Vous êtes sur la page 1sur 16

De veranderde maatschappij en de rol van terrorisme De dag dat de wereld voorgoed veranderde is een zin die een positieve

betekenis kan dragen. Menige zullen het gerelateerd aan dit decennium, echter in verband brengen met een betekenis die minder positief in de oren klinkt. Welke gebeurtenis uit dit decennium die gekerfd staat in het cultureel geheugen zorgt ervoor dat die zeven woorden een apocalyptische nasmaak krijgen? En waarom wordt juist deze gebeurtenis gebruikt als mijlpaal terwijl er nog meer gruwelijke en schokkende gebeurtenissen plaatsvinden in de tijd waarin we leven? Heeft deze gebeurtenis de maatschappij daadwerkelijk veranderd? Een Amerikaans vliegtuig boort zich in een van de immense New Yorkse wolkenkrabbers, een deken van rook gevolgd door een explosie van verwoestende vuurvlammen verpulverd het Amerikaanse gevoel van onaantastbaarheid. Realiteit en fantasie lopen voor een moment door elkaar heen. Wat op het eerste gezicht een scne uit een Hollywoodfilm lijkt, is een live registratie van de werkelijkheid. De getuigen van de aanslag maakten zelf beelden van de ramp die door de slechte kwaliteit, een hogere authenticiteitwaarde krijgen. Deze amateuristische beelden werden later verspreid op tv, internet en kranten over de hele wereld. De constante herhaling van beelden van 9/11 door de media zorgde er niet alleen voor dat men over de hele wereld de aanslag live meebeleefde maar dat het op hun netvlies werd gebrand. Hierdoor kon men er niet meer omheen, de sterkste en grootste wereldmacht is aangevallen door een onzichtbare vijand. Arme mensen over de hele wereld dromen ervan om rijke Amerikanen te worden maar rijke Amerikanen dromen juist van een ramp die alles van hen afpakt is een uitspraak van Slavoj iek. De uitspraak van de Sloveense filosoof en cultuurcriticus is kenmerkend voor de cultuur van angst waar we nu in leven. Hoe rijker, gelukkiger en gezonder men is, hoe meer er van hen af te pakken valt. In de westerse wereld is de welvaart ondanks de economische crisis die er nu heerst zeer hoog. De rijken worden steeds rijker en de armen worden steeds armer. 11 september maakte een kiertje in de beerput van Amerika, die vervolgens verder open werd getrokken door de War on Terror. Amerika zon op wraak. Door de uitspraak van Bush wie niet voor ons is, is tegen ons werd de wereld duidelijk verdeeld in 2 delen: tussen goed en kwaad. Amerika aan de ene kant en Afghanistan, Irak, de Taliban, Al Quida, moslimfundamentalisten en degene die niet voor de American Dream voor vrijheid en gelijkheid pleiten aan de andere kant. De tweedeling van Bush is zeer direct en ber eenvoudig, misschien heeft hij zich daarmee juist in zijn vingers gesneden. Want hoe duidelijk de scheiding ook lijkt, het impliceert een onduidelijkheid van wie de vijand nu daadwerkelijk is. Want terroristen kunnen zich zowel schuil houden in rijke westerse landen tussen de gewone burgers, als een wolf in schaapskleren. Zoals de modelbuurman van twee huizen verder, die net iets te veel kunstmest laat bezorgen voor zijn moestuintje. En ze kunnen zich schuil houden in een afgelegen gebied tussen de zandige gebergte van een Aziatisch land, waar enig teken van leven door de aanhoudende hitte en droogte bijna niet voor mogelijk is. De vijand schijnt haast onzichtbaar te zijn en hoe kan men daartegen strijden? Voor een moment lijkt de Amerikaanse regering met betrekking tot Bush zelf een bedreiging, door het achterhouden van informatie over het onderzoek van 9/11 en het rechtvaardigen van een oorlog door middel van leugens. Het aandeel van Bush in de wapen en oliehandel. Om maar te zwijgen over de gepubliceerde fotos uit de beruchte Abu Ghraib gevangenis. Een onbetrouwbare regering kan geen veiligheid bieden. De schatkist van Amerika slonk door de enorme kosten van de oorlog waardoor de wereldeconomie in gevaar kwam. De dood van vele onschuldige burgers en militairen van beide kampen zijn de prijs voor het bestrijden van terrorisme en het brengen van vrijheid. De terroristische aanslag op 11 september was het aanzetje voor de zelfdestructie van Amerika. Hypocrisie vierde hoogtij.

Voor vrijheid strijden in een land dat onderdrukt wordt is een heldendaad. Maar wat houdt vrijheid precies in, in een land die zich vasthoudt aan tradities en met overtuiging gelooft in een God. Soms heeft men geen keus om niet te geloven omdat het ingebed is in de levenswijze van een persoon. Het is levens- en identiteitsbepalend. In westerse landen is geloof ver te zoeken, in onze marktsamenlevingen doet het er niet toe waar we in geloven. Men heeft wel de vrijheid om er overtuigingen op na te houden maar met hartstocht geloven wordt eerder gezien als een bedreiging voor de moderne samenleving dan als een deugd. Alleen een schijnmogelijkheid krijgt men, om in de westerse wereld te geloven in eigen overtuigingen. Het geloven in een God is verschoven van beschaving naar barbarij. Alleen gekken geloven nog met totale overgave en overtuiging in een God. Dat hebben de hijackers van de 11 september aanslagen bewezen door hun bereidheid om te doden en te sterven in de naam van Allah. Of mist de westerse wereld juist de fundamentele waarde van een geloof, dat richtlijnen kan bieden voor ons handelen? Agnosten die te weinig geloven en fundamentalisten die te veel geloven, houden elkaar in stand. Hoe extremer de agnosten niet geloven, hoe extremer de fundamentalisten zich vasthouden aan hun spirituele grondbeginselen. Fundamentalisten verkeren in een identiteitscrisis, uit angst klampen ze zich vast aan geloof. Alle grote vragen over het leven worden terzijde geschoven en in beslag genomen door spirituele fanatiekelingen. Rijke en welvarende hoeven zich geen zorgen te maken om hun identiteit. Want zolang men succesvol en welvarend is, is er niks aan de hand. In de westerse wereld neemt de periode waarin we nu leven een unieke plaats in de geschiedenis. Het is namelijk de meest veilige periode waarin de mensheid zich ooit in heeft verkeerd. In de Derde wereld is dit een ander verhaal, daar wordt men dagelijks geteisterd door honger, ongeneesbare ziektes, dood, pijn en lijden. De westerse mens heeft dus geen enkele rede om zich ergens zorgen om te maken. Toch is niets minder waar. De 21ste eeuw kenmerkt zich door angst constateert Frank Furedi, socioloog en auteur van het boek Cultuur van angst . Een cultuur van angst waarin angst een steeds grotere rol speelt in ons dagelijks leven. Het begrip angst is in de hedendaagse samenleving niet eenvoudig meer te definiren. Het is een op zichzelf staand begrip geworden dat op zeer uiteenlopende individuele manieren genterpreteerd kan worden. In klassieke samenlevingen wordt angst in verband gebracht met een duidelijke aantoonbare dreiging zoals angst voor honger of dood. Het probleem is de angst om dood te gaan en wat er dan na de dood men te wachten staat. De manier van bang zijn, is onderhevig aan culturele en historische factoren. In elk land en in elke cultuur wordt er verschillend omgegaan met angst. Tegenwoordig in de Eerste Wereld heeft men angst om angstig te zijn en angst te voelen. De angst lijkt dus meer van psychologische aard. De reden waarom men bang is, is elke dag aan verandering onderhevig. De ene dag is men bang voor een epidemie zoals de vogelgriep, de maand daarop is men bang voor pedofielen die onschuldige kinderen onraad aan doen en de week daarna is men bang voor de door Mayas voorspelde dag van het vergaan van de wereld. Er is geen duidelijk verband tussen of logische verklaring voor de verschillende angsten, angst heeft een floating character. Men is vaak geen rechtstreeks slachtoffer, maar men loopt allen het risico om slachtoffer te worden. Het wordt ons lot waardoor men risicos probeert te ontwijken en constant op zoek is naar veiligheid. De dreigingen hebben niet gelijk effect op onze handelingen maar het benvloedt wel ons denken. Ondanks de terroristische aanslagen op het WTC is het vliegtuig nog steeds een veel gebruikt vervoersmiddel, de veiligheidsmaatregelen zijn daarna natuurlijk wel aangescherpt maar men ontwijkt het vliegen door de ramp niet. Door de ramp gaan we wel anders naar bepaalde personen kijken, zoals mannen met een Arabisch uiterlijk die bij menigeen een argwanend gevoel op kunnen roepen. Door de dagelijkse toestroom van informatie, die voor een groot gedeelte bestaat uit nieuwsverslagen over rampen, kinderverkrachters, criminaliteit, terrorisme en ziektes wordt de al bestaande angst nog meer gevoed. De spiraal van angst wordt door constante blootstelling en herhaling van beelden door de media gecreerd en in stand gehouden De gevolgen voor het slachtoffer komen in de berichtgeving

duidelijk aan bod, het individuele leed wordt hierdoor benadrukt en daardoor ontstaat er een slachtoffercultuur. De slachtoffercultuur zorgt ervoor dat het vertouwen in de medemens en in instanties afneemt. Het bekijken van problemen vanuit een slachtofferperspectief en het constant vergroten van problemen draagt niet bij aan het oplossen van problemen. Er ontstaat een machteloosheid die de mens isoleert en verlamt. Waardoor men geen risicos meer durft te nemen. De Duitse socioloog Ulrich Beck stelt net als Furedi dat risicos de hedendaagse samenleving voor een groot gedeelte kenmerken. We leven in een risicomaatschappij meent Ulrich Beck. Men wil zich voor elk mogelijke dreiging indekken en verzekeren. In tegenstelling tot Furedi vind Beck dat risicos de mens niet verlamt maar dat door angst men te langzaam reageert op belangrijke veranderingen. Het gaat in de risicomaatschappij om het verdelen van risicos en niet meer zoals in de industrile maatschappij om het verdelen van welvaart. In de industrile maatschappij werd het produceren van goederen gezien als een voorwaarde voor maatschappelijke vooruitgang. Maar vooral in de loop van de laatste tientallen jaren gaan de sociale conflicten niet meer over hoe de welvaart moet worden verdeelt maar over wie er verantwoordelijk gesteld moet worden voor de onbedoelde neveneffecten die de groeiende economie en de technologische ontwikkelingen met zich meebrengen. De risicos beperken zich niet meer tot een landgrens, ze hebben globale gevolgen en daardoor hebben maatregelen die genomen worden om risicos in te dammen, impact op de gehele wereldbevolking. Een voorbeeld van een recente technologische ontwikkeling is dat door de uitvinding van de 3dprinter, er volledig gedigitaliseerde producten gemaakt kunnen worden. Deze uitvinding brengt een tal van voordelen met zich mee: bedrijven kunnen in grote oplages producten produceren die voldoen aan persoonlijke eisen van de klant, de productie kan nog verder gendividualiseerd worden door het thuisgebruik van de 3d printer en door middel van het gebruik van biopapier en inkt van menselijke cellen, kan men organen uitprinten waardoor donororganen overbodig worden. De keerzijde van de mediale is echter dat iedereen aan een 3d printer kan komen, dus ook criminelen en terroristen. Terroristen kunnen de 3d printer in zetten voor hun doelen. Zo kunnen ze wapens printen, virussen namaken en misschien op den duur zelfs personen uitprinten zonder enig bezit van moreel geweten, dat een leger van massamoordenaars op de been zet. Wie kan verantwoordelijk gesteld worden voor zulke risicos? En wat kan de overheid tegen zulke dreigingen doen? Wetenschappers en politici lijken niet meer in staat om een overeenstemmend antwoord te geven op risicovragen. De maatschappij bevindt zich dus in een staat van onzekerheid. Individualisering en globalisering maken het des te moeilijker om iemand verantwoordelijk te kunnen stellen voor bepaalde gevaren. Volgens Beck is het grootste gevaar in de risicomaatschappij dat men het vertrouwen verliest in sociale instituties waardoor sociale explosiviteit ontstaat. De onzekerheid die onder de bevolking heerst, is niet alleen ten nadelen van politici en economen. Politici kunnen het handig inzetten voor hun campagnes om stemmen te winnen. Bush heeft in de tijden na de ramp, de angst die onder de bevolking heerste gebruikt om de war on terror te rechtvaardigen. Hij zaaide angst door te beweren dat Irak massavernietigingswapens in zijn bezit had. Hierdoor kon Amerika ongeschonden de hele Iraakse bevolking tot slachtoffer maken van de War on Terror. Zonder vertrouwen bestaat er geen samenleving, het zijn dan alleen maar instituties die nog steeds ondanks de democratie burgers proberen te controleren Manuel Castells Al meer dan 30 jaar geleden beschreef Paul Virilio dat technologie en gevaar met elkaar verbonden zijn. Onze hoog-technologische cultuur zorgt ervoor dat men zich constant in een gesteldheid van angst voor rampen bevindt. De uitvinding van het vliegtuig, creert tegelijkertijd het gevaar voor een vliegtuigramp. Hetzelfde geldt voor de uitvinding van de wolkenkrabber want dat maakt de ineenstorting ervan mogelijk. En om een zo groot mogelijk publiek te bereiken is de televisie het

uitstekende toneel. Het herhaalt en herkauwt een ramp tot in den diepste treuren. De kijker bekijkt zonder zelf risico te lopen, hoe de wereld in elkaar stort zonder er ook maar iets tegen te kunnen doen. Machteloosheid gaat gepaard met televisie. De gebeurtenissen lijken dichtbij en aan de gevoelens die de beelden oproepen kan geen plek gegeven worden. Het internet zorgt voor de nog verdere verspreiding en de onbeperkte toegankelijkheid. Het verbannen van de televisie uit elk huishouden zou een simpele oplossing zijn om de angst in te dammen. Geen dagelijkse toestroom meer van real time apocalyptische vertellingen meer. Maar de relatie die we tegenwoordig hebben met televisie en internet is zeer hecht. De televisies worden steeds groter en om de echtheid van de beelden te verhogen kan het bekeken worden met een driedimensionale ervaring. De angst die televisie en internet ons voorschotelen heeft ook een bepaalde aantrekkingskracht. Het doet ons snakken naar meer rampspoed, vooral in visuele zin. De filmindustrie springt op dat verlangen in. Hetgeen tonen dat men eigenlijk niet hoort te zien en wat men eigenlijk gruwelijk moet vinden zonder enig minuscuul gevoel te hebben van verwondering en het verlangen naar meer. Films zijn fictie maar toch hebben ze invloed op hoe we de werkelijkheid zien. De briljante special-effects in films geven soms de indruk dat we naar een voorspelling van de toekomst kijken. En als er zich een bijzondere gebeurtenis voordoet wordt er niet meer gerefereerd aan het is net een sprookje maar aan het is net een scene uit een film. Werkelijkheid en fictie is mede door de media door elkaar heen gaan lopen. Volgens Jean Braudillard maakt de media de werkelijkheid tot iets onecht, tot een schijnvertoning. In nieuwsuitzendingen, zelfs in zogenaamde reality shows is alles gensceneerd. Manuel Castells spreekt van de cultuur van Real Virtuality oftewel Werkelijke Virtualiteit. De werkelijkheid is virtueel geworden. Het gemis van televisie en internet zou voor sommige betekenen dat hun identiteit in gevaar komt. De sociale media maakt het mogelijk om een kijkje te nemen in ieders leven maar ook dat is onderhevig aan zelfcensuur. Jongeren houden zich vast aan hun popidolen die door internet en televisie een grotere bekendheid krijgen. Zelfs politici en bedrijven staan nergens zonder internet of televisie. Ook de Al-Gaida beweging weet hoe sterk de macht van de media is binnen ons digitale tijdperk. Je zou verwachten dat ze in een onderontwikkeld land daar geen weet van hebben en dat de connectie met internet nog steeds gepaard gaat met krakende en piepende geluiden zodra het wordt aangezet. Maar ook hen maken gebruik van de modernste apparatuur en montagetechnieken die afgekeken zijn van de Amerikaanse filmindustrie. 9/11 heeft niet alleen impact gehad op de Amerikaanse bevolking maar ook op Europeanen. De reden dat zelfs de Europeanen de ramp ervaren als traumatisch ligt in het feit dat we dagelijks gevoerd worden met de Amerikaanse populaire cultuur. Hierdoor voelen Europeanen zich voor een klein gedeelte verwant met Amerika. Dingen die in Amerika gebeuren vinden we nu eenmaal belangrijker dan dingen die in Bangladesh of in Spanje gebeuren constateert Jaap Kooijman, Amerikanist en mediawetenschapper aan de Universiteit aan Amsterdam. 1 Bijna in elk decennium vind een gebeurtenis of gebeurtenissen plaats die een hele samenleving treffen. Alleen niet elke gebeurtenis heeft even veel impact dat het gerekend mag worden tot een collectief trauma. Daarvoor moet het voldoen aan vier voorwaarden: de gebeurtenis moet plotseling plaatsvinden en zich snel voltrekken, radicaal zijn en de kern treffen, als van buitenaf komend en opgelegd worden ervaren en schokkend en weerzinwekkend zijn. 2 Cultureel geheugen

1 2

Ronde, Kahliya 9/11 als televisie-evenement, 8 september 2009 kennislink.nl Haan, Willem de. Morele paniek of cultureel trauma? Over de betekenis en de gevolgen van de moord op Theo van Gogh, Tijdschrift voor Criminologie 2007 (49) 3

Kunst versus Terrorisme en vice versa Dat kunst en terrorisme iets met elkaar gemeen hebben is wellicht een pijnlijke constatering. Maar jezelf uitlaten over Terrorisme als kunst zoals de Duitse componist Karlheinz Stockhausen en kunstenaar Damien Hirst deden met hun uitspraken over de aanslag op 11 september 2001, is uit den boze. Hirst laat zich uit over 11 september: om een indruk achter te laten die zo immens is, hebben de aanhangers van Osama Bin Laden het effect dat de aanslag zou moeten hebben, van te voren grondig uitgedacht. Het kan bijna niet anders dan dat dit op een visuele manier bedacht is. Het beeld van de inslag van de vliegtuigen in het World Trade Center beschrijft Damien Hirst als visueel overweldigend. Daar voegt hij aan toe dat we de terroristen op een bepaalde hoogte zouden moeten feliciteren omdat ze iets hebben bereikt, wat niemand voor mogelijk had kunnen zien, vooral niet voor een groots land zoals Amerika. Hirst ziet een mogelijkheid voor kunstenaars om gebruik te maken van de manier waarop 11 september de beeldtaal heeft veranderd. Ook Karlheinz Stockhausen zag de esthetische waarde van de aanslag op 11 september in, hij benoemde het tot: het grootst denkbare kunstwerk van de hele kosmos. Door vele negatieve reacties hebben beide kunstenaars zich publiekelijk verontschuldigd. Als misdaad wees Karlheinz Stockhausen de aanslag wel af, maar dat voegde hij pas na zijn uitspraak toe. De uitspraak van zowel Hirst als Stockhausen zijn vrij van een moraal, het richt zich puur op de visuele representatie van de ramp. De pijn van de gebeurtenis lijken uit hun ogen verdwenen te zijn. Ze zijn gefascineerd door het extreme geweld maar tegelijk bevangen door het onmogelijke en het niet bevatbare van de gebeurtenis.3 4Maakt de controversile uitspraak hen tot promotors van het kwaad? Welke effecten hebben beelden van oorlogen en rampen eigenlijk nog op ons? Welke functie hebben deze beelden berhaupt nog? En welke aspecten van de terroristische aanslag zorgen ervoor dat het verheven kan worden tot een kunstwerk? En als een terroristische aanslag gezien kan worden als een kunstwerk, wat is dan de verhouding tussen de terrorist en de kunstenaar? Het vermogen tot bewonderen, het vermogen aangeraakt en veranderd te worden is wat alle kunstuitingen met elkaar verbindt, stelt Nelleke Noordervliet in haar essay Een plaats voor de geestdrift. Ze probeert daarin een antwoord te geven op de vraag wat kunst is en wat het zoal met ons doet. Maar voor pure schoonheid is er in de kunst geen plaats meer. Een kunstwerk dat alleen mooi is en geen ander criterium bevat, is risicoloos en nietszeggend. Kunst hoort een voorhoede te zijn, een oogopener. Het moet tegen heilige huisjes aan schoppen en breken met taboes. De ramp heeft de aarde op zijn grondvesten doen schudden, het was zo intens dat het zelfs onze beeldtaal heeft veranderd. Het reproduceren van al bestaande iconen maakte plaats voor nieuwe iconen. Tegen het heilige huis the American Dream is hard genoeg aangeschopt en voor sommige misschien wel totaal verwoest. Vele kunstenaars hebben de droom dat hun kunstwerken, het wereldbeeld van de beschouwer kan veranderen, het bevat een bepaalde ideologie. De zelfexpressie van de kunstenaar in hedendaagse kunst in volle glorie aanwezig. Om zijn boodschap over te brengen ensceneert de kunstenaar zijn werk en stileert zichzelf. Het enige wat nog mist is een publiek, het liefst een zon groot mogelijk publiek. Ik betwijfel of de kracht van de beelden van 11 september alleen te wijten zijn aan puur het visuele aspect. Het feit dat het cht is en welke gevolgen het heeft bewerkstelligt, maakt de visuele representatie veel spannender. Schrijver Arnon Grunberg noemt dit geweldspornografie, we staan rechtstreeks in contact met de naakte werkelijkheid. Er wordt ons iets getoond wat de normaal niet zien of niet horen te zien. Het verschil tussen kunst en pornografie is dat pornografie voorbij alle
3

http://quod.lib.umich.edu/c/ca/7523862.0006.013?rgn=main;view=fulltext http://www.contempaesthetics.org/newvolume/pages/article.php?articleID=568

interpretaties is. Stockhausen en Hirst laten met hun provocatieve uitspraken blijken dat ze kunst en pornografie niet meer uit elkaar konden houden.5 Het is het onmogelijke dat mogelijk gemaakt is en het onwerkelijke dat werkelijkheid is geworden. Dat maakt het authentiek. De grens tussen werkelijkheid en fictie is voor een ogenblik flinterdun. Maar de beelden van de ramp zelf zijn niet volledig authentiek. De explosies, het neerstorten van een vliegtuig en de terroristen zijn een bekend gegeven in de wereld van Hollywood. De context van de beelden zijn voor een krachtige beleving onmisbaar. De manier waarop we tegenwoordig kijken naar de werkelijkheid wordt benvloed door hetgeen wat we op televisie en in films zien. We leven in een werkelijke virtualiteit. We zijn verslaafd aan het spektakel waarin we wanhopig op zoek zijn naar een echte ervaring. Zelfs nieuwsberichten worden omgetoverd tot ware schouwspelen, als er geen originele opnames van de misdaad zijn, dan worden ze nagespeeld. Het gevaar van de werkelijke virtualiteit is dat door het vervagen van de grens tussen fictie en werkelijkheid het innemen van een ethische positie verzwakt. Het vellen van een moreelloos oordeel over een onethische gebeurtenis wordt vaak gelijkgesteld aan het goedkeuren ervan. Maar is dit wel terecht? Door iets voor een moment moreelloos te bekijken, kan er plaats gemaakt worden voor nieuwe inzichten en emoties. Maggie Nelson schrijft in haar boek The Art of Cruelty, A Reckoning dat ze studenten tijdens haar seminar Art of Cruelty probeerde mee te geven dat tijdens het bekijken van een werk dat wreed geweld bevat, aandacht geschonken moet worden aan de verscheidenheid van reacties die naar boven komen in plaats van zich te onderwerpen aan het gevoel dat het nodig is, om tot een laatste en vast oordeel te komen. Nelson voegt daaraan toe dat een vast oordeel willen vellen, tijdens of meteen na het zien van een werk haast onmogelijk is. Uiteindelijk zal door Vadertje tijd het vaste oordeel geveld worden. Dan wordt pas duidelijk wat er wel blijft hangen van een werk en wat niet. Ook het aantal keer dat een werk bekeken wordt en de persoonlijke emotionele toestand waarin de beschouwer zich bevindt als hij het werk bekijkt, spelen een overheersende rol in het komen tot een oordeel. Ook Anneke Smelik schrijft in haar artikel Het themapark van een ramp op televisie en in film over de verscheidenheid van reacties die naar boven kwamen tijdens het bekijken van de beelden van 11 september. .. het meest ontregelde effect van de beelden van 11 september: naast de schok, de emotie, de vertwijfeling, betrapte ik me op een hunkering naar meer, nog erger. Hoe snel ik dat gevoel ook onderdrukte, toch was ik teleurgesteld dat de ramp visueel althans nog niet overtroffen is. De mens heeft een natuurlijke aantrekkingskracht tot geweld. Het is niet pure nieuwsgierigheid. Als men echt geen gruwelijkheden zou kunnen verdragen dan zouden kranten er ook niet vol mee staan. En dan zouden er geen toeschouwers zijn als er een ernstig auto ongeluk is gebeurd. Het merkwaardigste fenomeen vind ik dat om programmas die homevideos uitzenden , waarin elk fragment wel iemand zich bezeert, echt iedereen (inclusief mijzelf) enorm hard om kan lachen. Natuurlijk gaat het dan om ongelukjes maar het gaat toch om de pijn van een ander. En zo zijn er nog wel enkele voorbeelden op te noemen. Of we er nu echt van genieten, is wellicht te cru om te zeggen. Maar welk effect hebben gruwelijke afbeeldingen nog op ons? Zodra de afbeeldingen van de ramp gaan circuleren in de media wordt het een representatie van de gebeurtenis. Het wordt gereproduceerd en herhaalt waardoor het langzamerhand zijn originele betekenis verliest en voor het oprapen ligt om geparodieerd te worden. De inhoud van het beeld wordt uitgehold en onverschilligheid voor de
5

http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/Opinie/article/detail/1317038/2011/09/10/Ons-verlangen-naar-geweld-isniet-dood.dhtml

beeldenstroom is daarvan het gevolg. De onverschilligheid wordt versterkt door het gevoel van machteloosheid. De kijker kan niet direct invloed uitoefenen op hetgeen wat getoond wordt. De frustratie dat we niets kunnen veranderen aan wat de beelden laten zien, kan zich uiten in de beschuldiging dat het onfatsoenlijk is om naar zulke beelden te kijken of om zulke beelden op deze manieren te verspreiden vaak tussen reclames voor wasverzachters, pijnstillers en dure autos in 6 schrijft Susan Sontag in Het kijken naar pijn van anderen. Verandering aanbrengen kan men niet dus het enige dat rest is medeleven tonen. Alleen medeleven hebben is een emotie van voorbijgaande aard, op een gegeven moment gaat het vervelen. We leven nu eenmaal in een tijd waar we enorm veel aandacht besteden aan onszelf en aan onze eigen problemen. In de veilige Westerse wereld beschikken we over een afstandsbediening waarmee we ons kunnen afwenden van het afschuwelijke en het verschrikkelijke. Omdat we de keus hebben om er niet naar te kijken en daarom ook soms het besluit nemen om door te zappen naar een ander kanaal betekend niet dat we ongevoelig zijn voor de beelden. Het verlangen naar en de afschuw van geweld bestaat nog steeds. Wellicht voelen we ons soms schuldig dat we niet genoeg voelen bij het zien van een ramp. Maar wat schieten we uiteindelijk op met deze emoties, we kunnen er geen kant mee op. De overvloed aan informatie verlamd ons alleen in het komen tot een oordeel. We hebben een bevoorrechte positie die ons ertoe dwingt om overal een mening over te hebben. Het afkeuren van de gruwelijke gebeurtenis lijkt het enige wat we er tegen kunnen doen. Kunstenaar als terrorist Volgens Dr. Bob de Graaff, hoogleraar terrorisme en contraterrorisme bestaat er een verband een tussen kunst en terrorisme. De raakvlakken van de kunstenaar en de terrorist liggen ten eerste in de behoefte van zelfexpressie. Terroristen willen de realiteit die zijzelf zien voor een moment opdringen aan anderen en dit is mogelijk door middel van een aanslag die alle aandacht opeist. Ze zijn voor een moment geen passief deelnemer maar eigenen zich de omgeving waarin ze opereren toe en zetten het naar hun eigen hand. Dit geeft een terrorist het gevoel dat hij voor een moment de wereld kan benvloeden. Ten tweede kruisen ze elkaar dus door de noodzaak om ideen te ensceneren , ook zijn ze beiden op zoek naar een karakteristieke stijl om hun boodschap aan de wereld over te brengen. Het effect van de aanslag moet verder reiken dan alleen de directe slachtoffers. Om een breed publiek te bereiken is de hulp van de media essentieel. Dit verschaft de terrorist zijn fifteen minutes of fame waarin hij op hetzelfde moment wordt vereeuwigd. Ten vierde zijn ze dus beide op zoek naar een publiek. Uit verschillende reacties van buitenstaanders zoals politieagenten of andere terreurbestrijders op Gregory Green, Bijbel bom #1890 (detail) kunstuitingen blijkt dat het moeilijk is om het 2000, mixed media onderscheid tussen kunstenaar en terrorist te ontrafelen. Een voorbeeld hiervan is de arrestatie van Steve Kurtz, zowel kunstenaar als kunstprofessor aan de Univeriteit van Buffalo, op verdenking van bioterrorisme. De vrouw van Kurtz overleed in mei 2004 aan een hartaanval. Een van de ambulancebroeders had gezien dat in zijn huis boeken over biologische oorlogvoering, gekweekte bacterin en laboratoriummateriaal aanwezig waren. Hoewel zijn bedoelingen onschuldig waren, namen de FBI en de Joint Terrorisme Task Force zowel zijn
6

http://nl.scribd.com/doc/97414029/Susan-Sontag-%E2%80%93-Kijken-naar-de-pijn-van-anderen

materialen als zijn computer mee voor nader onderzoek. Door zijn artistieke experimenten wil hij debatten over biogenetica aan kaarten. 7 Gregory Green 8 Kunstenaars die niet reageren via woord maar door middel van beeld kan 9/11 als kunstwerk niet overtreffen. De kunstwerken die gemaakt worden als reactie op de aanslag hebben maar een gering effect op de beschouwer. De aanslag lijkt als onderwerp voor een kunstwerk te groot en onvatbaar. Het effect van angst en shock dat de terroristen teweeg hebben gebracht op de beschouwer kan door een kunstenaar niet worden gevenaard. Heeft de terrorist de positie van de kunstenaar overgenomen?

Het politieke sublieme In het artikel The Fate of Art in the Age of Terror benoemt Boris Groys de beelden van terreur die onder andere geproduceerd worden door Al Quida en uitgezonden worden door de media tot het politieke sublieme. De beweging propageert zich met beelden van afschuw, verwoesting, verminking, wreed geweld en lelijkheid. De hedendaagse politiek doet zich niet meer voor als iets dat juist, onschuldig of mooi is. De nazis daar in tegen deden zich nog wel zo voor en verborgen de beelden van Auschwitz zorgvuldig. De politieke machten van de hedendaagse wereld zijn verwikkeld in een steeds groter wordende productie van het politieke sublieme, door te strijden om het sterkste en het meest angstaanjagende beeld. In hedendaagse oorlogen proberen de tegenpartijen elkaar niet alleen fysiek te vernederen op het slagveld door middel van bloedvergieten. Het vastleggen en verspreiden van het lijden van de slachtoffers van het eigen front is een net zo krachtige manier om de tegenstander te vernederen. De oorlog tegen Terreur is dus ook een beeldenoorlog. Boris Groys is van mening dat ook een afbeelding van terreur bekritiseerd kan worden als enig andere afbeelding: The point that Burke had originally tried to make is precisely this: also a terrifying, sublime image of violence is still merely an image. Also an image of terror is produced, staged and can be aesthetically analyzed an criticized in terms of critique of representation. This kind of criticism does not mean any lack of moral sense. The moral sense is at place where it relates to the individual, empirical event that is documented by a certain image. But at the moment as an image begins to circulate in the media networks and acquires the symbolic value of being a representation of the political sublime, it can be subjected to an art criticism as every other image. Het doel van het bekritiseren van afbeeldingen van terreur moet volgens Groys zich afzetten tegen alle soorten van censuur en onderdrukking van afbeeldingen. Zodat de realiteit van oorlog en terreur niet van ons verborgen blijft, maar dat we er juist mee confronteert worden. Ook moet het gebruik van de afbeeldingen van terreur als iconen voor het politieke sublieme, geanalyseerd worden. De beeldenoorlog tussen Irak en Amerika is gestart met het krachtige beeld van de dubbele ineenstorting van de Twin Towers en eindigde met de fotos van de Abu Graib gevangenis. Het omvertrekken van het standbeeld van de dictator Saddam Hussein op het Firdos-plein door de Amerikanen werd gevolgd door het inspecteren van het gebit van Saddam (december 2003)
7 8

Graaff, Bob de Something in the air. Terrorisme als kunst p. 7-8 http://www.ktfineart.com/artists/gregory_green/?show=intro

benadrukte voor een moment de overwinning van Amerika in de beeldenoorlog. Het omvertrekken van het standbeeld is een symbolische nabootsing van het ineenstorting van de Twin Towers, een verticale overheersende vorm dat een monumentale betekenis voor de vijand bevat, wordt neergehaald terwijl de plaatselijke bevolking toekijkt. De reacties van de toekijkende bevolking was niet gevuld met verbazing en verdriet maar met vreugde en opluchting. De goedheid van Amerika lijkt door te schemeren in het beeld van de inspectie van het gebit. De machtshebber die destijds gezien werd als de bron was van al het kwaad, wordt zonder gewelddadig handelen, op een klinische manier in zijn rattenhol gevangen genomen. Aan de ene kant wekt het beeld medelijden omdat de eerst zo machtige man eruit ziet als een hulpeloze verwarde landloper die zich zonder tegenstribbelen overgeeft aan zijn vijand. De Amerikanen lijken bezorgt te zijn om zijn gezondheid en inspecteren grondig of hij geen zelfmoord wil plegen door middel van een bepaalde hoeveelheid verstopt gif of dat er andere aandoeningen in zijn mond aanwezig zijn. Ze hebben hem niet alleen gevangen genomen maar dringen ook binnen in zijn lichaam via zijn mond. De tiran wordt volledig ontmanteld, ze gaan tot de kern van de bron van het kwaad namelijk zijn hoofd. Waar zijn vernietigende gedachtes ronddwalen. Het wordt door een klein lampje verlicht waardoor nog extra benadrukt wordt dat alle plannen van Saddam Hussein volledig blootgelegd zijn. De meerdere lagen van betekenis van de afbeelding zorgde ervoor dat het een favoriet werd binnen de media en daardoor veelvuldig werd verspreid. 9 In 2004 ontstond er een nieuwe trend in de massamedia namelijk het tonen van de lichamen van Amerikaanse soldaten die door het toedoen van de Irakezen volledig verminkt werden. Een voorbeeld daarvan is de onthoofding van Amerikaanse gijzelaars dat werd vastgelegd op video en verspreid via internet. De Amerikaanse gijzelaar was geblinddoekt en had een oranje overall aan dat mogelijk verwijst naar de oranje overalls van gevangenen in de Guantnamo Bay. Een van de vijf gemaskerde gewapende mannen draagt een verklaring voor, aan het einde van zijn verklaring haalt hij een mes tevoorschijn en onthoofd de geblinddoekte gijzelaar.10 Op 31 maart werden vier Amerikaanse huurlingen in de val gelokt dicht bij Fallujah. Ze werden gedood, verbrand, gruwelijk verminkt en de overblijfselen van twee huurlingen werden opgehangen aan een brug. De Irakezen die zich rond het schouwspel verzameld hebben, staan ongegeneerd te juichen. Degene die het beeld heeft vastgelegd moet de potentie van het beeld om de vijand zijn ogen uit te steken gerealiseerd hebben. De woede van de menigte en de pure barbaarsheid van de handeling spat van het beeld af. De onthoofding getuigde nog van een gerechtelijke manier van handelen door het voordragen van een verklaring. De tentoonstelling van verminkten lichamen is in elke mogelijke vorm zinloos omdat de ziel het lichaam al heeft verlaten en de pijn van de verminking niet meer kan voelen. Het heeft alleen het traumatiseren van de beschouwer als doel. De Amerikaanse zenders hebben daarom ervoor gekozen om de afbeelding lichtelijk onscherp te maken voordat het uitgezonden werd. De beeldenoorlog krijgt een andere wending wanneer de fotos van de martelingen in de Abu Ghraib gevangenis gepubliceerd worden. Amerika doet vanaf dat moment officieel mee aan de wedstrijd voor het meest angstaanjagende beeld. De Irakezen grepen terug op de manieren van martelen die voor ons westerlingen stammen uit de tijd van tot aan de Franse Revolutie. Onthoofding was door de uitvinding van de guillotine een gebruikelijke manier van doodstraf. En het was ook een veel menselijker manier van executie dan radbraken, vierendelen of de brandstapel. Wat overeenkomsten heeft met de manieren waarop de Amerikaanse huurlingen behandeld werden door de Irakezen bij Fallujah. Amerika was op een moderne manier barbaars en onbeschaafd. Met thumbs up en een grote grijns samen op de foto met naakte op elkaar gestapelde lichamen om de vijand te vernederen. De fotos
9

http://news.biafranigeriaworld.com/archive/2003/dec/15/ http://vorige.nrc.nl/buitenland/article1603783.ece

10

hebben een hoog pornografisch gehalte, ze zijn chaotisch en verontrustend. Het meest iconische beeld is de Irakese gevangene met kap, dit beeld onderscheid zich van de rest doordat het eenvoudig te herkennen beeld is. Er staat een man met een zwarte kap over zijn hoofd, gekleed in een zwart lang gewaad op een doos. Elektrische draden zijn aan zijn handen bevestigt. De folteraars zijn in de afbeelding niet aanwezig. De kap dient als een marteltuig, het verblind hem en het ademen is haast onmogelijk maakt. Ook zorgt de kap ervoor dat de persoon anoniem blijft, het is hierdoor moeilijker Man met kap Abu Ghraib gevangene om je in te kunnen leven. Maar de kap maakt het tevens moeilijker om op te maken of degene op de foto een terrorist of een onschuldig slachtoffer is. De terrorist draagt een bivakmuts om zijn gezicht te verbergen ter bescherming van zijn anonimiteit, het hoofd van een verdachte van terrorisme wordt bedekt met een kap maar dan niet ter bescherming maar als marteltuig. W.J.T. Mitchell beschrijft in zijn artikel Kloonterreur hoe de man met de kap getransformeerd is tot Christusfiguur.De figuur van de vermeende islamitische martelaar, een strijder bereid zichzelf op te offeren in de heilige Jihad, veranderd in een christelijke martelaar, de geduldige lijdende dienaar die zonder protest verschrikkelijke pijn en vernedering verdraagt, als boetedoening voor de zonden van de mensheid. De afbeelding verwijst naar verschillend stadia van het lijdensverhaal van Christus. Kunst, oorlog en terreur Uit de vorige paragraaf is gebleken dat de massamedia een krachtige producerende beeldenmachine is. De beelden rijken verder dan alleen de kunstwereld. De kunstenaar lijkt gewoon weg niet opgewassen tegen de suprematie van de massamedia. Voorheen was de taak om de heldhaftige daden van een krijger of machtshebber vast te leggen, neergelegd voor de kunstenaar. De machtshebber vocht in de oorlog en de kunstenaar verzekerde hem de vereeuwiging van zijn glorieuze strijd. Ze waren van elkaar afhankelijk. De kunstenaar schonk de machthebber roem en de machtshebber schonk de kunstenaar een onderwerp voor zijn werk en een inkomen waardoor de kunstenaar op zijn beurt weer roem vergaarde. Francisco de Goya (1746-1828) was met zijn serie etsen Los Desastres de la Guerra (De gruwelen van de oorlog) wellicht de eerste invloedrijke kunstenaar die zich persoonlijk negatief uitliet over oorlogvoering in zijn tijd. Er was een volksopstand tegen de napoleontische overheersing in Spanje. De Franse troepen probeerde met veel geweld de strijd voor onafhankelijk in te dammen. Hij toonde het lelijke gezicht van de oorlog en niet de glorie van een heldhaftige strijd. De mens heeft zich overgegeven aan de waanzin. De prenten tonen onmenselijke wreedheden die getuigen van elk gebrek aan waardigheid voor het lichamelijke of geestelijke van het menselijk bestaan. De prenten werden pas 35 jaar na de dood van Goya gepubliceerd. Dus Goya heeft met zijn prenten niet actief tijdens zijn leven door middel van zijn prenten kunnen protesteren. 11 De avant-garde brak volledig met de traditie dat kunst de politiek moest steunen. De kunstenaar legde niet langer de heldendaden van de machthebber vast maar bekritiseerde ze. De relatie van moderne kunstenaars met oorlog is ingewikkeld. Alle traditionele vormen van kunst wilden ze verwoesten. Aan
11

http://www.metmuseum.org/toah/hd/goya/hd_goya.htm

de ene kant bekritiseerde ze de oorlog en wilde ze de bestaande instellingen aanvallen zoals het Dadasme deed . Maar aan de andere kant zongen sommige stromingen (waaronder het Futurisme en Surrealisme) het oorlog voeren lof toe. Door verwoesting iets nieuws creren. Oude iconen moesten verwoest worden zodat er plaats gemaakt kon worden voor nieuwe. De avant-garde was als het ware iconoclastisch. Ze vochten voor de gelijkheid van alle kunstuitingen, ook een gewoon voorwerp kon verheven worden tot een kunstwerk. Van fotomontage tot ready made. Sommige van de avant-garde kunstenaars hebben gediend in de oorlog en gebruikten hun ervaringen als inspiratie voor hun kunstwerken. Otto Dix was een van hen, als soldaat diende hij in de Eerste Wereldoorlog aan het westelijke front. Met zijn serie prenten getiteld Der Krieg (1924) komt hij in de buurt van Goyas Los Desastres de la Guerra. Hij is gefascineerd door de lelijke kant van het menselijke bestaan. De nachtmerrieachtige illustraties van rottend vlees, opeenstapeling van dode lichamen en verschrikkelijk verminkte gezichten baseerde hij op zijn eigen herinneringen en op fotos van WOI. Deze moesten de waarheid van de oorlog onthullen. Sommige etsen hebben cartoonachtige trekken maar dat zorgt er niet voor dat de prenten luchtiger zijn om naar te kijken want het getuigt van geen enkele spot. De titels van elke ets zijn gebonden aan een tijd en een plaats zoals Verwundeter, Herbst 1916,Bapaume zodat de beschouwer de context van de werken niet uit het oog verliest. 121314 Pablo Picasso wist met het kunstwerk Guernica (1937) een indrukwekkend monument ter nagedachtenis van het nazi-bombardement op het dorpje Guernica in 1937 tijdens de Spaanse burgeroorlog te maken. Hij legt de nadruk op het lijden van de onschuldige slachtoffers. 15 Het geschreeuw en gekrijs, de wanhoop en verslagenheid illustreert hij door chaotische ordening van losse overlappende elementen. De te grote voeten, misvormde handen en de stilistische weergave van het gezicht vol angst en pijn, laat de verminking van het lichaam en de geest door oorlogvoering op een modernistische manier zien. De krijger links onderaan het schilderij ligt zeer kwetsbaar, op zijn rug met zijn armen wijd gespreid en houdt in zijn rechterhand een afgebroken zwaard vast. Hij is compleet verslagen, net als de krijsende vrouw met haar dode kind in haar armen en de man met uitgestrekte armen die verbrand wordt door puntige vlammen. Er is geen poging gedaan om het lijden te esthetiseren, geen indrukwekkende geschilderde open wonden waar het bloed uit komt vloeien. Het schilderij heeft het vermogen om de beschouwer wakker te schudden en het lijden echt te laten voelen. Dat het schilderij zijn kracht nog niet verloren heeft, blijkt uit het bedekken van een tapijtreplica van het kunstwerk in het gebouw van de Verenigde Naties in New York, tijdens de verslaglegging van Hans Blix en Mohammed ElBaradei over de uitkomsten van het onderzoek naar massavernietigingswapens in Irak. 16

12 13

Nelson, Meggie The Art of Cruelty - a Reckoning p. 189-190 http://nga.gov.au/dix/ - officile website van het museum: National Gallery of Australia 14 http://www.moma.org/collection_ge/object.php?object_id=63260 15 Honour and Fleming 16 http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/752843/2003/02/08/Voor-of-tegen-oorlogOok-Picasso-heeft-iets-te-zeggen.dhtml

Andy Warhol bracht met zijn Death and Disaster series fotos uit de krant van vliegtuigrampen, auto ongelukken, zelfmoord, de dood van beroemdheden en elektrische stoelen direct in de kunstwereld. Ook Warhol volgde de traditie om dood, verderf en lijden te vereeuwigen door middel van kunst. Zijn bedoelingen waren alleen anders van aard dan van zijn voorgangers. Hij wilde de beschouwer shockeren. Zijn kunstwerken ontstonden niet door persoonlijke betrokkenheid of door de drang om sociaal commentaar te leveren.17 De zeefdruk Suicide (Silver Jumping Man) 1963 lijkt een visioen te zijn waarin voorspelt wordt dat Amerika ooit vanuit de lucht bezaait zal worden met ten aarde stortende mensenlichamen. De foto Falling Man 2003 is daarvan het bewijs. Hoewel de houding van de man in Suicide met zijn opgetrokken benen en omhoog reikende armen meer iets weg heeft van een heldhaftige weloverwogen sprong, zoals Spiderman van het ene naar het andere gebouw springt. Heeft de vallende man van Richard Drew een bevroren houding, Andy Warhol, Suicide zijn handen lijken vastgebonden op zijn rug gedwongen om te (Silver Jumping Man), Zeefdruk 1963 springen door hogere macht. Er zit geen diepere betekenis achter de zeefdrukken dan hetgeen wat getoond wordt door de representaties van de fotos uit de krant. Met de zeefdruk Atomic Bomb 1965 reageerde Warhol op de atoomaanslag op Horishima en Nagasaki door het Amerikaanse leger. De paddenstoelvormige wolk is een van de belangrijkste symbolen van oorlog en terreur. De lege ruimte die de vernietiging van de Twin Towers heeft achtergelaten legt door de benaming Ground Zero een link met de atoombom.18 Warhol was zich ervan bewust dat als een gruwelijke afbeelding keer op keer herhaald wordt, het geen effect meer heeft. 19 Achtentwintig identieke paddenstoelwolken in de kleur rood en zwart zijn naast elkaar en onder elkaar gerangschikt. Opvallend is dat de laatste afbeelding uit de reeks bijna volledig zwart is. De herhalingen maken het beeld tot een clich waardoor de impact van het beeld uiteindelijk uitsterft. Richard Drew, Falling Man, Foto, 2001 Het kunstwerk manifesteert dat kunst ontoereikend is om een betekenisvolle reactie te geven op de afgrijselijke gevolgen van de atoombom. De kunst bleek ook niet opgewassen te zijn tegen de ramp van 11 september en de daaropvolgende oorlog. Alejandro Gonzlez Irritu en 10 andere filmmakers werd gevraagd om een kunstzinnige uiting te geven aan 9/11 ten dienste van een collectie short films getiteld 110901 September 11. Het beeld blijft voor het grootste gedeelte van de film zwart, op onverwachte momenten wordt de film niet langer dan een paar seconden onderbroken door voorbijflitsende beelden van vallende mensen en
17

Visser, Ad de. De tweede helft, Beeldende kunst na 1945 p.86 Mitchel, W.J.T Kloonterreur Now is the time Kunst en Theorie in de 21e eeuw p.39 19 http://www.andrewgrahamdixon.com/archive/readArticle/1018 The Catastrophe culture, The independent 1987 Dixon, Graham
18

rookwolken. Voordat de film opgaat in een verblindend licht laat het een Arabische zin met opeenvolgend de Engelse vertaling Does Gods light guide us or blind us zien. 20 De verontrustende geluiden van schreeuwende mensen, sirenes, nieuwsverslaggevers, laatste telefoongesprekken naar geliefden, gebeden in een buitenlandse taal en het niet zien van de beelden van de ramp zorgen voor een emotionele lading. De kijker maakt het kunstwerk voor een groot gedeelte af, door bij de geluiden beelden te visualiseren. Niet alleen door het niet zien maar wel horen maar ook door de lange duur van het filmpje namelijk 11 minuten en 9 seconden krijgt de kijker de ruimte om te reflecteren.21 Alleen een persoonlijke invulling en betekenis geven aan de film van Alejandro Gonzlez vind ik als beschouwer nog een hele opgave. De geluiden zijn heel Andy Warhol, Atomic Bomb, 1965, zeefdruk dramatisch maar ook herkenbaar net als de voorbijflitsende op doek 264x204,5 cm beelden. De kracht van het niet zien maar wel horen is voor mij dat het nieuwe beelden op kan roepen die verfrissend en verhelderend zijn en misschien ook iets persoonlijker van aard. Maar het zwarte beeld zorgde er alleen voor dat ik juist de beelden uit de media voor me zag, het was dus de gedachte van een reproductie van een reproductie. De catharsis blijft uit, het bevestigd alleen maar het doel dat de terroristen voor ogen hadden namelijk angst zaaien en chaos veroorzaken. En het verdelen van de wereld in goed en kwaad. De short film van Sean Penn die tevens deel uitmaakt van 110901 film slaagt daar in tegen wel in het geven van een bredere betekenis. Een verwarde oude weduwnaar woont in een krap donker appartement dicht in de buurt van het World Trade Center. Hij zit gevangen in het verdriet van de dood van zijn vrouw, die al zijn dagelijkse bezigheden beheersen. Elke ochtend kiest hij een jurk uit en legt het op zijn bed. Denkbeeldig praat hij nog met zijn vrouw over de verdorde bloemen die licht nodig hebben om te groeien. Er niet van bewust zijnde wat er op de televisie te zien is wordt zijn kamer gevuld met licht. De bloemen gaan groeien, de man heeft een moment van opleving maar wordt snel weer geconfronteerd met het gemis van zijn vrouw. De schaduw van de tweede ineenstortende toren trekt langzaam weg. De boodschap van de film gaat niet alleen over het lijden en het verlies van de slachtoffer van de ramp maar ook over een man die zijn vrouw verliest door een ziekte of een moeder die haar dochter verliest door een auto ongeluk.22 De haast potische film reduceert de moeilijke bevatbare apocalyptische gebeurtenis tot iets waar ieder persoon zichzelf in kan vinden, namelijk het verlies van een dierbare.
Tobias Wong, NYC story (a small book) 2002

20 21

http://online.sfsu.edu/amkerner/memory/GonzalezInarritu.htm Smelik, Anneke Stof en as Het themapark van een ramp op televisie en in film p.28-29 22 http://www.guardian.co.uk/film/2002/dec/13/artsfeatures

Emily Prins, American Servicemen and Women Who Have Died in Iraq and Afghanistan, 5213 drawings, 2004

Emily Prins, Benjamin Ashley Independence, Missouri Date of death: May 2004

Kunst als criticus/cabaretier

De kunst hoeft de samenleving geen spiegel meer voor te houden, door de gruwelheden van de oorlog te verbeelden want de hedendaagse krijger legt zijn eigen onmenselijke wreedheden vast. En de media openbaart ze. De monopoliepositie van het produceren van beelden is de kunst afgenomen. Wat kan de kunst van de 21ste eeuw bieden in tijden van oorlog en terreur? Is het de rol van de kunstenaar om de beeldenproductie in de media te onderzoeken? Ridendo dicere verum al lachende de waarheid zeggen

iRaq (Abu Ghraib prisoner), Forkscrew Graphics, 2004, Los Angeles, California Phillip Toledo, Abu Ghraib Bobble-head America the Gift Shop, 2007

Jonathan Hobin, in the playground 23

iRaq Abu Ghraib gevangene 24 Phillip Toledo, Abu Ghraib Bobblehead, America the Gift Shop 25
Jonathan Hobin, The Twins, In The Playground

23

http://www.imagearts.ryerson.ca/dsnyder/essays/johnathanhobin.pdf

24 25

http://www.politicalgraphics.org/cgi-bin/album.pl?album=32subvertisements;page=8 (abu ghraib man) http://www.americathegiftshop.com/default.aspx#/4 (kunstwerk toledo)

Vous aimerez peut-être aussi