Vous êtes sur la page 1sur 12

Alles over Husserl Vader van fenomenologie. Fenomenologie is een descriptieve methode. Belangrijkste begrip Intentionaliteit.

Methode van reductie. Transcendentale fenomenologie. Waarom afzetten tegen psychologisme. Natuurlijke instelling omkeren. Dubbele zin van subjectiviteit en constitutie. 1. Een descriptieve methode, een manier van. Op basis daar van is een a priori wetenschap voor een streng wetenschappelijke filosofie. Tegelijk met ontwikkeling van zijn fenomenologie een fenomenologische psychologie. Psychologie is de wetenschap van het fysische. The egocal. Wat is het psychische? Is er iets als de geest, en zo ja, hoe vind je dat dan? Wat is dan intentionaliteit. Husserl zegt dat we wel degelijk de blik op het psychische kunnen richten. We kunnen namelijk onszelf beschouwen. Middels reflexie. Door reflectie, in plaats van direct grijpen, worden we bewust we voor zo ver die zaak op een bepaalde manier voor ons is. de subjectieve ervaringen van waarden in which they appear. Through reflection, instead of grasping simply the matter straight-out the values, goals, and instrumentalities we grasp the corresponding subjective experiences in which we become conscious of them, in which (in the broadest sense) they appear. Door reflectie komen we het psychische op het spoor. Dat verschijnen van is zo fundamenteel, omdat de psyche nooit zomaar los staat van dat waarop het gericht is. je moet datgene in acht nemen waar het bewustzijn op gericht is. Kennen is altijd iets kennen. Willen, hopen, verlangen, kan je niet scheiden van waarop het gericht is. We streven naar iets. Een objectieve gerichtheid en het subjectieve gevoel wat daar mee gepaard gaat. In de normale ervaring zijn we altijd gericht op iets. Je kan dat niet uitschakelen. Reflectie keert die richting om, je bent niet gericht op de zaak, maar je kijkt naar het streven zelf. Je ziet iets, en reflectie richt blik op het kennen zelf. Intentionaliteit geeft aan dat kenmerk aan van het bewustzijn, dat het bewustzijn altijd al bewustzijn van iets. Bij het bewustzijn is er altijd al sprake van een correlatieve structuur tussen: noesis = hoe het verschijnt (intentionele gerichtheid) en noema = wat er verschijnt (intentioneel object). Hoe het verschijnt en wat er verschijnt. Iets waar naar je streeft (IO), reflectie -> het streven zelf (IG) Op zn minst is het mogelijk om het psychische op het spoor te komen. Hoe levert ons dat feit een basis voor een psychologie. Dat wij dit kunnen zegt niets over de mogelijkheden of de aard van een psychologie. Hoe komen we bij het zuiver psychische. Kunnen het psychische van het niet psychische scheiden. Ja, het zuiver psychisch is op het spoor te komen via fenomenologische reductie.

Epoche, zelfde begrip werd bij sceptici gebruikt. Opschorten oordeel, Ook bij Descartes zoiets. Alles tussen haakjes zeggen. Dat betekend: ik neem geen filosofische stelling in. Iets even opschorten. The Universal epoche of the World as it becomes known in consciousness (the putting it in brackets) shuts out from the phenomenological field the world as it exists for the subject in simple absoluteness: its place, however, is taken by the world as given in consciousness (perceived, remembered, judged, thought, valued) the world as such, or rather individual things in the world as absolute, are replaced by the respective meaning of each in consciousness [bewustzijnszin] in its various modes (perceptual meaning, recollected meaning, and so on). Dit is het criterium voor een psychologische wetenschap. Je let even niet op de dingen, of de zaken, zoals die er normaal gesproken er gewoon voor ons is. Niet in absolute zin. Dat vervang je met wat is de zin. Maar dan hoe hebben de dingen betekenis voor ons. Het bestaan in absolute zin van de dingen houden we ons niet mee bezig, we kijken alleen hoe de dingen en de mensen enzo betekenis krijgt in het bewustzijn zelf. We zeggen even niets over het fysische. Tweeledige descriptie: dat iets verschijnt en hoe iets verschijnt. Fenomenologische descriptie zou moeten beschrijven de manier waarop de zaak verschijnt in het bewustzijn. Descriptie van de manier waarop iets betekenis in en voor het bewustzijn. Descriptie is voor filosofen belangrijk om niet de bedoeling iets te construeren. Luchtkastelen bouwen. Men wil concreet zijn. Niet dat formele en abstracte. Husserl wil filosofie die recht doen aan de concreetheid van het leven. Descriptie is dan een goede mogelijkheid, je kijkt heel precies naar ervaring zelf, maar theoretiseert niet. Volgens Husserl Nog een stap om te spreken van een waarlijk psychologische wetenschap toe. Nu lijkt het alsof FP een eindeloze moloch wordt van beschrijvingen van hoe dingen wel niet kunnen zijn in ervaringen. Lappen met tekst. Geen wetenschap. Een volgende reductie maken. Eerste was psychische van het fysische scheiden. Nu het toevallige van het niet toevallige scheiden. Eidetische reductie. Wat we willen is iets wezenlijks zeggen over de geest. Waar doelt ie nou op. For instance, the phenomenology of perception of bodies will not simply be a report on the factually occurring perceptions or those to be expected. Rather it will be the presentation of invariant structural systems, without which the perception of a body would be unthinkable. Focussen op die structuren van het bewustzijn, zonder welke waarneming als zodanig ondenkbaar zou zijn. Filosofie. Voorwaarde voor de mogelijkheid van. Mogelijkheidsvoorwaarden voor ervaring. Kantiaans/Transcendentaal thema.Wat betekend dat dan voor de filosofie.

Het referentiepunt waar Husserl zich tegen afzet is psychologisme. In Locke, Descartes transcendentally pure mens is changed into the human mind. And so Locke is the founder of psychologism as a transcendental philosophy founded through a psychology of inner experience. The fate of scientific philosophy hangs on the radical overcoming of every trace of psychologism.

Psychologisme doe je als je transcendentaal Filosofische vragen, naar bewustzijn of geest, dat je die beantwoord in termen van een human mind, met psychologische middelen. Er zijn bepaalde filosofische problemen die we niet met de middelen van de psychologie kunnen onderzoeken. Wat houdt die transcendentaal filosofie dan in. Wat is de natuurlijke instelling, die moet worden omgekeerd. De natuurlijke instelling is: That natural attitude in which everyday life as a whole as well as the positive sciences operate. In it the world is for us the self-evidently existing universe of realities which are continuously before us in unquestioned givenness. Dat ie er gewoon is en daar niet op wordt bevraag. Heel veel realities zijn gewoon aan ons gegeven, zonder dat we dat bevragen. We weten ons in een werleld en die bevragen we niet. Transcendentaal filosofie is de omkering van die visie. We willen vragen, in plaats van natuurlijke onbevraagde aanname, hoe komt die wereld voor mij als zodanig aan zijn betekenis/zin. Heidegger zal nieuwe begrippen maken. Die welt weltet. We bevinden ons in de wereld, hoe komt die wereld aan zn zin, zn betekenis. Fenomenologie wil zeggen, bevragen wat de wijze is waarop het fenomeen voor ons verschijnt wat de zin ervan in en voor het bewustzijn is. Deze omkering maakt fenomenologie moeilijk. Niet om het te ontkennen, maar om het op zn zin te bevragen. Bevragen van de zaak op zn zin. op een universele manier. De wereld krijgt betekenis binnen de context van de ervaring van het bewustzijn. Maar het bewustzijn of de geest is zelf deel van die wereld. Hoe kan de rede nou zich zelf onderzoeken. Hoe komt de geest op zijn eigen spoor. Dit maakt het probleem van het psychologisme duidelijke. Ze blijft binnen de natuurlijke instelling. Psychologie gaat uit van de wereld zoals ie er is, met mensen. De transcendentale vraag. Like every meaningful question, this transcendental question presupposes a ground of unquestioned being, in which all means of solution must be contained. This ground here the anonymous subjectivity of that kind of conscious life in which a possible world, of whatever kind, is constituted as present.

Niet de vraag hoe krijgt deze wereld zoals die is betekenis in het bewustzijn. De stap verder is; wat zijn de voorwaarden onder welke wereldconstitutie als zodanig plaats heeft. Wat is het type leven dat wij zijn, dat wij onze wereld contstitueren. We zitten nu met dubbelzinnigheid in het begrip van subjectiviteit. Eerst hadden we het over psychologische subjectiviteit. Het psychische is het bewustzijn dat zich als vanzelfsprekend op de wereld richt en zich daar bevindt. Husserl zegt: maar als we een antwoord willen hebben op deze transcendentaal filosofsiche vraag raken we in een cirkel. Maar de seinsbodum wordt ook subjectiviteit. Transcendentale subjectiviteit. Als dat wat constitutief is voor een wereld berhaupt. Geen analyse van hoe we deze wereld specifiek verwerken. Maar zinconstitutie als zodanig. Dat dingen betekenis hebben voor ons. Bedoelen we dan dat de mens gespleten is. We zijn niet gespleten. Het verschil is, verschillende niveaus in de analyse. Middels reflectie komen we het psychische op het spoor. Een vorm van subjectiviteit. En we kunnen de extra stap maken. Constituerend wezen zijn berhaupt. Hoe krijgt de wereld berhaupt zijn betekenis. Filosofie was verlamt door simpele transcendentale vraag. Misschien zijn de dingen wel geconstitueerd door de rede zelf. Maar hoe verzoenen we dan het voor mij en het op zichzelf. Husserl wil uit dit schema breken. Dat voor mij en op zich is een schijnprobleem. Husserl geeft ons de mogelijkheid transcendentaal filofofie te bedrijven die verder gaat dan het voorgaande. In een radicale zin wordt alles genomen als iets wat al een bepaalde betekenis in zich draag voor ons en dat gaan we analyseren. Hegel werkt ook met een bewustzijn dat zich ontwikkeld, en de inhoud van begrippen zijn resultaat van bewustzijn zelf. Constitutie van het object door het subject. Maar als het om fenomenologische descriptie gaat, gaat het over . beginsituatie het bewustzijn is altijd al gericht op, is altijd al in, bij met. Alles heeft altijd al een bepaalde zin. niet bewustzijn activiteit die iets tot resultaat heeft. Maar de welt weltet, heeft al zin. Altijd al. Intentionaliteit van bewustzijn. Gericht op. Het subject kan niet kan nooit zomaar op zichzelf of autonoom geanalyseerd worden. Een wending naar het subject is niet adequaat. Altijd te maken met een correlatieve structuur. Van de zaak en de wijze van erop gericht zijn. Dus als intentioneel bewustzijn altijd al gesitueerd in een wereld waardoor het anderzijds ook bepaald wordt. Dat verandert de analyse. Een fen ps kan verschilende manier beschrijven hoe iets betekenis voor ons krijgt. Een transcendentale fenomenologie kan de noodzakelijke voorwaarden blootleggen. Transcendentale subjectivieit.

Wat betekend transcendentaal subjectiviteit dan. Dat de dingen ons gegeven zijn. Alles is toch voor me. voor mij, alles wat je ziet, gebeurt in jou leven. Daar kan je niet uitbreken. Dat geeft gelijk dubbelzinnigheid aan in begrip van subjectiviteit. Voor een groot deel volgens husserl. Voor me heeft een connectatie hoe het slechts voor me is. Maar husserl wijst erop dat het ook een wezenlijke dimensie. Daar krijgt alles pas zn betekenis. Subjectiviteit als beperkt gezichtpunt. Ja maar het kan ook een ander uitgangspunt kunnen zijn. Het is absoluut: alles krijgt zn zin voor me. wat er fout is gegaan is ten eerste dat men niet goed genoeg heeft kunnen omgaan met die dubbelzinnigheid. Dat men dus ook de psychologische subjectiviteit, slechts voor mij alleen, niet kon onderscheiden van een transcendentale subjectiviteit. Een andere reden is de hardnekkigheid van de natuurlijke instelling. Tot slot. De intentionaliteit van het bewustzijn nooit erkend is. het subject of het subjectieve niet op zijn gerichtheid op iets genomen is, maar op zichzelf. Descriptive methode, intentionalitiet, methode van reductie, transcendentale fenomenologie, pscyhologisme, natuurlijke instelling of positiviteit, subjectiviteit, constitutie. Twee dingen: beschrijvende methode en een a priori wetenschap daar van afgeleid. Basis instrument voor een rigoreuze wetenschappelijke filosofie die methodische hervorm van alle wetenschappen mogelijk maken. Er is ook een fenomenologische psychologie. Ingang in de fenomenologische filosofie. De psychologie doet is, maar fenomenologie doet iets wat het niet kan. Filosofie doet soms verklaren wat psychologie doet. Psychologisme. Waar zet fenomenologie zich van af? Neokantianisme. Psychologie is een wetenschap van het psychische -> egoical. Is pure psychologie wel mogelijk. Is er iets als de geest? Hoe identificeer je het psychische ? hoe trek je er een lijntje om. Brentano intentionaliteit. Thema wordt gentroduceerd aan de hand van reflectie. Door reflexie grijpen we niet de zaak, maar de corresponderende subjectieve verschijningen waarin welke we bewust worden, hoe ze verschijnen. Hoe ze voor ons is. Het bewustzijn staat nooit zomaar los van dat waarop het gericht is. dat is de lading van het begrip intentionaliteit. Het bewustzijn is altijd al een bewustzijn van iets. kan wel iets kennen op zich, maar dit is een abstractie. Intentionaliteit wordt duidelijk na reductie. Intentionaliteit. Het bewustzijn kent twee kanten. Noesis : de wijze van verschijnen (hoe?) en noema: dat wat er verschijnt (wat?) contrast met kant. Kennen bij kant niet zomaar een probleem, het is HET filosofische probleem. Ervaring en kennis is het zelfde. Horizon van wat ervaring is of kan zijn breder kan worden getrokken. We kennen niet alleen. We hopen, herinneren, voelen. Fenomenologie is hier beter in. kant is te formeel. Fenomenologische

reductie kan recht doen aan de pluriforme wijzen waarop de wereld verschijnt, niet alleen een kennisprobleem. Alles kan beschouwt worden. Reflectie is de manier waarop we ons op het psychisch richten. Hoe is dit een basis voor wetenschap. Er moet een methode zijn. Om het begrippelijk te maken. Zuivering van het psychofysische. Door middel van een fenomenlogische reductie. Epoche betekent tussen haakjes zetten, buiten beschouwing laten, we zagen bij descartes zoiets, ook bij sceptici. Wat zegt Husserl. De Universal epoche of the World as it becomes known in consciousness shuts out from the phenomenological field the world as it exists for the subject as absoluteness; its place, however, is taken by the world as given in consciousness (perceived, remembered, judged, thought, valued) the world as such or rather individual things in the world as absolute, are replaced by the respective meaning of each in consciousness in its various modes (perceptual meaning, recollected meaning) Belangrijk: er wordt een wending gemaakt, een methodische wending, er wordt een methodische ingreep gepleegd. Fenomenologie beschouwt de dingen voor zover ze misschien wel als absoluut worden genomen (dat ding daar), voor zover ze zijn wat ze zijn, voor zover ze een bepaalde betekenis hebben. Sinn. De blik richten niet zomaar richten op de wereld zoals die is, maar zover die een bepaalde zin heeft voor me. fenomenloische descriptie is nu twee ledig. Aan het intentenioneel twee kanten, hoe het verschijn, en wat het verschijnt. De gedachte is dat veel filosofie te veel construeert. Een onderscheid maken voor er begonnen wordt. Husserl volgt dat voor zover de filosofie zuiver explicatief te werk moet gaan. Dichter bij het leven. Concrete wijze waarop de wereld de wereld is. als iets gehoopt gewild enz. alles heeft toch een bepaalde zin. dit is een begin. Dit was de fenomenologische reductie. Nog een stap om van fenomenologische psycholische (feitelijk) (oneindig, geen wetenschap, honderden descripties van subjectieve ervaringen) naar essentie. Transcendentale reductie. Not simply a report of the facutally occurring perception. Rather it will be the presentation of the invariant structural systems without which perception a body as such would be unthinkable. Zonder wat zou iets niet iets als voor me presenteren. Zuivere eidetische a priori fenomenlogoische psychologie. Basis, hervorming voor bestaande wetenschap-> ook psychologie. Transcendentale fenomenologie. In locke, Descartes transcendentally pure mens is changed into the human mind. And so locke is the founder of psychologism as a transcendental philosophy founded through a psychology of inner

experience. The fate of scientific philosophy hangs on the radical overcoming of every trace of psychologism. Transcendentaal fenonomelogie is een omkering van die natuurlijke instelling. Omkering van die instelling voor zover die wereld als zodanig er niet vanzelfsprekend er is. niet worden genomen als de vanzelfsprekende bestaande wereld. Omkering van die instelling voor zover alle al zodanig juist niet vanzelfsprekend er is. maar als zodanig op zn betekenis bevraagt dient te worden. Dit is de omkering die fenomenlogie moelijk maakt. het behelst een loskomen van alles wat als evident wordt ervaren. Techniek van descartes meditatie. De wereld is wat die is krijgt een bepaalde zin. de claim is dus van FEN PSY naar Trans Fen. Psychologie nog binnen natuurlijke instelling. De constitutie van zin berhaupt, wat het is voor een mens om ene wereld te hebben. Dat zijn geen vragen die psychologisch zijn. Dat de wereld er is voor ons. Natuurlijk is het zo dat betekenis krijgt de wereld binnen de context van ervaring. Ein Stein is weltloos. Maar de geest is ook deel van die wereld. En dat is de uitdaging. Hoe kan de rede zichzelf onderzoeken. Hoe kan de geest tot zichzelf komen. Psychologie in ieder geval niet zichzelf onderzoeken. Positiviteit moet de filosofie doorbreken. Psychologisme, zit binnen natuurlijke instelling, hoe komt de wereld aan zijn zin berhaupt, kan daar niets over zeggen. Zelfs als eidetisch wetenschap. Van de psychologische zelf ervaring. De grond wordt inzichtelijk van het fenomenlogische project. Unqestioned being. Husserl erkent, Onderrideaans er is iets wat veronderstelt wordt. Dat met het gesteld zijn met een vraag iets voorondersteld wordt. This ground is here the subjectivity of that kind of consious life in which a possible world, of whatever kind, is contitued as present. Het probleem : 2 manier over zelf: de ene transcendental duplication. Psychologische subjectiviteit. Dat wat je aanduid met ik. En dan transcendentale subjectiviteit als datgene wat constitutief is. dat onderscheid dat zich openbaart. Kan het zelf dat onderzoek doet zichzelf onderzoeken. Niet twee gescheiden vormen van subjectiviteit. Maar het zijn twee niveaus van opereren binnen de menselijke zelfbeschouwing. Niet twee ikken, maar twee niveaus over het zelfde fenomeen. Fenomenaal en noumenaal. Verschillende niveaus kunnen toegepast op zelfde verschijnsel. Steeds het mijne . alles wat kan plaatsvinden is altijd voor me. de Dimensie van voor mij is universeel. Psychologisch een probleem, maar transcendentaal universeel. Hoe onderscheid je epistema van doxa. Schijn van zijn. Probleem ontstaat als het universele voor me, gezien wordt als psychologische voor me. bewustzijn is altijd al gericht zijn op. Universele verschijningsstructuur. Verschijning werkelijkheid is geen onderscheid dat je mag maken.

Transcendentaal filosofie die fundamenteler is. niet fundamenteler dat het een laag dieper gaat, maar in de zin van fenomenologie biedt het gezichtspunt dat alles al een bepaalde . Het bewustzijn itt tot iets anders en dan analyse. Maar: Gesitueerd bewustzijn. Constitutie betekend niet product of resultaat. Correlatieve structuur. Intentionaliteit.

Fenomenologie, de leer van de verschijnselen. Intentionele vs representationele. Husserl was wiskundige. Logische redenering. Logische untersuchingen. Terug naar de dingen zelf. Fenomenologie gaat over verschijnselen. Grondstructuur van het bewustzijn bestuderen. Geen psychologie. Of metafysica van de geest. Fenomenen serieus nemen. Opvatten niet als verschijnselen van iets. Maar op zich bestuderen. Terug naar de verschijnselen, die wij in onze ervaring op zichzelf nemen, niet benvloed door vooronderstellingen over wat erachter ligt. Fenomenologie is een uitgebreid programma voor: fundering, wiskunde, filosofie. Tegenover realisme, idealisme, rationalisme, empirisme. Niet reductief. Maar uitbreiding van ervaring. Door bestuderen van fenomenen op zich. Voorbij vooroordelen over werkelijkheid die achterliggendheden verhullen. In empirisme: waarneming voorwerpen die op de zintuigen inwerken. Filosofisch 2 opvattingen. Direct of indirect. Eerst representatie die dan uiteindelijk het object is dat wordt waargenomen. Direct opvatting kan op verschillende manier worden genterpreteerd. 1. direct realisme, object is materieel en werkt causaal in. 2. Je kan ook denken dat een object mentaal is, maar wel een object dat direct inwerkt. Barkeley -> femenomalisme. De laatste: echt object dat materieel is en dat causaal inwerkt, op de zintuigen, en daardoor een mentaal object maken. Representationalisme. Sluier van waarneming. Sceptische problemen: geeft de representatie ooit een goed beeld van de waarneming. De geest als een container van beelden. Waarneming passief.

Nu: intentie. Frans van brentano. Als we iets waarnemen, of een klap horen, of een vraag stellen. Daar zit de activiteit van de geest in deze werkwoorden. Geest als actief representeren. Intentie. Mentale inexistentie van het voorwerp. Geen beeld van het object in je hoofd. Geen representatie of iets anders, maar je ben naar buiten gericht. Niet causaal. Horen lezen is activiteit. Dus we hebben een breed idee over verschillende acties. Geest geen projectiekamer, of recorder of zo. Object van Intentie is noch materieel nog mentaal. Geen representatie noch materieel object. We hebben hier te maken met een intentioneel object. Husserl bestudeerd verschijnselen omdat hij in het bewustzijn genteresseerd. Hij heeft kritiek op opnemen. Vanuit de geest op het object gericht. Resemblance between two does not make the one the image of the other. Er bestaat causale indruk, en dan gekopieerd. Passieve gebeurtenis. Iemand die over representatie nadenk veronderstelt al intentie. Eerst over intentie hebben. Voordat je sowieso over representatie kan praten, moet je intentie serieus nemen. Bewustzijn is een bijzondere structuur van deze act. Geest is gericht op een object. We kunnen niet vooronderstellen of het materieel object is, of mentaal. Dus alle verschijnselen op dezelfde manier benaderen. Getal kan je als intentioneel beschouwen omdat je niet hoeft te denken of het bestaat. Verhalen of mythen. Intentioneel object. Ook dingen die echt bestaan. Wat het betekend of iets echt bestaat, kan je pas begrijpen als je deze basale relatie begrijpt. Grondstructuur van het bewustzijn is hetzelfde. Maar dit is alleen stap 1. Wat Husserl uiteindelijk interessant vind is; bewustzijn is van iets. gaat om het pijltje. Bewustzijnsstroom onderhoudt grondstructuren van het bewustzijn die je niet van buiten nodig hebt. Intentionele object dat ontbreekt, strikt buiten het bewustzijn ligt. In relatie tot het bewustzijn transcendent. Bewustzijn volledig onafhankelijk kunnen bestuderen. Hoofdvraag: hoe moet iets, namelijk bewustzijn, gestructureerd zijn om zich op iets te kunnen richten. Wij hebben invullingen nodig. Ervaring als intentionaliteit, kan husserl heel simpel construeren. Constructie van ervaring is enorm van ervaring. Het gaat alleen om het nemen van ervaring, dan betekend dat het met een ervaring hoeft te vragen of kunt vragen, hoe is dat gerechtvaardigd, klopt dat. Primitief: geen vragen over realiteit. Immuniseert ervaring tegen sceptische problemen, die bij empirisme spelen. Ervaringen zijn evident, en die evidentie kunnen we gebruiken. En dan verder om te kijken of ze objectief zijn. het project is reconstructief: eerst een deel weggenomen, dat van representatie (vooronderstellingen die niet kloppen) en dan model van waarneming die zonder vooronderstelling werkt. Een idee van een act die gericht is op een intentioneel object.

In het algemeen richten op objecten. Gedetermineerd richten op objecten, dit of dat. En de dingen die het bewustzijn in staat stellen dit te doen zijn de grondstructuren van het bewustzijn. Deze te begrijpen is om te begrijpen hoe we onze gewone ideen van de wereld. Dus reconstructie van deze gewone ervaringen die gewoon kloppen naar ingewikkeldere. Deel 2: methode. Hoe komen we op grondstructuur van bewustzijn. Evidentie en essentie. Wesenschau. Beschrijven van een visuele ervaring van een ruimtijdelijk voorwerp. En dan gaan we denken wat we nog mee denken. Bij empirisme: alleen drie vlakken, geen achterkant. Waarneming heeft een horizont. Diepere analyse doen. In contexten plaatsen. Waarnemingen die meegegeven zijn. Als we naar de achterkant gaan is niet meegegeven dat er een roze olifant zit. Dat zou verassend is, die we moeten verklaren. Tegen het holisme van waarneming. Mix van beschrijven en abstraheren. 1 dobbelsteen: holisme van waarneming die vanuit stellingen over verwachtingen en de naive waarneming van een voorwerp komt en dat wordt dan geabstraheerd door te zeggen: waarneming heeft iets holistisch. Dat lijkt ad hoc, specifiek. Wat wij hiervan kunnen leren is dat wij iets nodig hebben dat breder en algemener is. we willen graag dat het inzicht in de waarneming algemeen is. het mechaniscme van beschrijven en abstraheren levert dat niet op. Later zegt husserl: dat wij om dan echt alleen maar met bewustzijnstructuur zonder vooronderstelling kunnen bezigzijn. We moeten de volgende procedure gebruiken. met een context bezig zijn die heel algemeen en breed is. Niet alleen een voorwerp. We moeten dan kijken wat door zon context kijken wat daar in zon context wordt vooronderstelt. Wat is de essentie. Eerst: essentie is het holisme. Nu condities voor waarneming. Is anders. Husserl probeert een heel algemene context te verzinnen en dan een procedure die ons een stap geeft door wie we kunnen bepalen wat de condities zijn voor de ervaringen in die context. The being of the World is obvious. De wereld, grootste context van ervaring. De ervaring van deze wereld is zo algemeen dat we daar over moeten praten. Common sense wereld. Maar daar ook vooronderstellingen. Die moeten weg. Intentioneel object. Een fenomeen. Concrete dingen tussen haakjes 1e reductie -> intentionaliteit. Alle intentionaliteit tussen haakjes 2e reductie -> transcendentale fenomenologie [World constituting, levenswereld.] transcendentale reductie -> A priori, noodzakelijke voorwaarden. Psychologie bekijkt bewustzijn als object. Waarneming heeft een horizont, dieper gaan, dobbelsteen omdraaien, contexten. Waarnemingsmogelijkheden meegegeven. Wel achterkant, niet roze olifant.

Het fenomeen is interessant en juist. Maar de abstractie is niet gecontroleerd door een algemene opvatting. Wat zijn condities voor ervaringen in deze context. The being of the World is obvious. But can it be apodictic? Natuurlijke bewustzijn. Objecten in ruimte en tijd, uitgebreid. Deze kijk is niet vrij van metafysische vooronderstellingen. Daardoor ontbreekt de evidentie. We kunnen onze beschrijvingen dus niet baseren op beschrijvingen van zon wereld. Apodictic evidence. Absolute inimaginableness inconcievability in their nonbeing , bijzondere noodzakelijkheid is belangrijk. Voor de dingen die we juist nemen. Een wereld waar onafhankelijke voorwerpen zijn in ruimte en tijd, die hebben niet deze kwaliteit, zijn niet onbetwijfelbaar. En de natuurlijke houding is niet onbetwijfelbaar. Als we een manier vinden die de vooronderstellingen kan neutraliseren. Die ook in onze nat houding een rol spelen. Zoals onafhankelijke realiteit. Dan zouden we zekerheid hebben dat wij alleen maar met dingen te maken hebben die wij zonder op te letten op vooronderstellingen zou kunnen beschrijven. Een gebied bepalen waar het alleen maar om dingen gaan die we moeten vooronderstellen om in contact te komen met deze natuurlijke wereld, de natuurlijke wereld is zeer evident, maar niet apodictisch. Fenomenologische reductie. Tussen haakjes zetten van iets wat gegeven is. Dus: concrete dingen tussen haakjes. Concrete dingen worden perspectivisch waargenomen. Dan hebben we ook een bewustzijn op de wereld van de natuurlijke opvatting. Deze heeft een inhoud, een huis een olifant enz. Wij suspenderen deze wereld van de natuurlijke houding. Wij suspenderen het bestaan van deze onderwerpen. Wat we overhouden zijn inhouden, maar niet het echt bestaan van de voorwerpen. We suspenderen het huis als een bestaand huis, en we houden over een huis als een huis. De boom als boom, niet als iets wat daar staat, biologisch. IN de natuurlijke houding voeren we intentionele relaties met deze dingen uit. We live naively, in percieving and experiencing, objects appear in unity on hand. Relaties, soms praktisch maar we denken er niet verder over na. Inhoud betekend niet een beeld van een huis, geen mentale representaties. Inhouden van zon bewustzijnstroom. Als we over voorwerpen praten die buiten staan, praten we over dingen die op een bepaalde maneir zijn gegeven, namelijk perspectivisch. Wat wij als bewustzijninhouden hebben, dus huis als huis, daar hebben we iets dat als geheel is gegeven, niet alleen perspectief. Het holisme van de waarneming. Zon inhoud geeft ons een verzekering tegen scepticismes. Als we het over het huis als huis bestaat er geen mogelijkheid dat we het over iets hebben dat niet evident is. concrete dingen, betekend, we

hebben het over het huis, waar we niet over kunnen twijfelen, een onmiddeljike ervaring van het huis in het geheel. Perspectivisch kijken komt door waarnemen van de dobbelsteen, niet alleen als dobbelsteen maar als ruimtijdelijk geindividueerd dobbelsteen. En al deze dingen komen vanuit het bewustzijn. Het heeft de capaciteit wat noodzakelijk is om zijn objecten te kunnen bepalen, verschillen bepalen enz. fenomenen beschrijven, niet mogen zeggen dat deze objecten bestaan, of echte verschillen tussen deze objecten bestaan. Wat dan een object van een ander object kan onderscheiden doet het bewustzijn. Dit heet transcendentaal. Losser dan bij kant. capaciteit om van immanent gebied naar buiten wijzen. Is in staat zich te richten op iets wat transcendent is, namelijk intentionele objecten. Transcendentaal heeft de kantiaanse betekenis, namelijk dat bepaalde structuren van het bewustzijn noodzakelijk zijn, maar op hun eigen manier zijn het ook condities die ervaring mogelijk maken. Mogelijkheisdvoorwaarden van ervaring. Grondstructuren van bewustzijn als condities van mogelijke ervaringen. In descarte gaat het over zekerheid, en over een procedure. Hyperbolische twijfel, waardoor die alle dingen die onzeker zijn, weg worden gedacht. Noesis -> hoe? Noema -> wat? -> noodzakelijke voorwaarden voor intentionaliteit. Hier kunnen we een wetenschap op funderen. Heidegger zegt dan, we kunnen niet uit betrokkenheid stappen. Betrokkenheid kan je niet tussen haakjes zetten.

Vous aimerez peut-être aussi