Vous êtes sur la page 1sur 17

H E T W I S S E L A A R S B E D R I j F IN N E D E R L A N D VR D E OPRICHTING D E R S T E D E L I J K E WISSELBANKEN

DOOR

DR. Z . W. S N E L L E R . Het verkrijgen van een juist inzicht in het bedrijf der wisselaars wordt bemoeilijkt door de tweevoudige beteekenis, die aan het woord wissel eigen is. ,,Wissel" kan betrekking hebben op het wisselen van geld, van de eene valuta i n de andere. De Duitschers spreken i n dit geval kortweg van Handwechsel". Maar wissel kan ook beteekenen wisselbrief, en dus het instrument aanduiden, dat dient, om tusschen twee plaatsen de beweging van zekere geldswaarde tot stand te brengen. Van ouds liepen deze beide beteekenissen dooreen. De Handwechsel was de verkoop van de eene geldsoort voor de andere, de ,,venditio pecuniae pro pecunia"; daarnaast was het zich verschaffen van een wisselbrief niet anders dan het betalen in inheemsche munt van een koopsom voor een geldbedrag, dat men in den vreemde i n vreemde valuta uitbetaald wilde hebben, een ,,venditio pecuniae absentis pro pecunia praesenti". Vandaar dat voor de geldhandelaars omschrijvingen voorkomen als de volgende:,,qui vendunt denarios vel monetas aut cambiant in contractibus scriptis i n instrumento"; en dat het onderscheid gemaakt werd tusschen ,,cambire (wisselen) cum et sine litteris". De ,,litterae" zijn de wisselbrieven ). Toch doet men goed beide beteekenissen uit elkander te houden. Men heeft het n.1. vaak aldus voorgesteld, alsof de remises, de betalingen van de eene plaats naar de andere, welke geschiedden met behulp van wisselbrieven, zouden hebben geloopen over de campsores, de wisselaars. In het bijzonder in het marktverkeer der groote missen, die centra waren niet alleen van het goederen-, maar ook van het geldverkeer, zouden de wisselaars met hun wisselhandel een belangrijke rol hebben gespeeld. Eiisabeth Bassermann, die over het dertiende-eeuwsche betalings1
1

L . Goldschmidt, Universalgeschichte des Handelsrechts, Stuttgart 1S91, S. 404.

verkeer op de missen v a n Champagne een diepgaande studie schreef, ontkent d i t v e r b a n d te eenenmale ). D e r Geldremittierungs ver kehr liegt nicht i n den Hnden v o n W e c h s l e r n , sondern v o n Groszkaufl e u t e n " . D i e i m Wechselgeschft nach den Messen erscheinen, sind keine Wechsler, sondern . . . Warenhndler". D e handel i n wisselb r i e v e n was dus een nevenbedrijf v a n den groothandel i n goederen; de wisselaars hadden met d i t bedrijf niet v a n doen ) . Eenzelfden i n d r u k krijgt men u i t het laatst der 15e eeuw u i t Veneti. D e Duitsche r i d d e r A r n o l d v o n H a r f f vertoefde destijds voor een pelgrimmage naar de heilige plaatsen i n de lagunenstad ) . H i j schroomde een groot bezit aan edel m e t a a l naar het onveilige Oosten mede te nemen, en vervoegde zich daarom, onder bemiddeling v a n enkele landgenooten, die i n Veneti het koopmansberoep uitoefenden, bij een inheemschen sentiloman" (gentleman), ,,der i n allen steden oevermeer kouffmenschaff dreyff". Deze v o o r z a g hem, voor goed geld, v a n wisselbrieven op zijn relaties i n Alexandri, Damascus, Antiochi, Constantinopel e t c , welke ,,tzedel" (cedels) hij geleidelijk tegen k l i n kende m u n t verwisselen k o n . I n d i t v e r h a a l over wisselbrieven op de groote Levantijnsche koopsteden is w e l sprake v a n een aanzienlijken ingezetene, die i n alle steden over-zee koophandel dreef, maar niet v a n een wisselaar. Integendeel, de wisselaar blijkt i n Veneti een bescheiden positie i n te nemen, zoodat dezelfde V o n Harff ons te vertellen weet, dat op e y n kleyne platz, heyscht dat R e a l t " , des morgens o m 9 10 uur door de kooplieden v a n Veneti geregeld beurs w e r d gehouden; ,,dae h a r t u m b den platz sittzen die wesseler i n d ( = und) die der koufflude geit under henden haven, die (n.1. de kooplieden) i t dar inne gelaicht haven, off dat (opdat) m a n de m y n (des te minder) darff tzellen. A s eyn kouffman d e m anderen aeff h a i t gegolden (afgelden = afkoopen), dat oeverwijst eyn dem anderen i n den bencken, so dat wenich geltz dae under den kouffluden over getzalt w y r t " ) .
1 2 3 4

W i j vernemen i n het bovenstaande niet alleen iets over wisselaars, die als dienende krachten den handel ter zijde staan, maar ook over kassiers, bij wie de kooplieden h u n geld i n bewaring geven. Tzellen",
) E . Bassermann, Die Champagnermessen K r e d i t s , Tbingen 1911.
1 2

E i n Beitrag zur Geschichte des

) V g l - J - Kulischer, Warenhndler und Geldausleiher i m Mittelalter, Zeitschrift f. Volkswirtschaft, Sozialpolitik u n d Verwaltung X V I I (190S). ) E . v. Groote, Die Pilgerfahrt des Ritters A r n o l d v o n Harff 14961499, Cln 1860. ) V g l . G . Luzzatto, Les banques publiques de Venise, sicles X V I X V I I I , i n H i s t o r y of the principal public banks, collected by J . G. v a n Dillen, The Hague 1934.
3 4

het uittellen v a n het geld voor het doen v a n betalingen, levert een schromelijk tijdverlies. D a a r o m , wanneer de eene k o o p m a n den anderen iets schuldig is geworden, dan verwijst hij dien andere naar de kassiers, die te zamen een soort giroinstituut vormen, zoodat zonder langwijlig tellen, met een enkele overschrijving, de verrekening geschieden k a n . Wisselaars en kassiers, wier werkzaamheden vaak i n elkander grijpen, zijn dus gewichtige hulpkrachten i n het Venetiaansche handelsverkeer, maar meer dan h u l p k r a c h t e n voor het wisselen v a n geld en voor het door giro vergemakkelijken v a n betalingen zijn zij niet. H e t w i l mij v o o r k o m e n , dat i n de late Middeleeuwen en i n het begin v a n den nieuwen tijd ook i n N o o r d - N e d e r l a n d de functie der wisselaars weinig meer dan bescheiden was. M e n moet zich ook hier kunnen losmaken v a n de gedachte, als zou de handel i n wisselbrieven en i n ander credietpapier het speciale bedrijf der wisselaars zijn g e w e e s t ) . I n 1387 benoemden ,,schepenen ende ghesworen" v a n 's-Hertogenbosch een zekeren J a n den Y o d e tot wisselaar hunner stad. W i j kunnen reeds dadelijk opmerken, dat i n de instructie, die bij deze gelegenheid w erd opgesteld, geen sprake is v a n wisselbrieven. J a n de Y o d e had zich slechts bezig te houden met het harde geld, dat hij moest ,,gheven ende wisselen, gulden ghelt o m silveren ghelt ende silver ghelt o m gulden ghelt, ende gulden ghelt o m ander gulden ghelt, ende ander ghelt o m ander ghelt, enen yegheliken die des begheren s a l " . H e t is de eenvoudige Handwechsel, waarover we hierboven reeds spraken ) . N u was het niet noodig alleen v o o r deze eenvoudige geldruilingen, die met andere ruiltransacties kunnen worden gelijk gesteld, een stedelijk ambtenaar aan te stellen. Desgewenscht k o n deze geld-handel zeer wel worden vrijgelaten, zooals geschiedde i n Deventer, waar (1460) w e r d vastgesteld: ,,Onse burgeren ende inwoeneren moegen . . . wysselen onder malckanderen dat ene silveren geit omme dat ander, ende dat ene golt omme dat ander, offte golt omme silver geit ende silveren geit omme golt, dat ganckafftich i s " ) . H e t waren dan ook andere belangen dan die v a n den eenvoudigen
1 r 2 3

) M e n vergelijke voor de wisselaars i n Zuid-Nederland: G . Bigwood, L e rgime juridique et conomique du commerce de l'argent dans la Belgique du moyen ge, Bruxelles 1921 (Acadmie royale de Belgique, Classe des lettres et des sciences morales et politiques, Mmoires), p. 389 vlg. ) P . O. v. d. Chijs, De munten der voormalige hertogdommen B r a b a n d en L i m b u r g v a n de vroegste tijden tot aan de pacificatie v a n Gent, H a a r l e m 1S51. M e n vergelijke voor de wisselaars te 's-Hertogenbosch Bigwood p. 402. ) Zie beneden.
1 2 3

geldwissel, welke de overheid drongen tot handelen. Zeer duidelijk worden die andere belangen aangewezen door de Staten v a n Overijsel i n een remonstrantie v a n 1554, dat n.1. ,,die m u n t e ende die wissele gemienlicken malcanderen anhengich s i j n " ) . H e t is het belang v a n de m u n t , dat tot een scherp overheidstoezicht op het bedrijf der wisselaren leidt. H e t geld was i n den tijd der G e l d w i r tschaft nog h a r d , reel geld v a n edel metaal, v a n goud of v a n zilver. Op allerlei wijzen konden er i n het geldwezen onzuiverheden komen. Zoo vergunde de primitieve munttechniek niet, de verschillende gelds t u k k e n v a n eenzelfde soort juist even zwaar te maken. V a n onder denzelfden stempel kwamen zwaardere en lichtere munten voort. Eenzelfde onderscheid i n gewicht w e r d veroorzaakt door de booze handelingen v a n de muntbesnoeiers, of k o n gevolg wezen v a n de slijtage, waaraan de oude munten w a r e n onderworpen. T o c h ligt i n dit alles de groote oorzaak niet v a n de voortdurende v e r z w a k k i n g der munt. Deze is te zoeken i n de m u n t p o l i t i e k der landsvorsten, die u i t eigenbaat het gehalte v a n de m u n t konden verzwakken, f i n de m u n t p o l i t i e k der vreemde machthebbers. V o o r a l i n een l a n d als N e d e r l a n d liepen eigen munten en vreemde m u n t e n door elkander heen. W e r d n u i n den vreemde een m u n t uitgegeven v a n iets lager allooi, d a n het overeenkomstige eigen m u n t s t u k h a d , zoodat door de menigte het verschil niet w e r d gemerkt, dan n a m de minderwaardige m u n t de plaats der volwaardige i n ; de rekeneenheid, b.v. de groote Vlaamsen, werd verzwakt, en de waarde der goede groote munten, welke speciaal door de kooplieden voor h u n betalingen werden gezocht, uitgedrukt i n die gedeprecieerde munteenheid, steeg. D i t was de beruchte ,,steigheringhe die derhalve s y m p t o o m v a n muntverz w a k k i n g was. W i j kunnen voor den Bourgondisch-Oostenrijkschen t i j d i n de Nederlanden aannemen, ,,dasz die Kurssteigerungen auf einer Senkung des Feingehaltes der Grundmnze, des gros, beruhen, die d u r c h eine gleichlaufende Vernderung des Feingehalts der z a h l reichen, i n den Niederlanden valutierten fremden Mnzsorten bedingt war" ).
1 ,, J 2

) Deventer, Gem. Archief, Inventaris 8S8 n . 12, Remonstrantie v a n Ridders en Steden v a n Overijsel, 21 Januari 1554. ) G . Pusch, Staatliche Mnz- u n d G e l d p o l i t i k i n den Niederlanden unter den Burgundischen u n d Habsburgischen Herrschern, besonders unter Kaiser K a r l V , Mnchen 1932, S. 73.
1 2

M e n k a n de vraag stellen, of Pusch het probleem i n volle diepte heeft gepeild. W a n t hoe w i l men de muntverzwakking verklaren i n Engeland en i n Frankrijk, vanwaar

Het proces der muntverzwakking, eenmaal in gang, werd bevorderd door de bicquetteurs. Een bicquet is een weegschaal voor munten; ze werd gebruikt om te bicquetteeren", om ,,de sware penningen uytte lichte te scheyden". De zware volwichtige munten werden door den bicquetteur teruggehouden; de lichte van dezelfde soort gaf hij uit. Het is duidelijk, dat de goede munten, goed van gehalte en v a n gewicht, voor kwijting van buitenlandsche verplichtingen of voor opzending naar buitenlandsche muntinstellingen, gemakkelijk naar buiten wandelden en dat de kwade binnen de grenzen bleven. M.a.w. men was zich van de werking van de wet van Gresham bewust, voordat haar zoog. ontdekker er zijn aandacht op vestigde ) . Reeds in een verordening van 1515 sprak de regeering van Karei V als haar oordeel uit, dat men tegenover de minderwaardige vreemde munten te toegevend was, ,,au moyen de laquelle tollrance et permission nosdits pays sont prsentement si remplis desdits deniers d'or et d'argent, moins que souffissants en poix et en alloy, qu'il n'y a gaires autre monnoye courant entre les marchans" ). Men verstaat nu de taak van den wisselaar. Gewapend met bicquetten ende gewichten", of met ,,een goet bicket metten gewichte, dat op een half aeskijn na jugeert" ) , had hij er voor te zorgen, dat er geen minderwaardige munt in omloop kwam. Nauwkeurig moest hij
1 2 3

de stoot op de Nederlandsche v a l u t a zou zijn uitgegaan? Is de algemeene oorzaak misschien te zoeken i n schaarschte v a n edel metaal, i n het laatst der 15e en het b e g i n der 16e eeuw, waardoor vermenging met niet-edel metaal of vermindering v a n gewicht bij de kleine munten, m.a.w. stijging v a n den prijs der voile edeimetaalmunten, u i t gedrukt i n de nu verzwakte m u n t - en rekeneenheid, het gevolg zou wezen? H e t verschijnsel zou dan met prijsdaling der goederen, met deflatie gepaard moeten z i j n gegaan. M a a r hoe staat het dan met de k r a c h t v a n de m u n t i n de tweede helft der 16e eeuw, wanneer het Amerikaansche zilver W e s t - E u r o p a overstroomt e n de prijzen der goederen stijgen? H e t is jammer, dat D r . P u s c h zijn studie niet heeft k u n n e n u i t s t r e k k e n tot de jaren na 1559 en dat hij de prijzen der goederen niet i n zijn onderzoek heeft kunnen betrekken. ) Thomas Gresham, 1519?1579, Engelsch agent i n Antwerpen. ) P u s c h S. 44, n. 135. V g l . P l a k k a a t 27 Oct. 1553, uitgevaardigd te Brussel (P. O . v. d. Chijs, De munten . . . der graven en hertogen v a n Gelderland, H a a r l e m 1852, blz. 185): V o i r t want t'onser kennissen oick gecomen is, dat diversche coopluyden ende andere particuliere persoonen hen daghelijcx meer voirderen t e doen smelten ende vueren buyten onsen voirs. landen v a n herwerts over groete menichte v a n goude ende silvere penningen . . ., dewelcke zij doen overleveren i n de m u n t e n v a n andere princen, heeren ende steden, om die te bekeeren i n andere munte v a n minderen ende ergeren alloye, daermede zij vervullen onse voirs. landen v a n herwertsover ende d i e ontbloten v a n onse oude goede munte . . .
1 2 3

Middelburg, Gem. A r c h . , Inv. n. 611; n. 827.

acht geven op de valuatie, de door de overheid vastgestelde waarde van de muntspecin. Gezien i n dit licht, zal de instructie van den wisselaar te 's-Hertogenbosch, die we hierboven reeds naar voren brachten, ons duidelijk wezen. Is vastgesteld ,,in den iersten, . . . dat die voirs. wisselere alre heren geit, binnen der voirs. stat comende, war der en sal ende dat setten na sijn werde, ende 't geit onser . . . vrouwen van Brabant boven alle ander geit houden gaende". ,,Item weer 't, dat enigher ander heren ghelt dan onser vrouwen ghelt van Brabant, dat i n der stat van Den Bossche gencachtich wesen sal, gelicht oft vermindert of gheargert worde (m. a. w. i n waarde verminderd worde), dat die voirs. wisseler dat aen die scepenen der voirs. stat . . . brenghen sal also dicke, als dat ghescien sal ende ghevallen sal". Ook de wisselaar te Utrecht had er voor te waken, dat het geld niet werd verdund. D i t blijkt uit wat in 1387 ,,ter kloeken ghekundicht" werd, dat n.1. ,,de wisselaers, die van dezer tijt voert wissel houden willen, zweren zullen ten heylighen, dat si der drier heren gulden, die nu ghencaftich zijn, nyet hogher nemen, gheven nochte weerderen en zullen dan 't stuc voer X X X witte Hollandsche grote ofte voer X X V I I I y placken". Ook hier vreesde men dus een ,,steigheringhe", w elke de wisselaars moesten intoomen. ,,Ende waer 't, dat hier enych argher gouden ofte zuiveren ghelt quame, dat en zouden zi nyet copen nochte vercopen, nochte doen copen nochte vercopen, maer zi zullen 't rechtevoert den rade van der stat laten weten" ) . Wat gold voor 's-Hertogenbosch en voor Utrecht ) , gold in nog
2 r 1 2

) S. M u l l e r F z . , De Middeleeuwsche rechtsbronnen der stad Utrecht I ('s-Gravenhage 1S83) blz. 194. V g l . Over het oude muntregt der stad Utrecht i n : Tijdschrift voor geschiedenis, oudheden en statistiek v a n U t r e c h t I I I (1837), blz. 380. De Drie-Heerengulden is ,,de munt, welke op een gelijk gehalte door de hertogen v a n Gelder, de graven v a n H o l l a n d en de bisschoppen v a n U t r e c h t werd uitgegeven". M e n lette op de u i t d r u k k i n g : koopen en verkoopen v a n goud- en zilvergeld. Gouden en zilveren munten waren een goed, evenals elk ander koopmansgoed.
1

) Ook de ordonnantie v a n hertog Aelbrecht voor H o l l a n d en Zeeland v a n 6 October 1388 (Van Mieris I I I blz. 504) ware hier nog aan te halen. Aelbrecht klaagt over ,, grote scade ende zwaar verlies, die w i ende onse goede lude hebben ghehat ende daghelix liden b i groten verlope v a n den paymenten, zo dat ridderen ende knechten i n horen ouden rente, comans i n hore comanscepen noch w i i n onser heerlickeit daermede langher niet ontstaen en moghen". Remedie tegen de waardedaling v a n het geld acht Aelbrecht het aanstellen v a n wisselaars. ,,Voert op dat dit payment te bet i n sinen state worde ghehouden ende 't vreemde payment, datter quaet is, te bet uut onsen lande gheweert moghe werden, ende o m ghemeen nutscip der coeplude, so sullen w i in onser stede v a n Dordrecht 2 wisselaers setten ende binnen elc ander onser steden v a n onsen landen [van H o l l a n d en Zeeland] enen wisselaer, ende niet meer, ten ware dattet ons nut ende orbaer dochte, datter meer w a r e n " .
2

hoogere mate v o o r Deventer. Deventer was i n de late Middeleeuwen de stad der regionale j a a r m a r k t e n ; i n de 16e eeuw heette zij de derde koopstad der Nederlanden, n a A n t w e r p e n en A m s t e r d a m . O p deze j a a r m a r k t e n ontmoetten de kooplieden uit H o l l a n d , uit F r i e s l a n d , uit R i j n l a n d , u i t Westfalen en u i t het nabije o m m e l a n d elkander met h u n koopmansgoederen; zuiverheid en vastheid v a n m u n t was bestaansvoorwaarde v o o r d i t handelsverkeer. I n de instructie, v a n welke we hiervoor reeds een enkele passage aanhaalden en die i n 1460 door schepenen en r a a d v o o r zekeren A e r n t W e v e l l , benoemd tot stedelijk wisselaar, w e r d opgesteld, komen bepalingen voor, welke aan ' s - H e r togenbosch en U t r e c h t herinneren. ,,Worde oick ennige munte (bedoeld is u i t e r a a r d een vreemde munt, die i n Deventer circuleerde) verlichtet, dat A e r n t verneme, sali hie anbrengen bij sijnen ede". ,,Voert sali A e r n t vorser, alle v r e m t gelt off onganckafftich golt offte silver gelt ende alle heggemunten (hagemunt, een m u n t v a n slecht allooi, een niet erkende m u n t ) , dat hie vernemen k a n , antasten, ende die luyde, die dat gebracht hadden, den borgemeister anbrengen" ) .
1

) D u m b a r , Kerkelijk en Wereldlijk Deventer I I blz. 166. De wisselaar te Deventer n a m geen deel i n het op de j a a r m a r k t e n zijner stad plaats hebbend credietverkeer. D i t blijkt uit het ontbreken v a n iedere aanwijzing dienaangaande i n de instructie v a n 1460. H e t k a n misschien ook blijken uit het ontbreken v a n iedere aanwijzing betreffende den (jaar-)marktbrief. U i t het memoriaal v a n een H o o r n s c h k o o p m a n uit het midden der 15e eeuw, die geregeld de jaarmarkten v a n Deventer bezocht (Ec.-Hist. Jaarb. X blz. 3 vlg.), weten wij, dat de betaling der geleverde goederen i n den regel niet geschiedde a contant, maar naar een volgende m a r k t werd overgebracht. V a n de op deze wijze ontstane schuldverhoudingen zullen ongetwijfeld obligaties zijn afgegeven, lettres obligatoires" of lettres de foire", j a a r m a r k t b r i e v e n . V g l . G . des Marez, L a lettre de foire a Ypres au X H I e sicle, Bruxelles (Mmoires couronns et autres mmoires publis par 1'academie royale des sciences, des lettres et des beaux-arts de Belgique t. L X ) 1900. E e n lettre obligatoire", zonder schepen-bekrachtiging, voor de betaling v a n linnen, verkocht v a n Deventer naar K e u l e n en betaalbaar op de Pinkster j a a r m a r k t te Antwerpen, gedagteekend Antwerpen 23 A u g . 1539, k o m t v o o r i n : K e u l e n , Stadsarchief, H 423 I. Ook i n deze obligatie (schuldbekentenis), die evenals de wissel het karakter k o n aannemen v a n credietpapier, is geen sprake v a n de bemiddeling v a n een wisselaar. Hoe zulk een obligatie het karakter k o n aannemen v a n betaalm i d d e l (circuleerend credietpapier), blijkt uit Sententien H o f v a n H o l l a n d 15021504, n. 162 (17 M a a r t 1503): E e n geselscap v a n copmanscap" te Leiden, bestaande u i t 7 personen, kocht te Calais vellen en w o l ; de koopers betaalden v a n de koopsom zeker gedeelte en bleven voor het overige nog schuldig 180 st., dairof zij gaven hoere obligacie, te betalen gesamender hant ende elcs voor al, tot zekeren dage, als dat costumelijck was". N a ontvangst der w o l te Leiden werd v a n de uitstaande schuld nog een gedeelte afbetaald; de obligatie luidde n u op 42 st., w~elke reste dairnae de voors. coopman (de Engelsche verkooper, de schuldeischer) transporteerde ende overgaf i n betalinge een ander coopman, zoe verre dat die naderhant gecomen was
1

I n het voorafgaande was sprake v a n de taak v a n den wisselaar w e r k z a a m te zijn i n het belang v a n een zuivere m u n t . E v e n w e l , ook nog i n ander opzicht bestond er een duurzame b e t r e k k i n g tusschen den wisselaar en de m u n t . D e M u n t t o c h , hier bedoeld als de instelling tot het a a n m u n t e n v a n geld, h a d v o o r t d u r e n d behoefte aan edel metaal, dat i n zuiveren m e t a a l v o r m of als billioen of i n den v o r m v a n v o o r circulatie ongeschikte m u n t aangevoerd werd. B i l l i o e n is goud of z i l v e r , met andere metalen vermengd en m i n d e r karaten edel metaal bevattende, dan bij de ordonnantin was voorgeschreven. O o k k o m t het w o o r d v o o r i n de beteekenis v a n valsch geld i n het algemeen ) .
1

V o o r dezen aanvoer v a n m u n t m a t e r i a a l verleende de wisselaar zijn bemiddeling. H i j kocht het goud en het zilver i n metaalvorm, en naastte de onzuivere munten, die hem i n handen kwamen. ,,So en sal gheen wisseler wysselen moghen y n onsen lande v a n Gelre, h y en sal geloven ende hem verbynden, so wes balyoen, dat hem vallen sal, dat h i dat i n onser M u n t e leveren sal, ende nerghen anders; . . . ende so wat wysseler, die balyoen v a n golde off v a n silver op ander M u n t e leverden den y n onser M u n t e voirscr., off yemant v a n sijnre weghen, die solde verboeren dat b a l y o e n " . A l d u s ordonneerde de hertog v a n Gelre i n 1402 ) . O o k de instructies en ordonnanties, door de stedelijke overheden v o o r de wisselaars uitgevaardigd, getuigen v a n de zorg voor een geregelden aanvoer v a n m u n t m a t e r i a a l . D o o r het kanaal, dat naar de M u n t leidde, vloeide niet alleen het goud en zilver v a n voldoend of
2

in handen v a n [zekeren] J a n v. A l p h e n , die se oic genomen hadde i n betalinge" ,,De voors. J a n v. A l p h e n , hebbende de voors. obligacie ende gheen betalinge en creech", daagde daarna j een der leden v a n het consortium alsoo (deze) ende zijn medegesellen elcs voor a l geobligeert stonden", voor het schepengerecht v a n Leiden. V g l . voorts R . Ehrenberg, H a m b u r g und E n g l a n d i m Zeitalter der Knigin Elisabeth. J e n a 1896, S. 30S. Over de personen der wisselaars is i n het algemeen weinig bekend. Aernt W e veil, die i n 1460 door schepenen en raad v a n Deventer tot gezworen stedelijk wisselaar werd aangesteld, was koopman (geweest?) te Deventer. Zijn relaties reikten naar verre oorden. Zoo maakte hij zich i n 1455 op o m voor zaken naar D a n z i g te gaan. H i j hoopte daar te ontmoeten zekeren M y c h i e l de R u y t e r v a n 's-Hertogenbosch, met wien hij een geschil moest vereffenen. D i t geschil sproot voort uit een vroeger verblijf te 's-Hertogenbosch, toen M i c h . de R u y t e r borg voor hem geweest was. ,,Ghij mij nieten betaelt, want ic u doch soe vrindeliken borghede, doen ghij ten Bos waert", zoo schreef De R u y t e r i n een nadrukkelijken brief. H e t m a g deze nadrukkelijkheid geweest zijn, die A . W e v e l l tot betalen bracht; hij zond i n ieder geval een flinke partij Westfaalsche h a m . Deventer G e m . A r c h . , Olde Copienboick, 14001530, f. 197, Inv. n. 1607.
1 2

) )

Verwijs V e r d a m , Middelnederlandsch Woordenboek, i n voce. Ibidem.

onvoldoend gehalte weg, maar werden tevens de circuleerende o n deugdelijke muntspecin afgevoerd. E e n wisselaar was gewapend met scherpsnijdende instrumenten, om te woeden tegen de onzuivere m u n t . Zoo moest de wisselaar te M i d d e l b u r g (a 1499), v a n wien we reeds vertelden, dat hij een goet b i c k e t " op zijn tafel hebben moest, ook voorzien zijn v a n eender scaren, die hij gehouden sal sijn te hebben up zijnder tafele", ten einde daarmede ontwee te snijdene . . . die gecochte pennijngen", die hij m e t goeden gevalueerden gelde" h a d betaald ) . Hagemunten en verouderde munten en wat er meer kreupel was onder de rondloopende m u n t , werden dus door den wisselaar, n a op h u n waarde te zijn onderzocht, met goed geld ingekocht, o m d a a r n a aan den muntmeester te worden overgeleverd.
1

D e instructie v a n 's-Hertogenbosch zwijgt over het u i t z u i v e r e n v a n het circuleerend betaalmiddel en het voeren v a n m u n t m a t e r i a a l naar de M u n t , en evenmin is er te U t r e c h t iets i n dezen bekend ) , maar Deventer vergoedt dit gemis aan informatie door het leveren v a n v o l doende gegevens. J a , het schijnt haast, alsof i n deze s t a d de regeling v a n het wisselaarsbedrijf, waar overigens het wisselen v a n m u n t tegen m u n t i n de d r u k k e m a r k t p l a a t s vrijgelaten was, i n hoofdzaak geschiedde ter wille v a n het i n s t i t u u t der M u n t . D a t nijmant bijnnen Deventer anders dan A e r n t vors. wysselen sall silver noch golt, dat zij i n munten leveren willen (de bedoeling z a l wel wezen: zilver en goud, i n den v o r m v a n ondeugdelijke specie, dat men v a n de h a n d wilde doen), heymelick noch openbair, op enen koer v a n 25 olde s c h i l d e n " . I t e m , soe m a c h A e r n t vors. coepen b y l i o e n v a n golde ende silvere, ende leveren dat op mijns H e r e n M u n t e v a n U y t r e c h t , off des H a r t i g e n v a n Borgoyngien off v a n Gelre, off op M u n t e der vier K o e r v o r s t e n , ende op anders giene M u n t e dan vorscreven is, ten weer dat hem die R a i d oerloefde".
2

E r dient nog ne aangelegenheid besproken te worden, willen wij het beeld v a n den laat-Middeleeuwschen wisselaar volledig doen zijn. H e t betreft die functie v a n den wisselaar, welke h e m doet naderen tot den kashouder of kassier.
) Middelburg, Gem. Archief, I n v . n. S27. ) Over de wisselaars i n U t r e c h t : S. Muller F z . Rechtsbronnen I blz. 194 (a 1387), 204 (a 1391), 227 (a 1400); J . J . D o d t v a n Flensburg, Archief voor Kerkelijke en Wereldsche Geschiedenissen, inzonderheid v a n U t r e c h t V (Utrecht 1846) blz. 72 (a 1401); K . B u r m a n , Utrechtsche Jaarboeken I I I (Utrecht 1754) b l z . 240 (a 1478); P . O. v . d. Chijs, De munten der bisschoppen v a n de heerlijkheid en de stad U t r e c h t (Haarlem 1859) blz. 374 (a 1493); Kameraarsrekening 1436 f 4 ; H . U . B . V I I I n. 209 24 (a 1452).
1 2 r

D e n 28en J u n i 1402 verkocht de stad H a a r l e m een r e n t e b r i e f ) . Degene, die de overeengekomen som stortte i n de stedelijke kas, k o n ieder jaar op een bepaalden dag een u i t k e e r i n g v a n de stedelijke tresorie ontvangen, welke de rente v o r m d e v a n het afgestane bedrag. , , E n d e waer 't ,dat J o r d e n Claes Hannensoensz., of den houder v a n desen b r i e v e , binnen onser stede niet comen en mochte tot zinen vreden, of dat w i hem gheen v r i gheleide doen en mochten, so gheloven w i J o r d e n Claes Hannensoensz., of den houder v a n desen brieve, dese voergheroerde renten alle jaer als voers. staet v r i ende onbecommert te leveren, ende wel te betalen, b u t e n zinen coste ende scade, b i n n e n der stat v a n U t r e c h t i n der wissel, sonder enich argheliste of wedersegghen". H a a r l e m h a d dus i n de b a n k v a n den Utrechtschen wisselaar d e p o t ) , zooals kooplieden dat hadden bij h u n kassier, en u i t dit depot k o n de stad putten ter b e t a l i n g v a n de rente aan den rentekooper of zijn gemachtigde ) .
1 2 3

) H a a r l e m G e m . A r c h . Inv. I n . 518. V g l . n. 519; n . 520. ) V g l . S. Muller F z . , Rechtsbronnen v a n U t r e c h t I blz. 227, a 1400: Voert zo en zei n y e m a n t v a n dezer tijd voert wissel houden, h i en zei eerste den rade vander stat lofte ende wisse doen b i V oude scilden, den luden te voldoen, daer z i ghelt ofte goet of ontfanghen. V g l . voor den wisselaar als kassier i n Zuid-Nederland: Bigwood l p . 4 3 0 v l g . D e muntordonnantie van 11 Dec. 1489 (Groot Placaet Boeck I 2578 vlg.) spreekt (2592) v a n changeurs-bancquiers, scavoir ceulx q u i gardent l'argent des marchans, bourgeois et aultres personnes, dont ilz faisoyent payemens journelement". De ,,bancq u i e r " is de kassier, die kas houdt voor de kooplieden. Zijn werkzaamheid verbindt z i c h met die v a n den wisselaar. De ordonnantie w i l deze combinatie verbreken (2593): E s t deffendu que de cv en-avant les dietz changeurs-banquiers ne pourront tenir change en aulcunes villes ou lieux que ce soit. E t s ' i l y avoit aulcun changeur, pos q u ' i l ne eust n o m de banquier, q u i se entremet o u advanchast de garder argent des marchans, bourgeois ou aultres personnes forains, en quelque manire que ce fust, pour en faire aulcuns payemens, ledict changeur-banquier payera . . . amende; et celluy q u i aura mis son argent en la main d u d . changeur, payera semblablement . . . (amende).
1 2 e

) I n de late Middeleeuwen heeft de toonder-clausule i n het algemeen geen ruime strekking. V g l . Des Marez, a.w. p. 66: ,,Nous croyons que le monde commercial flamand du X l I I e sicle n ' a pas encore la notion d'un droit q u i s'attache l a simple possession de l'crit. Cette entrave la libre ngociation de la lettre obligatoire ne disparat qu'au X V I e sicle, lorsqu'on inscrit dans la coutume ce principe, que le porteur d'une lettre obligatoire contenant la clause ordre, peut exiger paiement sur la simple production d u titre, alors mme q u ' i l n ' y est pas nomm et q u ' i l ne fait aucune preuve de cession ou de transport". I n de obligatie (lettre obligatoire) v a n 1539, geciteerd blz. 492 n. 1, l u i d t de slot-clausule: ,,Item d i t vurs. sal i c h (schuldenaar) betalen to brenger des breiffs, so veern als he m y r eyn teyken v a n H e r m a n (schuldeischer) of sijnen erven brengt". V g l . voorts F . Hecht, E i n Beitrag zur Geschichte der Inhaberpapiere i n den Xiederlanden, Erlangen 1869.
3

D a t deze kashouders-functie v a n den wisselaar een normale was, leeren weer de gegevens v a n Deventer. I t e m , was gelde off bijlioen op die wijssele gesett wort, dat sall dair vrij wesen, uytgesecht voer oer selves s c h u i t " ) . D e bij den wisselaar i n bewaring gegeven gelden w aren dus onaantastbaar, tenzij ter voldoening v a n een schuld, die rustte op den eigenaar v a n het geld. H e t valt te begrijpen, dat de geld-inbrenger tegen mogelijk bedrog of frauduleuse handeling v a n de zijde des wisselaars beveiligd wilde wezen. Borgstellingen omheinden daarom zijn i n deposito gegeven geld. D e s heeft A e r n t vors. borgen gesat tot i o o o Rijnsgulden toe, offt ennich golt, silver offt bylioen op die wissele gesatt wurde, dat die koepman ende gemeyn m a n verwaert wesen s a l l " . I n Deventer was het dus de k o o p m a n , die ongetwijfeld i n v e r b a n d met zijn handel op de j a a r m a r k t e n gewoon was zijn geld i n de b a n k v a n den gezworen wisselaar i n bewaring te geven. Deze laatste was daardoor, naast wisselaar, tevens k a s s i e r ) .
1 r 2

M e n gebruikte

ook

de u i t d r u k k i n g :

,geld leggen

in cambio".

) Andere lezing i n Deventer. G . A r c h . , Buirspraken 14591538 f. 9: I t e m so wes gelde i n die wissele gesat wort, dat sall dair veylich wesen, uytgeseget een ijgelick voir sijns selves schuit ende misdaet". Hierop volgt onderscheidenlijk: i n de lezing, naar D u m b a r , i n den tekst: , , E n d e offt oick yement golt [geit?] wisselen wolde, dat quaet were, ende des gien wandell en wuyste, dair sall A e r n t een schaert i n s n i j d e n " ; en i n de lezing, naar Register v a n Buirspraken, i n deze noot: , , I t e m so wes gelde i n die wissele gebracht worde, dat weer golt off silveren geit, dat vals weer, dair sall die wisseler vors. een schaert i n snijden, dair men dat bij kennen m a c h " .
1

) 7 Dec. 1452 verleende de stad U t r e c h t aan de kooplieden v a n de Duitsche H a n z e voorrechten voor h u n handel i n de stad, H . U . B . V I I I n. 209. 24 bepaalde: , , I t e m so sellen wij besorgen n wissele off twee eder drie, ende dairoff alsodanige sekerheyt nemen, dat die coeplude voirs. bewaert sellen sijn, ende des i n genen scaden comen en sellen mogen". De sekerheyt", te geven door de aan te stellen wisselaars, k a n i n storting v a n een waarborgsom of aanwijzing v a n een of meer borgen hebben bestaan. De Hanzekooplieden waren hierdoor tegen schade gevrijwaard. H e t meest aannemelijk is, dat zij schade konden oploopen, wanneer zij h u n geld bij een der wisselaars i n depot legden.
2

A e r n t W e v e l l , gezworen stedelijk wisselaar te Deventer, a 1460, schijnt een soort kantoor gehad te hebben. Mede sall A e r n t vors. alle marckede ( = gedurende de jaarmarkten), ende alle daege als 't wekemerckt is, die wyssele apen h o l d e n " . Te Bergenop-Zoom werden door de stad voor de (vrije?) wisselaars op de j a a r m a r k t e n k r a m e n geplaatst, die verhuurd werden. Stadsrek. 1471/72 f. 2: ,,Ontfanghen v a n der stads wisselcramen, die men jaerlicx opte merct stelde omme den wissel, die der stad toebehoirt, daerinne te houdene, derwelker wisselcramen i n de Paeschmerct niet meer geweest en is dan eene, sonder ( = behalve) 't wisselcrame, dat den financhiers ( = ?) v a n der stadt weghen jairlicx geconsenteert woordt t'eiker jairmerct te moighen houdene, sonder yet daeraff te ghevene, . . . 25 st. B r a b a n t s " .

C a m b i u m (Ital. cambio) en wissel zijn n. I t e m op den selven dach (io A u g . 1426) [wordt betaald door Deventer een zekere som aan] den stadboede v a n Campen, die enen brief brachte, inholdende v a n gelde i n cambio te leggen, want dat to Collen nyet v e l i c h en muchte: dat men onse geit i n oer stad (nl. K a m p e n ) sanden, opdat sij 't bestellen m u c h t e n to Brugge te leggen K a m p e n en Deventer hadden dus een gemeenschappelijk belang bij een i n den vreemde i n den wissel liggend deposito; K a m p e n wilde d i t geld u i t den wissel te K e u l e n nemen en leggen i n den wissel te Brugge. V a t t e n wij nog eenmaal de verspreide t r e k k e n samen, die met elkander een voorstelling geven v a n het bedrijf v a n den wisselaar i n de Noordelijke Nederlanden i n de 14e en 15e eeuw. De wisselaar was de door stedelijke of territoriale overheid aangestelde ) ambtenaar, die m u n t tegen m u n t wisselde, naar de valuatie der overheid; daarbij h a d hij te waken tegen onzuiverheid v a n de m u n t , door niet anders d a n goede s t u k k e n i n omloop te brengen; uit edel metaal en billioen en onganchaftige" m u n t zamelde hij het m u n t m a t e r i a a l bijeen; daarenboven t r a d hij als kashouder op, die het geld v a n kooplieden en v a n steden ter uitbetaling op assignatie i n veilige bewaring hield. I n het laatste geval ging zijn werkzaamheid over i n die v a n den kassier ) . M e t de circulatie v a n credietpapier i n wissel- en obligatiev o r m h a d hij niet v a n doen. H i j h a d i n zijn bank of kantoor slechts te maken met het harde, reele geld; de opkomst v a n een fiduciair betaalmiddel, schepping v a n den handel onder crediet, ging buiten hem om. Of, o m het te zeggen i n de t a a l der Wirtschaftsstufen: het bedrijf v a n den wisselaar wortelt geheel i n de Geldwirtschaft; de ontluikende K r e d i t w i r t s c h a f t was product v a n den z i c h i n breede vrijheid ontwikkelenden groothandel.
2 3

H e t wisselaarsbedrijf i n N e d e r l a n d zal deze trekken blijven vertoonen i n de 16e en i n de 17e eeuw; ook de i n het begin der 17e eeuw

Deventer, Gem. A r c h . , Kameraarsrek. 1426. Zie hierboven voor de uitzondering i n Deventer. E e n voorbeeld v a n een wisselaar als behoeder v a n gedeponeerd geld geeft nog het volgende. 5 Dec. 1485 verklaarde Jacob v a n den Bloke, wisselaar te Antwerpen voor het gerecht v a n Bergen op Zoom, dat zekere twee kooplieden v a n K e u l e n nu bijnnen deser onser tegenwoirdigher merct op sijnen wissel gestelt ende gebracht h e b b e n " 106 Vlaamsen, ,,tot behouff v a n Janne B r o u c k , grossier te L o n n e n " . De wisselaar beloofde dit bedrag te Antwerpen of te Bergen-op-Zoom te zullen betalen aan genoemden J a n B r o u c k of zijn gemachtigde". 's-Hertogenbosch R i j k s A r c h . , Recht. A r c h . , Cert. en Proc. van Bergen-op-Zoom 14791493, f. i 7 0 .
1 2 3 v

) ) )

Tijdschrift

voor

Geschiedenis.

32

opkomende stedelijke wisselbanken te A m s t e r d a m en elders brengen i n dezen geen verandering. Stilzwijgend gaan we de projecten v a n H e n d r . A n t h o n i s z . W i s s e l voorbij. H i j schijnt de agent v a n een groep Italiaansche geldmagnaten geweest te zijn, welke i n 1593 de jonge Republiek g e l u k k i g wilden maken met een a l o m v a t t e n d b a n k i n s t i t u u t , dat den handel moest gerieven als centrale verkoopinstelling, als depositobank, als instelling v o o r de beleening v a n koopmansgoederen, etc. T o t dit veelomspannend project behoorde ook de creatie v a n een wisselinstituut, een ,,camby, waardoor eenen ijegelijk sal wesen geaccomodeert bequamelijk geld op wissel te trecken en remitteren na cours v a n dien, ook voor sulken prijs, als men daermede ken accorderen". H i e r naderen elkander wisselaar en wisselbrief. V a n dit schoone plan is evenwel, ondanks ,,veele besoingie, daerop gevallen", niets gekomen. H e n d r i k Wissel eindigde zijn bestaan als een a v o n t u r i e r ) .
1

I n J a n u a r i 1595 stelden de Generale Muntmeesters derVereenigde Nederlanden een model-instructie voor de stedelijke wisselaars op ) . Zoover we kunnen nagaan, sloot dit ontwerp eener instructie bij het m u n t p l a k k a a t v a n Leicester v a n 1586 aan ) . I n dit m u n t p l a k k a a t ( 44) werden de ,,generaels v a n der m u n t e " gewezen op h u n ambtsplicht tegenover de wisselaars. Zij moesten ,,hen v i n d e n ) i n den p r i n c i p a e l steden deser provincin, ende aldaer, bij advijse v a n den principael officier ofte magistraet, ordonneren ende stellen soodanich getal v a n wisselaers, als nae gelegentheijt v a n der plaetse noodich sal sijn, luijden v a n goede name ende fame, ende niet suspect v a n eenige hegmunterie".
2 3 4

U i t e r a a r d valt i n de ontw erp-instructie v a n 1595, uitgaande van de muntmeesters, de voile n a d r u k op de bemoeienissen v a n de wisselaars met de m u n t . T o c h ontbreken ook de aanwijzingen v o o r de directe aanraking met den koophandel niet. E r h a d z i c h i n de Nederlanden een groote ommekeer v o l t r o k k e n i n den handel. A m s t e r d a m en H o l l a n d ontwikkelden z i c h tot de generale stapelmarkt der wereldcommercie, die echter niet z i c h beperkte tot een passieve bemiddelaarsrol, maar actief en initiatief-nemend ingreep i n export en i m p o r t . U i t e r a a r d bestond er i n het verkeer met sommige gebieden een
r

*) B o r I I I f. 770 vlg. ) 's-Gravenhage, Rijks. A r c h . , Staten-Generaal n. 3531. ) Groot Placaatboek I 2624 vlg. I n d i t plakkaat werden enkele wijzigingen aangebracht 19 Dec. 15S9: Gr. PI. B . I 2644. ) Zich bevinden.
2 3 4

geregeld i n voer over schot. D i t was o.a. het geval i n den handel op het Oostzeegebied, dat massaproducten als hout en koren leverde. V o o r die gemeene koophandel, negotiatie ende trafficque metten vremden natin, insonderheyt die v a n den H e y l i g h e n Rijcke, Sweden, Denemarcken ende Oostersche zeesteden" waren dus remises i n klinkende v a l u t a noodig. H e t waren met name rijksdaalders en ducaten, die de Oostzee-handelaars zochten ter betaling v a n h u n i m p o r t . T e r v e r k r i j g i n g v a n deze muntspecin riepen de kooplieden de hulp der wisselaars i n . Z i j , de gheauctoriseerde wisselaers . . . [moesten] den coopluyden gherieven ende helpen aen sodanige gevalueerde specin v a n ghelde, als deselve buytenslants tot voorderinge v a n haren coophandel v a n doen souden hebben". Zij leverden de gevraagde penningen tegen betaling v a n andere goede ghevalueerde ende ghewichtige specin v a n ghelde, ende egheen andere". N u k o n het gebeuren, dat een wisselaar op een gegeven oogenblik een te krappe kas v a n rijksdaalders en ducaten h a d . In zulk een geval was hij daarmede niet verontschuldigd; integendeel. Soo hij deselve (specin) i n zijne beurse oft casse niet en heeft, sal deselve gehouden wesen te suecken ft deur hem selven ft deur zijnen cassier, i n zijn huijs woonende ende i n zijnen broode wesende, ende deur egheen andere, onder den coopluyden, cassiers ende andere, daer hij deselve sal weten oft meynen te becomen". H e t behoeft geen betoog, dat de handel een vaste munt noodig heeft. Steygheringhe", m.a.w. waardedaling der m u n t door het i n vloeien v a n specin, die het volle allooi of het volle gewicht niet bezaten, moest met name hen treffen, die, als de Oostzeehandelaars, den i m p o r t i n harde v a l u t a moesten voldoen. V o o r hunne rijksdaalders en ducaten, die zij voor export noodig hadden, moesten zij i n H o l landsche ponden en penningen meer betalen dan voorheen. A a n het i n het leven roepen der steygheringh" maakten zich, zoo meende men, de kooplieden schuldig en met hen de w i s s e l a a r s ) . H u n w e r d ten laste gelegd, dat zij de h a n d hadden i n het opdringen ende steygeren v a n eenige sekere specin v a n gelde, onder pretext ende dexel, dat sij denselven nootelijck moeten hebben tot expeditie v a n hare handelinge ende trafficque metten koopluyden v a n andere natin". M.a.w. liepen er v a n munten v a n eenzelfde soort volwaardige en minder1

) M e n vergelijke voor het volgende: J . G . v. Dillen, De Amsterdamsche wisselbank i n de zeventiende eeuw, De Economist 1928. Octrooi en ordonnantie voor een stedelijke wisselbank te H o o r n a 1635: G . A r c h . H o o r n , Inv. n. 30S. I n 1645 werd te H a a r l e m de wenschelijkheid uitgesproken v a n oprichting v a n een stedelijke wisselbank. D e stad U t r e c h t creerde een wisselbank i n het wonderjaar 1720.
1

5oo waardige exemplaren rond, dan lieten de kooplieden met de wisselaars de volwaardige uitzoeken voor export. Deze alleen werden i n den vreemde aangenomen. Leicester, die het m u n t p l a k k a a t v a n 1586 h a d uitgevaardigd en tegen den koophandel t o c h zoo w a n t r o u w i g was, wantrouwde ook dit schiftingswerk met het bicquet. Z . i . diende het slechts om bij aan het licht getreden verschil v a n innerlijke waarde tusschen m u n t e n v a n hetzelfde slag de goede ,,te converteren i n den voorseyden opgedrongen penningen", m.a.w. ze te doen smelten ten einde er lichtere m u n t e n met dezelfde nominale waarde v a n te doen slaan. U i t g e d r u k t i n de constante rekeneenheid, den gulden of het Hollandsche p o n d en de deelen daarvan, telde z u l k een ,,opgedrongen of gesteygherde" m u n t , bv. de i n het Oosten gezochte ducaat, n u een grooter aantal eenheden dan voorheen. Tegen dit alles n u moesten de wisselaars op h u n hoede zijn. H u n bicquet of muntschaal moest h u n duivelsbanner wezen; h u n ,,manuaal ofte handtboeck" h u n brevier. Z u l k een wisselaars-manuaal bevatte den prijs v a n bepaalde gewichtseenheden edel m e t a a l v a n bepaald allooi, uitgedrukt i n de rekenmunt, benevens den prijs v a n de verschillende geldstukken, uitgedrukt i n dezelfde r e k e n m u n t ) . N a a r dit manuaal h a d de wisselaar z i c h te richten bij het koopen en verkoopen der penningen, die hem werden aangeboden of v a n hem werden gevraagd. Ook de derde der functin, die we voor den wisselaar hebben onderscheiden, die v a n het verzamelen v a n m u n t m a t e r i a a l , v e r v u l t de laat-zestiendeeuwsche wisselaar nog als zijn ambtgenoot v a n voorheen. D e ontwerp-instructie v a n 1595 zegt hieromtrent: ,,Voorts sal (de wisselaar) gehouden zijn de materialen ende penninghen, bij h e m gecocht ende ontfanghen, te leveren ende seynden ter M u n t e v a n de P r o v i n t i e n , daer hij woonachtich is ende daer onder hij sorteert, soo
1

) Gewichtseenheden, i marck = 8 oneen; i once = 20 engelschen; 1 engelsche = 32 asen. R e k e n m u n t : 1 gulden = 20 stuiver; 1 stuiver = 48 mijten. H e t wisselaars-manuaal v a n 1595 i n A r c h . Staten-Gen. n. 3531. E e n wisselaarsmanuaal v a n 1630 i n A r c h . St. Gen. n. 3534 (183). E r moeten bepaalde groepen munten zijn geweest, die een ander allooi hadden dan een andere groep, en waarvan dan ook een bepaalde gewichtseenheid muntmateriaal een andere waarde had. Zoo was er volgens het manuaal v a n 1595 een groep, waarvoor de waarde van het gouden muntmateriaal aldus berekend werd: 1 marck 233 g. 5 st. o mieten; 1 once 29 3 6; 1 engelse 1 9 7; 1 aes o o 44; en een andere groep: 1 marck 2 3 0 1 6 o; 1 once 2 8 1 7 o; 1 engelse 1 8 41; 1 aes o o 43. V g l . Pusch.
x

50i haest hij deser eenighe merckelicke quantiteyt vergadert sal hebben". T e n behoeve v a n de M u n t kocht de wisselaar dus materialen ende penninghen". De materialen waren goud en zilver i n allerlei verschijn i n g , dat op zijn waarde werd gewogen en getoetst. D e penningen waren de niet-gangbare muntspecin; zij werden, alvorens naar de M u n t en de smeltkroes te worden verw ezen, door den wisselaar met een schaar i n stukken geknipt. Zoowel het plakkaat v a n 1586 als de ontwerp-instructie v a n 1595 zwijgen over de kassiersfunctie, die, zooals we weten, i n vroeger tijd w e l aan de wisselaars was overgegaan. Waarschijnlijk k o m t d i t hierv a n d a a n , dat er, ten minste i n de Hollandsche handelssteden, kassiers voldoende te vinden waren, die als kashouders der kooplieden den handel dienen konden. W a n n e e r een kassier i n dienst v a n verschillende kooplieden stond, d a n liep over zijn kas een betalingsverkeer der kooplieden onderling, dat het k a r a k t e r v a n giro droeg. D e kassiers waren, evenals de wisselaars, bij het groeien v a n den Nederlandschen handel, onmisbare functionarissen, die h u n diensten v e r v u l d e n i n het betalingsverkeer.
r

W i j behoeven ons onderzoek niet verder te vervolgen. U i t de uitnemende publicatin en studin v a n D r . J . G. v a n D i l l e n over de Stedelijke Wisselbanken i n de dagen der R e p u b l i e k is voldoende bekend, hoe i n het begin der zeventiende eeuw i n de voornaamste centra v a n den Hollandschen handel, waar men onder de practijken der kassiers en wisselaars leed, de begeerte levendig werd, een overheidsi n s t i t u u t met monopoliekarakter te stellen i n de plaats v a n de steeds oncontroleerbare kassiers en wisselaars. Deze bicquetteerden naar hartelust, ondanks alle ordonnantin en instructin, ,,met uytwegen v a n de sware penningen . . . ende de lichte w ederomme onder de gemeente u y t te geven", en bedreven andere ongerechtigheid.
7

D e stedelijke wisselbanken, zooals zij i n A m s t e r d a m en elders i n het leven traden, komen i n h u n w e r k i n g met de vroegere wisselaars overeen. O o k zij geriefden den handel met de noodige penningen; ook zij handhaafden, zooveel zij konden, een waardevol geld; zij voerden aan de M u n t e n het m u n t m a t e r i a a l toe; ook waren zij kashouders der kooplieden ) . Deze laatste functie en het zich daaruit ontwikke1

) ,,Originally the functions of the B a n k (of Amsterdam) were exclusively: receiving money i n deposito, transfer and clearing business, exchanging money, and purchasing b o t h precious m e t a l and ,,billioen" (uncurrent coins) to have them minted i n t o good commercial coins by the M i n t s " , J . G. v . D i l l en i n H i s t o r y of the principal banks p. 84.
1

lend giro ver keer was waarlijk niet de minste; niet ten onrechte noemt men de Amsterdamsche Wisselbank bij v e r k o r t i n g een girobank. Het k a n niet onze bedoeling wezen de functie der wisselbanken nader te ontleden; dit is gelijk gezegd reeds door D r . V a n D i l l e n gedaan. Onze bescheiden bedoeling was geen andere, dan de continuteit i n de o n t w i k k e l i n g aan te wijzen, v a n de late Middeleeuwen tot den tijd v a n de Nederlandsche Republiek.

Vous aimerez peut-être aussi