Vous êtes sur la page 1sur 4

3.

1 De Balkan was rond 1910 een kruidvat dat op ontploffen stond, de oorzaken hiervan: - De vele volkeren die er op de Balkan leefden. - De grote cultuurverschillen op de Balkan. - Imperialisme van Oostenrijk-Hongarije - De dreigende revolutie in Rusland - De steun van Rusland aan de Slavische volkeren. Kenmerken van Rusland rond 1900: Veelvolkerenstaat, Weinig industrie, Imperialisme onder leiding van tsaar en leger. Kenmerkende uitspraken voor nationalisme en militarisme: - Gehoorzaamheid en discipline boven alles. - Volken binnen ons land moeten minder zelfstandigheid krijgen - Revanche voor het verlies van Elzas-Lotharingen - Wij zijn het beste volk op aarde. Bondgenootschap I voor de 1stWO: Oostenrijk-Hongarije + Duitsland + Turkije Bondgenootschap II voor de 1stWO: Frankrijk + Rusland + Engeland A = Neutraal B = Elzas-Lotharingen C = Sarajevo D = Westfront E = Oostfront Goede volgorde gebeurtenissen: 1 Elzas-Lotharingen veroverd door Duitsland,2 Bosni-Herzegovina bij Oostenrijk-Hongarije, 3 Ontstaan bondgenootschappen, 4 Aanslag in Sarajevo, 5 Uitbreken WOI, 6 Engeland gaat meedoen aan de oorlog 3.2 J: De duitsers trokken via Belgi Frankrijk in. J: Bij de Somme sneuvelde meer dan 1 miljoen soldaten J: De Engelsen zetten voor het eerst tanks in. J: in 1995 werd het mosterdgas ingezet. J: Het Belgische leger vocht terug toen de duitsers hen aanvielen. 1916: -Voortdurende verliezen aan het front. 1917: - Oktoberrevolutie - uitbreken Februarirevolutie - Tsaar afgezet - Lenin komt aan in St. Petersburg 1918: - Vrede van Brest-Litovsk

I De oorlog versterkte in Rusland de revolutionaire situatie II Door de oorlog kon de tsaar de revolutionairen beter bestrijden. I is goed en II is fout. Meer macht na 1918: Leider van Frankrijk, Lenin, Trotzki Minder macht na 1918: Sultan van Turkije, Franz-Ferdinand, Tsaar van Rusland 3.3 2 oorzaken van de deelname van Amerika aan de oorlog: - De onbeperkte duikbotenoorlog. - De duitse toenadering tot mexico. 1 Begin van eerste wereldoorlog, 2 Amerikaanse soldaten komen aan in europa, 3 muitende duitse soldaten, 4 duitse keizer vlucht naar nederland, 5 wapestilstand, 6 Vrede van Versailles J: Duitsland verloor heel wat gebied aan andere landen. J: Duitsland moest aan enorm hoge herstelbetalingen voldoen J: Om vrede voortaan veilig te stellen werd de Volkenbond opgericht. Wat wordt er bedoelt met 'onverstandige vrede' (vrede van versailles) Duitsland zou zo wraakgevoelens gaan ontwikkelen. Voordelige ontwikkelingen voor Duitsland op het eind van de oorlog: De vrede van Brest-Litovsk, de oktoberrevolutie in Rusland, oorlogsmoeheid bij geallieerde soldaten. Nadelige ontwikkelingen voor Duitsland op het eind van de oorlog: De komst van de Amerikaanse troepen, Muitende soldaten. 3.4 Bolsjewieken: Revolutie nu! Mensjewieken: Revolutie, maar nu nog niet. Voorlopige regering: Nu eerst verkiezingen en orde Liberalen: Parlementaire democratie Fabriekseigenaren: Wij willen ons bezit behouden. Tsarischte generaals: Niet zomaar de oorlog opgeven. Belangrijkste doelstellingen van de Bolsjewieken: - Ook revoluties elders steunen - Privbezit afschaffen - Betaling naar behoefte - Vormen van arbeiderslegers Goede volgorde begrippen: 1 Start vijfjarenplan, 2 Dood lenin, 3 Burgeroorlog, 4 Vrije verkiezingen, 5 NEP, 'Wie moeten zorgen dat het communisme eerst in de Sovjet-Unie goed opgebouwt wordt. Dan pas kunnen we gaan denken over de wereldrevolutie' Uitspraak past bij Stalin. Sovjet: Het volk heeft via deze raden veel invloed.

Unie: Minderheden hebben in dit land ook hun plaats. Socialistisch: We zitten in een tussenfase richting communisme Republieken: Bij ons geen keizer of koning. Bij de verkiezingen kregen de bolsjewieken ongeveer 25% van de stemmen. De bolsjewieken organiseerden het bestuur in zogenaamde sovjets. Het oorlogscommunisme werd vervangen door de NEP. Uiteindelijk wist Trotzki met zijn leger de Witten te verslaan. De bolsjewieken noemden zich voortaan de communisten. 3.5 Na de oktoberrevolutie werd Lenin de machtige leider van Rusland. hij liet Nicolaas II vermoorden, maar ook Trotzki was belangrijk vanwege zijn militaire kwaliteiten in de burgeroorlog tegen de Witten. Het was dus opvallend dat na 1924 steeds meer Stalin als leider naar voren trad. Eigenschappen van Stalin: Doortastend, hard, wraakzuchtig, tactisch en sluw. Totalitair systeem, J: Propaganda is heel belangrijk J: Politieke tegenstanders werden vervolgd. J: Een kleine groep bepaalt wat goed is voor het land. Reeks begrippen over de politiek van Stalin: Strijd tegen koelakken, Grote teurreur, collectivisatie, sevchozen, Goelagarchipel, propaganda, totalitair. Logische volgorde aanpak van Stalin: 1 Verdachtmaking via propaganda,2 Arrestatie,3 Martelen,4 Showproces,5 Goelag,6 Executie Continuteit: - Ontbreken van een democratie - Vervolgen van politieke tegenstanders Verandering: - Afschaffen van privbezit - Socialistische kunst - Ontstaan van kolhozen en sovchozen - Lessen in Marxisme begrippen en jaartallen collectivisatie = Gemeenschappelijk bezit maken van landbouw en industrie. communisme = ideologie waarin geld en alle kapitaal genvesteerd in industrie en landbouw, in handen van de gemeenschap is. februarirevolutie = revolutie in Rusland tegen het tsarenregime in februari 1917. goelagarchipel = stelsel van concentratie kampen in Rusland, beheerd door de organisatie Goelag. mobilisatie = het onder wapenen roepen van het leger.

oktoberrevolutie = communistische revolutie tegen de voorlopige regering van Rusland in oktober 1917. propagenda = politieke reclame. totalitarisme of totalitair systeem = het totale doen en laten wordt bepaald door de staat. tsaar = keizer van rusland tweefrontenoorlog = oorlog die wordt uitgevochten op 2 fronten tegelijk. voor duitsland een oost- en west front. veelvolkerenstaten = staten waarin meerdere volken samenleven. Von schlieffenplan = Duitse strategie om een tweefrontenoorlog te voorkomen door een snelle opmars in Frankrijk, terwijl de Russen nog aan het mobiliseren zijn. Vrede van Versailles = vredesverdrag dat de oorlog tussen Duitsland en de geallieerden afsloot (1919). wereldoorlog = grote oorlog waaraan landen uit meerdere continenten deelnemen. 1900-1914 = wapenwedloop en nationalisme Juli 1914 = moordaanslag in Sarajevo. 1914-1918 = Eerste wereldoorlog tussen geallieerden en centralen. Februari 1917 = Revolutie in Rusland, de tsaar wordt afgezet, voorlopige regering treedt aan. oktober 1917 = Communistische revolutie in Rusland. maart 1918 = vrede van brest-litsovsk tussen Rusland en Duitsland. 11 november 1918 = Wapenstilstand 1918-1920 = Burgeroorlog in Rusland tussen rood en wit. 1921-1942 = Nieuwe economische politiek onder Lenin 1928 = Stalin wint machtsstrijd van Trotski 1928 = vijfjarenplannen met collectivisme landbouw en industrie

Vous aimerez peut-être aussi