Vous êtes sur la page 1sur 47

reimerswaal

beleidsvisie bedrijventerreinen (2003 – 2015)

opdrachtgever : Gemeente Reimerswaal


nummer : 000717.006622.00
datum : 18 november 2003

opdrachtleider : drs G.F. van Hogendorp


auteur(s) : drs M.H.G.M. van Kralingen
drs J.H.M. Seerden
Inhoud 1

1. Inleiding blz. 3
1.1. Aanleiding en doel 3
1.2. Probleemstelling 4
1.3. Leeswijzer 4

2. Beleidskader 5
2.1. Rijksbeleid 5
2.2. Provinciaal beleid 5
2.3. Gemeentelijk beleid 7

3. De economische structuur van Reimerswaal 9


3.1. Opbouw bedrijvigheid /werkgelegenheid gemeente Reimerswaal 9
3.2. Opbouw bedrijvigheid /werkgelegenheid per kern 10
3.3. Ontwikkeling werkgelegenheid /werkloosheid 13
3.4. Sterkte-zwakte analyse 14
3.5. Bouwstenen voor beleid / gewenste ontwikkeling 15

4. Het aanbod van bedrijventerrein 17


4.1. Definities 17
4.2. Huidige aanbod aan bedrijventerrein 17
4.3. Ontwikkelingen/voornemens uitbreiding aanbod 19
4.4. Aanbod en verouderde bedrijventerreinen 20

5. De vraag naar bedrijventerrein 23


5.1. Behoefte aan bedrijventerrein vanuit de markt 23
5.2. Behoefte aan bedrijventerrein vanuit ruimtelijk of milieubeleid 25
5.3. Behoefte aan bedrijventerrein vanuit economisch beleid 25
5.4. Conclusie behoefte aan bedrijventerrein / bouwstenen voor beleid 26

6. Confrontatie vraag en aanbod 27


6.1. Het aanbod 27
6.2. De vraag 27
6.3. Confrontatie vraag en aanbod 28

7. Ruimtelijk-economisch beleid 29
7.1. Hoofdlijnen ruimtelijk-economisch beleid 29
7.2. Uitwerking per kern 29
7.3. Uitgangspunten landschappelijke inpassing 32

8. Procedure 35
8.1. Inspraakprocedure 35
8.2. Overlegprocedure 36

Kaart:
Bedrijventerreinen Reimerswaal, ontwikkeling 2003-2015 (los bijgevoegd)

Bijlage:
Verslag informatiebijeenkomst 20 november 2002

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Inhoud 2

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
3
1. Inleiding

1.1. Aanleiding en doel

In augustus 1995 is de Beleidsvisie Bedrijventerreinen Reimerswaal vastgesteld. Aanleiding


voor deze beleidsvisie was de noodzaak om te komen tot samenhang en afstemming van het
(bestaande en te ontwikkelen) aanbod van bedrijventerrein in de gemeente. In de beleidsvisie is
op basis van een verkenning van de economische structuur en ontwikkelingen daarin inzicht
gegeven in de te verwachten kwantitatieve en kwalitatieve behoefte aan bedrijventerrein in
Reimerswaal. Dit heeft geresulteerd in het volgende, op het provinciaal beleid afgestemde, lo-
catie- en segmenteringbeleid bedrijventerreinen voor de periode 1995-2005:
- het ontwikkelen van lokale terreinen voor de opvang en ontwikkeling van bedrijven die
naar aard en omvang van de bedrijfsactiviteiten passen bij de diverse kernen;
- het ontwikkelen van terreinen voor specifieke en bovenlokale bedrijfssectoren namelijk
agribusiness bij Kruiningen (Nishoek), aquabusiness bij Yerseke (Olzendepolder), groot-
handels-, distributie- en transportbedrijven bij Rilland (de Poort) en watergebonden bedrij-
vigheid bij Hansweert (Loswal).
Ter uitvoering van dit beleid was in de beleidsvisie een toetsingskader opgenomen op basis
waarvan vestigingsaanvragen van bedrijven beoordeeld konden worden. Tevens was een plan
van aanpak voor implementatie van het voorgestelde beleid opgenomen.

Op basis van het in de beleidsvisie vastgestelde locatie- en segmenteringbeleid heeft in de af-


gelopen periode 1995-2002 de ontwikkeling van bedrijvigheid en bedrijventerrein plaatsgevon-
den. Daarbij kan worden gesproken van voortvarende en succesvolle uitvoering van dat beleid.
Mede onder invloed van de algehele gunstige economische ontwikkeling in die periode is dit lo-
catie- en segmenteringbeleid veel sneller tot realisering gekomen dan voorzien. Het gevolg
daarvan is dat voor een aantal bedrijventerreinen (zowel gericht op de lokale behoefte als op de
specifieke bedrijfssectoren) de grenzen van de huidige beleidsmatig vastgelegde capaciteit aan
bedrijventerrein vrijwel bereikt zijn.

Dit bereiken van de grenzen van het geldende gemeentelijk beleid inzake bedrijventerreinen
noodzaakt tot actualisering van de Beleidsvisie Bedrijventerreinen en het voor de komende
jaren opnieuw richting geven aan het beleid ten aanzien van werken/ bedrijventerreinen. Daarbij
zal ook nadrukkelijk meegenomen moeten worden de beleidsopgave van aanpak van
verouderde bedrijventerreinen en een meer op duurzaamheidsaspecten afgestemde inrichting
van uitbreidingen en nieuwe bedrijventerreinen. Tevens is van belang het in voorbereiding
genomen nieuw ruimtelijk beleid van het rijk (Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening /
Stellingnamebrief).
Voor de gemeente reden om ten aanzien van de kernen in Reimerswaal een duidelijke visie op
de ruimtelijke ontwikkeling van haar kernen vast te leggen in een structuurschets kernen Rei-
merswaal; de actualisering van de Beleidsvisie Bedrijventerreinen vormt daarbij samen met het
nieuwe gemeentelijke volkshuisvestingsplan, waarin het beleid inzake wonen voor de komende
jaren is vastgelegd, de belangrijkste bouwsteen.

Het doel van de te actualiseren beleidsvisie is dan ook meerledig namelijk:


- het actualiseren van het gemeentelijk beleidskader inzake werken/bedrijventerreinen als:
1. onderbouwing voor beheer en aanbod van bedrijventerreinen;
2. ruimtelijke onderbouwing bij bestemmingsplannen;
3. bouwsteen voor de op te stellen structuurschets kernen;
- het bieden van een communicatie- en toetsingskader voor overleg met het bedrijfsleven en
beoordeling van initiatieven en plannen.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Inleiding 4

1.2. Probleemstelling

Op basis van de hiervoor beschreven aanleiding en doelstellingen dient de nieuwe Beleidsvisie


Bedrijventerreinen antwoord te geven op de volgende vragen:
- wat is de gewenste ruimtelijk-economische ontwikkeling van Reimerswaal?
1. continueren van het geldende locatie- en segmenteringbeleid?
2. wijzigen /aanpassen van het beleid inzake bedrijvigheid?
- welke behoefte aan bedrijventerrein komt voort uit de gewenste ontwikkeling (omvang,
segmentatie en locatie)?
- wat zijn de ruimtelijke consequenties van de confrontatie van de ruimtebehoefte met de
aanwezige en geplande bedrijventerreinen?
- wat is de omvang, locatie en segmentatie van de gewenste uitbreiding van het aanbod aan
bedrijventerrein?
- in hoeverre past de vanuit de economische ontwikkeling van Reimerswaal gewenste ont-
wikkeling van bedrijventerrein binnen het beleid inzake werken en bedrijventerreinen van
hogere overheden?
Eén en ander dient te resulteren in een geactualiseerd gemeentelijk beleid inzake werken en
bedrijventerreinen waarbij de verdere ontwikkeling van bedrijventerreinen in de gemeente wordt
afgestemd op de voornamelijk aan het gemeentelijk grondgebied verbonden ruimtebehoefte
voor economische ontwikkelingen en tevens aansluiting wordt gezocht bij geldend provinciaal
beleid en nieuw rijksbeleid. De planhorizon is daarbij afgestemd op de periode 2003 – 2015.

1.3. Leeswijzer

Bij de opbouw van deze nieuwe Beleidsvisie Bedrijventerreinen 2003 – 2015 is zoveel als mo-
gelijk aangesloten bij de opbouw zoals toegepast in de beleidsvisie uit 1995. In hoofdstuk 2
wordt het relevante ruimtelijke beleidskader geschetst. Daarbij wordt ook ingegaan op het in
voorbereiding genomen nieuwe nationale ruimtelijke beleid. Hoofdstuk 3 geeft een kenschets
van de economische structuur van Reimerswaal, waarbij wordt ingegaan op het aantal bedrijfs-
vestigingen en de omvang van de werkgelegenheid per bedrijfstak en per kern. In een conclu-
derende paragraaf worden de sterke en zwakke punten en de kansen en bedreigingen van de
economie in Reimerswaal samengevat. De aanwezige voorraad aan bedrijventerreinen wordt in
hoofdstuk 4 beschreven. Daarbij wordt ook nadrukkelijk ingegaan op de noodzaak om be-
staande en (deels) verouderde bedrijventerreinen aan te pakken. Hoofdstuk 5 gaat in op de
huidige en toekomstige behoefte aan bedrijventerreinen. In hoofdstuk 6 worden de vraag naar
en het aanbod van bedrijventerrein tegen elkaar afgezet en worden verkenningen verricht naar
uitbreidingsmogelijkheden en naar de opgave van aanpak van verouderde bedrijventerreinen.
Hoofdstuk 7 bevat het geactualiseerde ruimtelijk-economisch beleid van Reimerswaal voor de
periode 2003 – 2015, dat op basis van de voorafgaande hoofdstukken is opgesteld.
In hoofdstuk 8 ten slotte zijn de resultaten vermeld van de inspraak- en overlegprocedure die de
Beleidsvisie Bedrijventerreinen (ontwerp) heeft doorlopen.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
5
2. Beleidskader

2.1. Rijksbeleid
Vijfde nota over de Ruimtelijke Ordening/Stellingnamebrief/Nota Ruimte
In januari 2002 is verschenen het Ontwerp van de Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening
(met als titel Ruimte maken, ruimte delen).
Volgens de Vijfde Nota moet het ruimtelijk ordeningsbeleid selectiever en krachtiger. Het vol-
doen aan de omvangrijke ruimtevraag zal met name plaats moeten vinden via de strategieën
van intensief ruimtegebruik, van functies onderling combineren en van bestaand functie gebruik
transformeren (met andere woorden ruimte maken, ruimte delen). Met deze benadering wordt
beoogd een verder uitdijen/ uitbreiden van bebouwd gebied tegen te gaan, het verschil tussen
stad en land te behouden en te versterken en het ruimtelijk beleid meer te richten op de kwali-
teit, variatie en vitaliteit van de stad en het landelijk gebied. Voor de realisering introduceert de
Vijfde Nota de instrumenten van rode contouren, stedelijke netwerken, bundelingsgebieden en
groene contouren, robuuste ecologische verbindingen en nationale landschappen.

In april 2002 is de behandeling van de Vijfde Nota RO gestaakt. De besluitvorming over deze
ruimtelijke nota (toen gevorderd tot kabinetsstandpunt) is daarmee niet afgerond. In november
is door het (demissionaire) kabinet de Stellingnamebrief Nationaal Ruimtelijk Beleid uitgebracht.
Deze brief geeft nadere richting aan de bijstelling van het nationaal ruimtelijk beleid. Essentie
daarbij is dat de planologische beleidsuitspraken van de Vijfde Nota en het Tweede Structuur-
schema Groene Ruimte worden geïntegreerd in één in 2004 uit te brengen Nota Ruimte. De
analyse en hoofddoelstellingen van de Vijfde Nota en SGR2 vormen de basis voor deze nieuwe
nota. Ten opzichte van de Vijfde Nota richt de bijstelling zich met name op minder regels, effec-
tievere regels en meer handhaving en op meer ruimte voor ontwikkeling, een sterkere positie
van de provincie, meer mogelijkheden om woningen te bouwen voor de eigen bevolking in
plattelandsgemeenten en een betere samenhang in uitvoering van het ruimtelijk rijksbeleid. Ten
opzichte van de in de Vijfde Nota genoemde instrumenten van rode en groene contouren geldt
dat deze alleen nog maar in specifieke situaties getrokken worden.

2.2. Provinciaal beleid


Streekplan Zeeland (1997)
Het vigerend provinciaal beleid inzake bedrijvigheid is vastgelegd in het streekplan Zeeland
(1997). Behoud en versterking van de werkgelegenheid vormt één van de kernpunten van het
provinciaal beleid. In het streekplan dienen perspectieven te worden geboden voor een zoda-
nige economische ontwikkeling dat de werkgelegenheidssituatie wordt bevorderd. Buiten de
ontwikkelingszones (havengebieden, stedelijke bedrijventerreinen) richten die perspectieven
zich met name op de ontwikkeling van het midden- en kleinbedrijf en op de omvang van de ei-
gen bedrijvigheid. Aard en omvang van de lokale bedrijventerreinen dienen daarbij in overeen-
stemming te zijn met het bundelingsbeleid in de stedelijke centra. Concreet betekent dit wel
ruimte voor lokale bedrijvigheid en terughoudendheid ten aanzien van ruimte voor bedrijfsvesti-
gingen van regionale betekenis. Als eindomvang van lokale bedrijventerreinen is als indicatieve
maat een oppervlakte van vijf ha opgenomen. In verband met de specifieke functie van terrei-
nen gelden voor een aantal kernen in Zeeland (buiten de ontwikkelingszones en stedelijke ge-
bieden) bovenlokale ontwikkelingsmogelijkheden. Voor Reimerswaal betreft dit de volgende
kernen:
- Yerseke: benutten van de potenties voor verdere ontwikkeling van aquabusiness (verwer-
king van visproducten); terrein Olzendepolder;
- Kruiningen: ruimte (op terrein Nishoek) voor de verdere ontwikkeling van agribusiness
(verwerking van agrarische producten);
- Rilland: verbreding van terrein De Poort tot een regionale functie voor transport, distributie
en groothandel.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Beleidskader 6

Op deze terreinen met bovenlokale ontwikkelingsmogelijkheden is de vijf ha-regeling niet van


toepassing. Het is niet de bedoeling om bij kleine kernen bedrijventerrein op voorraad te ont-
wikkelen, tenzij in het bestemmingsplan is vastgelegd dat het gaat om bedrijfsverplaatsing in
het kader van stads- en dorpsvernieuwing.

Ten aanzien van de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinlocaties dient eerst een verkenning
te hebben plaatsgevonden van verschillende opties en mogelijke locaties. Daarbij geldt de vol-
gende prioriteitsvolgorde: inbreiding, uitbreiding van bestaand terrein, ontwikkeling van nieuw
terrein. De uiteindelijke keuze en motivering van een ontwikkeling dient duidelijk terug te vinden
te zijn in het bestemmingsplan of in de daaraan ten grondslag liggende visie. Met name de mo-
gelijkheden voor revitalisering en herstructurering van bestaande terreinen dienen daarbij te
worden bezien. In dat verband wordt in het streekplan ook benadrukt het veiligstellen van een
duurzaam ruimtegebruik van verouderde en ondoelmatige bedrijventerreinen. Gewezen wordt
op de noodzaak van revitalisering via de sporen/ activiteiten van opwaardering (achterstallig on-
derhoud), herstructurering (herordening van ruimte/ inrichting) en functiewijziging (ombuiging
naar ander vestigingsmilieu, dan wel totaal andere functie).

Voor de ruimtelijke inpassing van bedrijventerreinen worden in het streekplan diverse criteria
genoemd, zoals: aansluiten bij bestaande bebouwing, milieu-uitstraling moet inpasbaar zijn, re-
kening houden met waterhuishouding en met landbouwbelangen en ontzien natuur-, cultuur-,
en landschappelijke waarden. Naast de aandacht voor de locatie is het ook van belang aan-
dacht te schenken aan de interne geleding van een bedrijventerrein. Het gaat hierbij om de re-
laties tussen bedrijven onderling, zowel positief als negatief. Daarnaast kan ook de situering
van bedrijven op een terrein geoptimaliseerd worden. Transport- en distributiebedrijven bijvoor-
beeld op de best ontsloten gedeelten, en niet helemaal achteraan waarbij hinder voor overige
bedrijven optreedt. Door de geleding van het bedrijventerrein te optimaliseren is het ook moge-
lijk om een goede beeldkwaliteit te realiseren.

Sociaal-economische beleidsplan (1998)


Naast het provinciaal streekplan heeft de provincie Zeeland het Provinciaal Sociaal-Economisch
Beleidsplan 1998-2002 (1998) opgesteld. In dit beleidsplan wordt het sociaal-economisch beleid
uitgezet op 5 beleidssporen:
1. bedrijfsomgeving en infrastructuur;
2. transport en logistiek;
3. promotie en acquisitie;
4. innovatie en kennistransfer;
5. arbeidsmarkt en scholing.
Voor de beleidsvisie bedrijventerrein Reimerswaal zijn alleen de eerste twee sporen van be-
lang.

Ad 1. Bedrijfsomgeving en infrastructuur
Er moet voldoende kwalitatief en kwantitatief aanbod beschikbaar zijn, daarom moeten be-
drijfsterreinen:
- tijdig en adequaat ontwikkeld worden;
- goed ingericht worden en er aandacht zijn voor beheer na uitgifte, ter preventie van verloe-
dering/verwaarlozing;
- goed bereikbaar zijn.

Met name vanuit kwalitatief oogpunt bezien is er een gebrek aan ruimte in Zeeland. De provin-
cie stelt onder andere de volgende beleidspunten voor als uitwerking van dit beleidsspoor:
- stimuleren en ondersteunen van de ontwikkeling van regionale visies voor bedrijfsterrei-
nen;
- stimuleren en uitwerken van ruimtelijk-economische plannen voor ontwikkeling, uitbreiding
en inrichting van bedrijventerreinen. Hierbij wordt specifiek ingegaan op het oosten van de
gemeente Reimerswaal, waarbij door onderzoeksinstituut NEI ingezet wordt op de combi-
natie productie/transport/ distributie, meer dan op het in het streekplan genoemde multimo-
dale centrum omdat de locatie niet aan begin- of eindpunt van goederenstromen ligt. In-
middels is (althans voorlopig) afgezien van genoemd multimodaal centrum (zie hoofdstuk

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Beleidskader 7

2.4). Duidelijk is in ieder geval dat het oostelijk deel van de gemeente (Rilland / De Poort)
potenties heeft. Potenties die door de daadwerkelijke invulling van de Zoomas alleen maar
reëler worden;
- bevorderen en ondersteunen van revitalisering / herinrichting van verouderde bedrijfsterrei-
nen;
- stimuleren van verbetering van bereikbaarheid van vestigingslocaties door aanpassing van
de infrastructuur en betere benutting, afstemming en of bundeling van vervoersvormen.

Ad 2. Transport en logistiek
In Zeeland zijn vanzelfsprekend de havens van groot belangrijk. De volgende beleidspunten
komen naar voren:
- bevorderen van verschillende vervoersmodaliteiten. Als gevolg hiervan ontstaan er ook
punten waar uitwisseling tussen verschillende modaliteiten plaats moet vinden;
- bevorderen short sea vervoer;
- bevorderen ICT; deze sector kan goederenvervoer en goederenafhandeling ten dienste
staan;
- bevorderen van samenwerking tussen bedrijven, het bundelen van distributiestromen en
het komen tot een actieplan goederenvervoer. Deze maatregelen zijn gericht op het be-
perken van het aantal vervoersbewegingen door een goede onderlinge samenwerking tus-
sen bedrijven.

NB. Een nieuwe nota Provinciaal Sociaal-Economsich Beleid is in voorbereiding. Aanpak en


hoofdlijnen voor deze nieuwe nota zijn beschreven in de Startnotitie PSEB 2004-2007 (augus-
tus 2003). In deze startnotitie wordt onderzoek aangekondigd naar de ontwikkeling van de
Zeeuwse economie in zijn totaliteit op de middellange termijn (tot 2007) en lange termijn. Voor
de (voor Reimerswaal relevante) sector Industrie en diensten wordt het beleid gericht op die
thema's: 1. ruimte voor bedrijvigheid, 2. arbeidsmarkt en scholing, 3. innovatie, ict en kennis-
transfer.

2.3. Gemeentelijk beleid


Beleidsvisie Bedrijventerreinen Reimerswaal (1995)
De Beleidsvisie Bedrijventerreinen Reimerswaal heeft tot
doel te komen tot een onderlinge samenhang en af-
stemming van het (bestaande en te ontwikkelen) aanbod
aan bedrijventerrein in de gemeente. In de beleidsvisie
wordt op basis van een verkenning van de economische
structuur en ontwikkeling van de gemeente Reimerswaal
en de kernen binnen de gemeente, inzicht gegeven in de
te verwachten behoefte aan bedrijventerrein. Uitgangs-
punten hiervoor vormen de verdere ontwikkeling van
sterke lokale bedrijfstakken en complementariteit aan het
aanbod in regionale kernen. Ingegeven door de speci-
fieke (economische) opbouw van de gemeente is in de
beleidsvisie een voorstel opgenomen voor een segmen-
tering van het aanbod aan bedrijventerrein, waardoor
voor grotere bedrijfstakken binnen de gemeente com-
plexvorming kan plaatsvinden.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Beleidskader 8

Dit heeft als voordeel dat verwante bedrijven kunnen profiteren van elkaars nabijheid en
infrastructuur en overige randvoorwaarden (onder andere milieumaatregelen) optimaal
afgestemd kunnen worden op de beoogde gebruikers.
De in de beleidsvisie aangegeven segmentering resulteert in navolgend aanbod aan (bestaand
en te ontwikkelen) bedrijventerreinen.
a. Het ontwikkelen van de algemene bedrijvigheid per kern; dit betreft locaties die ruimte
bieden aan ter plaatse gevestigde bedrijven (uitbreiding, verplaatsing) en voor nieuwe
bedrijven die naar aard, schaal en functie passen bij de kern;
b. Het ontwikkelen/uitbouwen van specifieke en sterke bedrijfstakken; dit betreft locaties voor
de verder ontwikkeling van agribusiness (Kruiningen), maricultures (Yerseke), groothandel,
transport en distributie (Rilland) en watergebonden bedrijvigheid (Hansweert);
c. Verbreding van de economische basis door diversificatie: locaties voor het aantrekken van
nieuwe bedrijvigheid in kansrijke sectoren
Deze beleidsvisie, door de gemeenteraad vastgesteld augustus 1995, vormt de ruimtelijk-eco-
nomische en planologische onderbouwing ten behoeve van de regeling van (uitbreiding van)
bedrijventerrein in bestemmingsplannen. In de afgelopen periode heeft de ontwikkeling en uit-
gifte van bedrijventerrein in Reimerswaal ook volgens deze segmentering plaatsgevonden.

Structuurplan Yerseke (2000)


In het Structuurplan Yerseke (vastgesteld augustus 2000) zijn de volgende, voor de Beleidsvisie
Bedrijventerreinen relevante ontwikkelingen/beleidsvoornemens vastgelegd:
- bedrijventerrein Olzendepolder: afronding derde fase en verkennen mogelijkheden voor
een vierde fase;
- realisering verswatervoorziening en doortrekking ervan naar het terrein Olzendepolder;
- ruimere gebruiksmogelijkheden voor de gevestigde schelpdierbedrijven aan de Korringa-
weg;
- herstructurering bedrijventerrein Burenpolder;
- terughoudendheid met betrekking tot verdere ontwikkeling en uitbreiding van bedrijvigheid
in het gemengde woon- en bedrijvengebied Grintweg.
De eerste drie beleidsvoornemens zijn inmiddels uitgevoerd. De terughoudendheid ten aanzien
van de bedrijvigheid rond de Grintweg zal verwerkt worden in het nieuwe bestemmingsplan
Kom Yerseke (in procedure gebracht in 2003). Het beleidsvoornemen ten aanzien van de Bu-
renpolder komt nadrukkelijk aan de orde in het Projectenprogramma ISV en in deze beleidsvi-
sie.

Projectenprogramma 2000 - 2005 Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (2000)


Dit programma maakt inzichtelijk welke projecten in Reimerswaal op het gebied van dorpsver-
nieuwing de opgave voor de komende jaren vormen. Voor de aanpak van dorpsvernieuwing ligt
een relatie met de Beleidsvisie Bedrijventerreinen in die zin dat in het Projectenprogramma
wordt aangegeven dat actualisering van de Beleidsvisie Bedrijventerreinen gewenst is. Door de
snelle uitgifte van bedrijventerrein in de afgelopen jaren zijn er inmiddels onvoldoende opvang-
mogelijkheden om bestaande nog resterende milieuknelpunten in kernen te kunnen aanpakken
door verplaatsing van bedrijven. Zonder uitwijkmogelijkheden op nieuwe bedrijventerreinen
dreigt de aanpak en sanering van bedrijfsmilieuknelpunten in de kernen te stagneren.
Daarnaast zijn in het projectenprogramma twee specifieke op bestaand bedrijventerrein afge-
stemde projecten vermeld namelijk:
- herstructurering bedrijventerrein Burenpolder in Yerseke;
- aanpak (transformatie/functiewijziging) voormalig veilingterrein in Krabbendijke.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
9
3. De economische structuur van Reimerswaal

Dit hoofdstuk geeft een beschrijving van de actuele economische structuur in de gemeente.
Eerst wordt de samenstelling van de bedrijvigheid in de gehele gemeente beschreven, daarna
wordt ingegaan op de bedrijfsvestigingen en werkgelegenheid per kern. Om de ontwikkelingen
goed in beeld te brengen wordt tevens, daar waar zinvol, een vergelijking gemaakt met de situ-
atie en gegevens (uit 1993) ten tijde van de opstelling van de Beleidsvisie Bedrijventerreinen uit
1995.

3.1. Opbouw bedrijvigheid /werkgelegenheid gemeente Reimerswaal

De economische structuur van Reimerswaal wordt nog steeds, net als in 1993, gekenmerkt
door een specifieke en op de lokale situatie afgestemde samenstelling. In 1993 werd de Rei-
merswaalse economie gekarakteriseerd als sterk gericht op landbouw en visserij en de daar-
mee samenhangende activiteiten (verwerking, opslag, transport en dienstverlening/ onderzoek)
(zie tabel 3.1).

Tabel 3.1 Aantal bedrijfsvestigingen en werknemers (meer dan 15 uur per week werk-
zaam) per sector in de gemeente Reimerswaal per mei 2001

economische sector bedrijfsvestigingen werkzame personen


1) 2)
landbouw 192 404
visserij 107 272
industrie 105 1445
bouw 121 663
handel/reparatie/horeca 508 1624
transport en opslag 93 580
zakelijke dienstverlening 226 564
overige dienstverlening 203 698
totaal 1555 6250

Bron: Kamer van koophandel Zeeland, 2001 en CBS, 2001.

Ten opzichte van de situatie in 1993 is de economische structuur in de gemeente niet veel ge-
wijzigd, er heeft wel enige verbreding plaatsgevonden in de werkgelegenheid (zie figuur 3.1).
Ook in 2001 vormen deze activiteiten/ sectoren de belangrijke dragers van de gemeentelijke
economische structuur. De twee specifieke en gebiedseigen componenten van de Reimers-
waalse economie:
- het agribusiness-complex, geconcentreerd in en rond Kruiningen
- het aquabusiness-complex, geconcentreerd in Yerseke
zijn nog steeds zeer actueel.

Deze specifieke opbouw van de lokale economie komt niet volledig tot uitdrukking in de samen-
stelling van het aantal bedrijfsvestigingen en werkzame personen, zoals in tabel 3.1 is weerge-
geven. Dit komt doordat de activiteiten die samenhangen met de twee karakteristieke compo-
nenten in de economische structuur sterk verdeeld zijn over diverse economische sectoren.
Zowel de agribusiness als de aquabusiness biedt werkgelegenheid in de sectoren landbouw en
visserij (productie), industrie (verwerking), handel, reparatie/ horeca (groot- en tussenhandel),
opslag en transport en financiële en overige dienstverlening (banken, administratie, onder-
zoeksinstellingen en dergelijke).

1)
Het betreft bedrijven met als hoofdactiviteit agrarische activiteiten, per 1 januari 1999.
2)
Het betreft werkzame personen die 20 uur of meer per werk werken in de landbouw, per 1 januari 1999.
De economische structuur van Reimerswaal 10

Figuur 3.1 geeft het aandeel bedrijfsvestigingen en werkgelegenheid per economische sector in
de gemeente weer. Kanttekening die bij figuur 3.1 geplaatst wordt is dat de gegevens over de
landbouwsector dateren van 1999. Handel / reparatie / horeca vormt, net als in 1993, de grootste
economische sector in Reimerswaal, zowel in het percentage bedrijfsvestigingen (33%) als in
het aandeel in de werkgelegenheid (26%). Grotere werkgevers zijn vooral te vinden in de indu-
striële sector (onder andere Lamb Weston Meijer). Vergeleken met de situatie in 1993 lijkt het
meest opvallende verschil de toename van het aandeel bedrijven in de sector landbouw/visserij.
Dit verschil, dat haaks staat op de situatie van afname van bedrijven en werkgelegenheid in de
agrarische sector, is echter het gevolg van het feit dat in 1993 is uitgegaan van alleen de agra-
rische bedrijven die geregistreerd zijn bij de Kamer van Koophandel, terwijl veel bedrijven in de
landbouwsector niet geregistreerd zijn. Bij de gegevens van 2001 zijn alle bedrijfsvestigingen
betrokken die bij het CBS bekend zijn. De werkgelegenheid is in de sectoren zakelijke dienst-
verlening en transport en opslag toegenomen. Dit terwijl het aandeel bedrijfsvestigingen in de
sectoren zakelijke dienstverlening en transport en opslag juist is afgenomen. Blijkbaar zijn er
inmiddels meer grotere bedrijven. In de overige dienstverlening is de werkgelegenheid afgeno-
men. Over het algemeen kan geconstateerd worden dat de economie in Reimerswaal nog
steeds gekenmerkt wordt door een groot aantal kleine bedrijven en instellingen, met name in de
sectoren zakelijke dienstverlening, transport en opslag, handel/reparatie/horeca.
3)
Figuur 3.1 Opbouw bedrijvigheid en werkgelegenheid per sector in de gemeente Rei-
merswaal in 1993 en in 2001

bedrijfsvestigingen werkzame personen


(meer dan 15 uur per werk)

13% 11%
15% 18%
15% overige dienstverlening 9%
4%
20% 6% zakelijke dienstverlening 9%
5%
6% transport en opslag
26% 26%
33% handel/reparatie/horeca
34% 11% 11%
8% bouw
7% 23%
8% industrie 21%
7% landbouw/visserij
19% 15% 11%
9%
1993 2001 1993 2001

Bron: Kamer van Koophandel Zeeland en CBS, 2001, bewerkt door RBOI.

3.2. Opbouw bedrijvigheid /werkgelegenheid per kern

Tussen de kernen in Reimerswaal bestaan duidelijke verschillen in de opbouw van de bedrijvig-


heid en werkgelegenheid. Tabel 2.2. brengt dit in beeld. Kanttekening daarbij is dat gegevens
over de landbouwsector alleen op gemeenteniveau beschikbaar zijn en dus ontbreken in het
overzicht.

3)
Voor de gegevens over de landbouwsector geldt dat deze betrekking hebben op 1999.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
De economische structuur van Reimerswaal 11

Tabel 3.2 Opbouw van de bedrijvigheid naar aantal bedrijfsvestigingen


Hans- Krab- Kruinin- Oostdijk Rilland Waarde Yerseke totaal
weert bendijke gen
3
landbouw - - - - - - - 12%
visserij 1% 1% 0% 0% 1% 0% 17% 7%
industrie 4% 8% 10% 0% 8% 7% 8% 7%
bouw 8% 14% 6% 6% 12% 16% 7% 8%
handel, reparatie 26% 45% 38% 67% 30% 38% 38% 33%
en horeca
transport en op- 16% 3% 9% 0% 10% 11% 4% 6%
slag
zakelijke dienst- 23% 15% 19% 17% 15% 13% 16% 15%
verlening
overige dienst- 21% 15% 17% 11% 24% 16% 10% 13%
verlening
totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%

Bron: Kamer van koophandel Zeeland en CBS, 2001, bewerkt door RBOI

Figuur 3.2 Opbouw werkgelegenheid per kern (% werkzame personen per sector)
100% overige dienstverlening

90%
zakelijke dienstverlening
80%

70% transport en opslag

60%
handel, reparatie en horeca
50%

40% bouw

30%
industrie
20%

10% visserij

0%
rt ke en ijk d e ke al
ee d ij ng s td lan ard rse wa
nsw en uin
i
Oo Ril Wa Ye ers
Ha bb Kr im
Kra l Re
aa
t ot
Bron: Kamer van Koophandel Zeeland en CBS, 2001, bewerkt door RBOI.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
De economische structuur van Reimerswaal 12

Figuur 3.3 Aandeel van de werkgelegenheid in de verschillende kernen in Reimerswaal


per economische sector per mei 2001

inwoners

werkgelegenheid Reimerswaal totaal

overige dienstverlening

zakelijke dienstverlening

transport en opslag

handel, reparatie en horeca

bouw

industrie

visserij

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Hansweert Krabbendijke Kruiningen Oostdijk Rilland Waarde Yerseke

Uit figuur 3.2 blijkt duidelijk dat in de verschillende kernen in de gemeente verschillende accen-
ten in de aanwezige soort werkgelegenheid bestaan: in Hansweert ligt duidelijk de nadruk op
transport en opslag, in Krabbendijke een duidelijk accent op de handel, reparatie en horeca,
evenals in Oostdijk. In Rilland is de dienstverlening sterk vertegenwoordigd. Uit de figuren 3.2
en 3.3 blijkt het belang van de visserijsector in Yerseke.

Ook uit het overzicht van de verdeling van de werkgelegenheid (exclusief de landbouwsector) in
de verschillende economische sectoren over de verschillende kernen in Reimerswaal blijkt dat
een duidelijk specialisatie aanwezig is.

Hansweert
In Hansweert woont ruim 8% van de inwoners van de gemeente en is 9% van de werkgelegen-
heid gevestigd. Het accent in de werkgelegenheid ligt op transport en opslag (33%) en de bouw
(24%). De bedrijven zijn gevestigd op het lokale terrein Kanaalweg, aan de loswal/ kanaal
(Scheepswerf Reimerswaal) en in het dorp (onder andere Werfdijk).

Krabbendijke
Krabbendijke is met ruim 20% van de inwoners van Reimerswaal qua omvang de tweede kern
in de gemeente. Van de werkgelegenheid in Reimerswaal is 14% gevestigd in Krabbendijke.
Bijna de helft (43%) van deze werkgelegenheid behoort tot de sector handel, reparatie en ho-
reca, voor het merendeel te vinden op de lokale bedrijventerreinen Oostpolder, Zuidoost en
Zuidweg. Daarnaast is de sector overige dienstverlening goed voor 22% van de werkgelegen-
heid.

Kruiningen
In Kruiningen woont 19% van de inwoners van de gemeente. Het werkgelegenheidsaandeel
van Kruiningen bedraagt 25%. Kruiningen is enerzijds het bestuurlijk centrum van de gemeente,
anderzijds is in Kruiningen het agribusinesscomplex te vinden (Nishoek).
De opbouw van de werkgelegenheid wordt gekenmerkt door een groot aandeel (42%) van de
industrie (voedingsmiddelen) en handel, reparatie en horeca (22%): bedrijfsvestigingen die ge-
relateerd zijn aan de industrie. Met 18% is het aandeel werkgelegenheid van de sector overige
dienstverlening, vergeleken met de situatie in 1993, in belang afgenomen (toen 26%). Deze be-
drijvigheid is gevestigd op het lokale en bovenlokale bedrijventerrein Nishoek en op het kleine
lokale bedrijventerrein aan de oostzijde van de kern (Slagveldstraat).

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
De economische structuur van Reimerswaal 13

Oostdijk
Oostdijk is met 2% van de inwoners van de gemeente in omvang de kleinste kern. Van de
werkgelegenheid is eveneens 2% in Oostdijk gehuisvest. De belangrijkste sector in Oostdijk is
handel, reparatie en horeca. Niet onbelangrijk hierbij is dat in Oostdijk een belangrijk deel van
de agribusinessbedrijven in de gemeente is gevestigd (zone langs de Tweede Vlietweg). Zoals
reeds eerder vermeld zijn gegevens over de landbouwsector op kernniveau echter niet be-
schikbaar.

Rilland
Van de inwoners van Reimerswaal woont 14% in Rilland en 11% van de werkgelegenheid is er
gehuisvest. De opbouw van de werkgelegenheid in Rilland is vrij divers. Met 36% van de werk-
gelegenheid is de dienstensector vergeleken met de andere kernen sterk vertegenwoordigd.
Daarnaast zijn de sectoren industrie (14%) en bouw (17%) en handel, reparatie en horeca
(17%) in vergelijkbare mate vertegenwoordigd. Bedrijventerrein De Poort vervult naast de spe-
cifieke functie als regionaal terrein voor transport, groothandel en distributie ook een belangrijke
functie voor Rilland (acht bedrijven op de Poort betreffen vestigingen vanuit Rilland, waaronder
drie bedrijfsverplaatsingen).

Waarde
Waarde is qua inwonertal de op één na kleinste kern (6% van de inwoners) en slechts 3% van
de werkgelegenheid is hier gevestigd. Het werkgelegenheidsprofiel wordt in belangrijke mate
gekenmerkt door de sectoren bouw (30%), transport en opslag (30%) en handel, reparatie en
horeca (26%). Een afzonderlijk lokaal bedrijventerrein is niet aanwezig. De bedrijven zijn geves-
tigd in de kern (onder andere aan Julianastraat) of direct buiten de kern.

Yerseke
Yerseke is met 32% van de inwoners de grootste kern in de gemeente. Met 37% is ook het
aandeel in de werkgelegenheid in Yerseke het grootst. Yerseke is de kern waar het aquabusi-
nesscomplex (= het samenhangende en locatiegebonden complex van bedrijven in schaal- en
schelpdieren, viskweek /-teelt, verwerking, handel en transport) is gevestigd /ontwikkeld. Belang-
rijke sectoren in de werkgelegenheid zijn de visserij (12%) en aanverwante sectoren, zoals:
(voedingsmiddelen-)industrie (28%), (groot-)handel, reparatie en horeca (28%). De bedrijven
zijn gevestigd op diverse terreinen: Burenpolder (terrein voor lokale bedrijven en visserijbedrij-
ven) Oesterputten en Korringaweg (terreinen specifiek voor de schelp- en schaaldierensector),
Molenpolder (lokale bedrijven), Olzendepolder (lokale bedrijven en aan de visserij verbonden
bedrijven) en Grintweg (enkele relatief grote lokale bedrijven). De in 2001 gerealiseerde vers-
watervoorziening op de terreinen Korringaweg en Olzendepolder betekent een belangrijke ver-
betering/voorziening voor de schelp- en schaaldierbedrijven en visteeltbedrijven.

3.3. Ontwikkeling werkgelegenheid /werkloosheid


Over de ontwikkeling van de totale werkgelegenheid in de gemeente in de afgelopen jaren zijn
slechts globale cijfers bekend. In totaal is de werkgelegenheid in de gemeente toegenomen.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
De economische structuur van Reimerswaal 14

Tabel 3.3 Werkgelegenheid (in aantal banen)

jaar aantal banen


1995 5140
1996 5520
1997 5480
1998 5840
1999 6200
4
2000 6311
4)
2001 6250

Bron: CBS en Kamer van Koophandel, bewerkt door RBOI, 2001.

Verondersteld kan worden dat het totaal aantal banen in de gemeente in 2000 en 2001 in wer-
kelijkheid kleiner is dan in tabel 3.3, omdat er vanuit gegaan kan worden dat de werkgelegen-
heid in de landbouwsector is afgenomen de laatste jaren. Gegevens over de landbouwsector
van na 1999 zijn echter niet beschikbaar.

Figuur 3.4 Ontwikkeling werkloosheid in de periode 1995 – 2001 (per 1 januari)

15.000 600
Reimerswaal Reimerswaal Zeeland
14.000 550 (abs.) (1995 = 100) (1995 = 100)
13.000 1995 532 100 100
500
1996 570 107 98
12.000
450 1997 561 105 100
11.000 1998 476 89 89
400 1999 411 77 78
10.000
2000 371 70 69
350
9.000 2001 343 64 62

8.000 300 Bron: Arbeidsbureau Zeeland, 2001.


1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001
Zeeland Reimerswaal

De werkloosheid in Reimerswaal heeft de afgelopen jaren een vergelijkbare ontwikkeling door-


gemaakt met die in de totale provincie Zeeland. Figuur 3.4 geeft de ontwikkeling van de werk-
loosheid in absolute aantallen en in indexcijfers weer.

Geconcludeerd kan worden dat in Reimerswaal, zoals in heel Nederland en ook in de provincie
Zeeland, de werkloosheid flink gedaald is. Gezien de onzekere economische ontwikkelingen
voor de komende periode kan deze trend niet zonder meer doorgetrokken worden naar de toe-
komst.

3.4. Sterkte-zwakte analyse

De economische structuur in Reimerswaal wordt gekenmerkt door een aantal sterke en zwakke
punten, die samenhangen met de samenstelling van de bedrijvigheid in de kernen. Een aantal
van deze kenmerken is ook reeds in de Beleidsvisie Bedrijventerreinen uit 1995 geconstateerd.

4)
Inclusief landbouwsector cijfers van1999.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
De economische structuur van Reimerswaal 15

Sterke punten
De aanwezigheid van een tweetal sterke, specifieke en gemeentegebonden complexen van be-
drijvigheid, te weten het agribusiness-complex in Kruiningen (Nishoek) en het aquabusiness-
complex in Yerseke geldt nog steeds als een sterk onderdeel van de economische structuur
van Reimerswaal. In Yerseke bevindt zich de enige mosselveiling in de wereld. De oestersector
neemt na marktleider Frankrijk de tweede plaats in. De aanleg van de verswatervoorziening
heeft het perspectief versterkt voor verdere ontwikkeling van het aquabusiness-complex. Een
belangrijk deel van de Nederlandse uienexport is afkomstig uit Kruiningen en omgeving. Ook
het terrein De Poort met zijn vestigingsmogelijkheden voor bedrijven gericht op groothandel,
distributie en transport is de afgelopen jaren een sterk op actuele bedrijfsontwikkelingen / secto-
ren afgestemd onderdeel in de ruimtelijk-economische structuur geworden. In de vorige
Beleidsvisie Bedrijventerreinen is ingezet op een nog duidelijker profilering van deze
bovenlokale segmenteringsaccenten in de gemeente en dit beleid heeft haar vruchten
afgeworpen (zie ook hoofdstuk 4 bij de beschrijving van het huidige aanbod bedrijventerreinen).

De goede bereikbaarheid van de gemeente en de bedrijventerreinen per auto (A58) en per


openbaar vervoer (intercitystation in Kruiningen-Yerseke en stoptreinstations in Rilland-Bath en
Krabbendijke) geldt nog steeds als sterk punt. De in 2003 in gebruik genomen Westerschelde-
tunnel zal naar verwachting een positieve bijdrage leveren aan de bereikbaarheid van de ge-
meente.
Hoewel omgeven door rivieren/ zeearmen en vaarwegen is er in Reimerswaal, buiten de visserij /
aquabusiness en een scheepswerf, nauwelijks sprake van een relatie bedrijvigheid en water.

De ligging van Reimerswaal ten opzichte van belangrijke vervoersassen (Zoomas, as Brabant -
Zeeland) en binnen het Westerscheldebekken is gunstig. Een positie die naar verwachting met
de opening van de Westerschelde Oeververbinding en – op langere termijn - de aanleg van de
Zoomweg-Noord en goederenspoorlijn 11, verder versterkt zal worden.

Als sterk punt voor het vestigingsklimaat geldt verder de goede arbeidsmoraal van de aanwe-
zige beroepsbevolking en het aantrekkelijke woonklimaat.

Zwakke punten
In de Beleidsvisie Bedrijventerreinen 1995 is als belangrijk zwak punt de betrekkelijk eenzijdige
structuur van de economie aangemerkt. Belangrijke opgave was dan ook het verbreden van de
economie, waardoor de afhankelijkheid van de ontwikkelingen in een beperkt aantal bedrijfstak-
ken zou verminderen. Inmiddels is de samenstelling van de economie in Reimerswaal iets min-
der eenzijdig, (door de invulling van genoemde bovenlokale accenten en de ontwikkeling van
glastuinbouw in de Bathpolder) maar voor de toekomst blijft de opgave om de verbreding van
de economie in stand te houden en terugval in deze te voorkomen. Met name ook in relatie tot
de verdere afname van werkgelegenheid in de agrarische sector. Zwak punt is momenteel te-
vens de beperkte beschikbaarheid van uitgeefbaar bedrijventerrein. Grotere bedrijven kunnen
op dit moment nergens binnen de gemeente terecht voor een bedrijfslocatie.
Vanuit het geldend provinciale beleid zijn er beperkte ontwikkelings- en uitbreidingsmogelijkhe-
den voor bedrijventerrein buiten de stedelijke centra. Het in voorbereiding zijnde nieuwe natio-
nale ruimtelijke beleid trekt dit terughoudend beleid naar verwachting verder aan. Deze beleids-
benadering beperkt de mogelijkheden van het doortrekken van de ruimtelijk-economische ont-
wikkeling van de afgelopen jaren.

3.5. Bouwstenen voor beleid / gewenste ontwikkeling

Het economische profiel van Reimerswaal dat in het voorgaande beschreven is biedt zowel
ontwikkelingskansen als bedreigingen voor de toekomst. Het gemeentelijk economisch beleid is
gericht op het benutten van de aanwezige kansen en het verminderen van de bedreigingen.
Zoals reeds in de vorige Beleidsvisie Bedrijventerreinen geformuleerd zijn hierbij twee hoofd-
doelstellingen van belang.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
De economische structuur van Reimerswaal 16

1. Het instandhouden en zoveel mogelijk uitbouwen van de huidige sterke punten


van Reimerswaal door behoud en versterking van de specifieke en sterke bedrijfs-
takken en de algemene bedrijvigheid per kern.
Concreet betekent dit verdere ontwikkeling en uitbouw van:
- het aquabusinesscomplex in Yerseke;
- het agribusinesscomplex in Kruiningen;
- de op transport, groothandel en distributiegerichte bedrijvigheid in Rilland;
- de watergebonden bedrijvigheid in Hansweert;
- het brede aanbod aan lokale bedrijventerreinen.

2. Het behouden en zo mogelijk verder ontwikkelen van de verbrede economische


basis
Inmiddels is een verdere verbreding van de economische structuur in Reimerswaal niet meer
het belangrijkste beleidsuitgangspunt. Het is nu vooral van groot belang dat voor het instand-
houden van de inmiddels wat minder eenzijdige economische structuur voldoende ruimtelijke
ontwikkelingsmogelijkheden kunnen worden geboden. Het betreft met name het benutten van
de kansen voor economische ontwikkeling die voortkomen uit de gunstige ligging van Reimers-
waal (vooral De Poort in Rilland) en vanuit de potenties voortkomend uit de twee aanwezige
samenhangende complexen van bedrijven (de agri- en aquabusiness) en de specifieke ontwik-
keling van het glastuinbouwcomplex. Het belang en de unieke positie van Yerseke voor de
aquabusiness komen ook tot uitdrukking in de, met Europese subsidie, aangelegde verswater-
voorziening. Als belangrijke potentie binnen de aquabusiness kan genoemd worden de ver-
wachte groei in Nederland van visteelt/viskweek.

Een potentiële bijdrage aan de diversificatie van de economische structuur vormde de optie van
vestiging van een multimodaal bedrijventerrein in de Kreekrakpolder, gekoppeld aan de Zoom-
as. De in opdracht van de provincies Zeeland en Noord-Brabant verrichte studie naar de moge-
lijkheden van dit multimodaal bedrijventerrein hebben geresulteerd in de conclusie dat deze
ontwikkeling voorlopig niet aan de orde is. Een andere optie die in beeld is geweest en zou bij-
dragen tot verbreding van de economische structuur vormde het benutten van de in 2003 vrij-
gekomen veerhaven Kruiningen - Perkpolder als handels- en vluchthaven. Deze optie is komen
te vervallen. Definitief is gekozen voor natuurontwikkeling (in kader van natuurherstelplan
Westerschelde). Voor het veerplein worden plannen verkend voor woningbouwontwikkeling.

Het gemeentebestuur van Reimerswaal wil voor het realiseren van de genoemde doelstellingen
een randvoorwaardenscheppend en actief beleid voeren dat is gericht op de volgende punten:
- ruimtelijke mogelijkheden bieden voor de ontwikkeling van gevestigde bedrijven, met name
in de specialistische en uit het eigen gebied voortgekomen sectoren agribusiness en
aquabusiness, en de sector distributie, transport en groothandel;
- het is niet langer vanzelfsprekend dat bij alle kernen bedrijventerrein wordt ontwikkeld, in
de toekomst zal geconcentreerde ontwikkeling moeten plaatsvinden; de bestaande ruimte-
lijke verhoudingen tussen dorp en bedrijventerrein (schaal, 5 ha-norm) en de doelstellingen
van het nieuwe nationale ruimtelijke beleid noodzaken tot selectiviteit inzake de ontwikke-
ling/uitbreiding van werklocaties.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
17
4. Het aanbod van bedrijventerrein

Dit hoofdstuk geeft een korte typering van de aanwezige bedrijventerreinen in de gemeente.
Vervolgens wordt de actuele voorraad uitgeefbaar bedrijventerrein in beeld gebracht. Vooraf-
gaand daaraan wordt voor de duidelijkheid een aantal veel voorkomende begrippen als lokaal
bedrijventerrein, agribusinessterrein en aquabusinessterrein nader omschreven.

4.1. Definities
Agribusiness-bedrijventerrein
Bedrijventerrein ten behoeve van bedrijven die als hoofdactiviteit de opslag, verwerking, handel
en transport van agrarische producten, hebben (voor Nishoek met name aardappelen en uien).

Aquabusiness-bedrijventerrein
Bedrijventerrein ten behoeve van bedrijven die als hoofdactiviteit hebben de teelt, opslag, ver-
werking, handel en transport van vis, schaal- en schelpdieren, en tevens bedrijven die als
hoofdactiviteit de toelevering van goederen of diensten aan voornoemde bedrijven hebben.

Lokaal bedrijventerrein
Bedrijventerrein ten behoeve van bedrijven waarvan grondstoffen en / of personeel voornamelijk
uit de gemeente afkomstig zijn en / of de afzet van producten voornamelijk binnen de gemeente
Reimerswaal en directe omgeving plaatsvindt.

4.2. Huidige aanbod aan bedrijventerrein

Reimerswaal beschikt over een groot aantal bedrijventerreinen; in totaal 19. Het betreft hoofd-
zakelijk lokaal georiënteerde bedrijventerreinen met daarbij ook enkele specifieke op de be-
drijfssector schelp- en schaaldieren afgestemde werklocaties (Oesterputten, Korringaweg) en
drie andere specifieke terreinen namelijk Dregweg (havengebonden bedrijfsvestigingen), Los-
wal (scheepswerf) en Tweede Vlietweg (agribusinessbedrijven). Daarnaast zijn er terreinen met
naast de lokale functie, de gerichtheid op specifieke bovenlokale bedrijfssectoren (Nishoek, De
Poort, Olzendepolder).
De bedrijventerreinen in de gemeente zijn gespreid over het gemeentelijk gebied (zie los bijge-
voegde kaart). Dit komt voort uit een beleid waarbij in beginsel bij vrijwel alle kernen in de ge-
meente bedrijventerrein ontwikkeld is. In de Beleidsvisie Bedrijventerreinen is die benadering
van voorzien in vestigingsmogelijkheden van lokale bedrijvigheid bij alle kernen nader genuan-
ceerd door afronding/ begrenzing van vestigingsmogelijkheden en het zwaartepunt van ontwik-
keling en uitbreiding te richten op de gecombineerde lokale/ bovenlokale terreinen Olzendepol-
der, Nishoek en De Poort. De totaal uitgegeven oppervlakte van de op de kaart aangegeven
bedrijventerreinen in Reimerswaal bedraagt bijna 200 ha. Alle kernen behalve Waarde en
Oostdijk beschikken over lokaal bedrijventerrein. In het navolgende wordt het bestaande aan-
bod aan bedrijventerrein (situatie januari 2002) kort beschreven. Benadrukt wordt dat deze
aanbodbeschrijving zich beperkt tot de bedrijventerreinen. Naast deze bedrijventerreinen is er
sprake van incidentele bedrijfsvestigingen in de kernen (circa 70) en van bedrijfsvestigingen in
het buitengebied (circa 40). Het beleid voor deze incidentele bedrijfsvestigingen is vastgelegd in
het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied (vastgesteld oktober 2001) en de afzonderlijke
Komplannen. Dit beleid is samen te vatten met de woorden: consolidatie, beperkte uitbrei-
dingsmogelijkheden, geen nieuwvestigingsmogelijkheden. Dit op zich omvangrijke aanbod aan
incidentele bedrijfsvestigingen blijft verder buiten beschouwing.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Het aanbod van bedrijventerrein 18

Hansweert
Het huidige aanbod omvat:
- terrein Kanaalweg: het ten noorden van de kern gelegen lokale bedrijventerrein, 6,5 ha
groot en volledig uitgegeven;
- de locatie Werfdijk: deze locatie omvat de scheepshelling, gebouwen/ materialen van de
naar Loswal/ Kaai 85 verplaatste scheepswerf Reimerswaal (bedrijfsactiviteiten aan Werf-
dijk eind 2001 volledig gestopt) en het omvangrijke bedrijfscomplex van aannemingsmaat-
schappij Van de Straaten;
- terrein Loswal/ Kaai 85: terrein gesitueerd langs het Kanaal door Zuid-Beveland en in ge-
bruik van scheepswerf Reimerswaal B.V. en van Rijkswaterstaat (sluisdeurenwerkplaats);
de loswal ligt voor het grootste deel op het grondgebied van de gemeente Kapelle.

Kruiningen
Het huidige aanbod aan bedrijventerrein in/bij Kruiningen omvat:
- terrein Slagveldstraat: lokaal bedrijventerrein (2,8 ha), volledig uitgegeven, gelegen aan de
oostzijde van de kern met acht aan Kruiningen verbonden bedrijfsvestigingen en de leeg-
staande (als gevolg van de opening van de Westerscheldetunnel) autobusremise van
Connexxion;
- terrein Nishoek (voorheen terreinen Stationsweg en Nishoek); zowel lokaal bedrijventer-
rein als terrein voor de specifieke bedrijfssector agribusiness; de gerichtheid op agribusi-
ness komt tot uitdrukking in zes bedrijfsvestigingen (uienhandelsbedrijven, aardappelver-
werkende industrie, koel- en vriesveembedrijven), de lokale functie blijkt uit de twaalf ge-
vestigde voor het merendeel aan/ uit Kruiningen en Waarde verbonden/ afkomstige bedrij-
ven; het huidige terrein is ruim 40 ha groot en is vrijwel geheel uitgegeven.

Yerseke
Het huidige aanbod omvat:
- terrein Dregweg: kleine in het havengebied van Yerseke gelegen werklocatie met haven-
gebonden bedrijfsvestigingen (scheepswerf, machinefabriek, mosselveiling/ kantoorruimte
Produktschap Vis en Rijksdienst voor Keuring van vee en vlees);
- Oesterputten: buitendijks terrein (omvang 5,5 ha) specifiek afgestemd op het verwateren/
opslaan van oesters;
- Korringaweg: volledig uitgegeven buitendijks terrein specifiek aangelegd voor schelp- en
schaaldierensector; omvang 7,8 ha; in totaal zijn er tien bedrijven gevestigd (acht mossel-
bedrijven, één kreeftenhandel en één bedrijf gericht op op- en overslag van schelpen) en
aansluitend twee aan de Oosterschelde c.q. de visserij gerelateerde onderzoeksinstituten
(NIOO en RIVO); specifiek voor deze bedrijven is in 2001 de verswatervoorziening aan-
gelegd;
- Burenpolder: tussen Vissershaven en kern gelegen bedrijventerrein, ontwikkeld in de jaren
vijftig/ zestig van de vorige eeuw, een terrein voornamelijk gericht op lokale bedrijvigheid
met daarnaast enkele bedrijven verbonden aan de schaal- en schelpdierensector; het vol-
ledig uitgegeven terrein (6,2 ha) omvat circa 35 bedrijfsvestigingen;
- Molenpolder: het zuidelijk deel heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld als bedrijventer-
rein; het schelpenverwerkingsbedrijf neemt daarbij een bijzondere en ruimtelijk dominante
plaats in;
- Grintweg: concentratie van enkele grote bedrijven in een gemengd bedrijven- en woonge-
bied;
- Olzendepolder: het actuele bedrijventerrein van Yerseke, gelegen aan de zuidzijde van de
kern, dit terrein is vanaf 1990 gefaseerd ontwikkeld; de eerste twee fasen (17,5 ha) in de
periode 1990-2001, de ontwikkeling van de derde fase (8 ha) is in 2001 gestart, inmiddels
(2003) is daar reeds 2 ha van uitgegeven; het betreft een lokaal bedrijventerrein en tevens
een terrein voor vestiging van bedrijven verbonden aan aquabusiness (oester- en mossel-
sector, visverwerking en visteelt); een deel (5 ha) van de derde fase is ook specifiek gere-
serveerd voor deze bedrijfssector, de genoemde verswatervoorziening (zie Koringaweg) is
doorgetrokken naar dit bedrijventerrein.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Het aanbod van bedrijventerrein 19

Krabbendijke
Het huidige aanbod omvat:
- terrein Oostpolder: aan de oostzijde van Krabbendijke (en tussen spoor en provinciale
weg) gelegen lokaal bedrijventerrein, 5 ha groot; volledig uitgegeven met in totaal 18 ge-
vestigde bedrijven;
- terrein Zuidoost: aan de zuidrand van de kern gelegen "van oudsher" aanwezige bedrij-
venzone met vijf bedrijven waarbij circa de helft wordt ingenomen door een sterk met
Krabbendijke verbonden fruitbedrijf (koelhuis, transport, opslag). Op dit terrein is "formeel"
nog 2,1 hectare beschikbaar. Het betreft echter geen uitgeefbaar bedrijventerrein omdat
het in eigendom is van het bedrijf Vredehof Vogelaar als strategische uitbreidingsruimte.
Het terrein moet derhalve als volledig uitgegeven worden beschouwd.
- terrein Zuidweg: het actuele nieuwe lokale bedrijventerrein (4,3 ha) en aansluitend aan de
bestaande bedrijven aan de Zuidweg; dit terrein is inmiddels volledig uitgegeven.
Buiten deze drie lokale bedrijventerrein bevinden zich binnen de bebouwde kom van Krabben-
dijke relatief veel verspreid gelegen bedrijven (ruim twintig). Aparte aandacht vraagt daarbij het
voormalig veilingterrein. Het in de nog bestaande veilinggebouwen plaatsvindende bedrijfsge-
bruik (koelhuizen, transport) is eindig. In genoemd ISV-programma 2000-2005 is de transfor-
matie van het terrein naar andere en beter in de kern passende functies (wonen, voorzieningen)
aangegeven.

Rilland
Het huidige aanbod omvat het bedrijventerrein De Poort: zowel lokaal bedrijventerrein als regi-
onaal terrein voor specifieke bedrijfssectoren transport, groothandel en distributie. De eerste
fase van dat terrein is volledig uitgegeven (5,5 ha, 17 bedrijven gelijk verdeeld over de doel-
groepen lokale bedrijven en bedrijven in genoemde specifieke sectoren).

Waarde
Het aanbod in Waarde beperkt zich tot enkele bedrijfsvestigingen in de bebouwde kom (onder
andere aan de Julianastraat). Een specifiek ontwikkeld lokaal bedrijventerrein is niet aanwezig.
Voor opvang van aan de kern verbonden bedrijvigheid is het bedrijventerrein Nishoek beschik-
baar.

Oostdijk
Het aanbod bij Oostdijk omvat de zone langs de noordzijde van de tweede Vlietweg (ten westen
van Oostdijk). Dit terrein (6,9 ha groot) omvat een drietal agribusinessbedrijven/ uienverwer-
kingsbedrijven en is ook uitsluitend bedoeld voor de bestaande agribusinessbedrijven. Daar-
naast bevinden zich in het dorp aan de Lavendeldijk nog enkele agrarische verwerkingsbedrij-
ven. Voor de overige niet-agrarische bedrijvigheid is Oostdijk aangewezen op de terreinen in
Kruiningen of Krabbendijke.

Uit het voorgaande blijkt dat er vrijwel geen uitgeefbaar aanbod aan bedrijventerrein beschik-
e
baar is en dit feitelijk beperkt blijft tot de 3 fase van Olzendepolder. Van de daar nog beschik-
bare 6 ha is echter 5 ha gereserveerd voor agribusiness.

4.3. Ontwikkelingen / voornemens uitbreiding aanbod

De vermelde aanbodsituatie noodzaakt tot verruiming van aanbod aan bedrijventerrein. De vol-
gende ontwikkelingen zijn daartoe in gang gezet.

Hansweert (Kanaalarm/Loswal)
In het dorpsplan Hansweert is het beleidsvoornemen vastgelegd om het noordelijk deel (de kop)
van de gedempte kanaalarm te benutten voor ontwikkeling van lokaalgebonden en haven/
vaarweggebonden bedrijvigheid. Deze ontwikkeling wordt thans actueel. Daar komt bij dat eind
2001 definitieve overeenstemming tussen Rijkswaterstaat en Scheepswerf Reimerswaal is be-
reikt over het gebruik van de locaties Loswal/ Kaai 85 en de Werfdijk. Ingezet wordt nu op een
gecombineerde ontwikkeling van:
- uitbreiding van de scheepswerf /gebruik loswal en sanering van de locatie Werfdijk;

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Het aanbod van bedrijventerrein 20

- een lokaal bedrijventerrein Kop Kanaalarm (1,5 ha groot) voor lokale bedrijvigheid en/ of
vaarwater gerelateerde bedrijvigheid.
Een daartoe strekkend bestemmingsplan, waarin ook de geluidszone van de scheepswerf wordt
geregeld, is in 2003 in procedure gebracht.

Kruiningen (Nishoek)
Gelet op de ontwikkeling van Nishoek is een uitbreiding van het bedrijventerrein in voorberei-
ding genomen. Deze uitbreiding omvat de thans nog agrarisch in gebruik zijnde gronden aan de
zuidwestzijde van Nishoek (de zogenoemde "sprong" over de Nisseweg). Deze uitbreiding om-
vat circa 13 ha en is bedoeld voor continuering van de gecombineerde lokale en specifieke
functie van het terrein. Deze uitbreiding is verwerkt in een herziening van het bestemmingsplan
Nishoek en is in oktober 2003 vastgesteld.

Yerseke (Olzendepolder)
Gelet op de ontwikkelingen van Olzendepolder (start derde fase, met reservering voor aquabu-
siness) en de grote vraag naar bedrijfsgrond is in 2001 de voorbereiding voor ontwikkeling van
een vierde fase gestart. Deze vierde fase omvat 14 ha waarbij een eerste deel (8 ha) in proce-
dure is gebracht. Ook voor deze uitbreiding is een herziening in procedure gebracht (herziening
bestemmingsplan Bedrijventerrein Olzendepolder), die naar verwachting in 2003 vastgesteld zal
worden.

Rilland (De Poort)


Voor de uitbreiding van De Poort (5,5 ha grenzend aan de westzijde van het huidige terrein) is
in 2000 een bestemmingsplan in procedure gebracht. Dit bestemmingsplan is vastgesteld en
goedgekeurd in 2001. De ontwikkeling van deze uitbreiding is vervolgens sterk vertraagd door
vervangingsbesluit Minister (in verband met kennelijke strijdigheid met nationaal ruimtelijk be-
leid), intrekking van dat vervangingsbesluit en hernieuwde goedkeuringsprocedure resulterend
in een bodemprocedure. In oktober 2003 is door de Raad van State besloten dat het ingestelde
beroep tegen het bestemmingsplan ongegrond is. Daarmee is het bestemmingsplan onherroe-
pelijk geworden en kan de uitbreiding gerealiseerd worden.

Krabbendijke
Uitbreiding van bestaand bedrijventerrein en ontwikkeling van nieuw bedrijventerrein bij Krab-
bendijke is niet meer aan de orde. Wel vindt er een afronding plaats van het langs de Oude
Rijksweg gelegen terrein Zuid-Oost bestaande uit:
- het benutten van de beschikbare uitbreidingsruimte van het fruitbedrijf Vredehof-Vogelaar
(westzijde Zuid-Oost);
- het ontwikkelen van bedrijfsruimte aan de oostzijde van het terrein Zuid-Oost ter plaatse
van bestaande en te slopen oude bedrijfsgebouwen en een aangrenzend agrarisch per-
ceel (omvang circa 0,8 ha).

4.4. Aanbod en verouderde bedrijventerreinen

Bij de aanbodontwikkeling is naast uitbreiding ook inzicht in de wenselijkheid/ noodzaak van


aanpak van bestaande bedrijventerreinen van belang. In hoeverre is er sprake van terreinen die
niet meer voldoen aan vestigings- en / of kwaliteitseisen? De bestaande bedrijventerreinen zijn
daarop nagelopen. Daaruit resulteert dat op de volgende terreinen sprake is van veroudering
van het terrein, dat wil zeggen dat zich knelpunten of problemen voordoen die het ruimtelijk-
economisch functioneren van het terrein belemmeren.

Burenpolder
Het bedrijventerrein Burenpolder dateert uit de jaren vijftig en zestig en heeft een sterk verou-
derd karakter. Het gaat daarbij niet zozeer om economische veroudering (in de zin van econo-
misch afgeschreven en/ of zwakke concurrentiepositie) of beleidsmatige veroudering (in de zin
van niet meer handhaafbaar als gevolg van milieuhygiënische omstandigheden). Het betreft
vooral functionele veroudering, dat wil zeggen het terrein voldoet niet meer aan eigentijdse ves-
tigingseisen.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Het aanbod van bedrijventerrein 21

Deze functionele veroudering heeft met name betrekking op groenstructuur, verkeer- en par-
keerruimte, inrichting, milieu en presentatie (weinig of geen uitstraling). Verbetering van deze
onderdelen is noodzakelijk om te voldoen aan de eigentijdse vestigingswensen van bestaande
en nieuwe bedrijven en om te voorkomen dat het terrein te zeer veroudert. Het grote belang van
behoud en versterking van de marktpositie en toekomstwaarde van het terrein staat voorop. Het
streven naar functionele vernieuwing en kwaliteitsverbetering vereist combinatie van groot on-
derhoud (verbetering van inrichting en presentatie) en herstructurering (ten aanzien van
groenstructuur, milieu). Dit beleidsvoornemen van herstructurering is ook vastgelegd in struc-
tuurplan Yerseke en ISV-projectenprogramma. Van belang voor de uitwerking van dit beleids-
voornemen is de verplaatsing van de twee aangrenzende verblijfsrecreatieterreinen en het be-
nutten van deze vrijkomende ruimtes voor de herstructureringsopgave. Of verplaatsing van
deze verblijfsrecreatieterreinen (naar het gebied tussen Postweg en Oosterscheldedijk) ook
daadwerkelijk gestalte zal krijgen is nog onzeker. Een dergelijke verplaatsing gaat noodzakelij-
kerwijs gepaard met een omvangrijke investering en de financieringsmogelijkheden daarvan zijn
op dit moment nog onzeker. Uitsluitend sanering van de twee recreatieterreinen met de ontwik-
keling van nieuw recreatieterrein op de locatie Postweg is economisch niet haalbaar. Bekeken
worden de mogelijkheden om via een aantal andere projecten binnen de gemeente (woonbe-
bouwing terrein de Zaete, woningbouw veerplein) gelden te genereren om te komen tot een
economisch wel haalbare/verantwoorde uitvoering (Arcusproject).
Een globale verkenning heeft uitgewezen dat verplaatsing van de twee verblijfsrecreatieterrei-
nen een uitbreidingsmogelijkheid voor het bestaande bedrijventerrein Burenpolder oplevert van
± 3 ha. Gezien de nabijheid van woningen zullen deze gronden echter voornamelijk alleen kun-
nen worden ingezet voor bedrijven uit een lage milieucategorie (categorieën 2 en 3). Bovendien
moet er rekening mee worden gehouden dat er gestreefd wordt naar revitalisering van het be-
staande bedrijventerrein Burenpolder, wat mogelijk ook een additionele ruimtebehoefte ople-
vert.

Molenpolder
De ontwikkeling van dit bedrijventerrein heeft niet plaatsgevonden op basis van een planmatige
aanpak. Verbetering van de inrichting, ontsluiting, landschappelijke inpassing en presentatie is
noodzakelijk.
Overeenkomstig geldend beleid voor de Molenpolder wordt er naar gestreefd om de bestaande
bedrijven in het zuidelijk deel van de Molenpolder uitbreidingsmogelijkheden toe te kennen. Af-
hankelijk van een nog aan te tonen economische uitvoerbaarheid zal tevens worden bezien of
een bescheiden oppervlakte ontwikkeld kan worden voor uitgifte aan derden.

Oesterputten
Voor dit specifiek op de oestersector afgestemde bedrijventerrein (verwateren, opslaan van
oesters in de drie puttencomplexen) is sprake van functionele veroudering. Aandachtspunten
daarbij vormen Europese richtlijnen ten aanzien van inrichting, milieuhygiëne en bewaring en
opslag en eisen inzake gebruik en onderhoud van de oesterputten zoals vastgelegd in de Ver-
ordening op de oesterputten. Ook aandacht vragen de slechte staat van de kades en de leeg-
stand van een deel van het puttencomplex. Ten slotte is sprake van een sterk verouderde juri-
disch-planologische regeling (bestemmingsregelingen uit 1962 en 1978). Om ongewenste ont-
wikkelingen op basis van deze verouderde plannen te voorkomen is een voorbereidingsbesluit
voor dit natte en specifieke bedrijventerrein genomen. Het ligt in de bedoeling om nog in 2004 in
overleg met het bedrijfsleven met een visie op de toekomst van de oesterputten te komen als
basis voor bestemmingsregeling, herinrichting en mogelijk gedeeltelijke functieverandering.

Kanaalweg
Voor dit terrein vragen landschappelijke inpassing, presentatie en inrichting van de openbare
ruimte de aandacht (groot onderhoud).

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Het aanbod van bedrijventerrein 22

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
23
5. De vraag naar bedrijventerrein

De behoefte aan bedrijventerrein komt voort uit diverse componenten:


a. vanuit concrete ruimtebehoefte uit de markt;
b. vanuit ruimtelijke ordenings- en milieubeleid kan er behoefte zijn aan locaties voor bedrij-
ven waarvoor het wenselijk is dat ze verplaatsen van de huidige locatie;
c. vanuit economisch beleid ten aanzien van de gewenste omvang en samenstelling van de
economische structuur en economische vitaliteit;
In dit hoofdstuk is de behoefte aan bedrijventerrein vanuit deze verschillende aspecten geana-
lyseerd.

5.1. Behoefte aan bedrijventerrein vanuit de markt

Bij het bepalen van de behoefte aan bedrijventerrein "vanuit de markt" is het uitgangspunt het
volgen van de economische ontwikkelingen in de gemeente. Hierbij zijn twee verschillende
methodes te gebruiken:
1. het maken van een inschatting van de te verwachten behoefte in de komende periode op
basis van de uitgifte (gerealiseerde behoefte) in de afgelopen periode (trendprognose);
2. het maken van een inschatting op basis van actuele gegevens over aanvragen naar bedrij-
venterreinen.

Terreinuitgifte in de afgelopen periode


Ervaringen met de uitgifte van bedrijventerrein in het verleden kunnen een leidraad vormen voor
de te verwachten ruimtebehoefte in de komende jaren. In de afgelopen periode (sinds de vorige
Beleidsvisie Bedrijventerreinen) 1994 – 2001 is in Reimerswaal met name op de grotere bedrij-
venterreinen terrein uitgegeven, in totaal ruim 35 ha. Dit komt neer op gemiddeld 5 ha per jaar;
40% van het uitgegeven terrein is uitgegeven in Yerseke, (terrein Olzendepolder).

Tabel 5.1 Uitgifte van bedrijventerrein in de periode 1994 – 2001

terrein type terrein uitgifte in de periode aandeel gemiddeld


1994-2001 per jaar

Hansweert Kanaalweg lokaal 0,8 ha 2,5%


Krabbendijke Zuidweg lokaal 1,8 ha 5%
Kruiningen Nishoek agribusiness/lokaal 9,7 ha 27,5%
Rilland De Poort lokaal/transport, groothan- 8,8 ha 25%
del, distributie
Yerseke Olzendepolder lokaal/aquabusiness 14,2 ha 40%
totaal 35,3 ha 100% 5,0 ha

Bron: gemeente Reimerswaal/ bewerkt door RBOI, december 2001.

Het terrein aan de Kanaalweg in Hansweert is volledig aan lokale bedrijven uitgegeven.

De totale terreinuitgifte op Zuidweg in Krabbendijke (1,8 ha) is uitgegeven aan lokale bedrijven.

Van de 9,7 ha die op bedrijventerrein Nishoek is uitgegeven is 3,8 ha aan niet-lokale bedrijven
uitgegeven (vriesveem en milieustraat). De overige bedrijven komen voornamelijk uit Kruiningen
en Waarde. Het betreft lokaalgebonden technische bedrijven zoals een sloopbedrijf, een aan-
nemer en een bouwbedrijf en voedingsmiddelenverwerkende bedrijven.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
De vraag naar bedrijventerrein 24

Van de uitgifte op De Poort is circa 2,5 hectare uitgegeven aan bedrijven uit Rilland, Krabben-
dijke en Waarde. Het overige terrein is uitgegeven aan onder andere bedrijven uit West-Bra-
bant, Vlissingen of België. Dit zijn met name bedrijven uit de sector transport en logistiek.
Op driekwart van het terrein dat de laatste jaren is uitgegeven op Olzendepolder hebben zich
bedrijven uit Yerseke gevestigd, waarvan het merendeel is gerelateerd aan de aquabusiness.
Daarnaast zijn op Olzendepolder lokale bedrijven gevestigd.

Actuele aanvragen
Concrete aanvragen van bedrijven die bij de gemeente bekend zijn geven een indicatie voor de
behoefte aan bedrijventerrein. Kanttekening hierbij is dat de werkelijke ruimtebehoefte moeilijk
is te kwantificeren, onder andere doordat de expansiedrift van de meeste bedrijven deels af-
hankelijk is van externe factoren en bovendien conjunctuurgevoelig is.

Per 1-12-2001 waren er bij de gemeente 67 aanvragen voor bedrijventerrein geregistreerd die
nog niet zijn gehonoreerd. Volgens inventarisatie van de niet-gehonoreerde aanvragen be-
draagt de ruimtebehoefte circa 24 ha, als volgt verdeeld over de diverse bedrijventerreinen:

Tabel 5.2 Nog niet gehonoreerde aanvragen

locatie ruimte vraag waarvan lokaal waarvan minder lokaal


Krabbendijke Zuid- 2 ha 9 aanvragen 9 aanvragen 1 aanvraag
weg
Kruiningen Nishoek 9 ha 17 aanvragen 16 aanvragen
Rilland De Poort 7 ha 22 aanvragen 11 aanvragen 11 aanvragen van elders:
met name transport en
groothandel
Yerseke Olzende- 6 ha 19 aanvragen 16 aanvragen 1 aanvraag, uit Kapelle
polder
totaal 24 ha 67 aanvragen 54 aanvragen 13 van buiten de gemeente

Bron: gemeente Reimerswaal / bewerkt door RBOI, januari 2001.

Uit tabel 5.2 blijkt dat voor de meeste terreinen geldt dat de ruimtevraag grotendeels lokaal ge-
bonden is, dan wel gemeentelijk gebonden is. Alleen voor het terrein De Poort geldt dat een
aanzienlijk deel van de vraag komt van bedrijven van elders. De bedrijven die van elders komen
en interesse hebben in een locatie op De Poort zijn veelal gelieerd aan transport of logistiek.

Onderzoek Kamer van Koophandel


De Kamer van Koophandel Zeeland heeft, om de concrete ruimtebehoefte te inventariseren,
een enquête naar de behoefte aan bedrijventerrein verricht onder de gevestigde bedrijven in de
regio De Bevelanden, waaronder Reimerswaal. Het onderzoek betreft bedrijven in de sectoren
industrie, bouwnijverheid, handel en reparatie, vervoer, verhuur en enkele kleine sectoren die
op een bedrijventerrein thuis horen. Van de in Reimerswaal gevestigde bedrijven hebben er 98
meegewerkt aan deze enquête.

Uit het onderzoek blijkt dat de ruimtebehoefte in Reimerswaal, vergeleken met de andere ge-
meenten in de Bevelanden, het grootst is. In Reimerswaal bestond ten tijde van dit onderzoek
(januari 2001) bij 43 van de gevestigde bedrijven binnen 5 jaar behoefte aan extra ruimte voor
uitbreiding dan wel verplaatsing; een totale ruimtebehoefte van 22,8 ha (waarvan 14,5 ha voor
uitbreiding en 8,3 ha voor verplaatsing). Als aan de ruimtebehoefte tegemoetgekomen kan wor-
den zal wellicht ruimte vrij komen door verplaatsing van bedrijven, maar dit betreft veelal loca-
ties (bijvoorbeeld in de kern of in het buitengebied) waarvan het niet wenselijk is om deze op-
nieuw een bedrijfsbestemming te geven.

Conclusie behoefte vanuit de markt


Op basis van de uitgifte van bedrijventerrein in de afgelopen jaren blijkt dat gemiddeld circa
5 ha per jaar is uitgegeven. Dit komt overeen met de concrete ruimtebehoefte die zowel blijkt uit

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
De vraag naar bedrijventerrein 25

de concrete aanvragen bij de gemeente als uit het behoefteonderzoek verricht door de Kamer
van Koophandel. Verwacht kan worden dat ook de komende jaren nog vanuit de markt een
ruimtebehoefte van 4 – 5 ha per jaar zal bestaan.
De afgelopen jaren heeft 40% van de totale terreinuitgifte in Yerseke plaatsgevonden. Ook uit
de concrete aanvragen blijkt dat in Yerseke relatief veel vraag naar bedrijventerrein bestaat.

5.2. Behoefte aan bedrijventerrein vanuit ruimtelijk of milieubeleid

Het ruimtelijk ordeningsbeleid van de gemeente Reimerswaal is er op gericht om bedrijven die,


vanuit ruimtelijk dan wel milieubeleid op de huidige locatie niet passen, te verplaatsen naar be-
drijventerreinen. Dit wordt ook in het "Projectenprogramma 2000 - 2005 Investeringsbudget
Stedelijke Vernieuwing" aangegeven (zie paragraaf 3.3). Randvoorwaarde hiervoor is een pas-
send aanbod aan bedrijventerrein. In Reimerswaal zijn de volgende soorten situaties te onder-
scheiden, in welke gevallen ruimte op bedrijventerrein gewenst is om verplaatsing van bedrijven
mogelijk te maken:
1. bedrijven die op hun huidige locatie tussen of direct grenzend aan woongebieden zijn ge-
vestigd en die daar door de aard en/ omvang van de activiteiten niet gewenst zijn dan wel
economisch gezien op hun huidige locatie geen ontwikkelingsmogelijkheden hebben;
2. niet-agrarische bedrijven die in het buitengebied zijn gevestigd, maar waarvan bij voort-
gaande groei verplaatsing naar een bedrijventerrein gewenst is.

Het gemeentebestuur kan op twee mogelijkheden invulling geven aan dit verplaatsingsbeleid:
- passief: creëren van randvoorwaarden die verplaatsing bevorderen (beschikbaarheid van
terrein, beperken uitbreidingsmogelijkheden);
- actief: eventueel met behulp van een financiële bijdrage actief verplaatsen van bedrijven
naar andere locaties.

De behoefte aan ruimte vanuit het mogelijk maken van verplaatsing van bedrijven wordt niet
heel groot ingeschat. In de afgelopen jaren heeft een groot aantal verplaatsingen van bedrijven
uit de verschillende kernen plaatsgevonden en is de ontwikkeling van de terreinen Nishoek,
Olzendepolder en De Poort ook in belangrijke mate "gevoed" door deze verplaatsingsbehoefte
uit de kernen. Op Nishoek bevindt zich een vijftal uit Kruiningen en Waarde verplaatste bedrij-
ven, op Olzendepolder circa 8 bedrijven (verplaatsingen uit Yerseke, Kruiningen, Waarde) en
op De Poort 4 bedrijven (uit Rilland en Krabbendijke). Naar verwachting is de verplaatsingsbe-
hoefte voor de komende jaren teruggebracht tot nog enkele uit de kernen te verplaatsen bedrij-
ven en zijn er daarnaast in het buitengebied agrarische verwerkingsbedrijven gevestigd die ter
plaatse niet of slechts beperkt verder uit kunnen breiden. Op basis van deze constatering van
afnemende verplaatsingsbehoefte en van ervaringen uit het verleden wordt de ruimtebehoefte
(in de hele gemeente) vanuit het mogelijk maken van verplaatsen van bedrijven geraamd op
gemiddeld jaarlijks 0,5 - 1 hectare.

5.3. Behoefte aan bedrijventerrein vanuit economisch beleid

In de voorgaande Beleidsvisie Bedrijventerreinen was een belangrijk uitgangspunt van beleid


dat bij elke kern voldoende ruimte aanwezig moest zijn om vestigingsmogelijkheden te kunnen
bieden aan lokaal gebonden bedrijven en om ruimte te kunnen bieden aan ontwikkeling van
reeds gevestigde bedrijven. Om economische vitaliteit van de kernen in stand te houden en om
ontwikkelings- dan wel uitbreidingsmogelijkheden van gevestigde bedrijven niet te beperken
zou het in principe nog altijd wenselijk zijn om bij elke kern ruimte voor de ontwikkeling van be-
drijventerrein beschikbaar te hebben.
Gezien de reeds aanwezige oppervlakte aan bedrijventerrein (>5 ha bij vrijwel alle kernen) is
het inmiddels ruimtelijk-planologisch niet meer wenselijk / mogelijk om bij elke kern bedrijventer-
rein te blijven ontwikkelen.
Ook de doelstelling van verdere verbreding van de economische structuur (zoals opgenomen in
de beleidsvisie uit 1995) is minder aan de orde (zie ook hoofdstuk 3.5). Vanuit economisch be-

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
De vraag naar bedrijventerrein 26

leid en economische perspectieven ligt het accent meer bij behoud en ontwikkeling van agribu-
siness- en aquabusinesscomplex en op de perspectieven verbonden aan belangrijke ver-
voersassen.

5.4. Conclusie behoefte aan bedrijventerrein / bouwstenen voor beleid

type behoefte Gemiddeld per jaar


behoefte vanuit de markt 4 – 5 ha
behoefte vanuit ruimtelijk/milieubeleid 0,5 – 1 ha
totaal circa 5 ha

Uit het voorgaande blijkt dat in Reimerswaal een blijvende behoefte aan bedrijventerrein be-
staat. De afgelopen jaren is gemiddeld 5 ha bedrijventerrein per jaar uitgegeven.
Voor alle bedrijventerreinen geldt dat het terrein met name is uitgegeven aan lokale bedrijven.
Ook de ruimtebehoefte voor de komende jaren komt voort uit de vraag van lokale bedrijven. Al-
leen voor De Poort geldt dat, naast de lokale behoefte, een duidelijke ruimtevraag van bedrijven
van elders bestaat.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
27
6. Confrontatie vraag en aanbod

6.1. Het aanbod

Samenvattend leidt de in hoofdstuk 4 vermelde aanbodanalyse tot de volgende conclusies.


- Reimerswaal beschikt over een groot aantal bedrijventerreinen. In totaal gaat het om bijna
200 ha, verdeeld over 19 terreinen. Het aanbod omvat veel lokale terreinen, (voor het me-
rendeel ook met een omvang aansluitend op de in het streekplan aangegeven 5 ha-om-
vang), enkele specifieke lokale terreinen (afgestemd op één bedrijfssector) en drie gecom-
bineerde lokale en bovenlokale/specifieke bedrijventerreinen.
- Het zwaartepunt van de terreinen ligt in het westelijk deel van de gemeente. De zone Yer-
seke-Kruiningen met aansluitend Hansweert en Oostdijke omvat 13 van de 19 terreinen en
omvat ook de sterke gemeentegebonden sectoren van agribusiness en aquabusiness.
- De gerealiseerde ontwikkeling in de periode 1995 tot en met 2002 heeft geleid tot een
snellere uitgifte van bedrijfsgrond dan destijds (1995) voorzien met als gevolg nog maar
een uiterst beperkt aanbod aan uitgeefbaar terrein. De meeste terreinen zijn volledig uit-
gegeven en veelal in overeenstemming met het geldende segmenteringsprofiel voor de
terreinen. De oppervlakte uitgeefbaar terrein bedroeg (in 2003) nog slechts enkele ha.
- Gelet op de krapte aan uitgeefbaar terrein en de (blijvende) sterke vraagontwikkeling/ be-
hoefte zijn in 2002 al voorbereidingen getroffen voor uitbreiding van het aanbod aan be-
drijventerrein. Deze uitbreiding richt zich met name op de drie terreinen met een gecombi-
neerde lokale en specifieke (bovenlokale) functie (uitbreidingen Olzendepolder, Nishoek
en De Poort). In totaal gaat het om in voorbereiding genomen uitbreidingen van circa
34 ha. Door de uitspraak van de Raad van State inzake de procedure van het
bestemmingsplan De Poort is deze oppervlakte eind oktober 2003 toegenomen met de
5,5 ha uitbreiding De Poort.
- Met betrekking tot de bestaande terreinen is voor de komende jaren een substantiële
verbeteringsopgave aan de orde die als volgt naar inspanningsniveau is te concretiseren:
- transformatie voormalig veilingterrein Krabbendijke dat wil zeggen een volledige trans-
formatie van bedrijfsgebied naar woon-/dorpsvoorzieningengebied;
- herstructurering Burenpolder dat wil zeggen verbetering van de functionele veroudering
van het terrein waardoor het opnieuw voldoet aan vestigings- en kwaliteitseisen;
- sanering locatie Werfdijk (Hansweert);
- ruimtelijke verbetering terrein Molenpolder, dat wil zeggen verbetering van ontsluiting,
inrichting, landschappelijke inpassing, ruimtelijke structuur en presentatie;
- groot onderhoud terrein Kanaalweg (verbetering van inrichting, presentatie en inpassing
van dit terrein) en de Oesterputten (algehele verbetering van inrichting en beheer van
het puttencomplex).

6.2. De vraag

In Reimerswaal bestond de afgelopen jaren een sterke en constante behoefte aan bedrijventer-
rein. Gezien de actuele concrete aanvragen is deze behoefte nog steeds aanwezig. De be-
hoefte komt voor een groot deel van bedrijven uit de gemeente Reimerswaal, daarnaast zijn er
beperkt (met name voor bedrijventerrein De Poort) ook bedrijven van elders die interesse heb-
ben in een vestigingslocatie in Reimerswaal; vestiging in de corridor aansluitend op de Zoom-
as. Tevens komt een (beperkte en afnemende) ruimtebehoefte voort uit het feit dat het vanuit
ruimtelijk en/ of milieubeleid wenselijk is dat sommige bedrijven verplaatsen naar een bedrij-
venterrein omdat de huidige locatie niet passend is, bijvoorbeeld omdat zij nu in een kern zijn
gevestigd of in het buitengebied.

De ruimtebehoefte voor de komende jaren wordt geraamd op circa 5 hectare per jaar. Ervarin-
gen uit het verleden leren dat een groot deel van de behoefte aan bedrijventerrein in Reimers-
waal komt uit Yerseke; in de afgelopen jaren is 40% van het gemeentelijke bedrijventerrein in
Yerseke uitgegeven.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Confrontatie vraag en aanbod 28

6.3. Confrontatie vraag en aanbod

Uitgaande van een ruimtebehoefte van circa 5 ha per jaar biedt de nog beschikbare (circa 6 ha,
in 2003) en in voorbereiding genomen uitbreidingen van de terreinen Olzendepolder, Nishoek
en De Poort (34 ha) ontwikkelingsmogelijkheden voor de komende 8 jaar (2003 – 2010). Na die
8 jaar is de ontwikkeling van nieuw bedrijventerrein noodzakelijk. Gezien het beperkte beschik-
bare aanbod nu en in de toekomst is het van groot belang om bij de uitgifte vast te houden aan
het vigerende segmenteringbeleid.
Belangrijk is ook de constatering dat van de ontwikkelde lokale bedrijventerreinen de grenzen,
wat betreft omvang en aansluiting op de schaal van de kern, zijn bereikt. Dit betekent dat voor
de verdere ontwikkeling van nieuw aanbod aan bedrijventerrein alleen de gecombineerde lokale/
bovenlokale-specifieke bedrijventerreinen resteren (Nishoek, Olzendepolder, De Poort). Alleen
in Krabbendijke (afronding Zuid-Oost) en Hansweert (kop van Kanaalarm aansluitend aan los-
wal/scheepswerf) is nog sprake van beperkte toevoeging van lokaal bedrijventerrein.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
29
7. Ruimtelijk-economisch beleid

7.1. Hoofdlijnen ruimtelijk-economisch beleid

Op basis van de in de voorgaande hoofdstukken beschreven economische structuur van de


gemeente en actuele vraag- en aanbodsituatie is in dit hoofdstuk het ruimtelijk-economisch be-
leid voor de periode 2003-2015 uiteengezet.

Segmentering/doelgroepen
Inzet van het beleid is het vasthouden aan het voorzien in vestigingsmogelijkheden voor aan de
gemeente gebonden lokale bedrijvigheid, aan de (uit de gemeente voortgekomen) bedrijfssec-
toren agribusiness en aquabusiness verbonden bedrijvigheid en aan bedrijvigheid gerelateerd
aan de potenties van het oostelijk deel van Reimerswaal voor de sectoren transport, groothan-
del en distributie. De feitelijke ontwikkeling in de periode 1995-2002 overeenkomstig dit seg-
mentering-/aanbodprofiel en de actuele vraag in relatie tot dit segmenteringprofiel geven geen
aanleiding om het geldende ruimtelijk-economisch beleid te wijzigen. Daarnaast is van belang
dat de twee sterke bovenlokale bedrijfssectoren aquabusiness en agribusiness nadrukkelijk
verbonden zijn met het gemeentelijk grondgebied.
Naast dit aan feitelijke ontwikkeling en reële perspectieven gerelateerde ruimtelijk-economisch
beleid blijft het van belang om ruimte te bieden aan initiatieven en ontwikkelingen die bijdragen
aan verbreding van economie en werkgelegenheid.

Locaties/uitbreiding aanbod
In relatie tot het geldend streekplanbeleid en de doelstellingen van het nieuwe nationale ruimte-
lijk beleid zal wat betreft de ruimtelijke vertaling van dat beleid het accent nadrukkelijk verschui-
ven naar vrijwel uitsluitend de gecombineerde lokale/ bovenlokale terreinen Nishoek, Olzende-
polder en De Poort. Uitbreiding van of ontwikkeling van nieuw lokaal bedrijventerrein bij iedere
kern is gelet op feitelijke situatie (vrijwel bij iedere kern aanbod van bedrijventerrein van 5 ha of
meer) en een ruimtelijk beleid gericht op het vrijwaren van open ruimte van verdere bebouwing
niet meer aanvaardbaar. Clustering / bundeling van aanbod op slechts enkele locaties en binnen
stringente ruimtelijke randvoorwaarden (ontsluiting, landschappelijke inpassing, duurzame in-
richting, watertoets) is noodzakelijk. Daarmee wordt een feitelijk al in gang gezette ontwikkeling
(zie in voorbereiding genomen plannen voor uitbreiding van aanbod) verder aangescherpt.

Beheer/verbetering bestaande bedrijventerreinen


Het derde kernpunt van het beleid is het verbeteren van verouderde bedrijventerreinen zodat
deze weer voldoen aan actuele kwaliteits- en vestigingseisen. Deze opgave concentreert zich
met name in Yerseke (herstructurering Burenpolder, Molenpolder en groot onderhoud Oester-
putten) en Krabbendijke (transformatie voormalig veilingterrein). Deze opgave vormt een on-
losmakelijk onderdeel van het ruimtelijk-economisch beleid voor de komende jaren.

Dit beleid van vasthouden aan de goed op de economische structuur van Reimerswaal afge-
stemde segmentering / doelgroepen, van beperken van uitbreiding tot die bedrijventerreinen
waarvoor de gecombineerde functie van lokaal/ specifieke bedrijfssector geldt en van aanpak-
ken van verouderd aanbod is in het navolgende nader uitgewerkt naar de afzonderlijke kernen
(zie ook bijgevoegde kaart).

7.2. Uitwerking per kern


Hansweert
Segmentering
Functie voor lokale bedrijvigheid. Daarnaast intensivering en uitbreiding van specifieke ge-
bruiksmogelijkheden op de locatie Kaai 85/Loswal, voornamelijk ten behoeve van scheepswerf
Reimerswaal en (beperkte) vaarwatergebonden bedrijvigheid (dit laatste voornamelijk op het
grondgebied van de gemeente Kapelle).

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Ruimtelijk-economisch beleid 30

Ontwikkeling bedrijventerrein
Beperkte uitbreiding van het aanbod door de ontwikkeling van de kop van de gedempte kanaal-
arm tot lokaal bedrijventerrein (omvang circa 1,5 ha). Deze uitbreiding is bedoeld voor aan de
kern Hansweert verbonden bedrijvigheid (verplaatsing, nieuwvestiging) en moet mede gezien
worden in relatie tot de verbetering en afronding van het terrein Kanaalweg. Tezamen met het
bestaande terrein Kanaalweg (6,5 ha) ontstaat dan een geclusterd en gunstig ten opzichte van
kern en infrastructuur gelegen aanbod aan lokaal bedrijventerrein van circa 8 ha aansluitend op
de specifieke bedrijfsontwikkeling langs het Kanaal door Zuid-Beveland.

Aanpak verouderde bedrijventerreinen


Verbeteren van de inpassing, inrichting openbare ruimte en presentatie van het bedrijventerrein
Kanaalweg.
Sanering van de bestaande bedrijvigheid aan de Werfdijk. Dit heeft reeds plaatsgevonden voor
de bedrijven Rendaxson en Scheepswerf Reimerswaal. Op langere termijn wordt ook de moge-
lijkheid bezien van verplaatsing van het aannemingsbedrijf Van de Straaten.

Kruiningen
Segmentering
Continueren gecombineerde functie van lokale bedrijvigheid en bedrijvigheid verbonden aan
agribusiness.

Ontwikkeling bedrijventerrein
Uitbreiden terrein Nishoek met het gebied gelegen tussen Nisseweg, A58 en Zandweg (omvang
13 ha). Uitbreiding afstemmen op de gecombineerde functie van het terrein (interne geleding).
Bij de ontwikkeling en inrichting van deze uitbreiding is met name aandacht nodig voor de as-
pecten water (voldoende waterberging), ontsluiting en presentatie /beeldkwaliteit.
Met de voorbereiding van deze uitbreiding is reeds gestart (onder andere aankoop gronden en
woningen Zanddijk, ontwerp en inrichting waarbij rekening is gehouden met de aspecten water,
ontsluiting en landschappelijke inpassing, regeling in bestemmingsplan). Het volledig benutten
van de uitbreiding is voorzien tussen 2004 en 2010. Dan zal ook beoordeeld moeten worden de
behoefte/ noodzaak van verdere uitbreiding van het terrein in oostelijke of noordelijke richting
(de enige reële uitbreidingsrichtingen). Deze beoordeling zal moeten plaatsvinden mede in rela-
tie tot dan nog beschikbare mogelijkheden voor uitbreiding van bedrijventerrein in Yerseke.

Aanpak verouderde bedrijventerreinen


Voor de bestaande terreinen in Kruiningen (Slagveldstraat en Nishoek) niet aan de orde. Een
aandachtspunt vormt wel de leegstaande bedrijfsbebouwing van Conexxion. In relatie tot de
woonkern en de beoogde woningbouwplannen op het voormalige veerplein en omgeving is te-
rughoudendheid met betrekking tot hergebruik van deze bedrijfsruimte noodzakelijk.

Yerseke
Segmentering
Functie voor lokale bedrijven (bedrijven die qua aard en schaal passen bij Yerseke en haar ver-
zorgingsgebied) en bedrijven die een directe relatie hebben met het aquabusinesscomplex
(oester- en mosselsector, visverwerking en kweek- en visteelt, handel en transport).

Ontwikkeling bedrijventerrein
Yerseke beschikt over een ruim en gedifferentieerd aanbod aan bedrijventerrein. Uitbreiding
van aanbod vindt plaats via de verdere ontwikkeling van het gecombineerde lokale en speci-
fieke bedrijventerrein Olzendepolder. Beschikbaar is nog 6 ha in de derde fase van dit bedrij-
venterrein, daarvan is 5 ha gereserveerd voor de doelgroep van aan aquabusiness gelieerde
bedrijven. In voorbereiding is de ontwikkeling van een vierde fase (gebied tussen Olzendepol-
der en Molendijk, circa 15 ha). Uitbreiding en inrichting zijn verwerkt in een bestemmingsplan
dat in 2003 in procedure is gebracht. Vaststelling is voorzien in 2004. Na realisering van deze
vierde fase Olzendepolder (voorzien omstreeks 2010) zal een verdere uitbreiding van Olzende-
polder beoordeeld moeten worden. Met name de dan bestaande perspectieven met betrekking
tot de bedrijfssector aquabusiness zijn daarbij bepalend (daadwerkelijk functioneren/ gebruik
van de verswatervoorziening). Uitbreiding is gelet op de ruimtelijke situatie uitsluitend mogelijk

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Ruimtelijk-economisch beleid 31

in zuidelijke richting gekoppeld aan het doortrekken van de verswatervoorziening. Landschap-


pelijke inpassing en aanwezigheid van buisleidingenstraat vormen daarbij belangrijke aan-
dachtspunten.
Het bedrijventerrein Olzendepolder zal behalve voor bedrijven passend in het segmenterings-
beleid ook ruimte bieden voor zich aandienende specifieke ontwikkelingen/bedrijfsvestigingen
die een belangrijke bijdrage leveren aan verbreding van economische structuur en
werkgelegenheid (onder andere bedrijfsvestigingen in de sfeer van de zogenoemde creatieve
bedrijvigheid, onderzoek en dergelijke).

Aanpak verouderde bedrijventerreinen


De gemeentelijke opgave van aanpak van verouderde bedrijventerreinen richt zich vooral op
Yerseke. Op de volgende drie terreinen doen zich knelpunten voor die noodzaken tot meer of
minder ingrijpende verbeteringen: Burenpolder (herstructurering in combinatie met uitbreiding),
Oesterputten (groot onderhoud, kwaliteitsverbetering) en Molenpolder (ruimtelijke verbetering).

Krabbendijke
Segmentering
Bestaande aanbod bedrijventerrein uitsluitend gericht op lokale bedrijvigheid.

Ontwikkeling bedrijventerrein
Met de realisering van het terrein Zuidweg is de grens van het aanbod aan lokaal bedrijventer-
rein in Krabbendijke bereikt. De totale omvang van de drie lokale bedrijventerreinen Oostpolder,
Zuidweg en ZuidOost bedraagt 19 ha. Voor het terrein Zuid-Oost is voorzien in een afronding
aan westzijde (uitbreiding bestaand bedrijf) en aan oostzijde (hergebruik verouderde bedrijfsbe-
bouwing).
Voor opvang van lokale bedrijvigheid is Krabbendijke verder aangewezen op het terrein De
Poort.

Aanpak verouderde bedrijventerreinen


Voor Krabbendijke richt deze opgave zich op de transformatie van het voormalig veilingterrein.
In essentie komt dit neer op het beëindigen van gebruik voor bedrijvigheid en het volledig
transformeren van het terrein naar gebruik ten behoeve van wonen en voorzieningen (mogelijk
ISV-project).

Rilland
Segmentering
Functie voor lokale bedrijvigheid en bedrijvigheid in de sectoren transport, groothandel en dis-
tributie (bovenlokale vestigingsmogelijkheden voor deze sectoren in relatie tot ligging ten op-
zichte van Zoomas).

Ontwikkeling bedrijventerrein
Realisering uitbreiding terrein De Poort met de westelijke uitbreiding van 5,5 ha. Deze uitbrei-
ding is bedoeld voor aan het oostelijke deel van Reimerswaal verbonden bedrijvigheid (functie
voor Rilland en Krabbendijke) en voor bedrijvigheid gerelateerd aan genoemde bedrijfssecto-
ren.
De ontwikkeling van deze uitbreiding is vertraagd door procedures in het ruimtelijk ordenings-
spoor (beoogde start ontwikkeling daardoor verschoven van 2002 naar 2004). In relatie tot be-
hoefte/concrete gegadigden zal deze uitbreiding in korte tijd gerealiseerd zijn (2004 – 2006). Dit
betekent dat in 2004 ook gestart zal worden met de voorbereiding van een volgende uitbreiding.
Evenals voor Olzepolder geldt voor De Poort dat dit terrein in beginsel ook ruimte moet kunnen
bieden voor zich eventueel aandienende bedrijfsvestigingen in de sfeer van creatieve bedrijvig-
heid, onderzoek en dergelijke.

Aanpak verouderde bedrijventerreinen


Voor Rilland zijn geen activiteiten noodzakelijk.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Ruimtelijk-economisch beleid 32

Waarde
Segmentering
Uitsluitend een functie voor de gevestigde lokale bedrijvigheid.

Ontwikkeling bedrijventerrein
Beperking van aanbod tot bestaande bedrijfspercelen (consolidatie). Geen ontwikkeling van lo-
kaal bedrijventerrein; voor de opvang van lokale bedrijvigheid is het terrein Nishoek bij Kruinin-
gen beschikbaar (feitelijk de actuele praktijk).

Aanpak verouderde bedrijventerreinen


Voor Waarde zijn geen activiteiten aan de orde.

Oostdijk
Segmentering
Functie blijft beperkt tot de bestaande bedrijvigheid in de kern en uitsluitend de bestaande agri-
businessbedrijven op het terrein aan de Tweede Vlietweg.

Ontwikkeling bedrijventerrein
Een beperkte verruiming/ afronding van het terrein aan de Tweede Vlietweg uitsluitend ten be-
hoeve van de gevestigde bedrijven (geregeld in het bestemmingsplan Buitengebied).

Aanpak verouderde bedrijventerreinen


Geen activiteiten in Oostdijk aan de orde.

7.3. Uitgangspunten landschappelijke inpassing

Belangrijk onderwerp in het ruimtelijk beleid voor de bedrijventerreinen vormt de landschappe-


lijke inpassing en inrichting. Bij de planontwikkeling van de uitbreidingen van de terreinen Nis-
hoek, Olzendepolder en De Poort is de landschappelijke inpassing en inrichting nadrukkelijk
meegenomen (veelal in combinatie met water). In deze paragraaf zijn op hoofdlijnen de door de
gemeente toe te passen uitgangspunten inzake de landschappelijke inpassing en inrichting van
bedrijventerrein vermeld.

Afscherming of zicht
De landschappelijke inpassing van de bedrijventerreinen is gericht op het vormgeven van twee
ruimtelijke situaties: visuele afscherming of juist zichtlocaties.

Bij visuele afscherming zal een brede beplantingssingel zorgen voor een adequate afscherming
van een bedrijventerrein. Als minimum maat voor een dergelijke beplantingssingel wordt een
breedte van 10 meter aangehouden. Voor het onderhoud van de groenstrook en het hekwerk
langs het bedrijventerrein is het wenselijk dat er een circa 2 meter brede grasstrook tussen be-
planting en hekwerk wordt aangelegd.

Bij zichtlocaties is het juist de bedoeling dat de bedrijven zich kunnen presenteren. De inrichting
van de openbare ruimte zal een bijdrage moeten leveren aan de gewenste allure. Het zal dus
een hoogwaardige inrichting moeten zijn. Hierbij kan gedacht worden aan water of gazon met
bomen. De maatvoering voor een dergelijke zone is ook minimaal 10 meter

Combinatie van groen en water


Waterberging en ontwatering van een bedrijventerrein zijn zeer belangrijk voor het functioneren
van het terrein. In ruimtelijk opzicht zal altijd gestreefd worden naar een combinatie van de
groenstructuur met het watersysteem.

Voor een sloot met onderhoudspad is een ruimte nodig van minimaal 13 meter. Hierbij heeft de
sloot een breedte tot 8 meter en het onderhoudspad een breedte van 5 meter. Bij deze maat-
voering is onderhoud vanaf één zijde mogelijk. Er mogen op het onderhoudspad geen bomen
staan, mits de onderlinge afstand 12 meter bedraagt, één meter vanaf de insteek, met

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Ruimtelijk-economisch beleid 33

daarachter de vrije onderhoudsstrook (5 of 7 meter). Deze richtlijnen zijn vastgelegd in de Keur


Waterbeheer (ontwerp). Indien de sloot breder wordt dan moet het onderhoudspad minimaal 7
meter breed zijn. Zeer brede sloten moeten van twee zijden kunnen worden onderhouden.

Ruimtereservering
Voor de landschappelijke inpassing in combinatie met een watergang wordt een ruimte gere-
serveerd van 25 meter.Hiervan is 12 meter voor de groenvoorziening en 13 meter voor de sloot.

Interne groenstructuur
Naast de landschappelijke inpassing is de interne groenstructuur ook bepalend voor het karak-
ter en de inpassing van het bedrijventerrein in het landschap. De interne groenstructuur zorgt
voor een geleding van het terrein is veelal gekoppeld aan de ontsluitingsstructuur, de fasering
en het watersysteem.

Assortiment
Het assortiment van de beplantingen betreft inheemse soorten, dus geen coniferen en laurier-
kers, maar bijvoorbeeld liguster en sleedoorn. Een lijst met toe te passen assortiment is
verkrijgbaar bij de gemeente. Voor de interne groenstructuur wordt ook de voorkeur gegeven
aan inheemse beplanting, plaatselijk kan gekozen worden voor soorten/cultivars met een
hogere sierwaarde.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Ruimtelijk-economisch beleid 34

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
35
8. Procedure

8.1. Inspraakprocedure

Het ontwerp van de Beleidsvisie Bedrijventerreinen (versie 20 september 2002) is in de in-


spraak gebracht. De inspraakprocedure was als volgt:
- vanaf 14 november 2002 tot en met 11 december 2002 hebben de Beleidsvisie Bedrijven-
terrein en de Structuurschets Kernen voor een ieder ter inzage gelegen;
- gedurende deze termijn van terinzagelegging kon een ieder zijn/haar zienswijze over beide
ontwerpplannen schriftelijk naar voren brengen bij de gemeenteraad; ten aanzien van de
Beleidsvisie Bedrijventerreinen is één schriftelijke reactie ontvangen;
- op 20 november 2002 heeft in het gemeentehuis een informatiebijeenkomst over de ont-
werpen van Beleidsvisie Bedrijventerreinen en Structuurschets Kernen plaatsgevonden;
het verslag van deze informatiebijeenkomst is opgenomen in bijlage 1.

In deze paragraaf is de ingediende zienswijze op de Beleidsvisie Bedrijventerreinen samenge-


vat en beantwoord.

Yerseke Management & Vastgoed B.V. (brief 09-12-2002)


Samenvatting zienswijze
De zienswijze heeft betrekking op de uitbreiding van het bedrijventerrein Olzendepolder en
wordt ingediend namens Yerseke Management & Vastgoed B.V., de heer N. Sentse en Yer-
seke Group. Tegen de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein (tegenover bedrijfspand en
bedrijfswoning van reclamant) bestaat geen principieel bezwaar. Gevraagd wordt om een aantal
concrete afspraken met de gemeente waardoor de bewoonbaarheid van de bedrijfswoning op
een redelijke wijze wordt gewaarborgd. De zienswijze richt zich dienaangaande op de volgende
aspecten van de uitbreiding.
a. De toegangsweg komt recht voor de bestaande bedrijfswoningen. Deze weg kan ook op
een andere locatie gelegd worden. Mocht dat niet haalbaar zijn dan dienen maatregelen
getroffen te worden ter bescherming van de bedrijfswoningen tegen geluid-, zicht- en licht-
overlast (bijvoorbeeld door de aanleg van een aarden wal).
b. Ten aanzien van de contouren rondom bedrijfswoningen moeten minstens dezelfde eisen
gesteld kunnen worden als ware het woningen van een woonwijk.
c. Gevraagd wordt om schriftelijke afspraken inzake tijdige realisering van de groenstructuur.
d. Naast de op bladzijde 34 van de Beleidsvisie Bedrijventerreinen genoemde aandachtspun-
ten leidingenstraat en landschappelijke inpassing dienen ook de bestaande woningen ge-
noemd te worden.

Beantwoording
De Beleidsvisie Bedrijventerreinen beperkt zich tot de onderbouwing en locatie (omvang, seg-
mentering, situering, begrenzing) van de verdere uitbreiding van het bedrijventerrein Olzende-
polder. De zienswijze richt zich feitelijk op de uitwerking en inrichting van de uitbreiding zoals
die is opgenomen in het in december 2002 in procedure (overleg en inspraak) gebrachte voor-
e
ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein Olzendepolder, 2 herziening. In een inspraakreactie
op dat voorontwerpbestemmingsplan zijn door reclamant grotendeels dezelfde opmerkingen
opgenomen als vermeld in de zienswijze op de beleidsvisie. De daarbij opgestelde beantwoor-
ding is voor de volledigheid ook hieronder opgenomen.

ad a
Een andere ontsluiting van de uitbreiding via de landbouwweg onderlangs de Molendijk, is ver-
keerstechnisch en verkeersplanologisch niet haalbaar omdat het voor vrachtwagens onmogelijk
is om vanaf de Molendijk de draai (van 180°) te maken naar de weg onderlangs de dijk en het
uit oogpunt van verkeersveiligheid onverantwoord is om de ontsluiting te projecteren direct op
de kruising Molendijk-Molendijkseweg. In het voorontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein
Olzendepolder, waarin de ontsluiting is uitgewerkt en geregeld, wordt dan ook vastgehouden
aan ontsluiting via de (deels te verbreden) Olzendepolder. Daarbij kan worden opgemerkt dat

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Procedure 36

uit het akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai blijkt dat ook in de toekomstige situatie aan de
wettelijke geluidsnormen zal worden voldaan. Aanvullende maatregelen zijn dan ook niet nood-
zakelijk. De ligging van de ontsluiting van het bedrijventerrein zal zodanig worden gesitueerd
dat de tegenoverliggende woningen geen significante hinder zullen ondervinden.

ad b
In algemene zin wordt opgemerkt dat in de zienswijze de bestaande bedrijfswoningen langs de
Olzendepolder beoordeeld worden als zijnde woningen in een woonwijk. Het betreft echter na-
drukkelijk bedrijfswoningen op een bedrijventerrein. Deze bedrijfswoningen vallen ook onder de
bestemming Bedrijven en niet onder een bestemming Woondoeleinden. De planologische af-
wegingen inzake bedrijfswoningen zijn dan ook nadrukkelijk anders dan die van woningen in
een woonwijk. Overigens is bij de uitwerking in het voorontwerpbestemmingsplan Bedrijventer-
rein Olzendepolder tussen de bestaande bedrijfswoningen en de bebouwingsgrens van de uit-
breiding een zone van circa 40 meter zonder bebouwing aangehouden met daarbinnen twee
groenstroken en een wegverbinding die vanaf de ontsluiting van de uitbreiding uitsluitend voor
langzaam verkeer zal fungeren.

ad c
Met betrekking tot de groenstructuur wordt de plantoelichting van het bestemmingsplan aange-
vuld met nadere informatie over de invulling van de groenstrook. Daaruit blijkt ook dat er een
groenstrook gerealiseerd wordt die qua maatvoering en samenstelling bijdraagt aan het groten-
deels aan het zicht onttrekken van de bedrijfsbebouwing vanuit de bestaande bedrijfswoningen.
De aanleg van de groenstrook zal gelijktijdig met het bouwrijp maken van de uitbreiding plaats-
vinden (zie voor de landschappelijke inpassing ook beantwoording overlegreactie PCO).

ad d
De door reclamant aangehaalde zinsnede heeft betrekking op twee belangrijke aandachtspun-
ten bij een eventuele verdere uitbreiding op langere termijn van het bedrijventerrein Olzende-
polder in zuidelijke richting.

Conclusie
De zienswijze geeft geen aanleiding tot aanpassing van de Beleidsvisie Bedrijventerreinen.

8.2. Overlegprocedure

Het ontwerp van de Beleidsvisie Bedrijventerreinen is voor reactie toegezonden aan de Provin-
ciale Commissie Omgevingsbeleid, het Waterschap Zeeuwse Eilanden, de Zeeuwse Milieufe-
deratie, de Kamer van Koophandel en de Ondernemersvereniging Reimerswaal. Van de On-
dernemersvereniging Reimerswaal, en de Kamer van Koophandel is geen reactie ontvangen.
De ontvangen schriftelijke reacties van Waterschap, ZMF en PCO zijn in deze paragraaf sa-
mengevat en beantwoord.

Waterschap Zeeuwse Eilanden (brief 04-02-2003)


Samenvatting overlegreactie
Vanuit wegenbeheer kan worden ingestemd met de voorgestelde clustering en bundeling van
het aanbod op de terreinen Nishoek, Olzendepolder, De Poort. Er wordt daarbij van uitgegaan
dat met het noemen van de ontsluiting als een van de stringente ruimtelijke randvoorwaarden
bedoeld wordt het optimaliseren van de ontsluiting.
Met betrekking tot de verkeerssituatie rond de andere bedrijventerreinen wordt aandacht ge-
vraagd voor de bedrijventerreinen Tweede Vlietweg en Zuidweg. Door de relaties van deze
twee terreinen met respectievelijk bedrijventerrein Nishoek en de kernen Waarde en Gawege
rijdt er onevenredig veel vrachtverkeer over de tussenliggende, veelal smalle waterschapswe-
gen.
Vanuit waterbeheer wordt gewezen op het ontbreken van de voorgeschreven waterparagraaf.
In de waterparagraaf kunnen algemene uitgangspunten worden vastgelegd over waterberging,
waterketen, omgaan met knelpunten en wateraspecten van aangegeven uitbreidingen.

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Procedure 37

Beantwoording
Bij de verdere uitbreiding/ ontwikkeling van de gecombineerde lokale / bovenlokale bedrijventer-
reinen Nishoek, Olzendepolder en De Poort vormt het optimaliseren van de verkeersontsluiting
een belangrijke randvoorwaarde. Voor het terrein Nishoek is dat in overleg met de provincie uit-
gewerkt in het voornemen tot aanleg van een rotonde ter plaatse van het kruispunt Oude Rijks-
weg op- en afrit A58/Zanddijk, die tevens benut zal worden als ontsluiting voor de uitbreiding
van het bedrijventerrein. Voor de plattelandsweg Olzendepolder zal dit resulteren in maatrege-
len op de Olzendepolder (verbreding, afsluiting) en in aanpassing van het kruispunt Molendijk /
Molendijkseweg.

Wat betreft de gevraagde aandacht voor de verkeerssituatie van de bedrijventerreinen Tweede


Vlietweg en Zuidweg wordt opgemerkt dat:
- bij deze terreinen geen uitbreidingen zijn voorzien;
- aanpak c.q. verkenning van de verkeerssituatie alleen te realiseren is via verkeerscircula-
tie- en/of inrichtingsmaatregelen (éénrichtingsmaatregelen, afsluiten, 60 km-regime).

Aan het opnemen van een waterparagraaf is gevolg gegeven in die zin dat deze paragraaf is
opgenomen in de Structuurschets Kernen. Deze waterparagraaf beperkt zich daarbij wel tot al-
gemene uitgangspunten inzake waterbeheer. In deze waterparagraaf is voor de in de structuur-
schets opgenomen uitbreidingen (waaronder de voorgenomen uitbreidingen van bedrijventer-
reinen), op basis van de (globale) waterkansenkaart stedelijk gebied uit het provinciale Water-
huishoudingsplan, een indicatie gegeven van het inspanningsniveau met betrekking tot het as-
pect water en zijn de uitgangspunten vermeld die gehanteerd zullen worden bij de uitwer-
king/inrichting van uitbreidingen. Gedetailleerde toetsingen (de voorgeschreven watertoetsen)
zullen plaatsvinden in het kader van de bestemmingsplanprocedures (zie de gedetailleerde
waterparagrafen bij de in voorbereiding genomen ontwerpbestemmingsplannen voor de uitbrei-
dingen van de bedrijventerreinen Nishoek en Olzendepolder en de ontwikkeling van het woon-
gebied Steehof).

Conclusie
Naar aanleiding van de overlegreactie is in de Structuurschets Kernen een hoofdstuk 4 Water-
paragraaf opgenomen waarin algemene uitgangspunten inzake waterberging, waterketen en
wateraspecten zijn vermeld.

Zeeuwse Milieufederatie (brief 31-03-2003)


Samenvatting overlegreactie
Uitbreiding
Uitgangspunt voor de geplande economische ontwikkelingen moet zijn dat deze niet in conflict
komen met de groenblauwe ontwikkelingsstrategie van de provincie en de uitgangspunten voor
beeldkwaliteit. In dat verband concludeert de ZMF dat groei van bedrijventerrein niet aan de
orde mag zijn.

Landschappelijke inpassing
In relatie tot het aspect landschappelijke inpassing wordt gemist het "rood voor groen"- uit-
gangspunt. Concreet wordt gevraagd om voor elke nieuwe hectare rood (bedrijvigheid, bebou-
wing, infrastructuur) een minstens zo groot oppervlak aan groen.

Duurzaamheid
Aandacht is nodig voor duurzame inrichting van bedrijventerreinen. Gevraagd wordt hoe de
gemeente dit gaat aanpakken en toetsen.

Beantwoording
Benadrukt wordt dat de in de beleidsvisie opgenomen ruimtelijke ontwikkeling inzake bedrij-
venterrein uitsluitend is afgestemd op de voor de gemeente geldende ontwikkelingen, perspec-
tieven en behoeften; in de voorgestelde ruimtelijke ontwikkeling zijn geen daarvan afwijkende
opgaven meegenomen.
Met betrekking tot de ontwikkeling van bedrijventerrein is het accent uitdrukkelijk verschoven
naar uitsluitend de gecombineerde lokale / bovenlokale terreinen Nishoek, Olzendepolder en De

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Procedure 38

Poort. Deze zorgvuldigheid en selectiviteit in het ruimtelijk beleid ten aanzien van programma
en ruimtebehoefte enerzijds en locatiekeuze anderzijds sluit aan op het geldende provinciale
beleid (zie ook overlegreactie PCO).

Naar aanleiding van de opmerking over de landschappelijke inpassing van bedrijventerrein is in


de Beleidsvisie Bedrijventerreinen een paragraaf opgenomen waarin de hoofdlijnen zijn vermeld
van de landschappelijke inpassing zoals de gemeente die voorstaat (paragraaf 7.3). Daarin zijn
de kwantitatieve en kwalitatieve uitgangspunten inzake landschappelijke inpassing vermeld, zo-
als deze ook toegepast worden bij de uitbreiding van de bedrijventerreinen De Poort, Olzende-
polder en Nishoek.

De gevraagde aandacht voor duurzame inrichting van bedrijventerreinen wordt onderschreven.


Doelstellingen dienaangaande zijn vastgelegd in het gemeentelijk Milieubeleidsplan. Voor wat
betreft de uitwerking/ toepassing daarvan wordt verwezen naar de uitwerking en inrichting van
de uitbreiding van het bedrijventerrein Olzendepolder.

Conclusie
Mede naar aanleiding van deze zienswijze is aan de Beleidsvisie Bedrijventerreinen een nieuwe
paragraaf 7.3 toegevoegd waarin de uitgangspunten en randvoorwaarden inzake de land-
schappelijke inpassing en inrichting van bedrijventerreinen zijn vermeld.

Provinciale Commissie Omgevingsbeleid (brief 12-03-2003)


Samenvatting overlegreactie
1. Waardering wordt uitgesproken voor de planmatige en systematische benadering voor het
betreft het aspect bedrijvigheid.Het oordeel van de PCO is gebaseerd op het geldende
streekplan. Er wordt op aangedrongen om bij de verdere afronding van de procedure de
verdere ontwikkelingen in het rijksbeleid te volgen en waar nodig daarmee rekening te
houden.
2. De commissie constateert dat het in de beleidsvisie verwoorde segmenteringsbeleid aan-
sluit op de uitgangspunten van het streekplanbeleid. Ingestemd wordt met het bundelings-
beleid (doorontwikkeling terreinen Nishoek, Olzendepolder, De Poort). Wel wordt gevraagd
nader aandacht te besteden aan de positionering van het bedrijventerrein De Poort ten op-
zichte van het bedrijventerrein De Poel in Goes.
3. Voor de locatie loswal Hansweert wordt verwezen naar een eerder advies waaruit blijkt dat
op de loswal gelet op de zeeweringsbelangen vrijwel geen bouwmogelijkheden aanwezig
zijn.
4. Voor de verdere doorontwikkeling van de bedrijventerreinen Nishoek, Olzendepolder en
De Poort geldt dat het geldende streekplan zich daartegen in principe niet verzet. Voor het
terrein Nishoek geldt dat een nadere ruimtelijke afweging aan de orde dient te komen.
5. De keuze voor een groene open geledingszone tussen Kruiningen en Yerseke wordt on-
derschreven.
6. In de beleidsvisie wordt geen aandacht besteed aan het reeds bestaande lokale bedrijven-
terreintje bij Stationsbuurt.
7. In de visie wordt gemist een nadere analyse /overzicht van de omvang aan uit de kernen te
saneren (hinderlijke) bedrijven. In dat overzicht kan ook aandacht besteed worden aan de
bedrijvigheid die in het buitengebied is gesitueerd en waarvan uit een goede ruimtelijke or-
dening verplaatsing naar een bedrijventerrein gewenst is.
8. Een visie op de landschappelijke inpassing van de bedrijventerreinen kan niet worden ge-
mist.

Beantwoording
ad 1.
De verdere ontwikkelingen in het rijksbeleid worden door de gemeente op de voet gevolgd.
Gelet op de inmiddels duidelijk geworden opzet en koers van dat nieuwe beleid (geen Vijfde
Nota RO met bijbehorende instrumenten als contouren meer; bijstelling gericht op minder regels
en meer ruimte voor ontwikkeling, concretisering in een in 2004 te verschijnen Nota Ruimte) is
ook de in de ontwerp Beleidsvisie Bedrijventerreinen opgenomen weergave van Vijfde Nota en
daarbij geïntroduceerde instrumenten geschrapt. Volstaan is met een korte weergave van de

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
Procedure 39

stand van zaken. Gelet op deze stand van zaken van het nieuwe nationale ruimtelijke beleid en
het thans ontbreken van inzicht in de inhoud van dat nieuwe beleid (alleen de koers is bekend)
is toetsing aan nieuw nationaal ruimtelijk beleid feitelijk niet mogelijk.

ad 2.
Bij de invulling van het ruimtelijk-economisch beleid is zorgvuldig aangesloten op de voor de
gemeente van toepassing zijnde lokale en bovenlokale ruimte en perspectieven. Met betrekking
tot de gevraagde aandacht voor de positionering van De Poort ten opzichte van het terrein De
Poel in Goes wordt benadrukt dat dit ook aan de orde is geweest bij de opstelling van het be-
e
stemmingsplan De Poort (2 fase). Daarbij is geconstateerd dat de herkomst van de op De
Poort gevestigde bedrijven en de vergelijkbare sterke ontwikkeling van De Poel niet wijzen op
het voorzien van in De Poort van Goes op georiënteerde bedrijvigheid. Nader overleg tussen
Goes en Reimerswaal over de ontwikkeling van beide terreinen heeft ook aangegeven dat er
eerder sprake is van een complementaire dan van een concurrerende ontwikkeling.

ad 3.
Voor de locatie Loswal Hansweert is in 2003 een voorontwerpbestemmingsplan in procedure
gebracht. In de bestemmingsregeling is bebouwing toegestaan voor uitbreiding van de
scheepswerf Reimerswaal. Hiermee worden de afspraken bevestigd die Rijkswaterstaat en
Scheepswerf Reimerswaal B.V. in oktober 2001 hebben gemaakt. Deze overeenkomst maakt
het de scheepswerf mogelijk invulling te geven aan haar toekomstplannen. Deze plannen om-
vatten de bouw van een bedrijfsloods (van 80x15 m) en de aanleg van een kraanbaan op de
loswal. De bedrijfsloods is overigens voor de helft gesitueerd op het grondgebied van de ge-
meente Kapelle. De noodzaak tot uitbreiding op de loswal komt voort uit de noodzakelijke ge-
achte verplaatsing van een deel van de reparatieactiviteiten van de scheepswerf die plaatsvon-
den op de locatie aan de Werfdijk ten zuiden van de kern Hansweert. De activiteiten op de lo-
catie aan de Werfdijk werden vanuit milieuhygiënisch en ruimtelijk oogpunt niet langer aan-
vaardbaar gevonden.
Het Waterschap wordt de toekomstige eigenaar van de loswal en heeft geen bezwaren tegen
de voorgenomen bebouwing geuit.

ad 4.
In de beleidsvisie is deze noodzaak van nadere ruimtelijke afweging ook nadrukkelijk vermeld.

ad 5.
In de structuurschets kernen is deze open te houden zone opgenomen.

ad 6.
De aanwezige bedrijvigheid bij de Stationsbuurt beschouwt de gemeente niet als een bedrij-
venterrein. Het betreft een cluster van enkele bedrijven in het buitengebied. Deze bedrijven zijn
ook geregeld in het bestemmingsplan Buitengebied en daarin bevestigd.

ad 7.
In de beleidsvisie (paragraaf 5.2.) is vermeld dat de verplaatsingsbehoefde uit de kernen laag
wordt ingeschat. In de afgelopen 10 á 15 jaar heeft een groot aantal verplaatsingen plaatsge-
vonden. Actuele en/of urgente verplaatsingssituaties zijn nog maar beperkt aan de orde.

ad 8.
Aan de Beleidsvisie Bedrijventerreinen is toegevoegd een paragraaf waarin de door de ge-
meente toegepaste visie (principe en uitgangspunten) voor de landschappelijke inpassing van
bedrijventerreinen is vermeld.

Conclusie
Naar aanleiding van de overlegreactie is aan de Beleidsvisie Bedrijventerreinen toegevoegd
een paragraaf waarin wordt ingegaan op de landschappelijke inpassing van bedrijventerreinen
(paragraaf 7.3.).

Adviesbureau RBOI 717.006622.00


Rotterdam / Middelburg
bijlagen
GEMEENTE REIMERSWAAL

verslag
Sector Grondgebied
Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling

Verslag van informatiebijeenkomst over ontwerp-structuurschets kernen


Reimerswaal en ontwerp-beleidsvisie bedrijventerreinen 2002-2015
Datum : 20 november 2002
Aanwezig: de heer M. van Overloop (voorzitter), de heer drs. G.F. van Hogendorp, de heer K.
Kuipers (beiden adviesbureau RBOI), mevrouw mr. S. Reubens (afdeling Ruimtelijke
en Economische Ontwikkeling, verslag) en :t 25 belangstellenden
Afwezig
Kopie : college van B&W, ondertekenaars presentielijst

Opening
De voorzitter opent de bijeenkomst en heet de aanwezigen van harte welkom. Hij stelt de heren Van
Hogendorp en Kuipers van adviesbureau RBOI en mevrouw Reubens van de afdeling Ruimtelijke en
Economische Ontwikkeling voor. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Van Hogendorp die een
toelichting op de beleidsdocumenten zal geven.

Toelichting
De heer Van HoQendorp zegt dat hij in zijn presentatie allereerst aandacht zal besteden aan het doel,
het beleidskader en de opzet van de ontwerp-structuurschets. Vervolgens zal hij ingaan op het ruimtelijk
ontwikkelingsprogramma per kern. Tenslotte zal hij de relatie tussen de ontwerp-structuurschets en de
Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening aangeven.

Doel, beleidskader en opzet van de structuurschets kernen Reimerswaal

Doel structuurschets
Het doel van de structuurschets is volgens de heer Van HoQendorp drieledig:
1. Het voorhanden hebben van een samenvattend en integraal beleidsdocument voor het bebouwd
gebied. Spreker geeft aan dat de gemeente de afgelopen jaren veel beleid op diverse terreinen heeft
ontwikkeld en heeft vastgelegd in nota's, visies en plannen. Wat echter ontbreekt is een "Kop" op dat
beleid" in de vorm van een samenvattend en integraal document waarin zowel de toekomstige
ontwikkeling van het gemeentelijk totaal als van iedere afzonderlijke kern duidelijk is weergegeven.
2. Het aangeven van een het ruimtelijk ontwikkelingsprogramma per kern. Dit vormt de basis voor
uitwerking en regeling en fungeert als toetsingskader voor in- en uitbreidingsplannen.
3. Het hebben van inbreng bij de uitwerking van de Vijfde Nota RO (dat doel is overigens minder
belangrijk geworden) en de lange termijnvisie voor de Bevelanden. De heer Van HoQendorp zegt dat
momenteel wordt gewerkt aan verdere intensivering van de samenwerking tussen de Bevelandse
gemeenten. In eerste instantie richt zich dat op ruimtelijke ordeningsaangelegenheden en
economische aangelegenheden. Het is de bedoeling om wensen en plannen op het gebied van

~
afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling 1

H:\MSOffice\WMlCLUSTER\O VERLEG\WmoOO231. doc

_.~. ...~---
GEMEENTE REIMERSWAAL .,

ruimtelijke ordening te bundelen in een lange termijn visie. Met de structuurschets heeft de
gemeente Reimerswaal haar huiswerk al gedaan.

Beleidskader
De heer Van Hooendorp merkt op dat er veel (sectoraal) beleid voor de kernen bestaat. Zo is er het
Volkshuisvestingsplan (waarin het beleid met betrekking tot wonen is neergelegd), de Beleidsvisie
bedrijventerreinen (waarin de ontwikkeling en het beheer van de bedrijventerreinen is geschetst), het
Integraal huisvestingsplan onderwijs (waarin aandacht wordt besteed aan de ruimte behoefte van de
onderwijsvoorzieningen), de Notitie Middenstandsbeleid (waarin de concentratie van winkels en andere
commerciële voorzieningen in aangegeven gebieden is geregeld), het project Duurzaam Veilig/30
km/uur gebieden. Ook de Groenstructuurplannen kernen en het Beeldkwaliteitsplan Reimerswaal
(waarin de ruimtelijke kenmerken van de kernen zijn geïnventariseerd en gewaardeerd) alsmede het
Milieubeleidsplan dienen in dit kader te worden genoemd.
Spreker merkt op dat met name het Volkshuisvestingsplan en de Beleidsvisie bedrijventerreinen 2002-
2015 als bouwstenen voor de structuurschets hebben gefungeerd. Als kernpunten van het
Volkshuisvestingsplan noemt hij:
.de woninobehoefte; het beleid is primair gericht op het tegemoetkomen aan de woningbehoefte van
inwoners en van economisch en sociaal-maatschappelijk gebondenen aan de gemeente
Reimerswaal. Bijzondere aandacht is er voor groepen die binnen de normale woningmarktwerking
minder goed uit de voeten kunnen.
.het woninovoorraadbeleid; hierbij gaat het met name om het kwalitatief instandhouden van de
woningvoorraden het aanpassen aan de veranderde vraag (onder andere door vergrijzing)
.het kwantitatief woninobouwprooramma; hierbij gaat het om het woningbouwprogramma en de
verdeling over de kernen,
.woninobouwdifferentiatie ; het accent ligt op koopwoningen en op levensloopbestendige woningen
.wonen en zorq; in verband met de toenemende vergrijzing wordt dit een steeds belangrijker
aandachtspunt.
Als kernpunten van de Beleidsvisie bedrijventerreinen 2002-2015 somt de heer Van Hooendorp op:
.het vasthouden aan de op de economische structuur van Reimerswaal afgestemde
bedrijventerreinen. Inzet van het beleid is het blijven voorzien in vestigingsmogelijkheden voor aan
de gemeente gebonden lokale bedrijvigheid, aan de uit de gemeente voortgekomen bedrijfssectoren
ag ri business en aquabusiness verbonden bedrijvigheid en aan de bedrijvigheid gerelateerd aan de
potenties van het oostelijk deel van Reimerswaal voor transport, groothandel en distributie.
.uitbreiden bedrijventerrein uitsluitend bij gecombineerde lokale/specifieke terreinen Olzendepolder,
Nishoek en De Poort. Clustering/bundeling van aanbod op enkele locaties en binnen stringente
ruimtelijke randvoorwaarden is noodzakelijk,
.aanpakken verouderde bedrijventerreinen zodat deze weer voldoen aan actuele kwaliteits~ en
vestigingseisen. In dit kader noemt spreker de transformatie van het voormalig veilingterrein in
Krabbendijke naar woon-/dorpsvoorzieningengebied, herstructurering van de Burenpolder,
ruimtelijke verbetering van het terrein Molenpolder en groot onderhoud op het terrein Kanaalweg in
Hansweert en de Oesterputten in Yerseke.

Opzet
De heer Van Hooendorp zegt dat het door hem besproken gemeentelijk ruimtelijk beleid in de
structuurschets per kern is uitgewerkt. Per kern wordt allereerst ingegaan op ruimte voor wonen en
voorzieningen. Hierbij is onderscheid gemaakt in "ruimte beheren", "ruimte maken" en "ruimte nemen".
Bij de term "ruimte beheren" moet worden gedacht aan beleidsvoornemens/maatregelen met betrekking
tot het beheer van de bestaande en openbare ruimte. Meer concreet draait het om maatregelen als
woonbuurtverbetering, behoud ruimtelijke kwaliteit, uitvoering maatregelen 30 km/uur gebied, uitvoering
groenstructuurplan en actualisering van bestemmingsregelingen. Bij de term "ruimte maken" gaat het om
het aangeven van locaties binnen een bestaande kern die benut kunnen worden voor de ruimtebehoefte
van de kern. Het realiseren van inbreidingsplannen wordt hier bijvoorbeeld onder geschaard, Onder de
noemer "ruimte nemen" is aangegeven welke ruimtebehoefte van de kern gedekt zal moeten worden
door ujtbreiding. Naast aandacht voor ruimte voor wonen en voörzieningen, wordt per kern ook ingegaan
afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling 2

H:IMSOfficeIWMlCLUSTERIO VERLEGIWmoOO231. doc

.., ""._-,cc.",-
GEMEENTE REIMERSWAAL
op ruimte voor werken. In dit kader komen de segmentering van bedrijventerreinen, de aan de orde
zijnde (soort van) herstructureringsopgave en de uitbreiding van bestaand bedrijventerrein aan bod.

Ruimtelijk ontwikkelingsprogramma per kern


Aan de hand van kaartmateriaal en volgens de hierboven aangehaalde opzet, brengt de heer Van
Ho.Qendorp de gedachte toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van de 7 kernen in beeld. In dit kader haalt
hij bij een aantal kernen ook enkele belemmeringen zoals leidingen en archeologie aan.

De heer Van Hoaendorp toont vervolgens een kaart waarin de beoogde ruimtelijke ontwikkeling van
Reimerswaal en haar afzonderlijke kernen voor de periode 2002-2015 in beeld zijn gebracht. De
belangrijkste constateringen hierbij zijn dat:
1. de aangegeven ruimtelijke ontwikkeling is gebaseerd op lokale ontwikkelingen, ruimtebehoefte en
perspectieven; de ruimtebehoefte/-vraag blijft beperkt tot de eigen gemeentelijke opgave;
2. er nadrukkelijk is gekeken naar ruimtelijke mogelijkheden binnen de kern;
3. het zwaartepunt van de ruimtelijke ontwikkeling aan de westkant van de gemeente ligt, bij de kernen
Yerseke en Kruiningen.

Verhouding met Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening


De heer Van Hoaendorp legt uit dat de Vijfde Nota beoogt het verder uitdijen van bebouwd gebied tegen
te gaan en het verschil tussen stad en land te behouden en te versterken. Om dit te realiseren
introduceert de Vijfde Nota onder andere de instrumenten rode contouren, stedelijke netwerken,
bundelingsgebieden, groene contouren en nationale landschappen. Aan de hand van een kaart, laat hij
zien dat bijna heel Zeeland als Nationaal Landschap is aangeduid. In de Vijfde Nota wordt het standpunt
ingenomen dat de verstedelijkingsopgave moet worden opgevangen binnen de in de stedelijke
netwerken aangegeven bundelingsgebieden. Buiten de bundelingsgebieden kan de provincie nog
opvangkernen benoemen die ruimte bieden voor het deel van de regionale verstedelijkingsbehoefte dat
buiten de bundelingsgebieden mag worden gerealiseerd. Om de overige kernen moet er een rode
contour worden gelegd.

Spreker zegt dat toepassing van de Vijfde Nota op Reimerswaal betekent dat de gemeentelijke
beleidsruimte voor ruimtelijke ordening en ruimtelijke ontwikkeling in belangrijke mate wordt bepaald
door de instrumenten van rode contouren en Nationaal Landschap. Hij laat een kaart zien waarop de
gemeente haar voorstel voor de rode contouren van haar kernen voor de periode 2005-2015 heeft
aangegeven. Voor de kernen Hansweert, Waarde, Oostdijk en Krabbendijke is daarbij zoveel mogelijk
aangesloten bij de benadering uit de Vijfde nota. De contouren van deze kernen zijn daarbij aangegeven
conform de huidige bebouwingsgrens en geldende bestemmingsplannen. Voor Rilland is uitgegaan van
een iets ruimere contour. Binnen de contour is ook de beoogde aan de Werfkampen grenzende
uitbreiding meegenomen. Deze ruimere contour is gerelateerd aan de verdere uitbreiding van
bedrijventerrein De Poort. Tenslotte wordt voor Kruiningen en Yerseke gelet op de omvang van deze
kernen en de bovenlokale functies van deze kernen voor specifieke bedrijfssectoren (agribusiness en
aqua business) eveneens uitgegaan van een ruimere contour. Genoemde kernen dienen een
opvangfunctie te vervullen voor genoemde bedrijfssectoren en de daaraan gerelateerde
woningbehoefte. Deze beoogde opvangfunctie is tot uitdrukking gebracht in de aanduiding opvangzone
Yerseke-Kruiningen.

De heer Van Ho.Qendorp maakt melding van het feit dat tijdens het gereedmaken van de structuurschets
voor de Inspraakprocedure de Stellingnamebrief Nationaal Ruimtelijk Beleid van de minister van VROM
is verschenen. Op basis van die brief, die naar de Tweede Kamer is verstuurd, zal de Vijfde Nota
worden aangepast. De heer Van Ho.Qendorp geeft aan dat het niet meer mogelijk was deze
Stellingnamebrief in de structuurschets te verwerken. Evenwel is duidelijk dat er sp~.ake. is van
substantiële aanpassingen en dat de Vijfde Nota minder stringent zal worden. Zo zal op zIJn minst het
bouwen voor de eigen bevolkingsgroei mogelijk zijn en zal een verkleining van het areaal beschermde
groene gebieden plaatsvinden.

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling 3

H:IMSOfficeIWMlCLUSTERIO VERLEG\WmoOO231.
dcc
GEMEENTE REIMERSWAAL

Vragen
De heer Verboom vraagt wat de toekomstvisie voor de Molenpolder in Yerseke is. De heer Van
HoQendorp antwoordt dat overeenkomstig geldend beleid er naar wordt gestreefd om de bestaande
bedrijven in het zuidelijk deel van de Molenpolder uitbreidingsmogelijkheden toe te kennen en het
noordelijk deel ten behoeve van de kern te gebruiken.

De heer Sentse vraagt op welke wijze bij de uitbreiding van bedrijventerrein Olzendepolder rekening
wordt gehouden met de bestaande woningen. De heer Van Hoaendorp zegt dat er een groenstructuur bij
de entree wordt aangelegd en dat het plan bovendien voorziet in een oost-west georiënteerde
groenstructuur. Ook aan de zuidrand wordt het bedrijventerrein in het groen ingepakt. De Olzendepolder
zal weliswaar als ontsluiting dienen voor de uitbreiding maar zal direct insteken op het bedrijventerrein.
Overigens zijn de vestigingsmogelijkheden beperkt tot bedrijven tot en met ten hoogste milieucategorie
3.2. De voorzitter voegt hieraan toe dat het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Olzendepolder, 2e
herziening", waarin de uitbreiding van het bedrijventerrein tussen de Olzendepolder en de Molendijk
geregeld wordt in procedure is. Op 9 december 2002 vindt een informatie-/inspraakavond over het
voorontwerpbestemmingsplan plaats.

De heer Notenboom vraagt naar de stand van zaken met betrekking tot de uitbreiding van
bedrijventerrein De Poort. De voorzitter geeft aan dat de minister zijn vervangingsbesluit heeft
ingetrokken, maar dat de zitting op maandag 25 november 2002, waarop het ingestelde beroep van met
name de gemeente Reimerswaal tegen het vervangingsbesluit aan de orde komt, gewoon doorgaat. In
ieder geval wordt op korte termijn duidelijkheid verwacht. Mevrouw Reubens voegt hieraan toe dat, zoals
het er nu naar uitziet, door de intrekking van het vervangingsbesluit, het besluit van Gedeputeerde
Staten inzake goedkeuring van het bestemmingsplan "bedrijventerrein De Poort (2e herziening), voor wat
betreft het gedeelte waarop het vervangingsbesluit betrekking had, herleeft. Dit wordt op woensdag 27
november 2002 gepubliceerd en vervolgens staat gedurende 6 weken beroep open bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State.

De heer Notenboom vraagt met betrekking tot de kern Rilland wanneer het met een cijfer 3 aangeduide
gebied (aansluitend aan 2e fase werfkampen) voor woningbouw wordt benut. De voorzitter antwoordt dat
dit afhangt van de Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening en van de economische trein. Benutting voor
2015 ligt echter niet in de rede.

De heer Cornelisse (dorpsraad Waarde) vraagt waarom Waarde geen aangeduid dorpscentrumgebied
heeft. De heer Van HoQendorp geeft aan dat hier gelet op het geringe aantal voorzieningen in de kern
niet voor is gekozen. Hij zegt dat in het bestemmingsplan door middel van het opnemen van een
wijzigingsbevoegdheid de nodige flexibiliteit is ingebouwd.

De heer Cornelisse vraagt met betrekking tot de kern Waarde waarom het toekomstige
woningbouwgebied dat met het cijfer 3 is aangeduid buiten de rode contouren is gelaten. De heer Van
HoQendorp zegt dat de gebieden 1 en 2 een toereikende capaciteit tot 2015 bevatten. Het gebied dat
met het cijfer 3 is aangeduid, komt pas na 2015 aan de orde en dit valt buiten de periode zoals
omschreven in de Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening.

De heer De Raad merkt op dat drie pijlen de uitbreidingsrichting van Nishoek aangeven. Hij vraagt zich
af of er sprake is van een prioriteitsstelling en geeft aan dat hij een vierde pijl, in noordwestelijke richting,
mist. De heer Van HoQendorp stelt voorop dat de pijlen reële, nog te verkennen uitbreidingsrichtingen
weergeven. Een uitbreiding richting Yerseke Moer is gelet op de belevingswaarde vanuit het
natuurgebied Yerseke Moer voor de hogere overheden onbespreekbaar en dus uitgesloten.

.
afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling 4

H: IMSOffice IWMICL U STERIO VERLE GIWmoOO2 31. doc


GEMEENTE REIMERSWAAL

De heer Godeschalk vraagt wanneer de inbreidingslocatie aan de Scoudestraat in Krabbendijke aan de


orde komt. De heer Van Hooendorp antwoordt dat deze locatie als uit te werken woonbestemming in het
bestemmingsplan Kom Krabbendijke is opgenomen en dat realisering binnen de plan periode van 10 jaar
is voorzien. Hij zegt dat het ook afhankelijk is van de eigenaar van de gronden wanneer deze
inbreidingslocatie wordt benut. De heer Godeschalk vraagt hoe men aan het aantal van 10 woningen
komt. De voorzitter antwoordt dat een uitgewerkte schets ontbreekt en het precieze aantal woningen
afhangt van het uitwerkingsmodel. Hij is van mening dat het genoemde aantal, gelet op de omvang van
de locatie en de ligging ervan, een goede indicatie is.

Een verteoenwoordioster van de dorpsraad Oostdiik merkt op dat twee bedrijven in de kern Oostdijk niet
als zodanig op het kaartje staan aangegeven. De heer Van Hooendorp geeft aan dat deze bedrijven
passen binnen de structuur en het functionele beeld van Oostdijk en een aparte aanduiding als bedrijf
daarom niet in de rede ligt.

Procedure
Mevrouw Reubens geeft aan dat zowel het ontwerp van de structuurschets kernen Reimerswaal als de
ontwerp-beleidsvisie bedrijventerreinen vanaf donderdag 14 november 2002 tot en met woensdag 11
december 2002 ter inzage liggen. Gedurende deze termijn kan iedereen schriftelijk zienswijzen op de
stukken indienen bij de gemeenteraad. Alvorens de gemeenteraad wordt voorgesteld de structuurschets
kernen Reimerswaal en de Beleidsvisie bedrijventerreinen vast te stellen, zullen de mensen die een
zienswijze hebben ingediend in de gelegenheid worden gesteld deze zienswijze mondeling toe te lichten
tijdens een vergadering van de raadscommissie Wonen en Milieu. Verder deelt zij mee dat zowel de
ontwerp-structuurschets als de ontwerp beleidsvisie bedrijventerreinen in het kader van het vooroverleg
naar diverse instanties is gestuurd. Deze instanties is gevraagd te reageren voor 1 april 2003. Het
streven is erop gericht om de beleidsstukken in juni 2003 door de raad te laten vaststellen.

Sluiting
De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun komst en inbreng. Voor nadere inlichtingen verwijst hij naar
mevrouw Reubens, die als gemeentelijk aanspreekpunt fungeert. Vervolgens sluit hij de bijeenkomst.

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling 5

H:\MSOffice\WMlCLUSTER\O VERLEG\WmoOO231.
doc

_'i; ..~. , ,.,"

Vous aimerez peut-être aussi