbouwkwaliteit op basis van een gedegen ontwerp, uitvocring
en materiaalkeuze,
Conditie 2: lichte veroudering [Redelijk}
Invloeden vanuit gebruik, weer en wind manifesteren zich in lichte
mate, Het bouwdes\/-element is ,ingelopen”, de ,nieuwigheid” is er
duidelijk af. Puncticvervuiling is zonder meer gewaarborgd.
Conditie 3: eerste gebreken [Matig]
Invloeden vanuit gebruik, weer en wind manifesteren zich ia de eer-
ste gebreken zoals houtrot, corrosie, en dergelijke, Het veroude-
ringsproces is over vrijwel de gehele linie duidelijk op gang geko-
men,
38 Ondrtowismsngeent seen: 201 vont1502-4 Jarichting van een Quality Performance Contest Systeom
Conditie 4: duidetijke gebreken Zeer matig]
Het veroudetingsproces heeft het bouwdeel/-element duidetijk in
zijn greep. De beste tijd is vaorbil; het einde nadert. Storingen ia de
functievervulling komen plaatselijk voor en/of zijn reeds meerdere
malen voorgekomen.
Conditie 5: einde levensduur situatie [Sleche}
Het verouderingsproces is min of meer onomkeerbaar geworden.
Rogelmatig komen ernstige gebreken voor. De functievervulling van
het totaal is niet meer gewaarborgd. Het einde is in feite bereikt.
Conditie 6: werking niet langer gewaarborgd
(slooprip) [Zeer slechi}
Het verouderingsproces is dusdanig gevorderd dat sprake is van
voortdurende storing in de functievervulting van het bouwdeel/ele-
ment.
3.2. Conditiemeting gebruikmakend van gebrekenopname
De vasistelling van een conditiescore gebaseerd op een enkelvoudig,
gebrek is een praktisch hulpmiddet voor de inspecteur/planner om.
achteraf een passende maatregel te kunnen vaststellen. De inspec-
teur volstaat met het opgeven van het geconstateerde gebrek met
bijbehorende gebreknoeveelheid. Voor deze hoeveelheid bepaalt hij
de gebrekintensiteit. De afgeleide vonditie ~ die in het vervolg de
gebrekconditie heet ~ wordt in afzonderlijke stappen achteraf bere-
kend.
1. Br wordt een gebrek geconstateerd.
2. De bijbehorende gebrekhoeveelheid wordt vastgesteld (afhian-
Keli van de hoeveetheid van het elernent dat bij dit gebrek be~
trokken is).
3. De intensiteit van het gebrek wordt vastgesteld (O=niet van toe-
passing, 1= beginnend, 2 = in ontwikkeling, 3 = eindstadium)
Deze werkwijze leidt tot cen simpele en helder overdraagbare con-
ditiemeting, gebaseerd op een gebrekenopname, De gebrekconditic
wordt achteraf berekend gebruikmakend van de ernst- en intensi-
teitklasse van het gebiek.
Opmerking
De direct van een gebrek afgeleide gebrekconditie moet niet verward
worden met de gemiddelde overall conditie van een complete ver-
zameling elementen. Op managementniveau is men voornamelijk
8 Ondehoudemanngent_ tenia 2AThvcnting van eon Quality Performance Conteol System — 150215
geinteresseerd in deze gemiddelden. Incidentele uitschieters binnen
cen verzameling zijn minder interessant. Op uitvoerend niveau is
men hier juist wél in geinteresseerd, Het gaat hier om het probleem,
otimmersysteem” versus ,beleidsmatige opname”. In een timmer-
system moet je precies weten wit, waar on in welke omvang iets
gedaan moet worden. Dit vraagt om een andere benadering waarbij
‘ook gebreken, omvang, plats en intensiteit nauwkeurig vastgelegd
moeten worden,
Bij het vaststellen van cen gebrekconditie wordt slechts én gebrek
herleid tot én conditiescore. De beschouwde hoeveelheid waarop
het_gebrek en de gebrekconditie betrekking hebben, blijven het
zelfde. In het tweede geval worden meerdere gebreken ~ die even-
tueel betrekking kunnen hebben op afwijkende hoeveetheden en
meerdere subelementen met eventueel verschillende dimensies — her-
eid tot én gemiddelde conditiescore. Het mag duidelik zijn dat dit
~ in tegenstelling tot de vaststelling van een gebrekconditie ~ een
veel complexere opgave is.
Parameters dic bij het vaststellen van de gebrekconditie een rol spe-
Ten zijn:
intensiteitscore;
cernstklasse;
~ gebrekklasse,
3.3, Intensiteitscore
De intensiteit vertelt ons iets over de mate waarin een gebrek ont-
wikKeld is over het opperviak of het aantal dat in beschouwing ge-
nomen wordt. De intensiteitscore is een opname-parameter die door
dle inspecteur moet worden opgegeven. De volgende intensiteitsco-
res worden onderscheiden, Zie tabel |
Tabel 1. Intensiteitscores.
Incensi- | Ontwikkelings- | Toolichting
teitscore | fase
f Beginnend | Nauwelijes viehtbare aantasting,lichte veroudering
2 In ontwvikkeling | Duidelik in ontwikkeling over beschouwd oppervlak
indstadium | Bijna geheet ontwikkeld over beschouwd oppervink
oerhousmamigenenl_ sponse 2001 esa150216 Invichting van een Quality Performance Control Systeem
3.4. Emstklasse
Nict alle gebreken met cen identieke gebrekhoeveetheid en imensi-
teit resulteren in een gelijke gebrekconditie. Dit komt omdat niet
alle gebreken een gelijke zwaarte of gewicht hebben. Het gewicht
van een gebrek wordt door de bijbehorende ernstklasse bepaald, De
erst-parameter vertelt ons iets over het effect dat een gebrek op de
Jevenséuurbetindiging van cen element kan hebben. Dit effect wordt
vooraf vastgelegd. Het betreft hier dus geen opname- maar een nor-
meringsparametes.
Er worden drie klassen onderscheiden:
Emst = 3
Het desbetreffende gebrek kan uitontwikkeld (d.w.z. met een inten-
siteit 3) leiden tot levensduurbedindiging (conditie 5),
Emst = 2
Het desbetreffeade gebrek kan uitontwikkeld (d.w2. met een inten-
siteit 3) leiden tot substantiéle aantasting van het element (conditie
4).
Ernst = 1
Het desbetreffende gebrek kan uitontwikkeld (d.w.z. met een inten-
siteit 3) leiden tot een zichtbaar gebrek aan het element zonder dat
er sprake is van een substantiéle aantasting (conditie 3).
3.5. Gebrekkiasse
Normeringen worden binnen een Quality Performance Control Sys-
tem vastgelegd in genormeerde gebrekenlijsten. Bij de vulling van
deze lijsten zijn de gebreken vooraf in een tiental gebrekklassen ge-
rubriceerd. Iedere gebrekklasse is standaard gekoppeld azn een be-
paalde ernstklasse, zoals figuur 2 laat zien.
3.6. Berekening gebrekconditie
De gebrekconditie wordt nadethand berekend vanvit de intensiteit-,
ernst-en gebrekklasse van een gebrek, Zoals vit figuur 3 blifkt kun-
nen alleen ernstige gebreken leiden tot cen levensduurbedindiging,
van het element (conditie 5 of 6)
(Om deze rekensystematiek te illustreren, wordt hierna een praktijk~
voorbeeld uitgewerkt,
Rekenvoorbeeld: gemetselde gevel
Gemetselde gevel: 3400 m? (totale hoeveetheid over hele object)
3 Ostuhoudanangenent tember 20:Tnrichting van een Quality Performance Control Systoem — 1SO21-7
are ie ce gee ea wn a
1 paetente seed eat ia: Seems oe
sir comer a
2) ratnesamang (eigen, cockesas te
Seapiteocegend
i pr ee on adele me
a wiainieserscns nates Baania enn meses
Sessa eee ee
st a een vi ne
4) econ scab screens sa
Toaegemer
"pi
|
i 5] catenin Soeaiiaa Spe cee
store
Geib ein opi rab
unvaicooeticensig | fara orton dice seg ant
san
Ti
ices anne aa epee omar
ecceate ey meena ae
Sind gece
Sieceectean tae a a ecomet
Giana ogee an-op oteaRe
Braces nas oaswmenloe
‘tye
Sam ein maRR ERT
0] crtaiecsetainewaretn | Serenenan cre kosaeas
Sic tnt emote
Speen
i
i
i
i
i
Figur 2. Oversicht gebreksklasse gekoppelé aan ernsiklasse
Gebrekenkiasse Oo
1 Pia une
2 Gansiuchove samernong Tat
4 Nteoo! rire antag ret
£ Voldoon san epeneuing
5 Crdersrlntvertingen riper
(atteaater pate stating tet
7 enigitscanglatcenngvrserena Tet
2 Verutngyericuing
9 Narsinie Douw on detail
LIfe | 0 Grtrokondlovealiga lomerten
Sats
Figuur 3. Berekering gbrekcondite,
De volgende gebreken worden geconstateerd:
= phiatselijk afwezig voegwerk kopgevel zuidzijde;
~ graffity ter plaatse van gemetselde entree achterziide.
3 Ondctoutanangsnent septate 200) sat1S2E-8 —Ivichting van cen Quality Performance Control Systesm
De gebrekenregistratie vindt als volgt plaats
Gebrekenregistratie
Gebrek 1
Element: Voegwerk gevelmetselwerk
Gebrek Afwezig voegwerk
Inspectiehoeveelheid: 200 m*
Locatie: Gevelmetselwerk kopgevel
Intensitet: 2 (in ontwikkeling over bovenste deel van
gevelviak)
Omvang: 50% (van 200 mm?)
Gebrek 2.
Element: Gevelmetselwerk
Gebrek: Graffiti
Inspectichoeveelheid: 20 m? (oppervlak beklad)
Locatie: Metselwerk begane grond ter plaatste van
entree achterzijde
Intensiteit: 3 (eindstadium)
Omvang: 100% (van 20 m?)
De conditievaststelling kan ner direct uit de intensiteit en de ernst
van het geconstateerde gebrek worden afgeleid, In tabel 2 is de re-
suterende condiviescore vastgesteld voor de tien verschillende ge-
brekenklassen die worden gehanteerd.
mens
ox Ena] ii] 1-2] =o
1 [pantaingpararetnete | a | 3 | | 5
Zconsrctive eben [a] 3 al | (tecmmmcoome
3 |Malfealniensixe getclon [3] 8 a TS], “sgeed voven
[eidoot it aan egsineng | 3 [se | 8)”) wld knstende
Seeorkenawekrgscag [2 [2] 3 | «| | ‘epaletsonce
3 [Matereaionperaxte orbrken| @ [2] 3 | 4 cotomde.
7 [stoode wating LPS La] Cont intense
@ | Esthetische gebreken 1 t[2[3 Emst
| Marge boaw apt fe ps
10 [Onivekerdalvenaligo deen [TTP 213
Tabel 2. Vastteling condiiescore
38 Onderhoudonangenentsetenber 20Inciting van eon Quality Performance Control System — 1S021-9
Afgeleide gebrekcondities in het voorbeetd xia nu
Conditie voegwerk 100 m? kopgevel =
Iniensiteit + Ernst - 1 = 243-134
Conditie metselwerk entree 20 m’
Intensiteit + Ernst= T= 341-153
De hier vastgestelde conditiescores ain pure, zuivere scores «lie
rechistreeks voor de maatregeltoekenning achteraf kunnen worden
gebruikt,
37. Maatregelkeuze achteraf
De maatreyelkeuze die achteraf plaatsvindt kan qua aard en om-
vang gebaseerd worden op de door de inspecteur vastgelegde gebre-
komvang en de berekende gebrekconditie. Tabel 3 kan bijvoorbeeld
als leidraad dienen.
‘Tabel 3° Keuze en omwang maatregeltype.
Gemeton pure” conditie | Maatregetype Kostnindicate
f Geen W
2 Preventiefonderhoud 210 Hh
3 Onderhouds-iroinginasbeurt | 2 tot 5%
4 Repataticbeurt $101 0%
5 Inograle vervanaing 100%
le Intograle vervanging 100%
Gebruikmakend van tabel 3 leidt het gebrek aan het voegwerk tot
de volgende maatregelformulering:
Conditie voegwerk 100 m* kopgevel =
4. Reparatiebeurt over 100 m*
Conditic metselwerk entree 20 m? =
3 Reinigingsbeurt over 20 m*
4. Risicomeetsysteem
4.1. Herstelprioriteit
Het uitvoeringstijdstip van gekozen herstelmaatregelen dient op de
herstelprioriteit van geconstatcerde gebreken gebaseerd te worden,
M Onwetiousmmigsnent spt 2007 wan18 Contr Systeem
15021-10 ting van een Quality Perfo
Tijdens de inspectie wordt daarom niet alleen kwalitstieve informa-
tie (gebreken, condities) verzameld, maar ook aanvullende informa-
tie (Fisieoscores) waarmee achteraf een prioriteitscore kan worden
vasigesteld. Zoals de gebrekconditie bepalend is voor de aard
een ingreep, 20 is de prioriteitscore bepalend voor het tijdstip van de
ingreep. Fen kwaliteitsmeetsysteem richt zich op het verzamelen van
teas
aspecten +[273[4|5[6|7[8]9
[vetighoiaigazondhers Spt
Jcunumistonscne waarde
feearteprovas
Wering/gsbrukawaarde
Betvingswaarce
Finance motievertinarkt
Teawisohe movieven
Reseigeving
[ervlgrchage
Maritetfisica
> Grote kane op beinvloosing
Gerings kans op buinvoeding
Not van toepacsing
igur Fe Acpectpnoriteiten matrix
rire
oog_ PO sag
specter 7[213]4[5[6]7 [819
[aignoia/Geeonahad ¥
[Gutuuristorscne waarde ‘J
[Besiieproces i
Wering/gebr owaarde 7
Belovngswaerae
Fnancisle motievenrnare
Hrechriscne motleven
FResetoeven
Vervlgscnade
Figur 8: Aspectprioviteten mat ix.
De invloed van cen gebrek ten opzichte van elk van de genoemde
aspecten wordt vastgesteld met een cijfer 3 tot | (zie hiervoor). Voor
elk van deze aspectscores wordt in de ap-matrix vasigelegd welke
prioriteit daaraan moet worden toegekend: | is de hoogste en 9 is de
laagste prioriteit. In figuur 7 zijn de risicoscores (in navolging van de
Red) aancensluitend op de priositeitsschaal geprojecteerd. Dit be-
hoeft echter niet per se zo plaats te vinden, Aspectscore | van een.
8 Onlrhoulsnigemestseptnder 2901 sont1302118 nvchting van eon Quality Pecormance Control Systeem
bepaald aspect kan voor bepaalde handelingen en ¢lementen heel
goed een veel lagere prioriteit krijgen dan aspectscore 2 van een vol.
end aspect. Ook de volgende indeling is daarom zeer goed denk-
baar (Gguur 8).
5. Monitoringinstrument
Monitoring vindt plats op zowel het operationele, tactische als het
strategische niveau van een organisatie, Op het operationele beheer-
niveau wordt de kwaliteit van afzonderlijke elementen gemonitord,
op het tactische niveau de kwaliteit van elementverzamelingen en op
het strategische niveau de kwaliteit van gebouwen en gebouwverza-
melingen.
6.1. Operationele monitoring
Operationele monitoring heeft tot doel om de kwaliteit van indivie
duele elementen te bewaken. Ook biedt operationele monitoring de
mogelijkheid specificke onderhoudsactiviteiten vast te stellen en te
begroten. Dit is met name van belang voor de aansturing van de
uitvoering. Het instrument dat hiervoor ingezet wordt is de gebre-
kenopname.
6.2. Tactische monitoring
Tactische monitoring heeft tot doel om de kwaliteit van element-
verzamelingen te bewaken. Op basis hiervan kan worden bepaald in
hhoeverre de gewenste prestatie binnen een elementverzameling ook
daadwerkelijk wordt gerealiseerd, Ook kan worden bekeken of de
Kosten en kwaliteitontwikkeling aansluiten bij de eisen en wensen
vau de organisatie, Het instrument dat hiervoor ingezet wordt is de
gebrekenopname.
6.3. Strategische monitoring
Strategische monitoring heeft tot doel om het algemene gemiddelde
onderhoudsniveau te bewaken. Het gaat hierbij om een gemiddelde
norm die moet worden gehaald, De basis wordt gevormd door de
gegevens die yoortkomen uit de tactische monitoring. Ten behoeve
van de strategische monitoring wordt uit de beschikbare gegevens
managementinformatie gegenereerd. Deze informatic wordt gepre-
senteerd in de vorm van Key Performance Indicators (KPI's). Op
58 Qotoneimanogemantsetenbe 20Inching van cen Quality Performance Control $
grond van deze geaggregeerde kengetallen (benchmarks) kan het
‘onderhoudsproces op de voet worden gevolgd. Eventuele bijsturin-
gen kunnen hiervan het gevole zijn. De benchmarks geven de ma-
ager ee helicopterview over het geheel. Ook kunnen de effecten
van een mogelijke ingreep voorat goed worden vasigesteld. Indien
bijvoorbeeld tot een grootschalige aanpak van een gebouw wordt
besloten, kan vooraf worden bepaald of de aanpak van voldoende
of te overmatige omvang is om het gewenste en/of verwachte kwa-
liteitsniveau te bereiken. Het ondersteunt daarmee de onderbou-
wing van de besluitvorming.
7. Literatuar
Bais, J. HL, Handleiding meerjaren onderhoudsplanningsprogramma
Primax, januari 2000.
Bais, J. H., ,.Primax Plus Pakket biedt unieke afstemmingsmetho-
dick voor onderhoudsprogranmering”, in: Elementair Software
rniews, 1998, niewwsbulletin 3
Bais, 1. H., ,Zin-en onzin van de geautomatiseerde ondethoudsplan-
ning”, in: Onderhowd en duurzaumheid ~ Methodicken, TU Delft,
Bond voor materiaaikennis, februari 1994.
Bais, J. Hen A. Straub, ,Henden en voeten aan prestatie-overeen-
komsten in het onderhoud”, in; Facility Management Maga-
zine, februari 1999.
Bais, J. H. en A. Straub, ,Onderhoudsplanning beter af te stemmen
op behoefte:, in: Renovatie en Onderhoud, september 1997.
Bais, J. H. en A. Straub, ,Veel onderhoudspakketten blijven in de
bockenkast”, in: Renovatie en Onderhoud, augustss L997.
Behr, F, C., ,Contracteren van onderhoudswerkzaamheden”, in:
Onderhoudsmanagement, december 1996.
Diverse auteurs, Onderhoudsheleid waningcorporaties: Strategisch
voorraadbeleid, stuurinstrumenten en onderhoudscontracten,
Reader ten behoeve van OTB-studiedag, TU Delft, december
1996.
Diverse auteurs, Onderhoudsbeleid woningeorporaties: Strategisch
voorraadbeleid, stwurinstrumenten en onderhoudscontracten.
Reader ten behoeve van OTB-studiedag, TU Delft, november
1999,
Kerklaan, L., Het meten van prestaties met behulp van indicatoren,
httpy/www.management.hpb.net,
Kerklaan, L., Indicatoren: Simpel, Snel en Motiverend, http:lwww.
mamagenent.Apb. net.15021-20 invichting van eon Qua
y Pecformance Control Systeem
Mastenbroek, W., Performance-management, tot mislukken ge~
doemd?, http:hwww xanagement. hpb.net.
Strategisch samenwerken in het bownproces ~ Het prestatiebeginsel:
Begrippen en conteacten, SBR-rappost. Stichting Bouwresearch,
1995,
6 Onsemontinangement september D1