Vous êtes sur la page 1sur 8

Lesfasen A.

Instap

Leerinhouden
Op het oude briefje van 100 Belgische Frank staat James Ensor afgebeeld. Dit is het lesonderwerp. Naast Ensor staan er nog andere voorwerpen/attributen afgebeeld op het briefje: een waaier met daarvoor allemaal maskers. Dit is niet toevallig, wat uit deze les zal blijken. Een briefje van 100 BEF (nu zon 2,5) werd erg veel gebruikt. Het doet vermoeden dat we als land enorm fier zijn op James Ensor. Ook op andere briefjes stonden belangrijke figuren uit de kunstwereld: Ren Magritte op het briefje van 500 BEF, Constantin Permeke op dat van 1000 BEF en Victor Horta op dat van 2000 BEF.

Werkvormen
Onderwijsleergesprek

Leermiddelen
Prezi/PowerPoint

B. Inleiding James Ensor

Als inleiding kan de Egyptische Revolutie uit 2011 als uitgangspunt dienen. Wie begon deze opstand en welk medium werd vooral gebruikt om nieuws, boodschappen e.d. te verspreiden? De jongeren in Egypte waren niet meer akkoord met de heersende opvattingen van de oudere generatie. Ze waren de onderdrukkingen van de president en het regime beu. Hetzelfde gevoel van afzetten tegen de heersende opvattingen van de oudere generatie kunnen we ook bij de kunstenaars in het begin van de twintigste eeuw terugvinden. Ze zouden zich gaan afzetten tegen de regels van de academie. Wat waren deze regels? Wat moet je allemaal leren als je naar de academie gaat? De academie draaide vooral om vormstudie, het tekenen in het juiste/traditionele perspectief, figuratie Dit is wat deze kunstenaars willen verlaten. Weg van de vaste regels! Weg van de traditie en de scholen! kunstenaars gaan op zoek naar iets nieuws! Kunstenaars willen een andere manier vinden om de realiteit weer te geven en je ziet dat in het begin van die twintigste eeuw er veel ismen ontstaan, je kan het bekijken als een soort wanhopige zoeken naar een andere stijl. Deze les start in het laatste kwart van de 19de eeuw: het impressionisme en het symbolisme vieren hoogtij. (op dit moment kan naar de voorkennis van de leerlingen worden gepeild: wat is het impressionisme en het symbolisme?)

Onderwijsleergesprek, doceren

Prezi/PowerPoint

Hoewel ook James Ensor de technieken van het impressionisme kende en inoefende, zou hij er iets helemaal anders mee gaan doen. Er is waarschijnlijk niemand uit de late 19de eeuw te vinden die zo veelzijdig en bizar was en waarvan het werk voor zoveel interpretatie vatbaar is dan James Ensor. We kunnen hem niet zo makkelijk onder een bepaald isme plaatsen. Ik denk dat ik als schilder een uitzonderlijk geval ben , zegt hij over zichzelf. Ensor was even eigenzinnig als onorthodox, hij trok zich niets aan van de heersende kunstopvattingen en stromingen van zijn tijd (het realisme van Courbet en de Franse impressionistische Monet). Zijn expressieve, vaak door fantasierijke figuren gedomineerde en soms ronduit schril en agressief aandoende schilderkunst gaven een subjectieve blik op de maatschappij.

C. Bespreking werken en motieven a) Zelfportret met Bloemenhoed (1883) b) Affiche Les Vingt (1883) c) Doctrinale Voeding (1889) d) De Gergerde Maskers (1883): het maskermotief e) De Intrede van Christus in Brussel in 1889

a) James Ensor was een Belgische kunstenaar, geboren in Oostende in 1860 en ook daar overleden in 1949. Zijn vader is een Britse ingenieur, (vandaar zijn achternaam) en zijn moeder is een Oostendse. Ze had een souvenirwinkel met carnavalsmaskers, beschilderde mosselen, afschrikwekkende zeedierskeletten en schelpen. Een wondere wereld die van grote invloed zal zijn op het latere werk van Ensor! Zijn vader komt uit het chique Engelse milieu. Hij is liever in zijn bibliotheek bezig of brengt de hele dag door op caf. In het kleinburgelijke Oostende staat hij bekend als een leegloper en drinkende mislukkeling. Ensor was op school geen goede leerling, maar had wel tekentalent en zijn vader stuurde hem voor lessen naar twee Oostendse kunstenaars. Op zijn zestienjarige leeftijd gaat hij naar de academie van Oostende waar hij erg volgens de regels van de academie moet tekenen. Hierover zei hij: Er werd mij opgedragen een buste van Octavianus, de beroemdste van de Romeinse keizers, naar een maagdelijk wit gipsmodel te schilderen. Dit pleisterbeeld irriteert mij mateloos. Ik schilder het roze als kippevlees, zijn haar roodachtig geel, tot groot plezier van medeleerlingen, plezier dat ook doet fronsen en pesterijen op gang brengt. Ten slotte buigen de verontwaardigde professoren het hoofd voor mijn stoutmoedigheid.

a) Onderwijsleergesprek, doceren b) Onderwijsleergesprek, doceren: - Waarom zou Ensor verwijzen naar het zelfportret van Rubens? c) Onderwijsleergesprek, doceren: - Wat zie je op de prent? Wie staat bovenaan en wie onderaan afgebeeld? d) Onderwijsleergesprek, doceren:

a) Prezi/PowerPoint b) Prezi/PowerPoint c) Prezi/PowerPoint d) Prezi/PowerPoint e) Prezi/PowerPoint f) Prezi/PowerPoint g) Prezi/PowerPoint h)

(1888): bijbelse themas f) Het Schilderend Skelet (1896): het skeletmotief g) Andere werken h) Late roem

b) In 1883 wordt er een kunstenaarvereniging opgericht: Les Vingt (Les XX). Het gaat om een vereniging van progressieve Belgische kunstenaars die samen exposeren en vernieuwers uit de buurlanden die ze voor tentoonstellingen gaan uitnodigen. De groep heeft weliswaar geen duidelijk omschreven programma, maar de leden zijn verenigd in hun idee van een maximale progressiviteit. Wat deze progressiviteit dan was, daarover bestonden verschillende meningen. Ensor wordt lid van de groep waar ook Fernand Khnopff en Henry Van de Velde deel van uitmaken. Hij exposeert zijn werken regelmatig op de door hen gehouden tentoonstellingen. De vaak onbegrepen Ensor vond hier voorlopig een forum van gelijkgezinden. Door Les Vingt wordt Brussel in het decennium voor de eeuwwisseling een belangrijk centrum van de westerse Avant Garde. De groep krijgt steeds meer aanzien als een brandpunt van verschillende stromingen zoals de Jugendstil en het symbolisme. Het schilderij laat een zelfbewust gezicht zien met bijna trotse blikken. Vijf jaar na het maken van dit zelfportret breidt Ensor het uit met een met veren en bloemenkrans versierde hoed en een snor waarvan de uiteinden hoog opgedraaid zijn. Hij verwijst hiermee naar het zelfportret van een andere heel bekende vlaamse schilder: Pieter Paul Rubens. Hij doet dit omdat hij zich op eenzelfde lijn met de schilder wil plaatsen. Kennelijk ziet hij zichzelf op dit moment als de grootste Vlaamse schilder ooit, die net als Rubens een plaats in de Vlaamse kunstwereld verdient. Ensors latere zelfportretten laten iets helemaal anders zien, ze worden gekenmerkt door ontgoocheling, verbittering, angst en doodsfantasien. De zelfverzekerheid en humor van zijn vroegere portretten is dan verdwenen. c) Ensor nam geen blad voor de mond. In zijn werken gaf hij kritiek op de Belgische politiek, de spanningen tussen Vlamingen en Walen, de buitenlandse en koloniale ontwikkelingen, de industrile ontwikkelingen. Ensor had een eigen menig, vooral tegenover de gegoede burgerij. Hij zal als geen ander de barsten in hun mooie faade weten weer te geven. Hoewel Ensor aanvankelijk nog traditionele themas voor zijn

- Wanneer gebruiken wij een masker? e) Onderwijsleergesprek, doceren: - Welke kleuren zijn gebruikt? f) Onderwijsleergesprek, doceren g) Onderwijsleergesprek, doceren h) Onderwijsleergesprek, doceren

Prezi/PowerPoint

schilderijen koos, bijvoorbeeld portretten van vrienden of familieleden of vergezichten van Oostende, wordt een verandering van het thema zichtbaar. Hij ontwikkelt een eigen stijl, een persoonlijke visie die later met de maskerschilderijen een hoogtepunt zal bereiken. In het groteske/theatrale/karikaturale/de satire vindt Ensor geschikte mogelijkheden om zich te uiten. Hij wendt zich tot een wereld van verbeeldingskracht en fantasie. Hij haalt droom en nachtmerrie door elkaar en geeft alledaagse voorwerpen bedrieglijke en demonische trekjes. Dit moet enorm choquerend zijn geweest voor het publiek, aangezien ze gewoon waren aan bv. de impressionistische schilderijen van Monet. d) Een typisch motief voor het werk van Ensor zal het masker worden (cfr. briefje 100 BEF). Wij gebruiken een masker om ons als iemand anders voor te doen, om ons te verhullen. Wanneer Ensor de mensen een masker opzet, wil hij net hun ware aard tonen (cfr. politici die een masker dragen). Het maskermotief komt voor de eerste keer voor in De Gergerde Maskers. Het laat een gemaskerde man zien die met een half lege fles aan tafel zit en een gemaskerde figuur in vrouwenkleren die met een stok dreigt. De scne doet denken aan een echtgenote die haar man bij het drinken in de kroeg verrast. Het masker is hier nog duidelijk op het gezicht aangebracht en niet echt. Later zullen deze twee elementen met elkaar gaan versmelten: maskers en gezichten lijken n te worden. Waar hij het masker dus eerst als een verkleed element gaat gebruiken, gaat hij het later als een substantile eigenschap zien van de mens. Zelf zegt hij over het masker: Het masker betekent voor mij: frisheid van toon, toegespitste uitdrukking, prachtig decor, grote onverwachte gebaren, ongeremde beweging, verfijnd tumult. Het maskermotief verwijst enerzijds naar de stad Oostende met haar legendarische carnavaltraditie. De echte wereld wordt op zijn kop gezet

en de overheid wordt belachelijk gemaakt. Binnen zijn familie was het vooral zijn grootmoeder die dol was op verkleden, maar ook hijzelf kroop graag in een vreemde huid om vervolgens met zijn vriend onherkenbaar door de straten van Oostende te trekken. De gezichten van de geschilderde mensen van Ensor zijn dezelfde als die van de karikaturisten: verkort, vervormd, verlengd, . Rond deze tijd is Ensor 25 jaar oud. Hij woont nog steeds bij zijn ouders en kan als schilder geen enkel succes meer boeken. Zelfs Les XX wijst zijn schilderijen af. Weliswaar wordt na een aantal afwijzingen in 1886 uiteindelijk De Oestereters gexposeerd, maar door het gewaagde perspectief en de onconventionele compositie wordt het schilderij hevig onder vuur genomen door de critici. Ensor heeft te lijden onder dit gebrek aan erkenning. Hij zoekt zijn toevlucht in de zolderkamer en begraaft zich in zijn werk. Het publiek waardeert hem niet. Zijn mening hierover: De Oostendenaars, een mosselvolk, komen niet in beweging. Ze willen de schilderijen niet zien. Vijandig publiek dat over het strand kruipt. De Oostender verafschuwt kunst Vorig jaar hebben dertig Oostenders de expositie bezocht. Dit jaar zullen we de eenendertig beslist halen. e) Ensor werpt zich ook op als een soort leider van jonge Belgische kunstenaars. Voor sommigen onder hen is de schilder uit Oostende het toonbeeld van een anti-academische kunstenaar, vrij van stijlen en motieven. Anderen zijn minder enthousiast: hij is een overgevoelige en egocentrische man. Hij krijgt ook veel kritiek. In n van zijn bekendste schilderijen wil Ensor duidelijk maken dat hij te weinig erkenning krijg: De Intrede van Christus in Brussel in 1889. Bijbelse themas spelen een belangrijke rol in Ensors werk, Vooral de figuur van Christus. Het zou echter verkeerd zijn om te denken dat het Ensor een religieuze man was. Hij beschouwde zichzelf als een athest. Hij gebruikte de bijbelse motieven op een heel andere manier. Hij wil geen religieuze situatie uitbeelden, maar commentaar geven op zijn eigen tijd.

Het schilderij beslaat 10 m. Om niet alleen op dure tubeverf te moeten terugvallen, bestelt hij bij een huisschilder goed smeerbare lakverf, en brengt hij de verf in grote, onverdunde strepen aan op het doek. De gebruikte kleuren zijn rood, groen, geel en blauw, door wit van elkaar gescheiden. Op het doek is een duizendkoppige menigte te zien met heel veel uiteenlopende types. Het lijkt een soort van karakterloze menigte met verschillende maskers. Toch herkennen we een aantal figuren vooraan: de bisschop die de stoet aanvoert, de rechter met de rode toga, de officier enz.: de officile vertegenwoordigers van de maatschappij zijn aanwezig. Temidden van de massa zien we achteraan op een ezel, zoals het bijbelverhaal ons vertelt, de Christusfiguur/Ensor die de stad binnenwandelt. Hij wordt begroet door mensen die voor hem buigen. Ensor probeert het doek volledig te vullen (cfr. horror vacui, de angst voor de leegte in de kunst). Op het schilderij zijn er overal spandoeken te zien die boven de mensenmassa uitsteken: VIVE LA SOCIALE (leve de sociale vooruitgang), FANFARES DOCTRINAIRES TOUJOURS REUSSIS (de altijd succesvolle fanfares van de staatsmacht). Onder het groene podium op de rechterhelft van het schilderij is een gezicht uit De Gergerde Maskers te herkennen. Als centrale figuur houdt Christus zegenend en met een verheven houding zijn intocht in Brussel. Christus, met wie Ensor zich identificeert, vormt de focus van zijn verlangen om zelf als verlosser zegevierend de stad Brussel binnen te trekken, om dus eindelijk artstieke erkenning te krijgen. In Brussel werd hij namelijk vaak miskend. Al deze mismaakte figuren zijn een metafoor voor zijn omgeving die hem niet begrijpt en uitlacht: de collega-schilders die zijn werk niet willen tentoonstellen, de familie die zijn werk als tijdverspilling afdoet, de critici die hem negeren of bespotten, de Oostendse burgers die hem voor gek verklaren. Ze zien zichzelf allemaal op dit schilderij terug. Zoals verwacht, was niemand genteresseerd in het schilderij, het werd pas 24 jaar na het ontstaan voor het eerst tentoongesteld. f) Steeds meer komt het skelet in zijn werk terecht. Dit is niet zo uitzonderlijk omdat in Oostende op dat moment veel schedels en skeletten werden gevonden uit het begin van de 17de (ten tijde van de invallen van de Spanjaarden). Het macabere van de dood komt in

beeld. Met de dood van zijn vader in 1887 verliest de schilder het enige familielid dat begrip heeft voor zijn werk als kunstenaar. Plotseling wint de dood aan echtheid. Vanaf dat moment drukken soortgelijke motieven meer dan ooit hun stempel op het werk van Ensor. Het is zelfs zo dat men beweert dat het skelet wees op een zelfportret van Ensor: hij ziet het skelet als zijn eigen masker, wat natuurlijk heel somber is. Het groteske en karikaturale worden steeds dominanter en de kleuren bestaan uit grauwwitte, rode en blauwe tinten. g) Andere werken van Ensor die volgden, zijn: - Maskers twistend om een gevangene (1891): Het gaat waarschijnlijk om een bewerking van een foto van hem en zijn vriend Rousseau in de duinen van Oostende. Hij neemt de burgerlijke maatschappij (rechters, artsen en geestelijken) op de korrel en stelt schijnheiligheid, domheid en afgunst aan de kaak. Zijn humor is macaber, en tegelijk ook weerzinwekkend. In zijn schilderijen worden scheten gelaten, wordt gesnotterd en gekotst. - De gevaarlijke koks (1896): Het is een parodie op de populaire kunstenaarsdiners. Octave Maus (n van de medeoprichters van Les Vingt) is n van de gevaarlijke koks, samen met Edmond Picard, een bekende advocaat en uitgever van het blad LArt Moderne. h) Kort voor de eeuwwisseling komt James Ensor door een drietal gebeurtenisen meer en meer in het middelpunt van de belangstelling te staan. In 1895 wordt in Brussel zijn eerste tentoonstelling georganiseerd. In datzelfde jaar koopt het hetzelfde museum in Brussel De jongen met de lamp en in 1898 verschijnt een speciaal nummer van het Franse Avant Garde-tijdschrijft La plume dat uitsluitend aan Ensor is gewijd. Pas aan het begin van de 20ste eeuw wordt hij opgemerkt en gaat men zijn werken beginnen kopen. Koning Albert I benoemt hem in 1929 tot baron, waarop Ensor meteen alle nog beschikbare stukken van Doctrinale Voeding vernietigt. In 1920 worden talrijke Ensor-exposities gehouden. In 1931 wordt in Oostende een monument voor hem opgericht.

In 1942 maakt de Belgische radio per ongeluk zijn dood bekend. Maar Ensor geniet volop van deze vergissing en bezoekt zijn monument met een zwarte band op zijn mouw. Ik rouw om mij zegt hij wanneer hij iemand tegenkomt. Op bijna negentigjarige leeftijd sterft hij op 19 november 1949 en krijgt hij een grootse staatsbegrafenis waaraan het hele land in een eindeloze rouwstoet deelneemt. Hij is een bijzondere kunstenaar een Einzelganger die niet echt een stijl heeft gehad en niet echt een school heeft opgericht. Hij is een unieke man die uiteindelijk de waardering kreeg waar hij zo op hoopte.

D. Afronding: Ensor vandaag Bibliografie


/

Ook vandaag leeft Ensor voort. 2010 was het Ensorjaar (het was toen 150 jaar geleden dan Ensor werd geboren) en zijn werken worden voor ongelooflijk hoge bedragen geveild, verkocht en gekocht.

Doceren

Prezi/PowerPoint

Vous aimerez peut-être aussi