Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
stoffen
Hieronder staan voorwerpen en stoffen. Trek een lijn van het voorwerp naar de stof waar het voorwerp van gemaakt kan worden. theekopje baksteen spijker cd-doosje pollepel glas metaal hout keramiek kunststof
a suiker en zout.
Verschil: smaak Overeenkomst: zelfde
b drinkwater en cola.
Verschil: smaak,
Overeenkomst: zelfde
c koper en kwik.
Verschil: fase,
Overeenkomst: zelfde
Omcirkel de stofeigenschappen. geur kleur hoeveelheid massa dikte brandbaarheid smaak vorm fase
2006 Wolters-Noordhoff bv
9 Stoffen >>
213
Drie omschrijvingen van een stof. is vloeibaar is wit is niet doorzichtig wordt zuur als het bederft verandert van smaak bij verwarmen is niet giftig is een gas heeft geen kleur wordt gebruikt bij een verbranding heeft geen geur is nodig om te leven
is vast lost op in water smelt bij verwarmen is eetbaar is wit heeft geen geur smaakt zoet
suiker
melk
zuurstof
Zet onder elke omschrijving om welke stof het volgens jou gaat.
Water komt voor in drie verschillende fasen. a Schrijf de fase van het water achter elk weersverschijnsel. Noteer vast, vloeibaar of gasvormig. regen hagel mist waterdamp sneeuw
b Waarom is het belangrijk dat je de temperatuur weet als je het hebt over
stofeigenschappen?
Hieronder staan voordelen en nadelen van glas. Kleur het rondje van een voordeel groen. Als het een nadeel van glas is, kleur het rondje dan rood. doorzichtig verkrijgbaar in elke vorm breekbaar
zwaar
groen rood
2006 Wolters-Noordhoff bv
10
Eigen antwoord.
b Noteer welke voordelen jouw materiaal heeft.
Eigen antwoord.
11
Van welke eigenschappen van een metaal maak je gebruik bij de volgende voorwerpen? eigenschap van metaal geleidt elektriciteit makkelijk te vervormen glimt als het is gepoetst smelt bij hoge temperaturen geleidt warmte gaat niet snel stuk koperdraad in een elektriciteitskabel cola blikje fiets verwarming
12
oranje zwart
Brandbaar
Irriterend
13
Als deze bijv. licht ontvlambaar of giftig zijn. Stoffen zijn pas echt gevaarlijk als je er niet goed mee omgaat.
14
Welke fouten maakt de leerling?
drinkt tijdens practicum eet tijdens practicum beschermbril verkeerd op lang haar los vlam te hoog boterham op tafel
2006 Wolters-Noordhoff bv
9 Stoffen >>
215
15
a Geef in de kolommen met een kruisje aan waar jij de genoemde stoffen zou
opbergen.
b Als je vindt dat de stof veilig moet worden opgeborgen, welke plek kies je
dan? Schrijf die plek in de laatste kolom. keukenkast pak zout fles melk fles afwasmiddel pot mayonaise fles spiritus schoonmaakazijn fles bleekwater blikje cola pak suikerklontjes gootsteenontstopper koelkast veilige plaats
16
Bedenk een gevarensymbool dat waarschuwt voor: geen muziek niet sms-en niet rennen papier bij het oud papier Teken de gevarensymbolen.
Eigen antwoord.
Eigen antwoord.
Geen muziek
Niet sms-en
Eigen antwoord.
Eigen antwoord.
Niet rennen
2006 Wolters-Noordhoff bv
strontium
barium
aluminium
geeloranje groen
Bedenk, waarom je een langzaam brandende lont gebruikt bij een vuurpijl.
Voor de veiligheid, als je de lont aansteekt heb je nog voldoende tijd om op een veilige plek te gaan staan.
19
Je gaat een Romeinse kaars maken. Jouw Romeinse kaars moet zeven gekleurde bollen wegschieten. Je mag niet twee keer dezelfde stof achter elkaar gebruiken. Geef in het figuur aan welke stoffen jij achter elkaar in de Romeinse kaars zou willen doen. De lijn tussen de kleuren in is een langzaam brandend kruit.
Eigen antwoord.
2006 Wolters-Noordhoff bv
9 Stoffen >>
217
Kleur de stofeigenschappen groen geur lengte vloeibaar brandbaarheid smaak dikte massa oplosbaarheid
Trek een lijn van het materiaal naar de voorwerpen die van het materiaal kunnen worden gemaakt. lego boekenplank frisdrankglas dakpan fiets glas metaal hout keramiek kunststof
Met welke beschermmiddelen beschermt een laborant zich tegen gevaarlijke stoffen? Omcirkel zijn beschermingsmiddelen. brandblusser bril jas open raam rubberen zolen
Schrijf naast elk gevarensymbool wat het symbool betekent. gevarensymbool betekenis gevarensymbool betekenis
giftig
chemisch afval
corrosief of bijtend
licht ontvlambaar
irriterend
2006 Wolters-Noordhoff bv
9.2 Mengsels
1
Mijn antwoord op de introvraag is: A dan ruikt de afwas lekker B om water en vet te mengen C omdat afwasmiddel beter voor je handen is Welke soort stof kan water en olie mengen?
emulgator
3
In de figuur is geprobeerd om water en olie te mengen. In welk buisje is dat gelukt: in de linkerbuis of in de rechterbuis? Omcirkel de buis waarin de olie gemengd is met water.
1v 2e
m u 3l g t i p p e n
a t o
l e u r s t o f
1 2 3 4
houdt de lippen soepel mengt water en vet daar doe je lippenstift op geeft de lippenstift een mooie kleur
Waarom moet je de werking van een stof weten, voordat je de stof gebruikt?
Je moet eerst zeker weten of de stof niet irriteert, schadelijk is, enz.
2006 Wolters-Noordhoff bv
9 Stoffen >>
219
Het artikel gaat over niet-natuurlijke lippenstift. Is uw lippenstift giftig? Een vrouw slikt gemiddeld in haar leven 2 tot 4 kilogram lippenstift of lipgloss in. De in deze producten aanwezige synthetische kleurstoffen, aluminium en teer worden door het lichaam opgenomen en in de organen of in het vetweefsel opgeslagen. Teer kan symptomen als misselijkheid, hoofdpijn, huidproblemen, vermoeidheid, stemmingswisselingen of andere allergische reacties veroorzaken. Kleurstoffen op basis van teer hebben kanker veroorzaakt bij laboratoriumdieren. Bepaalde kunstmatige kleurstoffen en toegevoegde geurstoffen in lippenstift kunnen de lippen uitdrogen en gesprongen lippen als gevolg hebben. De huid van de lippen is erg dun en gevoelig en zo'n overgevoeligheidsreactie is niet zeldzaam. Een ander veelgebruikt ingredint van lippenstift is BHA. Dit is een conserveringsmiddel dat kankerverwekkend is bevonden.
Eigen antwoord.
In de tabel staan stoffen die in shampoo zitten. Schrijf achter elke stof de werking van de stof. stof keukenzout conserveringsmiddel kleurstof geurstof zeep functie
verdikkingsmiddel voorkomt bederf shampoo lijkt mooier ruikt lekker mengt vet en water
2006 Wolters-Noordhoff bv
10
Een etiket op een fles shampoo. Schrijf van de grondstoffen de Nederlandse naam op.
Nederlandse naam
12
13
2006 Wolters-Noordhoff bv
9 Stoffen >>
221
Omcirkel de stoffen die in shampoo zitten. vet kleurstof conserveringsmiddel smaakstof emulgator verdikkingsmiddel geurstof
z 2 k e u k e 4k e 5l i p p 6e n e m u u r l g a 9v e t o 10 g e u r
z 3 u t o l 7s t i f t e m a 8 a q u a k s t o n f
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
deze stof gebruik je bij het afwassen verdikkingsmiddel in shampoo mengt niet met water rood, groen, blauw smeer je op je lippen mengt water en olie zorgt voor een lekker smaakje Latijnse naam voor water mengt niet met water hoe iets ruikt
2006 Wolters-Noordhoff bv
Het pekelen van kaas gebeurt in een grote bak water waarin veel zout is opgelost. Ook op de bovenkant van de kaas wordt zout gestrooid.
4
Trek een lijn van de omschrijving naar de juiste stof. het product ziet er goed uit het product bederft nu niet zo snel olie en water blijven goed gemengd ruik jij zo lekker? mmmm lekker geurstof kleurstof smaakstof emulgator conserveringsmiddel
1. smaakstof 2. conserveringsmiddel
6
Wat wordt met concentratie bedoeld?
Een stof is giftig als A de concentratie laag is. B de concentratie hoog is. Wat staat in het drinkwaterbesluit?
in het drinkwaterbesluit staan de concentraties die stoffen in drinkwater maximaal mogen hebben
2006 Wolters-Noordhoff bv
9 Stoffen >>
223
In bron 2 staan maximale concentraties van stoffen die in drinkwater kunnen voorkomen. In drinkwater zit normaal een zeer lage concentratie lood, meestal minder dan 1 microgram (0,001 mg) per liter. Leg uit of lood gevaarlijk is als je water drinkt.
Er mag maximaal 0,010 mg lood per liter water aanwezig zijn. 0,001 mg ligt onder deze norm. Je kunt het water dus gewoon drinken.
10
Hieronder zie je enkele watermonsters. Kleur de watermonsters rood die niet voldoen aan de normen van het drinkwaterbesluit. 100 mL Monster 1 120 mg natrium 5 mg nitraat 50 mg sulfaat 100 mL Monster 2 12 mg natrium 4 mg nitraat 100 mg sulfaat 100 mL Monster 3 6 mg natrium 15 mg nitraat 150 mg sulfaat 100 mL Monster 4 120 mg natrium 50 mg nitraat 1000 mg sulfaat
11
Wat is dosis?
12
In amandelen zit het zeer giftige cyanide. Toch worden amandelen niet verboden voor consumptie. Wat kun je hieruit afleiden?
in amandelen zit zo weinig cyanide dat het niet schadelijk is voor de mens
13
In bron 4 staat de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van vitaminen die je nodig hebt.
a Hoeveel vitamine C moet je dagelijks hebben? b Hoeveel vitamine B3 moet je dagelijks hebben?
Teveel vitamines zijn slecht voor je gezondheid. Welke vitamine is het meest gevaarlijk?
60 mg 15 tot 18 mg D
1 sinaasappel (120 gram) 1 glas sinaasappelsap (100 mL) 1 glas sinaasappelsap met vruchtvlees (100 mL) 1 grote lepel gekookte groente (50 gram) 1 gekookte aardappel (50 gram)
2006 Wolters-Noordhoff bv
E-nummers
15
Vul de hokjes voor de goede beweringen. Hulpstoffen in voedsel worden additieven genoemd. Additieven herken je aan de A-nummers. Additieven worden toegevoegd om de eigenschappen van voedsel te verbeteren. E-nummers bestaan uit vier cijfers. Sommige mensen zijn allergisch voor additieven. Vegetarirs mogen niet alle additieven eten. Tot welke groep behoren de volgende E-nummers? Trek een lijn naar de juiste groep. E-141 E-961 E-241 E-420 E-175 smaakstof conserveringsmiddel kleurstof E-967 E-252 E-232 E-123 E-951
16
17
Sinds december 2005 moet op voedingsmiddelen vermeld staan of er stoffen in zitten die een allergische reactie kunnen veroorzaken. Waarom is deze aanduiding belangrijk?
2006 Wolters-Noordhoff bv
9 Stoffen >>
225
rood
Vul de volgende woorden in: dodelijk, dosis (2), genezend, giftige, hoeveelheid Een huisarts kan een giftige stof gebruiken als medicijn. stof die de te
Hij moet hierbij rekening houden met de hoeveelheid patint binnen krijgt, de dosis . Als de dosis
, maar
dodelijk
4
Waarom is het verstandig om de drinkwaterkraan eerst een poosje te laten stromen als je terug komt van vakantie? A Dan is het water lekker koel. B De concentratie metaaldeeltjes in het kraanwater wordt dan hoger. C De concentratie metaaldeeltjes in het kraanwater wordt dan lager. D Dan weet je of er verstoppingen in de waterleiding zitten. Verbind met een lijntje wat bij elkaar hoort. concentratie dosis additieven Wat krijg je binnen? Wat is in het eten gedaan? Hoeveel zit er in?
2006 Wolters-Noordhoff bv
9.4 Afval
1
Mijn antwoord op de introvraag is: A 100 kg B 300 kg C 1000 kg Zet de soorten afval in de puzzel. gft glas kca metalen papier plastic rest
P L
k c
A S
m e
T I C
g l f t
a s p i e r
a l e n s t
Hieronder zijn afvalproducten genoemd. Zet elk afvalproduct in de tabel bij de juiste groep. Gebruik eventueel Basis Binas. blik soep snoeihout cd-doosje kapot bord batterij pot appelmoes folders verpakking van mp3-speler wijnfles appelschillen schrift oude fietsketting baksteen spuitbus gft glas kca metalen papier plastic rest
In Nederland wonen 16 miljoen mensen. Per jaar produceren we 4,7 miljoen ton afval (1 ton = 1000 kg). a Hoeveel kg afval gooit een Nederlander gemiddeld per jaar weg? Uitrekenen! A 0,29 kg B 3,4 kg C 290 kg D 340 kg
b Deze hoeveelheid zal in werkelijkheid groter / kleiner zijn want, een deel wordt hergebruikt of
gerecycled.
2006 Wolters-Noordhoff bv
9 Stoffen >>
227
Kleur de smiley groen als je het afval thuis scheidt. Als de afvalscheiding niet thuis gebeurt, dan kleur je de weepy rood. papier kca gft-afval plastic rood glas metalen
groen
groen
hergebruik: voorwerp wordt opnieuw gebruikt. recyclen: voorwerp wordt grondstof voor nieuw product.
7
Verroest ijzer wordt gemengd met ruw ijzer in een hoogoven. Dit mengsel wordt gesmolten. Hierdoor krijg je staal. Dit is een vorm van hergebruik / recycling. Omcirkel het goede antwoord.
Hergebruik of recycling? Zet een kruisje in de juiste kolom. hergebruik inzamelen van lege flessen frisdrank compost maken van de warme maaltijd oud papier inzamelen flessen gooien in de glasbak tweedehandskleding recycling
Bij recycling zal het nieuwe product ook deze kleur kunnen krijgen.
10
door hergebruik van stoffen krijg je minder afval door recycling heb je minder grondstoffen nodig.
11
In een hoogoven wordt een mengsel van verroest ijzer en ruw ijzer gesmolten. Hierdoor krijg je staal. Welke reden is voor de hoogoven de belangrijkste om te gaan recyclen? A Het kost minder energie om het mengsel te smelten. B Van de grondstof ijzererts heb je minder nodig. C Verroest ijzer kost bijna niets.
2006 Wolters-Noordhoff bv
12
Wat is restafval?
13
Welk afval hoort waar? Zet je woorden in het juiste figuur. reclame folders plastic flesje nagellak oude krant klokhuis verfblik lege chipszak kartonnen doos aardappelschillen batterijen spuitbus haarlak piepschuim activiteitenboek pulsar gras
ER PI PA
GROENE CONTAINER
GRIJZE CONTAINER
KCA
15
Eigen antwoord.
2006 Wolters-Noordhoff bv
9 Stoffen >>
229
Kleur de smiley groen als je de bewering goed is. Als de bewering fout is, dan kleur je de weepy rood. a Het inleveren van lege flessen is recycling. b Afval uit de grijze container wordt gescheiden in metalen en restafval. c Hergebruik is lastig, omdat afval goed moet worden gescheiden. d Bij hergebruik en recycling bespaar je op de grondstof. Hergebruik en recycling zijn goed voor A de portemonnee. B het milieu. C zowel het milieu als voor de portemonnee.
rood
groen
Wat gebeurt met de warmte die vrijkomt bij de verbranding van afval? A Niets. De warmte verdwijnt in de lucht. B De warmte wordt gebruikt voor het opwekken van elektriciteit. C De warmte wordt gebruikt om het water in de kanalen te verwarmen. Is sprake van recycling of van hergebruik? Omcirkel wat juist is.
2006 Wolters-Noordhoff bv
KLEURSTOFFEN
1
Test wat je al van kleurstoffen weet. Kijk nog niet in je boek! Omcirkel: juist of onjuist.
a Kleurstoffen zijn altijd natuurlijk. b In jouw huid zitten cellen die zwarte kleurstof maken. c Henna wordt gemaakt van rode bieten. d De blauwe kleurstof van jouw spijkerbroek wordt uit
blauwwier gemaakt.
juist / onjuist juist / onjuist juist / onjuist juist / onjuist juist / onjuist juist / onjuist juist / onjuist juist / onjuist juist / onjuist
e Een tatoeage verdwijnt na enkele jaren vanzelf weer. f Schilders maalden vroeger zelf stenen om verf te maken. g In sommige lipsticks zitten gemalen luizen. h Je kunt textiel alleen kleuren met synthetische kleurstoffen. i Door een reactie met zuurstof kan kleur veranderen.
2
Controleer je antwoorden van opdracht 1 met behulp van de tekst en fotos uit je leerboek. Hoeveel antwoorden had je goed? Ik heb Eigen
De blauwe kleurstof in jouw spijkerbroek is indigo. Welke uitspraak is of welke uitspraken zijn waar over indigo? I Indigo wordt gewonnen uit planten. II Indigo wordt in een fabriek gemaakt. III Onze huidcellen produceren indigo. A B C D E alleen I is juist alleen II is juist alleen III is juist I en II zijn juist en III is onjuist I, II en III zijn juist
Als je indigo uit een plant haalt, dan krijg je eerst een gele vloeistof. Waardoor wordt de kleur na een tijdje toch blauw?
Noem twee verschillen tussen een tatoeage en een huidversiering als in bron 1.
1 2
een tatoeage zit in de huid; verdwijnt niet huidversiering zit op de huid; verdwijnt weer
Wat gebeurt er als je bruin wordt door de zon? A Dan maakt je huid meer melanine. B Dan gaat er minder bloed naar de huid, waardoor de huid er donkerder uitziet. C Dan verdwijnen witte pigmenten uit je huid. D Dan wordt je huid dunner. Dus je ziet beter de donkere spieren onder de huid.
2006 Wolters-Noordhoff bv
9 Stoffen >>
231
Kleurenspeurtocht
Je kent de kleuren rood, geel, blauw en nog veel meer kleuren. Hieronder zie je een palet met namen van kleuren. Hoe de kleuren samengesteld zijn, kun je vinden in je leerboek, op verftubes, op de verpakking van kleurshampoo of op internet. Kleur de verfplekken op het palet in de juiste kleur. Soms moet je daarvoor ook kleuren mengen.
Eigen antwoord.
cyaan
ultramarijn
magenta
oker
Op een internetsite over natuurlijke cosmetica staat dat synthetische kleurstoffen altijd schadelijk zijn voor je gezondheid. Synthetische stoffen zijn niet natuurlijk. Deze bewering is niet juist. Welke beweringen over synthetische kleurstoffen zijn juist? Kleur de vakjes voor de juiste zinnen groen. Synthetische kleurstoffen zijn van kunststof. Synthetische kleurstoffen zijn van dierlijke oorsprong. Sommige synthetische kleurstoffen kunnen een allergische reactie veroorzaken. Synthetische kleurstoffen zijn soms gemaakt van natuurlijke kleurstoffen. Synthetische kleurstoffen zijn ongeschikt voor textiel, want de kleurstoffen veranderen tijdens het wassen van de textiel. Synthetische kleurstoffen worden gemaakt in een fabriek. Er zijn veel meer synthetische kleurstoffen dan natuurlijke kleurstoffen. Je mag alleen goedgekeurde kleurstoffen gebruiken. a Waarom mogen in textiel veel meer kleurstoffen gebruikt worden dan in voedsel?
2006 Wolters-Noordhoff bv