Vous êtes sur la page 1sur 7

ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Faculteit der Rechtsgeleerdheid; Capgroep Publiekrecht SCHRIFTELIJK EXAMEN FORMEEL STRAFRECHT (RJ58) RESPONSIECOLLEGE FORMEEL

STRAFRECHT DONDERDAG 15 MAART 2012, 13.00U 4. Het tentamen is een gesloten boek-tentamen: u mag uitsluitend een niet-geannoteerd wetboek gebruiken. Tevens mag u gebruiken Stb. 2010, 1 (Wet Versterking positie slachtoffer). Al uw antwoorden dient u te motiveren, ook als daar niet expliciet naar gevraagd wordt. Volsta dus nimmer met een kaal antwoord zonder er blijk van te geven waarom en hoe u daartoe komt. Verwijs bij uw motivering naar relevante wetsartikelen, jurisprudentie en literatuur.

5.

Responsiecollege Formeel strafrecht, donderdag 15 maart 2012

VRAAG 1 (15 punten) Het openbaar ministerie wil verdachte Steven G. vervolgen voor een winkeldiefstal die zou zijn gepleegd begin januari 2011 in Capelle aan de IJssel. Steven G. is niets vermoedend daags na de vermeende diefstal op wintersportvakantie gegaan richting Kirchberg. Steven G. staat ingeschreven in de GBA van de gemeente Capelle aan de IJssel. Uit deze gegevens blijkt dat hij woonachtig is op het volgende adres: Haagwinde 11, 2906 GA, Capelle aan de IJssel. Er wordt door het openbaar ministerie een deurwaarder op pad gestuurd met de dagvaarding voor Steven G. Aangekomen bij de Haagwinde doet de werkster van Steven G, Priscilla, de deur open. Zij neemt de dagvaarding in ontvangst en zegt lachend: Ik neem hem wel mee naar huis en zodra Steven weer terug is van vakantie geef ik het aan hem. Daarop overhandigt de deurwaarder de dagvaarding aan Priscilla. a) Heeft de uitreiking van de dagvaarding op geldige wijze plaatsgevonden? (5 punten)

Ga er bij de beantwoording van vraag b en c vanuit dat de dagvaarding geldig is, de rechter bevoegd is, het openbaar ministerie ontvankelijk is en dat er geen redenen zijn om de vervolging te schorsen. Aan verdachte Steven G. wordt het volgende ten laste gelegd: dat hij op of omstreeks 4 januari 2011, althans in 2011, te Capelle aan de IJssel, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een verpakking inhoudende acht, althans een (aantal), scheermesje(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf Etos (filiaal Koperwiek), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte. (art. 310 Sr). b) Stel dat Steven G. de diefstal bekent maar zich ter zitting succesvol beroept op een schulduitsluitingsgrond. Hoe dient de uitspraak van de rechter in dit geval te luiden? (5 punten) Stel dat Steven G. de diefstal bekent maar zich ter zitting succesvol beroept op een rechtvaardigingsgrond. Hoe dient de uitspraak van de rechter in dit geval te luiden? (5 punten)

c)

Responsiecollege Formeel strafrecht, donderdag 15 maart 2012

VRAAG 2 (15 punten) Het personeel van computerbedrijf Old & Young gaat in januari 2011 ter ere van een bedrijfsuitje met elkaar karten op de kartbaan in Delft. Het gaat er fanatiek aan toe en tijdens de beslissende race gaat het mis. Danny A. snijdt in de laatste bocht zijn collega Karel P. af. Door deze manoeuvre van Danny A. vliegt Karel met kart en al uit de baan en maakt enkele omwentelingen. Ten gevolge van deze crash komt Karel te overlijden. Danny A. wordt het volgende ten laste gelegd: dat hij op of omstreeks 28 januari 2011, althans in 2011, te Delft, althans in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een kart op de kartbaan in Delft, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend te rijden, waardoor het slachtoffer is komen te overlijden (art. 6 WVW). a) Stel dat Danny A. zich ter zitting succesvol beroept op een rechtvaardigingsgrond. Hoe dient de uitspraak van de rechter in dit geval te luiden? (5 punten)

Stel dat de raadsman van Danny A. op het onderzoek ter terechtzitting het volgende verweer voert: Mijn clint wordt ten laste gelegd dat hij als deelnemer aan het verkeer heeft gehandeld. Dit is echter niet het geval. Het tragische ongeluk vond plaats op een kartbaan. Het kan toch niet zo zijn dat de verkeersregels ook gelden voor de deelnemers aan zon kartrace? Er heeft naar mijn mening dan ook geen verkeersongeval plaatsgevonden. b) c) Wat voor soort verweer voert de raadsman? (5 punten) Stel dat de rechter het verweer van de raadsman niet aanneemt, dient hij dit verweer dan gemotiveerd te weerleggen? (5 punten)

Responsiecollege Formeel strafrecht, donderdag 15 maart 2012

VRAAG 3 (20 punten) Ronny T. wordt na lang gedetineerd te zijn geweest recentelijk weer met enige regelmaat gesignaleerd in de Rotterdamse binnenstad. Uit informatie van de criminele inlichtingen eenheid (CIE) blijkt dat Ronny zich als een zelfstandig opererend crimineel regelmatig schuldig maakt aan de omkoping van ambtenaren (art. 177 Sr). Hij zou de ambtenaren betalen om een oogje dicht te knijpen bij het toezicht dat zij houden op zijn gokgelegenheid, gevestigd in n van de Hofpleinlijnbogen te Rotterdam. Het openbaar ministerie vraagt zich af welke maatregelen er genomen kunnen worden tegen Ronny T. De officier van justitie vraagt de opsporingsambtenaren om een extra oogje in het zeil te houden en verleent hiertoe een bevel stelselmatige observatie. a) Op grond van welke wettelijke bepaling is deze stelselmatige observatie mogelijk en is aan de voorwaarden voldaan? (5 punten)

Na verloop van tijd komt uit de stelselmatige observatie naar voren dat Ronny zich inderdaad schuldig maakt aan het omkopen van ambtenaren. De officier van justitie vindt dat de observaties niet voldoende opleveren en wil vervolgens de mobiele telefoon van Ronny laten afluisteren. b) Kan in casu worden overgegaan tot het afluisteren van de mobiele telefoon van Ronny? (5 punten)

Uiteindelijk wordt Ronny T. vervolgd voor het omkopen van ambtenaren. Aan het procesdossier is de opname van een vertrouwelijk gesprek tussen Ronny en zijn advocaat, mr. Warschauwitz, toegevoegd. Op het onderzoek ter terechtzitting klaagt mr. Warschauwitz over het feit dat deze opname aan het procesdossier is toegevoegd. c) Heeft mr. Warschauwitz gelijk en, zo ja, welke consequenties zal de rechter hieraan kunnen verbinden? (10 punten)

Responsiecollege Formeel strafrecht, donderdag 15 maart 2012

VRAAG 4 (20 punten) De 23-jarige geneeskundestudent Fabian N. heeft in de eerste twee jaren van zijn studie een bijzondere belangstelling ontwikkeld voor de pathologie. Fabian woont in een studentenhuis met twee medestudenten. Fabian en zijn huisgenoot Robbert T. kunnen het niet goed vinden met hun huisgenoot Niels van Z. Op een avond vertelt Fabian aan Robbert dat hij in staat is om er voor te zorgen dat Niels komt te overlijden, zonder dat iemand achter de doodsoorzaak kan komen. Robbert neemt de opmerking van Fabian niet serieus. Enige weken later krijgt Robbert de schrik van zijn leven als hij, de douche instappend, het levenloze lichaam van Niels van Z. aantreft. De politie komt snel ter plaatse en doet onderzoek. Robbert verklaart tegenover de politie hetgeen Fabian enige weken daarvoor tegen hem heeft gezegd. Fabian verklaart desgevraagd niets te zeggen te hebben. Een deskundige van het NFI wordt ingeschakeld om de doodsoorzaak van Niels van Z. vast te stellen. Uit het onderzoek komt naar voren dat Niels van Z. is overleden door een cordiale digoxine vergiftiging. De officier van justitie vindt dat er voldoende aanleiding bestaat om Fabian N. en Robbert T. te vervolgen wegens moord op Niels van Z. (art. 289 Sr). De raadsman van Fabian N. is woedend dat zijn clint vervolgd wordt. Hij wil Saskia S. (de vriendin van Fabian N.) als getuige op de zitting hebben, omdat zij Fabian een alibi kan verschaffen. Voorafgaand aan de zitting doet hij dit verzoek op tijdige en juiste wijze bij de officier van justitie. Tevens verzoekt de raadsman hierbij de oproeping van Robbert T. als getuige. Saskia S., hevig geschrokken door het bericht over de moord, is met onbekende bestemming vertrokken. Robbert T. zit vast als medeverdachte van de moord op Niels van Z. a) Kan de officier van justitie weigeren deze twee getuigen op te roepen en zo ja, op welke grond? (5 punten) Uiteindelijk verschijnt geen van beide getuigen op de zitting. Op welke wijze kan de raadsman van Fabian bewerkstelligen dat de getuigen alsnog op de zitting verschijnen? (5 punten)

b)

Tijdens de zitting blijkt dat het onderzoek van de deskundige van het NFI is uitgevoerd op basis van een zogeheten fotosynthetische analyse van het bloed. De raadsman van Fabian voert aan dat die onderzoeksmethode reeds lange tijd achterhaald is en dat de spectografische analyse van het bloed een meer accuraat resultaat oplevert. Hij wil dan ook de deskundige op de zitting horen. c) d) Geef aan op welke grond de rechter dit verzoek dient te beoordelen? (5 punten) Is de deskundige verplicht om in zijn rapport aan te geven hoe betrouwbaar het resultaat van de fotosynthetische analyse van bloed is? (5 punten)

Responsiecollege Formeel strafrecht, donderdag 15 maart 2012

VRAAG 5 (20 punten) Samantha de J. is bij een geldige dagvaarding voor een bevoegde rechter en een ontvankelijk openbaar ministerie opgeroepen, omdat zij wordt vervolgd wegens eenvoudige belediging (art. 266 Sr). Samantha zou in een televisie-programma, Ha Ha Rotterdam, ene Elize K. hebben beledigd. Op de terechtzitting is Samantha de J. niet aanwezig. Wel is aanwezig haar gebruikelijke advocate, Geraldine Sponk. Deze advocate verklaart niet in het bezit te zijn van een machtiging om de verdediging te voeren, vanwege langdurig verblijf van Samantha de J. op Ibiza voor opnames. a) Kan de rechter in dit geval zonder meer verstek verlenen tegen Samantha de J.? (5 punten)

Advocate Geraldine Sponk zou graag, ondanks het ontbreken van de machtiging, de verdediging van Samantha de J. willen voeren. Zij doet dit verzoek dan ook bij de rechtbank. b) In hoeverre moet de rechtbank advocate Geraldine Sponk de gelegenheid geven om de verdediging te voeren? (5 punten)

Samantha de J. wordt uiteindelijk bij verstek veroordeeld door de politierechter tot een geldboete van 450,-. Na terugkomst uit Ibiza bespreken Samantha en Geraldine Sponk de situatie. Samantha is het niet eens met haar veroordeling. Ze wenst dan ook in hoger beroep te gaan. c) Staat in casu voor Samantha hoger beroep open? (5 punten)

Ga er voor de beantwoording van de volgende vraag vanuit dat hoger beroep open staat. d) Dient Samantha voor het instellen van het hoger beroep grieven in te dienen? (5 punten)

Responsiecollege Formeel strafrecht, donderdag 15 maart 2012

VRAAG 6 (10 punten) In Hoofdstuk X van het boek Strafprocesrecht bespreken Keulen en Knigge de dwangmiddelen. Zij stellen dat justitile autoriteiten niet willekeurig, zonder goede reden, inbreuk mogen maken op de rechten van burgers. Daarbij geldt dat des te ingrijpender het dwangmiddel is, des te hoger de eisen zijn die aan de wettelijke regeling worden gesteld en des te groter de waarborgen moeten zijn waarmee de wet de toepassing ervan omringt. a) De wetgever en de Hoge Raad hebben bij de bevoegdheid tot het betreden van plaatsen en het doorzoeken van plaatsen een duidelijk onderscheid gemaakt. Geef aan wat het onderscheid is tussen betreden ter inbeslagneming en doorzoeken ter inbeslagneming. (5 punten) b) Waarin verschilt het begrip vervolging naar nationaal recht van het begrip criminal charge in de zin van art. 6 EVRM? (5 punten)

Responsiecollege Formeel strafrecht, donderdag 15 maart 2012

Vous aimerez peut-être aussi