Vous êtes sur la page 1sur 4

EEN FACEBOOK VRIEND IN LISSABON

We hebben een drukke periode achter de rug, veel werk en verplichtingen.


Maar nu hebben we toch besloten er een lang weekend tussenuit te gaan. "Waar zullen we naartoe
gaan" vraag ik aan Anouk die aan het chatten is met een vriendin via Facebook. Ze kijkt op van haar
toetsenbord en denkt zichtbaar diep na. "Eigenlijk heb ik wel zin in wat zon", zegt ze na een minuut
van overpeinzen. "Het is alweer een tijd slecht weer in Nederland en ik heb voorlopig wel weer
genoeg regen gezien.”

"0ke", zeg ik en knik instemmend, "Barcelona, Nice, Milaan?" Het is even stil en Anouk tuurt naar
haar iPad alsof daar een antwoord op mijn vraag zou verschijnen. "Wacht maar" zegt ze plots, "ik
zet de vraag wel even uit bij mijn vrienden op Facebook" en ze begint enthousiast te typen.

"Suggestie nummer 1" zegt ze een paar minuten later... "Marijke stelt Bordeaux voor." Op het
gezicht van Anouk kan ik zien dat dat niet de suggestie is waar ze op zit te wachten. "En Caspar
stelt Istanbul voor" vervolgt ze en er verschijnt een glimlach op haar gezicht waaraan ik kan aflezen
dat we waarschijnlijk volgend weekend over de Grand Bazaar slenteren.

Opeens zie ik de glimlach op het gezicht van Anouk plaatsmaken voor een uitdrukking van
verbazing. Ze kijkt aandachtig naar haar iPad alsof ze een mail van Richard Branson heeft
ontvangen. "Aan je gezicht te zien zou ik zeggen dat je zus net heeft bekent dat ze al jaren een
minnaar heeft" grap ik. Zonder op te kijken en zonder ook maar om mijn grap te glimlachen, zegt
ze: "Ik wist niet dat ik een Facebook vriend had die Fernando heet".

Ik ga achter haar staan en kijk over haar schouder mee naar het scherm. Als reactie op haar vraag
waar we een lang weekend zouden moeten doorbrengen staan 3 reacties, van Marijke, Caspar en
...Fernando. "Ik zou het niet weten" zeg ik "klik eens op z'n profiel". Op het scherm verschijnt een
foto van een jonge man. De foto is zichtbaar ouder gemaakt met een foto programma waardoor het
lijkt alsof het een foto uit het begin van de vorige eeuw is. "Hij heeft een foto van z'n opa gebruikt"
zegt Anouk lachend. "Woonplaats: Lissabon, beroep: schrijver" leest Anouk hardop voor, "hij wil ons
ontmoeten in Lissabon!"

"Beste Fernando" typt Anouk met 2 vingers, "bedankt voor je bericht. Het lijkt ons leuk om Lissabon
te ontdekken, waar zullen we elkaar ontmoeten? Groet, Anouk". "Beste Anouk, wat fijn om te horen
dat je de uitnodiging accepteert", verschijnt er in beeld "Ik kan je Heritage Avenida Liberdade als
hotel aanbevelen, perfecte ligging en uitstekende kwaliteit". "Ik zal een bericht voor jullie
achterlaten bij de receptie".

Dezelfde avond nog boeken we onze vlucht bij TAP en reserveren we het Heritage Avenida Liberdade
bij Girassol Vakanties online.
ONTMOETING IN BAIRRO ALTO

"Dames en heren, we hebben de landing ingezet op het vliegveld van Lissabon". Ik schrik wakker
van de stem van de captain. "Het weer is zonnig met een temperatuur van 18 graden Celcius". Twee
uur geleden zijn we vanaf Schiphol vertrokken waar het regende en de temperatuur niet boven de 6
graden uit kwam. "We danken u voor het vliegen met TAP Airlines."

Het vliegveld is opvallend dicht bij het centrum van Lissabon. In minder dan 20 minuten stappen we
uit de taxi voor het Heritage hotel op de Avenida da Liberdade. Het is een klassiek gebouw en de
lobby is stijlvol ingericht met fauteuils met hoge rugleuningen. In de hoek zitten vier mensen een
geanimeerd gesprek te voeren in het Portugees. "Bem vindo" zegt de jongen achter de receptie
"Welcome to Lisbon, my name is Tiago!" herhaalt hij in het Engels. "I have a message for you from
a certain Fernando" en hij reikt ons een vergeelde envelop aan die lijkt op de brieven die bij mijn
oma in een oude schoenendoos in het dressoir staan.

We openen de envelop en halen er een handgeschreven brief uit. "Welcome to Lisbon" lees ik
hardop "let's meet for dinner at 8pm in Cervejaria da Trindade in Bairro Alto". Ik stop de brief terug
in de envelop en kijk naar Anouk. "Acht uur, dan hebben we nog tijd genoeg om de omgeving van
het hotel te verkennen". In de straatjes rondom en op het plein Praça do Rossio vinden we
cafeetjes, restaurants en theaters. We gaan café Nicola binnen wat al sinds de opening in 1929 een
intellectuele broedplaats is, gaan aan een tafeltje bij het raam zitten en bestellen 'dois vinhos' in ons
beste Portugees.

Het is half acht wanneer we het café verlaten richting Bairro Alto, waar we onze ontmoeting met
Fernando hebben. We nemen een van de trammetjes dat ons over een keienweg de helling opbrengt
naar Bairro Alto. Het is ondertussen donker geworden wanneer we bij Cervejaria da Trindade zijn
aangekomen. We worden door een ober ontvangen en naar een tafel achter in het restaurant
begeleid. Er speelt een rustige Portugese muziek die de gesprekken van de andere tafels overstemt.
"Wij wachten nog even op onze afspraak" zeg ik tegen de ober die met de menu kaarten aan komt
zetten. "Wij wachten op Fernando" voeg ik toe, alsof de ober iedere klant bij naam zou kennen.

De naam Fernando brengt echter een blik van herkenning op zijn gezicht. "Ah, jullie wachten op
Fernando?" herhaalt hij. De ober tast in de zakken van zijn lange zwarte schort en haalt er een
vergeelde envelop uit. "Hier!" zegt hij, en reikt ons de envelop aan. "Fernando kan helaas niet
komen, maar hij heeft mij gevraagd jullie een aantal Portugese specialiteiten te serveren". Met een
glimlach van een samenzweerder kijkt hij hoe we de envelop openen. "O ja" voegt hij toe,
"Fernando betaalt". Dan draait hij zich om en loopt in de richting van de keuken.

We openen de envelop en ontdekken eenzelfde handgeschreven brief als in het hotel: "Het spijt me
verschrikkelijk, maar door omstandigheden ben ik niet in staat vanavond met jullie te dineren.
Geniet van de ‘caldeirade de peixe’ en de befaamde gegrilde ‘bacalhau’. Graag ontmoet ik jullie
morgenochtend om 10 uur bij de toren van Belem om een ander geheim van Lissabon met jullie te
delen. - Groet, Fernando."
HET GEHEIM VAN BELEM

Het is half tien 'sochtends waneer we in de taxi stappen en wegrijden bij Heritage. We rijden langs
het Praça do Comércio en dan draait de taxi rechts af voor het treinstation Cais do Sodré langs.
Links van ons stroomt de Taag, een brede rivier die Lissabon verbindt met de Atlantische Oceaan.
Langs de rivier zijn de oude pakhuizen omgebouwd tot restaurants en cafés met fantastisch uitzicht
op de langsvarende boten. Na enkele minuten rijden we onder de enorme ‘Ponte 25 de Abril’ door.
Aan de overkant zien we het plaatsje Almada met zijn de Taag overzienend Christus beeld, die zijn
zegen lijkt te geven aan iedereen die langs vaart of rijdt.

Na een kwartier stappen we uit de taxi en lopen richting de toren van Belém. "Ik ben benieuwd hoe
we Fernando gaan herkennen" denk ik hardop. Een smalle loopbrug leidt naar de ingang van de
toren die in de afgelopen eeuwen dienst heeft gedaan als verdedigings bouwwerk tegen invasies
over de rivier. Ik kijk de mensen aan in de hoop op een blik van herkenning.
Aan het einde van de loopbrug staat een man over de rivier te staren, zou dat onze Facebook vriend
zijn? Ik loop naar de man, zet mijn vriendelijkste glimlach op en spreek hem aan: "Fernando?" De
man kijkt verbaasd op en kopieert dan mijn glimlach. "Nao, Rodrigo" zegt hij, terwijl hij op z'n borst
wijst. "Desculpe" verontschuldig ik me en loop richting van de ingang van de toren.

Langzaam beklimmen we de oude toren die opvallend mooi is versierd voor een verdedigings
bouwwerk. De wenteltrappen zijn smal en donker, maar komen op elke verdieping uit op een
sfeervol, ruim vertrek waar de zon door de openstaande ramen naar binnen valt. Vanaf de bovenste
verdieping hebben we een schitterend uitzicht over de rivier en het ‘Padrão dos Descobrimentos’
monument ter ere van het roemrijke scheepvaart verleden van Portugal. Ik betrap mezelf erop dat
ik naar beneden tuur om te zien of ik Fernando zie, terwijl ik helemaal niet weet hoe hij er uit ziet.
Naast mij staat een man op de muur geleund, die ik er, zonder duidelijke reden, uit vind zien als
een local. "Fernando?" vraag ik twijfelend. "Não, meu nome e Rui" zegt de man vriendelijk. Ik leg de
man uit dat we hier een afspraak hebben met een zekere Fernando die ons het geheim van Belem
zou onthullen. Er verschijnt een brede glimlach op z'n gezicht. "Fernando? Het geheim van Belem?"
herhaalt hij. "Dan moet je daar zijn" en hij wijst in de richting van een groot klooster, dat me nog
niet eerder was opgevallen. "Schuin tegenover het Mosteiro dos Jerónimos vind je de ‘Confeitaria de
Belém', het best bewaarde geheim van Lissabon."

Wanneer we aankomen bij ‘Confeitaria de Belém' blijkt het een soort bakkerij te zijn waar ze een
bladerdeegtaartje maken volgens een eeuwenoud recept dat angstvallig geheim wordt gehouden
voor de concurentie. Het wordt gegeten met poedersuiker en kaneel in combinatie met een koffie
verkeerd. De inrichting van de bakkerij doet vermoeden dat het al even oud is als het recept. De
muren zijn versierd met wit blauwe tegeltjes en de tafeltjes zijn van gietijzer met een stenen
tafelblad. "Ik ben erg blij met de ontdekking van de pastels" zeg ik terwijl ik een derde pastel op
mijn bord schuif. "Alleen... nog steeds geen Fernando".
HET AMULET

Het is laat in de namiddag wanneer we op een terras in de oude wijk Alfama neerploffen. Na het
avontuur in Belém zijn we naar deze oude wijk gegaan waar we gedurende drie uur hebben rond
geslenterd door de smalle straatjes waar oude vrouwtjes de was buiten hangen. Ik heb me zelfs
afgevraagd of deze vrouwen geen figuranten zijn die zijn ingehuurd door het verkeersbureau van
Lissabon. Daarna hebben we een authentieke vlooienmarkt bezocht en als souvenir een amulet
gekocht dat, volgens de verkoper in de 17de eeuw drie keer de wereld rond is geweest met een
Portugese ontdekkingsreiziger.

Nu zitten we met uitzicht op de andere wijken van Lissabon te genieten van een goed glas Portugese
wijn. "Com licença" hoor ik plots achter me. Het is een oude man die al op het terras zat toen wij
aankwamen en op het oude amulet wijst dat ik op de tafel heb gelegd. "Dat is een bijzonder
voorwerp, wat u daar heeft" spreekt de man met hese stem. Op zijn arm staat een scheepsanker
getatoeerd wat waarschijnlijk betekent dat deze man een zeeman is geweest. "Degene die dit
amulet bezit, zal veel reizen, bestemmingen ervaren en nieuwe mensen leren kennen" vervolgt de
man. "Dat komt goed uit" antwoord ik met een zeker ongeloof in m'n stem "ik ben dol op reizen.
Alleen mensen ontmoeten lukt niet echt.. we lopen al 2 dagen achter Fernando aan". Ik vertel de
zeeman van het bericht op Facebook, de vergeelde enveloppen in het hotel en het restaurant. Ik
vertel hem van de gebeurtenissen in Belém en dat we nu de hoop wel hebben opgegeven dat we
Fernando ooit in levende lijve zullen ontmoeten.

De zeeman luistert aandachtig en heeft ondertussen een pijp opgestoken. Nu ik klaar ben met mijn
verhaal, haalt hij diep adem. "Ik weet waar Fernando is" zegt hij met een geheimzinnige glimlach.
"Hij zit daar waar hij elke zondag zit, op het terras van A Brasileira in Bairro Alto". "Wanneer jullie
nu Tram 28 nemen, weet ik zeker dat jullie hem nog treffen".

Tien minuten later zitten we in tram 28 en zigzaggen we door de smalle straatjes van Alfama
richting Bairro Alto. Piepend en knarsend daalt het tramstel af naar Baixa alvorens weer met de
nodige moeite omhoog te klimmen naar Bairro Alto. Boven aangekomen stappen we uit, op zoek
naar A Brasileira. Het terras zit vol en we kijken rond of we iemand zien die lijkt op de profielfoto
van Fernando op Facebook. Geen van de gezichten op het terras komt me bekend voor en geen van
de mensen reageert met een blik van herkenning. Er komt een ober naar buiten. "O senhor" spreek
ik hem aan. "Wij zijn op zoek naar een zekere Fernado. Die zou bij u op het terras moeten zitten".
De ober kijkt me aan met de glimlach van iemand die net jarig is geworden "Sim, senhor", zegt hij
vrolijk "Daar zit hij!" en hij wijst met z'n hand in de richting van een bronzen beeld dat in een
zittende houding tussen de andere stamgasten zit.

"Maar, maar..." stotter ik en loop naar het beeld.


Onderaan het beeld staan woorden gegrafeerd in
het brons: "Fernando Pessoa – schrijver en dichter
-1888 - 1935". "Een groot schrijver" zegt de ober,
die achter ons is komen staan. "Een van zijn
bekenste boeken is: 'Lissabon: wat de toerist moet
zien'." “Ja" antwoord ik beduusd "Ik denk dat we
het net uit hebben...".

Vous aimerez peut-être aussi