Infectie Lichaam aangevallen door bacterie of virus
Infestatie door parasiet Commensale Bacterie die niet schadelijk zijn voor de mens Antigeen (Ag) Elke stof die in het lichaam voorkomt die vreemd is voor het lichaam vb. bacterie, splinter lichaam reageert erop Antistof (As) Wordt gevormd als reactie op Ag Pathogenen Schadelijke bacteriën die ziekte veroorzaakt Vaccinatie In labo gemaakt dankzij bacteriën en virussen. Ze kweken bacteriën maken deze dood steken dit in een stof wordt in het lichaam gespoten dit is een vreemd Ag lichaam maakt As = niet schadelijk = dood lichaam is nu klaar voor volgende keer ziekte aan te vechten = ingespoten lichaam doet zelf het werk maar heeft tijd nodig = actieve immuniteit Antiserum Kant en klaar. Eerst ingespoten bij dier met vb. Tetanosbacillen bloed aftappen serum uit halen inspuiten bij ons werkt snel = passieve immuniteit Genoom Verzameling van erfelijk materiaal in virus Enzym Gaat scheikundige reactie aan de gang brengen en helpt reactie tijdens verloop Secundaire Dat er een bacteriële infectie op een virale of een schimmelinfectie volgt bacteriële infectie Witte bloedcellen Maken afweersysteem (WB) Saprofieten Zijn schimmels die op dood plantaardig of dierlijk materiaal leven voor voedsel Parasieten Leven op of in levende planten of dieren Hyfen Zijn de dunne draden waaruit een schimmel bestaat Mycelium Zwamvlok waar de hyfen samen zitten Endoparasiet Leeft in het gast-organisme Ectoparasiet Leeft buiten het lichaam van het gast-organisme Kolonisatie Micro-organismen die enkele tijd handhaven aan de oppervlakte van de huid of slijmvliezen zonder last te bezorgen Infectie Een situatie waarbij een micro-organisme zich in of op een gastheer vermenigvuldigt heeft en door zijn voortduren groei en/of productie van toxische stoffen ontstekingsreacties uitlokt, die het waarneembare gevolg zijn van de eerste lokale verdediging van het lichaam Infectieziekte Een infectie waarbij schade aan de weefsels of storingen in sommige functies optreden die gepaard gaan met typische tekens en symptomen Subklinische Zonder waarneembare ziekteverschijnselen infecties Selectief kweken Alleen m.o. kweken die een betekenis hebben voor de diagnose van een ziekte of de kwaliteit van een product reinkweken Slechts 1 bacterie en al zijn nakomelingen Remzone De afwezigheid van bacteriegroei rondom de aangebrachte antibioticum dankzij de gevoeligheid Antibiogram Gevoeligheidstest met de gevoeligheid van een m.o. voor verschillende antibiotica Fagocyt Witte bloedcel die uit de omgeving kleine deeltjes (bvb) kleine bacteriën kan opnemen Acute Plots met typische symptomen infectieziekte Subacute Vage symptomen, microbe niet krachtig, langzame opbouw van afweer infectieziekte Chronische Traag verloop, langdurige symptomen, moeilijke behandeling, vaak te laat infectieziekte herkend Subklinische Geen typische symptomen door snelle en afdoende afweer infectieziekte Latente Verstopt virus, vermenigvuldigt zich niet niet herkenbaar infectieziekte Bij gedaalde weerstand: opflakkering Ontsteking Een plaatselijke reactie van het lichaam op een beschadiging van het weefsel: Rubor (roodheid), dolor (pijn), tumor (zwelling), calor (warmte) Smeer Talg van de talgklier Bactericied Bacteriedodend Bacteriostatisch Remmen de bacteriën of vooral in de groei Leukocyten Witte bloedcellen Fagocyten Eetcellen = opruimer van dood materiaal of indringers Fagocytose Het omsluiten een bacterie en brengen ze binnen in hun cellichaam. Hier worden ze vernietigd door chemische stoffen Macrofagen Grote eetcellen die organisch afval opruimen door middel van enzymen Granulocyten Doden van bacteriën door chemische stoffen, gaan vaak aan hun eigen wapens ten onder Etter Een brij van dode bacteriën, granulocyten en weefselcelen Interferon Antivirale stof beperkt de weefselschade Immunologisch =boostereffect; als je lichaam al in contact is gekomen met een Ag is er al een As geheugen aangemaakt als je dezelfde ziekte terug krijgt ga je het niet merken omdat je de As al hebt Lymfocyten Witte bloedcellen die As anmaken Serum Vochtgedeelte bloed waaruit de fibrilogeen is uitgehaald Cellulaire afweer Herkent microben en/of geïnfecteerde cellen en fagocyteert ze Humorale afweer Valt de ziekteverwekker aan via As Immunodeficiënt Vatbaar voor ziektes door te weinig As Auto- As ten opzichte van eigen lichaam lichaam valt zichzelf aan immuunziekten Allergieën As tegenover onschadelijke stoffen Inenten Vaccineren (inspuiten) kruisimmuniteit De gewenste immuniteit krijgen door in contact te brengen met nauwe verwanten van de ziekteverwekker die wel immuniteit opwekken en geen ziekte veroorzaken vb. mens en rund vaccineren met runder- en humane pokken Virulent Volledig, actief, gevaarlijk virus Adjuvantia Toevoeging stof die lichaam zo prikkelt dat het denkt dat op die plek veel gebeurt, zo nemen ze Ag ook serieus veel As aangemaakt Boostereffect Na elk contact met Ag wordt de respons groter Actieve Lichaam maakt zelf As aan immunisatie Passieve As komen van een ander mens/dier immunisatie Colostrum Moedermelk Antiserum Kunstmatige manier van passieve immuniteit Rasstandaard Exacte omschrijving van hoe een ras er moet uitzien Erfelijkheidsgraa Als een dier een ziekte heeft de mate van waarschijnlijkheid dat de ziekte d ontstaat door erfelijkheid Caustische stoffen Bijtende of brandende stoffen Vitamine Een stof die wij in ons lichaam nodig hebben voor bepaalde acties en die wij zelf niet kunnen aanmaken en moeten binnenkrijgen Endocrinologisch Leer over hormoonhuishouding Allopathie Basisgeneeskunde, middelen tegen 1 ziekte of veroorzaker of de symptomen om ze uit te schakelen of onderdrukken Homeopathie Aan hetzelfde lijden = holistische geneeswijze tracht evenwicht te herstellen Kruidengeneeskund Gehele plant gebruiken om symptomen/ziekte te bestrijden e Horizontale Van het ene dier naar een ander dier overdracht Verticale overdracht Van moederdier op nakomeling(en) Besmetting De situatie waarbij nieuwe m.o. op een lichaam terechtkomen vanuit de omgeving Kruisinfectie Optreden van 2 of meer verschillende infecties Multifactorieel Vaccin bestemd voor bescherming tegen meerdere agentia vaccin Regurgiteren Eten is nog niet in de maag geweest, alleen in de slokdarm, en het komt er terug uit riekt niet zuur Braken Eten dat al in de maag is geweest riekt zuur Darmresectie Verwijderen van een gedeelte van de darm Paralytische ileus Atonie (spierzwakte van de darmen = darmbeweging valt stil) Trangulaties Terugslag van een darmsegment rond een band of vergroeiing Recurrerende Kolieken die steeds terugkomen kolieken Iornage Stembandverlamming Botulisme Verlamming van de keel door opname van toxines (rottingskiem) Tracheïtis Luchtpijpinfectie Bronchiolitis Dempigheid Mucosa Slijmvlies Veulenworm Strongyloiden westeri Spoelworm Paracaris equorum Paardenhorzel Gasterophilus intestinalis Lintworm Anoplocephalea peroliata Aarsworm Oxyuris equi Grote bloedworm Strongylus ulgaris (nestelt zich op slagaders van de aorta, enkel deze soort bloedworm!) Kleine bloedworm Cyathostominae Stalvlieg Stomoxys calcitrans Likkende vlieg Musca domestica = huisvlieg Vroeg-embryonale Als vrucht afsterft tijdens de eerste 2 maanden van de dracht sterfte Overbijters Varkensbek = bovenkaak langer dan onderkaak Onderbijters Snoekbek = onderkaak lange dan bovenkaak Panleucopenie Drastische toestand van zwaar tekort witte bloedcellen FeLV Feline leukemievirus Tonsillen Amandelen Viraemie Virus via bloed verspreiden FIV Feline immunodeficiëntie virus = kattenaids FIP Feline infectieuze peritonitis Hematoom Bloedblaas tussen huid en kraakbeen Otitis externa Ontsteking uitwendige hoorgang Otitis media Middenoorontsteking Cardiomyopathie Afwijking aan de hartspier Hypertrofische Spierwand van linkerkamer verdikt cardiomyopathie Dilatoir Uittrekken groter worden cardiomyopathie Hypertensie Een te hoge bloeddruk Insuline resistentie De insuline kan niet zorgen dat de glucose in de lichaamscellen gaan Hyperthyreoïdie Te snel werkende schildklier Tympanie gasvorming