Opdrachten van Joey Witte

Beeldvorming activiteit 2-1 1. Ik vind het belangrijk in het eerste contact met mensen om er eerst achter te komen hoe iemand heet en leeftijd. Vervolgens waar hij/ zij vandaan komt of ze nog broer (tjes) of zus(jes) heeft. Daarna ben ik genteresseerd in haar hobbys en sport. Vervolgens ben in genteresseerd na welke (voor)opleiding hij en/of zij volgt. 2. mijn eerste indruk is gebaseerd op de openheid van de andere persoon. de uitstraling vind ik erg belangrijk. Als iemand een openhouding heeft en uitnodigend is om een gesprek mee aan te gaan dan zal ik hier sneller op afstappen dan wanneer iemand een gesloten houding heeft. Ook de houding van iemand is belangrijk voor mij, straat iemand energie uit, is iemand spontaan dit zijn eigenschappen waardoor ik gemotiveerd wordt om met iemand in gesprek te raken. 3. als het eerst beeld negatief is dan is het lastig om dit weer bij te stellen. Het eerste gesprek is daar bepalend voor. Als deze persoon in het gesprek laat blijken dat hij erg enthousiast over het gene wat ij verteld dat ik genspireerd raakkan ik mijn eerste waarneming benvloeden. Maar andersom kan het ook gebeuren dat iemand alle eigenschappen in de waarneming laten zien en vervolgens in het gesprek helemaal niet zo zijn als je van te voren had gedacht. Daarom vind ik het belangrijk om met iedereen een gesprek aan te gaan en niet meteen te oordelen. Dit is soms erg moeilijk.

Waarden en nomen Activiteit 3-2 3. ik vind het belangrijk dat iedereen gelijk wordt behandelt en gelijke rechten heeft. Iedereen is gelijkwaardig alleen niet iedereen is gelijk vaardig. Je moet altijd rekening houden met wat een clint wel en niet kan. ik vind het belangrijk om te kijken naar mogelijkheden in plaats van naar de beperking van iemand. Ouderschap bij mensen met een verstandelijke beperking, ouderen en/of psychiatrische clinten vind ik kunnen. Wel vind ik het belangrijk dat er wordt gekeken of het kind geen gevaar loopt door de gebreken van de ouders. Er moet te voorbereiding op het besluit van kinderen gekeken worden naar de erfelijkheid van de stoornis. Is deze te hoog dan vind ik niet dat het mogelijk moet zijn om kinderen te krijgen. Het kind moet niet beperkt worden in zijn ontwikkeling door de ouders is dit wel het geval dan vind ik het niet verstandig om kinderen te laten nemen. Deze redenen om geen kinderen te nemen vind ik belangrijk omdat, als er wel wordt gekozen voor een kind bij ouders die hier zelf niet de competenties voor hebben, betekend dit dat er meer zorg aan het gezin/ kind besteed moet worden. de meerwaarde van het ouderschap is er dan niet volgens mij en het kost de zorgbetalers ontzettend veel geld. Ik vind dat seksualiteit toe gestaan kan worden. Ieder mens is gelijk in het hebben aan seksuele bevrediging hierin verschillen zij niet te opzichten van gezonden personen. Daarom vind ik dat mensen met een beperking of stoornis ook aan deze behoefde mogen doen. Wel moet er gekeken worden naar de mogelijkheden van de clint en moet er op toe gezien worden dat alles veilig gebeurd.

Ik vind dat ieder mens recht heeft op autonomie dus ook mensen met een beperking of stoornis. Een kanttekening die ik hierbij wil maken is dat er wel gekeken moet worden naar de mogelijkheden. De clint mag zelfbepalen wat hij of zij wil. Als iets dan niet haalbaar is voor de clint moet dit besproken worden en kijken wat wel mogelijk is. Hierdoor houd de clint zelf de regie over zijn leven. Als een clint niet zelf kan praten dan wordt er overlegd met de persoon die verantwoordelijk is voor de clint, vaak zijn dit de ouders. 4. Mijn waarden en normen zijn gevormd door mijn stage(begeleider) en de theorie op het MBO en HBO. Mijn stage ervaring was met meervoudig beperkte clinten. Hierbij werd mij duidelijk gemaakt dat iedereen gelijk is en gelijk behandeld moet worden(naar zijn of haar mogelijkheden). Mijn stage begeleider toen der tijd streefde hierna. Als hij het idee kreeg dat er iemand anders werd behandelt omdat deze beperkt was zij hij er wat van of belde de leidinggevende. Hier heb ik veel bewondering voor gekregen. Hij heeft mij duidelijk proberen te maken dat hoe anders iemand ook is en hoe beperkt iemand ook is het is en blijft een mens. De theorie over mensen met een beperking geeft weer wat wel en niet mogelijk is met mensen met een beperking. Als er gekeken wordt naar mogelijkheden in plaats van naar de beperking kan er best veel. Mits er maar rekening wordt gehouden met de beperking en mogelijkheden. Ik vind namelijk wel als twee personen een kind willen deze volledig instaat moeten zijn het kind zelfstandig op te kunnen voeden. Lukt dit niet dan adviseer ik geen kinderen, dit geld voor alles. 5. Dit betekend dat je soms je eigen waarden en normen aan de kant moet zetten om de clint te begrijpen. De clint moet behandelt worden zoals ik zelf ook behandelt zou willen worden. Wel moet er rekening gehouden worden met de mogelijkheden van de clint.