Vous êtes sur la page 1sur 4

Armoede in Afrika

1. Wat betekent armoede in Afrika? 2. Hoe ontstaat armoede in Afrika en zijn er oplossingen voor? Wat is armoede: Armoede is het tekort aan middelen om te overleven, niet in staat zijn om zich te voeden en te kleden met als gevolg het risico op sterven. De Wereldbank hanteert twee normen om de armoedegrens vast te stellen: die van 1$ per dag en die van 2$ per dag. Armoede in Afrika betekent dat je te weinig geld, voedsel en kleding hebt om van te leven, maar eigenlijk te veel hebt om dood te gaan. Armoede is doorgaans groter op het platteland dan in de stad, en er zijn ook grote regionale verschillen. Hoe arm is Afrika? Door de stijging van de voedselprijzen in de eerste heft van 2008 steeg het aandeel van de wereldbevolking dat honger lijdt van 16 procent in 2006 tot 17 procent in 2008. In de tweede helft van 2008 daalden de prijzen weer, maar intussen maken massale ontslagen en teruglopende orders voedsel nog voor meer mensen moeilijk betaalbaar; Daardoor kampen er dit jaar weer meer dan een miljard mensen met honger. Lange tijd dacht men dat de wereldwijde crisis Afrika niet te veel zou treffen. Maar in en continent dat het voordien als zo moeilijk had komt de crisis dubbel zo hard aan. Vooral omdat Afrika niet gewapend is tegen dit soort crisissen. Momenteel is de helft van de 8 miljoen Somalirs afhankelijk van voedselhulp. Ruim n miljard mensen in de wereld lijdt elke dag honger. Dat betekent dat op deze planeet 1 op zes mensen elke dag opnieuw met een lege maag gaan slapen. Een derde van de 34 miljoen inwoners van Kenia leeft op de rand van de hongersnood. Tien van de dertien miljoen Zimbabwanen leven in absolute armoede en hebben de grootste moeite om aan voedsel en andere basisbenodigdheden te geraken. Hoe ontstaat armoede? Dikwijls worden landbouwers van hun land verdreven uit winstbejag en daardoor kunnen ze niet meer in hun eigen levensonderhoud voorzien. De geproduceerde gewassen zijn vaak bestemd voor de buitenlandse markt, waardoor de ontwikkelingslanden in toenemende mate afhankelijk zijn van invoer om hun eigen bevolking van voedsel te voorzien. Afrikaanse regeringen moeten veel meer doen voor kleine boeren en middelgrote landbouwbedrijven op het continent. Als die meer krediet krijgen, betere opslagplaatsen en wegen zien verschijnen en beschermd worden tegen 1

internationale prijsschommelingen, kunnen ze de ontwikkeling in Afrika een stevige duw geven. Investeren in kleine en middelgrote boerderijen schept de banen die nodig zijn om de massale armoede te verminderen, het levert voedsel op en het zorgt voor de investeringsmiddelen die de basis vormen voor industrialisering. Men moet ook zorgen voor de ontwikkeling van betere gewasvariteiten en investeren in milieuvriendelijke technieken. Door de financile crisis is het afbetalen van buitenlandse leningen veel duurder geworden. Angola was ooit de graanschuur van Zuidelijk Afrika en een grote uitvoerder van bananen, koffie en sisal, maar na drie decennia burgeroorlog blijft er van het vruchtbare platteland niet veel over. Het is bezaaid met landmijnen en miljoenen bewoners zijn naar de steden getrokken. Het land is daardoor afhankelijk geworden van dure invoer van levensmiddelen. In Zimbabwe heeft jaren van mislukt beleid en het egosme van de heersende politieke elite ertoe geleid dat dertien miljoen Zimbabwanen in absolute armoede leven. Terwijl de armen steeds dieper in de problemen geraken, blijft een kleine klasse zich verrrijken. In Somali kunnen veel ouders, als gevolg van de hoge werkloosheid en van de instorting van de hulpverlening, niet anders dan hun kinderen het huis uit sturen voor werk of om te bedelen. De kinderen worden zo bloot gesteld aan de risicos van de straat. Somali kampt al achttien jaar met wapengeweld. De oorlog en de ruime verspreiding van wapens bemoeilijkt de hulpverlening, ook al omdat medewerkers van hulporganisaties het doelwit worden van gerichte aanslagen en ontvoeringen. Schepen die hulpgoederen aanvoeren worden ook nog eens bedreigd door piraten. Door illegale handel en overbevissing op het Victoriameer is vis schaars geworden in Oeganda, Kenia en Tanzania. Een groot deel van de illegaal verhandelde vis, vooral nijlbaars en tilapia, komt in de Europese Unie terecht. De schaarste drijft de prijzen op. De plaatselijke bevolking kan zelfs het visafval niet meer betalen. Oplossingen? Sub-Sahara Afrika zal nog meer dan tweehonderd jaar kraken onder extreme armoede, blijkt uit onderzoek. De economische crisis maakt de zaken nog ingewikkelder, ondermeer door de daling van de bedragen die migranten naar hun thuisland sturen. Tot nu toe hebben regeringen en internationale instellingen vooral de nadruk gelegd op de rechten van bedrijven. Nu moet men de nadruk leggen op de ontwikkeling van mensenrechten. Ethiopi wil landbouwgrond verpachten aan het buitenland om de honger te bestrijden. De Ethiopische boeren willen in die bedrijven werken want afhankelijk zijn van hun eigen boerderij vinden ze riskant. De regering hoopt dat buitenlandse investeerders nieuwe technologien zullen meebrengen. Maar het risico is dat het

voedsel en de winst in andere landen zullen terechtkomen. Ethiopirs kunnen niet betalen wat buitenlandse consumenten voor het voedsel zullen neertellen. In afgelegen en straatarme streken in Mozambique slagen boeren er stilaan in een deel van hun oogst te verkopen en zich zo uit de bitterste armoede te bevrijden. Transport via de weg kan het leven van de boeren echt veranderen. Ook technische bijstand is van groot belang. Arbeidsintensieve landbouw moet de voorkeur krijgen op sterk gemechaniseerde processen. Op die manier zorgen de investeringen voor inkomens bij de lokale bevolking. In Zuid-Afrika worden voedselbanken opgericht om de honger te bestrijden. De voedselbanken moeten op termijn een aanzienlijk deel van de 20 miljoen ZuidAfrikanen bereiken die minder dan n dollar per dag verdienen. De overheid moet subsidies voorzien zodat de boeren gestimuleerd worden om betaalbaar en gezond voedsel te produceren en er ook nog iets aan over te houden. Men moet zich ook gaan richten op andere gewassen. Zo is sorghum bijvoorbeeld erg voedzaam en kan beter tegen droogte. Men moet meer toegang krijgen tot scholing en microkrediet en meer kansen krijgen om een eigen inkomen te verwerven. De nieuwe trend in armoedebestrijding is verrassend eenvoudig: geef de armen gewoon een uikering. Mexico, Brazili, Bangladesh en nog een twintigtal andere ontwikkelingslanden doen het al. Men geeft geld aan de armen. Wie niets heeft, kan zich niet op eigen kracht uit de armoede bevrijden. Zeventig procent van de Mozambikanen is arm. Al die gezinnen zouden geld moeten krijgen. Het gemakkelijkste is meer kindergeld geven aan iedereen en een pensioen invoeren. Met een 60 miljoen euro kunnen alle Mozambikaanse 65-plussers en alle kinderen tussen 7 en 14 een uitkering van respectievelijk 3 en 1,5 euro per maand krijgen. Dat is haalbaar en betaalbaar. Volgens sommigen bewijst de vooruitgang die de voorbije jaren werd geboekt, dat de Millenniumdoelstellingen haalbaar zijn. Maar daarvoor zijn er wel extra inspanningen nodig. Er zijn meer goede arbeidsplaatsen nodig, vooral ook voor vrouwen. Landen waar honger wordt geleden moeten hun sociaal vangnet versterken en ervoor zorgen dat er meer betaalbaar voedsel te koop is. Het halen van de Millenniumdoelstellingen wordt bedreigd door: een groeiende wereldbevolking, het krimpen van de ontwikkelingshulp, de schommelende voedselen energieprijzen, en vooral door de wereldwijde financile crisis en de klimaatsverandering. Om de honger de wereld uit te helpen is een dubbele aanpak nodig. Doorgedreven hulp aan kleine boeren kan de voedselproductie in de wereld doen toenemen en de armoede op het platteland verminderen. Dat is een enorme uitdaging, zeker omdat de wereldbevolking tegen 2050 waarschijnlijk nog zal aangroeien tot meer dan 9 miljard mensen.

Daarnaast moet de internationale gemeenschap in actie schieten om acute hongerproblemen om te lossen. Die zijn vaak het gevolg van catastrofes, maar ook van slechte infrastructuur, veiligheidsproblemen of ongunstige marktsituaties waardoor voedselhulp niet bij de noodlijdende bevolking geraakt. De VN-voedselhulp moet hervormd worden. Traditionele procedures, waarbij het Wereldvoedselprogramma bij een aantal op voorhand vastgelegde leveranciers offertes verzamelt om zo goedkoop mogelijk grote hoeveelheden voedselhulp te kunnen inslaan, moeten veranderen. Men moet ook de arme boeren een kans geven voedsel te leveren voor noodhulpoperaties. Ze zullen zo aangemoedigd worden om meer te produceren en productiever te worden. Voor sommige arme boeren is het knelpunt dat ze geen markt vinden voor hun oogst. De Senegalese regering heeft besloten om de rijstimport niet meer te subsidiren en sindsdien is de lokale, Senegalese rijst voor het eerst goedkoper dan de invoer. De Senegalezen hebben een voorkeur voor rijst uit Azi, maar langzaamaan is het tij aan het keren. Door subsidies van de regering voor mest, pesticiden en klein landbouwmateriaal werd de productiviteit verhoogd. Drie jaar geleden kampte Malawi met een verschrikkelijke hongersnood, nu voert het land mas uit. De spectaculaire ommezwaai is te danken aan subsidies voor zaaizaad en kunstmest. De gemiddelde opbrengst per hectare is meer dan verdubbeld. Meer dan zeven van de twaalf miljoen inwoners van Malawi zijn arm. Elke zak graan die de boeren extra oogsten maakt een verschil. Vorige jaar heeft de Malawische regering ongeveer tien miljoen euro begroot voor het subsidieprogramma. Voor een deel betaalt die investering zichzelf terug: Malawi moest vroeger miljoenen euro betalen aan de invoer van duur voedsel.

Vous aimerez peut-être aussi