Vous êtes sur la page 1sur 43

ALGEMENE RECHTSLEER EN RECHTSMETHODIEK

SAMENVATTING BOEK

B. TILLEMAN

Wat is recht?

1. KLASSIEKE DEFINITIE VAN HET OBJECTIEF RECHT


ALGEMEEN EN ONPERSOONLIJK KARAKTER VAN DE RECHTSREGEL A. Principe Rechtsregels zijn algemeen en onpersoonlijk geformuleerd. Onpersoonlijk: niet noodzakelijk voor iedereen welomschreven typesituatie welbepaalde categorie van personen => Algemeen karakter is relatief
Voorbeelden: p.16 bovenaan

B. Ratio van het algemeen en onpersoonlijk karakter van de rechtsregel 1. Inherentie aan de notie regel Regel = een voorschrift dat van toepassing is op een onbepaald aantal personen rechtsregels zijn algemeen en onpersoonlijk 2. Vrijwaring tegen willekeur van de overheid Algemeen & onpersoonlijk karakter = buffer tegen individuele willekeur vd machthebbers Voorwaarden rechtsnormen: Vast Algemeen Onpersoonlijk Voorspelbaar

Onderscheid mag gemaakt worden op voorwaarde dat het verantwoord kan worden (Art. 10 en 11 Gw)

AFDWINGBAARHEID VAN HET RECHT A. Principe: juridische regels worden bestraft door de overheid

Regels worden afgedwongen bestraffing bij niet-nakoming Sanctionering door de overheid sociaal georganiseerd: rechters, politiecommissarissen, gerechtsdeurwaarders,

B. De diverse vormen van juridische sancties 1. Beginsel: sanctie via de afgedwongen rechtstreekse uitvoering Uitvoering in natura als primaire vorm van rechtsherstel = stelregel Uitvoering in natura = uitvoering van wat oorspronkelijk de bedoeling was a. Juridische verplichting tot betaling van een geldsom Niet-nagekomen juridische verplichting = betalen geldsom Beslag op deel van vermogen (onder toezicht vh gerecht) Gerechtsdeurwaarder verkoopt goederen waarop beslag rust openbaar Moratoire intrest (?) b. Juridische verplichting om te geven (andere dan betaling van een geldsom) Eigendomsoverdracht tussen partijen van specifieke zaken en soortzaken: Specifieke zaken (naar de wil van partijen unieke zaken) Eigendom gaat over bij wilsovereenstemming Soortzaken (bij getal, maat en gewicht verhandeld; bv. olie, aardappelen,) Eigendom gaat over bij individualisering/specificatio Eigendomsoverdracht onroerende goederen tegenover derden Tussen contractspartijen: vanaf wilsovereenstemming/bij verlijden vd notarile aankoopakte Tegenwerpelijkheid aan derden: tegenwerpelijk aan derden voor zover het contract rechtsgeldig is en die derde daar kennis van heeft of behoort te hebben Derden die geen kennis hebben vd verkoop: Eigendomsoverdracht ve onroerend goed geschiedt pas bij integrale overschrijving vd koopakte op hypotheekkantoor arrondissement waar onroerend goed gelegen is (Art. 1 Hypotheekwet) enkel authentieke aktes!

Eigendomsoverdracht roerende goederen tegenover derden Geen publiciteit vereist voor tegenwerpelijkheid MAAR: Hoe kennis van hebben? Levering (en bezit) als publiciteit Art. 1141 BW = oplossing zolang goed in handen van verkoper is, is deze daar eigenaar van c. Juridische verplichting om te doen of niet te doen Principieel verbod op uitvoering manu militari geen fysieke dwang op de schuldenaar Nemo potest praecise cogi ad factum = you can lead a horse to the water but you cant make it drink Uitvoering door een derde Art. 1144 BW: op kosten van schuldenaar toch verbintenis doen uitvoeren/laten verdwijnen door derde (niet mogelijk bij noodzaak van persoonlijke uitvoering) Uitvoering door geldelijke dwang op de schuldenaar: dwangsom meestal berekend per dag vertraging in de uitvoering van de veroordeling of per overtreding van de veroordeling Voorwaardelijk karakter dwangsom: Een dwangsom kan slechts worden verbeurd op voorwaarde dat de veroordeelde de hem opgelegde verplichting niet naar behoren nakomt. Bijkomende (accessoire) veroordeling: Dwangsom = bijkomend tot hoofdvordering Als hoofdvordering vernietigd wordt, valt dwangsom weg Drukkingsmiddel zonder indemnitair karakter: Dwangsom en schadevergoeding zijn cumuleerbaar Niet voor verbintenissen tot betaling geldsom of arbeidsovereenkomsten.

2. Uitzondering: sanctie via herstel a. Schadevergoeding Schade = materieel (vermogensrechtelijk): Schadevergoeding = geldsom Schade = immaterieel (moreel): Schade kan op diverse manieren vergoed worden
bv. recht op antwoord, publicatie ve vonnis, verlenen ve symbolische geldelijke schadevergoeding

b. Schadevergoeding en compensatoire of vergoedende interesten Vergoedende interest = compensatoire interest = bijkomende vorm van schadeloosstelling bij waardeschulden Waardeschulden verbintenissen tot betaling ve geldsom Verbintenissen tot betaling van een geldsom: vergoeding ve geldsom die initio numeriek bepaald is Waardeschulden: verbintenissen tot vergoeding van schade waarvan de geldsom niet ab initio bepaald is, noch volgens bepaalde berekeningsgrondslagen bepaalbaar is (Art. 1153 BW) contractuele wanprestatie of onrechtmatige daad
Voorbeelden: p22

4 verschilpunten vergoedende en moratoire interesten: Vergoedende Werkelijk geleden schade moet worden bewezen Nooit voor periode die aan het ontstaan vd schade voorafgaat / voor toekomstige schade Geen ingebrekestelling vereist Rentevoet wordt vrij door rechter bepaald Moratoire Forfaitaire schadevergoeding: werkelijke schade kan en mag niet bewezen worden (tenzij schuldenaar het redelijke karakter vd moratoire interest betwist) Ingebrekestelling vereist Wettelijke intrestvoet

3. Sanctie met repressie Doel: louter opleggen van leed om te intimideren en te ontraden herhaling vanwege de betrokkene vermijden + voorbeeld stellen aan de samenleving Publieke straffen :
( de veiligheidsmaatregel focust op gevaar van individu voor maatschappij)

Vrijheidsberoving: opsluiting onder een strafregime Vermogensrechtelijke straf: bv. geldboete, verbeurdverklaring, beroepsverbod,...

Private straffen: In functie ve privaat belang/niet in functie v algemeen belang Beroofd worden van een vermogensvoordeel dat men zou hebben genoten, indien verbintenis niet geschonden werd Dwangsom kan ook als private straf worden beschouwd (afhankelijk vd mate waarin deze de schuldeiser ten goede komt)
Voorbeelden: p24

C. De procedure van afdwinging 1. Het verbod op eigenrichting Overheidsmonopolie op fysieke dwang afdwingen van rechten is voorbehouden aan de overheid: Nul ne peut se faire justice soi-mme Evolutie: Privpersonen oefenden zelf wraak uit Beperkt door talio-wet: oog om oog, tand om tand Overheid reglementeert: particulieren kunnen wraakrecht afkopen Privpersonen gedwongen zicht tot overheid te richten Overheidsmonopolie op fysieke dwang 2. Gevolgen van het overheidskarakter van de afdwinging Voorwaarden voor afdwinging: Verkrijgen van uitvoerbare titel: een recht, erkenning krijgen van de gegrondheid van zijn aanspraak inschakeling van de beoefenaar van een openbaar ambt Uitzonderingen: Privilge du pralable Arbitrage Gedwongen tenuitvoerlegging via openbaar ambtenaar De gerechtsdeurwaarder is de openbaar ambtenaar belast met de tenuitvoerlegging van de gerechtelijke uitspraken 3. Uitzonderingen op het verbod op eigenrichting Toepassingsvoorwaarden: men moet beschikken over een recht dit recht moet onrechtmatig bedreigd zijn het eigenmachtig optreden moet door de omstandigheden geboden zijn het eigenmachtig optreden mag niet verder reiken dan voor het vrijwaren van het recht nodig is

Uitzonderingen: 1. Wettige verdediging (alleen tegen een aanval op de fysieke integriteit geen goederen) voorwaarden: a. de aanranding die afgeweerd wordt, moet onrechtmatig zijn b. de verdediging moet noodzakelijk zijn i. de dreiging moet actueel, zeker en ernstig zijn ii. de dreiging mag niet op andere wijze afgeweerd kunnen worden c. de verdediging dient in verhouding te staan tot de aanval 2. Opschortingsrechten a. Exeptio non adimpleti contractus b. Retentierecht

EXEPTIO NON ADIMPLENTI CONTRACTUS ENAC = niet-uitvoeringsexceptie Definitie : In geval van wederkerige overeenkomsten; wanneer de partij die eerst zijn prestatie moet leveren hieraan verzuimt, heeft de andere partij, zonder tussenkomst van de rechter, het recht om zijn eigen tegenprestatie tijdelijk op te schorten, zolang de wederpartij in gebreke blijft. Toepassingsvoorwaarden: - Wederkerige rechtsverhouding - Verbintenis ten laste van de excipiens - Zekere, opeisbare en niet noodzakelijk liquide schuldvordering - Subjectief en objectief ter goeder trouw zijnde excipiens Subjectief: excipiens zelf mag niet aan oorsprong liggen van de niet-nakoming door de wederpartij Objectief: evenwicht tussen tekortkoming van de wederpartij en het eruit voortvloeiende nadeel - Opschorting mag de nakoming van de eigen prestatie niet definitief onmogelijk maken

RETENTIERECHT Definitie: Een recht op grond waarvan de rechtmatige bezitter van andermans zaak (retentor), ertoe gerechtigd is die zaak bij zich te houden zolang zijn opeisbare schuldvordering in verband met die zaak niet is voldaan.
Voorbeelden: p28

Vergelijking met de ENAC: Referentierecht = soms bijzondere toepassing vd ENAC vb. opschorting vd leveringsplicht tot betaling door de koper (art. 1612 BW) 1. Retentierecht als gevolg vd toepassing vd ENAC vb. wederkerige overeenkomst waarvan n verbintenis de afgifte van een zaak tot voorwerp heeft of impliceert, en de andere strekt tot betaling van geld juridische band retentierecht valt samen met exceptie van niet-nakoming 2. Zuiver retentierecht (zelfstandig retentierecht) Gebaseerd op samenhang tussen zaak en schuldvordering die de bezitter van die zaak heeft op de eigenaar. retentierecht = bevoegdheid vd houder van andermans zaak om teruggave vd zaak aan de eigenaar uit te stellen, tot die hem de schuld betaalde die mbt de zaak verschuldigd is 4. Nuancering vh verbod op eigenrichting: buitengerechtelijke oplossing van conflicten a. De algemene categorie vd vaststellingsovereenkomst Een vaststellingsovereenkomst fixeert conventioneel juridische waarheid bij onzekerheid of geschil en sluit elk juridisch tegenbewijs uit. door een vaststellingsovereenkomst is een tegenbewijs in rechte niet meer mogelijk Bewijsovereenkomst legt bewijsmiddelen of bewijslastverdeling vast en sluit welbepaalde bewijsmiddelen uit. Def: Bewijsovereenkomsten zijn overeenkomsten die in tempore non suspecto vastleggen hoe men een bepaalde rechtsverhouding kan bewijzen, mocht er later betwisting over ontstaan ! sluiten tegenbewijzen niet uit b. Soorten vaststellingsovereenkomsten i. Gemeenrechtelijke vaststellingsovereenkomst

Onbenoemde vaststellingsovereenkomst; geen gestalte gekregen in een bijzondere rechtsfiguur geregeld door art. 1101-1369 BW ii. Dadingsovereenkomst Benoemde vaststellingsovereenkomst met wederzijdse toegevingen

Elke partij doet water bij de wijn. legt een tussen partijen bestaande rechtsverhouding definitief vast over rechtsverhouding bestaat geschil of werkelijk toekomstig geschil

Quasi geheel onderworpen aan het gemeen verbintenissenrecht

art. 2044-2058 BW Afwijkingen: Geschrift moet worden opgemaakt onder 375 euro (art. 2044 BW) Dwaling inzake objectief recht is uitgesloten (art. 2052 BW)

Geen uitvoerbare titel, tenzij akkoordvonnis of dading verleden voor notaris

Dading heeft dezelfde waarde als een definitieve eindbeslissing ve rechter, enkel uitvoerbaar met akkoordvonnis van rechter/authentieke akte van notaris iii. Bindende derdenbeslissing

Bindende derdenbeslissing houdt in dat partijen, buiten de wettelijke arbitrage om, een onzeker punt van hun rechtsverhouding aan een bepaalde of bepaalbare onafhankelijke en onpartijdige derde ter beslechting voorleggen en diens beslissing als definitief bindend erkennen.
Voorbeeld: p30 onderaan

Geschil of louter onzekerheid (buiten geschil) in een rechtsverhouding Snelle & efficinte methode om betwistingen/geschillen te beslechten Niet noodzakelijk rechtsgeschillen dading: dading is onder partijen, bindende derdenbeslissing; derde beslecht geschil Geen onderlinge toegevingen Kan ook zonder geschil: onzeker element in rechtsverhouding aanvullen Voorbeeld: p31 bovenaan Marginale inhoudelijke controle Eventuele overeengekomen voorwaarden, richtlijnen In overeenstemming met de redelijkheid en billijkheid Controle door rechter Arbitrage

iv.

Compromis & arbitrage Overeenkomst waarbij de partijen binnen de grenzen van de wettelijke bepalingen daarover een tussen hen bestaande betwisting voorleggen aan het oordeel van derden (scheidsrechters/arbiters), die rechtstreeks of onrechtstreeks door hen zijn aangeduid. Arbitrage = uitvoering van een compromis Juridisch geschil Altijd mbt een geschil; een juridische betwisting Uitvoerbare titel na exequatur Arbitrale beslissing kan na vonnis een uitvoerbare titel worden

SAMENVATTEND OVERZICHT Dading Feitelijk/juridisch geschil Akkoordvonnis Authentieke akte Vernietiging wilsgebreken Art. 2044 et seq. BW Bindende derdenbeslissing Onzekerheid volstaat Authentieke akte Inhoudelijke marginale toetsing Art. 1101 t.e.m. art. 1369 BW Arbitrage Juridisch geschil Na exequatur Beperkte formele toetsing (1704 Ger.W.) Art. 167 et seq. Ger. W.

Voorwerp Uitvoerbare titel Eindbeslissing Toepasselijke bepalingen

c. Bemiddeling Begrip & oorsprong: 2005: wettelijk minimumkader voor bemiddeling (art. 1724-1737 Ger.W.) DEF: bemiddeling = een wijze van geschillenoplossing waarbij een derde (niet-rechter) de partijen begeleidt bij het bereiken van een akkoord dat geheel of gedeeltelijk een einde maakt aan hun juridisch geschil. Bemiddelingsbedingen; bindende kracht Handhaving via dilatoire exceptie ( in te roepen vr verweer, schorsend)

i.

Waarover bemiddelen? (toepassingsgebied)

art. 1724 Ger. W. Elk geschil dat vatbaar is om geregeld te worden via een dading, kan vwp zijn van bemiddeling + toepassingsgebied van de vroegere wet op familiale bemiddeling: ii. Verplichtingen die uit het huwelijk ontstaan Wederzijdse rechten & plichten echtgenoten Ouderlijk gezag Geschillen voortvloeiend uit wettelijke samenwoning & feitelijke samenwoning Echtscheiding/scheiding van tafel en bed

Wie kan bemiddelen?

Erkende bemiddelaars

Belangrijkste voorwaarden erkenning: a. Bekwaamheid in aard van geschil (inhoudelijke competentie) b. Passende vorming & ervaring voor geschil (competentie mbt het bemiddelen) c. Onafhankelijkheid, onpartijdigheid (1726 Ger. W.) Rol erkenningscommissie: Vorming & erkenning bemiddelaars Bepaling vd voorwaarden voor erkenning Opstellen ve deontologische code (art. 1727 Ger. W.) Bijzondere commissies adviseren erkenningscommissie 2 advocaten 2 notarissen 2 niet-advocaten/niet-notarissen

iii.

Geheimhouding

art. 1728 Ger. W.: quasi-absolute geheimhoudingsplicht voor alle deelnemers documenten & mededelingen = vertrouwelijk, niet toelaatbaar als bewijs mogen niet aangevoerd worden in enige procedure (gerechtelijk, administratief, arbitraal,) Bemiddelaars zijn onderworpen aan geheimhoudingsplicht n beroepsgeheim (art. 458 Sw) iv. Soorten bemiddeling

10

2 soorten (gerechtelijk/niet-gerechtelijk): Vrijwillige bemiddeling Startpunt: voorstel tot bemiddeling Schorst verjaring gedurende 1 maand Aanvaarding Nadere bepaling v verloop vd bemiddeling Bemiddelingsprotocol Ondertekening protocol schorst verjaring voor de duur vd bemiddeling Geen uitvoerbare kracht, kan gehomologeerd worden door rechter Gerechtelijke bemiddeling (art. 1734 Ger. W.) Gezamenlijk verzoek partijen Voorstel rechter, toestemming partijen Kan altijd (behalve bij Cassatie) Akkoord kan gehomologeerd worden door rechter

In beide gevallen kan een partij de bemiddeling beindigen zonder dat dit haar tot nadeel kan strekken (art. 1729 Ger. W.)

DOEL VAN HET RECHT A. Recht als maatschappelijk fenomeen Organisatie van het menselijk samenleven Recht & tuchtrecht

Staat = gemeenschap + overheid + grondgebied Maatschappij in een staat = noodzakelijk, volkomen, soeverein Noodzakelijk Iedereen maakt deel uit vd maatschappij willen of niet Volkomen Algemeen, allesomvattend doel Soeverein Oefent hoogste en oorspronkelijke gezag uit

Tucht-/disciplinair recht = binnen gemeenschappen (maatschappijen) waar men vrijwillig kan uit stappen Diverse rechtsorden

1 persoon = lid van verschillende maatschappijen (bv. Vlaams, Belgisch, Europees) Dus valt onder diverse rechtsorden B. Bijzondere doelstellingen van het recht Ordening van de samenleving (politiek) Evenwicht tussen beschermde belangen Privbelang vs gemeenschapsbelang 1. Morele doelstellingen Directe of indirecte consecratie ve morele regel Direct vb. wet tegen vrijwillige doodslag morele regel: verbod op doden Indirect vb. verkeerssignalisaties moeten respecteren indirect ook verbod op doden Onvolledige consecratie van een morele regel Rechtsregels mbt morele waarden kunnen nooit iedereen voldoen. Regels ethisch aanvaardbaar maken

11

2. Materile doelstellingen a. Doelstellingen die hoofdzakelijk gericht zijn op het individu i. Bescherming van de persoon

Fysieke en morele integriteit: Voorbeeld p41 Bescherming van het individu gedurende de uitoefening van welbepaalde activiteiten (vb. wegcode, arbeidsreglement,) ii. Bescherming van de goederen Vrijwaring van privvermogen Sw Vrijwaring van de economische inzetbaarheid van goederen Eigendomsrecht, Sw Bescherming leefmilieu Zee, lucht, rivieren, milieuwetgeving

b. Doelstellingen die eerder gericht zijn op de collectiviteit i. Organisatie van het economisch systeem

12

Economische politiek: optimale verdeling vd schaarste middelen Bescherming vrije markt: 1. Productiefactoren (kapitaal, land, arbeid) = priv-eigendom 2. Particuliere ondernemingen nemen initiatief tot productie (niet van bovenuit gepland) ii. Organisatie van het politiek systeem Staatsinrichting

Belgi = rechtsstaat, scheiding der machten, democratie, parlementaire monarchie, gedecentraliseerd federaal Recht ter realisatie van een sociale politiek

3. Rechtszekerheid en stabiliteit van de juridische verhoudingen a. Algemeen Vermogen juridische gevolgen van handelen in te schatten

Vrijheid individu: zelf levensloop kunnen realiseren: rechtsregels moeten voorspelbaar zijn Relativiteit van het rechtszekerheidsbeginsel

b. Concretisering van het rechtszekerheidsbeginsel Beginselen van behoorlijke rechtsbedeling: Bekendmaking (Staatsblad) Duidelijkheid Coherentie (mekaar niet tegespreken) Juridische stabiliteit

AFGRENZING VAN DE RECHTSREGELS TEGENOVER ANDERE GEDRAGSREGELS A. Algemeen Criterium het is niet zozeer de inhoud die de rechtsregel onderscheidt van de andere gedragsregels Voorbeelden: p44 onderaan

13

B. Afgrenzing van het positief recht tegenover religieuze gedragsregels 1. Laciteit van het rechtssysteem Scheiding kerk en staat Toch samenvallende regels (vb. 10 geboden moord, diefstal, valse getuigenis) 2. Respect van het recht voor de religieuze eigenheid

2. ENKELE BEGRIPPEN INZAKE HET OBJECTIEF RECHT


POSITIEF RECHT = het recht dat op een bepaalde plaats of op een bepaalde tijd geldt De lege lata naar positief recht

De lege ferenda mbt het toekomstig recht Positief recht natuurrecht Natuurrecht = het ideale recht, filosofische school Historische school Kritische bedenking

GEMEEN RECHT EN UITZONDERINGSRECHT OF BIJZONDER RECHT A. Gelijktijdige toepassing van het gemeen recht en het bijzonder recht 1. Primaat van de bijzondere regel als uitzondering op de algemene regel Lex specialis derogat generali Illustraties: p48 2. Afleiding van het bijzonder karakter van een rechtsregel Complexiteit van het onderscheid: illustraties p49 Aankondiging van uitzonderingsrecht: illustratie p50 Algemene opvatting: Privaatrecht = gemeen recht Publiekrecht = uitzonderingsrecht 3. Relatief karakter van de begrippen gemeen recht en bijzonder recht Illustratie: p50-54

14

B. Principe van de restrictieve interpretatie van de bijzondere (uitzonderings)regel Interpretatie per analogiam

Exceptio est strictissimae interpretationis = bijzondere wetten moeten strikt genterpreteerd worden Maar: uitzonderingen! p54 Interpretatie van bijzondere regel

In principe: niet strikt, wel zoals elke regel Voorbeeld p54 onderaan

C. Consecutieve toepassing van de algemene en de bijzondere wet in de tijd 1. Een algemene wet gevolgd door een latere afwijkende algemene wet of een bijzondere wet gevolgd door een latere afwijkende bijzondere wet Lex posterior anteriori derogat 2. Een algemene wet gevolgd door een latere afwijkende bijzondere wet Lex specialis generalibus derogat 3. Een bijzondere wet gevolgd door een latere algemene wet Peilen naar intentie wetgever; voorbeeld p55

FORMEEL EN MATERIEEL RECHT Materieel recht Het materile recht is dat deel van het recht waarin de spelregels van het maatschappelijk gedrag inhoudelijk worden bepaald. (bv. definitie van eigendom, een verbintenis, een misdrijf) Formeel recht Het formeel recht is dat deel van het recht dat de spelregels bepaalt in verband met wat er moet of kan gebeuren bij niet-naleving van het materieel recht. (meestal procesrecht)

15

AANVULLEND RECHT, GEWOON DWINGEND RECHT EN RECHT VAN OPENBARE ORDE A. Principe van de wilsautonomie Recht verleent bindende kracht aan eenzijdige wil of onderlinge afspraken partijen (art. 1134 BW) Wilsautonomie: partijen behartigen hun eigen belangen het best B. Suppletief of aanvullend recht 1. Suppletief recht vult de door partijen gelaten leemtes aan Suppletief recht = modeloplossing van wetgever die geldt bij stilzwijgen partijen Illustraties p57 Suppletieve regel: overeenstemming met vermoedelijke wil van partijen? Wetgever = geacht wil van de partijen voorafgaandelijk te interpreteren geheel van economische, sociale, historische overwegingen Nut suppletief recht: rechtszekerheid

2. Ook Suppletieve rechtsnormen zijn verbindend De suppletieve of aanvullende wetten zijn van toepassing behoudens andersluidende wilsuiting vanwege de belanghebbenden om hiervan af te wijken. C. Dwingend recht 1. (Gewone) dwingende rechtsnormen a. Gewone dwingende rechtsnormen: een bescherming tegen de excessen van de wilsautonomie Gevaar: individu kan autonomie misbruiken recht moet tussenkomen dmv grenzen te stellen aan wilsautonomie Dwingende rechtsnormen: normen die onvoorwaardelijk binden en niet buiten werking gesteld kunnen worden door andersluidende afspraken b. Diverse categorien van personen beschermd door dwingende rechtsnormen Personen niet voldoende matuur/intelligent om zelfstandig te beslissen (voorbeeld p59) Economisch zwakkeren Algemene onbedachtzaamheid gewone burger (illustratie p59 onderaan)

16

c. Beschermingstechnieken Geheel/gedeeltelijk verbod tot stellen van bepaalde gevaarlijk geachte handelingen Verbod om bepaalde clausules op te nemen in contracten Verplichting om bepaalde vormvereisten in acht te nemen

d. Bepaling van het (louter) regelend dan wel dwingend karakter van een regel Norm bepaalt zelf dwingend karakter: voorbeelden p60 Elke verbodsbepaling = dwingend recht Normen van algemeen belang = dwingend Publiekrechtelijke regels = in principe dwingend Privaatrechtelijke regels = in principe suppletief

2. Bijzondere categorie van dwingende wetten: wetten die de openbare orde en/of de goede zeden raken a. Wetten die de openbare orde raken i. Algemene omschrijving van het begrip openbare orde

Bepalingen die de openbare orde raken zijn dwingende bepalingen ter bescherming van de essentile grondslagen van de maatschappij. Algemeen wordt aanvaard dat hieruit voortvloeit dat het verschil tussen een bepaling van dwingend recht en een regel van openbare orde gelegen is in de aard van het belang dat door die bepaling wordt beschermd. Bescherming algemene belangen: openbare orde Bescherming private belangen: dwingend recht Openbare orde = tijdsgebonden en expanderend begrip

ii.

Indicin van het openbare orde karakter van een wettelijke regeling Intentie wetgever blijkend uit voorbereidende werken Vroeger: strafbepaling aanwezig openbare orde Nu: strafbepaling = slechts indicatie Nietigheidssanctie ten voordele van een welbepaalde partij geen openbare orde Onmogelijkheid om te verzaken aan een bepaling van openbare orde

17

iii.

Restrictieve interpretatie van het begrip openbare orde

Het feit dat een bepaalde materie de openbare orde raakt, impliceert echter niet dat alle hieruit voortvloeiende rechten dat karakter hebben. nagaan waarin en waarom ze samenhangt met de essentile vereisten van de gemeenschap of de fundamentele basis van het privaatrecht Bij twijfel; geen openbare orde iv. p63-64 b. Wetten die de goede zeden raken = niet te overschrijden maatschappelijke minimumregel inzake moraal illustraties p64-65 Een aantal toepassingen uit de rechtspraak ter illustratie van het begrip openbare orde

3. Belang van het onderscheid tussen de gewone dwingende wetten en de dwingende wetten die van openbare orde zijn Dwingend recht: relatieve nietigheid Bepaling openbare orde: absolute nietigheid a. Wie kan de nietigheid opwerpen? Relatieve nietigheid Enkel door beschermde partij Absolutie nietigheid Door iedere belanghebbende Rechter ambtshalve Onrechtmatige bedingen resulteren meestal in relatieve nietigheid maar zijn niettemin ambtshalve op te werpen door de rechter (consumentenrecht) Prejudicile vraag aan Europees Hof van Justitie

b. Is het mogelijk om te beschikken over de betrokken rechten? BOEK P 66-67 Suppletief recht Doel Afstand Sanctie vult lacunes in partijafspraken aan voorafgaandelijk Dwingend recht beschermt private belangen van een zwakkere partij/groep nadat het recht verworven is relatieve nietigheid, enkel in te roepen door de beschermde partij/groep Dwingend recht van openbare orde beschermt algemeen belang

18

absolute nietigheid, in te roepen door elke belanghebbende/ambtshalve door de rechter

4. Bescherming van de internationaal privaatrechtelijke openbare orde Wanneer in een rechtsbetrekking buitenlandse elementen vervat zijn, bepaalt het internationaal privaatrecht door verwijzingsregels welk recht van toepassing is. Illustratie p67-68

3. INDELING EN INHOUD VAN HET OBJECTIEF RECHT


INDELINGEN VAN HET RECHT A. Soorten indelingen Rechtsorde = structuur in verzameling van alle rechtsnormen in het recht 1. Indeling naar het voorwerp van de regels Indeling naar voorwerp/activiteit waarop de regels betrekking hebben vb. bouwrecht, medisch recht, milieurecht, consumentenrecht, sportrecht 2. Indeling naar de functie van de regels illustratie: p69 B. Belang van de indelingen Pedagogische waarde Bakent inwerkingssfeer af van beginselen die slechts in 1 rechtssector toepasselijk zijn, bv; Beschikkings-/autonomiebeginsel in het privaatrecht Toegewezen karakter van elke bevoegdheid in het publiekrecht Bepaalde begrippen soms anders genterpreteerd in de ene rechtstak dan in de andere

19

INDELING VAN HET RECHT IN PUBLIEK- EN PRIVAATRECHT A. Criterium van het onderscheid 1. Klassieke onderscheid Summa diviso: opdeling publiek-/privaatrecht 2. Bevraging van het klassieke onderscheid a. Moeilijke classificatie van bepaalde rechtstakken Scherpe afbakening = onmogelijk Illustratie: p70 onderaan b. Vervaging van het onderscheid tussen private en publieke sfeer Overheidstussenkomst in economische & sociale sfeer wisselwerking tussen privaat- en publiekrecht Illustratie p 71

De primordiale functie van het publiekrecht bestaat erin het algemeen belang te behartigen door de organisatie van de staat en het beheer van de openbare diensten, terwijl het in het privaatrecht in hoofdzaak gaat om de verzoening van conflicterende private belangen. Illustratie p 71 Onderscheid = relatief B. Belang van het onderscheid Dwingend karakter van de normen Publiek: openbare orde Privaat: suppletief Eenzijdig karakter Voorbeelden p72 Zwaardere verplichtingen voor de administratie

VERDERE ONDERDELEN VAN HET PUBLIEKRECHT A. Grondwettelijk recht 1. Definitie Bevat fundamentele regels uit het publiekrecht Staatsvorm, bestudeert organen/machten vd staat in hun specifieke functies & bevoegdheden Mensenrechten

20

2. Bronnen formele Grondwet, bijzondere meerderheidswetten, algemene rechtsbeginselen, gewoonterecht,

B. Administratief recht 1. Definitie Positief: het geheel van rechtsregels en beginselen van behoorlijk bestuur dat ten eerste betrekking heeft op de organisatie en de werking van de bestuurlijke overheid bestuurlijke organisatievormen: centralisatie, territoriale decentralisatie, functioneel gedecentraliseerde besturen (bv. NMBSklootzakken, VRT, Belgacom,) Ook preventieve en jurisdictionele rechtsbescherming van de burger tegen de bestuurlijke overheid. Negatief: recht dat betrekking heeft op staatstaak na afscheiding van wetgeving en rechtspraak.

2. Bronnen Wetten & verordeningen: lijst p74 C. Gerechtelijk recht of procesrecht 1. Definitie Begrip: regelt vormvereisten/formaliteiten die een burger in acht moet nemen teneinde van een rechter de afdwinging te bekomen van zijn rechten Organisatie Bevoegdheid Werking

Eigenlijke rechtspraak oneigenlijke rechtspraak (optreden van rechterlijke instantie zonder geschil te beslechten) het bestuur (nemen van bestuurlijke beslissingen) Onderdelen: Gerechtelijk privaatrecht Strafvordering (formeel strafrecht) Geschillen van bestuur (tussen burger en overheid of overheden onderling over het uitoefenen van administratieve functies)

21

2. Bronnen Gerechtelijk wetboek (art. 2 Ger. W.) Wetboek strafvordering Verspreide wetgeving (administratief procesrecht)

D. Strafrecht 1. Strafrecht sensu lato = geheel van publiekrechtelijke regelen die bepalen onder welke voorwaarden aan wettelijk omschreven gedragingen (misdrijven) specifieke sancties (strafrechtelijke sancties) verbonden zijn en die voorschrijven op welke wijze het recht om die sancties op te leggen en uit te voeren, moet worden uitgeoefend door de daartoe bevoegde publiekrechtelijke organen.

2. Materieel strafrecht a. Inhoud Materieel strafrecht omvat de regels betreffende de tijdelijke, ruimtelijke en personele geldingssfeer van de strafwetten en de regels die bepalen onder welke voorwaarden bepaalde gedragingen als misdrijven dienen te worden beschouwd en welke strafrechtelijke sancties hiervoor kunnen worden toegemeten. Misdrijven & straffen Misdrijven = wettelijk omschreven gedragingen waaraan de wetgever sancties heeft verbonden: straffen Misdaden Wanbedrijven Overtredingen Straffen = specifieke sancties waarmee op strafrechtelijke normschendingen gereageerd wordt Vrijheidsberoving Vrijheidsbeperking (bv ontzetting uit bepaalde rechten) Aantasting van het patrimonium Beveiligingsmaatregelen tegenover bijzondere categorien van delinquenten die niet toerekeningsvatbaar zijn (bv krankzinnigen)

22

b. Bronnen Gemeen strafrecht (Sw) Bijzondere strafwetten

3. Formeel strafrecht Formeel strafrecht omvat het geheel van rechtsnormen die de opsporing, de vervolging, het gerechtelijk onderzoek en de berechting van de misdrijven regelen, alsook de regels betreffende de bevoegdheid en inrichting van de publiekrechtelijke instellingen die daarmee belast zijn.

E. Fiscaal recht Geheel van wettelijke regels dat bepaalt welke de verplichte bijdrage is die door de overheid wordt opgelegd aan haar onderdanen, teneinde in het algemeen en zonder aanwijsbare tegenprestatie haar uitgaven te kunnen doen. Grondslag Tarief Verminderingen Vrijstellingen Aftrekbare bestedingen Procedure Wijze van inning Vervolging en verhaalmogelijkheden

Grondwettelijke beginselen Legaliteitsbeginsel (art. 170 Gw) Belasting kan uitsluitend geheven worden op grond van een wet (formele zin) Bescherming tegen de uitvoerende macht Particulieren kunnen met de fiscus over die materie die de openbare orde raakt geen dading sluiten Belastingplichtige (die gedrag heeft afgestemd op fiscaal akkoord) = beschermd door rechter Annaliteitsbeginsel (art. 171 Gw) Overheid moet ieder jaar uitdrukkelijke toestemming vragen van parlement/bevoegde raad om uitgaven te doen + belastingen te heffen Belastingen w jaarlijks gestemd njarigheid van de Rijksmiddelenbegroting (art. 174 Gw)

23

Fiscaliteit en parafiscaliteit Fiscaliteit = belastingen = heffing zonder aanwijsbare tegenprestatie Parafiscaliteit = sociale zekerheidsbijdragen (financiering sociale zekerheid) Belastingen, retributies en verhaalbelastingen Retributie = betaling van een dienst Verhaalbelasting = bestemmingsheffing (bv waarmee de gemeente uitgaven voor infrastructuur geheel of gedeeltelijk kan terugwinnen)

VERDERE ONDERDELEN VAN HET PRIVAATRECHT A. Burgerlijk recht (ius civile) 1. Definitie Het burgerlijk recht omvat het geheel van rechtsregels die de onderlinge verhoudingen regelen tussen de private personen in het algemeen, dit is als burgers, met uitzondering van de bijzondere regels die betrekking hebben op bijzondere categorien van personen. 2. Inhoud Burgerlijk wetboek! a. Vermogensrecht Zakenrecht Verbintenissenrecht Contractenrecht

b. Personen- en familierecht Personenrecht Niet-patrimoniale regels die inherent zijn aan de persoon (bv bekwaamheid, naam, nationaliteit,) Familierecht Privaatrechtelijke verhoudingen tussen gezins- en familieleden (huwelijk, afstamming, echtscheiding, adoptie,)

24

c. Familiaal vermogensrecht Regelt vermogensrechtelijke gevolgen van familiale verhoudingen Huwelijk Ongehuwd samenwonen Overlijden

Huwelijksvermogensrecht enerzijds, schenkingen/testamenten/erfrecht anderzijds

B. Handelsrecht 1. Definitie Afwijkend privaatrecht van toepassing op handelaars en daden van koophandel. Objectieve daden van koophandel limitatief opgesomd in art 2-3 W. Kh.

Handelaar (art. 1 W. Kh.) Natuurlijke personen & rechtspersonen die daden uitoefenen, die bij wet daden van koophandel zijn genoemd, en daarvan, hoofdzakelijk of aanvullend, hun beroep maken Natuurlijke persoon Feitelijke activiteit = bepalend Stellen van daden van koophandel veronderstelt winstoogmerk weerleggen dat men handelaar is door bewijs dat het zonder winstoogmerk is Beroepsmatig, levensonderhoud In eigen naam & voor eigen rekening Hoofd- of bijberoep Vennootschappen Statutair doel = bepalend (art 2, 3 W. Venn.) Doel = stellen van objectieve daden van koophandel vennootschap = handelaar Rechtsvorm vd vennootschap bepalend Afwezigheid van winstoogmerk wilt niet zeggen dat vennootschap niet als handelaar kan worden geclassificeerd Subjectieve daden van koophandel Alle handelingen van de handelaar worden tot bewijs van tegendeel vermoed daden van koophandel te zijn

Handelsrecht sensu lato: recht op intellectuele eigendom verzekeringsrecht transportrecht handelsovereenkomstenrecht vennootschapsrecht

25

2. Bronnen Wetboek van koophandel en uitvoerige bijzondere wetgeving

GEMENGDE WETSTAKKEN Overheid meer en meer bemoeid met relaties tussen particulieren vooral ordenend en beschermend verzorgingsstaat A. Sociaal recht 1. Sociale zekerheidsrecht Geheel van bepalingen op grond waarvan enerzijds aan de sociaalverzekerden uitkeringen worden verschaft wanneer zich in hunnen hoofde een sociaal risico realiseert, en anderzijds de voor de financiering van die uitkeringen vereiste werkgevers-, werknemers- en zelfstandigenbijdragen worden geheven.

Sociaal verzekerden Personen zonder toereikende bestaansmiddelen Uitkeringen Vervangingsinkomens Uitkeringen tot dekking van bijzondere kosten Prestaties in natura Sociaal risico Gezondheidsrisico Ziekteverzekering Arbeidsongevallen Beroepsziekten Demografisch risico Kinderbijslag Pensioen Economisch risico Werkloosheid

2. Arbeidsrecht Geheel van regels die betrekking hebben op de individuele en collectieve verhoudingen tussen privwerkgevers en werknemers die hun arbeid in ondergeschikt verband presteren.

26
B. Economisch recht Moeilijk te definiren; tussen traditionele handelsrecht en administratief recht 1. Handelsrecht Handelsrecht betreft het juridisch statuut en de werking van de onderneming. 2. Economisch recht Economisch recht betreft de economische verhoudingen op de markt. 1) Toegang tot de markt van de onderneming (bv. vestigingsrecht dat bepaalde bekwaamheidsvereisten oplegt) 2) Concurrentie (mededingingsrecht, handelspraktijken) 3) Overheidsoptreden (bv. steunregelingen)

INTERN RECHT TEGENOVER INTERNATIONAAL EN BUITENLANDS RECHT A. Intern, nationaal recht 1. Algemeen Het nationaal recht of intern recht is het recht dan van toepassing is binnen een bepaalde soevereine staat. Soevereine staat = staat is hoogste macht binnen de rechtsorde Grondgebied Permanente bevolking Effectieve overheid Onafhankelijk tegenover andere staten

2. Internationaal privaatrecht a. Definitie Het internationaal privaatrecht omvat het geheel van regels mbt privbetrekkingen die zich niet volledig en uitsluitend binnen een enkele rechtsorde ontwikkelen.

27

Belgisch internationaal privaatrecht: 1) Internationale bevoegdheid van Belgische rechters Onderzoeken of een zaak met internationale elementen in Belgi kan worden behandeld 2) Toepasselijk recht Verwijzingregels: wijzen het toepasselijk recht aan 3) Erkenning en tenuitvoerlegging in Belgi van buitenlandse authentieke akten en vonnissen/arresten Internationaal privaatrecht = onderdeel van intern recht eigen rechtsorde beslist of op haar grondgebied al dan niet buitenlands recht wordt toegepast Publiekrecht: het internationaal privaatrecht kan ook worden beschouwd als een onderdeel van het publiekrecht, omdat het aanwijzen van de toepasselijke (buitenlandse) regel in wezen bepaalt aan welk staatsgezag de betrokkenen in een concrete situatie onderworpen zijn. b. Bronnen Boek p85

B. Internationaal recht 1. Internationaal publiekrecht a. Definitie Internationaal publiekrecht = volkenrecht = geheel van rechtsnormen die de betrekkingen beheersen tussen staten en internationale organisaties en tussen internationale organisaties onderling, en in bepaalde gevallen de betrekkingen tussen staten en natuurlijke of rechtspersonen. b. Bronnen Internationale gewoonten en verdragen c. Inhoud De staten Ontstaan Tenietgaan Grondgebied Aansprakelijkheid Statuut van de zeen, poolgebieden, ruimte Statuut van vreemdelingen, vluchtelingen, diplomaten Regeling van internationale geschillen Economische verhoudingen tussen staten, internationale en regionale organisaties

28

2. Supranationaal recht Bovenstatelijke rechtsorde; ontstaan doordat staten een internationale instelling oprichten waaraan zij een deel van hun soevereiniteit afstaan (art. 34 Gw) Ontstaan nieuwe soevereine staat; eigen rechtsorde die supranationaal wordt genoemd Staten zijn er ondergeschikt aan Recht van de Europese Unie: Europees staats- of institutioneel recht Handels- en economisch recht Procesrecht

Fundamentele kenmerken van het Belgisch Staatsbestel

4. RECHTSSTAAT
PRINCIPE Kenmerken: Vaste, algemene, onpersoonlijke, voorspelbare, democratisch tot stand gekomen rechtsregels Fundamentele rechten & vrijheden van de burgers beperken de bevoegdheid van de gezagsdragers Rechtsregels zijn afdwingbaar voor onafhankelijke rechtbanken

GEBONDENHEID VAN DE DIVERSE OVERHEDEN AAN HET RECHT Evolutie: van bescherming tegen excessen naar gebondenheid van de gezagsdragers aan het recht Nuancering: waarborg van fundamentele vrijheden

29

RECHTSSTAAT EN DEMOCRATIE Democratie: rechtsonderhorigen participeren mee aan het bestuur A. Democratische aanduiding van de gezagsdragers Representatieve democratie op indirecte manier: gezagsdragers aangeduid door verkiezingen Beperkingen deelname verkiezingen? Nationaliteit, leeftijd, verblijfplaats B. Beslissing bij meerderheid, doch bescherming van de minderheid Grondwet verplicht wetgever de rechten & vrijheden van de ideologische en filosofische minderheden te beschermen (art. 11 en 131 Gw) voor communautaire wetten en herziening van de Grondwet moeten minderheden ook meestemmen 3 vormen van rechtsbescherming: Politieke rechtsbescherming Politieke controle; op elke uitvoerende macht wordt controle uitgeoefend bv. ombudsman; bemiddelaar tussen individu en organisatie bemiddelingsfunctie (burger) + controlefunctie (overheid)

Administratieve rechtsbescherming Jurisdictionele rechtsbescherming

EFFECTIEVE RECHTSBESCHERMING Onafhankelijkheid = cruciaal Rechtbanken & rechters moeten onafhankelijk en onpartijdig zijn

WAARBORG VAN DE FUNDAMENTELE RECHTEN EN VRIJHEDEN Fundamentele rechten verankerd in de Grondwet Verruiming draagwijdte Grondwet (economische, sociale, culturele rechten art. 23 Gw) Bescherming fundamentele rechten en vrijheden op eerste plaats (Gw: De Belgen en hun rechten) Uitwerking en afdwinging van grondwettelijke vrijheden

5. SCHEIDING DER MACHTEN


PRINCIPE Wetgevende macht Uitvoerende macht Rechterlijke macht

30

Doel: machtsuitoefening beperken Wetgevende macht Koning, Kamer van volksvertegenwoordigers, Senaat Uitvoerende macht Koning benoeming & ontslag ministers, verlenen van graden in het leger, benoeming van ambtenaren en bepalen van hun statuut, nemen van verordeningen & besluiten die voor uitvoering van wetten nodig zijn, bevel over het leger, verlenen adeldom, benoemen leden openbaar ministerie Rechterlijke macht Hoven, rechtbanken

RELATIEVE SCHEIDING BOEK p92 Samenwerking tussen de 3 machten = onontbeerlijk (illustratie p93) Le pouvoir arrte le pouvior/checks and balances (p93) inmengingsverbod in verhouding rechterlijke & wetgevende macht Rechter mag wel leemtes opvullen (interpretatie); 2 soorten gebreken Intrinsieke lacune = een leemte in een aan het Hof voorgelegde tekst waarvan de vaststelling van de ongrondwettigheid door het Hof in voldoende precieze en volledige bewoordingen wordt uitgedrukt om toe te laten dat de bestwiste bepaling wordt toegepast met inachtneming van de artikelen 10 en 11 Gw. (illustraties p94) Extrinsieke lacune = een leemte die van aard is dat zij noodzakelijk vereist dat een volledig andere regeling wordt ingevoerd die aan hernieuwde maatschappelijke afweging van belangen door de wetgever of een aanpassing van 1 of meer wettelijke bepalingen vereist. (illustratie p94 onderaan)

inmengingsverbod in verhouding rechterlijke & uitvoerende macht Het bestuur dat op grond van zijn discretionaire bevoegdheid een beslissing neemt, beschikt ter zake over een beoordelingsvrijheid om de meest geschikte oplossing te kiezen binnen de door de wet gestelde grenzen. Rechter mag die beleidsvrijheid niet aan het bestuur ontnemen door zich in de plaats van het bestuur te stellen.

31

LEGALITEITSBEGINSEL: UITDRUKKING VAN DE JURIDISCHE VOORRANG VAN DE WETGEVENDE MACHT Legaliteitsbeginsel en residuaire bevoegdheid van de wetgevende macht: Wetgevende macht: bescherming fundamentele rechten residuaire bevoegdheid Uitvoerende & rechterlijke macht: enkel de door hen of door Grondwet uitdrukkelijk toegewezen bevoegdheden + uitvoerende macht = ondergeschikt aan wetgevende macht

ONDERLINGE VERHOUDING TUSSEN DE WETGEVENDE MACHT EN DE UITVOERENDE MACHT A. Feitelijk machtsverlies van de wetgevende macht Verschuiving naar de uitvoerende macht; parlement is bijna louter formeel geworden in uitwerking van de wetgeving 1. Verdwijnen van de natuurlijke tegenstelling tussen regering en wetgevende macht Verdwijnen van de persoonlijke macht van de vorst Parlementsontbinding Vroegere functie: herstellen van evenwicht in geval van conflict tussen het parlement en de uitvoerende macht Nu: parlement kan alleen regering wegsturen indien zij een alternatieve meerderheid voorstelt (art. 96, lid 2 Gw) 2. Overheidsinterventionisme vereist een soepel beslissingsorgaan Traagheid van parlement en soepelheid van de regering: 19e E: liberale rechtsstaat gericht op bescherming van de burger tegen de overheid 20e E & nu: verzorgingsstaat gericht op belangenbevordering door de overheid

B. Naar een nieuwe rol van het parlement? Reactie op machtsverlies: parlementaire onderzoekscommissies

32

ONDERLINGE VERHOUDING TUSSEN DE UITVOERENDE MACHT EN DE RECHTERLIJKE MACHT ! Het principe van de scheiding der machten is op de eerste plaats bedoeld ter waarborging van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. scheiding = groter dan tussen wetgevende & uitvoerende macht A. Onafhankelijkheid van de rechterlijke macht Rechter: volstrekte onafhankelijkheid Rechterlijke onafzetbaarheid in de tijd en in de ruimte (art. 152 Gw) Vaststelling van de rechterlijke bezoldiging bij wet (art. 154 Gw) Rechterlijke onverenigbaarheden (art. 155 Gw)

Tussenkomst uitvoerende macht in rechterlijke macht: Tenuitvoerlegging van gerechtelijke uitspraken Genaderecht Benoeming van de rechters Ontslag ambtenaren van het openbaar ministerie

Overheidsaansprakelijkheid: een fout van de rechter op grond van art. 1382 BW leidt tot een veroordeling van de staat, niet van de rechter persoonlijk. B. Ambivalent statuut van het openbaar ministerie Dubbel statuut vh openbaar ministerie: Treedt op namens hoofd vd uitvoerende macht Treedt op als gerechtelijk orgaan Behoeder van het maatschappelijk belang (openbare orde) Positief & negatief injunctierecht: Positief Minister van Justitie kan (enkel) instructies geven om de strafvordering in te stellen. Negatief Bevoegdheid om instelling van een strafvordering de verhinderen (heeft minister van Justitie niet!)

33

Andere rechtsbronnen

6. RECHTSPRAAK EN GERECHTELIJKE ORGANISATIE


INRICHTING VAN HOVEN EN RECHTBANKEN Rechtbanken Rechtscolleges op het niveau van de kantons & arrondissementen Rechters Vonnissen Hoven Raadsheren Arresten Administratieve rechtscolleges Uitvoerende macht Hoge Raad voor de Justitie Sleutelbepalingen: Grondwetsherziening van 20 november 1998 (inzake art. 151 Gw) Wet van 22 december 1998 tot wijziging van sommige bepalingen van deel 2 Ger. W. Bevoegdheid: werving & opleiding magistraten + externe controle op werking vd rechterlijke macht + evaluatie van magistraten

34

A. Algemene principes 4 principes: 1. Eenheid van de rechtspraak Eensgezindheid in interpretatie van de wetten door de verschillende hoven en rechtbanken = noodzakelijk Gerechtelijke organisatie = piramidaal opgebouwd 2. Dubbele aanleg Uitgangspunt: steeds mogelijkheid tot hoger beroep Eerste, tweede en enige aanleg Tweede = hoger beroep Als hoger beroep niet mogelijk is eerste aanleg = enige aanleg Geen derde aanleg Cassatie, Europees Hof van de Rechten van de Mens, Europees Hof van Justitie derde aanleg; zaken worden niet volledig opnieuw behandeld

3. Specialisatie van de rechtbanken Materile bevoegdheid: elke rechtbank is bevoegd voor geschillen in een bepaald domein van het recht. Bepaalde domeinen van het recht hebben eigen rechtbanken/afdelingen binnen rechtbanken: Strafrecht Politierechtbank Correctionele rechtbank Assisenhof Jeugdrecht Handelsrecht Sociaal recht Burgerlijk recht Militair (straf)recht

Bijzondere samenstelling; specialisatie van een rechtbank laat toe om de samenstelling ervan aan te passen aan de aard van de geschillen (1 of meer rechters, beroepsrechters, lekenrechters, jury) 4. Territoriale organisatie van de rechtbanken Territoriale bevoegdheid: elke rechtbank is slechts bevoegd voor een bepaald grondgebied Kantonaal niveau Laagste niveau 225 kantons in totaal Vredegerecht voor burgerlijke en handelszaken Arrondissementeel niveau 27 gerechtelijke arrondissementen in totaal Politierechtbank, rechtbank van koophandel, arrondissementsrechtbank Provinciaal niveau Assisenhoven, arbeidshoven (door interne opsplitsing in afdelingen) Vijf Hoven van Beroep Hoven van beroep, arbeidshoven Brussel Rechtsgebied: Vlaams-Brabant, Waals-Brabant, Brussel-Hoofdstad Gent Rechtsgebied: Oost- en West-Vlaanderen Antwerpen Rechtsgebied: provincies Antwerpen & Limburg Luik Rechtsgebied: provincies Luik, Namen, Luxemburg Bergen Rechtsgebied: provincie Henegouwen

35

Nationaal niveau Hof van Cassatie Bevoegdheid: hele Belgische grondgebied Internationaal niveau Europees Hof van Justitie, Europees Hof voor de Rechten van de Mens

B. Verschillende burgerlijke rechtscolleges en hun bevoegdheden 1. Vredegerecht Bevoegdheden: 1 vredegerecht per kanton Oorspronkelijk enkel kleine burgerlijke geschillen Bevoegdheden uitgebreid (oa familierecht, huur, landbouw, erfrecht, geesteszieken) Algemene bevoegdheid voor alle burgerlijke/handelsgeschillen onder 1860 euro Alleenzetelende rechter In principe dubbele aanleg Vonnissen zijn vatbaar voor hoger beroep (burgerlijke rechtbank / rechtbank van koophandel) TOT 1240 EURO Boven 1240 euro: cassatie / verzet Voorbehouden bevoegdheden (ongeacht het bedrag) Familierechtelijke geschillen Geschillen over onroerende goederen

36

2. Rechtbank van eerste aanleg in het bijzonder burgerlijke rechtbank 3 afdelingen Burgerlijke rechtbank Correctionele rechtbank Jeugdrechtbank Samenstelling Voorzitter (materile organisatie van de rechtbank) 1 of meer ondervoorzitters Meerdere rechters 1 of 3 rechters 1 of meer kamers van 1 of 3 rechters 3 rechters: bij hoger beroep tegen vonnis van vrederechter of bij tuchtzaken

Bevoegdheid Alle burgerlijke geschillen met uitzondering van sociaalrechtelijke of handelsrechtelijke geschillen Voorwaarde: +1860 euro Voorbehouden bevoegdheden Persoonsrecht Vermogensrecht Onteigening Intellectuele eigendomsrechten Hoger beroep Alleen +1860 euro Voorzitter Kort geding: voorlopige uitspraak (uitspraak bij voorraad) in spoedeisende gevallen om een situatie die onherstelbare schade of ongemakken kan berokkenen aan een persoon te voorkomen of te doen ophouden. verbods- of onderzoeksmaatregelen Beslagrechter Magistraat die speciaal belast is met geschillen betreffende beslagen en middelen van tenuitvoerlegging. Fiscale kamers Wet 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken Aantal rechtbanken van eerste aanleg hebben gespecialiseerde fiscale kamers die kennis nemen van geschillen betreffende de toepassing van een belastingwet

37

3. Rechtbank van koophandel Ontstaan Middeleeuwen (kooplieden die op snelle en pragmatische wijze handelsrechtelijke geschillen beslechtten) Lekenrechters Gekozen uit het bedrijfsleven 3 rechters Voorzitter 1 of meer ondervoorzitters 1 of meer rechters (beroepsmagistraten) Doorgaans: beroepsrechter als voorzitter + 2 handelsrechters

Voorzitter Materile organisatie van zijn rechtbank Kort geding Geschillen over oneerlijke handels- en marktpraktijken + bescherming consumenten Bevoegdheden (algemeen) 3 criteria bepalen de bevoegdheid: De hoedanigheid van de partijen De aard van de betwisting (moeten daden van koophandel zijn) Het bedrag van de vordering +1860 euro Bevoegdheden (bijzonderheden) geen der partijen = handelaar & ongeacht het bedrag Faillissement Handelsvennootschappen Onder 1860: niet vatbaar voor beroep

4. Arbeidsrechtbank Ontstaan Begin 19e E; Conseil des Prudhommes Toen uitsluitend lekenrechters gekozen uit werkgevers, bedienden en arbeiders Samenstelling 1970: arbeidsrechtbanken Nog steeds lekenrechters Ook beroepsrechters Voorzitter, ondervoorzitters; steeds beroepsrechters Bevoegdheid: * Individuele arbeidsbetrekkingen * Betwistingen betreffende sociale zekerheid (arbeidsongevallen, beroepsziekten) 5. Arrondissementsrechtbank Geen zelfstandige rechtbank: voorzitter rechtbank eerste aanleg + voorzitter rechtbank van koophandel + voorzitter arbeidsrechtbank Bevoegdheid: uitsluitend bevoegdheidsconflicten tussen verschillende rechtscolleges

38

6. Hof van beroep Organisatie 5 hoven van beroep die als beroepsinstantie voor de rechtbanken in de arrondissementen fungeren 3 soorten kamers: Kamers voor burgerlijke zaken Kamers voor correctionele zaken Jeugdkamers Bevoegdheid Hogere beroepen tegen vonnissen eerste aanleg (eerste aanleg + koophandel); +1860 euro Behandelen zaak opnieuw (in rechte en in feite) Bevestigen of hervormen vonnis (vonnis a quo) Samenstelling Eerste voorzitter Kamervoorzitters Raadsheren Kamers zijn samengesteld uit 1 voorzitter + 2 raadsheren Alleenzetelende rechter is ook toegelaten

39

7. Arbeidshof Bevoegdheid Hogere beroepen tegen de vonnissen van de Arbeidsrechtbanken Samenstelling Beroepsmagistraten + lekenrechters Mutatis mutandis gekozen Kamers die zitting houden met een raadsheer in het Arbeidshof + 2 of 4 raadsheren in sociale zaken

8. Hof van Cassatie Taak Toezien op de juiste toepassing van de wet door de hoven & rechtbanken Doet geen onderzoek/uitspraak over feiten Samenstelling Eerste voorzitter Voorzitter 30 raadsheren

3 kamers Burgerlijke- & handelszaken Strafrechtelijke zaken Bevoegdheid van de arbeidsrechtbanken Elke kamer heeft een Frans- en een Nederlandstalige afdeling Parket-generaal dat als taak heeft in alle zaken een advies uit te brengen

C. Administratieve rechtbanken Evenwicht tussen rechterlijke en uitvoerende macht Angst voor Gouvernement des juges T sterke rechterlijke controle = ondemocratisch Oplossing: administratieve rechter Dreiging overheidswillekeur Controle op overheid, begrensde tussenkomst

Geschillen over politieke rechten Belgische Grondwetgever koos voor een middenpositie tussen Franse en Engelse rechtssysteem Voor geschillen over burgerlijke rechten is uitsluitend de voor het leven benoemde gewone rechter bevoegd Geschillen over politieke rechten behoren in beginsel ook tot de bevoegdheid van de gewone rechter, al kan de wetgever daarvoor een andere rechter bevoegd maken door bijvoorbeeld administratieve rechtscolleges in te stellen parlement oefent directe of indirecte controle uit; administratief rechtscollege kan enkel bij of krachtens een wet worden ingesteld Illustraties p277

40

Hof van Cassatie waakt over bevoegdheidsverdeling Bevoegdheidsgeschillen tussen de gewone rechter en de administratieve rechter zijn door de Grondwet opgedragen aan het Hof van Cassatie Oprichting Raad van State Ter bescherming van de burger tegen onrechtmatig overheidshandelen (BOEK P277) BEGINSELEN VAN DE BURGERLIJKE RECHTSPLEGING A. Lijdelijkheid van de rechter en beschikkingsbeginsel der partijen Beschikkingsbeginsel; partijen zelf bepalen grenzen van geschil Nemen initiatief tot het aanhangig maken van een zaak voor de rechter, bepalen welke partijen betrokken worden, voortzetten of afstand nemen van geding, bepalen voorwerp/oorzaak van geding + leveren bewijs Eerder passieve rechters; waken erover dat geschil wordt behandeld volgend procedurele regels Kan ambtshalve onderzoeksmaatregelen bevelen; 1 vd partijen dient dit uit te voeren

B. Verschillende stadia van de rechtspleging SCHEMA BOEK P279 1. Inleiden van de procedure a. Dagvaarding van de verweerder door de eiser Dagvaarding = oproeping om binnen 8 dagen voor de bevoegde rechtbank te verschijnen waarin het voorwerp en de middelen van de eis vermeld staan Door gerechtsdeurwaarder overhandigd aan verweerder (of wie op zijn woonplaats is), die tekent voor ontvangst ! weigert verweerder te tekenen; tekent deurwaarder Verzoekschrift = goedkopere manier om een zaak aanhangig te maken voor een rechtbank = verzoekschrift aan de griffie van de bevoegde rechtbank Vrijwillige verschijning; door beide partijen vrijwillig, zonder dagvaarding/verzoekschrift

b. Inschrijving op de algemene rol van de rechtbank Algemene rol = register van alle zaken die bij een rechtbank aanhangig gemaakt zijn Rolrecht betalen Doorhaling doet het geding vervallen

41

3. Rechtsmiddelen Door een rechtsmiddel aan te wenden poogt een partij een nieuwe beslissing te verkrijgen in een geschil waarin al uitspraak is gedaan. Gewone rechtsmiddelen: Hoger beroep Verzet

Buitengewone rechtsmiddelen: a. Verzet Procespartij waartegen een verstekvonnis is gewezen kan voor alle zaken (n keer) verzet aanwenden zaak wordt opnieuw behandeld door de rechtbank die bij verstek uitspraak heeft gedaan Cassatie Herroeping van het gewijsde Derdenverzet Intrekking

b. Hoger beroep Hoger beroep is een rechtsmiddel waardoor een beslissing in eerste aanleg gewezen, aan een hogere rechter wordt voorgelegd, die de zaak opnieuw volledig behandelt. +1240 euro vrederechters +1860 euro eerste aanleg / koophandel ! noch Gw, noch EVRM erkennen het recht van hoger beroep Hoger beroep kan worden ingesteld vanaf de uitspraak en uiterlijk binnen 1 maand na de betekening van de uitspraak. Ingeleid met dagvaarding/verzoekschrift Zelfde regels van procedure als in eerste aanleg Ook slechts n keer mogelijk Vanaf betekening in hoger beroep nog 3 maand om een voorziening in cassatie te stellen. Bij misbruik van recht op hoger beroep (tergend en roekeloos hoger beroep) kan die partij tot schadevergoeding worden veroordeeld.

c. Voorziening bij het Hof van Cassatie Mogelijk tegen beslissingen die in laatste aanleg zijn gegeven (meestal hoger beroep). Cassatie behandelt de zaak niet volledig opnieuw; gaat enkel na of de beslissing niet werd genomen met overtreding van een wettelijke bepaling, verkeerde interpretatie van een wet, of schending van een substantile/op straffe van nietigheid voorgeschreven vormvereiste. Ingediend bij verzoekschrift Procedure is volledig schriftelijk 2 soorten beslissingen: verwerpen of verbreken (casseren) Verwerping: onontvankelijk (laattijdig), ongegrond Gevolg vernietiging: zaak verwezen naar een rechtbank of hof in de hoogste feitelijke aanleg van dezelfde rang als het rechtscollege dat de bestreden beslissing gewezen heeft (behandelt zaak opnieuw in feite en in rechte). Bindende beslissing bij dubbele cassatie: tegen de nieuwe beslissing kan opnieuw in cassatie gegaan worden. Steunt dat cassatieberoep op dezelfde gronden als het eerste, dan zal de rechter die een derde maal uitspraak moet doen, dezelfde uitspraak doen.

42

4. Gezag en kracht van gewijsde Gezag van gewijsde Het houdt in dat de jurisdictionele uitspraak geldt als wettelijke waarheid en de partijen zonder meer bindt. Kan slechts in vraag worden gesteld dmv rechtsmiddelen.

Kracht van gewijsde Na het verstrijken van de termijnen voor het aanwenden van rechtsmiddelen wordt de jurisdictionele handeling definitief en onaantastbaar = kracht van gewijsde Res iudicato pro veritate habetur; wat de rechter besloten heeft is de waarheid

43

Vous aimerez peut-être aussi