Vous êtes sur la page 1sur 16

POLDERGEEST

NIEUWSBULLETIN STICHTING REGIONALE ARCHEOLOGIE GHEESTMANAMBOCHT ARCHEOLOGISCHE WERKGROEP KOP VAN NOORD-HOLLAND
Jaargang 6, nr. 13 oktober 2011

t Huys te Nuwendore heropend

Afbeelding 1 De heropende Nuwendoorn (ter plaatse aangeduid als t Huys te Nuwendore) vanaf de Westfriese Omringdijk.

Inhoud Poldergeest 13
Onze archeologische passie vraagt om nieuwe uitdagingen......................................................2 Silkes column .............................................................................................................................3 De veldnamen van Schagen ........................................................................................................4 Nieuwe periode RAG ..................................................................................................................5 Publieksdag Nuwendoorn...........................................................................................................5 Archeologische onderzoeken in Sint Pancras in 2011 ...............................................................8 Archeologie als passie - 60 jaar AWN........................................................................................9 Warmenhuizen, Dorpsstraat, een onderzoek dat anders had gemoeten ................................12 Historisch theaterpark Justerland ...........................................................................................13 Van de penningmeester ............................................................................................................14 Overzicht donateurs .................................................................................................................14 Scherven in het duin .................................................................................................................14 RAGenda ...................................................................................................................................16

-1-

Onze archeologische passie vraagt om nieuwe uitdagingen


Mag het ook misschien een onsje mr zijn? Werk aan de winkel! Ger Kalverdijk
eze smeekbede om mr vulling van de puntzak hoorde ik veelvuldig nog in de buurtwinkel van Oudkarspel tot ik met ongeveer 18 jaar het oudernest uitvloog. Altijd maar druk in de weer, de vrouw achter de snoepflessen en het kasboek op de toonbank, de man in het magazijn of op weg om de bestellingen op te nemen. Als zij boften hadden ze een manusje-van-alles (MvA) om daarna met de mandfiets de boodschappen te bezorgen. Nu mijn cijfers zijn omgedraaid hebben de L- en XLsupers de buurtwinkels verdreven, maar leert de oververhitte economie ons hopelijk weer normaal te doen, dus te consuminderen. De vergelijking van onze RAG en WKNH met zon Sbuurtwinkel ligt wel wat voor de hand: (1) weinig personeel om (2) de flinke klandizie te allen tijde aan (3) een beperkt assortiment van (4) degelijke waren te helpen. Dit beeld drong zich bij mij op bij het lezen van de voor RAG wel complimenteuze woorden van Monique in haar laatste Ragebol, waarin zij als secretaris afscheid neemt. Met waardering voor haar veelzijdige kwaliteiten was zij een goede ambassadrice n een grote MvA voor RAG. Wij respecteren haar verlangen naar andere uitdagingen en danken haar hartelijk voor de trouw waarmee zij jarenlang onze winkel heeft gediend. (1) Aanvulling van het personeel is daarmee wel dringend geworden. Wij hopen weer een nieuwe kandida(a)t(e) te vinden, die haar functie, wil overnemen. Ook uw voorzitter lijkt door ziekte de houdbaarheidsdatum na zon 10 jaar wel te zijn genaderd. (2) Hartelijk welkom aan de nieuwe donateurs, o.a. degenen die op de Nuwendoorn-dag onze geslaagde RAG-manifestatie in Eenigenburg bezochten! Wij hebben er in 2 jaar 20 bij gekregen en de teller staat nu op 70. De afgedrukte lijst op volgorde van postcode is gemakkelijk om uw buren in onze regiosuper te leren kennen. (3) Wij verheugen ons erop, dat we onze donateurs kunnen ontmoeten op de lezingen en excursies, die we organiseren, soms ook samen met COOG en

andere historische verenigingen. De Poldergeest, de website en de PowerPoint zijn in ons RAGassortiment onmisbaar voor de communicatie en dragen alle drie het hofleverancierkroontje van Jaap. (4) Zijn artikelen van deze POLDERGEEST zijn eveneens van degelijke kwaliteit. Uit de veldwerkverslagen van Frans in Warmenhuizen en Wijb in St.Pancras blijkt dat de gemeente Harenkarspel een voorbeeld kan nemen aan de gemeente Langedijk wat betreft bescherming van het archeologisch erfgoed! Met toestemming van de Chronyck van Bergen konden we een aardig artikel van Ru Waalewijn overnemen. Na het bijwonen van het 60-jarig AWN-jubileum in Leiden onder het devies Archeologie, een passie voor iedereen hebben wij de accu extra geladen om nieuwe uitdagingen aan te gaan. Je krijgt die energie vanzelf door te leren van de ervaringen van andere werkgroepen. Hieronder een paar nieuwe plannen voor de toekomst: Museum Westflinge m.n. Arie de Boer, vroeg ons een speciale archeologiehoek rond een nieuw aangeschafte vitrine te verzorgen. Daaraan zal Frans meewerken met bijzondere vondsten uit de wijde regio en uit het provinciaal depot. Mogelijk gaan Stg. RAG en Stg. COOG op uitnodiging meewerken aan Justerland, o.a. in de vorm van een boek, dat kan dienen het bezoek aan het park in het Geestmerambacht te bevorderen. We zijn er trots op dat onze beide werkroepen de ingeslapen Afdeling 2 van de AWN op 9 november in de Nieuwe Nes van de WKNH nieuw leven zullen hebben ingeblazen. Daardoor hopen we (met meer menskracht) meer schappen in de vergrote Mwinkel te kunnen vullen met meer lezingen, excursies, cursussen, schooleducatie en veldwerk in het gebied van geheel noordwest Noord-Holland! Wellicht kan de POLDERGEEST ook verder groeien tot een dikker afd.2- blad!? Tenslotte: de RAGenda toont activiteiten, die we van harte aanbevelen!

-2-

Silkes column
Silke Lange

lak voor mijn vakantie belde Ger Kalverdijk me op. Hij vroeg of ik zin had om in de Poldergeest een stukje over de archeologie van Heiloo en daarom heen te schrijven. Misschien met wat mooie plaatjes erbij? En of ik er zin in had, maar nu was ik op weg naar Duitsland. Terug van vakantie begin ik vandaag aan mijn eerste column. Waar zal ik het eens over hebben, wat zal ik kiezen? Er is zoveel gebeurd op archeologisch gebied in de regio. En vooral ook in de gemeente Heiloo, gelegen op de middelste strandwal van Noord-Kennemerland, tussen Limmen en Alkmaar. Maar ook in Egmond en Bergen zijn archeologen aan de slag gegaan. En dan de talrijke waarnemingen van oplettende amateurarcheologen in de regio! Telkens weer enorm belangrijk voor gemeenten die het nieuwe archeologische bestel en de invoering van het Verdrag van Valetta nog niet helemaal onder de knie hebben. Het zijn juist deze waarnemingen die beleidsmakers kunnen gebruiken om het lokale archeologische beleid te specificeren. Goed, nu verlies ik me in een deel van de archeologie dat achter de schermen op kantoor wordt bedreven. Verre contacten en een heilig eiland Tijdens mijn vakantie ben ik ook geweest in het prachtige slot Gottorf in het Duitse stadje Schleswig. Vlak voor de Deense grens en in de buurt van het vroegmiddeleeuwse Haitabu. De archeologische afdeling in het kasteel kan ik iedereen van harte aanbevelen. Van de Steentijd over de Bronstijd, IJzertijd naar de Middeleeuwen. Vuurstenen gereedschap uit de Erteblle en Hamburger cultuur, bijlen en hamers uit de Bronstijd en IJzertijd, een wollen muts uit de IJzertijd, gevonden in het veen. Heerlijk om hier te struinen! En, een hele vitrine is ingericht over het vuursteen van het eiland Helgoland. Het eiland volgens de Romeinse schrijver Tacitus gelegen aan de rand van de bewoonde wereld en een heilig eiland voor de Germaanse volkeren. Vuursteen van Helgoland kent een dichte structuur, een beetje melkachtig. Het bijzondere en unieke is de dieprode kleur van de steen. Ook vandaag de dag worden er sieraden van gemaakt en op het eiland aan gretige toeristen verkocht. In de vitrine hangt een verspreidingskaart van vuursteen uit Helgoland. Ik mis een sterretje in het noordwesten op de kaart, net onder Alkmaar. Want ook in Heiloo is ooit vuursteen uit Helgoland gevonden. Een van de beroemde vuurstenen sikkels in totaal zijn het vier en een bronzen exemplaar komt van het Duitse Waddeneiland en heeft de karakteristieke rode kleur. De sikkels zijn al meer dan tachtig jaar geleden per toeval gevonden. Tijdens het

afgraven van een binnenduintje aan de Krommelaan, een zijweggetje van de Kennemerstraatweg. Ze stonden netjes op een rij, met het bronzen exemplaar in het midden. Een offer aan de goden? In elk geval een opmerkelijke vondst. En het bewijs voor contacten over grote afstanden. Had het eiland Helgoland met de hoge rotsen en de rode vuursteen al een heilige betekenis in de Bronstijd? En, waren de bewoners vertrouwd met deze betekenis?

Afbeelding 2 Palenkrans op natuurlijke verhoging (duintje) met veengroei ertegen aan. Bronstijd.

Nieuwe inzichten Sinds enige tijd zijn archeologen opnieuw bezig in en om de Krommelaan. Het straatje met de rare, scherpe bocht waarschijnlijk volgt de Krommelaan het relif van het voormalige duintje valt in het plangebied Zuiderloo. Dit gebied ligt tussen Heiloo en Limmen. In de afgelopen jaren kwam hier de een na de andere archeologische verrassing aan het licht. Zoals de ontdekking van twee paalkransen, waarvan n met een dub-

-3-

bele palenkrans en menselijke crematieresten, akkers, waterkuilen, paden. De nieuwe gegevens plaatsen ook het sikkeldepot in een nieuw licht. De sikkels zijn begraven aan de rand van een areaal dat in de Bronstijd tot en met de IJzertijd intensief door mensen is gebruikt. En ingericht. We weten sinds de vondst van crematieresten dat de palenkransen toebehoren aan grafheuvels. Van de heuvels zelf is meestal niks over gebleven. Erosie heeft de grond verplaatst, en de grootschalige zandwinning in de vorige eeuw voor de aanleg van straten en wegen heeft de rest gedaan. Ook binnen de palenkrans met dubbele palenstelling heeft een grafheuvel gelegen. En van deze heuvel eigenlijk moet ik zeggen heuvels (het zijn meer fasen) zijn nog resten terug gevonden. Hulde aan Ron Weer was het een amateur die aan het eind van een lange dag nog de vondst van 2011 heeft gedaan. Terwijl de professionals zonder succes het vlak hadden afgepiept met de metaaldetector, ging onze man onverstoord nog eens het vlak over. Vijf uur, vrijdagmiddag. De spullen waren al opgeruimd, men verheugde zich op het weekend. Op dat moment zei Ron (de man in kwes-

tie): ik heb hier een behoorlijk signaal. Weifelend kwamen de archeologen terug. Hoe groot was hun verbazing als er een complete hamerbijl met het restant van een houten steel aan het licht kwam! Blijkbaar hebben ijzerdeeltjes uit het grondwater zich aan de steel gehecht en hebben deze deeltjes het signaal veroorzaakt. Opnieuw een vondst die past in een rituele omgeving. Geduld Ik beloof dat ik in de volgende columns dieper op de onderwerpen zal ingaan. Over de hamerbijl aan de voet van de grafheuvel, over de palenkransen en het houtgebruik, over losse vondsten en het verhaal er achter. Maar ook over archeologie en hoe we ermee omgaan. Als genteresseerde (amateur)archeologen, beleidsmakers, bewoners en projectontwikkelaars.
Silke Lange is werkzaam als archeologe en houtspecialiste bij Biax consult in Zaandam (www.biax.nl) en als promovenda verbonden aan het Instituut voor Cultuur en Geschiedenis van de Universiteit van Amsterdam. Zij onderhoudt als archeologische adviseur veel contacten met gemeenten en amateurarcheologen. Sinds 2008 is zij directievoerende archeologe voor de gemeente Heiloo voor het plangebied Zuiderloo-Zandzoom.

Bezoek ook Poldergeest on line, de website van de Stichting RAG

www.rag-archeologie.nl
Ok voor actuele agendagegevens

De veldnamen van Schagen


Karel Numan

ver Schagen en het verleden - ver en nabij - van Schagen is een flink aantal boeken verschenen, geschreven door diverse auteurs. Over de veldnamen van Schagen, maar ook over de namen van polders, wegen, dijken, boerderijen en huizen is echter niets te vinden. Door toeval maar wat heet toeval stuitte ik op veldnamen in het verpondingsregister van 1686. Vervolgens vond ik er vele in de transportregisters vanaf 1555 tot 1814, terwijl ook de hypotheken vier tot 1910 er nog vele bevatten. Het Meertensinstiuut kende een klein aantal veldnamen uit het Schagense. En tenslotte had Arie Kapitein in 1987 op zijn rondje langs vele landbezitters in Schagen nog een behoorlijk aantal veldnamen uit hun mond kunnen noteren. Het boek dat ik inmiddels heb geschreven, draagt als titel De veldnamen van Schagen, een zoektocht naar hun verleden.
Op 22 oktober heeft Karel Numan tijdens de jaarvergadering van COOG een lezing gegeven over dit onderwerp, waarbij hij in ging op alle aspecten van het boek. RAG-donateurs van wie bij ons het e-mailadres bekend is, zijn via e-mail op de hoogte gesteld van deze lezing.

-4-

Nieuwe periode RAG


Monique Zwetsloot

en aantal keer heb ik de rubriek Ragebollen verzorgd, maar nu neem ik zelf afscheid op de bestuursvergadering van dit najaar! Het gaat momenteel erg goed met de RAG. We staan aan de vooravond van een hernieuwde oprichting van afdeling 2 van de AWN. Een voorlopig bestuur wordt gevormd.

De reacties op ons blad Poldergeest zijn nog steeds goed. Dus op het hoogtepunt weggaan is denk ik geen gek idee. Ik heb momenteel gewoon te veel bestuursfuncties. Sinds 2 jaar zit ik ook in het bestuur van Scoronlo, de historische vereniging van Schoorl en omstreken en 1 historische vereniging vind ik wel genoeg, ook al ben ik historica van huis uit. Dit najaar gaat weer opnieuw een cursus regionale geschiedenis van start in de Oorsprong, Damweg, Schoorl, die ik zelf geef, dus in de semiprofessionele sfeer ga ik alweer meer doen met mijn studie! In november volgt nog een vervolgcursus waar u nog voor kunt intekenen. Ik heb echter een eigen milieuadviesbureau genaamd MIMA gericht op de klimaatverandering door de opwarming van de aarde en de nieuwe duurzame samenleving. MIMA staat voor Milieu Management. Ook de eurocrisis bewijst dat we komen aan de grenzen van de groei en de grenzen van onze aardbol. De globalisering gaat mede door internet nu zeer snel. Maar goed,. Dit is niet het platform voor politieke discussies. Hoeft ook niet, want aandacht voor ons verleden behouden in deze internet-tijd is belangrijk genoeg. Ik hoop u allemaal te ontmoeten op 9 november en de andere bijeenkomsten van COOG en RAG. Ik blijf uiteraard wel lid.

Afbeelding 3 Monique Zwetsloot

Publieksdag Nuwendoorn
Jaap van Rossum
e herinrichting van het terrein van het voormalige kasteel De Nuwendoorn is afgerond. Ter plaatse is het kasteel t Huys te Nuwendore gedoopt, maar hier houden we de naam Nuwendoorn aan. Het is een van de dwangburchten van Floris V. Na de dood van Floris V is het kasteel verwoest. Het kasteel is later herbouwd, maar door een dijkdoorbraak in 1370 weer verdwenen. Pas in 1946 werd de Nuwendoorn opnieuw ontdekt. Nadat de fundamenten waren gevonden is het in de jaren 60 door de toenmalige Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek archeologisch onderzocht. Het terrein is toen tot Rijksmonument verklaard. Vervolgens zijn de fundamenten met beton afgedekt. In 2008 is wederom archeologisch onderzoek uitgevoerd, dit maal door Archeologisch Bureau Hollandia (zie

Poldergeest 8)*. In 2005 is door de architect Paul van Vliet een ontwerp gemaakt voor de herinrichting van het terrein. In 2009 is de restauratie daadwerkelijk begonnen. De werkzaamheden zijn voor een groot deel uitgevoerd door jongeren van Herstelling Den Helder en Amsterdam. De fundamenten van de Nuwendoorn zijn op eigentijdse wijze gereconstrueerd, zodat de bezoekers een beeld krijgen van hoe het kasteel er ooit heeft uitgezien. Er zijn muren opgetrokken en op de plaats van de vroegere donjon is een 25 meter hoge stalen toren gebouwd. De gedachte achter de toren is te laten zien hoe vroeger de Nuwendoorn uit het landschap oprees. In de nok van de toren staan in uit metaal gestanste letters vier dichtre-

-5-

gels van Melis Stoke. Zij vertellen op eigen wijze het verhaal van de omgeving (Afbeelding 5). De letters zijn ontworpen door Atelier Ren Knip uit het Friese Pingjum, dat ook de bankjes heeft ontworpen die op het kasteelterrein en langs de Westfriese Omringdijk staan (Afbeelding 1).
Afbeelding 6 Voormalige brug naar de voorburcht met de authentieke pijlers (2008). Afbeelding 7 Huidige brug naar de voorburcht. De authentieke pijlers zijn er niet meer (2011).

Buiten het kasteelterrein is een deel van een voormalig trac van de Westfries Omringdijk zichtbaar gemaakt. De Westfriesedijk zou namelijk oorspronkelijk vlak langs de Nuwendoorn hebben gelopen (Afbeelding 8 en Afbeelding 9). De voltooiing van de restauratie van het kasteelterrein was reden voor een feest in de vorm van een publieksdag. Deze dag vond plaats op zaterdag 23 juli 2011, nadat op 6 juli het rijksmonument heropend was door gedeputeerde mevrouw Elvira Sweet en burgemeester Evert Vermeer van Harenkarspel.

Afbeelding 4 De nieuwe ingang van de hoofdburcht van De Nuwendoorn

Overigens waren niet alle bezoekers even enthousiast over de nieuwbouw op het terrein. Ook het verwijderen van restanten van de historische brugpijlers bij de brug naar de voorburcht (Afbeelding 6 en Afbeelding 7) waren aanleiding voor een kritische noot.

Afbeelding 5 De dichtregels onder het dak van de toren. Deze regels zijn van Melis Stoke. Zij beschrijven zeer beeldend wat er gebeurde in de tijd dat de zee door de kust brak en grote delen van het huidige Noord-Holland keer op keer overstroomde. Dit was een milieuramp zonder weerga, waarbij je je kunt afvragen waarom de mensen van toen in dit gebied zijn blijven wonen. Vrij vertaald staat er: Het is ongelogen waar (het is echt waar), maar veel land (en mensen) is (zijn) verdronken. Je ziet daarvan nog veel sporen (letterlijk: je treft nog veel graven aan), als het mooi weer is (en je kennelijk de tijd kunt vinden om je omgeving eens goed in je op te nemen). Het jaartal 1421 verwijst naar een van de grootste watervloeden in onze jonge geschiedenis: de Sint Elizabethsvloed. Met dank aan Willem Messchaert voor deze toelichting.

Afbeelding 8 Reconstructie van de situatie rond de Nuwendoorn in de periode tussen ca. 1287 en 1375. 4 = Rekerdam, 1264; 5 = 'Huys ten Nuwendoorn', ca. 1287-1375; 6 = 'Grave van Egmonts Uytlant'; 7 = reconstructie ligging rede van Krabbendam met (schut?)sluis (sluis waargenomen in 1961 door C. Wagenaar)

Afbeelding 9 Het gereconstrueerde trac (dijkje langs de sloot) van een oorspronkelijk deel van de Westfriesedijk, gezien vanaf de toren van de Nuwendoorn, zie ook Afbeelding 8.

-6-

De provincie, sinds de jaren 80 van de vorige eeuw eigenaar van het kasteelterrein, had groots uitgepakt. Vanaf 11.00 uur vond er op het kasteelterrein een doorlopend programma plaats. Ruim 500 genteresseerde bezoekers bezochten die winderige zaterdag het kasteelterrein, dat nu openbaar toegankelijk is. Er waren onder meer troubadours (Troubadours en zo, bestaande uit Jozka van Vuure, Gerbrand Dijkstra en Maria Karsten) die middeleeuwse muziek speelden (Afbeelding 10). De Compagnie van Brederode, een groep huurlingen uit de 15e eeuw, lieten de middeleeuwen herleven, terwijl De Lepelaar de bezoekers trakteerde op vergeten groenten uit de regio. Er waren rondleidingen op en rond het kasteelterrein, die verzorgd werden door beleidsmedewerker Kunst en Cultuur Willem Messchaert en RAG-bestuurslid Frans Diederik. In het Museum Surmerhuizen was een tentoonstelling ingericht met de mooiste vondsten van het kasteel. Het museum zal overigens de openstelling van de toren gaan verzorgen. Diederik Aten (van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier) gaf s middags in de kerk van Eenigenburg twee maal een lezing.

en Martin Veen en de RAG-gers Hans van der GeestDonkers, Monique Zwetsloot en Wijb Ouweltjes voor hun hulp bij de voorbereiding en uitvoering van deze dag. De deelname van RAG aan deze publieksdag bood een mooie en succesvolle gelegenheid om naar buiten te treden.

Afbeelding 12 Kerk van Eenigenburg op de terp. Afbeelding 10 De Troubadours en zo (boven) zingen en spelen in volle borst het Oudhollandse lied: Daar was e wuf die spon... (rechts). Afbeelding 11 t bezongen Wuf

In dit rustieke, op een terp gebouwde kerkje werd vanaf 11.00 uur door de Stichting Regionale Archeologie Gheestmanambocht (jawel, uw eigen RAG!) een presentatie verzorgd over de geschiedenis van de omgeving. Deze presentatie bestond uit een kleine tentoonstelling van kaarten, boeken en andere documentatie over het Geestmerambacht. Ger Kalverdijk verzorgde een viertal halfuurlezingen (Afbeelding 13). Ook was er een speciaal voor deze dag samengestelde, doorlopende PowerPointvoorstelling. Deze gaf in vogelvlucht een beeld van de bewoningsgeschiedenis van het Geestmerambacht van de Steentijd tot de Nieuwe Tijd**. Veel bezoekers toonden belangstelling voor de succesvolle RAG-stand. Stichting RAG mocht deze dag dan ook vier nieuwe donateurs inschrijven. We heten deze nieuwe donateurs van harte welkom. Tot slot bedanken we Ceciel Nyst, Judith Fraune, Annebeth van Duinen

Afbeelding 13 Ger Kalverdijk weet de belangstellenden te boeien met de geschiedenis van het Geestmerambacht.
* Wie meer wil weten over het in 2008 uitgevoerde archeologisch onderzoek, verwijzen we graag naar het onderzoeksrapport Huys Ten Nuwendoorn: Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven, Hollandia reeks 275. U kunt dit rapport downloaden van www.hollandia-archeologie.nl.

** Wie deze PowerPoint heeft gemist of hem nog eens rustig wil
bekijken: hij staat op onze website www.rag-archeologie.nl (rubriek Archief). De PowerPoint is gemaakt door uw redacteur en webmaster Jaap van Rossum.

-7-

Archeologische onderzoeken in Sint Pancras in 2011


Wijb Ouweltjes

n 2011 zijn in Sint Pancras twee proefsleuvenonderzoeken gedaan. Op 21 en 22 juni is onderzoek verricht aan de Benedenweg 212 en op 11 juli aan het Kerkplein 13 op het terrein van de familie Schot. Bij beide onderzoeken is ook Jan Bijpost namens de archeologiegroep van Koedijk aanwezig. Van het onderzoek aan de Benedenweg zijn door Charles Barten een aantal fotos gemaakt. Benedenweg 212 Het onderzoek aan de Benedenweg is uitgevoerd door de medewerkers van RAAP, t.w. Rogier de Groot, Twan van Rooy en Jelle Mijnen. Het graafwerk is gedaan door Ren Bruin uit Oudkarspel.

Uit de sterk verstoorde bovenlaag van de proefsleuf zijn enkele vondsten te melden. Een stenen beeldje (Afbeelding 14 en Afbeelding 15), een enkel stukje bot en wat puin. Datering is door de verstoring niet mogelijk. Er is een 1,70 meter diepe kuil gegraven tot op de vrijwel onverstoorde strandwal. In het verticale profiel zijn donkere laagjes aanwezig. Deze laagjes sediment zijn een poos tot rust gekomen en daarna weer overstoven, is de mening van Thijs Nales, de fysisch geoloog van RAAP, die in de loop van de middag het onderzoek komt begeleiden. Het volledige onderzoeksrapport zal ons worden toegestuurd, maar is tot heden nog niet verschenen.

Afbeelding 14

Afbeelding 15

Kerkplein 13 Het proefsleuvenonderzoek aan het Kerkplein door Archeologisch Onderzoeks- en Adviesbureau De Steekproef bv te Zuidhorn is in twee etappes uitgevoerd. Na een inventariserend booronderzoek in oktober 2008 zijn er op 16 en 17 juni 2009 en op 11 juli 2011 in totaal zes sleuven gegraven. Het laatste onderzoek vindt plaats op de plek van een inmiddels gesloopte schuur. De verwachting is, dat in tegenstelling tot het eerste onderzoek, waarbij het duidelijk werd dat de gehele onderzochte oppervlakte van het terrein tot een diepte van circa 0,7 tot 1,25 meter onder het maaiveld is verstoord, het op de plaats van de schuur niet het geval is. De weinige sporen die in de sleuven zijn gevonden dateren vermoedelijk tussen 1750 en heden. Er zijn drie mogelijk middeleeuwse sporen gevonden, maar de date-

Afbeelding 16

-8-

ring is onzeker. In de grondsporen zijn geen structuren te herkennen. Op het onderzochte terrein is de bodem dusdanig vergraven dat eventueel aanwezige archeologische waarden grotendeels zijn vernietigd. Het onderzoek van 11 juli 2011 onder de schuur maakt hierop geen uitzondering.

De samenwerking met Elma, nu en in 2009, Nikolaas en Paolo is heel plezierig. Het volledige Streekproefrapport 2009-06/13 ISSN 1871- 269X is in ons bezit en kunt u inzien

Archeologie als passie - 60 jaar AWN


Jaap van Rossum

aterdag 24 september 2011 vierde de AWN, de vereniging van vrijwilligers in de archeologie, haar jubileumdag 60 jaar AWN in het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) in Leiden. Ger Kalverdijk, Monique Zwetsloot en Jaap van Rossum, bestuursleden van RAG (als stichting lid van AWN), waren die dag van de partij. Zij maakten van de gelegenheid gebruik verschillende contacten te leggen, o.a. met Chris de Bont, die in oktober 2012 voor RAG en/of AWN Afd. 2 een lezing zal verzorgen.

Archeologie van Nederland, die iedereen kon bezoeken. Daarnaast waren er drie sessies met lezingen en discussie. In deze Poldergeest zullen we onze schijnwerper met name richten op deze drie sessies. Sessie 1 De eerste sessie had als thema Archeologie en het historische landschap. De inleiders waren prof. drs. Jelle Vervloet en dr. Chris de Bont, beide historisch geograaf aan Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Vervloet stelde in zijn inleiding dat weliswaar per 1 januari 2012 formeel de cultuurhistorie is geborgd in nieuwe bestemmingsplannen, maar dat dit naar verwachting in de praktijk niet erg veel zal opleveren. Het gaat er niet alleen om dat monumenten worden beschermd, maar dat dit gebeurt inclusief hun landschappelijke context. Dus niet alleen de molen beschermen, maar ook zijn biotoop. Niet alleen monumenten beschermen, maar ook bijvoorbeeld zichtlijnen. Archeologische monumenten zijn sinds Malta redelijk goed beschermd, maar moet deze bescherming niet verder uitgebreid worden naar historische landschappen? Vervloet zei hier zijn best voor te hebben gedaan, maar hij heeft het tot zijn spijt niet voor elkaar gekregen. Terwijl de archeologie door Malta al lang in wetgeving verankerd is en daarom ook niet voor niets onder het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap valt, ressorteert de bescherming van het historisch landschap onder het ministerie van Landbouw en heeft daardoor onvoldoende wettelijke basis. Wie moet het historische landschap dan wel beschermen? De Afdeling Landschap van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) kan hier niet heel veel betekenen, aldus Vervloet. Ook van de commercile archeologische onderzoeksbureaus verwacht hij niet veel. Nee, de bescherming van het historische landschap moet het hebben van de universiteiten en van onderop. Met dit laatste bedoelt Vervloet de burgers, de vrijwilligers, de historische verenigingen. Zij moeten proactief worgen en druk uitoefenen op de overheid om landschappelijke belangen te verdedigen. De RCE blijft overigens wel belangrijk om de

Afbeelding 17

Het jubileumprogramma werd om 10.15 geopend door o.a. Tonnie van de Rijdt - van de Ven, algemeen voorzitter van de AWN. De officile opening werd verricht door Arno Brok, voorzitter van de VNG-commissie onderwijs, cultuur en sport en burgemeester van Dordrecht. Hierna volgde de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst tussen de AWN en de Nederlandse Jeugdbond voor Geschiedenis (NJBG). De opening werd besloten met de uitreiking van de Zilveren legpenning aan de Afdeling Archeologie van de gemeente Eindhoven. Het interessante programma bestond uit verschillende activiteiten die in het museumgebouw plaatsvonden. En ervan was natuurlijk de nieuwe tentoonstelling

-9-

juiste afwegingen te maken van zaken die bijvoorbeeld heel zeldzaam zijn.

Afbeelding 18 Rijksmuseum van Oudheden in Leiden

De Bont vervolgde de sessie met een betoog over de relatie tussen amateurs en professionals, waarbij hij het begrip amateur overigens ziet als een geuzennaam. Sinds zijn proefschrift Vergeten land (2009) is verschenen, is die relatie volgens hem sterk verbeterd. Lokale archeologieamateurs zijn vaak zeer goed op de hoogte van de situatie in hun gebied. Bij hen kunnen professionals veel kennis op doen. Als voorbeeld noemde hij de kwestie over de zijtwinde in het Geestmerambacht (zie Poldergeest 10, mei 2010), waarbij professionals de mist in gingen door zich onvoldoende op de hoogte te stellen van lokale kennis en daardoor op de verkeerde plek zijn gaan graven, vervolgens niets vonden en mogelijk ten onrechte concludeerden dat er ook niets was. Amateurs en professionals hebben elkaar nodig. Amateurs vanwege hun lokale kennis en professionals vanwege hun bredere kijk. Zij moeten met elkaar in gesprek komen. Samen kunnen zij een geweldige kwaliteitsslag maken. Om dit te bewerkstelligen zou er eigenlijk een speciale functionaris in het leven geroepen moeten worden om als trait dunion te fungeren tussen amateur en professional. Sessie 2 Het thema van de tweede sessie was Archeologie verrijkt de geschreven geschiedenis. In deze sessie kwamen drie sprekers aan het woord. De eerste was prof. dr. Jos Bazelmans (RCE en VU Amsterdam) met als onderwerp 'Ons verleden: de archeologie doet er toe'. Hij ging in op de eerste twee van de 50 vensters van de Geschiedeniscanon van Nederland: Hunebedden (tijd van jagers en boeren tot 3000 v. Chr.) en De Romeinse Limes (tijd van Grieken en Romeinen 3000 v. Chr. tot 500). Door aan deze periode slechts twee vensters te wijden -zo stelt Bazelmans- bewijzen de voor de Canon verantwoordelijke historici incompetent te zijn waar

het gaat om de periode vr 1000 v. Chr. Hij stelt voor de twee genoemde vensters te vervangen door vijf andere: 1. Menswording (het ontstaan van het verschil tussen mens en dier); 2. Kolonisatie van de wereld (fenotypische diversiteit: de verspreiding van de mens vanuit de gemeenschappelijke oorsprong: Afrika); 3. Domesticatie van dieren en gewassen (dit venster komt het dichtst bij het oorspronkelijke venster Hunebedden en gaat over het ontstaan van het onderscheid tussen huis en erf enerzijds en de buitenwereld anderzijds); 4. Verspreiding van Indo-Europese talen en culturen (culturele diversiteit: het ontstaan van sociale verschillen tussen de klassen, maar ook tussen mannen en vrouwen); 5. Staats- en imperiumvorming (het ontstaan van de relatie tussen de individuele persoon en de staat, vgl. venster Limes). In zijn voordracht hekelde Bazelmans voorts de tegenwoordige postmodernistische tendens om in de geschiedschrijving vooral de kleine verhalen centraal te stellen (zoals volgens hem ook het geval is op de tentoonstelling Archeologie van Nederland in het RMO). Hij verdedigt de noodzaak ook de grote verhalen te blijven vertellen. Hierin ziet hij ook een taak voor de amateurhistorici en -archeologen. Zij hebben volgens Bazelmans inmiddels al veel op de kaart gezet.

Afbeelding 19

De tweede spreker in de tweede sessie was drs. Ivar Schutte (R.A.A.P.). Zijn onderwerp was 'Niet alleen barakken; Archeologisch onderzoek als voorzet voor historici'. Wat voegt archeologisch onderzoek naar resten en sporen uit de Tweede Wereldoorlog (WOII) toe aan de kennis over deze periode? Alles is toch uitgebreid gedocumenteerd in schriftelijke bronnen? Aan de

- 10 -

hand van een voorbeeld, nl. van archeologisch onderzoek op de Grebbeberg naar koepelkazematten, loopgraven en stoplijnen, toonde Schutte aan dat dit soort onderzoek veel bijdraagt aan nieuwe en aanvullende informatie en dit zonder bias, zoals in de literatuur nog wel eens voorkomt. Helaas ontbrak de tijd in deze sessie om een tweede interessant voorbeeld te behandelen, nl. het archeologisch onderzoek naar restanten van Kamp Amersfoort. Op het gebied van archeologisch onderzoek naar resten en sporen uit WOII liggen voor amateurarcheologen overigens nog veel kansen. Veel WOII-terreinen zijn immers nog vogelvrij. De laatste spreker in deze sessie was prof. dr. Jos Koldeweij (K.U. Nijmegen). Hij sprak over pelgrimstekens en andere insignes. Dit is een archeologische bron voor cultuurhistorisch onderzoek. Amateurarcheologen zijn in belangrijke mate toeleverancier van pelgrims- en andere middeleeuwse insignes. Deze verraden een maatschappelijk fenomeen en een bijzondere cultuurhistorische praktijk, die uit geschreven bronnen maar spaarzaam bekend is. Op de vernieuwde website www.kunera.nl is o.a. een database te vinden van pelgrimstekens en andere insignes. Het is ook mogelijk om alle op de website opgenomen bedevaartplaatsen op de kaart te zien.

Afbeelding 20 Tijdens de jubileumdag was er een gevarieerd programma.

Sessie 3 De laatste sessie was een debat over de gewenste rol van vrijwilligers in de archeologische monumentenzorg en hoe die gerealiseerd kan worden. De inleiders waren hier AWN voorzitter Tonnie van de Rijdt - van de Ven, Jan-Jaap de Haan, wethouder Cultuur, Werk & Inkomen gemeente Leiden, Dorien Froling, directeur ADC Archeoprojecten en Cees van Rooijen, RCE, Consulent archeologie en cultuurlandschap. Van de Rijdt opende de sessie met de stelling dat vrijwilligers in de archeologie drie rollen vervullen: zij zijn onmisbaar bij het bevorderen van de publieke betrokkenheid met en het creren van maatschappelijk draagvlak voor de archeologie. Daarnaast kunnen de vrijwil-

ligers een waakhondfunctie vervullen. Met deze laatste rol kon wethouder De Haan niet geheel instemmen. Hij is van mening dat er in de politiek voor de belangenbehartiging van de archeologie genoeg ruimte is. Hij waarschuwde de vrijwilligers niet op de publiekrechtelijke stoel te gaan zitten. Hiermee loop je het risico jezelf onmogelijk te maken, wat het er niet leuker op maakt, maar wat ook niet productief is. Niet iedereen in de zaal ging geheel met deze gedachtegang mee. Froling stelde dat archeologische bedrijven niet alleen moeten steunen op wetgeving en werkprocessen, maar ook op wat archeologie betekent voor amateurs en andere belangstellenden. ADC doet veel aan educatie en werkt graag samen met amateurs, al verschilt de kwaliteit van deze samenwerking per regio. In de discussie, die later volgde, pleitte Ger Kalverdijk van de Stichting RAG voor meer amateurs in erfgoedcommissies. Daardoor kan men o.a. tijdig betrokken worden bij (bureau)onderzoeken. Goed ingevoerde amateurarcheologen kunnen soms meer betekenen dan commercile, dus haastige professionals. Van Rooijen ziet dat in grote gemeenten met eigen archeologische afdelingen de zaken wel goed zijn geregeld, maar dat juist in kleine gemeenten zich problemen kunnen voordoen. Zij kunnen wel wat hulp gebruiken, bijvoorbeeld van amateurs. Hierop voegde Kalverdijk toe, dat het goed zou zijn archeologisch onderzoek in kleinere gemeenten regionaal aan te pakken, het liefst met amateurs gegroepeerd rond een regionaal aangestelde archeoloog, die adviezen kan geven. Van Rooijen: op vrijgegeven plekken is er ruimte voor amateurs om onderzoek en opgravingen te doen (wel in overleg met de gemeente en na goedkeuring van RCE). Hij waarschuwde er echter wel voor dat amateurs zich niet moeten laten misbruiken! De waakhondfunctie ziet Van Rooijen als sluitstuk van de belangenbehartiging. Beter is het om samen te werken en zo betoogde later in de discussie ook de wethouder- ervoor te zorgen dat je als amateur vroeg in het proces zit. Later in de discussie werd aan archeologische clubs het advies gegeven vooral ook samen te werken met historische verenigingen. Deze hebben vaak veel meer draagvlak (meer leden) onder de bevolking. Vanuit de zaal werd tijdens het debat geopperd dat de drie rollen, die Van der Rijdt in het begin van de sessie opsomde, niet door alle AWN-leden worden herkend; zij willen opgraven e.d., maar liever geen juristerij. Tot slot memoreerde een van de aanwezigen n.a.v. de waakhonddiscussie, dat de handhaving in het geval bouwactiviteiten, die in strijd zijn met archeologische regelgeving, de politie niet altijd op de hoogte blijkt te zijn van de betreffende wetten en regels. Illegaal graven is formeel een economisch delict en hier staan hoge boetes op, maar dit wordt door het gezag niet altijd onderkend!

- 11 -

Warmenhuizen, Dorpsstraat, een onderzoek dat anders had gemoeten


Frans Diederik

ealarmeerd door Piet Mosch, dat er groot graafwerk plaatsvond in het centrum van Warmenhuizen, trok de Archeologische Werkgroep Kop van Noord-Holland begin april 2011 naar de plek des onheils. Tot onze grote verbazing had de gemeente, zonder vooronderzoek nodig te vinden, toestemming gegeven tot het graven van de bouwput van 16 bij 16 meter in een archeologisch zeer belangrijk gebied.

Laag 3 = een kleilaag van ongerijpte vette klei met veel kleine stukjes verslagen veen, een duidelijke overstromingslaag die waarschijnlijk elfde-eeuws is. Laag 3A = een pakket wier dat door de mens is gelegd op de flank van de terp als bescherming tegen (zee)water dat klaarblijkelijk aan de oostzijde aanwezig was. Laag 4 = een blauwgrijze vette laag klei met veenpikkels, door de mens aangebracht als ophoging. Laag 5 = een pakket geelgroene zware klei waarin veel fosfaten zitten. Fosfaten zijn afkomstig uit (dierlijke) mest. Het is waarschijnlijk dat hier langdurig vee is gestald geweest of heeft gelopen. Laag 6 = eenzelfde laag, maar met duidelijk minder fosfaten, hetgeen duidt op een ander gebruik van de grond. Laag 7 = een dik pakket bruine humeuze klei die sterk is doorgewerkt als tuin en erf.

Afbeelding 21 Voormalige boerderij Dorpsstraat 185 Warmenhuizen, waar na de sloop toch nog archeologisch onderzoek plaats vond.

Het tweede profiel, iets dichter tegen de straat aan, gaf in principe dezelfde opbouw, maar daar stak op de plaats van het wier in profiel 1 een laag as van haardvuur tussen de kleilagen in. De vondsten uit de verschillende lagen liggen alle qua datering dicht bijeen: uitsluitend donkergrijze kogelpot, een enkel stukje Pingsdorf en Andenne, geven aan dat de terpophoging hier plaatsvond vanaf het eind van de twaalfde eeuw, tot in de dertiende.

Bij aankomst lag er al een pakket zand van een meter dik, hetgeen gelijk weergaf hoe veel grond er al was weg gegraven. In overleg met de eigenaar was afgesproken dat we aan de westrand van de put de profielen zouden vrijleggen. Verder onderzoek was derhalve uitgesloten. Er zijn twee profielen gemaakt in de flank van de grote dorpsterp, die zich op dat punt al in het straatniveau manifesteert. Het erf van het perceel oostelijk van de put ligt bijvoorbeeld al 40 centimeter lager dan de straat ter hoogte van het profiel. De top van het profiel steekt daar nog een halve meter bovenuit. Er werden in totaal 8 verschillende lagen waargenomen die de verscheiden ophogingen van dit deel van de terp weergeven. Laag 0 = de laag met wadafzettingen die hier rond 1200 v. Chr. zijn afgezet. Laag 1 = een laagje veen; een restant van het veen dat het gehele gebied heeft bedekt tussen 1200 v. Chr. en de Late Middeleeuwen toen Warmenhuizen overstroomde door water uit de Zijpe. Laag 2 = een laagje humeuze klei; waarschijnlijk een oude akkerlaag waarin veen en afgezette klei zijn vermengd.

Afbeelding 22 Profiel in de hoek

Afbeelding 23 Middelste profiel tot 2m50 onder de straat

Later materiaal werd uitsluitend in de geroerde bovengrond aangetroffen. We kunnen dus veilig zeggen dat de terpaanleg/uitbreiding heeft plaatsgevonden n een

- 12 -

flinke overstroming (waarschijnlijk 1170) en dat al in de dertiende eeuw de noodzaak van verdere ophoging kwam te vervallen. Dit beeld past geheel in de gedachte dat de Westfriese Zeedijk rond 1250 werd gesloten. Een tweede bouwput die niet had gemogen Eveneens in het voorjaar werd op het hoogste punt van de dorpsterp een oud pand afgebroken om plaats te maken voor een nieuw, zij het, dat de gevel moest blijven staan vanwege de monumentaliteit ervan. Helaas hadden de ambtenaren ten stadhuize ook hier geen aandacht voor archeologie. De sleuven voor de nieuwe

fundering waren dusdanig breed dat, archeologisch gesproken, de gehele top van de terp tot een diepte van tachtig cm is verwoest. Dit kan blijkbaar allemaal, ondanks het feit dat gemeenten de verplichting hebben tot zorg voor het archeologisch erfgoed. Een slechte beurt! Het was dan ook heel moeilijk in de sleuven nog enige stratigrafie of sporen te herkennen. Ook hier ging het om een ophogingspakket dat vol zat met voornamelijk dertiende-eeuws aardewerk, met n bijzondere uitzondering: een fragment van een kleine luiklok. Het zal voorlopig wel een raadsel blijven hoe dit voorwerp tussen het afval op de terp terecht is gekomen.

Historisch theaterpark Justerland


Jaap van Rossum

et recreatiegebied Geestmerambacht krijgt er mogelijk een attractie bij: Justerland (juster is oudfries voor gisteren). Volgens de initiatiefnemers, de Stichting Justerland, wordt het een historisch theaterpark dat beoogt de geschiedenis te vertellen van NoordHolland in de periode van het jaar nul tot het jaar duizend. In het park kunnen bezoekers o.a. kennismaken met Bataven, Romeinen, oude en nieuwe Friezen, Franken, Angelsaksen en Vikingen. Daarnaast krijgen zij moerassige veengronden te zien met hier en daar een zandrug, een moerasbos, duinen en water. Dit laatste in de vorm van een groot meer, kreekjes en kleine riviertjes. Dit alles moet komen in het deelgebied De Druppels (Afbeelding 24 en Afbeelding 25).

welwillend tegenover de plannen. Er is een wijziging van het bestemmingsplan nodig. Door het schrappen van rijkssubsidies is het nodig te kijken hoe het recreatieve aanbod versterkt kan worden en de inkomsten verhoogd kunnen worden. Een themapark als Justerland kan hier een bijdrage aan leveren, te meer daar Justerland zelf voorziet in groen/natuurrealisatie en beheer, aldus de gemeente Langedijk. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente heeft de gemeenteraad dan ook voorgesteld om in principe akkoord te gaan met de vestiging van het historisch themapark Justerland in het deelgebied De Druppels van het recreatiegebied Geestmerambacht. De beslissing is nog niet genomen.

Afbeelding 25 Justerland in deelgebied De Druppels Afbeelding 24 Deel van de maquette van het in het Geestmerambacht te realiseren Justerland.

De Stichting Justerland heeft inmiddels contact gehad met de Stichtingen RAG en COOG om te bekijken in hoeverre men iets aan elkaar heeft.
Meer over Justerland: www.justerland.nl

De Stichting Justerland heeft een principeverzoek ingediend bij de gemeente Langedijk. De gemeente heeft vervolgens een quick scan laten uitvoeren naar de mogelijkheden. Het college van Langedijk staat niet on-

- 13 -

Van de penningmeester
e meeste donateurs hebben hun financile bijdrage aan de Stichting RAG inmiddels aan ons overgemaakt. Hiervoor onze hartelijke dank. Op de betaling van enkele donateurs wachten wij echter nog. Aan hen het vriendelijke verzoek hun bijdrage 2011 van minimaal 7,-- over te maken op betaalrekening 779146 t.n.v. Stg Reg Arch Gheestmanambocht te Alkmaar.

Overzicht donateurs
De Stichting RAG heeft op het ogenblik 70 donateurs. Misschien vraagt u zich wel eens af: Wie zijn dat allemaal? Zijn er mensen bij die ik ken?" Om deze vragen te beantwoorden, publiceren wij eenmalig de namen en woonplaatsen van al onze donateurs. Zij zijn gerangschikt op postcode.
Naam H.J. Tijssen R.v. Zuijlen Freek Metselaar Gerard Langedijk/J. Langedijk-Tromp Arie Leyen Marinus Rinkel H. Langendijk-Berkhout Tanja Kuiper Ed Vleugel Drs J.F.N. Cornelisse B. (Bertus) Hoeve P.J. Droog Wijb Ouweltjes Langedijker Verleden Peter Bitter J. van den Kommer J.J. Verhoog J.J.M. (Jac) Moras Arend Grijsen K.C. (Karel) Numan Frans Diederik J.E.B. van der Geest-Donkers R. de Ruiter Klaas Westra Els van Westrienen P.C. (Piet) Mosch Mark Dekker Mevr. M. Zwetsloot T. de Wilde K. Westra Wim Dekker Hans Buiteman M. Barsingerhorn Mevr. G. Nieuwenhuis Theeuwis Kuijs Postcode + Woonplaats 1621 AK Hoorn 1721 EC Broek op Langedijk 1721 PN Broek op Langedijk 1722 KL Zuid-Scharwoude 1722 KS Noord-Scharwoude 1722 KS Zuid-Scharwoude 1722 ZE Zuid-Scharwoude 1723 KG Noord-Scharwoude 1724 NV Oudkarspel 1724 NZ Oudkarspel 1724 PK Oudkarspel 1724 RD Oudkarspel 1724 SK Oudkarspel 1724 SV Oudkarspel 1724 TB Oudkarspel 1733 VK Nieuwe Niedorp 1738 CC Waarland 1738 DC Waarland 1741 AG Schagen 1741 TE Schagen 1742 AD Schagen 1744 JC Eenigenburg 1746 BA Dirkshorn 1749 AA Warmenhuizen 1749 AN Warmenhuizen 1749 BP Warmenhuizen 1749 CA Warmenhuizen 1749 CN Schoorldam 1749 CT Warmenhuizen 1749 CV Krabbendam 1749 GZ Warmenhuizen 1749 VK Warmenhuizen 1749 VN Warmenhuizen 1749 XN Warmenhuizen 1749 XN Warmenhuizen Naam Henk E. Komen Mevr. C. Boon Mw. G.J. de Vries Jaap van Rossum Charles Barten Angelique Schoonderwoerd Simon l'Ami Roel van der Vlugt Dirk v. d. Wielen Jack Muis Karin v.d. Veer Johan v.d. Molen Harry Olie Otto Koedijk Anton Bal Siem Wognum C. A. Schulz A. de Boer, St. Westflinge Marielies van Lente, St. Baduhenna A. Kaan Ger Kalverdijk S. J. Bakker Martien Mol J.Muelink J.H. ter Burg Bauwe van Dijk C.J. Jonker W.S. Janssen Cor Visser N.P. Stroet Lia Vriend-Vendel Noord-Hollands Archief A.W. Roest-Hartland J.C. de Boer W. v. Schaik Postcode + Woonplaats 1771 MD Wieringerwerf 1782 TJ Den Helder 1811 NN Alkmaar 1815 GV Alkmaar 1825 HH Alkmaar 1826 KZ Alkmaar 1827 DB Alkmaar 1827 NE Alkmaar 1831 BE Koedijk 1831 BH Koedijk 1834 AL St Pancras 1834 AN St Pancras 1834 AN St Pancras 1834 AZ St Pancras 1834 EC St Pancras 1834 EC St Pancras 1834 TN St Pancras 1834 ZG St Pancras 1851 BL Heiloo 1851 ML Heiloo 1852 CG Heiloo 1852 RA Heiloo 1871 AD Schoorl 1871 BJ Schoorl 1871 GT Schoorl 1871 HC Schoorl 1871 SB Schoorl 1871 TR Camperduin 1873 JH Groet 1906 DP Limmen 1906 WD Limmen 2001 DA Haarlem 3024 TX Rotterdam 3445 DG Woerden 3737 RB Groenekan

Scherven in het duin


Ru Waalewijn

rcheologen kunnen aan de hand van glas- of potscherven veelal een stuk historie aan de omgeving van de vindplaats toevoegen. In Alkmaar zijn het vaak scherven uit beerputten in de oude binnenstad, die een inzicht geven in de gebruiken en de welstand van haar bewoners uit het verleden. Ook het Sterkenhuis is in het bezit van een verzameling scherven, o.a. opgegraven op de plaats waar vroeger het huis Rampenbosch stond.

Door de mobiliteit en reislust de laatste anderhalve eeuw, wordt het steeds moeilijker een betrouwbare analyse te geven over allerlei vondsten. Zo worden schelpen meegenomen van verre stranden en gesteenten al of niet met fossielen uit gebergten, waar ook ter wereld. Aardewerk, porselein en glaswerk is wereldwijd overal te koop en zal voor toekomstige archeologisch onderzoek veelal geen enkele aanwijzing geven.

- 14 -

Voor de scherven op de paden in het Berger duingebied moet teruggegaan worden naar 1954. Er speelden hiervoor in die dagen twee zaken. In de agrarische sector was een stroming die de kunstmest verfoeide en de biologisch dynamische bedrijfsvoering aanhing. Voorts was de prijs van koper, oud ijzer en andere metalen in die dagen vrij hoog. Een wonderlijke combinatie van oorzaken zou men denken, maar toch

Afbeelding 26 Baakmeerdijk te Bergen

De gemeente Bergen stortte al jaren haar huisvuil op een terrein aan de zuidzijde van de Baakmeerdijk (Afbeelding 26) nabij het begin van de Oosterdijk, thans nog te herkennen aan de abnormale hoogte ten opzichte van de omgeving. Dit huisvuil was van vr het zo maar te noemen plastic tijdperk en in tegenstelling tot het hedendaagse product ook nog voorzien van GFT. Wel was het gelardeerd met onder anderen afgedankte metalen voorwerpen, glas, porselein en steengoed. Uit het raadsverslag van januari 1924 blijkt dat toen al belangstelling was voor het beltcompost. Er werd een prijs vastgesteld van 0,40 per m3. In de loop der jaren was de belangstelling verdwenen.

In de beginjaren 1950 echter had de stroming Bergense biologisch dynamische agrarirs, in de leer van ir. O. J. Cleveringa, wederom de waarde van het beltcompost onderkend en het oog laten vallen op de belt aan de Baakmeerdijk. In contact hierover met de dienst gemeentewerken werd een grondmonster geanalyseerd waaruit bleek, dat in het gecomposteerde huisvuil de nodige waardevolle meststoffen, zoals kalk, stikstof, fosfor e.d. voorkwamen en voor de grond de ozo belangrijke micro-organismen en sporenelementen bevatten. Naast dit gegeven klaagde de chauffeur van de huisvuilauto, dat woonwagenbewoners uit Alkmaar op verschillende plaatsen op de huisvuilbelt naar oude metalen aan het zoeken waren. Het was net of een kolonie stokstaartjes (bekend van de hedendaagse televisiebeelden) aan het graven was. Uit allerlei mangaten zag men telkens happen grond boven het maaiveld uit komen. Het gevolg hiervan was dat de auto het risico liep vast te komen zitten in zon gat. Mij werd, als opzichter in dienst van gemeentewerken Bergen, verzocht hieraan paal en perk te stellen. Om deze kampers blijvend te weren zou dagelijks toezicht van de politie nodig zijn, hetgeen onuitvoerbaar was. Met de belangstelling vanuit de agrarische sector in het achterhoofd werd een overleg met de schatzoekers gestart, dat uitmondde in een deal. De gemeente zou zeefhorren beschikbaar stellen en de gezeefde compost verkopen. Van de opbrengst hiervan kwam de helft beschikbaar voor de kampers, terwijl zij alles wat ze tegen kwamen en van hun gading was, mochten behouden. Zo startte de gemeente een composthandel waarbij aan gegadigden (afnemers) tevens de mogelijkheid werd geboden, dat voor het verspreiden van de grond over hun land, zij de beschikking konden krijgen over de zoutstrooier voor de gladheidbestrijding. Voor het restproduct bleek belangstelling vanuit het duinbeheer, om de zanderige paden beter begaanbaar te maken en zo is het gekomen zoals Wim Sonneveld in zijn act als Frater Fernantius zou zeggen. Door het instorten van de prijs voor de oude metalen verdween ook de belangstelling van de woonwagenbewoners voor dit project en stortte ook de composthandel in, maar tot op de dag van vandaag is n van de gevolgen hiervan in het duingebied nog steeds waarneembaar.

Dit artikel verscheen eerder in de Berger Chronyck van de Historische Vereniging Bergen.

Afbeelding 27 Begroeiing in het landschap bij Bergen-Oost

- 15 -

RAGenda
Carla Rogge geeft op zaterdag 21 april 2012 een rondleiding in en rond de Oude Ursulakerk en de Sint-Ursula en Gezellinnenkerk in Warmenhuizen. Kijk voor definitieve tijdstippen op www.rag-archeologie.nl Chris de Bont, historisch geograaf (blz. 9), houdt in het najaar van 2012 een lezing van 2 maal n uur voor RAGdonateurs en andere belangstellenden. Onderwerp, plaats en tijd volgen. Houdt www.rag-archeologie.nl in de gaten. In Natuurmuseum Westflinge is een speciale archeologiehoek rond een nieuw aangeschafte vitrine te bekijken met bijzondere vondsten uit de wijde regio en uit het provinciaal depot. Bezoek de website www.museumwestflinge.nl Het Alkmaars Historisch Caf houdt iedere maand een interessante lezing in het Stedelijk Museum Alkmaar. Kijk voor onderwerpen en tijdstippen op www.archiefalkmaar.nl. Etrusken. Dubbeltentoonstelling van 14 oktober 2011 t/m 18 maart 2012 in Amsterdam en Leiden. Kijk op www.etrusken.nl. Reuvensdagen. Op donderdag 24 en vrijdag 25 november 2011 vindt de 41ste editie plaats in de Philharmonie in Haarlem. Lees meer op www.erfgoednederland.nl.

Verantwoording van de afbeeldingen in deze Poldergeest: Afbeelding 1, Afbeelding 4 t/m Afbeelding 7, Afbeelding 9 t/m Afbeelding 13 Jaap van Rossum; Afbeelding 2 Silke Lange; Afbeelding 3 Monique Zwetsloot; Afbeelding 8 Onderzoeksrapport Huys Ten Nuwendoorn: Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven, Hollandia reeks 275; Afbeelding 14 t/m Afbeelding 16 Charles Barten; Afbeelding 18 Website RMO; Afbeelding 20 Website AWN; Afbeelding 21 Streetview Google Maps; Afbeelding 22 en Afbeelding 23 Frans Diederik/Arend Grijsen, Afbeelding 25 Gemeente Langedijk; Afbeelding 27 Ru Waalewijn.

Colofon
Poldergeest is het nieuwsbulletin van de Stichting RAG en verschijnt twee maal per jaar. Bestuur: Ger Kalverdijk, Monique Zwetsloot, Jaap van Rossum, Wijb Ouweltjes, Frans Diederik, Arend Grijsen, Stichting RAG Redactie: Jaap van Rossum

voorzitter, secretaris, penningmeester, bestuurslid, bestuurslid, bestuurslid,

g.kalverdijk@planet.nl m.zwetsloot@quicknet.nl javaros@hetnet.nl ouweltjes@quicknet.nl fransdiederik@quicknet.nl grijshaar@quicknet.nl info@rag-archeologie.nl

tel. 072-5330679 tel. 072-5095253 tel. 072-5157122 tel. 0226-313138 tel. 0224-296548 tel. 0224-215391

Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel: 37116370

Begunstiger worden van de St. RAG? Dit kost slechts 7,-- per jaar.
Stort dit bedrag op betaalrekening 779146 t.n.v. Stg Reg Arch Gheestmanambocht te Alkmaar. Vermeld a.u.b. uw e-mail en bij internet bankieren ook uw adres.

- 16 -

Vous aimerez peut-être aussi