Vous êtes sur la page 1sur 32

1

P
r
o
s
c
e
n
i
u
m
Ti J DscHri FT Voor
THeATerTecHni eK
THeATerArcHi TecTuur
scenoGrAFi e
Ti j dschr i f t - Toegel at en gesl ot en ver pakki ng Bc 5903
Af gi f t ekant oor oost ende masspost
er kenni ngnummer P 309560
B
e
L
G
i

-
B
e
L
G
i
Q
u
e
P
.
P
.

/

P
.
B
.
B
-
7
6
9
vzw BASTT
Sainctelettesquare 19
1000 Brussel
Driemaandelijks
Jaargang 14
december-januari-februari
2010-2011
57
3




Dri emAAnDeLi J Ks
Ti J DscHri FT Voor
THeATerTecHni eK
THeATerArcHi TecTuur
scenoGrAFi e
Jaargang 14
nr. 57 - december 2010
Proscenium is een publicatie van
BASTT, Belgische Associatie
van Scenografen en Theatertechnici vzw
aangesloten bij OISTAT
Zetel en secretariaat
Saintelettesquare 19
1000 Brussel
E-mail: bastt@bastt.be
website: www.bastt.be
Redactie Proscenium
Azalealaan, 30
1030 Brussel
Tel.: 02 215 08 52
E-mail: proscenium@bastt.be
Hoofdredactie
Rose Werckx
Werkten mee aan dit nummer:
Jan Ackenhausen
Luc Dhooghe
Johan Penson
Jan Strickx
Anne Watthee
Rose Werckx
Cover
Kta Kabanov 2010 De Munt
foto: Bernd Uhlig.
Druk
Goekint Graphics - Oostende
Vormgeving: brusselslof.be
Prijs per nummer: 12,00 e
BASTT Lidgeld: 40,00 e
BASTT Lidgeld studenten: 15,00 e
Bank: 402-5525161-38 van BASTT vzw
Buitenland
Prijs per nummer: 17,00 e
BASTT Lidgeld: 50,00 e
IBAN: BE24 4025 5251 6138
BIC: KREDBEBB
Teksten, fotos en illustraties mogen enkel
worden overgenomen mits voorafgaande
schriftelijke toestemming van de uitgever.
Verantwoordelijke uitgever
Jan Strickx
Diepestraat 1A
9300 Aalst
05
Theaterarchitectuur
HeT FLuDe ruimTeGeVoeL
De ontwikkeling van een kunstencampus.
Adverteerders:
AMPTEC APEX DTS2 HARCOTM JEZET SEATING
LOUNGE SENNHEISER SERVIO TTAS VERBIEST.
i nHouD
Proscenium: inHouD
Verder
BAsTT en eco nieuWs in memoriAm oisTAT-
nieuWs
23
Interview.
Focus on
Marc Vrebos
16
Nieuwe media
PrinT Je eiGen scHoenen in 3 D
Computergigant HP wil 3D-thuisprinter begin volgend jaar op de
Benelux markt gooien.
11
Eco
DuurZAAm on sTAGe
Onderzoeksproject conventioneel versus duurzaam licht.
14
Scenografie
De BeeLDenDe VerTALinG VAn een TrAGeDie
Kta Kabanov
5 Proscenium: HeT FLuDe ruimTeGeVoeL
ET FLUDE RUIMTEGEVOEL
DE OnTwIkkELInG VAn EEn kUnSTEncAMpUS
ROSE wERckX
Heb je er al bij stilgestaan wat een inkom betekent voor een gebouw? Zijn er trappartijen, luifels, zuilen, beelden, de
klassieke ingredinten aanwezig? De inkom van het kunstencentrum deSingel bezorgt me telkens een niet te verklaren
vakantiegevoel. Deze week nog: ik parkeer de wagen tussen de bomen en loop onder de luifel en de wapperende vlaggen
naar de glazen deuren, of soms kies ik voor het ommetje langs het grasveld en de waterpartijen. Valt juist het plechtstatige
en het conventionele hier weg door de transparantie in en rondom het gebouw?
Binnen, sta ik telkens voor een dilemma: naar boven of naar beneden?
Vandaag kies ik voor het hellend vlak naar de infobalie. Ik heb een
afspraak met Paul Vermeir. Sinds 1988 is hij technisch directeur en
kritische opvolger van de verbouwing- en aanpassingswerken in dit
huis. Hij behaalde zijn diploma van ingenieur-architect in Leuven. Na
zijn studies werkte hij een periode als zelfstandige en vervolgens vier
jaar als medewerker bij de dienst Sport infrastructuur van de Vlaamse
Gemeenschap.
Oh, blijkbaar sta ik niet aan de juiste infobalie. Naar rechts, recht-
door, de deur openen, gang in en dan hopen Ja dat blijkt de juiste
infobalie te zijn!
Paul is er nog niet. Nu, dan maar op zoek naar de tijdelijke tentoon-
stelling van Renaat Braem in de nieuwbouw. Het scenario ganglopen
herhaalt zich, hoewel ik moet toegeven dat het toch niet zo onaan-
genaam is.
Uit de Blauwe Zaal klinkt muziek, in de gang jongleren technici met
trussen alsof het een groot Meccanospel is. De bijna antieke togen op
rolletjes worden naar een andere plek geduwd. Iets verder drummen
jonge mensen samen rondom een moeder met een baby in haar armen.
Daartussen laveert een fietsende jongen er rustig door. Een fiets in dit
centrum; het lijkt mij een toonbeeld van efficintie, iets voor in de
films van Tati. Hier wordt geleefd. Het voelt aan als een gemeenschap
op zich.
Paul komt er aan. We gaan via een korte insiders weg naar zijn
bureau. Bic in aanslag, start!
Paul, in welke fase van het uitvoeringsplan kwam je terecht bij jouw
start in dit huis?
Dat was juist nadat de ontwerpen van architect Paul De Meyer, een
voormalige assistent van Lon Stynen, voor de uitbreiding van het
Conservatorium en het publieksfoyer werden uitgevoerd. Die derde fase
omvatte: de Zwarte Zaal, een foyerrefter, grote lokalen voor percussie,
klassen en individuele repetitiestudios, ateliers voor elektriciteit en
schrijnwerkerij en ten slotte een foyer aansluitend bij de Rode Zaal.
Het inplanten van die fase plaatste de ontwerpers zowel voor esthe-
tische als voor bouwkundige problemen. De bebouwbare ruimte werd
onvoldoende groot geacht om de nieuwbouw als annex toe te voegen.
Men opteerde om een bestaande vleugel aan te passen, te verhogen
en te laten aansluiten bij een uitbreiding naar de Desguinlei toe.
Gezien de funderingen van het bestaande gebouw niet voorzien waren
op een bijkomende verdieping, werd besloten de bestaande vleugel te
overbouwen. Daarvoor was een zware constructie nodig die een deel
van de oorspronkelijke vorm van het gebouw opslokte. De derde fase
kreeg daardoor een massieve indruk. Ondanks gelijkaardige vormelijke
kenmerken, qua ritmiek van de gevel, wijkt deze fase sterk af van
Stynens concept van openheid en transparantie.
In het vooruitzicht van de vierde fase waren wij op zoek naar een
architect. Stphane Beel ontwierp voor ons al deuren en balies, en
hij was tevens de vormgever van de tentoonstelling over Lon Stynen.
Wij ondervonden dat Stphane feeling had met de architectuur van
Stynen. Zo groeide langzaam een samenwerking.

Waaruit bestond de vierde fase?
In feite gaat het in elke fase telkens om basisbehoeften, wij willen
geen luxe-ruimtes.
Het probleem is immers dat deSingel specifiek ontworpen is als conser-
vatorium, de Rode en de Blauwe Zaal waren oorspronkelijk niet bedoeld
als volwaardige publieksruimten. Ooit moesten wij voor de productie
van Das Schiff van Pina Bausch de achterkant van een reusachtig
schip verwijderen omdat het te groot was voor de Rode Zaal. Ik
H
Nieuwbouw, foto Jan Kempenaers
Proscenium: HeT FLuDe ruimTeGeVoeL 6
Evolutie van de Singel
DeSingel KorTe HiSTorieK
1958 Opdracht aan Lon Stynen: gebouwencomplex
voor Koninklijk Vlaams Conservatorium
1964-1968: FASe 1
basisontwerp Klassen en burelen conservatorium
1964 Eerste steen wordt gelegd van de nieuwe lokalen
1968 Lokalen gaan in gebruik
De laagbouw, in een onvolledige 8-vorm

1973-1980: FASe 2
Concertzaal, theaterzaal en bibliotheek + radio 2
1973 Eerste steenlegging
1980 Plechtige opening op 4 november + ingebruikname van
de Rode, de Blauwe en de kleine zaal +
foyertentoonstellingsruimte
1984 Burelen voor deSingel gebouwd onder Zuidvleugel
1986-1987: FASe 3
Uitbreiding conservatorium en publieksfoyer deSingel

1975 Eerste ontwerpen voor Fase 3 door Paul De Meyer, voormalig
assistent van Lon Stynen Er werd geopteerd om een
bestaande vleugel aan te passen (ipv nieuwbouw) + uitbrei
ding naar Desguinlei toe; bestaande vleugel werd overbouwd
(owv funderingen) deSingel krijgt een massieve indruk
1986 Begin werken
1987 Uitbreiding voltooid (Zwarte Zaal, foyer-refter, foyer Rode
Zaal, lokalen en repetitiestudios Conservatorium)
1995-2010: FASe 4
1995 Stphane Beel stelt een volume-ontwerp voor aan de gebrui-
kers van deSingel aanzet Fase 4.
1996 Het Masterplan van Stephane Beel wordt gepresenteerd. Het
voorstel omvat een uitbreiding van het podium van de Rode
Zaal en een elegant torenvolume voor repetitieruimtes en
kantoren van artiesten.
FASe 4.1
Masterplan laagbouw achter rode en Blauwe zaal
1999 Mei: Start eerste deel verbouwingsdossier = uitbreiding van
de diepte van het podium van de Rode zaal (van 14 naar
21 meter) + bouw laad- en losruimte ter hoogte van het
podium (van zowel Rode en Blauwe zaal) Nu moet het
materiaal niet meer via de artiestenfoyer
+ vergroting artiestenfoyer + 2 bijkomende burelen voor het
Conservatorium
2000 Heropening Rode Zaal
FASe 4.2
Vervollediging Masterplan
2002 Opdracht aan Stephane Beel om de tweede fase van het pro
ject te realiseren. Beel werkt aan het definitieve ontwerp
bijschaving masterplan uit 1996
2005- Geplande bouwperiode
2007
2007 DeSingel noemt zich voortaan internationale kunstcampus
+ Effectieve werken beginnen (oktober)
Plechtige heropening van het complex (oktober)
2010 Nieuwbouw omvat tentoonstellingsruimte, caf - restaurant,
bibshop, podiumkunstenwerkplaats, repetitieruimtes
dans en muziek, burelen Vlaams Architectuurinstituut + voor
het Conservatorium: Gele zaal, Witte zaal, les en repetitie
lokalen (slagwerker, kleinkunst, drama en dans),
Proscenium: HeT FLuDe ruimTeGeVoeL 7
herinner mij ook de bouw van een tribune over de zaalstoelen voor
De storm van Peter Brook, dit omwille van de zichtlijnen. Dat was
arbeiten.
Deel 1 van de vierde fase voltrok zich in de patio achter de toneel-
toren. Deze uitbreiding loste het probleem van de podiumdiepte van
de theaterzaal op, maakte het mogelijk de loges voor artiesten te
vergroten en voorzag de artiestenfoyer van daglicht en van toegang
tot de binnentuinen.
Tevens zorgde de extensie van de laad- en losruimte en de aanlegkaden
voor vrachtwagens, voor een toegang voor instrumenten en decors op
het niveau van het podium van de muziekzaal.
Het open karakter van de binnen ruimten van de patios werd geres-
pecteerd en versterkt.
De aansluiting van de artiestenfoyer op de buitenruimte geeft een
bijkomend bestaansargument voor de binnenpatio. Dat voel je bij-
voorbeeld sterk bij de implantatie van de voorzieningen voor het
Theaterfestival.
Je ervaart ook beter de binnentuin door de nieuwe glazen brug die het
achtvormige gangenpatroon vervolledigde.
Nadien volgde het de tweede deel van de vierde fase. Jullie noden
lijken oneindig?
In eerste instantie ging het nog steeds over onze basisbehoeften
geformuleerd in 1995, maar door intense samenwerkingen, coproduc-
ties en nieuwe bewoners, zoals het architectuurinstituut en de dans-
opleiding van het conservatorium die vroeger in Lier was gehuisvest
ontstonden nieuwe ruimtelijke noden waarbij fundamentele uitbreidin-
gen en een aantal aanpassingen onontbeerlijk waren.
Op ons programma stond:
1. Repetitieruimte: als internationaal platform voor hedendaagse kunst
moeten artiesten ook in huis kunnen werken. Daarom is er een grote
behoefte aan repetitieruimtes ontstaan, zowel voor orkesten en koren,
als voor theater- en dansgezelschappen.
2. Tentoonstellingen: het exposeren in de wandelgangen kwam in
conflict met de circulatie van het publiek en de bediening tijdens
de pauzes. Het specifieke karakter van de wandelgangen en ook het
zonlicht via de glaspartijen brachten soms hoge kosten met zich mee.
3. Een ruim caf-restaurant, als ontmoetingsplek voor het publiek was
noodzakelijk, zodat je na de voorstellingen niet de stad in hoeft, op
zoek naar iets lekkers.
Een dergelijk eisenpakket heeft heel wat oppervlakte nodig?
Ja, de resterende bouwoppervlakte was niet meer zo groot. Stphane
ontwierp een toren, maar omwille van akoestische redenen en de
toch wat dure uitvoering ervan, werd dat project gecanceld. Na heel
wat vergaderen en plannen verscheen het definitieve project op het
scherm. Ja, voor mij is het nog steeds een toren, zegt Beel. Maar
dan een horizontale. Torens hebben een symbolische waarde en een
samenhang van visie. En niet vergeten: een sterke ruimtelijke impact.
Die monumentaliteit is gebleven, zodat er een dans van gebouwen
ontstaat die verwijst naar de werking van deSingel.

Paul vertelt verder over de uitvoering en je voelt dat hij enthousiast
is over het resultaat. Dat maakt mij nieuwsgierig en ik ga op ontdek-
kingstocht.
Vanop afstand lijkt het hoogste volume van de nieuwbouw op een
driedimensionale stripfiguur die elk moment kan wegwandelen en via
zijn ogen nieuwsgierig naar de buitenwereld kijkt. De twee niveaus van
de hoogbouw waarin de studios van het conservatorium zich bevinden
zijn anders georinteerd.
Op het ene niveau kijk je over de stad en de ring, op het andere niveau
over de Jan Van Rijswycklaan en deSingel. Zo weten mensen meteen
op welk niveau ze zitten, zegt Beel.
De kunstencampus, Jan Kempenaers
Nieuwbouw, Jan Kempenaers
Verbinding oud en nieuw, Stijn Bollaert
Tentoonstelling Renaat Braem, Sven van Baarle
8 Proscenium: HeT FLuDe ruimTeGeVoeL
Langsdoorsnede Theaterstudio
TeCHniSCHe FiCHe (opgesteld door TTAS)
lAAgBoUw
Theaterstudio
(ooit Rode Studio en ook Podium Kunsten Werk Plaats (PKWP)
genoemd)
Dit is een polyvalente bruggen-theaterzaal met een telescopische
tribune. Om optimale vertikale zichtlijnen te bekomen zijn de eerste
3 rijen zijn op een afzonderlijke telescopische tribune geplaatst die
onder de vierde rij kan weggeborgen worden d.m.v. een vloerlift. De
vierde rij heeft hetzelfde niveau van het toneel.
Dimensies
Opp. Speelvlak tussen de kolommen: 16.70 x 15.00 m. (B x D)
Links en rechts zijgang breedte: 2.00 m.
Achtertoneel Diepte: 4.00 tot 0.00 m.
Hoogte onder bruggen: 8.20 m. (6 bruggen)
Toeschouwers
Tribune: 152 p.
Tribune in put: 60 p.
Tribune op balkon: 60 p.
Vlakke vloer: 600 p.
Muziekstudio (ooit Blauwe Studio genoemd)
Dimensies
Vlakke vloer zaal met flexibele opstelling 11,6 x 17,1 m
Hoogte varieert van 5,3 tot 6,3 m
5 technische uitgerust vloergoten
8 vaste trekken met technisch uitgeruste kabelgoten
Toeschouwers
Tribune practicabel tribune:146 p.
Vlakke vloer: 300 p.
HoogBoUw
gele studio
(Theaterzaal met vaste getimmerde tribune)
Dimensies
Opp. Speelvlak: 14.50 x 10.60 m (B x D)
Hoogte onder plafondgrid: 5.00 m.
Vaste trekken om de 50 cm
Toeschouwers
Tribune: 124 p.

witte studio
(Muziekzaal met praticabeltribune repetitie en concerten)
Dimensies
opp. Vlakke vloer: 9.90 x 16.7 (inclusief verhoogde gradin)
Opp. Speelvlak: 19.90 x 7.10 m. (B x D)
Hoogte onder plafondgrid: 6,40 m.
14 vaste trekken
Toeschouwers
Tribune: 244 p.
Vlakke vloer: 330 p.
Verder zijn in de hoogbouw nog verschillende klaslokalen voorzien
waaronder de drumklas.
Theaterstudio, Jan Kempenaers
Proscenium: HeT FLuDe ruimTeGeVoeL 9
Mensen zitten soms uren opgesloten in hun eigen leefwereld, zijn
urenlang met hun eigen ding bezig geweest en komen bijvoorbeeld
uit de dansstudio. Dan is het noodzakelijk dat zij zich beter kun-
nen orinteren. Ze worden dan geholpen door de gang die helemaal
rondom loopt en waar je op bepaalde plaatsen ruime vensters hebt.
Het heb niet allemaal zwarte dozen ontworpen, in heel veel zalen heb
ik ramen gebracht. Zelfs in de opnamestudio. Een raam kan je achteraf
nog dichtmaken, een muur kan je niet meer openbreken.
Het heeft heel wat energie gekost, maar het openbreken van de zwarte
doos is de theaterwereld binnengedrongen en hopelijk behoren die
donkere, muffe lokalen tot het verleden.
Onze stripfiguur komt helemaal los te zitten van de laagbouw door
n glazen volume waarin het caf-restaurant is ondergebracht. Van
ver zie je een zee van lichtjes, het lijkt wel of kerst hier al gevierd
wordt. Daar moet ik straks zeker langs gaan.
De laagbouw herbergt de muziek- en theaterstudio, de tentoonstel-
lingszaal, een plek voor het architectuurinstituut, een dansstudio,
extra burelen en natuurlijk ook kleedkamers en berging
De huid van hoog en laagbouw is vervaardigd uit horizontaal geplaats-
te planken in larikshout. Dit materiaal staat in schril contrast met de
grijs-witte muren van zijn buur! Het heeft een soort koppigheid in
zich. Hierover zegt Beel: Ik wilde ook niet hetzelfde materiaal gebrui-
ken: dan zijn de gebouwen te veel n. Ze moeten partners zijn, kin-
deren uit dezelfde familie of een neef of nicht, bij wijze van spreken.
Ze mogen iets met elkaar te maken hebben, maar je moet eenheid en
afstand creren. Hout was ook interessant materiaal qua prijs. En zo
staat er een houten gebouw op de ring dat vragen oproept bij wie er
langskomt of rijdt. Het vraagt wel wat aandacht, ja.
Het gebouw is op zich groot genoeg: je mag het zien, je moet het
ook zien ten opzichte van de bestaande gebouwen. Het mag aandacht
vragen: niet protserig of schreeuwerig. Het is een publiek gebouw
dat een uitnodigend gebaar maakt. Ik heb afstand maar ook eenheid
gecreerd; ik herhaal elementen, het zijn reminiscenties naar het
gebouw van Stynen.
Respect voor de bestaande architectuur, maar er toch lekker tegenin
gaan, lijkt mij een boeiende keuze en vermijdt flauwe afgietsels, of
la manire de uit het verleden.
Helemaal boven aan de dakrand staan in grote letters de woorden
Theater en Architectuur.
Daardoor krijgt het gebouw een Russisch tintje. Het afficheert zich.
Spijtig dat ons alfabet er grafisch zo hard uitziet!
Het wordt fris, ik loop naar binnen. De herfstzon schijnt royaal via de
glaspartijen op het felrode tapijt in de loopgangen. Qua kleurkeuze is
er een duidelijk contrast met de buur.
In de lift staan twee technici met een badge te zwaaien over de bedie-
ningsknoppen. Het licht valt uit. Als hazen lopen zij weg wanneer de
andere deur opengaat.
Geruisloos koers ik verder naar de hoogste verdieping. Dit is het
gebied van het Conservatorium. Zij beschikken over de Witte Zaal
(250 personen), de Gele Zaal (120 personen), drie dansstudios (130
m
2
), zes speellokalen (100 m
2
), tien kleine klaslokalen waaronder de
slagwerkklassen. Zij liggen wijselijk op de hoogste verdieping. Een
van de dansstudios geeft uit op een ruim dakterras met uitzicht op
de binnenstad. Een ideale plek om te dagdromen of uit te rusten. Via
de trappartij loop ik naar niveau drie. Efficintie en eenvoud in het
materiaalgebruik zorgen voor rust; de studenten, die gezellig zitten te
Keuvelende studenten, Stijn Bollaert
TTAS studiebureau voor theatertechnieken
BIekerijstraat 87, 9000 Gent
TeI. 32 (0)9 233 79 30 - Fax. 32 (0)9 224 15 31
E-maiI info@ttas.be - internet www.ttas.be
ontwerp & uitvoeringsstudie van
theatertechnieken
scne en auditorium
decor
haaIbaarheid
toneeltoren Beursschouwburg Brussel
T
T
A
S

b
v
b
a
T
h
e
a
t
e
r


T
e
c
h
n
i
e
k
e
n



A
d
v
i
e
s


&


S
t
u
d
i
e
031501 Proscenium27 27-05-2003 17:35 Pagina 26
SERVIO NV
Specialist in uw volledige theateruitrusting, zowel
voor nieuwbouw als voor kleine of grote renovaties.
Wij bieden U gentegreerd of afzonderlijk:
metalen draagstructuren, loopbruggen, beweegbare podia, elek-
trische trekken (van prijsgunstige tot snelle computergestuurde
systemen), ...
alsook de bijkomende benodigdheden: doeken, horizonts, dans-
tapijten, ...
Aarzel niet voor vrijblijvende inlichtingen en raadgevingen.
Brugsesteenweg, 545 Tel. + 32 (0)51 24 00 96
B-8800 Roeselare Fax + 32 (0)51 21 04 92
www.servio.be servio@skynet.be
11 Proscenium: HeT FLuDe ruimTeGeVoeL 11
keuvelen op de vloer, zorgen voor de gemoedelijke rommel.
Op niveau twee word ik machinaal aangetrokken naar de klare ruimte
van het caf-restaurant.
Licht is hier het hoofdthema. Het buitenlicht valt via grote ramen naar
binnen, boven het caf gedeelte hangt vrij laag een immense luch-
ter, verder zie je overal verspreid hanglampjes. Is dit de balzaal van
Assepoester? Het eetgedeelte is afgescheiden door een middenblok
waar de diensters in zwart-wit kledij druk aan t werk zijn. Het geluid
van het verkeer dringt binnen, zonder echt te storen.
De multimedia book-bibshop is nog niet af, maar de combinatie met
het caf-restaurant op nzelfde verdieping lijkt me op weg naar een
succesformule.
Weg van het lichtuniversum ga ik op zoek naar de Theater studio.
Binnen heerst het zwart en een grote bedrijvigheid. Techniekers han-
gen spiegelbollen aan de bruggen. Die bollen dateren uit een ver
verleden, blijkbaar zijn ze niet trendgebonden. De zaal heeft een
oppervlakte van 720 m
2
. Men kan de ruimte in zijn totaliteit bespelen
of kiezen voor de opstelling met de telescopische tribune en de zitput.
Ook op het U-vormige balkon, een soort rondgang kunnen toeschou-
wers plaats nemen. In deze configuratie kunnen acteurs terecht op
een scne van 15 op 15m, een oppervlakte gelijk aan de scne van
de Rode Zaal. Zes werkbruggen zijn utilitair verdeeld over de zaal die
10.50m hoog is, onder de bruggen is een vrije werkhoogte van 8,2
meter.. Ook hier kan het daglicht infiltreren, zodat de black box toch
menselijker wordt.
Iets verder op ligt de Muziekstudio. Hier ook staat het functionele op
het eerste plan. Je moet vertrekken vanuit het functionele, niet vanuit
het esthetische, verklaart Beel. Esthetiek vult de functionaliteit aan.
Niet omgekeerd.
Dat voel je ook bijv. in de gangen: aan het plafond zijn heraklithen
platen bevestigd waartussen TLs zijn aangebracht. Niet stomweg in
het midden, maar discreet tegen de zijwanden aan.
Eenzelfde verfijning vindt je terug in de manier waarop hij zijn raam-
openingen kiest. Dit is ontwerpwerk van binnen naar buiten toe, een
fotografisch vastleggen van plekken die een verhaal vertellen.
De tijd rest me niet om binnen te lopen in de tentoonstelling van
Renaat Braem en overconsumptie veroorzaakt verwarring!
In het naar buiten lopen denk ik nog terug aan Pauls antwoord op
mijn laatste vraag: en de vijfde fase? De immer rustige Paul, monkel-
lacht even.
Ja, er rest ons nog de toneeltoren van de Rode Zaal, en die logge
aanbouw uit de jaren 80..., en dan natuurlijk een brug over de snelweg
om het parkeerprobleem op te lossen.
Maar, en dan rekt hij zich: wat vrij uniek is, zijn de samenwerkings-
verbanden die nu mogelijk zijn in en deels door deze constructie. Dit
verhaal heeft geen einde.
STUDieBUreAUS
Architect: Stphane Beel
Projectmanagement: Bopro
Theatertechniek: TTAS
Technieken: Ingenium
Veiligheid ontwerp: Bureau Bouwtechniek
Akoestiek: Daidalos
Stabiliteit: Ney & Partners Engeneering
Veiligheid uitvoering: Abesco
Grondonderzoek: ERM
Wayfinding: Mijksenaar
UiTVoerDerS
TV. Van Laere nv / CEI De Meyer nv, Axima Contracting nv (Suez), EDF
nv
Liften: Coopman nv
De Antwerpse architect Renaat Braem werd honderd jaar geleden gebo-
ren. Een overzichtstentoonstelling in deSingel en een wandelparcours
in Antwerpen zijn speciaal aan hem gewijd. Voor de visionaire en vaak
verguisde modernistische architect Renaat Braem (1910-2010) werd nu
ook een speciale website ontworpen, met veel tekst- en uniek beeldma-
teriaal.
www.debalansvanbraem.be
Terras dansstudio, Xavier Catal Grand Caf, Jan Kempenaers
Paul Vermeir, Yves Werckx
12 Proscenium: DuurZAAm on sTAGe
UURzAAM On STAGE
OnDERzOEkSpROJEcT cOnVEnTIOnEEL VERSUS DUURzAAM LIcHT
De VPT is bezig met een groot onderzoek naar duurzame podiumverlichting. in de vorige Zichtlijnen schreven we over
opzet en achtergrond. in dit deel beschrijven we de metingen en de lichtplannen. op 6 december worden de resultaten
gepresenteerd tijdens het symposium Duurzaamheid on stage! in De Spiegel in Zwolle.
Het onderzoek draait om de vergelijking van conventioneel met duur-
zaam licht. Dat gebeurt op twee manieren. Aan de ene kant worden
onafhankelijke metingen verricht aan de duurzame armaturen, aan de
andere kant wordt gekeken naar de beleving van het licht. Intussen is
het project flink gevorderd. In september en oktober heeft meetin-
stituut VSL alle metingen gedaan en hebben de lichtontwerpers Henk
van der Geest en Tom Verheijen een lichtontwerp gemaakt voor een
dansvoorstelling. Die voorstelling is op 3 november uitgevoerd in de
Rotterdamse Schouwburg. Scapino Ballet speelde daar een fragment uit
een recente voorstelling, Danstheater AYA speelde StringsVerstrengeld
van Wies Bloemen (gedanst door Andrea Beugger en Dietrich Pott, met
een speciale rol voor Leon Tol als zanger en performer).
Het lichtontwerp is omgezet in een lichtplan met conventionele arma-
turen en een met duurzame lichtbronnen, zodat de voorstelling afwis-
selend belicht kon worden met conventioneel en duurzaam licht.
Het publiek beantwoordde na elk fragment enqutevragen over de
beleving, uiteraard zonder dat iemand wist wanneer conventionele
of duurzame lampen werden gebruikt. De enqute is een belangrijk
onderdeel van het onderzoek. Want de vraag is of er bij de huidige
stand van techniek duidelijke verschillen in beleving te constateren
zijn. Zijn er artistieke redenen om voor conventioneel of synthethisch
te kiezen? Hoe beoordeel je de beleving? Welke factoren spelen een
rol? Een groep van deskundigen, de Klankbordgroep Beleving, heeft
zich hierover gebogen en de enqute opgesteld. De verwachting is dat
hier waardevolle conclusies uit te trekken zullen zijn. De leden van de
klankbordgroep zijn Mirjam Grote Gansey (decorontwerper), Jos Thie
D
JOS VAn DE HATERD
Meetopstelling in het laboratorium. Iets boven het midden de rotatieftafel waarop elke armatuur gemonteerd werd, Rob Acket
Proscenium: DuurZAAm on sTAGe 13 13
(regisseur De Utrechtse Spelen), Ed Wubbe (artistiek leider Scapino),
Wies Bloemen (choreograaf AYA) en de drie lichtontwerpers Henk van
der Geest, Tom Verheijen en Arno van Warmerdam (de laatste heeft
zorg gedragen voor een televisieregistratie van het experiment, om
zo ook iets te kunnen zeggen over de lichtkwaliteit in dat verband).
De resultaten van de enqute en de meetresultaten van VSL wor-
den gebundeld en tijdens het symposium <Duurzaamheid on stage!>
gepresenteerd. Het project en het symposium zijn tot stand gekomen
dankzij een Energie Onderzoek Subsidie (EOS) van Agentschap NL
(en heet daarom ook wel EOS-project) en dankzij de steun van de
VPT-bedrijfsleden Lightco, Flashlight, Rolight, HA-Rental, DutchView,
Controllux en Fairlight. Verder werkten mee Scapino Ballet, Dansgroep
AYA, Schouwburg Rotterdam, Odeon De Spiegel Zwolle en de Gemeente
Zwolle. Vanuit de VPT is het project gecordineerd door directeur Els
Wijmans, projectcordinator Hugo van Uum en productieleider Rob
Acket.
Meting aan de armaturen
In het laboratorium van meetinstituut VSL zijn de lichttechnische
en elektrische eigenschappen gemeten van de duurzame armaturen.
Op locatie in de schouwburg heeft VSL ook het elektrische vermogen
gemeten van het conventionele en duurzame ontwerp (dit waren
tijdsopgeloste elektrische metingen van het werkelijk opgenomen
vermogen, de power factor en de hogere harmonischen). De metingen
in het lab vonden plaats van begin september tot half oktober, een
flinke logistieke operatie waarbij de bedrijfsleden de armaturen op
tijd moesten aanleveren en zorgen voor aansturing en deugdelijke
werking tijdens de meting. Elk armatuur werd gemonteerd op een
rotatietafel met een diameter van 50 cm, de metingen per armatuur
duurden gemiddeld 4,5 uur. Voor de dataverwerking heeft VSL speciale
software geschreven. VSL brengt schriftelijk rapport uit en presenteert
de metingen tijdens het symposium.
lichtontwerp en armaturen
De lichtontwerpers hebben de armaturen gekozen uit een breed samen-
gesteld mandje met de meest moderne conventionele en synthethi-
sche lichtarmaturen van de typen PAR, fresnel, profiel, horizon en
striplights, plus geautomatiseerde armaturen. Gekozen is voor een
traditionele balletopstelling met zwarte poten en grijze vloer, een
zwarte wand en een grijs operafolie dat van voor wordt aangelicht en
van achter doorgelicht. Het conventionele lichtplan bevat horizonlicht
op de grond en in een van de achterste trekken, tegenlicht op vier
posities in drie trekken, en zijlicht van traditionele pipe-end posities
in vier trekken. Verder zijn er vier fourbars als effectlicht. Hugo van
Uum: Als je low budget moet werken dan is dit ongeveer je lichtplan
voor klassieke dans of ballet. Het bijzondere is dat een deel van deze
posities alternatief is ingevuld met bewegende armaturen. Voor zijlicht
zijn er vier VL2500 profielspots opgenomen in de daglichtversie (de
Het lichtplan voor Sacpino en Aya in de Rotterdamse schouwburg met duurzame en conventionele armature. Tekening Henk van der Geest, lichtontwerper.
14 Proscenium: DuurZAAm on sTAGe
energieverslindende spot die altijd aan staat). Voor tegenlicht zijn er
vier stuks VL2500 wash, en effectlicht komt van vier stuks VL1000. Het
conventionele ontwerp is dus gemaakt op basis van niet-bewegende
spots en alternatieve bewegende spots. Voor het duurzame ontwerp
is precies hetzelfde gedaan, waardoor ze prima vergelijkbaar zijn.
Verder is zowel in het conventionele als duurzame ontwerp voetlicht
opgenomen (bij dans niet altijd gebruikt, maar hoort wel bij een tra-
ditionele balletopstelling). En aan elke kant staan vier ballettorentjes
met een PAR en twee profielspots. Een profiel op hoofdhoogte, eentje
laag (shin-buster) afgesneden zodat het licht de vloer niet raakt en
de danser gaat zweven. Het ontwerp bevat natuurlijk ook licht in de
portaalbrug en de zaal, zie de lijst van gebruikte armaturen.
Relevant voor het conventionele ontwerp (totaal 106 armaturen) is dat
hierin zowel heel oude als de allernieuwste en meest energiezuinige
halogeen schijnwerpers zijn gebruikt. Kenmerkende voor het duurzame
lichtplan (totaal 149 armaturen) is dat geen enkele dimmer van het
huis wordt gebruikt. Dit is een volledig dimmerloos lichtplan omdat
de dimmer in het armatuur is ingebouwd. Het vermogen is zo laag dat
je bij wijze van spreken met n shuko een hele trek met spots kunt
voeden. Wel moet naar elk armatuur een DMX-kabeltje doorgelust wor-
den. Hugo van Uum: Bij conventioneel licht werk je met dimmers die
centraal gevoed en gestuurd worden, bij duurzaam licht moet je heel
anders denken omdat je decentraal werkt. Hiervoor moet de productie
de data (Ethernet/DMX) infrastructuur zelf meenemen. Productieleider
voor dit project is Rob Acket. In het kader van dit onderzoek worden
ook nog alle benodigde kabels geteld en wordt precies het gewicht
Uit zichtlijnen n133 - november 2010

1 2 3 4 5 6 7 8
lijST VAn DUUrZAMe ArMATUren
Tegenlicht en Pipe-end
Bewegend licht 4 Martin MAC 350 Entour LED Profile (Fairlight)
(1)
Fresnel/PC 12 Selador Vivid R (LightCo) (2)
Bewegend 4 Philips VariLiteVL-X LED Wash 23-58
(Flashlight) (3)
Bewegend 4 Expolite Tourwash 6- 35 (Rolight) (4)
Fresnel/PC 12 LDDE SpectraWow+ 30 (Rolight) (5)
Horizon
Flood/horizon 12 Philips Color Kinetics ColorReach TR
Powercore - Asym 63 (40) (LightCo) (6)
Flood/horizon 9 ADB ALC 4 LED Cyclorama (Controllux) (7)
Striplight 8 LDDE SpectraLed20 Pro RGBW 25 (Rolight) (8)
Ballettorentjes
Par 8 midden Pixelrange PixelPAR - RGBA/W 10
(LightCo) (9)
Profiel 8 onder Robert Juliat Profiel 634SX serie met
Aledin LED 3500K Led zoom 16-35 (LightCo) (10)
Profiel 8 boven Robert Juliat Profiel 634SX serie met
Aledin LED 5800K Led zoom 16-35 (LightCo) (10)
Voetlicht
Bewegend licht 2 Robe Robin 300 Plasma Profile zoom
(Controllux) (11)
effects
Panelen 16 LDDE LedCyc9*RGBW (Rolight) (12)
Par 16 4x Four Bar Expolite Tourled 42 16
(HA-Rental) (13)
Frontlicht
Fresnel/PC 8 1ste trek Selecon PL3 LED Fresnel 5-50
(Rolight) (14)
Profiel 5 1ste zaalbrug Reveal CW (LightCo) (15)
Profiel 4 1ste zaalbrug Robert Juliat Profiel 634SX
serie Figaro 350W CDM-T zoom 16-35
(LightCo) (16)
lijST VAn ConVenTionele ArMATUren
Tegenlicht en Pipe-end
Bewegend licht 4 VL2500 spot (Flashlight)
Bewegend licht 4 VL2500 wash (Flashlight)
Bewegend licht 2 VL1000 Halogeen zoom 19-36 (Flashlight)
Fresnel 12 2kW Fresnel (Rdam)
Profiel 12 Profiel Source four EDLT 750W
zoom 15-30
Conventioneel Horizon
Flood/horizon 8 4x 1000 W Horizon (Rdam)
Flood/horizon 8 Ground Horizon (Flashlight)
Conventioneel Ballettorentjes
Par 8 Par 64 NSP (Rdam)
Profiel 8 Philips Selecon SPX (HA-Rental)
Profiel 8 Philips Selecon Pacific (HA-Rental)
Conventioneel Voetlicht
Striplight 8 Sunstrip (Flashlight)
Bewegend 2 VL1000 halogeen zoom 19-36 (Flashlight)
Conventioneel effects
Par 6 1x Sixbar Par 64 NSP (Flashlight)
Par 8 2x Fourbar Par 64 NSP (Flashlight)
Conventioneel Frontlicht
Profiel 4 (1e zaalbrug) Philips Selecon Pacific
(HA-Rental)
Proscenium: DuurZAAm on sTAGe 15
De VSl-MeTing in ZeS STAPPen
1. Montage armatuur in horizontale stand plus uitlijning - het
armatuur wordt bevestigd op de rotatietafel en uitgelijnd op mini-
male zoom. De illuminantiemeter voor het bepalen van het stra-
lingsdiagram (stap 3 en 5) wordt geplaatst op een door de VPT
opgegeven afstand.
2. Spectrale karakterisatie en optimalisatie - het spectrum en de
onderlinge illuminantie van elk van de afzonderlijk aan te sturen
kleurkanalen (R, G, B, A, W) wordt bepaald om hierna het aramatuur
in te stellen op een (voor dit onderzoek geniformeerde) kleurtem-
peratuur van 3200 K en waar mogelijk 5400 K met zo hoog moge-
lijke lichtstroom (en bij die toestand eventueel geoptimaliseerde
kleurweergave). Vanuit die meetdata wordt het armatuur ingesteld
voor de overige metingen en wordt het resulterende spectrum
bepaald, plus de bijbehorende waarden voor CCT, de kleurweergave
Ra, de kleurcordinaten. Ook het theoretisch kleurbereik van het
armatuur wordt gerapporteerd, weergegeven in een CIE xy-diagram.
3. Bepalen stralingsdiagram (deel 1) en elektrische eigenschappen
- het armatuur wordt in het horizontale vlak gedraaid tussen -45
en +45 (stapgrootte 1) waarbij voor elke hoek de illuminantie
op de vooraf door de VPT aangegeven afstand wordt bepaald.
Gedurende deze meting wordt tevens het werkelijk door het arma-
tuur opgenomen vermogen en de power factor bepaald (schijnbaar
vermogen). Indien van toepassing is de zoom ingesteld van mini-
maal op maximaal waarna het stralingsprofiel opnieuw is bepaald.
4. Montage armatuur in verticale stand plus uitlijning - het arma-
tuur wordt ten opzichte van de vorige metingen 90 gekanteld
(waarbij de richting waarin het licht straalt behouden blijft).
Uitlijning bij minimale zoom.
5. Bepalen stralingsdiagram (deel 2) - het armatuur wordt in het
horizontale vlak gedraaid tussen -45 en +45 (stapgrootte 1)
waarbij voor elke hoek de illuminantie op de vooraf door de VPT
aangegeven afstand wordt bepaald. Indien van toepassing is de
zoom ingesteld van minimaal op maximaal waarna het stralingspro-
fiel opnieuw is bepaald.
6. Bepalen dimmercurve en dimfrequentie - de relatieve lichtstroom
van het armatuur wordt bepaald voor dimsettings tussen 0 % en
100 % (stapgrootte 5 %). Na elke verandering van de instelling
wordt een wachttijd van circa 30 seconden gehanteerd alvorens te
meten. Van pulse-width modulation (PWM) armaturen zal tevens de
dimfrequentie worden bepaald.
VSL is het nationale metrologisch instituut van Nederland, geves-
tigd op het Delftse bedrijventerrein Technopolis en onderdeel van
de Holland Metrology Groep, waarvan TNO aandeelhouder is. VSL
heeft 85 medewerkers.

lijST VAn DUUrZAMe ArMATUren
1. martin_mac350entour.jpg
2. Selador_glam_hires kopie.jpg
3. varilite_vlx_led_wash.jpg
4. expolite_tourwash.jpg
5. ldde_spectrawow+_30gr.jpg
6. Philips_Color_Kinetics_ColorReach_TR_Powercore_LG.jpg
7. adb_alc4_led_cyc.jpg
8. ldde_spectraled20_pro_rgbw_25.jpg
9. pixelrange_pixelpar_rgba_w.jpg
10. robert_juliat_634sx_aledin.jpg
11. robe_robin_300_plasma_profile.png
12. ldde_LedCyc9_3_hi.jpg
13. expolite_tourled42.jpg
14. selecon_pl3_led_fresnel.jpg
15. reveal_cw_01.jpg
16. robert_juliat_figaro.jpg
9 10 11 12 13 14 15 16
Rob Acket
16 Proscenium: De BeeLDenDe VerTALinG VAn een TrAGeDie
D
E BEELDEnDE VERTALInG
VAn EEn TRAGEDIE
kTA kABAnOV
niets is zo hinderlijk voor het ontwerpen van een theaterbeeld als die nauwkeurige, beschrijvende tekstjes die auteurs
aan het begin en tussen hun theaterteksten verweven. weggommen maar, en de tekst voor zichzelf laten spreken. Maar
dan komt de aap uit de mouw voor welke invalshoek kies je? en een nog pijnlijker vraag: is die interpretatie de juist?een
wereld van scherven, donker en wreed.
Zaterdagavond, 30 oktober. De knusse zaal van de Muntschouwburg
loopt lekker vol. Op het programma staat Kta Kabanov van Janacek.
Toch maar even het verhaal memoreren. Kta is getrouwd met Tichon,
die volledig onder de invloed van zijn moeder is. Deze moeder ziet in
de jonge vrouw een rivale. Kta wendt zich tot Boris, een jonge man
die toevallig op het landgoed verblijft. Zij beleeft een liefdesnacht,
wordt door schuld overvallen, bekent haar misstap aan haar echt-
genoot, begrijpt dat zij voor haar geliefde slechts een avontuurtje
betekende en pleegt zelfmoord. Een eenvoudig verhaal, praktisch
zonder actie!
De bel rinkelt, toeschouwers op zoek naar betere zitplaatsen wip-
pen nogal omslachtig over de stoelenrijen, soms met de hulp van de
omstaanders. Het lijkt wel een circusact. Vrij abrupt valt het zaallicht
uit. Het blijft lange tijd stil en duister, dan volgt de ouverture, lang-
zaam licht de speelruimte op vanuit de orkestbak. Achter het scne-
kader is een tweede, ietwat verwrongen zwart kader opgebouwd. Het
roept de sfeer op van Duits expressionistische films. De licht hellende
vloer is bezaaid met een korrelige, stoffige massa, daartussen loopt
een smal beekje. Kta zit gehurkt in een grote openstaande koelkast,
terwijl twee mannen naast een toegangsdeur slapen op oude versleten
zetels. Het scenebeeld is afgesloten door een metershoog doek waarop
twee familieportretten geprint zijn. Een dubbele witte deur duidt de
toegang tot het huis van de koopmansweduwe. Het geheel ruikt naar
vergane glorie.
In een interview met de regisseur Andrea Breath las ik het volgende:
Ik zal het stuk voornamelijk vanuit het subjectieve gevoel van Kta
vertellen en proberen om een nachtmerrie te scheppen, die volgens
mij ook in de muziek van Janacek aanwezig is. Het wordt dus geen
naturalistische enscenering, wat volgens mij in geen geval mogelijk
is omdat er gezongen en niet gesproken wordt. De schuldgevoelens
van Kta hebben ook een sterk neurotisch karakter en dat maakt het
verhaal tijdlozer. Het Russisch karakter van het stuk zullen we niet
LUc DHOOGHE
2010 De Munt Bernd Uhlig
Proscenium: De BeeLDenDe VerTALinG VAn een TrAGeDie 17
benadrukken. De wereld die in deze opera getoond wordt, is een wereld
in scherven, donker en wreed. Er worden apocalyptische beelden gecre-
eerd die tegelijk ook alledaagse beelden zijn.
De keuze om niet in de folklorische, Russische toer op te gaan is een
wijze beslissing, het tijdloze kan een link zijn naar vandaag. De ver-
menging van het apocalyptische en het dagelijkse wekt mijn nieuws-
gierigheid op. Hoe pak je dat aan?
Het beginbeeld met Kta in de koelkast werkt intrigerend. De koelkast
is binnenin fel verlicht en doet me denken aan installaties in de beel-
dende kunsten, waarbij de openstaande deur de omlijsting vormt rond
een levend portret. Een huppelend klein meisje sluit de deur.
De taferelen volgen elkaar op, maar door het telkens neerhalen van
het doek, lijkt het geheel op een diapresentatie, waar je achtereen-
volgens een man ziet, met in de hand een doorzichtige plastiek zak
waarin een goudvis spartelt, een priester met een kruisbeeld, Tichon
die door zijn moeder wordt geschrobd in een badkuip, koffers die aan-
gesleurd worden door meiden die als fladderende vogels rondhangen.
Het lijkt alsof er veel actie is, maar toch krijg je de indruk dat het
beeld bevroren is.
In het tweede bedrijf staat ct cour een ouderwetse badkuip, het
domein waar Kta haar jeugdherinneringen ophaalt. Iets verderop zit
haar halfzuster Varvara aan een kaptafel. De vloer is ongewijzigd, wat
duidt op de enorme puinhoop waarin de personages gesitueerd worden
en waar ze zelf deel van uitmaken. Ze lijken zelf als het ware puin. De
verlichting ondersteunt dat gevoel. Neem nu de tafelscne, een burlesk
liefdesspel van Kalanicka en Dikoj: het lijkt erop - ook door de manier
van acteren - dat de poten vervangen zijn door de (uit hout gesneden)
personages, die het tafelblad schragen. Later wordt de grijsheid even
doorbroken door vuurwerkhaarden: is hier een feest gaande?
Toch maar even dan. De puinhoop stapelt zich gestadig op. Matrassen
liggen wanordelijk verspreid over de vloer, klaar voor het liefde-
spel onder de toeziende blikken van enkele opgezette wolven.
Onweersslagen weerklinken wanneer Kta haar misstap aan haar man
opbiecht, troosteloosheid overheerst.
Visueel krachtig is het laatste bedrijf. Cilindervormige volumes met
daarbovenop brandende kaarsen staan verspreid over de puinhoop,
personages staren als versteend naar de vlammen. Zij lijken zich
bewust van het naderend onheil, maar verroeren niet. Ktas zelfmoord
speelt zich af in de badkuip. Alleen een horizontale lichtstreep op
de bovenrand van het bad vestigt de aandacht op haar. Haar figuur,
evenals de badkuip worden als het ware opgenomen in het zwerfvuil.
Schoonmama bedankt, of er niets aan de hand is, de omstaanders voor
de hulp bij het bergen van het lijk. Doek valt, licht springt aan. De
muziek blijft nazinderen, mooie beelden blijven hangen, maar ze lijken
losgekoppeld van het drama.
Janacek baseerde zijn libretto op het toneelstuk De storm van
Ostrovski. Wie er de theatergeschiedenis op doorneemt, zal tot de
vaststelling komen dat de auteurs vaak natuurfenomenen associeerden
aan scenische situaties om het dramatische effect ervan te verhogen.
Wat mij boeiend lijkt is Breaths interpretatie te vergelijken met andere
opvoeringen van Kta Kabanov.
De mechanismen van een maatschappij
Regisseur Philippe Sireuil en decorontwerper Jean-Claude de Bemels
vetrokken in 1983 van nzelfde standpunt als Breath. Bij hen is
het ook geen verhaal dat zich afspeelt in het oude Rusland waar het
verlangen naar de grote stad Moskou een remedie is tegen elke vorm
van frustratie. Zij ontleden het stuk in elementen die tegenover elkaar
staan. Elk ervan heeft een eigen materiaal herkenbaar teken gegeven.
Sireuils regie heeft op deze manier gebroken met een realistische
manier van voorstellen, en heeft geopteerd voor een symbolisch
tonen van het spel der krachten die zich tot een drama bundelen. Het
verhaal is als een illustratie van de mechanismen van een maatschap-
pij, een conflict tussen verlangen en regels, tussen vrijheid en macht.
Qua uitwerking beschrijft Johan Thielemans het als: Het speelvlak
wordt ingedeeld in een voorplan in het rood van het conventionele
operagebouw waarmee de luxe en het bladgoud van de zaal gaat
behoren tot het domein van de wens - ; dat voorplan wordt met een
wit kader gescheiden van de scne. Dit kader roept associaties op met
het filmdoek. Alles wat achter dit kader zal gebeuren, zal zich in zwart-
wit kleuren afspelen. Het universum van Ostrovski wordt omgeduid tot
de melodramatische wereld van de Hollywoodfilm van de jaren dertig.
Daarin past ook de grote marmeren schouw met een imponerend grote
spiegel. Daar in deze mise-en-scne alle betekenissen worden voor-
zien, staat die spiegel er niet als decoratief element. Het is de plaats
waar een maatschappij zich in weerspiegeld ziet, waar een maat-
2010 - De Munt Bernd Uhlig
1983 - De Munt Danile Pierre
2010 - De Munt Bernd Uhlig
18 Proscenium: De BeeLDenDe VerTALinG VAn een TrAGeDie
schappij ook kan checken of haar gedrag klopt met de gedealiseerde
voorstelling ervan. De spiegel kaatst terug en is dus een gevangenis.
Wanneer op het einde Kta met haar zelfmoord getoond heeft dat er
binnenin de conventies van de bourgeoismaatschappij geen plaats is
voor het absolute, wordt haar lijk op het kader gelegd de grens tus-
sen het gebied dat gedomineerd wordt door het lustprincipe en het
gebied gedomineerd door het realiteitsprincipe. De spiegel, die tot dan
toe op de scne was gericht, draait dan naar voren, en reflecteert de
toeschouwers in de zaal. Dat zij in het rode wensgebied zaten, was
maar een illusie, zij behoren allen tot het kamp van het niet-leven.
Het irrele
Vijftien jaar later brengt het duo Marthaler-Viebrock een op
het eerste zicht realistische interpretatie, maar schijn bedriegt.
Stephan Moens zag de productie in Salzburg en vertelt:
Het is bijzonder warm op het binnenplein van het sociale woon-
blok, dat scenografe Anna Viebrock op het podium van het Kleine
Festspielhaus heeft gebouwd: er is onweer op komst. Omdat op der-
gelijke binnenplaatsen de hemel niet zichtbaar is kijken mannen en
vrouwen uit vensters naar beneden. Aan de sociale controle is niet te
ontkomen. Achter die ramen speelt zich trouwens allerlei af: iemand
speelt viola damore (de door Jancek voorgeschreven partij) en ver-
leidt daarmee een vrouw, een mannenkoor repeteert op die manier
overbrugt het Slovaaks Filharmonisch Koor Bratislava de pauzes tus-
sen de bedrijven, want de opera wordt aan n stuk door gespeeld.
Viebrock is in Brno, waar de opera voor het eerst werd opgevoerd,
gaan kijken en vond er al het materiaal voor dit beklemmende decor:
afgebladderde muren, vuilnisbakken tegen muren, de fontein met de
koperoxyde aangekoekte monden, zelfs de dode zwaan als vooraf-
beelding van Ktas dood. Het realisme van dat decor is ontstellend,
maar nog ontstellender is het irrele ervan. Op de begane grond is
het gebouw als het ware binnenste buiten gekeerd: de muren van de
binnenplaats hebben bloemetjesbehang, er hangen een thermometer
en schilderijtjes en een kalender met de foto van de Wolga. Links ga
je naar de slaapkamer van de Kabanicha, ingericht in een groteske
jaren vijftig mijnwerkersbarok, inclusief een gobelin met het obligate
hert aan het bergmeer en een kapot televisietoestel. Rechts staan in
een grote zwarte kast de nodige alcohol om de treurnis te vergeten,
en steriliseerpotten als een soort laatste restant van de opgesloten
natuur. (Langs die kast verdwijnen er ook af en toe personages van het
toneel, een typische dubbele bodem van Marthaler.) De enige echte
natuur die nog rest is de bliksem (en die is, zoals Kudrjs zegt, toch
maar elektriciteit) en het water dat af en toe, bij een muzikale of
andere eruptie, uit de kapotte fontein opspuit.
Een combinate van surrealisme en realisme was ook n van de ver-
trekpunten van Breaths interpretatie, maar als wij de beelden naast
elkaar leggen behoort de uitwerking blijkbaar tot een andere wereld.
gevangen in een doos
Het is even wachten tot in mei 2000. Dan brengt regisseur Willy Decker
en zijn vaste scenograaf Wolfgang Gussman een abstracte versie, waar
de toeschouwer zelf heel wat mag invullen. Het openingsbeeld is
prachtig. Een houten perspectiefdoos neemt de hele breedte van het
toneel in beslag. Achteraan biedt ze uitzicht op de open hemel waarin
n meeuw zweeft. Kta kijkt ernaar, gekleed in een meisjesjurk, het
hoofd naar rechts genegen, spreidt de armen, probeert te vliegen. Als
haar schoonmoeder, de Kabanicha, binnenkomt, schuift de achterwand
toe: de doos wordt een gevangenis, misschien wel het binnenste van
een doodskist. Ktas familieleden trekken haar volwassenenkleren
aan als was het een dwangbuis. Dat beeld van vrijheid en gevangenis
Salzburger Festspiele, 1998 Anna Viebrock
Proscenium: De BeeLDenDe VerTALinG VAn een TrAGeDie 19
(vliegen is ook verwant met vlucht) zal Decker tot op het einde con-
sequent volhouden, daarbij geholpen door de snufjes van de toneelma-
chinerie. Die kan nu eens boven openklappen en het zicht vrijgeven op
een zwerm vogels, dan weer (voor de scne aan de tuinpoort) aan alle
kanten opengaan en dan een surrealistische droomwereld la Magritte
lijken. In het tweede bedrijf heeft Kta al haar vogels vastgelegd op
schilderijen en is dus al het ware artistiek gekooid; aan het einde gaat
opnieuw de achterwand open, de vloer leidt schuin omhoog, zodat
Kta eindelijk de meeuw achterna kan vliegen om te verdrinken in
de Wolga.
De rivier als symbool van begeerte
In tegenstelling met de gesloten doos in de Stopera lijkt de productie
van de Vlaamse Opera uit 2004 op een open landschap. Toch zit Kta
in Robert Carsen en Patrick Kinmoths visie gevangen op haar eiland,
een houten schot te midden van n grote watervlakte. De mensen
wonen midden in het water, als in een overstromingsgebied bereiken
zij hun huizen via loopbruggen. Soms spiegelen hun bewegingen zich
vaag op het achterdoek. De houten schotten die de bruggen vormen,
worden telkens in nieuwe constellaties gelegd. Op die wankele bruggen
spelen de personages hun levensweg. Het hele scneoppervlak baadt
in een onwezenlijk licht.
De essentie van Ktas verhaal
En librettto, n componist, n partituur en vijf verschillende
opvoeringen. In tegenstelling tot het toch vrij magere verhaal spreekt
de dynamiek van Janaceks muziek blijkbaar tot de verbeelding van de
ontwerpers. Zij gaan op zoek naar ingredinten die de voorstelling
leesbaar en eigentijds maken en de essentie van het verhaal opsporen.
Alle vijf focussen ze vooral op n gegeven: de onvrijheid, de isolatie
van Kta binnen de familie Kabanov. Vroeger was ik een vrolijk
meisje, vertelt ze Tichons zus maar bij jullie ben ik verwelkt. Zij is
een complexe vrouw van vlees en bloed, die de meest tegengestelde
gevoelens in zich draagt. De uitwerking in de diverse operavoorstel-
lingen van dat begrip onvrijheid is totaal verschillend.
In het scenario van de Bemels mag Kta niet uit het scnekader
komen. Zij is opgesloten in een schilderij en wordt geconfronteerd
met een immens grote spiegel. Anna Viebrock zet haar hoofdpersonage
neer op het binnenplein van een woonhuizenblok, waar de bewoners
vanuit hun ramen de bewegingen observeren. Gussman daarentegen,
kiest voor een abstracte doos, waarin Kta als een muis in een val zit.
Bij de productie van de Vlaamse Opera krijg je even de indruk van
ruimte door de aanwezigheid van een grote hoeveelheid water, maar
het dient als contrast om de beperking van de vlotten waarop het
verhaal zich afspeelt te onderlijnen.
Annette Murschetz zet ook, zoals in de productie van 1983, een sc-
nekader achter de manteau, maar zij sluit Kta in foetushouding op in
een koelkast omgeven door puin. Haar beeld is duidelijk van begin tot
einde, de verwoesting kent geen evolutie.
De verschillende invalshoeken maken duidelijk dat het standpunt van
het ontwerpteam in samenspel met de muziekinterpretatie telkens een
nieuw soort opera mogelijk maakt.

1983 Brussel - De Munt
Regie: Philippe Sireuil
Decor & Kostuums: Jean-Claude De Bemels
1998 Salzburg Salzburger Festspiele
Regie: Christoph Marthaler
Decor: Anna Viebrock
2000 Amsterdam Nederlandse Opera
Regie: Willy Decker
Scenografie: Wolgang Gussmann
2004 Antwerpen - Vlaamse Opera
Regie:Robert Carsen
Scenografie: Patrick Kinmoth
2010 Brussel De Munt
Regie: Andrea Breth
Scenografie: Annette Murschetz
2004 - Vlaamse Opera Annemie Augustijns
2000 - Nederlandse Opera
2010 - De Munt Bernd Uhlig
20 Proscenium: oisTAT-nieuWs

ISTAT - nIEUwS
kEnnISMAkInG MET EEn nIEUw cHInA
EDUcOM BEIJInG 3 TOT 7 nOVEMBER 2010
JAn STRIckX
Met als thema Contemporary Design education Between national Tradition, innovation and globalization werden in de
Central Academy of Drama in Beijing dertien landen verwelkomd. Dit jaar kwam er slechts een kleine delegatie. redenen
kunnen zijn dat de vergadering driemaal werd uitgesteld het oiSTAT secretariaat is gevestigd in Taiwan! , de verre
afstand en misschien de reputatie van China. Voor mij was het eveneens een deel nieuwsgierigheid. Vijftien jaar geleden
toerde ik er drie weken rond en ik wou weten of China nu echt zo sterk veranderd is.
Na een vlucht van 10 uur werden wij, midden in de nacht, op de
luchthaven van Beijing opgewacht door een studente en een chauf-
feur van de Central Academy die ons naar het hotel bracht, waar we
nog enkele uurtjes konden slapen alvorens Beijing te verkennen.
Het eerste dat mij opviel was dat de grote massa fietsers hun plaats in
het straatbeeld hadden geruild ten voordele van voornamelijk geluid-
loze elektrisch aangedreven motorrijwielen. De straten gaven ook een
veel nettere indruk: geen rondslingerend vuil meer en de aarden wegen
in de Hutongs werden vervangen door geasfalteerde straten. Verder op
regelmatige afstand openbare toiletten voor toeristen en wijkbewoners,
heel wat Engelse opschriften en in deze Hutongs talrijke kleine, op
toeristen gerichte, winkeltjes. De vroegere krotwijken werden afgebro-
ken of gerenoveerd tot toeristische trekpleisters, een beetje vergelijk-
baar met het Patershol in Gent of het Beenhouwersstraatje in Brussel.
Ook in andere steden merkten we hetzelfde fenomeen. De oude stad,
meestal binnen een omwalling, werd in ere hersteld. Krotwijken wer-
den afgebroken en buiten de stadswallen rijzen appartementsgebou-
wen op. Luxueuze (1000 tot 4000 euro per m), maar ook apparte-
mentjes voor de arme bevolking die hun krotten moeten verlaten. Voor
30 50 euro per maand kunnen zij een dergelijk onderkomen huren.
China is sinds mijn bezoek 15 jaar geleden enorm veranderd, in
positieve zin. De blik is ook naar het Westen gericht, en zij doen er
alles aan om positief over te komen. De wil is er, en ik vermoed ook
de financile middelen, maar de mentaliteit van een volk veranderen
vraagt wel wat meer tijd; overal in de nieuwe gebouwen bordjes met
verboden op de grond te spuwen. De jeugd zie je dat niet meer doen
op straat, maar de iets oudere bevolking
Digital Theatre words (DTw)
OISTAT is een wereldorganisatie die probeert op diverse vlakken de
neuzen in dezelfde richting te zetten. Zij probeert te adviseren en glo-
bale regels vast te leggen o.a. in de technology commission, die tracht
de eigenheid van de verschillende culturen door te lichten en bekend
te maken. Uiteindelijk kunnen we allemaal van elkaar nog iets leren!
Vijfentwintig jaar geleden ongeveer, werd in Zweden het initi-
atief genomen om een aantal boekjes uit te geven met als titel
Theaterwords. Het moest de reizende technici met een 2500 3000
termen helpen de gepaste vertaling te vinden. Zweden geeft deze
boekjes nog altijd uit en ze zijn via BASTT vzw nog altijd te verkrijgen.
Michael Ramsaur (USA) en Jerme Maeckelbergh (B) hebben echter
de taak op zich genomen om er een aangepaste digitale versie ven
te maken. Aan de leden van EduCom werd gevraagd dat ieder in
O
De buitenlandse delegatie samen met de directie en het lerarenkorps van de Central Academy of Drama in Beijing
Proscenium: oisTAT-nieuWs 21
zijn eigen taal de lijst zou overlopen, aanvullen en omschrijven. Dit
alles moet uiteindelijk een opsomming worden van termen met elk
een afbeelding en een verklarende uitleg. Het zoeken kan gebeu-
ren op term of op afbeelding. Later is het eveneens de bedoeling
dit uit te breiden tot een soort Wikipedia voor de podiumwereld.
Streefdatum om de DTW on line te hebben is de Praagse Quadrinnale
2011 (PQ11). Later plant men eveneens een iPod-versie, print-on-
demand en een auditieve versie.
PQ11 en Scenofest
In 2011 gaat in Praag opnieuw de Quadrinnale door, gekop-
peld aan Scenofest, een initiatief van EduCom. Meer info kan je
terug vinden op de officile website: http://www.pq.cz/en/
Wat wij onthouden is dat de deelname aan de workshops voor studen-
ten duurder geworden is: 30,00 per workshop. Er kan ook maar voor
n workshop ingeschreven worden (men kan wel 3 keuzes aangeven).
Op initiatief van de Commissie Technologie zal daar eveneens de
Technische innovatieprijs uitgereikt worden.
De volgende EduCom bijeenkomst is eveneens gepland in Praag.
Belgische bijdrage
Tijdens de bijeenkomst in Beijing werd gevraagd of de Belgische
afgevaardigde iets kon vertellen over de opleiding van podi-
umtechnici in Belgi en wat men zoal ervaart in het buitenland.
Blijkbaar was het overtuigend genoeg, want men drukte achteraf de
wens uit om met een paar docenten van de Academy een bezoek te
brengen aan Belgi om met eigen ogen te bekijken hoe wij het hier
aanpakken.
wedstrijd
De Central Academy of Drama wil in het kader van de globalise-
ring ook jaarlijks een wedstrijd sponsoren. Hiervoor doet zij
beroep op de locale OISTAT-centra. Voor Belgi is dat BASTT vzw.
Alle onderwijsinstellingen die iets te maken hebben met Stage
design-opleiding, van waar ze ook komen, kunnen deelnemen.
(Stage design = setting design, lighting design, costum design, cos-
metic design, scenic painting, stage technique and sound design.)
BASTT vzw zal de scholen contacteren en wie wenst deel te nemen kan
zijn werken binnensturen bij de vzw. Een selectie van maximum 30
fotos wordt overgemaakt aan de CAD. Deze kiest uit alle ingezonden
werken de beste en stuurt ze door aan alle deelnemende landen. In
de loop van november zal er in de CAD - Beijing een veertiendaagse
tentoonstelling doorgaan. Bedoeling is dat er in de andere landen
gelijktijdig eenzelfde tentoonstelling opgezet wordt. De winnaars krij-
gen ook de gelegenheid om hun werk te gaan toelichten in Beijing.
De uitwisseling en het ter beschikking stellen van de werken gebeurt
op vrijwillige basis. Twee personen kunnen op kosten van CAD 3
4 dagen in Beijing verblijven. Reiskosten zijn voor eigen rekening.
Het evenement en een deel van de werken zullen ook getoond worden
via de websites van OISTAT en ISDESWE (International Stage Design
Students Works Exchange)
Voor verdere inlichtingen in verband met de wedstrijd, contacteer
bastt@bastt.be.
Jan Strickx
Proscenium: PrinT Je eiGen scHoenen in 3D 23
p
RInT JE EIGEn ScHOEnEn In 3D
cOMpUTERGIGAnT Hp wIL 3D-THUISpRInTER BEGIn VOL-
GEnD JAAR Op DE BEnELUXMARkT GOOIEn
een eigen ontworpen hoesje voor jouw gsm, gepersonaliseerde boekensteunen, een perfecte kopie van een kapot tafel-
voetbalspelertje of zelfs het hoofd van Thom Yorke, binnenkort kun je het allemaal zelf thuis in 3D uitprinten. De tech-
nologie komt steeds dichterbij voor de particulier, nu ook grote technologiemerken op een home-3D-printer inzetten.
nELE VAn DOnInck
Het gerenommeerde Amerikaanse technologietijdschrit Wired riep
3D-printen onlangs nog uit tot d nieuwe industrile revolutie. Het
principe is eenvoudig: in een grafisch programma op de computer stel
je een ontwerp in, dat je zelf gemaakt hebt of hebt aangekocht bij een
gespecialiseerd bedrijf, en dat stuur je dan naar de 3D-printer op je
bureau. Die zet dan laagje per laagje in kunststof het object in elkaar.
Het werkt zoals een gewone printer, die weet ook wanneer hij welke
letter en waar moet printen, legt Rob Stalenburg van comptergigant
HP uit.Alleen werkt het hier ook in de hoogte en de breedte. Het
geheel ziet eruit als een uit de kluiten gewassen microgolfover, met
onderaan een cd-lezer.
HP bracht zijn 3D-printer al in vijf Europese landen op de markt en wil
tegen het begin van 2011 ook de Benelux voorzien van de nieuwe toe-
stellen. Ze mikken daarbij niet enkel op designers, maar ook op de niet
zo technisch onderlegde consument. We willen het zo simpel mogelijk
maken, benadrukt Stalenburg, zodat iedereen ermee kan werken, niet
enkel mensen die iets van computers en design kennen.
Gespecialiseerde bedrijven bieden nu al ontwerpen aan die de consu-
ment kan downloaden en thuis uitprinten. Dat gaat dan om customiza-
ble gsm-hoesjes, over tassen en juwelen, tot lampen. Op korte termijn
zal het ook mogelijk zijn om je eigen schoenen te printen. Goedkoop
gaat de printer echter niet zijn. De goedkoopste versie zal zon 10.000
euro gaan kosten, de duurste 16.000 euro. Ook lijkt het voorlopig nog
een erg tijdrovend karwei: om een hoesje voor je iPhone uit te printen,
moet je toch algauw 2 uur uitrekken.
Voor mensen die op grote schaal namaak willen gaan produceren, is
Stalenburg niet bang. Je moet echt wel alle juiste cordinaten heb-
ben om iets perfect na te maken, het werkt niet zo dat je in de ene
printer iets zet en dat het er dan in de andere exact zo uitkomt.
Personaliseren
Ook bij Materialise, het Leuvense bedrijf dat al jaren gespecialiseerd is
in 3D-printing, merken ze de interesse van particulieren. Ze lanceer-
den zelfs een aparte site i.materialise, om tegemoet te komen aan de
nieuwe markt. Nele Motmans, marketing manager van Materialise: We
merken wel dat er meer en meer vraag is bij particulieren om een eigen
ontwerp bij ons te laten uitprinten. Vroeger waren dat vooral design-
kunstenaars, maar we krijgen nu ook vragen van mensen die gewoon
iets unieks, door zichzelf ontworpen willen hebben.
Volgens Motmans past het 3D-printen in een algemene trend: Mensen
willen hun spullen meer en meer personaliseren. Vroeger had je de
trend van gepersonaliseerde T-shirts, dit is eigenlijk een logische
opvolging. Nu, er is nog wel een redelijke technische vereiste nodig,
mensen moeten hun ontwerp toch al zelf op de computer gemaakt
hebben voor ze bij ons komen, dus wij krijgen toch vooral mensen die
iets van design kennen.
Materialise werkt ook op een andere schaal dan de thuisprinters en
beschikt ook over gespecialiseerde scanners. Wij bouwen onze machi-
nes zelf, daardoor kunnen we zo groot gaan als we willen. We hebben
onlangs zelfs op vraag van National Geographic voor hun tentoonstel-
ling een 3D-print gemaakt van koning Toetanchamon. Eigenlijk kun je
het zo gek niet bedenken of je kunt het in 3D uitprinten.
Fablab
De gespecialiseerde bedrijven hebben echter niet het monopolie op
3D-printers. Er bestaat nu al een 3D-printer voor thuis, benadrukt
Evi Swinnenvan het Gentse Timelab. Swinnen is cordinator bij het
Open Sourceproject, dat werkt volgens het FabLab-principe. Bij ons
kun je kits kopen, waarmee je een zogenaamde MakerBot, een wat
gesimplificeerde versie van een 3D-printer, thuis in elkaar kunt zetten.
Wij werken volgens de open source-gedachte, waarbij alle informatie
die we hebben en alles wat we bijleren meteen gedeeld wordt met de
hele community. Er zijn over de hele wereld zo al ontelbare kleine
FabLabjes opgericht.
We proberen ervoor te zorgen dat elke kit een nieuwe kit kan repro-
duceren, zodat het zich snel en goedkoop kan vermeerderen. Ook alle
ontwerpen worden zo gedeeld. Omdat er steeds mensen bijkomen die
blijven sleutelen aan de MakerBot, verbetert het ook steeds. Het is
eigenlijk vooral een gezonde competitie tussen leden, aldus Swinnen.
Het is ook een stuk vriendelijker voor de portefeuille, bij ons koop je
een printer voor 600 1000 euro.
Bij Timelab kun je ook als technologieleek terecht. Je betaalt voor het
materialen een beperkte bijdrage voor het gebruik van de machines.
Je moet eerst een workshop volgen, daarna kun je aan de slag. Je
kunt, als je zelf niets wilt ontwerpen, een ontwerp kiezen uit onze
databank en dat op onze machines afprinten. Dat kan iets specta-
culairs zijn, maar ook gewoon een vervangstuk voor een kapotte
machine. Als iemand voor jou je kapotte knop van de vaatwasser al in
de database heeft gestoken, kun je voor pakweg een halve euro een
nieuwe maken bij ons.
Ook Thom Yorke, frontman van de Britse band Radiohead, is trouwens
fan van FabLab. Hij gaf de cordinaten van zijn gezicht vrij om ze in
de databank van het project te stoppen. Wil je dus een plastic versie
van Thom Yorkes gezicht als boekensteun: het kan.
De Morgen, Vrijdag 17 september 2010
Proscenium: Focus on mArc VreBos 25
OcUS On:
MARc VREBOS
Marc, vorig jaar vierden jullie het dertigjarig bestaan van de huidige AB,
maar vanaf wanneer maak jij deel uit van de AB ploeg en wat deed je
voordien?
Ik studeerde voor bouwkundig tekenaar en volgde ook enkele jaren
binnenhuisarchitectuur aan het Sint Lukasinstituut, hier in Brussel.
Gedurende twee jaar werkte ik op het architectuurbureau van de
Nationale Bank. Het was puur toeval dat ik in 1986 terecht kwam bij
de ticketerie van dit huis. In die periode brachten wij onder andere
A Midsummer Nights Dream van The Lindsay Kemp Company in het
Koninklijk Circus. Ivo Goris was directeur en Jari deed toen de pro-
grammatie. Na de ticketshop in die tijd moest je ook een beetje van
alles doen en het woord specialisatie bestond toen nog niet kwam ik
terecht bij de techniek. Het was een vrij chaotische tijd, waarin de AB
zowel theater als muziek programmeerde. Dat was niet eenvoudig in
een kompleet versleten gebouw. Bouwdromen vormden het onderwerp
van vele vergaderingen en stelselmatig werd ik, gezien mijn studies,
betrokken bij de voorontwerpen en nadien bij de plannen. Ik vond dit
een zeer boeiende en leerrijke periode.
Een tijdelijke behuizing was tijdens de bouwperiode noodzakelijk, onze
zoektocht naar een bespeelbare ruimte begon. Wie Brussel kent weet
dat dergelijke opgave vrij moeilijk is. De Luna, het huidige Kaaitheater
kwam als een konijn uit de hoed. Het was in de jaren dertig ontworpen
als muziektheater, het ging failliet en werd omgetoverd in een maga-
zijn voor oosterse tapijten. Door het feit dat ook het Kaaitheater gen-
teresseerd was in de Luna om dit uit te bouwen tot een groot receptief
podium voor dans en theater in Brussel, viel bij ons het verdict: wij
kozen resoluut voor een concertzaal in de Anspachlaan. Ondertussen
was Jari De Meulemeester reeds enige tijd algemene directeur. Hij had
een zeer goed contact met de administratie, want heel wat mensen
dienden wij te overtuigen van de noodzaak van ons project.
Zo een gebouw met een zwaar eisenprogramma inplanten in een oud,
toch eng stadsweefsel lijkt mij een zware opgave? Wat waren de belang-
rijke obstakels?
Wat niet evident is in een woonwijk zoals deze is het probleem van het
laden en lossen. Wij zitten hier in het midden van een huizenblok tus-
sen de Steenstraat, Lollepotstraat en de Anspachlaan, waar het perceel
de vorm heeft van een ingewikkelde puzzel. Binnen de beschikbare
ruimte hebben wij naar functionele oplossingen gezocht, zodat alles
zo soepel mogelijk zou verlopen. Over het resultaat zijn wij nog altijd
fier en in discussies daag ik nog graag menige criticasters uit om met
dezelfde elementen en gelijkaardige budgetten een betere totaaloplos-
sing te bedenken.
Het gehele bouwproces is van in het begin gestuurd door een bouw-
team waarin zowel de AB als gebruiker, de ontwerper, diverse studie-
bureaus als de overheid op een constructieve manier samenwerkten om
tot het gerealiseerde resultaat te komen. Doordat wij al een jarenlange
productie-ervaring hadden in het pand en er ook een duidelijke artis-
tieke en infrastructurele visie was voor de toekomst, konden wij op
een respectvolle manier onze ideen doorvoeren. Binnen de complexe
structuur van het gebouw werd een zo optimaal mogelijk productie-
en werkproces uitgewerkt dat ons toeliet om op een efficinte manier
een langetermijnplanning voor onze organisatie uit te werken. Zonder
die basis zou de AB nu lang niet het op hetzelfde niveau staan als
vandaag.
Een tweede en zwaar probleem is de kwestie van de geluidsisolatie dat
altijd onderschat is geweest. Achteraf hebben gedetailleerde akoesti-
sche studies uitgewezen dat dit probleem bouwtechnisch niet op te
lossen is. De wetgeving in het Brusselse Gewest is daarover streng.
Hoe later op de avond, hoe strenger. Wij doen continu geluidsmetingen
en stoppen in de grote zaal de opvoeringen om 22.30h. Zo zitten we
mooi binnen de regels, en daardoor kunnen ook toeschouwers nog naar
huis met het openbaar vervoer.
Wat het contact geluid betreft vonden wij volgende oplossing: een
deel van het naastliggend pand wordt ingenomen door Muziekcentrum
Vlaanderen . De overige appartementen trachten wij door te huren
indien zij vrij zijn aan mensen van bij ons. Zo ligt er geen vijandelijk
oor zich te ergeren.
Jullie ontvangen ontzettend veel mensen, waar ietwat vreemde vogels
tussen zitten, hoe ga je daarmee om?
Door de knowhow die we doorheen de jaren opgebouwd hebben, beho-
ren wij zonder grootsprakerig te zijn tot n van de topzalen van
Europa. Dat heeft niet enkel te maken met de technische infrastruc-
tuur, maar vooral met de gedrevenheid en expertise van de mensen die
hier werken. De artiesten weten dat wij ons dienstbaar opstellen en die
zogenaamde rare vogels, dat is grotendeels toch een mythe.
Vrijdagnamiddag, vandaag is het een zachte herfstdag in Brussel. in de Steenstraat is het altijd even uitkijken naar de
inkom van het AB caf, het ligt er heel diskreet bij, alsof het wil zeggen dabord les autres. Binnen word ik vriendelijk
begroet door de barman, hij roept Marc Vrebos op met wie ik een afspraak heb. Marc is technisch directeur in de AB. Hij
neemt mij mee naar de vergaderzaal, waar een meterslange tafel staat, ik ga strategisch op de hoek zitten. niet vertrouwd
met mijn nieuwe opnameapparatuur, vraag ik poeslief waar het knopje zit, de brede glimlach van Marc vertelt boekdelen!
F
Marc Vrebos
ROSE wERckX
26 Proscenium: Focus on mArc VreBos
Wat wel veranderd is, is de reden van hun optreden. De filosofie van
de muziekindustrie is omgedraaid. Vroeger kwamen zij naar hier om
hun plaat of cd te promoten. Nu brengen ze een nieuwe cd uit om hun
tournee te promoten. Door de problematiek van het illegaal downloa-
den van muziek is het live-gebeuren voor vele artiesten de belangrijk-
ste bron van inkomsten geworden. Bijgevolg kent de concertsector de
laatste jaren een gestaagde groei wat zich bv. voor ons vertaalt in een
record ticketverkoop in 2010.
Met ongeveer 350 concerten per jaar zijn wij verplicht een adequate
planning op te stellen en vooral structureel samen te werken. Die plan-
ning moet ook zorgen dat onze mensen buiten de AB hun eigen leven
kunnen leiden. Wanorde demotiveert mensen. De technische ploeg is
sterk gespecialiseerd en bestaat uit vier personen voor het licht, en
hetzelfde aantal voor geluid. Drie productiemanagers verzamelen de
algemene informatie. Freelancers worden ingeschakeld in piek periodes
tijdens het concertseizoen of voor de opnamestudio.
Stagiairs nemen is soms een probleem, wij eisen van hen toch een
vrij hoog niveau.
Wij gaan binnenkort waarschijnlijk een structurele samenwerking
opstarten met de provinciale hogeschool van Limburg waar een bache-
lor in de pop- en rockmuziek wordt onderwezen. Op die manier kunnen
we aansluiten met de leerstof en krijg je voor alle betrokken partijen
een win-win situatie.
Wordt de ernst soms doorbroken door komische toestanden?
Er zijn er vele, maar ntje niet echt appetijtelijk dateert nog uit de
pionierperiode van de AB, tijdens het concert van The Red Hot Chili
Pepers. Op een bepaald moment, waarbij de groep echt volledig uit
de bol ging op het podium, duwde Flea, de bassist van de groep, zijn
zangmicrofoon regelrecht in zijn blote anus. Doordat ik op dat ogen-
blik de monitormix deed kon ik deze vreemde act van zeer nabij en met
argusogen aanschouwen. Achteraf hebben we die ongelukkige micro-
foon een speciale plaats gegeven in onze microfoonkist en tijdens
de daaropvolgende weken en maanden heeft een door ons zorgvuldig
uitgekozen selectie van zangers (diegene die op dat moment wat aan-
stellerig deden) nietsvermoedend het poepje van deze wereldberoemde
bassist geroken.
Wat is d uitvinding dat je werkt heeft verbeterd?
Marc wijst naar de computer. Wij hebben een vijftal jaar geleden zelf
een centrale databank opgemaakt, waarin onze werking vervat is . De
voorstellingen, de technische fiches, de ticketerie, de laad- en losuren,
de hotels voor onze gasten, de uren voor de kuisploegen: je kan het
maar niet bedenken of het zit in de database.
De verantwoordelijken voor de desbetreffende afdeling vullen de gege-
vens aan en iedereen die hier werkt kan het consulteren. Wijzigingen
worden direct doorgevoerd. De opmaak van het systeem heeft ons veel
tijd doen uitsparen en onze werking veel stabiliteit gegeven. Dit ver-
sterkt ook de sfeer in huis, daardoor klikt het. De AB is een organisatie
waar men binnen alle afdelingen en op alle niveaus continu bezig is
met innovatie en optimalisatie. Zowel op het vlak van administratie,
productie, promotie, ticketverkoop als op artistiek vlak proberen wij
onafgebroken te zoeken naar nieuwe verbeteringen.
Waren er momenten die niet zo rooskleurig waren?
(Hier stokt Marcs antwoord, het is duidelijk dat negativisme niet in
zijn woordenschat staat). Misschien toch de periode van polyvalentie,
dat ging met vallen en opstaan. Maar uiteindelijk heeft die beginpe-
riode ons doen inzien dat we ons moesten focussen en specialiseren
in een specifieke discipline en dat is dan achteraf een fundamentele
beslissing geweest die de AB op de juiste rails heeft gezet.
The Eagles of Death Metal, Genthologie - Tom Verbruggen
Proscenium: Focus on mArc VreBos 27 27
Kleurt dit huis ook groen?
Ongeveer gelijktijdig met de Muntschouwburg werken wij sinds 2OO2
op een structurele manier aan een programma om onze ecologische
voetafdruk te verminderen. Hoe is dat van start gegaan?
Wij zij beginnen nadenken, bv. over het feit dat wij na concerten ber-
gen afval hadden o.a. een grote hoeveelheid bekertjes. Wij zijn terecht
gekomen bij BIM. Zij hadden een project op tafel liggen: ecodynamisch
ondernemen. Wij ondertekenden een charter dat ons verplichte een
interne analyse te maken inzake afval, energieverbruik, Daarna werd
er een dossier opgesteld en ondernamen wij concrete stappen. Deze
acties zijn o.a. het plaatsen van spaarlampen in constant verlichte
plaatsen, het gebruik van een simulatieprogramma ter voorbereiding
van de lichtshows, het uitvoeren van een permanente geluidsanalyse
tijdens de concerten, luidsprekers op dempers plaatsen of ophangen
aan veren, het gebruiken van drankjetons in plaats van bonnetjes of
papier. Verder beperken wij in de promotie van concerten papier tot
een minimum, wordt er voor onze concerten niet meer wild geplakt of
geflyerd en laten wij geen flyerteams meer toe. Waar mogelijk, wordt
gerecycleerd papier gebruikt. Batterijen, toners en cartridges glas en
PMD worden gerecycleerd. Aan het onderhoudspersoneel vragen wij
ecovriendelijke producten te gebruiken. AB promoot carpooling via
haar website.
Er komt ook iemand van BIM ter plaatse kijken of alles wel degelijk
uitgevoerd wordt, zodat het niet beperkt blijft tot gewoon papierwerk.
Daar is ook een jury die tot drie sterren kan uitdelen. Van in het begin
hebben wij twee sterren gekregen. Om de vier jaar ben je verplicht om
een nieuw dossier in te dienen. Met dat nieuw dossier moet je terug
verbeteringen aanbrengen en nieuwe ideen op tafel leggen, want
als je stagneert dan pakken zij gewoon sterren af. Wij hanteren geen
geiten wollen sokken cultuur, maar door deze initiatieven hebben wij
al veel geld uitgespaard en dragen wij bij tot een beter milieu. Naast
de eerste doelstelling, met name de bescherming van het milieu,
biedt een degelijk milieumanagement de onderneming door een aantal
besparingen ook puur economische voordelen. Ecologie en economie
gaan hand in hand.
Aan welke producties heb je de mooiste herinnering?
Te veel op om op te noemen. Uit mijn eerste jaren, het moet in 1987
geweest zijn. Ik herinner mij het optreden van Gil Evans. Hij werkte
samen met Charlie Parker, Miles Davis en Gerry Mulligan en was toen
op tournee naar aanleiding van zijn 75
ste
verjaardag met een jaz-
zorkest bestaande uit jonge, maar zeer talentvolle muzikanten. Door
omstandigheden kwam het orkest veel te laat binnen en was er geen
tijd voor een soundcheck waardoor er bij iedereen stress was, omdat
het publiek voor de deur stond te wachten. Maar toen het concert
uiteindelijk startte, viel alles wonderwel vanaf de eerste noot in zijn
plooien en kon ik n van de prachtigste jazzoptredens meemaken die
ik ooit heb gezien. Achteraf ben ik het orkest nog gaan beluisteren
in de beroemde Blue Note Jazz club in New York, maar de Evans zelf
was ondertussen overleden en de magie was samen met de orkestleider
verdwenen.
In februari 1988 was er het memorabele concert van de toen nog vrij
onbekende Red Hot Chili Peppers en later in december 1991 passeer-
den Charles Et Les Lulus een legendarisch gelegenheidsproject met
Arno Hintjes, Ad Cominotto, Roland Van Campenhout en Piet Jorens
die op een inventieve manier oude en nieuwe bluesklassiekers live
brachten.
Wat mij ook recentelijk fel geraakt heeft was een concert in het
kader van het AB-project A Tribute to Alan Lomax. Lomax was een
Amerikaanse etnomusicoloog, die zeer veel opnames heeft gedaan van
volksmuziek uit de 20
e
eeuw. Voor dit project bracht de Belgische
groep The golden Glows, aangevuld met een mannenkoor een selectie
van gevangenisliederen, in de jaren 40 geregistreerd door Alan Lomax
in de oudste gevangenis van Mississipi, Parchman Farm. Gewoon die
sound en sfeer gaf effectief die ambiance weer van die originele opna-
mes. Dat was een moment waar je kippenvel van krijgt. (1)
En onlangs, in oktober 2010, speelde Grinderman in de grote zaal, een
band gevormd door Nick Cave en leden van The Bad Seeds. Dit concert
zal mij ook bijblijven omwille van de stomende ruwe muzikale energie
die werd gegenereerd op het podium.
Marcs enthousiasme werkt aanstekelijk, ik ga zeker op zoek naar die
gevangenisliederen.
Maar er is meer: er is bij hem een combinatie van ernst voor zijn werk
en ook van warmte voor den AB, waar ik mijn muts voor afzet.
Buiten is het ondertussen donker geworden. Moeders met kinderen
bedelen om geld. Voor het beursgebouw staat een lelijk pitakraam.
Mensen drummen naar de metro-ingang. Daar speelt een jongen op
zijn viool. Het lawaai van het toekomende metrostel verdringt de
muziek.
(1) Dit concert is trouwens terug te zien op donderdag 3 maart 2011
in de AB, op vrijdag 4 maart 2011 in zaal De Roma te Borgerhout en
op zaterdag 5 maart 2011 in de Handelsbeurs te Gent.
A Tribute to Alan Lomax
ET GROEnE kLUwEn
JAn AckEnHAUSEn
Het is de afgelopen jaren maar weinigen ontgaan: ecologie is ook binnen de podiumsector een belangrijk thema geworden.
en terecht Het besef dat ook onze activiteiten een onmiskenbare impact op het leefmilieu hebben, heeft in 2008 een
extra duwtje in de rug gekregen toen het londense stadsbestuur haar Green Theatres Plan bekendmaakte. Volgens dat plan
moet de Co2-productie van de theatersector in die stad tegen 2025 met 60% dalen.
H
28 Proscenium: HeT Groene KLuWen
Sindsdien is er een zekere oververzadiging aan initiatieven en infor-
matie. Dat uit zich veelal in desinteresse of de opmerking alweer
zo een project wanneer ikzelf voor REcoEP mensen benader. Al zijn
de vele initiatieven niet onbelangrijk, de resultaten zijn te weinig
gecordineerd, en vooral te weinig concreet. De enkele tools die dan
wel weer wijd verspreid zijn, zoals de CO
2
calculator van het Britse
Theatres Trust of Julies Bicycle, spitsen zich echter toe op het Britse
theaterlandschap.
In Vlaanderen gingen na de publicatie van het Londense Green Theatres
Plan verschillende organisaties spontaan aan de slag om na te gaan
hoe zij zelf groener kunnen werken; van de twee klimaatconferenties
van het VTi, tot grensoverschrijdende werkgroepen, projecten en con-
ferenties toe.
Opvallende afwezigen in deze ecologierace van de kunstensector zijn
de beleidsmakers. Of het nu gaat om het kunstenbeleid, of om lokale
of stedelijke beleidsmakers, de algemene regel is dat er weinig of geen
concreet beleid inzake ecologie binnen de kunstensector is. De recente
conferentie over een duurzaam Vlaams kunstenbeleid ging vooral over
economische duurzaamheid, een toch wel ietwat ongelukkig gebruik
van de term duurzaam.
Het ontbreken van een beleid met duidelijk gedefinieerde doelstellin-
gen heeft tot op zekere hoogte geleid tot een wildgroei aan projecten
en informatie. Het VTi werkt al enkele jaren aan de materie, samen
met o.a. BASTT, Netwerk 2020 doet hetzelfde op internationale schaal,
EcoLife organiseert cursussen en choachings voor de cultuursector,
Groenevent bekroont groene evenementen, en tegelijk wordt iedereen
zowat om de oren geslagen met checklists, CO
2
calculators, werkgroe-
pen, ecoteams, conferenties, studiedagen, en bedrijven die maar al
te graag hebben dat we allemaal ons bestaand verlichtingssysteem
door meer duurzame alternatieven gaan vervangen. Met het project
REcoEPbehoor ikzelf ook tot die wildgroei. Wie geraakt er nog aan uit?
labels en standaarden
Het gebrek aan een gecordineerd beleid, dat verwachtingen en nor-
men vooropstelt voor alle spelers in het veld, maakt het zeker niet
makkelijker. De wirwar aan informatie betekent anderzijds niet dat er
geen waardevolle en heel concrete kennis en informatie bestaat om
gradueel tot een groener productieproces binnen de podiumsector te
komen. De informatie moet in veel gevallen echter bijeengesprokkeld
worden uit een aantal verschillende kanalen. En van die kanalen is
bijvoorbeeld http://www.labelinfo.be, een website met uitleg over
ecolabels gaande van voeding over bouwmaterialen tot reizen en
elektronica. Een groeiend aantal organisaties en schouwburgen in
Belgi let bij aankoop van verbruiksmaterialen reeds op de ecolabels.
Zo wordt er in een aantal huizen uitsluitend met FSC-gecertifieerd
hout gewerkt.
Toch schuilt ook hier een addertje onder het gras. De meeste labels
evalueren slechts enkele van de vele aspecten die bijdragen tot de
duurzaamheid van een materiaal of product. Voor hout zijn er bijvoor-
beeld 3 verschillende ecolabels in omloop. De ironie wil echter, dat
geen enkel van deze labels de duurzaamheid van het hout in al zijn
productiestappen evalueert. Zo garandeert het FSC-label enkel dat het
hout niet afkomstig is uit wildkap of van beschermde boomsoorten.
Maar of de volledige samenstelling van het uiteindelijke houtproduct
ook effectief milieuvriendelijk is, kan uit deze labels niet afgeleid wor-
den. FSC-gecertificeerd hout kan nog steeds hoge concentraties aan
formaldehyde bevatten, of andere giftige stoffen, afhankelijk van de
lijmen en uithardingsproducten die bij de productie gebruikt werden.
Bovendien kan de afkomst van het hout in een aantal veelgebruikte
houtproducten zoals spaanplaat erg moeilijk gecontroleerd worden
doordat spaanplaat houtresten en gerecycleerd houtafval bevat, waar-
van de oorsprong vaak niet of onvoldoende gekend is. Vraag maar eens
bij Brico of zij weten welk soort lijm er gebruikt werd voor de productie
van een spaanplaat. Er zullen nogal wat wenkbrauwen fronsen.
De DiY van het groene theater
Enkele maanden geleden had ik even de tijd om in Londen een kijkje te
nemen in het tijdelijke JellyfishTheatre. Het theater was opgetrokken
uit afgedankte paletten en houtresten, opgehangen aan een trussen-
structuur. Lege waterbidons werden omgebouwd tot een verluchtings-
systeem, en het hele theater draaide op een combinatie van zonnepa-
nelen, de Arcola hydrogeen fuelcel, en een dieselgenerator. Over die
laatste twee valt nog wel iets aan te merken, maar het hele gebouw is
natuurlijk in de eerste plaats een statement, met een energieverbruik
van minder dan 10% van dat van een conventioneel theater. Een state-
ment dat enkele weken geleden trouwens volledig gerecycleerd werd.
Op een efficinte manier ecologisch werken betekent in de eerste
plaats dat elke stap van het productieproces gevalueerd moet worden.
Zo werd het JellyfishTheatre geassembleerd uit gerecycleerd materiaal,
Jellyfish Theatre, The Red Room
Stefaan Monsieur 1952-2010
Een diep droeve gebeurtenis is ons hier overkomen.
Tijdens de afbouw van LAmour De Loin in de Opera van Gent, heeft
zich een zwaar ongeval voorgedaan.
Daarbij werd Stefaan Monsieur, een van onze podium technici, dodelijk
getroffen en overleed ter plaatse.
Wij verliezen een heel erg dierbare vriend en collega
Nu doen we ons uiterste best om terug vertrouwen te vinden en hier
zelfs sterker samen uit te komen.
Adieu,
Wietse Bovri
Een grote leegte komt ons tegemoet
Geen Monsieur meer
Op de scne
Ieder van ons had stille bewondering voor je.
Je gedrevenheid, discipline, orde, attentie.
En nog het meest bewondering voor al je muzikaliteit
Waar je ons meermaals mee verblijde.
Een grote leegte komt ons tegemoet
Maar je geest is niet verloren.
Hij zit in ieder van ons
HERBOREN
Stef
(Collega van Stefaan)
eric De Volder 1946-2010
De bezieler van de Gentse theatergroep Ceremonia overleed op zondag
29 november. Wij zochten enkele uitspraken op die Erics leefwereld
verwoorden:
Eric over zijn verhouding met de acteurs:
Je kunt het zo bekijken. Mijn acteurs stappen in het rond op die
scne, maar ze weten nooit op voorhand waar hun voet terecht zal
komen. Alleen moeten ze er heel zeker van kunnen zijn dat er geen put
zal zijn op de plek waar ze hun voet neerzetten. Dat is de uitdaging
voor mij als regisseur. Er mogen geen putten zijn, en als er een put
is, moet ik ervoor zorgen dat ze er niet invallen. Je moet als regisseur
natuurlijk af en toe gewoon beslissingen nemen, maar als het goed
zit, zijn er altijd argumenten te vinden voor die beslissingen. Je moet
omstandigheden creren waarbinnen problemen zichzelf oplossen. Dan
wordt het plezierig en aangenaam, dan ga je fluitend en zingend door
het leven. (DM 12 december 2002)
Eric over de grotesk geschminkte gezichten die typerend zijn voor de
Ceremoniastijl:
Die maskers scheppen plastische mogelijkheden om ook zonder woor-
den het verhaal uit te drukken. Ze geven kleur en expressiviteit en
zetten het spel en de mimiek extra in de verf. Een stuk is bij mij nooit
een vooropgezet iets, personages ontstaan uit improvisaties met de
acteurs op de scne. Voor au nom du pre liet ik de acteurs tot hun
personages komen door hen keitjes te geven waarin je gezichten kon
zien. Daar hebben ze zich naar geschminkt en via dat gezicht hebben
ze een houding gezocht die bij de personages paste.
(DM 23 november 2006)
Proscenium: in memoriAm 29
op een danige manier dat het gemakkelijk demonteerbaar was, om
vervolgens volledig gerecycleerd te worden. Dit gebeurt al in beperkte
mate in het Kaaitheater, waar al geruimte tijd materialen zoals hout,
ijzer, etc hergebruikt worden. Het Toneelhuis werkt dan weer enkel
met FSC-gecertifieerd hout. De bestaande tools zoals de checklist van
het VTi en de website van labelinfo.be kunnen daarbij goede hulpmid-
delen zijn.
Op een meer structurele manier werken kan door bijvoorbeeld eco-
charters op te stellen met bepaalde eisen en huisregels voor perso-
neel, leveranciers en gasten (publiek, artiesten, etc). Zo geeft het
Londense Arcolatheater de bezoekende gezelschappen de keuze om
ofwel met hun zelf ontwikkelde hydrogeen fuelcell te werken, ofwel
met een beperkt wattage van het gewone stroomnet. Het Thtre du
Public in Houdeng-Geognies gebruikt sinds kort eco-charters voor zijn
voorstellingen. Het Thtre dun Jour (T1J) in Voneche investeerde
onlangs in een mini-Iveco die tegelijk dienst doet als collectief ver-
voer voor het personeel alsook als transport voor materiaal. Men kan
bijvoorbeeld ook vastleggen dat enkel met transporteurs gewerkt
wordt die op biodiesel rijden, of dat postverdeling binnen de stad met
een lokale fietskoerier verstuurd worden. In Brussel zijn al een aantal
commercile groene fietskoeriers, zoals bv. EcoPostal
Wat al deze initiatieven op zijn minst teweegbrengen is het besef van
de hoogdringendheid om groener te werken binnen de podiumsector,
ook al staat een Vlaams of Brussels Green Theatres Plan er niet meteen
aan te komen. Een actievere ondersteuning vanuit het beleidsniveau
zou de hele zaak zeker geen windeieren leggen. Tot het zover komt is
het in eerste instantie improviseren geblazen.
Voor meer achtergrondinformatie kan je terecht op volgende website:
http://recoep.blogspot.com
http://www.juliesbicycle.com
http://www.greeningtheatres.com
http://www.theatrestrust.org.uk
http://www.network2020.org
http://www.vti.be/nl/projects/ecopodia
Deze tekst is een bijdrage van het project REcoEP, een initiatief van het
Kenniscentrum Podiumtechnieken van Erasmushogeschool Brussel/Rits,
gesteund door het Fonds voor Duurzaam Afval- en Energiebeheer. Voor
meer informatie kan je terecht op http://recoep.blogspot.com.
n MEMORIAM
I
30 Proscenium: BAsTT-nieuWs
BASTT ConTACTDAg dinsdag 8 februari 2011
Bastt organiseert per seizoen twee contact-
dagen voor zijn leden en genteresseerden. In
het voorjaar van 2011 is het opnieuw zover.
Een honderdtal deelnemers komen samen op
een interessante gastlocatie rond een specifek
thema. De contactdag zorgt voor een goede
binding tussen de leden en de sector, n
informeert de deelnemers over de allerlaatste
nieuwigheden. De structurele sponsors van
Bastt zijn eveneens aanwezig met een kleine
stand.
locatie
De verbouwing van deSingel spreekt tot de
verbeelding. De combinatie van het bestaande
gebouw ontworpen door Leon Stynen dat in
dialoog gaat met de nieuwbouw van Stephane
Beel biedt zeer veel mogelijkheden en ruimte.
Dergelijke projecten zorgen voor een nieuwe,
nooit geziene dynamiek in onze sector. Het
spreekt dan ook voor zich dat Bastt deze
locatie heeft gekozen voor de contactdag. De
rondleiding zal vooral backstage plaatsvinden
en ook attentie hebben voor bestaande
infrastructuur .
Thema
Veiligheid was twintig jaar geleden zeer actueel
omwille van het wijzigende wetgevende kader.
Nu is het actueel omwille van een ongeval.
Ondertussen is de wetgeving ook een aantal
keren geactualiseerd. Kortom, een opfrissing
is dus zeker aan de orde. We gaan ook deze
keer de moeilijke gesprekken niet uit de
weg. Er wordt gesproken met een keurder,
iemand van een kunstencentrum, iemand van
opleidingen, ... een pak gasten zal aanwezig
zijn op het plenair debat. Wat de workshops
betreft denken we aan gehoorbescherming,
reglementering, preventie, risicoanalyse,...
Johan Penson
Programma zie
www.bastt.be
onDerTUSSen Bij BASTT
De contactdag van afgelopen september is nog
maar net voorbij, zo lijkt het, of er komen al-
weer een aantal nieuwigheden aan. De wissel
op ons secretariaat werd door velen waarschi-
jnlijk al waargenomen; Lander Vervaet heeft
ons spijtig genoeg verlaten. Zijn plaats werd
ingenomen door Jan Ackenhausen. Tussen de
vorige contactdag en het uitpluizen van ons
ledenbestand door, heeft Jan niet stilgezeten.
Het nieuwe BASTT-seizoen begint stilaan
vorm te krijgen, met o.a. een contactdag rond
veiligheid in deSingel in februari, de Lounge
11 in mei, en opnieuw een STEP-cursus in juni
van volgend jaar. Daarbovenop werkt BASTT
aan een nieuw cursusaanbod met o.a. een
cursus bewegend licht en een nieuwe cursus
rigging. Het volledige vernieuwde cursusaan-
bod wordt in de loop van 2011 uit de doeken
gedaan.
Jan Strickx bracht tijdens de raad van bestuur
van 22 november verslag uit over de EduCom
vergadering van OISTAT die hij in Peking bi-
jwoonde. Daar werd onder andere een inter-
nationale designwedstrijd uitgewerkt die in de
komende maanden verder vormgegeven wordt.
BASTT werkt sinds september ook weer actief
mee aan enkele projecten rond ecologie bin-
nen de podiumsector. Johan Penson vertegen-
woordigt BASTT in het nieuwe ecologieproject
van het VTi, en Jan Ackenhausen doet het
onderzoek voor het project REcoEP van het
Kenniscentrum Podiumtechnieken, waarvan
BASTT een partner is. De bedoeling van REcoEP
is het om een tool te ontwikkelen die ecolo-
gische impact van een productie evalueert, en
eventuele alternatieve werkmethoden en ma-
terialen voorstelt.
In het kader van deze projecten was BASTT op
26 november uitgenodigd op de Slow Boat
lezing, georganiseerd door het Kaaitheater en
het VTi. Op deze lezing wierpen onder andere
Jan Goossens (KVS) en Sian Alexander (Julies
Bicycle) een blik op ecologie en mobiliteit van
de podiumkunsten. BASTT is samen met een
aantal andere spelers uit de kunstsector vra-
gende partij naar een meer structurele aanpak
van de ecologiekwestie, zoals dit bijvoorbeeld
door Julies Bicycle in Groot-Brittanni ge-
beurt.
Nog in het kader van het ecologievraagstuk is
BASTT op 6 december uitgenodigd op het VPT
symposium Symposium: Duurzaamheid on
Stage! Van inspiratie naar realisatie in Zwolle.
VPT buigt zich over de vraag of en hoe de po-
diumtechniek duurzaam gemaakt kan worden
en op die manier kan bijdragen tot een groene
toekomst. Het symposium presenteert ook de
resultaten van het onderzoek dat op 3 decem-
ber in de Rotterdamse Schouwburg plaatsvond,
waarbij het publiek gevraagd werd hun oordeel
te geven over het gebruik van verschillende
traditionele en LED lichtarmaturen.
Jan Ackerhausen
Meer informatie over al deze nieuwigheden
verschijnt binnenkort op onze website, en in
de volgende nieuwsbrief.
Informatie:
http://www.bastt.be
http://www.vti.be
http://recoep.blogspot.com
http://www.juliesbicycle.com
http://www.vpt.nl
STeP-CUrSUS 2011
Zoals ieder jaar organiseert BASTT vzw ook in
2011 weer een STEP-cursus in het Dommelhof
in Neerpelt, ditmaal van 6 tot en met 10 juni
2011. De cursus richt zich zowel tot begin-
nende als tot ervaren podiumtechnici.
Gedurende een hele week krijgen de cursisten
een uitgebreid overzicht van een reeks cou-
rante competenties binnen de sector, die
trouwens nauw aansluiten bij de competen-
tieprofelen van het ervaringsbewijs podium-
technieken. De lesgevers zijn professionelen
met een jarenlange ervaring in hun vakgebied.
Het curriculum bestaat uit o.a.:
licht:
theorie, praktijk, dimmers en stuursignalen (DMX)
geluid:
theorie, praktijk, en PA
Theatertechniek en rigging
nIEUwS
B
ASTT
Proscenium: BAsTT-nieuWs 31
Productie:
Over reisproducties, ecologie en veiligheid,
Multimedia
Het Dommelhof, waar deze cursusweek door-
gaat, biedt uitstekende logies en is voor de
opleiding een bijzonder geschikte locatie. De
cursus omvat 45 lesuren, waarvan een aan-
tal dagen uitsluitend voorbehouden wordt
voor praktijkgerichte activiteiten. Logies en
maaltijden zijn in het cursusgeld inbegrepen.
Inschrijven kan in de loop van het voorjaar
van 2011, wanneer ook het volledige program-
ma op de website van BASTT bekendgemaakt
wordt. Maar noteer alvast 6-10 juni 2011 in
jullie agendas, en hou de BASTT website in
het oog voor meer informatie: www.bastt.be.
TeCHniSCHe VAKBeUrS Voor THeATer &
liVe enTerTAinMenT in HeT AnTwerPSe
SPorTPAleiS
HEMIKSEM Dit jaar zal Lounge voor de twee-
de maal in het teken staan van theatertech-
niek en live entertainment. Na een succes-
volle AV en broadcast editie, met ruim 1200
bezoekers, vorig jaar, gaat de focus dit jaar
terug naar theater en live entertainment.
Op 31 mei en 1 juni 2011 staat het gastvrije
Hospitality Center volledig in het teken van
techniek en netwerken !
Lounge wil graag een betere verstandhouding
creren, zowel nationaal als internationaal
tussen scenografen en technici enerzijds en
technische toeleveranciers anderzijds. Door
verschillende disciplines samen te brengen
op n beursvloer willen we de ontwikkeling
van nieuwe initiatieven stimuleren of totaal
nieuwe concepten ontwikkelen. In de chemie
tussen de kritische technicus en zijn leveran-
ciers ontstaan nieuwe technieken en ideen
die het theaterbeeld voor de toekomst zullen
bepalen.
Op de beursvloer verwelkomen we dan ook
meer dan 50 toonaangevende bedrijven uit
binnenen buitenland. De bedrijven zijn alle-
maal vooruitstrevend binnen hun eigen disci-
pline. Van verhuur tot verkoop, van licht en
geluid tot video en multimedia, van advies tot
uitvoering, de diversiteit is enorm.
Lounge lanceert bovendien een uniek initia-
tief binnen de sector: de job- en opleidings-
beurs. 31 mei zal in het teken staan van job
en opleiding in de theatersector Studenten en
technici kunnen er kennismaken met de job-
en opleidingsmogelijkheden binnen de sector
en bij de bedrijven op de beursvloer informe-
ren naar hun mogelijkheden. Een bedrijf is
immers vaak veel meer dan het product.
Een uitgebreid en internationaal getint
lezingenprogramma maakt ook onderdeel uit
van Lounge 11. In samenwerking met de
Belgische Associatie voor Scenografen en
Thetaertechnici en het Sociaal Fonds voor
Podiumkunsten zijn er twee workshopruimtes
en lezingenruimtes ingevuld.
Elk jaar proberen we in te spelen op een
actueel thema, in 2009 bekeken we de eco-
logische voetafdruk van de sector met onder
andere Ben Todd. In 2010 ging het over werk-
gelegenheid en diversiteit binnen de sector
en dit jaar willen we onder de noemer back
to basic aftoetsten welke impact de crisis
heeft op theatermaken. Gaan we nu werkelijk
zuiniger om met middelen ? Zijn we hierdoor
creatiever geworden en projecteren we dit op
onze leveranciers ? Zijn slechts enkele van de
vragen die we beantwoord willen zien tijdens
de workshops en infosessies.
Lounge 11 op dinsdag 31 mei van 10.00 h
20.00 h en op woensdag 1 juni van 10.00
17.00 in het Hospitality Center van het
Antwerpse Sportpaleis. Na registratie op de
website is de toegang volledig gratis.
Meer info op www.lounge11.be Lounge09 is
een productie van Relax vof www.lounge11.
be en www.sportpaleis.be
leZingen
Lounge 11 wil ook dit jaar een uitgebreidt
nationaal en internationeel lezingenprogram-
ma samenstellen. Omdat we het belangrijk
vinden dat dit programma inhoudelijk aansluit
bij de wensen en noden van de sector hebben
we hiervoor zorgvuldig twee partners uitgeko-
zen die de lezingen verder zullen uitwerken:
Bastt en SFP.
Aan alle lezers wensen wij
een boeiende reis
doorheen 2011
Foto Guido Snoeck
32

Vous aimerez peut-être aussi