Vous êtes sur la page 1sur 12

9 METAMODERNISME

Hoofd
artikel
Lets just say it: its over. () Te postmodern moment has
passed, even if its discursive strategies and its ideological critique
continue to live on as do those of modernism in our contem-
porary twenty-nrst century world () historical categories like
modernism and postmodernism are, aner all, only heuristic labels
that we create in our attempts to chart cultural changes and con-
tinuities. Post-postmodernism needs a new label of its own, and I
conclude, therefore, with this challenge to readers to nnd it and
name it for the twenty-nrst century.
i
De postmoderne generatie is bang om zich te branden aan
een engagement dat fout kan uitpakken, bang voor politieke be-
smetting, bang voor het oordeel van later. () Maar er is nu een
nieuwe beweging gaande van mensen die echt geglobaliseerd zijn,
de post-postmodernen, die wel stelling nemen
ii
, aldus David
van Reybrouck, de recente winnaar van de .xo-literatuurprijs
onlangs in een vraaggesprek met Elsbeth Etty. Een week eerder
pleitte hij al voor de terugkeer van het grote verhaal: Maar dan
wel een verhaal dat de lessen van de twijfel en de zelnritiek in
zich draagt, een verhaal met ruimte voor nuancering, zonder de
arrogantie en agressie van een dominante overtuiging.
Van Reybrouck observeert het verval van een discours, het
postmoderne, en de opkomst van een ander vertoog, dat hij
simpelweg post-postmodern noemt en dat wij metamodern noe-
men.
iii
Het is een vertoog dat zich opnieuw aan een groot verhaal
wil committeren, maar ook weet dat zon verhaal onmogelijk,
Mv:.xouvvwisxv
Rcvt: r:: tt: Atttv & Tt+c1ntts Vtv+tttt:
*
10 {ZONDER} TWIJFEL
onwaar en in veel gevallen onheilspellend is (denk aan de grote
verhalen van het liberalisme, het communisme en het fascisme en
wat deze tot gevolg hadden).
Van Reybroucks hang naar engagement en het grote verhaal
staat niet op zich. Integendeel. Onder een steeds groter wor-
dende groep jonge schrijvers, kunstenaars en architecten valt in
toenemende mate een aneer te herkennen van de postmoderne
scepsis, ironie en relativisme die de jaren tachtig en negentig zo
kenmerkten. En tegelijkertijd herkennen wij een hernieuwd en-
thousiasme en engagement, een hervonden naviteit en oprecht-
heid. Pn, moet dat, het heen toch geen zin wordt steeds vaker
tja, laten we het eens proberen, je weet nooit.
In Nederland is deze opmerkelijke verschuiving in de kunsten
pas iets van de laatste jaren, maar in het buitenland speelt het al
wat langer. Denk, bijvoorbeeld, in de literatuur aan het trans-
cendentalisme van Daniel Kehlmann of het epische zoeken van
Roberto Bolao, in de kunsten aan de etherische, cosmopolitieke
installaties van Olafur Eliasson of het engagement van Routes
winnares ejla Kameri, of in de architectuur aan het pragmatisch
idealisme van nic (Bjarke Ingels Group). En wat te denken van
de betoverende kinderlijkheid van nlmmakers als Michel Gondry
en Wes Anderson, of de magische onschuld van muzikanten als
Devendra Banhart en Antony & the Johnsons.
Enerzijds kunnen deze veranderende attitudes, strategien en
kunstpraktijken worden gezien als een generationele poging om
voorbij de theoretische en praktische erfenis van de postmoder-
nen te geraken. De metamodernen lijken de waarde van het post-
moderne discours te erkennen, maar tegelijkertijd te besenen dat
de mogelijkheden van de postmoderne esthetiek en esthetica zijn
uitgeput, dat hun uiterste grenzen genoeg zijn opgerekt.
Anderzijds en hiermee samenhangend moeten deze at-
titudes, strategien en kunstpraktijken worden verklaard vanuit
de sociaal-economische en sociaal-culturele ontwikkelingen
van het afgelopen decennium. De tijdsgeest kantelt, waardoor
11 METAMODERNISME
kunstenaars zich moeten verhouden tot een nieuwe culturele
sensibiliteit, of om met Raymond Williams te spreken: tot een
opkomende gevoelsstructuur. Deze opkomende gevoelstruc-
tuur is, voor alle duidelijkheid, noch een radicale breuk noch een
dennitief afscheid van de postmoderne sensibiliteit, maar moet
worden gerelateerd aan de drievoudige crisis die het Westen sinds
het nieuwe millennium in toenemende mate bespookt. Deze cri-
sis kan worden samengevat als de corrosie van het (geo)politieke
centrum, de klimaatcrisis en de kredietcrisis.
In het onderstaande zullen we ter illustratie van de verande-
rende kunstpraktijken de recente opleving van de zogenaamde
neo-romantische traditie bespreken. Vervolgens zullen we de
drievoudige crisis behandelen aan de hand van enkele politieke
voorbeelden. Onze uiteenzetting dient te worden opgevat als een
uitnodiging tot debat
iv
, niet als uitvaardiging van een dogma.
De metamoderne attitude is nog wel het duidelijkst zichtbaar
in de recente opleving van de romantische traditie. Wanneer we
spreken van een opleving bedoelen we niet dat de romantiek
uit de dood is herrezen. Onder meer de cultuurnlosoof Jos de
Mul, literatuurwetenschapper Edward Larissey en kunstcriticus
Jrg Heiser beargumenteerden immers terecht dat de roman-
tische traditie nooit overleden is; ze was eerder comateus. Het
afgelopen decennium is ze echter uit haar coma ontwaakt. Zo
organiseerden tal van musea overzichtstentoonstellingen over
de romantische traditie. Andere musea besteedden uitgebreid
aandacht aan het werk van romantische kunstenaars als Caspar
David Friedrich en Arnold Bcklin. Daarnaast keek het xox.
terug op het oeuvre van Bas Jan Ader en herontdekte het Tate
Modern het werk van Peter Doig (neoromantici avant la lettre).
De meest trenende illustratie is nog wel de tentoonstelling
Wunschwelten: Neue Romantik in der Kunst der Gegenwart
die de Frankfurter Schirnhalle in :oo, organiseerde. De tentoon-
stelling openbaarde een wereldwijde beweging van hedendaagse,
jonge kunstenaars die niet alleen teruggreep op de romantische
12 {ZONDER} TWIJFEL
iconograne, maar ook het romantische gedachtegoed hernam;
een beweging die gemeenschappelijk de woorden van Novalis
tot motto nam: Die Welt mu romantisiert werden. So nndet
man den ursprnglichen Sinn wieder. Romantisieren ist nichts,
als eine qualitative Potenzierung. Das niedre Selbst wird mit ei-
nem bessern Selbst in dieser Operation identinziert. () Indem
ich dem Gemeinen einen hohen Sinn, dem Gewhnlichen ein
geheimnisvolles Ansehn, dem Bekannten die Wrde des Unbe-
kannten, dem Endlichen einen unendlichen Schein gebe so ro-
mantisiere ich es.
v
Nu betekent en representeert de romantiek van alles en
nog wat. Zelfs zoveel dat de Britse denker Arthur Lovejoy ooit
opmerkte dat we beter over romantieken kunnen spreken. De
romantiek is even gemakkelijk op te vatten als een periode of een
paradigma, een stroming of een beweging, een levenswijze of een
gevoel. Voor sommigen is het uiterst politiek; volgens anderen
pedagogisch; weer anderen menen dat het uitsluitend betrekking
heen op de kunsten. De een benadrukt nationalisme, de ander
ecologie, de volgende Bildung, en weer een ander heen het voor-
namelijk over het sublieme en het etherische.
Doorheen haar vele gedaanten wordt de romantische sensi-
biliteit echter gekarakteriseerd door de oscillatie tussen verschil-
lende betekenende polen: het eeuwige en het vergankelijke, na-
tuur en cultuur, hoop en melancholie, enthousiasme en ironie,
het bijzondere en het alledaagse, enzovoorts
vi
. De kern van de
romantische sensibiliteit is dan ook precies de spanning die volgt
uit het verenigen van onverenigbare polen, het verbinden van
twee tegengestelde posities, een onmogelijke mogelijkheid: een
double-bind.
Deze neoromantische sensibiliteit heen zich geuit in een
verscheidenheid aan kunstvormen en een variteit aan stijlen. In
de architectuur van Herzog & de Meuron (afbeelding +) uit het
zich als de spanning tussen het eeuwige en het vergankelijke; in
Bas Jan Aders performances als het ondervragen van de rede door
13 METAMODERNISME
zvnvv:n:c +:
Philharmonic Hall door Herzog & De Meuron,
bron: Modern architecture & design news
14 {ZONDER} TWIJFEL
middel van het irrationele; in de schilderijen van Peter Doig als
het hernemen van cultuur door de natuur; in de fotos van Gre-
gory Crewdson als het herpakken van civilisatie door het primi-
tieve en, recenter, in Olafur Eliassons, Glen Rubsamens en Ar-
min Boehms obsessies met het mystinceren van het alledaagse.
En wat te denken van David Torpes en Justine Kurlands nxatie
met mysterieuze sekten of Darren Almonds en Charles Averys
fascinatie voor atopische nctionele werelden? Al deze verschil-
lende kunstenaars hebben gemeen dat ze niet alleen teruggrijpen
op mythologie, mystiek en vervreemding om het alledaagse leven
te kunnen duiden of bevragen, maar ook om de wereld opnieuw
te betekenen. Zelfs, of juist dan, wanneer zij besenen dat zulks
onmogelijk is.
Zo zijn zowel Aders poging om de rede en het irrationele met
elkaar te verenigen als de pogingen van Boehm en Rubsamen
om het gecultiveerde te naturaliseren bij voorbaat gedoemd te
mislukken. Maar de pogingen worden toch ondernomen. Ader
besen terdege dat de zwaartekracht hem belet om eeuwig onder-
steboven te hangen of voorover te buigen zonder te vallen.
vii
En
Boehm en Rubsamen besenen heus dat cultuur en natuur nooit
werkelijk n kunnen worden. Maar voor even doen ze net alsof.
De toonaangevende New Yorkse kunstcriticus Jerry Saltz
vatte deze generationele houding als volgt samen: het is een
attitude die zegt: ik weet dat wat ik doe vast en zeker al door ie-
mand anders is gedaan, of dat het misschien belachelijk is, maar
dat wil niet zeggen dat ik het niet proberen mag, en dat ik het
niet serieus meen.
viii
Hedendaagse schrijvers, kunstenaars en architecten verbin-
den de ironie en de scepsis, het relativisme en het cynisme waar-
mee zij zijn grootgebracht, met een hernieuwd enthousiasme en
fanatisme, een lang verloren gewaande oprechtheid en naviteit.
Ze zijn bekend met de geesteswetenschappelijke geschrinen van
Jean-Franois Lyotard en Fredric Jameson, hebben de lamenterin-
gen van Michel Houellebecq en Bret Easton Ellis gelezen, de pas-
15 METAMODERNISME
tiche van Jen Koons en Paul McCarthy (Kabouter Buttplug)
gezien. Ze zijn zich bewust van de waarde van het postmoderne
discours, maar voelen steeds vaker dat dit discours niet langer uit-
drukking geen en kan geven aan hun eigen ervaringswereld. De
generatie van Van Reybrouck, Kameri en Torpe wil niet alleen
maar ironiseren of iets deconstrueren. Deze generatie wil weer en-
thousiasmeren en iets reconstrueren.
De veranderende attitude van deze nieuwe generatie schrij-
vers, kunstenaars en architecten kan alleen worden begrepen
wanneer we de kantelende tijdsgeest in ogenschouw nemen. Zo
kan de postmoderne ervaringsruimte eerst en vooral worden
verklaard door de toenemende welvaart en de toenemende
(geo)politieke stabiliteit van de naoorlogse periode. Terugkij-
kend lijkt er immers een directe lijn te lopen van de roerige jaren
zestig tot aan de relatief rustige jaren negentig (het decennium
dat, in de woorden van Pulitzer-prijs winnaar Charles Krautham-
mer, kan worden omschreven als een holiday from history).
Vanuit westers perspectief brachten de groeiende hegemonie van
de Verenigde Staten, de formatie van de Europese Unie en de
desintegratie van de Sovjet-Unie immers stabiliteit en brachten
de transitie naar een witteboordeneconomie en de deregulatie
van de nnancile sector, de nexibilisering van de arbeidsmarkt en
consumptie op krediet welvaart. Al deze ontwikkelingen leken
Francis Fukuyamas vermoedens over het zogenaamde einde van
de geschiedenis te bevestigen. Er leek de afgelopen decennia
simpelweg weinig tot niets of in ieder geval steeds minder op
het spel te staan.
Wellicht kan dit het beste worden gellustreerd aan de hand
van de nationale politiek en het binnenlandse bestuur omdat
deze domeinen bemiddelen tussen het globale en het lokale, de
space of ows en de space of places, de wereldgeschiedenis en de
persoonlijke levensloop. Hier worden de postmoderne jaren ge-
karakteriseerd door het vervagen van ideologische scheidslijnen
en het verdwijnen van politieke tegenstellingen. De verschillen
16 {ZONDER} TWIJFEL
zvnvv:n:c ::
Ohne Mich door Paula Doepfner,
bron: Galerie Tanja Wagner
17 METAMODERNISME
tussen Adam Smith en Karl Marx, de onzichtbare hand van de
markt en de gebalde vuist van de commune, progressief en con-
servatief, links en rechts, leken dood en begraven. Denk, bijvoor-
beeld, aan de verwantschap tussen het neoliberalisme van Marga-
ret Tatcher en Ronald Reagan en de derde weg van Tony Blair
en George W. Bush; een verwantschap dat kan worden samenge-
vat door Tatchers slogan there is no alternative en Wim Koks
uitspraak over het afschudden van de ideologische veren naast
elkaar te zetten.
In het nieuwe millennium heen de geschiedenis echter haar
loop hernomen. Zo werden de laatste jaren gekenmerkt door het
falen van het Amerikaanse unilateralisme en de opkomst van de
nvic-landen (Brazili, Rusland, India, China), het nee tegen
de Europese Grondwet, de Eurocrisis, terrorisme en populisme,
het multiculturele drama, de klimaatcrisis en de kredietcrisis.
Terugkijkend op het afgelopen decennium kunnen we vast-
stellen dat deze tendensen ook worden weerspiegeld op het
niveau van de nationale politiek. In de Verenigde Staten, bijvoor-
beeld, wist Obama een groot deel van het land te mobiliseren
met een progressieve sociale agenda en een optimistische poli-
tieke boodschap, met hoop en enthousiasme. Maar tegelijkertijd
hebben de republikeinen de afgelopen mid-term verkiezingen
(mede) kunnen winnen door een radicaliserende rechtervleugel,
bespeeld door Sarah Palin, de Tea Party en Fox News. In het
Verenigd Koninkrijk vormen de conservatieven en de liberaal-
democraten noodgedwongen de eerste regeringscoalitie sinds de
Tweede Wereldoorlog. Na het anreden van Blair en na Gordon
Browns rampzalige premierschap tracht Labour zichzelf te herde-
nniren. Het is tekenend dat de recente strijd om het partijleider-
schap tussen de gebroeders Miliband niet is beslist in het voor-
deel van de Blairite David; maar, met dank aan de vakbonden,
in dat van Ed, de vertegenwoordiger van Labours linkervleugel.
In Nederland is het eerste minderheidskabinet sinds de Tweede
Wereldoorlog gevormd. Het wordt geleid door een zelfbenoemd
18 {ZONDER} TWIJFEL
liberaal en gedoogd door een rechtse populist. Ondertussen
heen de Partij van de Arbeid, bij monde van toenmalig partijlei-
der Wouter Bos (in de Den Uyl Lezing van januari :o+o), afstand
genomen van de derde weg, organiseerden de vakbonden de lang-
durigste staking sinds de jaren dertig en orinteren de partijen op
linkervleugel zich op verregaande politieke samenwerking.
Zo zijn er tientallen voorbeelden die wijzen op een polarisa-
tie van het politieke debat en de desintegratie van het politieke
midden, de terugkeer van politieke tegenstellingen en nieuwe
vormen van engagement. Van de aanhoudende demonstraties in
Duitsland, Frankrijk en Engeland tot (de nu wel bijzonder uit-
zichtloze) politieke impasse in Belgi en van de opkomst van ex-
treem rechts in Zweden en Denemarken tot de ludieke maar o zo
serieuze Rally to restore sanity and/or fear. Alle voorbeelden
wijzen echter op eenzelfde politieke en bestuurlijke realiteit: de
noodzaak om continu kleine meerderheden en grote minderhe-
den te creren en om jezelf te positioneren en te herpositioneren
te midden van een polariserend politiek speelveld. Waarheids-
claims, hoe vluchtig en veranderlijk ook, spelen hierbinnen geen
onbelangrijke rol.
Wanneer Van Reybrouck pleit voor een terugkeer naar en-
gagement en een hernemen van de grote verhalen, probeert hij
zich strategien aan te meten waarmee hij zich kan verhouden
tot deze maatschappelijke ontwikkelingen. Tevergeefs. Maar hij
probeert het. En met hem vele anderen. Schrijvers als Bolano
en Kehlmann zijn afwisselend overtuigd van het eigen gelijk en
hopeloos vertwijfeld, bloedserieus en spottend. Kunstenaars als
Eliasson en Kameri begeven zich continu op de grens tussen
mogelijke werelden en de wereldse mogelijkheden, tussen mys-
tieke landschappen en het banale, al te banale, hier en nu. En zo
zijn er veel meer voorbeelden te geven. Van Haruki Murakami,
Jonathan Franzen, Junot Diaz en Bernardo Carvalho in de lite-
ratuur tot Darren Almond, David Torpe, Paula Doepfner en
Ragnar Kjartansson in de kunsten, en van David Lynch en Spike
19 METAMODERNISME
Jonze, Paul Tomas Anderson en Noah Baumbach in nlm tot
Bright Eyes, CocoRosie en vrijwel heel de new weird generation
in de muziek.
De metamodernen schorten tegen beter weten in hun onge-
loof aan mogelijke werelden, nieuwe horizonten en alternatieve
verhalen op. Als de moderne houding ten aanzien van grote ver-
halen, absolute waarheden en idealisme kan worden omschreven
als fanatiek, enthousiast of naef en de postmoderne houding als
apathisch, ironisch of cynisch, dan kan de metamoderne attitude
worden omschreven als een gematigd fanatisme, een pragmatisch
idealisme of een genformeerde naviteit. Hoe men deze attitudes
ook noemt, het is van belang om op te merken dat ze tegelijker-
tijd gekenmerkt worden door een modern verlangen naar waar-
achtigheid, betekenis en richting, en een postmoderne scepsis
omtrent de mogelijkheden daartoe. De moderne verlangens zor-
gen ervoor dat de postmoderne twijfels niet de overhand krijgen,
en andersom. Door continu te oscilleren tussen het moderne en
het postmoderne, enthousiasme en scepsis, oprechtheid en iro-
nie, relativisme en waarheidsvinding, chaos en coherentie zoeken
de metamodernen een taal waarmee de kantelende tijdsgeest kan
worden begrepen, vinden ze strategien om de wereld te lijf te
gaan en (be)tekenen ze opnieuw het dagelijkse leven door mo-
gelijke werelden te ontdekken, nieuwe horizonten te trekken en
alternatieve verhalen te schetsen. Sommigen grijpen hierbij terug
op de iconograne, beeldtaal en attitudes van de romantiek. Maar
een steeds groter wordend aantal kunstenaars van Bolano tot
Carvalho en van Kameri tot Kjartansson probeert een geheel
nieuwe, eigen, vorm te vinden.
20 {ZONDER} TWIJFEL
Roniw v.w uvw Axxvv (+,s:) is vvoxovvwuUs i}scvvicv .w:vovoiociv,
Tixo:uvUs VvvxvUivw (+,s,) is uocvw: cUi:UUvv:vwscu.vvvw vw
:uvoviv ..w uv R.unoUu Uwivvvsi:vi: Ni}xvcvw.
HU:cuvow, L. (:oo:), Tnt vctt1tcs ct vcs1+cttv:ts+, Nv Yovx/Lowuow:
RoU:ivucv, vv. +,o-o.
.wvcnovxvw.wi/vvcvwsiv/:Ussvw-zi}cvw-vw-nvUiivw-zi:-.i:i}u-
uv-ui.iooc
VvvxvUivw, T. & R. V.w uvw Axxvv (:o+o), No:vs ow xv:.xouvvwisx,
Jctv::t ct Ats1nt1tcs ::t Ctt1tvt, Voi. :.
Voic voov ow:ixxviiwcvw .xv:.xouvvwisx.cox.
Nov.iis (:oo+), Fv.cxvw:v Uwu S:Uuivw +-,--+-,s, iw Nov.iis Wtvtt,
vvu. G. ScuUi:z, MUwcuvw: C.H. Bvcx, vv. ,s-,.
Dv MUi, J. (+,,,), Rc+::1tc ttstvt t: (vcs1)+cttv: :v1 & vnttcscvn:,
Ain.wv: S:.:v Uwivvvsi:v ov Nv Yovx Pvvss, vv. +s-:o.
.n.s}.w.uvv.cox
S.i:z, J., Siwcvvi:v .wu ivowv uUc i: oU:, iw: u::v://wvx.c.cox/.v:s/
.v:/vvvivs/oo:--
*
i.
ii.
iii.
iv.
v.
vi.
vii.
viii.

Vous aimerez peut-être aussi