Vous êtes sur la page 1sur 17

Rapport Pilot Sociale media in de BPV

Opdrachtgever: Mieke van Keulen Auteur: Marjolijn van Hooff Versie: 1.0 Datum: 05-03-2012

Inhoudsopgave

Samenvatting........................................................................................................................................... 3 1. Context ................................................................................................................................................ 5 1.1 Inleiding ......................................................................................................................................... 5 1.2 Uitkomsten vooronderzoek........................................................................................................... 5 1.3 Concepten ..................................................................................................................................... 6 1.3 Probleemstelling............................................................................................................................ 8 2. Aanpak ................................................................................................................................................. 9 2.1 Voorbereiding ................................................................................................................................ 9 2.1.1 Nimeto Utrecht....................................................................................................................... 9 2.1.2 ROC Mondriaan .................................................................................................................... 10 2.1.3 ROC ASA ................................................................................................................................ 10 2.2 Uitvoering .................................................................................................................................... 11 2.2.1 Nimeto Utrecht..................................................................................................................... 11 2.2.2 ROC Mondriaan .................................................................................................................... 11 2.2.3 ROC ASA ................................................................................................................................ 12 3. Uitkomsten pilot ................................................................................................................................ 13 3.1 Evaluatie pilot .............................................................................................................................. 13 3.2 Conclusies en aanbevelingen ...................................................................................................... 14 3.2.1 Goede basis en voldoende tijd ............................................................................................. 14 3.2.2 Doel en inzet bepalen ........................................................................................................... 14 3.2.3 Gerichte, tijdige communicatie ............................................................................................ 15 3.2.4 Gebruik verschillende sociale media .................................................................................... 15 3.2.5 Vervolgstappen voor Stichting Kennisnet ............................................................................ 16 4. Bijlagen .............................................................................................................................................. 18 Bijlage 1 Format plan van aanpak pilot ............................................................................................. 18 Bijlage 2 Gebruikte vragenlijsten voor evaluatie met antwoorden .................................................. 20

Samenvatting
Bij elke mbo-opleiding speelt de BeroepsPraktijkVorming (BPV, vaak ook stage genoemd) een belangrijke rol. Studenten komen in contact met het bedrijfsleven en kunnen dat wat ze op school hebben geleerd in de praktijk gaan brengen. De communicatie tijdens de BPV blijkt echter niet altijd even makkelijk te zijn. Het is een samenspel tussen de onderwijsinstelling, het leerbedrijf en de student. Duidelijkheid over de rollen en verwachtingen van elkaar is van essentieel belang. Sociale media nemen een steeds belangrijker rol in in ons dagelijks leven; ook in dat van de student. Kennisnet heeft daarom een verkennend onderzoek uitgevoerd om te inventariseren in hoeverre de inzet van sociale media kan bijdragen aan een beter resultaat van het stage-proces. In de eerste fase heeft Kennisnet, in samenwerking met CINOP en Twijnstra Gudde, genventariseerd welke knelpunten in de BPV spelen. Hiervoor zijn drie mbo-instellingen benaderd. Als resultaat in deze fase zijn negen knelpunten gedefinieerd waarin de communicatie tussen leerbedrijf, student en mbo-instelling als uitgangspunt genomen is. In fase twee is, op basis van de gedefinieerde knelpunten, een selectie gemaakt van verschillende sociale media die een bijdrage kunnen leveren aan de verbetering van het communicatieproces in het BPV- traject. Daarbij is de keuze gemaakt voor LinkedIn, Twitter en het bijhouden van een weblog. Vervolgens is gestart met het BPV-traject waarbij zowel door de praktijkbegeleider, door de cordinator als door de student sociale media ingezet kon worden. Van de drie gekozen sociale media zijn LinkedIn en weblogs ingezet door twee mbo-instellingen. Het bloggen bleek een succes; zowel de student als de BPV-cordinator en de praktijkopleider hadden zo altijd toegang tot dezelfde en meest actuele informatie. Ook bleef men door te bloggen op de hoogte van de voortgang tijdens de stage. Het bloggen bleek duidelijk meerwaarde te bieden in vergelijking tot het schrijven van een stageverslag. Het bijhouden van een weblog heeft tevens gezorgd voor meer en waardevollere contactmomenten tussen de BPV-cordinator en de student. Daarnaast heeft een weblog de mogelijkheid beeldmateriaal of video toe te voegen. Hiermee wordt niet alleen de schrijfvaardigheid van de student getoetst maar biedt dit ook de kans het stage-proces op een andere manier te beoordelen. De inzet van LinkedIn en Twitter was minder succesvol. De wens om een professioneel netwerk op te bouwen met behulp van LinkedIn bleek nog een brug te ver voor zowel de student als praktijkbegeleider. Twitter is helemaal niet gebruikt voor stage doeleinden. Geconcludeerd kan worden dat de gekozen sociale media niet door ieder leerbedrijf, mbo-instelling of student zijn ingezet tijdens het BPV-traject. Reden hiervoor was dat niet bij iedere partij het proces rondom de invulling van de BPV helder bleek; is duidelijk voor het leerbedrijf wat een student moet leren?, wat weet de student over het leerbedrijf?, wie zijn de contactpersonen bij de instelling? Een goede voorbereiding en afstemming voorafgaand aan het BPV-traject zijn hierbij noodzakelijk. Pas in tweede instantie kan dan de keuze voor de communicatiemiddelen bepaald worden. En of sociale media hiervoor geschikt zijn. Bij deze keuze is kennis over het in te zetten middel belangrijk; wat zijn de specifieke eigenschappen van Twitter?; welk doel heeft LinkedIn?, hoe vluchtig of 3

persoonlijk is het middel?, welke informatie kan ik ermee brengen en halen?, kunnen alle partijen ermee omgaan?, hoeveel tijd kost de communicatie? En niet onbelangrijk: welke knelpunten kan ik ermee oplossen tijdens het BPV-traject? Deze eerste verkenning van Kennisnet biedt voldoende perspectief om verder te onderzoeken hoe sociale media in de BPV optimaal ingezet kunnen worden. Hoe het kan helpen bij de voorbereiding van de praktijkopleider, BPV- cordinator, BPV-docent en de student. Welke rol kunnen sociale media spelen gedurende de uitvoering van de stage en hoe ze kunnen helpen bij het realiseren van een optimaal eindresultaat. Hierbij zijn ook vraagstukken in het kader van de verantwoordings- en bewaarplicht van belang. De komende tijd zal Kennisnet, in samenwerking met diverse onderwijsinstellingen, antwoorden gaan verzamelen en verdere expertise opbouwen op deze onderwerpen.

1. Context
1.1 Inleiding Bij elke mbo-opleiding speelt de Beroepspraktijkvorming (BPV, vaak ook stage genoemd) een belangrijke rol. Studenten komen in contact met het bedrijfsleven en kunnen dat wat ze op school hebben geleerd in de praktijk gaan brengen. Het organiseren van de BPV blijkt echter niet altijd even makkelijk te zijn. Het is een samenspel tussen de onderwijsinstelling, het leerbedrijf en de student. Duidelijkheid over de rollen en verwachtingen van elkaar is van essentieel belang. Al jaren worden er knelpunten ervaren in de voorbereiding, uitvoering en afronding van de BPV. Om die reden heeft Kennisnet, in samenwerking met CINOP en Twijnstra Gudde een onderzoek gedaan om de exacte knelpunten in kaart te brengen. Dit onderzoek heeft plaats gevonden in de eerste maanden van 2011 en bestond zowel uit desk- als fieldresearch. De uitkomst van het onderzoek bestaat uit een overzicht van negen knelpunten, ondergebracht in de fasen van het BPV-protocol. Opvallend is dat bijna alle knelpunten zijn te herleiden naar een gebrek aan communicatie tussen de onderwijsinstelling, het leerbedrijf en de student. Omdat tegenwoordig diverse sociale media gebruikt worden om te communiceren, zijn er vijf concepten ontwikkeld waarin sociale media worden ingezet tijdens het BPV-proces. Verwachting is dat de implementatie van deze concepten kan bijdragen aan het oplossen van de negen knelpunten. Om de concepten in de praktijk te toetsen heeft Kennisnet een verkennend onderzoek uitgevoerd; Sociale media in de BPV. Door een aantal mbo-instellingen sociale media te laten inzetten tijdens bepaalde onderdelen in het BPV-traject, wil Kennisnet onderzoeken of deze inzet daadwerkelijk bijdraagt aan het oplossen van de in paragraaf 1.2 beschreven knelpunten in het BPV-traject. 1.2 Uitkomsten vooronderzoek De verkenning Sociale media in de BPV is gebaseerd op een onderzoek naar knelpunten tijdens het gehele BPV-proces. Deze knelpunten zijn genventariseerd in een onderzoek van CINOP, Kennisnet en Twijnstra Gudde. De negen knelpunten zijn (in volgorde van het BPV-traject):
Fig. 1 Fases in het BPV-traject

Voorbereiding & Matching

BPV-periode

Beoordeling

Evaluatie

Voorbereiding en matching 1. Studenten komen onvoorbereid het bedrijf binnen. 2. Scholen en leerbedrijven hebben er moeite mee om tot een gezamenlijke positionering van de BPV te komen.

BPV-periode 3. Het leerbedrijf weet niet wat de studenten moet leren. 4. Leervragen die studenten tijdens de stage hebben, worden door de school te weinig voorzien van een passend aanbod. 5. Het is onvoldoende duidelijk wie de aanspreekpunten zijn vanuit de school en vanuit het bedrijf. 6. De frequentie en intensiteit van de begeleiding vanuit de school is onvoldoende. Beoordeling 7. Tijdens de stage wordt onvoldoende tijd besteed aan reflectie op de voortgang en het zichtbaar maken van spontane leerervaringen. 8. De afronding van de stage verloopt inefficint en moeizaam. Evaluatie 9. Knelpunten in BPV-trajecten blijven bestaan i.p.v. dat ze structureel opgelost worden. 1.3 Concepten Er zijn vijf concepten ontwikkeld die beschrijven op welke manier sociale media ingezet kunnen worden om bij te dragen aan het oplossen van de knelpunten die hierboven worden beschreven. Deze concepten zijn ontstaan vanuit de belevingswerelden van de betrokkenen bij het BPV-traject binnen de onderwijsinstelling, namelijk de student, de BPV-verantwoordelijke en de directie. In onderstaand figuur zijn deze belevingswerelden grafisch weergegeven.

Fig.2 Belevingswerelden betrokkenen BPV-traject

Verdere uitwerking van de concepten is te vinden op: http://marktplaatsmbo.nl/bronnen/details/24,3479/gebruik-van-sociale-media-in-de-bpv

Bij de uitwerking van de concepten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Maximaal gebruik Web 2.0/sociale media die vrij beschikbaar zijn. Direct toepasbaar, zonder dat scholen, bedrijven en studenten grote veranderingen hoeven door te voeren. De fasen van het BPV-protocol zijn richtinggevend (voorbereiding & matching, BPV-periode, beoordeling en evaluatie).

In de belevingswereld van de student gaat het om de volgende drie concepten: 1. Bijhouden van een online blog door de student tijdens de BPV. 2. De student werkt aan een professioneel netwerk met LinkedIn. 3. Het direct stellen van leervragen via Twitter aan begeleiders en medestudenten. In de belevingswereld van de BPV-verantwoordelijke gaat het om: 1. Het verzamelen en analyseren van elektronische gegevens over de BPV in het kader van kwaliteitszorg. En in de belevingswereld van de directie om: 1. Het realiseren van een betere samenwerking tussen leerbedrijf en school op directieniveau. Vervolgens is gekeken op welke momenten communicatie en afstemming vereist of gewenst is en op welke manier sociale media ingezet kunnen worden. Uit de veelheid van sociale media zijn er drie gekozen op basis van bekendheid, gebruikersgemak, geschiktheid voor zakelijk gebruik en de aansluiting ervan op de knelpunten die met communicatie te maken hebben, namelijk: Bloggen Door middel van een weblog (bv. www.blogger.com) kan een online blogboek worden bijgehouden. Dit blogboek kan voor iedereen toegankelijk zijn, of alleen voor genodigden. Mensen die toegang hebben tot het blogboek kunnen reageren op de blogberichten. Een

blogbericht kan bestaan uit tekst, maar er kunnen uiteraard ook afbeeldingen en video worden ingevoegd. Dit heeft als voordeel dat een bericht ook een foto- of videoverslag kan zijn. LinkedIn LinkedIn (www.LinkedIn.com) is een netwerksite om een professioneel netwerk op te bouwen. Mensen kunnen uitgenodigd worden om deel uit te maken van een netwerk of zelf uitgenodigd worden. Daartoe moet men een profiel aanmaken. Het profiel op LinkedIn is te vergelijken met een C.V. Ook kunnen relaties uit iemands netwerk aanbevelingen schrijven op zijn of haar profiel. Twitter Twitter (www.twitter.com) is bedoeld om kleine berichten te schrijven van maximaal 140 tekens. Op Twitter kan men mensen volgen en gevolgd worden. Wanneer iemand mensen volgt verschijnen hun berichten in diens timeline (=overzicht van berichten).

1.3 Probleemstelling Welke invloed heeft de inzet van sociale media in het BPV-traject op de negen knelpunten die in het onderzoek van CINOP, Kennisnet en Twijnstra Gudde zijn geformuleerd en hoe ervaren studenten, BPV-cordinatoren, docenten en praktijkbegeleiders het gebruik hiervan?

2. Aanpak
Drie mbo-instellingen zijn in het schooljaar 2011-2012 een pilot gestart, waarin de eerste drie concepten (Blogboek, Netwerk en Leervraag) in de BPV van hun opleidingen werden ingezet. Tijdens de pilot zijn het vierde en vijfde concept (kwaliteitsverbetering en strategische samenwerking) niet expliciet in de praktijk getoetst. De doorlooptijd van de pilot bleek te kort om ook deze concepten te integreren in het BPV-proces. In de periode voor de zomervakantie van 2011 ontwikkelden de BPV-cordinatoren een nieuwe opzet van de BPV voor hun mbo- instelling, waarin sociale media een belangrijke rol spelen. Voor de BPV-cordinatoren waren de belangrijkste doelen van de pilot: Inzicht krijgen in de mogelijkheden van sociale media binnen de BPV. Zich het gebruik van (de gekozen) sociale media eigen maken. (Eventueel met hulp van anderen) de werking van (de gekozen) sociale media overbrengen aan hun studenten en betrokken docenten. Lesbrieven of ander studiemateriaal opstellen om ervoor te zorgen dat het gebruik van sociale media een plek in het curriculum krijgt. 2.1 Voorbereiding Gedurende het onderzoek en de ontwikkeling van de concepten is er vanuit Kennisnet gecommuniceerd via sociale media (blogs en Twitter). Een groot aantal genteresseerde docenten, managers en beleidsmedewerkers van onderwijsinstellingen heeft het proces gevolgd. Aan de oproep om deel te nemen aan de pilot hebben vijf onderwijsinstellingen gehoor gegeven. Drie mbo-instellingen zijn, op basis van hun motivatie en de periode waar de BPV gepland was, geselecteerd voor deelname aan de pilot. De drie onderwijsinstellingen: Nimeto Utrecht ROC Mondriaan ROC ASA-Utrecht

Om de BPV-cordinatoren te begeleiden bij hun voorbereidingen, is een onderwijskundige van opleidingskundig adviesbureau C. van de Graaf en Partners ingehuurd. Zij heeft samen met de BPVcordinatoren onder andere een plan van aanpak gemaakt en heeft hen wegwijs gemaakt in het gebruik en toepassing van verschillende sociale media, zoals bloggen, Twitter en LinkedIn. De instructies rondom de pilot en het gebruik van de sociale media aan studenten is door de docenten en BPV-cordinatoren zelf gedaan.
2.1.1 Nimeto Utrecht

Nimeto Utrecht heeft gekozen om mee te doen met 22 studenten (versnellers) uit leerjaar 3 van de opleiding Ruimtelijke Presentatie en Communicatie (RPC) en 5 docenten/BPV-begeleiders. Het betreft hier een niveau 4 opleiding. Nimeto Utrecht wil een betere communicatie bij de voorbereiding op de BPV en tijdens de BPV, waardoor de verwachting is dat het leerrendement van de BPV hoger wordt. De volgende doelen zijn in het plan van aanpak geformuleerd: De student kan aan de hand van een persoonlijk, up to date verslag, gemakkelijker reflecteren op de BPV.

Dit verslag geeft de BPV-cordinator en de praktijkopleider input voor evaluatiegesprekken over de samenwerking met het leerbedrijf c.q. de school. De student leert een online profiel aan te maken en dat profiel op basis van ervaringen en evaluaties te verbeteren. De elektronische input levert gegevens voor het evaluatiegesprek van de praktijkopleider met student. Om deze doelen te halen, is gekozen voor de inzet van bloggen en LinkedIn. Nimeto Utrecht heeft gekozen voor de tool Blogger om een studenten een weblog te laten maken (www.blogger.com); dat wordt veel gebruikt, is eenvoudig in gebruik en heeft de mogelijkheid om fotos te uploaden. De studenten kregen duidelijke instructies over de invulling, frequentie en verwachtingen omtrent de weblog. Dat gebeurde op de startbijeenkomst aan het begin van het schooljaar en middels een projectbrief. Daarnaast vindt Nimeto het belangrijk dat studenten zich voorbereiden op hun professionele carrire. Daarom is gekozen om een LinkedIn-profiel aan te maken, dat moet dienen als online visitekaartje en waarmee de student een zakelijk netwerk kan gaan opbouwen.
2.1.2 ROC Mondriaan

ROC Mondriaan heeft gekozen mee te doen met het tweede jaar van de opleiding Carrosserie Autoschadeherstel; 15 studenten en 4 docenten. Het betreft hier een niveau 2 opleiding. Het doel van ROC Mondriaan om mee te doen aan deze pilot, was dat men meer betrokkenheid wilde creren tijdens de BPV. Studenten moesten weten wat er van hen werd verwacht en wie hen daarbij begeleidde. De verwachting was dat de studenten via een weblog makkelijker contact opnamen met hun BPV-cordinator of docent en ervaringen uitwisselden met elkaar. Aanvankelijk had ROC Mondriaan het plan om bij de ICT-opleidingen met LinkedIn en Twitter aan de slag te gaan. LinkedIn heeft men echter na een kort onderzoekje laten varen, omdat voor dit vakgebied weinig tot geen relevante bedrijven of discussiegroepen te vinden waren. Autoschadeherstellers blijken nog weinig tot geen gebruik te maken van LinkedIn.
2.1.3 ROC ASA

ROC ASA heeft gekozen mee te doen met het tweede leerjaar van de opleiding Evenementen, met 75-80 studenten. Het betreft hier een niveau 4 opleiding. ROC ASA wilde dat deze studenten hun stageverslag in blogvorm gingen bijhouden, met als doel dat studenten bewuster bezig zijn met hun leerdoelen. De leerdoelen moesten ook door de BPVcordinator en de praktijkopleider zichtbaar zijn. Op deze manier hoopten zij dat er meer synergie komt tussen de praktijkstage en de school. De BPV-cordinator wilde nog andere docenten bij de pilot betrekken, zodat het bloggen niet alleen tijdens deze pilot gedaan werd, maar gentegreerd gebruikt kon worden en een rol zou spelen tijdens verschillende lessen. Haar ambitie was om de blogs ook tijdens de vakken SLB, Social Media en Nederlands te gebruiken. Onderstaande doelen streefde men na: De studenten leren reflecteren op elkaars blogs tijdens de lessen SLB. De studenten krijgen inzicht in de mogelijkheden van bloggen, Twitter en LinkedIn tijdens het vak Social Media.

10

De studenten krijgen inzicht in hun taalgebruik en leren hierdoor betere teksten te schrijven voor het vak Nederlands.

Om bovengenoemde doelen te behalen was het wenselijk dat de docenten van de betreffende vakken betrokken moesten worden bij de pilot, dat zij zelf over de kennis van de sociale media moesten beschikken en dat zij hun lessen in de toekomst zouden aanpassen zodat bovengenoemde themas terugkomen. 2.2 Uitvoering
2.2.1 Nimeto Utrecht

Iedere student moest, zoals beschreven in het concept, een persoonlijk weblog bijhouden, waar alleen de praktijkopleider en de BPV-cordinator/docent toegang toe hadden. Dit bood een veilige omgeving om de leerervaringen gestructureerd bij te houden. Zes onderwerpen moesten terugkomen in de weblog: bedrijf, werkzaamheden, ondernemerstaken, leidinggeven, project en reflectie. Op deze manier hielden de studenten tijdens de BPV een verslag bij, waarop ze direct reacties kregen. Nimeto heeft op eigen initiatief ook een gezamenlijke weblog opgezet waar alle studenten, praktijkopleiders en docenten aan deelnamen. Deze werd beheerd door n van de docenten. Hier konden studenten ervaringen uitwisselen, publiciteit geven aan georganiseerde activiteiten of vragen stellen. Het was mogelijk om op deze snelle manier digitaal vragen te stellen aan de begeleider en/of medestudenten. Er waren vijf terugkomdagen en iedere student werd minimaal twee keer bezocht op de BPV-locatie. Iedere student moest op n van de terugkomdagen een presentatie van zijn/haar BPV-bedrijf geven. Op hun weblog schreven de studenten van tien verschillende presentaties een verslag. Daarnaast heeft iedere student een professioneel LinkedIn profiel aangemaakt om zo een zakelijk netwerk op te bouwen en te onderhouden.
2.2.2 ROC Mondriaan

Tijdens de eerste weken van het schooljaar zouden de studenten voorbereid worden op het gebruik van de sociale media. Dit is echter pas later gebeurd, hetgeen mede de reden is geweest om alleen bloggen te gaan gebruiken. De studenten hebben alleen een persoonlijk weblog bijgehouden, dus niet zoals bij Nimeto Utrecht een combinatie met de gezamenlijke blog die iedereen van elkaar kon zien. Op de persoonlijke blog zette de student zijn logboeken en eindverslag en had hij de mogelijkheid vragen te stellen aan de BPV-cordinator of docent. Twitter zou ingezet worden om op een snelle manier te communiceren met een grote groep studenten en om vragen te stellen. Studenten konden dan ook onderling op een makkelijke en laagdrempelige manier contact met elkaar zoeken. Dit is echter niet uitgevoerd. De reden die hiervoor is gegeven is dat Twitter door studenten vooral priv gebruikt wordt en dat het aantal tekens van 140 te weinig is om een goede vraag of antwoord te formuleren. Een alternatief had Yammer kunnen zijn, een soort Twitter in een afgeschermde omgeving, waar studenten een apart account konden aanmaken om berichten over werk en priv te kunnen scheiden. Ook is het mogelijk om binnen Yammer besloten groepen aan te maken en grotere berichten te sturen. Helaas heeft ROC Mondriaan de bezwaren tegen Twitter niet tijdig kenbaar 11

gemaakt aan Kennisnet, waardoor het niet meer mogelijk was om Yammer te introduceren en in te zetten.
2.2.3 ROC ASA

ROC ASA was van plan om in het begin van het schooljaar de persoonlijke blog samen met de studenten op te zetten. De studenten moesten minimaal iedere twee weken een reflectieverslag schrijven. Hierin werden de volgende onderdelen benoemd: leerdoelen (persoonlijk en zakelijk), werkzaamheden tijdens de BPV en leermomenten en -ervaringen. De BPV-cordinator zou tussentijds en aan het eind een reflectie op de blogartikelen en het proces daar omheen geven. Om de werkdruk te verdelen zouden ook andere docenten feedback op de verslagen geven. Bij ROC ASA hebben twee gesprekken plaatsgevonden met de BPV-cordinator. Hierin is onder andere gesproken over welke problemen konden ontstaan bij het voorbereiden en opzetten van de pilot. Helaas is de pilot bij ROC ASA niet verder tot uitvoering gekomen. ROC ASA is aan het eind van de voorbereidingsperiode gestopt om twee redenen: De opzet van de pilot was vrij open en het ROC kreeg de vrijheid om zelf een invulling te kiezen die het beste bij het onderwijs en de visie van de mbo-instelling paste (welke doelstellingen behaald wilden worden, welke sociale media hierbij passen, welke docenten betrekken etc.). Op het moment dat de pilot moest plaatsvinden was er nog niet voldoende nagedacht over de invulling van de deelname. Dit kwam vooral omdat er nog weinig standaardisatie in de processen rond de stage was en de basisprocessen daardoor erg tijdrovend waren. Er was te weinig draagvlak binnen het ROC. Deelname aan de pilot was toegezegd door de opleidingscordinator. Deze heeft de pilot overgedragen aan de BPV-cordinator, die het traject vervolgens zelf moest voorbereiden en opzetten. Het voornemen om ook andere docenten bij de pilot te betrekken en er in verschillende lessen aandacht aan te besteden, kwam niet van de grond. Hierdoor was inbedding in het curriculum ook niet mogelijk.

Kennisnet heeft ervoor gekozen om de instellingen zelf verantwoordelijk te laten zijn voor de concrete invulling van de pilots. Hierdoor konden de betrokkenen binnen de instelling beter aansluiten op de eigen situatie en er een eigen invulling aan geven. Niet elke instelling kon deze rol goed vervullen. Kennisnet heeft de instellingen met onderwijskundige en inhoudelijke expertise op het gebied van sociale media ondersteund tijdens het traject om de gekozen concepten op een juiste manier in te bedden in het curriculum en de BPV-processen.

12

3. Uitkomsten pilot
3.1 Evaluatie pilot Om het proces van de pilot zelf inzichtelijk te maken, hebben de drie deelnemende mbo-instellingen een blog opgezet. Hierop zijn van tijd tot tijd artikelen gepost om de voortgang van de pilot zichtbaar te maken voor de buitenwereld. Hieronder is een voorbeeld van zon blogartikel opgenomen.

Fig. 3 Een blogartikel van een BPV-cordinator

Daarnaast is de pilot inhoudelijk gevalueerd. Hiervoor zijn drie vragenlijsten opgesteld. Er is een onderscheid gemaakt in een versie voor studenten, BPV-cordinatoren/docenten en praktijkbegeleiders. De gebruikte vragenlijsten en de precieze antwoorden die hierop zijn gegeven, staan in bijlage 1. 12 van de 22 studenten van Nimeto Utrecht hebben de vragenlijst ingevuld. Ondanks verschillende herinneringen is er helaas geen respons gekomen van studenten van ROC Mondriaan. 5 van de 6 docenten en BPV-cordinatoren van ROC Mondriaan en Nimeto Utrecht hebben de vragenlijst ingevuld, en 9 van de 22 praktijkopleiders van Nimeto Utrecht. Van de praktijkopleiders van ROC Mondriaan is helaas geen respons gekomen. De deelnemers van Nimeto Utrecht zijn enthousiast over het gebruik van de blog. Zij zien de toegang tot actuele gegevens als meerwaarde, en dat het studenten dwingt om regelmatig hun stageverslag bij te houden. Op de blog is namelijk precies te zien wanneer iemand een artikel heeft geschreven.

13

Nimeto Utrecht heeft zelf een verschil gemaakt tussen een persoonlijk blog en een gezamenlijk blog. Dit was niet opgenomen in het concept, maar is wel succesvol gebleken. De reden voor de keuze om deze blogs te splitsen is dat studenten persoonlijke informatie in hun blogartikelen schrijven, bijvoorbeeld over zaken waar zij tegenaan lopen. Eerst moet goed nagedacht worden over hoe men omgaat met de privacy hiervan en het geven van eventuele reacties hierop, voordat Nimeto Utrecht wil dat deze informatie zichtbaar is voor alle deelnemers. Vandaar dat in deze pilot gekozen is voor een persoonlijke blog, waarop de studenten hun stageverslag, leerdoelen en knelpunten daarbij hebben opgeschreven, en een gezamenlijke blog, waarop algemene informatie over de leerbedrijven en stages is geschreven. Kunnen netwerken is n van de vaardigheden die hoort bij de 21st century skills; het is tegenwoordig nodig dat men in staat is een professioneel netwerk te kunnen opbouwen. LinkedIn ondersteunt deze vaardigheid. Over het gebruik van LinkedIn tijdens deze pilot is men minder enthousiast omdat het nut ervan tijdens de stage minder duidelijk is dan van het bloggen. Dit komt misschien omdat LinkedIn niet geheel volgens het concept is ingezet. Nu is LinkedIn vooral gebruikt om studenten te helpen zich te profileren, wat op zich goed is, maar wat een meerwaarde heeft op de lange termijn. LinkedIn zal dus belangrijker worden als studenten straks klaar zijn met hun opleiding en een baan gaan zoeken. 3.2 Conclusies en aanbevelingen De probleemstelling die bij deze pilot is geformuleerd luidde als volgt: Welke invloed heeft de inzet van sociale media in het BPV-traject op de negen knelpunten die in het onderzoek van CINOP, Kennisnet en Twijnstra Gudde zijn geformuleerd en hoe ervaren studenten, BPV-cordinatoren, docenten en praktijkbegeleiders het gebruik hiervan? Door het uitvoeren van de pilots is nog onvoldoende ervaring opgedaan met het gebruik van sociale media volgens de ontwikkelde concepten om antwoord te geven op deze probleemstelling. Deze pilot kan daarom vooral gezien worden als een eerste verkenning en roept weer nieuwe vragen op voor een vervolg. Hierbij zullen ook het vierde en vijfde concept (kwaliteitsverbetering en strategische samenwerking) getoetst moeten worden. Pas wanneer alle concepten in meerdere situaties ingezet zijn in de praktijk, kan er wellicht een antwoord gegeven worden op de vraag hoe sociale media kunnen bijdragen aan het oplossen van de knelpunten die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen.
3.2.1 Goede basis en voldoende tijd

Zoals blijkt uit de beschrijvingen van de voorbereidingsfase, is het belangrijk voor deelnemende mboinstellingen om de basis rond de BPV op orde te hebben. Zaken als voldoende stageplekken en een goed ingeregeld administratief proces dienen eerst op orde te zijn, voordat men kan gaan denken aan het gebruik van sociale media. Aangezien dit voor de meeste mbo-instellingen iets heel nieuws is, kost het opzetten van een dergelijke pilot de eerste keer (veel) tijd en inspanning. Als het gebruik van sociale media eenmaal ingebed is in de BPV-processen, zal het eventuele volgende schooljaren steeds minder tijd kosten. Voldoende tijd voor de voorbereiding is ook belangrijk. De drie deelnemende mbo-instellingen hebben aangegeven dat voor deze pilot de voorbereidingstijd wat kort was ( < 3 maanden voor de zomervakantie) om alle activiteiten op een rijtje te krijgen en de juiste personen te betrekken. Een goed format voor een plan van aanpak en een planning kunnen hierbij helpen.
3.2.2 Doel en inzet bepalen

Van tevoren hoort de vraag gesteld te worden: wat wil de mbo-instelling bereiken met de inzet van sociale media tijdens de BPV? Wat gaat nu (nog) niet goed en kan verbeterd worden door de inzet 14

van sociale media? Als eerst het doel duidelijk gesteld wordt en bij welk onderdeel van het BPVproces het past, kan men aan de hand daarvan verdere randvoorwaarden, activiteiten en benodigdheden (resources) uitwerken. Dit voorkomt dat men verkeerde verwachtingen van de inzet van sociale media creert en het uiteindelijk meer (tijd en energie) kost dan het oplevert. Het is aan te bevelen om verschillende personen en rollen te betrekken bij het opzetten, inrichten en uitvoeren van de pilot. Zoals blijkt uit de ervaring van ROC ASA is het teveel werk om dit alleen door de BPV-cordinator te laten doen. Daarnaast is het voor de inbedding in het curriculum ook belangrijk dat er in verschillende lessen aandacht besteed wordt aan de inzet van sociale media. Op die manier beklijft bij de studenten ook beter wat zij moeten doen en wat er van hen verwacht wordt. Zo kan tijdens een les Burgerschap (LLB) aandacht besteed worden aan het presenteren van jezelf middels een LinkedIn profiel, of tijdens een les Nederlands aan het correct reageren op een blog. Dit vraagt dus om een doordachte inzet van personen en middelen. Naast de BPV-cordinator zou ook de opleidingscordinator en een aantal docenten betrokken kunnen worden, zodat er in teamverband gewerkt kan worden aan het inzetten en inbedden van sociale media tijdens de BPV.
3.2.3 Gerichte, tijdige communicatie

Verder is het van belang de deelnemers (de studenten, docenten en praktijkopleiders) en betrokkenen (bijvoorbeeld de directies van de leerbedrijven) goed en tijdig te informeren over het gebruik van sociale media. Dat is tijdens deze pilot niet helemaal goed gegaan, blijkt uit opmerkingen van praktijkopleiders, die soms zeggen helemaal niet op de hoogte te zijn geweest van de pilot. Doelgroepen die betrokken dienen te worden zijn in elk geval de studenten, BPV-cordinatoren, docenten en praktijkbegeleiders. Van te voren moet nagedacht worden over: Hoe de doelgroepen genformeerd worden; Wanneer zij genformeerd worden; Wat de boodschap zal zijn; Langs welke weg of via welke middelen de doelgroep bereikt kan worden.

Het is hierbij nodig een lijst bij te houden met namen, telefoonnummers, emailadressen en bedrijfsnamen van de praktijkbegeleiders zodat deze tijdig genformeerd kunnen worden.
3.2.4 Gebruik verschillende sociale media Persoonlijke blog

Over het gebruik van een persoonlijke blog als stageverslag zijn nagenoeg alle respondenten enthousiast. De persoonlijke blog is tijdens de pilot alleen zichtbaar gemaakt voor de student zelf, de BPV-cordinator en docenten en de praktijkopleider en leent zich daardoor goed voor het schrijven van stageverslagen en vooral reflectieverslagen. Vanuit de mbo-instelling kan een afspraak gemaakt worden om bijvoorbeeld aan het eind van elke week de blog bij te werken. Alle betrokkenen hebben op deze manier altijd en overal toegang tot de meest actuele informatie met betrekking tot het verloop van de stage van de student. Door het verslag middels een weblog vast te leggen, kan men het proces ook goed volgen: het is zichtbaar wanneer (tijd/datum) een artikel wordt geschreven. Door het gebruik van de persoonlijke blog zijn er meer contactmomenten tussen de BPV-cordinator en de student, of tussen de praktijkopleider en de student, dan zonder het gebruik van de persoonlijke blog en zijn deze momenten soms zelf waardevoller dan voorheen.

15

De persoonlijke blog lijkt dus een goede vervanging van het stageverslag. Hier zou wel nader onderzocht moeten worden of het mogelijk is om de blogverslagen 5 jaar te bewaren, volgens de wettelijke bewaartermijn.
Gezamenlijke blog

Hoewel de deelnemers de gezamenlijke blog handig vonden om te weten wat iedereen doet (vooral medestudenten), ervoeren enkelen het ook als dubbel werk of vonden zij dat er weinig gebeurde met de gezamenlijke blog. Indien er dus gekozen wordt voor de inzet van beide soorten blogs, moet er van tevoren goed worden nagedacht over het doel van de verschillende blogs en welke activiteiten die hiermee gedaan worden. Als een gezamenlijke blog bijvoorbeeld alleen gekozen wordt omdat studenten zo van elkaar kunnen zien wat ze doen, zou het wellicht ook een optie zijn om studenten toegang te geven tot elkaars persoonlijke blog. Hierop staat echter wel meer persoonlijke/vertrouwelijke informatie (knelpunten en leerdoelen), dus is het zaak om te bepalen hoe men hiermee omgaat en om studenten in elk geval een les te geven over welke reacties wel en niet gepast zijn.
LinkedIn

Het gebruik van LinkedIn heeft niet voor alle deelnemers meerwaarde gehad. Het lijkt er echter op dat dit vooral komt omdat het doel niet duidelijk was en het ontbreken van een LinkedIn-profiel niet als een probleem werd gezien. Er is echter een groeiend aantal bedrijven dat bij sollicitaties standaard de LinkedIn-profielen opzoekt van sollicitanten en deze zelfs niet uitnodigt als ze geen profiel hebben. Er zou dus zeker een belang moeten zijn bij het hebben van een goed LinkedIn profiel als online visitekaartje. In een volgende pilot zou dit concept nogmaals getoetst moeten worden om de meerwaarde van LinkedIn te kunnen bepalen. Behalve LinkedIn gebruiken als online visitekaartje zijn er nog verschillende mogelijkheden om netwerken te gebruiken. Vanuit de instelling zou het bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden om een groep aan te maken met alle leerbedrijven, zodat met n bericht iedereen binnen de groep genformeerd is. Bovendien kan men via discussies ook onderling informatie over stages uitwisselen. Tot slot kan LinkedIn gebruikt worden om te zorgen dat studenten zich inlezen in het leerbedrijf en bijvoorbeeld al vakinhoudelijke discussies kunnen volgen, zodat ze beter voorbereid het leerbedrijf in komen.
3.2.5 Vervolgstappen voor Stichting Kennisnet

Het is voor Kennisnet van belang aanvullende pilots en/of onderzoeken uit te voeren om meer inzicht te krijgen in hoe de ontwikkelde concepten omtrent de inzet van sociale media werken in de praktijk. In deze pilot is bijvoorbeeld het inzetten van Twitter niet aan bod gekomen en zijn sommige media niet helemaal ingezet zoals bedoeld zijn in de concepten. De invulling van de pilots door de instellingen is op sommige punten te vrijblijvend gebleken. Bij een volgende pilot zullen een aantal voorwaarden gesteld worden aan de deelname en uitvoering, zoals: De processen rond de BPV dienen op orde te zijn. Zaken als voldoende stageplekken voor alle studenten moeten geregeld zijn, zodat er tijd vrij is om aan de pilot te besteden. De voorgestelde concepten dienen gevolgd te worden/strakker neergezet te worden. Er dient voldoende draagvlak te zijn binnen de mbo-instelling (deelname/uitvoering niet afhankelijk van n persoon). Inbedding in het curriculum dient geborgd te worden, onder andere door het ontwikkelen van lesmateriaal en de integratie van het gebruik van de sociale media in verschillende lessen. De leerbedrijven dienen actief betrokken te worden bij, en deel te nemen aan de pilot. 16

Uit het proces en ook de uitkomsten van deze pilot, is verder gebleken dat het inzetten van sociale media tijdens de BPV minder eenvoudig is dan gedacht. Het stelt een aantal voorwaarden aan zowel de mbo-instelling, als de opzet van de pilot om uitvoering makkelijker en doeltreffender te maken. Dit laatste punt is nog een taak voor Kennisnet. Er wordt een toolkit ontwikkeld op basis van ervaringen die opgedaan zijn bij deze pilot. Op die manier hebben mbo-instellingen die een pilot willen doen, meer handvaten en kaders waarbinnen ze deze kunnen uitvoeren. De toolkit zal o.a. de volgende onderdelen bevatten: Uitwerking van de vijf concepten Format voor een plan van aanpak Format voor het opstellen van een planning Format voor communicatie richting leerbedrijven Voorbeeld gebruikte vragenlijsten voor evaluatie Lesbrieven en presentaties

Deze toolkit komt voor iedere mbo-instelling vrij beschikbaar. Mbo-instellingen die genteresseerd zijn in het uitvoeren van een pilot met sociale media, of ervaringen willen uitwisselen, kunnen contact opnemen met Kennisnet: binnendienst@kennisnet.nl.

17

Vous aimerez peut-être aussi