Vous êtes sur la page 1sur 9

002 Negatieve beeldvorming over de ontwikkeling van de Afrikaanse samenleving in de slavernijperiode.

Welke reactie roept deze illustratie van een tafereel uit Guinee, uit een eerste publicatie in 1725 in mij op?

Ik was 6 jaar oud en beleefde de 1 juli viering voor het eerst bewust als iets wat iets toevoegde aan mijn bestaan als zwart kind. Ik werd in een prachtige koto gekleed, kreeg een flinke pijp in mijn mond gedouwd, die ik vanwege het wisselen van de voortanden, maar moeilijk kon vasthouden. Ik vond trouwens die hele pijp erg vreemd. Mijn ouders hadden namelijk niets op met roken. Maar waarschijnlijk was deze dag ook voor hen zo bijzonder, dat het toen wel mocht. Ik mocht meelopen in de keti-koti optocht. Ik kon het gevoel toen, niet verwoorden, maar weet nog dat het goed voelde van de optocht deel te mogen zijn. Een van mijn opas, had de oma van zijn vrouw goed gekend. Die oma was op 20 jarige leeftijd op 1 juli 1863 vrijgekomen. Opa heeft met mi p, veel gepraat. Later probeerde hij gedoseerd, dit aan zijn kleinkinderen over te dragen. Hij vertelde Anansiverhalen, leerde Afrikaanse spelletjes en kinderliedjes, las voor uit Codyo de brandstichter. Opa heeft in de overdracht aan zijn nageslacht zijn best gedaan, maar vragen mocht je toen niet stellen en je had als kind niet het idee vragen te stellen. Er bleef een zwart gat bestaan; er was een heleboel over onze voorouders wat je niet te weten kwam. Maar je voelde soms instinctief aan dat er dingen niet klopten. Van de geschiedenislessen werd je ook niet veel wijzer. Als je het allemaal terughaalt was er onder de slaafgemaakten haast geen sprake van verzet en als dat er was, hield dat ook op bij Codjo, Mentor en Present. 1

Dit deed bij de gemiddelde scholier een behoorlijk beroep op het logisch nadenken en de feiten bevragen, op durf om tegen de stroom in, te denken in termen van helden. Kortom: ondanks de pogingen van opa en de lessen op school, kreeg ik niet het gevoel van enige grootsheid en ontwikkeling van het continent Afrika in de tijden van slavernij. Je zou haast gaan geloven dat het goed was, dat onze voorouders, daar werden weggehaald. Gelukkig kwamen de jaren des verstands. Onder invloed van de Angela Davis en Black Power Movement, van de songs van James Brown, de verhalen van papa Koenders, van Bruma, de acties van Martin Luther King, de ideen van mijn zelfbewuste moeder met haar vrouwenbeweging, werd mijn honger naar informatie gestild. Samen met vele nazaten, kom ik langzaam met voortschrijdend inzicht achter verzwegen feiten. De illustratie uit 1725 die aangeeft dat in die streek toen ook al goed werd nagedacht over de functionaliteit van woonruimten, is in al haar pure eenvoud, naast de vele tastbare bewijzen uit de cultuur van de oude Nubirs, uit die van de zwarte faraos, uit de documentaires over lost African kingdoms van dr. Gus Casely- Hayford, voor mij het zoveelste bewijs dat vanuit de optiek van het westen de wereldgeschiedenis verdraaid en onvolledig is doorgegeven.

046 Branding 1 Misdaad tegen de menselijkheid? Bron uit 1854. De afbeelding van het brandmerken van een slaafgemaakte vrouw.

Mijn eerste reactie op de afbeelding is: mishandeling, vernedering, een misdaad tegen de menselijkheid. Twee Europees uitziende mannen, aan het gebouw op de achtergrond te zien, in een warm land, toch volledig gekleed en een angstig kijkende slaafgemaakte mevrouw, geboeid en met alleen een lendedoek om. De mevrouw moet op de grond zitten, zodat de keurig geklede mannen hun werk kunnen doen. Die twee lijken hierbij schijnbaar op hun gemak. Ik meen bij de lange man zelf een vage glimlach te zien. Zijn maat licht met een lantaarn het werk bij en staat er naast met een schijnbaar onbewogen gezicht, met de hand losjes in zijn zak.

In de bronvermelding staat een tekst die probeert respect voor het brandmerken op te roepen: kort voor de slavenschepen ergens aankwamen werd het hoofd van elke man of vrouw geschoren. Dit verklaart waarschijnlijk het korte haar van de mevrouw. Het brandmerken zou zo licht als mogelijk voltrokken worden en net genoeg dat het brandmerk maar zes maanden te zien was. En als het brandmerken goed werd uitgevoerd was na zes maanden de huid net zo soepel als voor het brandmerken. Brandmerken vond bij volwassenen plaats op het vlezige gedeelte van de arm en bij kinderen op de billen. Dezelfde bron vermeldt tegenstrijdig ook over het brandmerken in Dahomey rond 1840: wanneer een brandijzer heet genoeg was, werd het eerst in palmolie gedoopt om te voorkomen dat het ijzer aan het vlees van de slaafgemaakten bleef plakken. Het brandmerk werd dan opgebracht op ribben of op de heup en soms zelf op de borst. Elke slavenhandelaar had zijn eigen brandmerk. Zo kon je na de overtocht, precies zien van wie de koopwaar bezweken was en hoeveel verlies er geleden was. Op de enorme schaal waarop dit brandmerken plaats vond, kun je terecht spreken van een misdaad tegen de menselijkheid. Ik zou als dat kon, het beeld van de mevrouw op deze afbeelding willen vervangen door een afbeelding van een varken. Deze afbeelding zou ik dan willen voorleggen aan De Partij voor de Dieren en naar hun reactie vragen. De Partij voor de Dieren wil n.l. het heersende recht van de sterkste doorbreken en opkomen voor de belangen van de zwakste. De partij houdt zich o.a. bezig met het welzijn van dieren. Ik durf te wedden dat hn reactie op de afbeelding met het varken op zijn minst even afkeurend zou zijn, als mijn reactie op deze illustratie.

084 Auction 1 Over beschaving gesproken: een schrijnende tegenstelling( 1839)

Wat meteen in de illustratie opvalt, is de rijke en weelderige architectuur, afgeleid van een hoogstaande Europese cultuur. Rijkversierde plafondcassetten, boogopeningen die doen denken aan pilaarbogen en weelderige Korintische versieringen. De plek was een gerenommeerd hotel in New Orlans met daarin een grote zaal, waarin allerhande producten en goederen verhandeld werden. Centraal en opvallend in het midden, waarschijnlijk de goederen die het meeste geld opbrachten: hier slaafgemaakte mensen. Volgens de bron: An unhappy negro family. Op de voorgrond zittend tussen en op tonnen/kisten en balen, waar waarschijnlijk ook inhoud in zit. Aan de linkerkant, wordt waarschijnlijk een schilderij verkocht. De veilingmeester staat met zijn hamer klaar. Aan de andere kant heeft een andere veilingmeester een soort doek, waarschijnlijk perkament in de hand. Dus 3 podia waar goederen en producten geveild worden. Om de podia heen een heleboel mensen: gemengd publiek van witte mannen en witte vrouwen in keurige kleding. Wat zegt deze afbeelding mij? Deze illustratie vertelt mij over het overduidelijke bewijs van de kern van de grootschalige Afrikaanse slavernijgeschiedenis. Het was een hartverscheurend, gewetenloos en meedogenloos economisch systeem van handel drijven en grote winsten maken. Mensen werden gedegradeerd tot koopwaar; konden als elk ander levenloos product met n simpele hamerslag verhandeld worden.

In het Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal, wordt de betekenis van het woord barbaar als volgt uitgelegd: een barbaar is iemand zonder besef van zedelijke waarden, dan wel zonder smaak of gevoel: wilde wreedaard. Ik vraag u: Wie zijn op deze illustratie volgens de Dikke Vandalen de barbaren?

088 Market Auction Misdaad tegen de menselijkheid? Moeders blijven moeders! Midden 19 de eeuw

In de bronvermelding staat dat de illustratie is gemaakt door een artistiek iemand en gebruikt is in de discussies rond de gebeurtenissen voorafgaand aan de Amerikaanse Burgeroorlog. Die oorlog was een vier jaar durend conflict tussen het Noorden en het Zuiden, waarin ook tegen- en voorstaanders van slavernij elkaar bestreden. Ik weet niet precies of deze illustratie gezien mag worden als een boodschap of een waarschuwing van de kant van een tegenstander van slavernij. Ik zeg dit, omdat het uiterlijk van de moeder en haar dochter op het veilingblok mij wat in verwarring brengt en ik geen historica ben. Zou het kunnen zijn dat de tekenaar met het beeld van een langharige moeder en dochter met een duidelijk niet- Afrikaans uiterlijk, in de toen spelende discussie een beroep heeft willen doen op het inlevingsvermogen van de mensen? Of zou hiermee verwezen worden naar het gruwelijke lot dat ook de inheemsen hebben ondergaan? Kan het zijn dat de zwarte man door de tekenaar is meegenomen om ook aandacht te vragen voor de mannen in slavernij? Ik weet het niet precies, maar ik kies er als moeder voor, naar dit beeld te kijken vanuit het perspectief van moeders; want moeders zijn en blijven moeders, welke kleur of cultuur ze ook mogen hebben. Ik was jonge moeder. Mijn toen jongste kind was 5 maanden oud. Mijn langste neef, die ik jaren niet gezien had, kwam op bezoek. Mannen willen altijd stoeien met jongensbabys. Mijn lieve neef pakte mijn zoontje op en gooide hem al lachend in de lucht. Ik zag mijn zoontje daarbij al met zijn hoofdje tegen het plafond aankomen en slaakte een akelige oerschreeuw. Zelf, had ik zoiets nog nooit uit mijn lijf horen komen. Ook ik schrok ervan. Iedereen in de kamer was muisstil. Ik maakte voor het eerst kennis met het oerinstinct van de moeder in mijn lijf. Ik had er geen controle op. Het kwam vanzelf uit mijn keel. Het meest basale moederinstinct in de mens, is je kind te beschermen. 7

Als ik focus op de twee moeders valt op dat zij in de misre waarin ze zitten, hun kind centraal stellen. Ze maken de wereld klein en focussen op hun kind, zolang als dat hen nog gegeven is. De mannen in nette pakken om de moeders met kind heen, schijnt het tafereel onbewogen te laten. De zaken gaan voor! Er moet brood op de plank om thuis, waarschijnlijk hun eigen gezinnen met moeders en kinderen te kunnen onderhouden. En grote tegenstelling dus: moeders en kinderen, verkopen, waarschijnlijk uit elkaar halen om je eigen kinderen te kunnen onderhouden. Dat kan een mens alleen als je je eigen gevoelswereld als mens, totaal uitschakelt. Als je de zaak goed praat en als je geen inlevingsvermogen in je mensenhart toelaat. Alles voor het grote geld! Is dit niet het grote probleem geweest voor het voortduren van de grootschalige slavernij? Ik vermoed dat deze illustratie de bedoeling heeft gehad in de discussie rondom wel of niet afschaffen van slavernij in Amerika het onderwerp slavernij heel voorzichtig aan de kaak te stellen.

092 Market Sell2 Over beschaving gesproken: een schrijnende tegenstelling Een tafereel op een slavenmarkt in Brazili, Rio de Janeiro rond 1860

In deze vernederende illustratie komen al mijn vorige opmerkingen bij elkaar. Aan de materialen in de ruimte en aan de kleding van de witte mensen te oordelen, zou je, als je niet beter wist, spreken van een ontwikkelde beschaving met ruimte voor kunstuitingen (muziekinstrumenten) voor plezier en ontspanning (karaf voor water of voor wijn) en voor mode. Ik meen op de voorgrond ook een boek te zien. Boeken staan sinds mensenheugenis symbool voor wijsheid en overdracht van kennis. Deze misleidende indruk wordt echter meteen weggevaagd als je focust op dat wat met de zwarte mensen op de illustratie gebeurt. Op de voorgrond een zwarte meneer, zonder schoenen, zittend tussen koopwaar die waarschijnlijk nog geveild moet worden. Die meneer hoort dus gewoon bij de te veilen boedel. Zijn houding spreekt boekdelen en raakt je als mens in het hart. Verder een zwarte mevrouw, met een kind dat zich aan haar vastklampt. De mevrouw wordt door een arrogant ogende man met wandelstok, flamboyante hoed op en opvallende pantalon aan, bekeken. De man dirigeert met zijn wijsvinger dat de mevrouw haar mond moet openhouden, zodat hij haar gebit kan beoordelen en zo waarschijnlijk haar gezondheidssituatie kan schatten. Een vernederend tafereel wat mij doet denken aan de bekende paardenmarkten in Nederland. In de paardenhandel worden de beesten als koopwaar, letterlijk in de bek gekeken. Twijfelt u ng over de vraag hoe men toen vanuit Europa naar de gekleurde mens keek? Ik niet!

Vous aimerez peut-être aussi