Vous êtes sur la page 1sur 13

Aardrijkskunde samenvatting

Zuidoost Azi actueel


Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 De aarde bestaat uit verschillende platen die ten opzichte van elkaar bewegen. - Divergeren, van elkaar af - Convergeren, na elkaar toe - Lang elkaar schuiven In Zuidoost-Azi grenzen een aantal platen aan elkaar, de Pacifische, de Euraziatische, de Indisch-Australische en de Filipijnse plaat. Er is een subductiezone (Doordat de oceanische aardplaat zwaarder is dan de continentale aardplaat, zal de oceanische plaat onder de continentale plaat duiken) tussen de Indisch-Australische (oceanische) en de Euraziatische plaat. Dit proces veroorzaakt vulkanisme, aardbevingen en zeebevingen die tsunamis tot gevolg kunnen hebben. Eilandenboog van Indonesi met veel vulkanen is hier een gevolg van. Ook bij de Filipijnen komen veel aardbevingen voor (Pinatubo). De spanning tussen twee platen kan zich ontladen in de oceaan waardoor een zeebeving ontstaat. Als deze op schaal van Richter minimaal 7 is en niet te diep onder de zeebodem plaats vindt, kan door verticale verplaatsing van de korst van de zeebodem, het water boven de breuklijn worden opgetild -> tsunami. Lengte van golf ligt tussen 100 en 400 km. Onderweg verliest de golf geen energie, maar moet deze bij de kust wel kwijt. Het achterste deel van de golf haalt het voorste deel in -> korte golf, enkele meters hoog. Windgolven breken maar tsunamis lopen het land op. Er is ook sprake van klimatologische rampen. Moessons halfjaarlijkse van richting wisselende winden. In de zomer ligt er een hoge temperatuur en een lagedrukgebied -> trekt warme vochtige lucht vanuit hoge drukgebieden boven Indische Oceaan aan (zuidwestmoesson) -> brengt neerslag -> grote overstromingen. Dit gevaar wordt versterkt door ontbossingen en stedelijke bebouwingen. In de winter koelt de landmassa af en is er een hogedrukgebied. De noordoostmoesson brengt geen regen. Tropische cyclonen (of orkaan) (halverwege de zomer gedurende 4-5maanden) ontstaat boven noordelijk halfrond tussen de evenaar en de keerkring. Ze ontstaan boven zeewater dat minstens 27C is en een diepte tot min 50m. uit warm zeewater neemt een zware depressie de energie op om uit te kunnen groeien tot een tyfoon. De warme vochtige lucht boven zeewater stijgt op -> afkoeling -> condensatie -> regenwolken waaruit onweerbuien ontwikkelen. Door de warmte die vrij komt bij condensatie komt er extra energie vrij die de lucht nog krachtiger laat stijgen. Lucht wordt dan van buiten naar binnen aangezogen -> windsnelheden tot welk 250km/uur. Gepaard met veel regen. Zodra de orkaan boven land komt neemt de windsnelheid af en valt er alleen nog veel regen. De baan van een tyfoon kan van te voren bepaald worden -> evacuatie. Ook in Zuidoost-Azi brengt de stijging van de zeespiegel bezorgdheid. De relatieve zeespiegelstijging wordt in beeld gebracht. Natuurlijk gevolg -> grotere erosie van kusten, overstromingen en verzilting en verlies aan bodemdiversiteit. Economisch: vernietiging van infrastructuur, huizen enz. 70% slachtoffer van natuurrampen komen uit Zuidoost-Azi. Toch is het dicht bewoond. Er is een spanningsveld tussen dreigende natuurrampen en met alle gevolgen en de risicoreceptie (beeld dat mensen hebben van de risicos die ze lopen als ze zich daar vestigen) Er is sprake van rationeel keuzegedrag (blijven of gaan). Dit wordt benvloed door het mentale beeld van de leefomgeving en de betekenis die mensen eraan hechten.

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

Voordelen van daar wonen: vruchtbare bodem, aangenaam klimaat of sociale contacten. Arme mensen worden vaak gedwongen op onveilige plekken te wonen. Ze negeren het risico vaak ook vanwege religie. Via natural harzard risk management wordt het aantal slachtoffers en de schade zo veel mogelijk beperkt. Kent twee poten: voorspellen van natuurlijke gevaren en het omgaan met de gevolgen. De risicoanalyse gaat ervan uit dat natuurlijk gevaar pas leidt tot een ramp als mensen worden getroffen en schade wordt geleden. Ze stellen plannen op in overleg met de burgers (bouwvoorschriften, waarschuwingsplannen enz.). een belangrijke factor die de kwetsbaarheid bepaalt, is het welvaarts- en ontwikkelingspeil. Minderheden zijn vaak het slechtoffer. Hoe armer het gebied hoe zwakker het bestuur hoe kwetsbaarder de bevolking. De economische schade is groter in welvarende gebieden vanwege waarde en hoge dichtheid van infrastructuur en gebouwen. Mocht er een ramp ontstaan dan moet je snel handelen. Mensen redden en schade beperken hierbij zijn evacuatieplannen en goede communicatie belangrijk samen met een goed bestuur en kennis van zaken. Paragraaf 2 Tropisch regenwoud: temp: rond 30C en komt niet onder de 18C. neerslag meer dan 2000mm per jaar -> veel verdampt -> waterdamp condenseert -> zware wolken -> regen. Deze kringloop herhaalt zich soms paar keer per dag -> bomen altijd groeien. Het bos bestaat uit 3 etages: - Bovenste laag: boomkruinen (bladerdak vanuit vliegtuig) hier leven veel dieren apen enz. bomen uit deze etage worden heel oud. - Middelste laag:lagere bomen en struiken - Bosvloer hier is plantengroei beperkt vanwege duister van boomkruinen. Iedere laag heeft eigen planten en dierenwereld. Er zijn ecosystemen. Het tropisch regenwoud kent daardoor een grote biodiversiteit (variatie van levende dieren, planten en micro-organismen en een bepaald gebied. Door de grote soortenrijkdom is het ook erg belangrijk als genenreservoir (geheel van erfelijk materiaal, planten, dieren,zwammen of micro-organismen) dat in een bepaald ecosysteem aanwezig is. De bodem, latosol is niet erg vrucht in het tropisch regenwoud. De grote biodiversiteit zit niet in de bodem. Alle planten leven van afbraakmateriaal van gestorven planten en dieren. De bacterin en schimmels (vanwege warme en vochtige omstandigheden) worden omgezet in mineralen -> mineralisatie. Dit gebeurt in een paar uur -> humus laag is dun -> weinig voedingsstoffen. Voedingsstoffen die niet direct worden opgenomen spoelen uit door overvloedige neerslag. Door de snelle kringloop van voedingsstoffen zijn ecosystemen kwetsbaar. Veranderingen in de kringloop kunnen leiden tot uitsterven van planten en dieren. De draagkracht van het tropisch regenwoud neemt daardoor af. Veel specerijen, olin en harsen zullen verdwijnen als het regenwoud weg gaat. Ook worden veel planten gebruikt om medicijnen van te maken. Bij kappen van het regenwoud vindt dus uitputting van natuurlijke hulpbronnen plaats. Maar er vindt ook aantasting plaats. Waterbalans overschot tekortrekening van de hoeveelheid water. Bossen hebben hier een grote invloed op -> het werkt als een spons. Een groot deel wordt via transpiratie en evaporatie in de atmosfeer terug gebracht. Water dat op de grond komt wordt opgezogen door doomwortels. De rest sijpelt via de bodem naar rivieren. Rivieren zijn overvloedig gevuld door weinig zonlicht vanwege bladerdek dus weinig verdamping. Bij het weghalen van oerwoudvegetatie vinder er veranderingen plaats in de waterbalans. Stortbuien worden minder afgeremd -> de toplaag van de bodem wordt weggespoeld en er vindt bodemerosie plaats. Water komt in rivieren neemt sediment mee en dan kan de rivier dichtslibben waardoor de kans op overstromingen toeneemt.

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

Zwerflandbouw: Een klein stuk bos werd ontdaan van begroeiing en in brand gestoken. Het as leverde voedingsstoffen op voor gewassen. De open plek zaaide men in of er werden gewassen gepoot (beplanting). Deze bodem leverde maar voor korte tijd voldoende voedsel en werden dus snel weer verlaten. Op de braakliggende akkers kon de natuurlijke begroeiing herstellen. De boeren trokken naar een ander stukje oerwoud zwerflandbouw ook wel shifting cultivation. Als de bevolking te hard groeit of als ladangbouwers zich moeten concentreren worden akkers te lang of weer te snel gebruikt (plantage of houtkap) en dit draagt bij aan de vernietiging van het ecosysteem (geheel van planten en dieren beschouwd in hun wisselwerking met de omgeving) Het totale bosoppervlak in Azi is onderhevig aan schommelingen. Nu neemt het weer toe door herbebossingprogrammas in China. Maar in Zuidoost-Azi neemt het in een rap tempo af (vooral Indonesi). Alleen in Vietnam neemt het toe. Als je kijkt naar de houtkap zie je dat deze afneemt je denkt dat dat in tegenstrijd is met de afname van het bosareaal (met absolute oppervlakte en het percentage van de landoppervlakte die met bos is bedekt) maar er zijn veel andere activiteiten du het bosareaal doen afnemen. Voor dit Milieuprobleem zijn verschillende oorzaken aan te wijzen: - Hout is voor veel landen in Zuidoost-Azi een belangrijk exportproduct. Tropisch hardhout is hard en vochtbestendig dus levert veel geld op en wordt afgenomen door rijke westerse landen. - Het verlenen van concessies (houtkapvergunningen). In de jaren 60 verstrekt aan buitenlandse investeerders. Commercile houtkap grootschalige ontbossing. - Er vind ook veel illegale houtkap plaats: gekapt buiten de concessiegebieden, meer hout dan toegestaan, beschermde boomsoorten gekapt of geen belasting betaald. Het hout wordt in het ene land illegaal gekapt en door buurtland verkocht. Het lijkt dan alsof het hout daar vandaan komt. Illegale houtkap is niet alleen het werk van criminelen. Duizenden gewone mensen verdienen er hun brood mee. Wie verantwoordelijk?: regionale elites, lokale ondernemers en overheidsinstellingen. Militairen en politiemensen hebben laag inkomen dus moeten extra geld verdienen door betaling konden ze meer kappen dan toegestaan en ze ontdoken de herbebossing. Tropisch bos gaat ook verloren vanwege andere activiteiten: - mijnbouw. Om op plekken te komen waar delfstoffen liggen is dwars door het regenwoud ruimte nodig voor aanleg van wegen. - Stukken woud worden gekapt om plantages aan te leggen. - Grote bosbranden zorgde voor flinke afname van tropisch regenwoud (zwerflandbouw breidde in tijd van droogte (door El Nino) zich uit) Het kappen van bossen heeft invloed op mondiaal niveau: grote hoeveelheden koolstofdioxide zitten in bossen de vegetatie helpt deze om te zetten in zuurstof. De ontbossing is dus slecht voor de CO2 uitstoot waar veel van in tropische regenwouden is opgeslagen. Jong bos neemt meer op en door het afbranden van bossen komt CO2 vrij. De toename van CO2 kan het broeikaseffect versterken waardoor het klimaat verandert. Een ander negatief gevolg: het teruglopen van de biodiversiteit. Veel planten en dieren sterven uit. Door schade aan het tropische regenwoud verdwijnen schakels in t ecosysteem. Er ontstaan een kettingreactie aan ongunstige effecten. Het regenwoud levert ook veel producten aan het westen (medicijnen, grondstoffen) dus ook bij ons zijn de gevolgen merkbaar. Gevolgen op regionaal niveau: (figuur 1.23) - weghalen van begroeiing gevaar in klimaatregulatie. In een normale situatie bereikt maar een deel van de neerslag de bodem en verdampt een deel via bladeren. De opgestegen waterdamp condenseert tot wolken die voor regen zorgen. De

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

plantengroei houdt ook zonlicht en warmte tegen. Als bos wordt weggehaald zonnestralen bereiken makkelijker de bodem en temperatuur van onderste luchtbaar en bodem stijgt afbraak van organische martiaal door bacterin en schimmels versneld. En de chemische verwering en uitspoeling worden bespoedigd. Door verdwijnen van oerwoud neemt voedselproductie af en voedselkringloop doorbroken. Ontbossing kan leiden tot bodemerosie en aardverschuivingen. Door ontbreken van vegetatie wordt bovenste laag bodem niet meer vastgehouden en regen wordt niet afgeremd water met grote kracht op de grond en stroomt snel weg grote hoeveelheden aarde naar beneden modderstromen kunnen alles vernietigen. Het water stroomt sneller naar rivieren en deze kunnen het niet verwerken en slibben dicht overstromingen. Door deze landdegradatie (verlies van kwaliteit van de bodem en vegetatiedek door mensen) wordt veel schade geleden. Luchtvervuiling: weinig regen in Myanmar grote bosbranden. Maar deze leidden ook tot luchtvervuiling en smogvorming.

Lokale gevolgen: - ladangbouwers, (Landbouwvorm die nog overal in de tropen voorkomt. Hierbij wordt een stuk tropisch bos ontgonnen door het bijv. in de brand te steken. Tussen de stronken verbouwt men een aantal jaren gewassen, tot de grond is uitgeput. Er wordt dus niet bemest. Men trekt dan verder en ontgint een volgend stuk bos) hun landbouwgronden verdwijnen en moeten gebied verlaten inheemse culturen kunnen vernietigd raken. Na de houtkap nemen ze de gebieden vaak in bezit Naast al deze negatieve gevolgen van de roofbouw ten aanzien van de bossen is er ook een groot voordeel: - het kappen van hout lever geld op, niet alleen buitenlandse deviezen maar het zorgt ook voor werkgelegenheid (aanvulling op schamele inkomen) Rol van de overheid: De overheid stelt boswetten op. Hierin staan regels voor de commercile exploitatie van productiebossen. In Indonesi is er duurzaam bosbeheer bomen met diameter kleiner dan 50cm mogen niet gekapt worden. En het woud moet tijd krijgen zich te herstellen. Op papier zit dit er allemaal mooi uit maar in de praktijk gaat het vaak anders: gebrek aan geschoold personeel en geen begeleiding door deskundige bosbouwers. En daarbij komt dat verantwoordelijkheid voor toezicht en uitvoering bij ministeries ligt die vaak corrupt zijn. Veel landen in ZA kennen weinig bestuurlijke kracht en hebben zwakke wetshandhaving soft states. Een draagkrachtig bosbeleid ontwikkelen en uitvoeren is hier lastig. Internationaal willen ze helpen FSC keurmerk geeft aan dat ze legaal zijn. Maar het duurzame bosbeheer functioneerde niet dus ander concept bedacht met 5 hoofdelementen: - om een bos duurzaam te beheren is informatie nodig. Gegevens moeten worden verzameld en voor iedereen toegankelijk - rechten van bewoners moeten worden erkend en bij wet worden vastgesteld. - Eigendomrechten van het land moeten vastgesteld worden - Er moet transparantie in besluitvorming zijn. Lokale bewoners betrokken - Benadering waarbij doelen worden nagestreefd: bescherming van stroomgebied, toerisme, biodiversiteit en verbetering van kwaliteit van licht. Dit vereist veel educatie (kennis). Mensen moeten bewust worden gemaakt van andere mogelijkheden die het bos hun kan bieden. En er moet onderzoek komen naar mogelijkheden van het gebied. Na het maken van plannen moet de bevolking opgeleid worden tot uitvoerders van de plannen. Als politiek en bevolking doordrongen worden van noodzaak van deze projecten kan illegale houtkap voorkomen worden en milieu behouden.

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

Hoofdstuk 2 Paragraaf 1 Zuidoost-Azi kent een snelle urbanisatie. Eerst leefde 30% van de wereldbevolking in de steden nu is dat al meer dan 50%. In europa kennen we al lang deze hoge verstedelijkingsgraad die opkwam in de 19e eeuw en ligt het percentage al op 76%. De snelle urbanisatie zul je met name in ontwikkelingslanden vinden. Megasteden (5 tot 10miljoen inwoners) maar eenduidige omschrijving is moeilijk te geven. Er is een verschil tussen de groei van de steden in de rijke landen en die in de periferie (buitenwijk). De megasteden in rijke westen zullen in inwoneraantal stabiliseren terwijl ontwikkelingslanden in aantal zullen toenemen. Deze grote steden hebben belangrijke functies in bestuur, handel, onderwijs en industrie net als gewone metropolen (zeer dichtbevolkte stad, waarin alle stedelijke functies aanwezig zijn). Ze vormen het centra van contactpunten met de globaliserende economie nationale en internationale ontwikkelingen gepromoot. Goed personeel die investeringen aantrekken. Een megastad vorm het culturele, sociale en educatieve centrum van een land. (ontwikkelingen, sociale normen en waarde) Je vind er verschillende bevolkingsgroepen, grote diversiteit aan mensen: Multiculturele samenleving. Door deze potenties groeien steden enorm. Mensen trekken naar de stad op de hoop op een beter leven maar megasteden kunnen dit niet bijbenen en er komen de volgende problemen: - armoede en werkloosheid nemen toe mensen proberen met straathandel bestaan te verdienen - gebrek aan stadplanning met name in de buitenwijken ontstaan ruimtelijke problemen. (te weinig infrastructuur, geen riolering en afvalwaterzuivering) - druk op huizenmarkt en beschikbare hoeveelheid land is erg hoog. Mensen wonen aan spoor of rivieren er ontstaan uitgerekte sloppenwijken extensief grondgebruik. Overheid haalt deze wijken soms weg en dan moeten ze ergens anders beginnen. - Milieuproblemen zoals luchtvervuiling, watervervuiling tekort aan schoon drinkwater - Slechte gezondheidsomstandigheden sterftecijfer relatief en absoluut hoog. - Stad afhankelijk van regering omdat overheid zich ermee bemoeit dit bevorderd bureaucratie en kans op corruptie - Gebrek aan banen, goede woning, gezondheidscondities leidt tot ontevredenheid bij arme bevolking fundamentalisme (houden aan regels van godsdienst). Door slechte economische omstandigheden ontstaan sociale en religieuze onrust. Er is tekort aan kapitaal waardoor de problemen verergerd worden. Paragraaf 2 In ZA zijn drie megasteden: Jakarta (11 miljoen), Manila (9,9 miljoen) en Bankok (7,3 miljoen) mensen. Dit beeld zal veranderen want de megasteden breiden uit er en ontstaan nieuwe megasteden. Bangkok Ligt gelegen aan de rivier de Chao Phraya en is de hoofdstad van Thailand. De stad is gebouwd op rivier sedimenten en ligt erg laag. Er zijn veel kanalen die van belang zijn voor het transport en afval van huishoudens. Het is een echte primate city (een grote stad, ook op financieel, politiek en economisch gebied die alle andere steden in het land verreweg overtreft). Chiang Mai heeft 400000 inwoners de tweede stad, en is gelijk veel kleiner dan Bangkok = het financile commercile politieke industrile en onderwijscentrum van het land en het hart van transport en communicatieactiviteiten. Aandeel van bevolking in de stad ten opzichte van de gehele bevolking nam toe. 20% van de bevolking verdient 70% van het BBP.

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

De groei is niet alleen te wijten aan de natuurlijke bevolkingsgroei maar ook aan ruraalurbane migratie. De welvaart is in Bangkok veel groter (geen decentralisatie van macht en economie) waardoor veel mensen naar deze hoofdstad trokken. Ze zijn vaak laaggeschoold en komen in de slums terecht. Ze worden vaak verdreven daarom vestigen ze zich tegenwoordig op publiek terrein langs spoorwegen. Ook is er seizoensmigratie. Want in de droge tijd is er weinig werk op het platteland waardoor ze tijdelijk in baan in de stad zoeken. Zij werken in de informele sector, vluchtsector. Deze verdiensten sturen ze naar familie op het platteland. Tijdens de crisis waren veel ontslagen en trokken mensen naar het platteland waar ze ook weer in de informele sector werkten = involutie (verdeling van de armoede onder de bevolking, meer arbeid om iedereen te kunnen verzien van een bestaan) Multinationals hebben de stad een groei-impuls gegeven. In Bangkok is sprake van overurbanistatie, er is niet genoeg werk en huisvesting in verhouding met de snelgroeiende inwoneraantal. Hierbij zijn veel voorzieningen overbelast: - het verkeer: verkoop van autos nam toe door buitenlandse investeerders hiermee nam de luchtkwaliteit af en werden bedrijven moeilijk bereikbaar. Er zijn skytrains gebouwd door buitenlands kapitaal maar te door voor mensen uit de slums. - Drinkwatervoorziening: mens haalt water uit aquifers (ondergrondse waterbassins) maar 66% is hier op aangesloten, 20% moet het uit flessen kopen. Het grondwater raakt uitgeput. Door de waterwinning daalt de grond met name in de suburbs (buitenwijk) waardoor overstromingen ontstaan (lage ligging rivier en slechte waterafvoer oorzaak hiervoor) overstromingen bevordert door omzetten van kanalen in wegen en bebouwing langs rivier. Jakarta Hier ligt een kleine haven, Sunda Kalapa. De Nederlanders bouwde hier de stad Batavia die een grote rol speelde bij de handel door de VOC. Toen deze werd bezet door de Japanners veranderde de nam in Jakarta. Na de onafhankelijkheid werd het hoofdstad van republiek Indonesi er wonen 13 miljoen mensen veel grond wordt gebruikt voor bebouwing je vind er namelijk geen hoogbouw maar omheinde erfjes (1000 dorpen). Percentage dat hier woont is kleiner dan in Bangkok, maar het is een echte primate city. Indonesi werd centralistisch geregeerd. Jakarta was van oudsher een belangrijke handelsstad ook na de koloniale periode verliep export en import via Jakarta. Maar aandeel van inkomsten in de handel daalde in de loop van de jaren. Toen stegen de inkomsten uit industrie en financile sector. De stad heeft in verhouding tot andere Indonesische steden het hoogste percentage aan binnenlandse en buitenlandse investeringen. Jabotabek De stad is zo sterk gegroeid da nieuwe administratieve en bestuurlijke eenheid zich heeft ontwikkeld, bestaande uit Jakarta, Bogor enz. 23 miljoen mensen. Er speelt zich suburbanisatie af. De grens lag eerst op 75 km en nu al op 125 km van het centrum. Daarbij wordt landbouwgrond opgeofferd voor verstedelijking. De woningbouw en de industrie en dienstensector suburbaniseren naar de BOTABEK-regio. Want in Jakarta zijn de grondprijzen te hoog en er is gebrek aan land. Bekasi Bogor en Tangerang worden juist aantrekkelijk voor industrie en diensten, aangezien de infrastructuur verbeterd is. Bevolkingsdichtheid in het centrum is dus afgenomen en toegenomen in gebieden op 40 km afstand van het centrum. Jakarta nummer 3 meeste vervuiling vooral door verkeer. 12% daar door gestorven. Ook worden gezondheidsproblemen versterkt door hoge luchtvochtigheid en omdat veel kampongbewoners kerosine als brandstof gebruiken voor bereiden van maaltijden. Ook het water is sterk vervuild. Afval wordt gedumpt in rivieren. Ook Jakarta heeft watertekorten maar ook wateroverlast. (<25% beschikking over leidingwater). Diepere putten nodig waterwinning leidt tot daling van de bodem overstromingen. Door daling van het land kan

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

zeewater makkelijker ondergrond landinwaarts sijpelen verzilt water in de putten bodems verzadigd met water wolkenkrabbers verzakken. Regering: stuwdammen. Ander probleem is de huisvesting (kampung improvement program) regering geen geld voor woningen dus infrastructuur verbeteren, basisscholen, garageboxen enz. Dit programma stimuleerde de zelfredzaamheid van de burgers zelf woningen verbeteren.
Jabotabek of Jabodetabek is de naam van het verstedelijkte gebied rondom Jakarta, Indonesi. De bevolking wordt in 2005 geschat op 23,6 miljoen. Hierdoor is het de grootste metropool van Indonesi en behoort het tot de tien grootste metropolen ter wereld. Het gebied bestaat uit Jakarta (een provincie op zich) en de drie aangrenzende regentschappen Bekasi en Bogor in West-Java en Tangerang in Banten, inclusief de steden Bogor, Depok, Bekasi en Tangerang.

Manila Moslims vanuit Kalimantan naar de Filipijnen. Op de plek van Manila werd een kleine moslim nederzetting gesticht: MayNalid. De Spanjaarden veroverde de stad en maakten de hoofdstad Manila. 20e eeuw gekoloniseerd door Amerika. De stad groeide en het aantal inwoners nam toe. Later werd het gebied te klein voor uitbreidingen en werd het vergroot tot de National Capital Region (NCR) 14 steden en 3 gemeenten met ieder een eigen burgemeester. De stad groeide zo uit tot 10 miljoen inwoners. Na de onafhankelijkheid van de Filipijnen werd de importsubstitutie gepromoot. De inkomsten kwamen vooral ten goede aan de stad Manila. De industrialisatie heeft zich uitgebruikt nu ook textiel en elektronica. Het is ook een belangrijke haven en knooppunt voor toerisme en luchtverkeer. De centra van de verschillende steden trekken allerlei vormen van diensten aan Hypermoderne Central Business Districten. De regeringen hebben de landbouw verwaarloosd waardoor een ruraal-urbane migratie ontstond (platteland naar stad). De bevolking is jong (41% < 19jaar) 47% woont in squatterwijken met slechte voorzieningen. Ze bouwen op elke lege plek provisorische woningen. Ze zijn bang dat gemeenten ze weghalen. Maar daarom werd huisvesting via de wet vastgesteld en werd woonzekerheid gegarandeerd meer migranten. De drinkwatervoorziening is steeds slechter geworden maar 50% via leidingen. De rest is afhankelijk van putten of waterverkopers. Hierbij is opvallend dat de rijke minder betalen dan de armen. Grondwaterspiegel daalt. Toen de Filipijnen de EL Nino kregen viel er 40% minder neerslag en was de drinkwatersituatie kritiek. Ook de kwaliteit is een probleem. Het zoute zeewater kan ook bij deze metropool steeds makkelijker binnendringen. Dus: De drie megasteden bevinden zich in verschillende stadia van urbanisatie. Jakarta als enige gestabiliseerd en verkeert in een fase van suburbanisatie zowel voor wonen als industrie. In Metro Manila is het proces van urbanisatie nog in volle gang en Bangkok bevindt zich in een tussenpositie. Alle drie de megasteden maken een andere ontwikkeling door dan de megasteden in het westen. De armoede, slums en overurbanisatie zijn veel duidelijker zichtbaar. De steden hebben te kampen met enorme problemen op het gebied van voorzieningen en werkgelegenheid. Paragraaf 3 In Zuid-oost Azi werken meer mensen in industrie en dienstensector dan vroeger. Daarom moet op het platteland de productiviteit verhoogd worden door intensivering in de landbouw, modernisering en toepassing van groene revolutie (nieuwe rijst en tarwevariteiten) en genetische modificatie. Vroeger werkte boeren voor de zelfvoorziening. Tijdens koloniale periode werd voor export geproduceerd op commercile bedrijven met schaalvergroting. De industrialisatie leidde tot migratie naar steden en afnamen van werkgelegenheid in de landbouw. Er werd meer verdiend in de industrie dan de dienstensector: de-agrarisatie. In Thailand ligt tegenwoordig productie van rijst hoger vanwege lagere bevolkingsaantallen. In Indonesi was intensivering noodzakelijk omdat op Java geen uitbreidingen mogelijk waren. Voor de GR is kunstmest, pesticiden en zaaigoed nodig, kleine boeren konden dit

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

niet betalen en de regering verleende kredieten. Maar op lange termijn was de GR niet zo groen. Door het intensief gebruik werden schade toegebracht bodems raakte uitgeput en natuurlijke waterhuishouding ontregelde. Op sociaal terrein werd oogst aangetast. Niet vrouwen maar mannen deden nu de oogst waardoor voor de armen niks overbleef GM zorgt voor toename van oogst, maar heeft ook veel argumenten op ethisch gebied tegen. Daarnaast zijn gevolgen voor milieu en sociale aspecten nog niet duidelijk. Daarom kiezen sommige voor terugkeer naar traditionele landbouwmethoden. Op duurzame wijze zodat bodem niet wordt uitgeput, maar of dit genoeg voedsel oplevert moet blijken. Thailand wordt 65% van opp. gebruikt voor landbouw. Het heeft verschillende landbouwzones afhankelijk van klimaat en relif. Noordelijk relifrijke deel: extensieve rijstbouw en bosbouw. Veel traditionele varianten van droge rijst worden verbouwd. Naar het noordoosten toe wordt het gebied droger en is de grond gevoelig voor erosie. Maar toch veel rijstteelt In het centrale deel vind je intensieve vormen van natte rijsteelt. Maar ook veel industrie (daarom moeilijk om genoeg arbeidskrachten te vinden) mechanisatie doorgevoerd. Zuidelijk deel niet geschikt voor rijstteelt. De grond is zuur en ze maken voornamelijk rubber. De rijstopbrengsten zijn in vergelijking met andere landen vrij laag. De Thaise traditionele rijst levert hoge prijs op op de buitenlandse markt waar de vraag groeit. Paragraaf 4 De relaties tussen platteland en stad zijn door economische ontwikkelingen in ZA sterkt toegenomen. Er zijn weinig gebieden die een autonome ontwikkeling (onafhankelijk van andere) door maken. Toen de industrie in Thailand toenam leverde het platteland arbeiders die naar de stad trokken. Zelfs agribusiness (grootschalige landbouwproductie die gebruik maakt van moderne techniek) gingen investeren in andere sectoren. Dit ging ten koste van investeringen in landbouwgebieden en wordt beschouwd als afroming van kapitaal en goederen uit de agrarische sector. Ook was er sprake van afroming van arbeid, veel jongeren trokken naar steden. Een andere vorm hiervan is: In het noordoosten is de grond niet zo vruchtbaar, in droge maanden trekken boeren naar Bangkok om tijdelijk werk te zoeken circulaire migratie. Gunstig gelegen landbouwgebieden investeerde in mechanisatie en toepassing van chemicalin. Door toenemende vraag van buitenland was steeds keuze voor andere gewassen. Ander boeren in het zuiden veranderde rijstvelden tot vijvers voor teelt van garnalen grote risicos op verzilting en vervuiling. In Chiang Mai werden rijstvelden omgezet tot boomgaarden met vruchten voor export naar China. In noordoosten van Thailand ging men jasmijnrijst telen, meer vraag naar. Door toenemende welvaart steeg vraag naar bloemen daarom ging men deze kweken in Thailand. Deze afgeleide ontwikkeling boden kansen aan de plattelandsbevolking. Door meer te richten op wensen van stedelijke bevolking en buitenland werden bedrijven commerciler. Toen industrien naar suburbane gebieden trokken konden arbeiders heen en weer reizen zo werd permanente migratie voorkomen (geen braindrain, weg gaan uit gebied van goed opgeleid mensen, waardoor ontwikkeling van dat gebied benadeeld wordt) Wereldwijd daalde de prijs voor landbouwproducten (ruilvoetverslechtering). Gebieden in omgeving van grote steden die minder vruchtbaar waren hadden het daarom moeilijk en kwamen in de schulden. Diversificatie (spreiding van gewassen) leverde geen oplossing. Boeren uit noorden trokken terug uit markteconomie en probeerde te produceren voor zelfvoorziening, zij jaagde hiernaast ook en lieten jongeren bijverdienen in de stad waardoor zij overleefde.

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

Subcontracting, grote concerns die deel van productie uitbesteden aan lokale kleine fabrieken (biiv. Productie van Nike naar lagelonenlanden verplaatsen) In jaren 80 werden thuisarbeiders gecontracteerd. Zij werkte thuis in kleine werkplaatsen fabriek makkelijke mensen aannemen en ontslaan. Er werd geen aandacht aan scholing besteed. Bovendien zochten deze footloose bedrijven vaak naar andere locaties. Internationale bedrijven met bekende merknamen houden zich wel aan gedragscodes voor werkomstandigheden. Maar nationaal wordt er vaak niet aan arbeidsnormen gehouden. Er was grote suburbanisatie (trek naar steden) waardoor groot ruimtegebrek ontstond. Het platteland wordt opgeslokt door allerlei bouwactiviteiten. Voor bouwactiviteiten is hout nodig, waardoor veel bossen gekapt worden. Thailand bedacht een herbebossingplan. Er werden concessies (tegemoetkoming) uitgegeven voor commercile houtplantages. Ze plantten eucaplytusbomen die goed gebruikt konden worden voor hout en papierindustrie. Nadeel was dat deze veel water verbruiken en het grondwaterpeil ging dalen. Met boeren ging het slecht en dorpen werden overspoeld door erosie -> regering trok concessies terug en verbood houtkap in bossen. Maar controle is onvoldoende. In het noordelijk gedeelte van de delta van de rivier de Chao is de landbouw dmv irrigatie gentensiveerd. Minder water bereikt de stuwmeren, terwijl drinkwater in steden toeneemt. Door El nino nam waterstand verder af boeren mochten land niet voor 2e keer inzaaien. Er worden meer gebouwen gebouwd in buurt van rivieren waardoor ruimte voor rivier kleiner wordt overstromingen. Zo vormt water een competitie-element tussen de boeren en de stedelijke bevolking. De Azi-crisis werd veroorzaakt door verkeerde investeringen. In plaats van te investeren in industrien investeerde men in onroerendgoed buitenland verloor vertrouwen en trok investeringen terug. Fabrieken gingen failliet en industriearbeiders werden de dupe. Veel werklozen trokken terug naar dorpen zo verplaatste crisis naar het platteland (afgeleide ontwikkeling in negatieve zin). Om crisis te keren moest vrijemarkteconomie komen. Maar dit kwam niet bij de boeren terecht. Subsidies verdwenen en prijzen voor boeren daalden. Er kwam hulp vanuit Japan; geld werd direct naar dorpen gesluisd. Boeren konden arbeidsintensieve projecten financieren. Zo werd aandacht verlegd naar bescherming van sociale cohesie in dorpsgemeenschappen en lokale bedrijvigheid. Invloed van Bangkok over rest van het land was zeer groot. In Thailand werd de macht nooit overgedragen naar lokale bestuurseenheden (geen decentralisatie) ambtenaren werden aangesteld door Bangkok en niet via inwoners. Vanaf 1990 werd begin gemaakt met decentralisatie van bestuur. Invloed van platteland werd groter. Het proces van besluitvorming en de invoering daarvan in het ontwikkelingsproces, ook wel onderhandelingsontwikkeling of governance genoemd, zou meer moeten richten op deelname van iedereen. Good governance, geen misbruik en corruptie maar alles volgens de wet, kan daar verandering in brengen. (tabel 2.29) Participatie (actieve deelname), biedt perspectief op ontwikkeling van minder welvarende gebieden. Uitgebreid door good governance anders kloof tussen platteland en stad te groot. Het blijft moeilijk om evenwicht te vinden tussen snelle modernisering en liberalisering in de steden enerzijds en de sociale en economische ontwikkelingen op het platteland anderzijds. Paragraaf 5 De economische ontwikkeling verloopt niet op dezelfde manier. Singapore is NIC en kent snelle groei. Maleisi, Thailand, Indonesi en Filipijnen zijn 2e generatie NIC aantrekkelijke vestigingsplaats voor industrie. Nu ook technisch hoger gekwalificeerde bedrijven door gestegen welvaart, hogere lonen en beter onderwijs. De theorie van

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

Ullman: stroming tussen 2 gebieden onder 3 voorwaarden: complementariteit, transporteerbaarheid, tussenliggende mogelijkheden. De export van ASEAN landen is toegenomen. Maar binnen ASEAN nauwelijks. EU en Nafta hebben groot handelsaandeel. Maar VS en Europa worden minder belangrijk en handel met China neemt toe. Landen hebben comperatieve voordelen. Vullen elkaar aan op gebied van kennis, kapitaal, deze zijn verschoven. Doordat ze lid zijn van ASEAN zijn er minder hindernissen en bevordert transporteerbaarheid. Landen liggen niet ver van elkaar en zullen economische contacten aanknopen. Om handel te bevorderen worden export processing zones en speciale economische zones aangelegd. Dit zorgt ook voor ontwikkeling op eco. gebied buiten deze gebieden. Om binnen ASEAN grensoverschrijdende groeiverbanden te stimuleren zijn regionale economische zone ook wel groeidriehoeken ontwikkeld 3 naburige landen met elkaar verbinden (fig. 2.32). de SIJORI driehoek is de belangrijkste Singapore als hub: stimuleert kapitaal, technologie en financile diensten. Er is sprake van complementariteit. Andere driehoeken (in Oost-ASEAN) hebben economisch zwakke gebieden. Men probeert mbv particulier initiatief natuurlijke hulpbronnen te exploiteren. In de noordelijke driehoek speelde ondersteuning door politiek, met deelneming van priv-sector een grote rol. In Singapore stegen arbeidskosten gaf deze aan buurlanden om economisch beter te worden Singapore kreeg aanzien. (tussen landen: Singapore Maleisi en Indonesi. Groeidriehoeken hebben voordelen ten opzichte van handelsblokken: 1. het gaat om delen van landen, dus risico kleiner 2. geen tijdrovende onderhandelingen en procedures (rol van regering is beperkt) 3. transitie van centraal geregeerde landen bewerkstellen naar liberale markteconomie is gemakkelijker. 4. ze richten zich op buitenlandse investeringen en export over gehele wereld. 5. concept kan goed aangepast worden om afgelegen perifere gebieden te ontwikkelen. Of het succesvol is hang af van: 1. gebieden moeten aan elkaar grenzen en toegankelijk zijn voor iedereen 2. een metropoolgebied als aanjager in het gebied 3. complementariteit tussen arbeid, technologie en locatie 4. priv-investeerders zijn van belang 5. goede infrastructuur en transportmogelijkheden 6. sterke culturele en sociale banden 7. politieke steun Ook is de groeicorridors ontwikkeld; grote gebieden, bestaande uit verschillende economische zones. Hoofdstuk 3 Paragraaf 1 In ZA zijn veel bevolkingsgroepen in de minderheid door willekeurige grenzen, of door migratie op grote schaal. Grote minderheid zijn de Chinezen die door migratie in ZA zijn terecht gekomen. Altijd hebben chinezen hun invloedsfeer uitgebreid op buurlanden. Later kwam migratiestroom op gang. Eerst naar Maleisi en Singapore. Migranten vestigen langs de kust als handelaren. De tweede golf was trek van goedkope arbeidskrachten. Hongersnood, werkloosheid en politieke onrust dwongen deze mensen naar Maleisi, Indochina (Vietnam, Laos, Cambodja). Andere gingen verder naar Hawa, California en Australi en Afrika. wat ze trok: afschaffing van slavernij, gestage industrialisatie en vraag naar goedkope arbeid van de westerse wereld. Chinezen in ZA vormen etnische minderheid en culturele minderheid (andere gewoontes dan meerderheid van bevolking)

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

de economische invloed van de Chinezen is groot, wat heeft geleid tot discriminatie. Op politiek gebied hebben chinezen weinig in te brengen. Thailand: chinezen werden aangemoedigd te komen. Kwamen in mijnbouw terecht. Later kregen ze functie in handel en financile sector. De meeste chinezen hebben staatburgerschap opgegeven en zijn Thai geworden (ook Thaise namen aangenomen). Chinese taal onderwijzen werd verboden. Ze hebben dezelfde godsdienst wat huwen makkelijk maakt. Er is dus sprake van Assimilatie (gehele cultuur van autochtone bewoners overgenomen) een deel van de chinezen vormt nog gesloten gemeenschap. Maar intergratie is het beste gelukt in Thailand Indonesi: normen en waarden overgenomen. Maar opkomst van islam is assimilatie minder geworden uiting van etnische identiteit van eigen bevolking (huwelijken lastig). Ze waren niet geliefd bij de bevolking vanwege hun handelsgeest in geldzaken en innen van belasting door overheid -> plunderingen en bloedbaden. De chinezen hebben eigen scholen en hebben meer geld dan Indonesische scholen. Chinezen hoger opgeleid -> meer tegenstellingen dus jaloezie en discriminatie.1965 Chinezen vermoord ze mochten cultuur niet meer uiten (geen feesten geen scholen enz.) daarna kende het land hoge inflatie en werkloosheid -> volkenopstand waarbij veel mensen om het leven kwamen. Stad werd verwoest en men keerde tegen president. De minderheid kreeg de schuld van de problemen. Sinds 2000 hebben chinezen meer vrijheid (mochten nieuwjaar vieren). 65% van economie wordt door Chinezen beheerst -> ze moeten grof betalen, terwijl ze eigenlijk hard werkend en niet veel verdienend zijn. Laos: Chinezen vormen een stedelijke elite. Maar was minder in trek dan buurlanden (vanwege bergen, geen zee enz.). Met opkomst van democratische volksrepubliek Laos vluchtte veel chinezen. Zij wilde hun priv-bezit niet collectief maken. Vooral de hoger opgeleiden vertrokken. Toen later economische hervormingen werden doorgevoerd keerde maar enkele terug. Maar vrijheden zijn verbetert -> meer huwelijken dus aantal neemt toe en is ook gentegreerd. Grenzen zijn makkelijk te overschrijden. Chinese opschriften, woningen en taal worden gemeengoed. Cambodja: toen in China de culturele revolutie plaatsvond veranderde de houding in Cambodja woonachtige Chinezen -> kranten werden verboden en diplomas ongeldig verklaard. Er kwam een anti-Chinees beleid -> aantal chinezen nam af. Later kregen de chinezen hun vrijheden terug en stabiliseerde -> groot deel herwon economische positie en heeft nu een goede baan. De hernieuwde invloed is zichtbaar in binnenstad (uithangborden) maar ook aan samenstelling van leidinggevende banen (17 van 27 bezet door chinezen). Chinezen tempels, scholen werden heropend. Toen in China industrien privatiseerde trokken velen naar Cambodja -> verdienen weinig en wonen slecht, maar teruggaan is gezichtsverlies -> meer chinezen naar Cambodja lokken. Paragraaf 2 ZA is begonnen met nation building (het van overheidswege bevorderen van de culturele eenheid op nationaal niveau). Onder een staat verstaan we een afgegrensd woongebied van een of meerdere volkeren dat door andere staten wordt erkend. Naties: afzonderlijke groepen binnen een staat, die naar zelfstandigheid streven. Etnische groepen in Laos leven afgescheiden van elkaar hebben nauwelijks contact. Later kwam om economische redenen binnenlandse migratie op stroom. De etnische afkomst werd minder duidelijk waar overheid niet rouwig om is. Meeste ZA landen kennen sinds zelfstandigheid autocratische regimes -> ongelimiteerde macht uitgeoefend door n persoon -> natiestaat opbouwen: homogene gemeenschap van burgers met dezelfde afkomst, cultuur en geschiedenis -> leidt vaak tot verzet. Om eenheid te bevorderen kiezen regimes voor cultureel nationalisme (zoeken naar volksverhalen uit

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

verleden) -> uiteindelijk doel volledige assimilatie. Het etnisch nationalisme streeft naar fysieke verwijdering van minderheid uit de staat: gedwongen bekering, vernietiging van cultuurkenmerken, verjagen van volk. Genocide: bewust grootschalige moordpartijen. Cham is etnische groep in Cambodja en Vietnam die volledig zijn opgenomen in samenleving in Vietnam. In Cambodja werden ze door Rode Khmer uitgeroeid. Cambodja komt mensenrechten niet na. Een obstakel voor verbetering hiervan is de concentratie van macht bij enkelen en het gebrek aan onafhankelijke situaties die overheid kunnen bekritiseren. Het etnisch en cultureel nationalisme dragen bij aan territoriale conflicten. In een aantal landen spelen afscheidingsbewegingen. Soms helpt separatisme (oprichten eigen staat). Oost-Timor scheidde van Republiek Indonesi. Oostelijk deel van Timor was Portugese kolonie en werd door Indonesische leger bezet nadat Portugal zich had teruggetrokken en het land onafhankelijk had verklaard. Indonesi lijfde het gebied in. Oost-Timorezen verzette zich. Ze konden kiezen tussen onafhankelijkheid of meer zelfbestuur binnen Indonesische grenzen. Ze kozen onafhankelijkheid -> gewelddadige acties door Indonesische leger. Vele ontvultte (naar westen) het gebied. Later viel Timor onder VN-bestuur en in 2002 werd het onafhankelijk. Natievorming verloopt moeizaam. In Myanmar zijn ook separatistische bewegingen die delen van het land opeisen. De teelt van herone geleid tot grensconflicten met China en Thailand. Nationalisme was drang naar zelfstandigheid en maakt einde aan koloniale overheersingen. Maleisi en Singapore gingen samen en vormde een verbond van staten met eigen zelfstandigheid -> federalisme. Later Singapore uit federatie gezet. Maleisi: federale staat, geregeerd door vorsten of gouverneurs. Maar er komen wel spanningen voor. Conflicten over rechten op natuurlijke hulpbronnen en over regionale financile en politieke verschillen en de sociale ongelijkheid. Er is sprake van godsdienstvrijheid maar ook islamisering van de samenleving. (bewoners willen zelfde rechten als Maleiers en willen profiteren van groeiende welvaart) Decentralisatie, om hervormingen van de staat en toename van regionale stabiliteit te bevorderen. In Indonesi is een decentralisatieproces in gang gezet. Er moesten verkiezingen worden gehouden, politieke bevoegdheden overgeheveld naar gemeente en provincie. Maar decentralisatie werkte corruptie, onzekerheid in de hand (wie krijgt wat in handen is onduidelijk) er werd steeds gekozen voor compromis tussen behouden krachten uit Soeharto-tijdperk, leger, hervormers en moslimpartijen -> politieke en economische stabiliteit bereikt -> nodig voor economische groei. Maar tegelijkertijd stagneren de hervormingen en de daadwerkelijke uitvoering van de decentralisatie. Paragraaf 3 In ZA spelen verschillende religies een rol (christelijk, islam, boeddhisme en hindoesme, het confucianisme, taosme en animistische religies). In sommige landen leven ze rustig naast elkaar maar in andere gebieden zijn er ernstige spanningen. Religieus fundamentalisme (normen en waarde opleggen aan andere) ontstaat dan. Dit kan overgaan tot defensieve terugtrekking, agressie en geweld. De Filippijnen kennen veel christelijke. Maar de katholieke kerk bezit veel macht en scholen. Kerk en staat zijn gescheiden maar toch heeft de katholieke kerk veel politieke invloed (bescherming van het leven). Daarom is abortus en verspreiding van condooms verboden. Er zijn vaak confrontaties tussen katholieke en islamieten die veel mensen het leven heeft gekost. Strijd tussen moslims en regeringsleger komt voort uit de Spaanse kolonisatie van de Filippijnen. Spanje bezitten een deel en de islamieten bezitten een deel. Toen begon de onafhankelijkheidsoorlog tegen Spanje. De Amerikanen kochten de Filipijnen van Spanje. Daaruit volgde een Amerikaanse Filippijnse oorlog die veel Filippines het leven kostte.

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

Later werd het land onafhankelijk. De Moros (onder gezag van islamieten) werden gediscrimineerd op politiek en cultureel gebied eerst door Amerikanen daarna door Filippijnse staat. Na jaren strijd werd een autonome regio gevormd, maar uitvoering van de regionale autonomie kwam nauwelijks van de grond. Er werd nieuwe poging ondernomen tot regionalisme er werd een vredesakkoord gesloten -> meer zelfbestuur en economische en sociale ontwikkeling. Maar islamieten wezen dit akkoord af. De strijders van de islamieten zijn in 2006 in het leger opgenomen, maar onderhandelingen zijn vastgelopen, ze willen namelijk uitbreiding van dorpen tot voorouderlijk land van de moslimminderheid maar de Filippijnse regering wil dit niet. Door het beleid van de Amerikanen en later de Filippijnen veranderde de demografie (minder moslims, en meer christenen). Migranten uit andere delen van Filippijnen werden in Mindanao gevestigd, voordeel: onvrede onder boeren verminderd door kolonisten land aan te bieden in Mindanao en dit werd bevolkt met mensen die loyaal waren aan de Filippijnse staat. Gelijktijdig werd landregistratie ingevoerd en limiet gesteld aan hoeveelheid land die moslims konden bezitten. Mindanao is armste regio, grote rijkdom aan natuurlijke grondstoffen en metalen maar dit geld verdwijnt naar buiten de regio door multinationals. (blz. 66 bovenaan lezen) Myanmar kent etnische dimensie. Meeste minderheden voelen geen band met de staat. Er is nog geen politieke stabiliteit dus vindt het leger dat ze mensenrechten mogen schenden -> vluchtelingen naar buurlanden. In 1990 werden verkiezingen gehouden NLD overwinning. Junta (militair geregeerd van Myanmar) erkend overwinning niet -> nobel prijs voor de vrede. Veel partijen zijn nu verboden. Veel politieke activisten zijn gevlucht en verblijven in vluchtelingenkampen. In 2007 demonstreerde boeddhisten tegen regering en wilde een democratiseringsproces. Militaire junta greep in.

http://www.schoolsamenvatting.nl/

De site voor samenvattingen

Vous aimerez peut-être aussi