Vous êtes sur la page 1sur 136

2012

Colofon Uitgave Hogeschool Leiden Zernikedreef 11 2333 CK Leiden Telefoon 071 518 88 00 Fax 071 518 88 01 infohl@hsleiden.nl www.hsleiden.nl Redactie en eindredactie Marketing en Communicatie, Hogeschool Leiden Vormgeving Creja ontwerpen T2 Ontwerp Fotografie Hielco Kuipers Oplage 30

Inhoudsopgave
VOORWOORD...............................................................................................................................................................................................................2 I JAARVERSLAG VISIE, MISSIE, DOELSTELLINGEN...........................................................................................................................................................................5 ALGEMENE ONTWIKKELINGEN........................................................................................................................................................................... 10 TALENTEN ONTWIKKELEN.................................................................................................................................................................................... 13 TALENT VOOR TALENT............................................................................................................................................................................................ 20 JE MOET ZE VAN HOGESCHOOL LEIDEN HEBBEN..................................................................................................................................... 24 UITSTEKENDE CAMPUS VOOR LEREN EN WERKEN..................................................................................................................................... 34 VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT.......................................................................................................................................................................... 39 INTERNE ORGANISATIE.......................................................................................................................................................................................... 46 SOCIAAL VERSLAG................................................................................................................................................................................................... 48 GEGEVENS PERSONEEL.......................................................................................................................................................................................... 52 FINANCIEEL VERSLAG............................................................................................................................................................................................. 75 GEGEVENS ORGANISATIE...................................................................................................................................................................................... 84

ORGANISATIESCHEMA........................................................................................................................................................................................... 87 STUDENTGEGEVENS................................................................................................................................................................................................ 88 II JAARREKENING BALANS PER 31 DECEMBER 2012....................................................................................................................................................................... 96 STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2012 EN DE VERGELIJKENDE CIJFERS 2011...................................................................................... 97 KASSTROOMOVERZICHT 2012 EN DE VERGELIJKENDE CIJFERS 2011................................................................................................ 98 TOELICHTING OP DE JAARREKENING 2012.................................................................................................................................................... 99 TOELICHTING OP DE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE BALANS....................................................................................................104 NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN..................................................................................................111 MODEL G-G1 VERANTWOORDING VAN SUBSIDIES ZONDER VERREKENINGSCLAUSULE........................................................112 MODEL G2-A AFLOPEND PER ULTIMO VERSLAGJAAR............................................................................................................................112 MODEL G2-B DOORLOPEND TOT IN EEN VOLGEND VERSLAGJAAR..................................................................................................112 TOELICHTING OP DE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN.......................................................113 MODEL E: VERBONDEN PARTIJEN....................................................................................................................................................................120 WET OPENBAARMAKING UIT PUBLIEKE MIDDELEN GEFINANCIERDE TOPINKOMENS.............................................................121 MODEL H: BEZOLDIGING VAN BESTUURDERS EN TOEZICHTHOUDERS..........................................................................................122 ONDERTEKENING VAN DE JAARREKENING..................................................................................................................................................123

Accountantshonoraria..............................................................................................................................................................................119

IIA OVERIGE GEGEVENS CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT ...............................................................................................125 BESTEMMING SALDO BATEN EN LASTEN.....................................................................................................................................................127 GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM..........................................................................................................................................................128 GEGEVENS RECHTSPERSOON............................................................................................................................................................................129

III BIJLAGEN FSR-FINANCIELE SPECIFICATIE RIJKSSUBSIDIES (HD).............................................................................................................................131

Jaarverslag 2012

Voorwoord
Voor u ligt het verantwoordingsdocument van Hogeschool Leiden over het jaar 2012. Afgelopen jaar is een nieuw instellingsplan Talent voor Talent van start gegaan voor de periode 2012-2016. Het nieuwe plan vloeit logisch voort uit het vorige instellingsplan. De ingezette koers in 2008 blijft gehandhaafd, waarbij de focus nu meer op groei in kwaliteit ligt. Dit houdt voor ons onder andere in: terugdringing van uitval en verbetering van rendementen en verdere groei in professioneel handelen van docenten en medewerkers. Er is in 2012 een nieuwe onderwijsvisie opgesteld. Deze geldt als uitgangspunt voor beleidsinitiatieven en maatregelen om verbetering in kwaliteit te realiseren.

Tevens hebben wij met het nieuwe instellingsplan de profilering van Hogeschool Leiden gexpliciteerd. Het profiel van Hogeschool Leiden kenmerkt zich door drie themas: Jeugd, Life Sciences en Gezondheidszorg. Binnen elk thema is een aantal opleidingen gebundeld en wordt onderzoek verricht in lectoraten die zich verhouden tot het thema. Door de bundeling en wisselwerking tussen onderzoek, onderwijs en werkveld ontstaan expertisecentra, die een breder (maatschappelijk) doel dienen dan sec het opleiden van goedgekwalificeerde professionals ten behoeve van de arbeidsmarkt. Onze betrokkenheid bij de maatschappij komt tevens tot uiting in de onderwerpen die wij in onze opleidingen centraal stellen. Belangrijke themas als internationalisering, diversiteit en duurzaamheid zijn als rode draden in ons onderwijs verweven.

In 2012 hebben wij meegedaan in het proces om te komen tot prestatieafspraken met de minister van OCW. Deze prestatieafspraken sluiten naadloos aan bij het nieuwe instellingsplan. Omdat deze afspraken gemaakt zijn ten behoeve van rijksbekostiging 2013 e.v., wordt er in onderhavig jaarverslag geen nadere informatie over gegeven.

Onderhavig document is opgesteld conform de indeling van het nieuwe instellingsplan. Tevens is een vergelijking opgenomen met het vorige instellingsplan. De vier kernambities uit het instellingsplan zijn richtinggevend voor het beleid van de hogeschool. Van talentontwikkeling en maatwerk in het initile onderwijs tot gedegen praktijkgericht onderzoek, zodat het afnemend werkveld zegt Je moet ze van Hogeschool Leiden hebben. Van professionalisering van docenten en medewerkers tot een uitstekende campus om te leren en te werken. Ieder hoofdstuk in dit jaarverslag gaat over een van de vier onderwerpen die de betreffende kernambities adresseren.

Een belangrijk moment in 2012 is de Instellingstoets geweest, die in het najaar plaatsvond. Dit vroeg de nodige voorbereiding, dat met vereende krachten en harmonieuze samenwerking tot stand is gebracht. Wij kijken hier met een positief gevoel op terug, ongeacht de uitslag.

Hogeschool Leiden

In 2012 is definitief besloten om de opleidingen van Hogeschool Helicon over te nemen en is de integratie van de opleidingen in de organisatie gestart. Per 1 januari 2013 heeft Hogeschool Leiden hiermee drie nieuwe loten aan de stam: Vrijeschool pabo (opleidingsvariant van de pabo), Docent Muziek en Docent Dans/Euritmie.

Er is afgelopen jaar veel werk verzet. Docenten, studenten, medewerkers, iedereen heeft zich hier voor de volle honderd procent ingezet, waarvoor veel dank. Wij blijven docenten en medewerkers uitdagen om met betrokkenheid hun bijdrage te leveren. Ook extern zoekt de hogeschool continu naar partners die participeren bij de vernieuwing van opleidingsconcepten. Dat het werkveld zegt je moet ze van Hogeschool Leiden hebben blijft onze drijfveer. Ook in 2013 volgen wij met zijn allen vol passie deze ingezette koers.

Hartelijke groet,

Paul van Maanen en Agnita Mur College van Bestuur

Vaststelling jaarstukken

De jaarstukken zijn vastgesteld op 15 mei 2013 door het College van Bestuur van Hogeschool Leiden.

Leiden,

Paul van Maanen Agnita Mur Voorzitter College van Bestuur Lid College van Bestuur

Jaarverslag 2012

Deel I

Jaarverslag

Hogeschool Leiden

Visie, missie, doelstellingen


In 2012 liep de periode van het instellingsplan 2008-2012 af en is een nieuw instellingsplan 2012-2016 vastgesteld. De uitgezette koers uit het vorige instellingsplan is doorgezet in het nieuwe instellingsplan. In de vorige periode lag de focus vooral op de inrichting van een professionele organisatie, zowel qua bedrijfsvoering als qua onderwijsorganisatie. Nu is de aandacht vooral gericht op kwaliteitsverhoging.

Missie
Ons onderwijs daagt studenten uit het beste uit zichzelf te halen en zich maximaal te ontplooien. Wij leveren de beste beroepsbeoefenaren aan het werkveld. Wij dragen bij aan kennisontwikkeling en innovatie van de beroepspraktijk door uitstekend toegepast onderzoek en kennisvalorisatie.

Visie
Hogeschool Leiden is een regionaal georinteerde en op enkele onderdelen een landelijk unieke kennisinstelling in het hart van de randstad. Hogeschool Leiden richt zich vooral op het verzorgen van een beperkt aantal voltijdse bacheloropleidingen waarbinnen toegepast onderzoek een belangrijke plaats inneemt. Dit onderzoek wordt in samenwerking met het omringende werkveld vormgegeven. Deeltijdopleidingen en activiteiten in het kader van een leven lang leren worden aangeboden indien er sprake is van een uitdrukkelijke vraag uit het werkveld. De binding met de stad Leiden en de regio is groot door samenwerking met partners op de lokale en regionale arbeidsmarkt.

In enkele sectoren manifesteren wij onze opgebouwde expertise ook landelijk. Wij zien het als onze maatschappelijke opdracht om onderwijs en toegepast onderzoek te verzorgen dat voor de maatschappij toegevoegde waarde heeft. Bij alle opleidingen speelt kennisvalorisatie een rol. Wij zoeken nadrukkelijk samenwerking met de mbo-instellingen in onze regio om zorg te dragen voor doorgaande leerlijnen in het beroepsonderwijs. Wij werken tevens samen met de faculteiten van de Universiteit Leiden.

Drie gebieden zijn kenmerkend voor de thematische profilering van Hogeschool Leiden: Jeugd, Life Sciences en Gezondheidszorg. Het zijn de gebieden waarop wij een beperkt aantal masteropleidingen en lectoraten vormgeven en waar extra nadruk ligt op kennisvalorisatie. Wij verzorgen beroepsopleidingen en leiden startbekwame beroepsbeoefenaren op voor de arbeidsmarkt. Het is voor ons van belang dat het werkveld zegt: Je moet ze van Hogeschool Leiden hebben. Onze afgestudeerden hebben geleerd hun kennis en vaardigheden actueel te houden en ze hebben zich breder ontwikkeld dan wat er mogelijk was alleen binnen de opleiding die ze gevolgd hebben. Ze zijn nieuwsgierig en ondernemend, ze staan open voor de mening van anderen en kunnen samenwerken. Daarnaast zijn ze internationaal georinteerd en maatschappelijk bewust.

We staan voor kwaliteit. Wij streven een hoog kwaliteitsniveau na en zijn daarop aanspreekbaar. Een doeltreffend systeem van kwaliteitszorg stelt ons hiertoe in staat en maakt het mogelijk om structureel te sturen vanuit onderwijsdoelen en strategische plannen. Kwaliteit is hierbij ons kompas. We leggen de lat hoog en we verwachten ook een grote inzet van onze studenten. Ze weten wat ze willen bereiken en worden hier intensief bij begeleid. Omgekeerd kunnen onze studenten ook hoge eisen aan ons stellen. Het werkveld is op zoek naar innovatieve kracht. Die kunnen wij de student meegeven en daartoe zijn wij in staat door inspirerend en goed onderwijs.

Jaarverslag 2012

Wij kiezen ervoor de huidige omvang van het aantal studenten te stabiliseren. Dit betekent dat er instrumenten zullen worden ontwikkeld en gemplementeerd om de omvang te beheersen. Het gaat hierbij om intensieve voorlichting die ertoe zal leiden dat aankomende studenten de juiste opleidingskeuze zullen maken. Daarnaast zullen er selecterende maatregelen genomen worden.

Kernwaarden: passie, talent en menselijke maat


Binnen Hogeschool Leiden wordt gewerkt vanuit passie, talent en menselijke maat. Vanuit respect voor de ander zijn wij betrokken bij de samenleving, betrokken bij het werkveld, betrokken bij ons vak. Onze passie blijkt onder meer uit onze betrokkenheid bij de maatschappij en die komt tot uiting in de onderwerpen die wij in onze opleidingen centraal zetten. Daarom zijn belangrijke themas zoals internationalisering, diversiteit en duurzaamheid in ons onderwijs verweven. Persoonlijk contact is cruciaal voor ons onderwijs en ons werk. Persoonlijk contact waarin we elkaar niet alleen bemoedigen om een talent te ontwikkelen, maar waarin we elkaar ook opbouwend kritisch en respectvol aanspreken en professionele feedback geven. De ontwikkeling van het talent van onze studenten en medewerkers is de leidraad voor het succes van het onderwijs dat wij aanbieden. Wij halen het beste in onszelf en de ander naar boven. Wij gaan voor menselijke maat; wij kennen elkaar; het is mogelijk om eigenheid te tonen en eigenwijs te zijn.

Doelstellingen
Omdat het nieuwe instellingsplan voortborduurt op het oude instellingsplan is ter vergelijking een overzicht opgenomen met doelstellingen uit beide plannen. Terugkijkend op de periode van het oude instellingsplan is Hogeschool Leiden erin geslaagd om alle geformuleerde doelstellingen te realiseren behalve als het gaat om de doelstelling ten aanzien van contractactiviteiten. Hier is ander beleid op geformuleerd naar aanleiding van de economische ontwikkelingen en is besloten niet langer te investeren in contractactiviteiten. Daarnaast zijn er geen acht masteropleidingen gerealiseerd, mede als gevolg van onduidelijk arbeidsmarktperspectief.

Met het nieuwe instellingsplan is ervoor gekozen om voort te gaan op de ingezette koers. Hierbij zijn de ambities Goed onderwijs van formaat en Talentontwikkeling eigentijds en op maat opnieuw verwoord in de ambitie Talenten ontwikkelen. De ambities Innovatie door state-of-the-art praktijkonderzoek en Dialoog en co-creatie met partners en stakeholders zijn gebundeld in de ambitie Je moet ze van Hogeschool Leiden hebben.

Hogeschool Leiden

IP 2008-2012 6 ambities met 14 doelstellingen Goed hoger onderwijs van formaat 1. In 2012 is hogeschoolbreed een kwaliteitsmanagementsysteem operationeel. Dit systeem omvat tenminste documentmanagement, procesmanagement, planning & control, probleem- en wijzigingenbeheer en periodieke tevredenheidsonderzoeken. 2. In 2012 hanteert elke opleiding een competentiematrix als uitgangspunt voor de ontwikkeling, toetsing en examinering van competenties, in overleg met het werkveld ontwikkeld en onafhankelijk van het onderwijs toegepast. Talentontwikkeling eigentijds en op maat 3. In 2012 vormt studieloopbaanbegeleiding als didactische werkvorm een van de pijlers binnen elke opleiding. Onder studieloopbaanbegeleiding wordt in brede zin verstaan de begeleiding van studeren, talent-/competentieontwikkeling en loopbaanorintatie. 4. In 2012 ontwikkelt elke opleiding samen met een of meer andere opleiding(en) een minor. Studenten hebben in principe toegang tot alle minoren binnen de hogeschool. Voorlichting over inhoud, aanpak en eindtermen maakt een goede keuze mogelijk. 5. In 2012 kent elke opleiding voldoende differentiatie aan leerroutes en -vormen om aan te sluiten op de diversiteit aan in-, door- en uitstroom, inclusief uitdagende plusprogrammas voor elke student.

Realisatie

IP 2012-2016 4 ambities met 21 doelstellingen Talenten ontwikkelen 1. In 2016 staan alle opleidingen van Hogeschool Leiden in de top 5 van de Keuzegids voor de themas toetsing, voorbereiding op de loopbaan, docenten en programma. 2. In 2016 is de studenttevredenheid in de Nationale Studenten Enqute minimaal een 6,3 op het onderdeel Studeren met een functiebeperking. 3. Elke opleiding heeft in 2016 gedifferentieerde leerroutes, passend bij de diversiteit van de instroom. 4. In 2016 wordt er gestuurd op talent en motivatie van studenten bij het aannamebeleid, de SLB-begeleiding, de voorbereiding op de arbeidsmarkt en door een voorlichting en door intake- en assessmentgesprekken. 5. In 2016 is het diplomarendement en propedeuserendement minstens verbeterd ten opzichte van 2011. 6. In 2013 is expliciet beleid geformuleerd ten aanzien van de invulling van het thema maatschappelijke verantwoordelijkheid. In 2016 is dit beleid binnen de hele hogeschool gemplementeerd. 7. In 2016 organiseert elke opleiding een alumniactiviteit, waarbij zij met minstens tien bedrijven of instellingen met HL-alumni in dienst, uitwisselt hoe het onderwijs zich (in brede zin) ontwikkelt.

(niet bij elke opleiding)

Jaarverslag 2012

IP 2008-2012 6 ambities met 14 doelstellingen Lerende organisatie van professionals 6. In 2012 biedt Hogeschool Leiden aan alle medewerkers uitgebreide mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling en professionalisering, tenminste gericht op didactiek en pedagogiek, toetsing, praktijkonderzoek, coaching en studieloopbaanbegeleiding in brede zin, projectmanagement en actuele ontwikkelingen in de beroepspraktijk. 7. In 2012 initieert of participeert elke opleiding jaarlijks in drie of meer interdisciplinaire samenwerkingsverbanden waarbij docenten, studenten en werkveld samenwerken op het gebied van onderwijs, praktijkonderzoek of innovatieprojecten.

Realisatie

IP 2012-2016 4 ambities met 21 doelstellingen Talent voor Talent 8. In 2016 heeft iedere docent een erkend PDV-certificaat en voldoet aan de HL-basis docentcompetenties (toetsvaardigheden, onderzoeksvaardigheden, activerende werkvormen, etc.) 9. In 2016 wordt iedere docent door de studenten gemiddeld met een 7 beoordeeld met name op het gebied van de wijze van (inspirerend) lesgeven en het effectief gebruiken van digitale media in de context van het toekomstige beroep. 10. Vanaf 2016 werken alle docenten op ten minste masterniveau en zijn alle docenten vakbekwaam. Nieuwe docenten hebben minimaal masterniveau of zullen dat binnen twee jaar bereiken. We streven ernaar dat 80% van de docenten een masterdiploma of PhD heeft. 11. In 2016 is er binnen elke opleiding sprake van diversiteit binnen het docententeam. Binnen het team zijn docenten werkzaam vanuit verschillende werkvelden, met verschillende onderzoeksgebieden en met een verschillende scholingsachtergrond. 12. Vanaf 2013 is scholingsbeleid op het gebied van stages, masteropleidingen, PhD gemplementeerd.

/-

Hogeschool Leiden

IP 2008-2012 6 ambities met 14 doelstellingen Innovatie door state-of-the-art praktijkonderzoek 8. In 2012 zijn in totaal tien tot twaalf lectoraten operationeel en acht masteropleidingen gestart, waarvan twee bekostigd. Een of twee lectoraten richten zich specifiek op hogeschoolbrede (onderwijskundige) themas. Hogeschool Leiden profileert zich op drie tot vijf speerpunten. 9. In 2012 vormt innovatie door praktijkgericht onderzoek als didactische werkvorm een van de pijlers binnen elke opleiding. Elk curriculum omvat onderzoeksvaardigheden met een afrondend praktijkgericht onderzoek met een omvang van 15 EC. Dialoog en co-creatie met partners en stakeholders 10. In 2012 ontwikkelen alle opleidingen leerwerkomgevingen en leerwerkprogrammas vanuit co-creatie samen met het werkveld en/of toeleverend onderwijs. 11. In 2012 werkt jaarlijks vanuit elke opleiding tenminste 12,5 procent aan fte van docenten direct in de beroepspraktijk. Daarnaast werken professionals uit de beroepspraktijk voor dezelfde omvang aan fte in ons onderwijs. Doel is deskundigheidsbevordering. 12. In 2012 bestaat binnen elk cluster de totale begroting uit tenminste 25 procent voor contractactiviteiten bovenop de begroting voor initieel onderwijs. Uitstekende campus voor leren, werken en leven 13. In 2012 functioneren de huisvesting, faciliteiten en dienstverlening vanuit uitstekende standaard dienstverlening (operational excellence) en klantgerichte dienstverlening op maat (customer intimacy). 14. In 2012 biedt Hogeschool Leiden binnen de campusvorming in de directe omgeving de benodigde faciliteiten om naast leren en werken ook de functie van leefomgeving en sociale ontmoetingsplaats te realiseren, inclusief verruiming van openingstijden.

Realisatie

IP 2012-2016 4 ambities met 21 doelstellingen Je moet ze van Hogeschool Leiden hebben 13. In 2013 beheerst iedere gediplomeerde de elementaire beginselen van kwantitatief en/of kwalitatief onderzoek en is in staat door anderen verricht onderzoek op waarde te schatten. 14. Vanaf 2014 wordt de onderzoeksfunctie jaarlijks gevalueerd. 15. In 2013 zijn de lectoraten en lectoren zichtbaar en kunnen zij door samenwerken een toegevoegde waarde aantonen voor de vernieuwing van ons onderwijs, de innovatie van de beroepspraktijk n de professionalisering van onze studenten en medewerkers. 16. In 2013 werken lectoren en kenniskringen gezamenlijk met het beroepenveld en studenten aan het oplossen van vraagstukken uit de beroepspraktijk en publiceren over de resultaten van hun onderzoek. 17. In 2016 worden de drie genoemde kennisgebieden van Hogeschool Leiden (h)erkend in de regio.

(m.u.v. de masteropleidingen)

/-

Uitstekende campus voor leren en werken 18. In 2016 biedt Hogeschool Leiden een digitale leer- en werkomgeving die studenten, docenten en begeleiders uit het werkveld optimaal ondersteunt bij de kernactiviteit: het onderwijs. 19. In 2016 hebben alle opleidingen organiseerbare n studeerbare curricula en is de inzet van docenten daarop afgestemd. Voordat het studiejaar start, is het rooster voor een heel jaar beschikbaar, inclusief de toetsroosters. 20. In 2014 is de informatievoorziening op orde. Deze is uit een centrale bron afkomstig en levert adequate informatie aan die nodig is voor de interne sturing. Managementinformatie is tijdig, betrouwbaar, toegankelijk en eenduidig. 21. Onze studenten geven in 2014 aan dat de communicatie voldoet aan de verwachtingen.

Jaarverslag 2012

Algemene ontwikkelingen
In 2012 is een nieuw instellingsplan Talent voor Talent geformuleerd voor de periode 2012-2016. Met dit plan wordt doorgezet op de ingeslagen koers zoals verwoord in het vorige instellingsplan met daarbij een aantal nieuwe focuspunten. Zo is uitdrukkelijk gekozen om de kwantitatieve groei af te remmen en in te zetten op verdere groei in kwaliteit. Studenttevredenheid is in dit kader belangrijk. Naast de NSE meten wij zelf periodiek de tevredenheid van studenten en medewerkers op onderdelen van de organisatie. Zo is in 2012 de dienstverlening van de Servicedesk gevalueerd. Uit het onderzoek bleek dat er grote tevredenheid is over deze dienstverlening. Studenten zijn van mening dat vragen adequaat afgehandeld worden en voelen zich geholpen. Om de groei in studentenaantallen af te remmen is in 2012 besloten om vanaf studiejaar 2013-2014 te werken met een numerus fixus, al dan niet in combinatie met decentrale selectie bij een groot deel van de opleidingen. Alleen opleidingen met een krapte op de arbeidsmarkt hebben geen numerus fixus.

In 2012 zijn prestatieafspraken opgesteld en gemaakt met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Op basis hiervan is een Centre of expertise Genomics aangewezen. Dit betekent dat er vanaf 2013 jaarlijks een miljoen euro beschikbaar wordt gesteld om een innovatieve alliantie aan te gaan met stakeholders en gezamenlijk een expertisecentrum op te bouwen op het gebied Genomics.

Kwaliteitszorg
Hogeschool Leiden wil de kwaliteit van haar opleidingen garanderen en daarover verantwoording afleggen aan de maatschappij. Belangrijk hierbij is de samenhang tussen visie en beleid en de succesvolle implementatie daarvan. Samenwerking tussen onderwijs en onderwijsondersteunende afdelingen is hierbij cruciaal. Een doeltreffend systeem van kwaliteitszorg stelt het management in staat om structureel te sturen vanuit onderwijsdoelen en strategische plannen. In november 2012 heeft de instellingstoets kwaliteitszorg plaatsgevonden. Tijdens de auditdagen werd onderzocht in hoeverre het systeem van kwaliteitszorg de samenhang tussen visie en beleid en de implementatie daarvan borgt.

In dit kader heeft een projectgroep een Normeringskader kwaliteitszorg onderwijs HL opgesteld. Hierin zijn aandachtspunten beschreven die zijn ondergebracht in zeven overkoepelende aandachtsgebieden. Zij weerspiegelen samen en in onderlinge samenhang de visie op de kwaliteit van het onderwijs. Op basis van het normeringskader is een stand van zakennotitie opgesteld. Dit document kan gezien worden als een foto van de organisatie. Hierop is een verbeterplan geschreven. Beide documenten hebben de basis gevormd voor een kritische reflectie. Met de kritische reflectie willen we duidelijk maken waar we staan ten aanzien van de standaarden van de instellingstoets zoals door de NVAO opgesteld en waar verbeteringen noodzakelijk, mogelijk of wenselijk zijn en hoe deze zullen worden gerealiseerd.

Eind 2012 heeft de instellingstoets kwaliteitszorg plaatsgevonden bij Hogeschool Leiden. In 2013 wordt dit oordeel van de NVAO verwacht.

In 2012 is de opleiding Fysiotherapie opnieuw geaccrediteerd tot eind 2018. Daarnaast zijn de opleidingen Verpleegkunde, Sociaal-Juridische Dienstverlening, Informatica en Bio-informatica gevisiteerd in het kader van accreditatie. Het betrof bij alle opleidingen een beperkte opleidingsbeoordeling vanwege de instellingstoets in november 2012. De verschillende visitatiecommissies hebben over alle vier opleidingen een positief advies afgegeven aan de NVAO.

10

Hogeschool Leiden

Hogeschool Leiden voert gericht beleid op versterking van de examencommissies en verbetering van de organisatie rondom toetsing en examinering. Alle examencommissies hebben met ingang van 2012 een extern lid. Een extern lid is een persoon die niet vanuit de eigen opleiding of cluster komt. Daarnaast is er een format jaarverslag opgesteld dat jaarlijks door elke examencommissie ingevuld wordt en waarover het CvB met de betreffende examencommissie in gesprek gaat. Tevens worden audits opgezet bij examencommissies met als doel de rol en verantwoordelijkheid van een examencommissie te expliciteren en processen rondom toetsing en examinering te verbeteren. Dit beleid sluit aan bij de aanbevelingen uit het rapport Vreemde ogen dwingen van Commissie Bruijn.

Opleidingsaanbod
In 2012 is besloten om te stoppen met een groot aantal deeltijdopleidingen. Hieraan liggen verschillende redenen ten grondslag. Met name de terugloop van de belangstelling voor deze opleidingen is hierbij van belang, waardoor de exploitatie moeilijker wordt. Daarbij komt dat Hogeschool Leiden niet verder wil groeien in kwantiteit en juist wil groeien in kwaliteit. Met het stopzetten van deeltijdopleidingen is alle focus gericht op de voltijdopleidingen. Studenten die al eerder gestart waren, kunnen hun opleiding afronden. De volgende deeltijdopleidingen hebben geen instroom meer vanaf 2012: Rechten, Sociaal-Juridische Dienstverlening, Sociaal Pedagogische Hulpverlening, Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Kunstzinnige Therapie, Verpleegkunde en Toegepaste Psychologie.

Tevens is besloten de masteropleiding Fysiotherapie/Oefentherapie voor mensen met chronische ziekten te stoppen en vanaf september 2012 geen nieuwe studenten meer toe te laten. De opleiding werd sinds 2008 aangeboden. Helaas is het civiel effect beperkt gebleven, ondanks het feit dat het aantal mensen met een chronische ziekte in de toekomst toeneemt. Gezien de economische situatie, de huidige arbeidsmarkt en de noodzakelijke kostenbesparingen in de zorg verwachtte de opleiding geen positieve veranderingen hierin. Ondanks de tevredenheid van de afgestudeerden over de meerwaarde van hun masterdiploma en de erkende toegevoegde waarde voor de gezondheidszorg, is de afgelopen jaren gebleken dat het aantal aanmeldingen achterblijft bij de verwachtingen. Cluster Zorg blijft bijdragen aan de ontwikkeling en innovatie van het beroep van fysiotherapeut. Bijvoorbeeld door het aanbieden van nascholingen en praktijkgericht onderzoek

In 2012 zijn alle voorbereidingen getroffen voor de fusie met Hogeschool Helicon. Dit betrof voorbereidingen op het bestuurlijke-juridische vlak als op het organisatorische en operationele vlak. De fusie is geffectueerd per 1 januari 2013. Hiermee heeft Hogeschool Leiden twee nieuwe opleidingen, Docent Dans/Euritmie en Docent Muziek, in haar aanbod en is de Vrijeschool Pabo als variant toegevoegd aan de opleiding Leraar basisonderwijs. Door de antroposofische visie op opvoeden en opleiden nemen deze opleidingen een unieke positie in, in Nederland en daarbuiten. Gezien hun karakter sluiten ze binnen Hogeschool Leiden aan bij de opleiding Kunstzinnige Therapie en het lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg. De opleidingen beschikken over betrokken, ervaren en bekwame docententeams en kunnen zich beroepen op een traditioneel hoge studenttevredenheid.

Door de fusie heeft huisvesting in 2012 op de agenda gestaan. Omdat Hogeschool Leiden een unilocatie wil zijn, verhuizen de opleidingen in 2013 en 2014 vanuit Zeist en Den Haag naar Leiden. De nieuwe opleidingen maken gebruik van specifieke onderwijsfaciliteiten. Er is onderzocht hoe deze opleidingen het beste onder te brengen zijn in het gebouw en welke betekenis dat heeft voor uitbreiding. In het voorjaar van 2013 is duidelijk geworden dat huren van een nieuw pand aan de overkant van het hoofdgebouw de beste optie is.

Over de afsplitsing van Pabo Thomas More zijn onderhandelingen gevoerd met het bestuur van de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs. Hierover is een akkoord bereikt. Tevens heeft de NVAO een kwaliteitstoets gedaan en hierover een

Jaarverslag 2012

11

positief advies gegeven aan het Ministerie van OCW. De verwachting is dat dit in 2013 leidt tot een wijziging van de bijlage van de Wet op het Hoger Onderwijs door toevoeging van de nieuwe hogeschool Thomas More.

Contractactiviteiten
Het beleid voor wat betreft contractactiviteiten is hogeschoolbreed in 2011 herzien, waarbij de keuze is gemaakt dat contractactiviteiten slechts ontwikkeld worden indien dit ondersteunend is aan het primaire proces (onderwijs en onderzoek) en gericht is op het bestaande werkveld, dit duurzaam ontwikkeld kan worden en dit altijd kostendekkend is. Dit heeft als consequenties gehad dat bij de afdeling contractactiviteiten bij cluster Zorg afgebouwd is.

Gedeelde medezeggenschap
In 2011 is besloten om te gaan werken met gedeelde medezeggenschap. Dit betekent dat per 1 september 2012 Hogeschool Leiden beschikt over een Ondernemingsraad, een Studentenraad en een Gezamenlijke Vergadering. De reden voor dit besluit is dat hiermee studenten een steviger medezeggenschap hebben en hun stem niet verloren gaat onder het docentenbelang. Leden van de Studentenraad krijgen een beurs uit het profileringsfonds voor hun inzet.

12

Hogeschool Leiden

Talenten ontwikkelen
Binnen Hogeschool Leiden wordt onderwijs geboden dat gericht is op de ontwikkeling van beroepscompetenties. In een goed gestructureerde en veilige omgeving worden studenten geprikkeld en gestimuleerd om het beste uit zichzelf te halen en zich te ontwikkelen tot een kritische, onderzoekende en reflecterende professional en daarnaar te handelen. Hierbij staat de individuele student centraal. Het ontwikkelen van zijn talent en ambities is binnen Hogeschool Leiden de drijfveer voor goed onderwijs. Hierbij is persoonlijk contact essentieel.

Studiesucces
Hoge school Leiden kiest voor leren begint met persoonlijk contact, omdat dit een succesfactor is voor studiesucces. Het is belangrijk dat een student zich optimaal ontwikkelt en het beste uit zichzelf haalt. Een op de individuele student afgestemde studieloopbaan bege leiding is hierbij essentieel. Dat begint al bij de orintatie op en keuze van een opleiding door een student door goede voorlichting over een studie te geven. Ook voeren we een intakegesprek om te bepalen wat de student nodig heeft. Studenten leren door een continue uitwisseling van kennis en ervaringen met docenten en vertegenwoordigers van het werkveld (alumni). Het werkveld is be trokken bij de vaststelling van kritische beroepssituaties en toetscriteria.

Bij verbetering van studiesucces is een belangrijke succesfactor de motivatie van de student bij de start van de opleiding. Hoe meer tijd een student besteed aan het orinteren, selecteren en kiezen van hun opleiding, hoe groter de kans is dat ze de opleiding met succes volgen en afronden. Door de lector Talentmanagement wordt onderzoek gedaan naar de inzet van instrumenten. Een instrument is het programma Kies bewust. Hierin worden studenten gestimuleerd om een open dag bij te wonen, proef te studeren en de reality check in te vullen. Met de reality check krijgt de student een goed beeld van de opleiding en van de beroepen waartoe wordt opgeleid en weet daarna of zijn beeld klopt met de werkelijkheid. Daarnaast zijn in 2012 bij verschillende opleidingen ervaringen opgedaan met het houden van intakegesprekken voordat de opleiding start. Het doel van deze gesprekken was te onderzoeken of de aankomende student met de juiste motivatie start aan de opleiding en te achterhalen of de studiekeuze aansluit bij zijn verwachtingen. De ervaringen zijn positief en zullen in volgende studiejaren verder uitgebreid worden en gekoppeld worden aan decentrale selectie bij een aantal opleidingen.

Binnen opleidingen worden gewerkt aan verdere versterking van de binding met studenten. Door intensiever gebruik te maken van studentenpanels wordt sneller duidelijk waar studenten tegenaan lopen en kunnen maatregelen genomen worden om problemen weg te halen. Ook vindt terugkoppeling plaats aan studenten. Dat dit effect heeft is goed te zien aan de studenttevredenheid van de opleiding SPH. Deze opleiding is fors gestegen in de studenttevredenheidsenquete. Ook andere opleidingen hebben hiermee positieve ervaringen opgedaan.

Studentendecanaat
Het studentendecanaat heeft in 2012 haar visie herrijkt en doelstellingen geformuleerd voor de komende vier jaar. Het studentendecanaat wil zich ontwikkelen tot een zichtbaar expertisecentrum op het gebied van wet- en regelgeving, studiefinanciering, studeren met een functiebeperking, studiekeuze en studievaardigheden. Uitgangspunt van de hogeschool is dat het zwaartepunt van de studie(loopbaan)begeleiding bij de opleiding ligt. Een studentendecaan speelt hierbij een aanvullende rol en treedt op als tweedelijnsfunctionaris. Hij biedt hulp, informatie, advies en begeleiding aan (aankomende) studenten op het gebied van studie, onderwijs en studentenvoorzieningen.

Het aantal studenten dat in studiejaar 2011-2012 een beroep deed op de studentendecaan is gestegen naar ruim 11% van het totaal aantal ingeschreven studenten. De laatste jaren was dit percentage ongeveer 8 9%. De meeste gesprekken

Jaarverslag 2012

13

gingen over persoonlijke omstandigheden. Hier was een stijging te zien van 32 naar 39%. Het aantal gesprekken over studieloopbaan is afgenomen van 38 naar 29%. Het aandeel studie- en beroepskeuzegesprekken en gesprekken in verband met functiebeperkingen zijn beide ongeveer 20%. Gesprekken over wet- en regelgeving zijn iets in aandeel toegenomen.

Studeren met een functiebeperking


In 2012 is nieuw beleid geformuleerd voor studenten met een functiebeperking. Een belangrijk nieuw element van het nieuwe beleid is invoering van een centraal aanspreekpunt voor studenten met een functiebeperking en het doen van intakegesprekken met alle studenten met een functiebeperking die zich melden. Naar voorbeeld van andere hogescholen is ervoor gekozen het studentendecanaat in te richten als centraal aanspreekpunt en de intakegesprekken ook door de studentendecanen te laten voeren. De studentendecaan adviseert de opleiding over de te toe te kennen voorziening voor de student die studeert met een functiebeperking. De beslissing over toekenning wordt genomen door de examencommissie als het gaat om toetsvoorzieningen en door de onderwijsmanager als het gaat om materile voorzieningen en onderwijsvoorzieningen. De extra begeleiding van (bepaalde) studenten met een functiebeperking vindt plaats bij de opleidingen. Elk cluster heeft hiervoor vanaf het studiejaar 2012-2013 een begeleider SFb die de schakel gaat vormen tussen het studentendecanaat en de begeleiding van studenten door de opleidingen.

Het studiejaar 2012-2013 is een pilotjaar voor de implementatie van het beleidsplan Studeren met een Functiebeperking (SFb) 2012-2016. Doelen daarbij zijn (1) het bepalen van de grenzen van het voorzieningenpakket SFb, (2) een effectieve en efficinte aanvraag en uitvoering van voorzieningen en (3) de gehele PDCA-cyclus uitvoeren. Er heeft een tussenevaluatie plaatsgevonden van de eerste ronde van intakegesprekken SFb, die conform het aangepaste beleid plaatsvindt met studenten die behoefte hebben aan voorzieningen (anders dan de standaardvoorzieningen voor dyslexie).

Profileringsfonds
Studenten kunnen bij Hogeschool Leiden aanspraak maken op het profileringsfonds op grond van de regeling Financile Ondersteuning Studenten (FOS). In 2012 is de regeling opnieuw vastgesteld. Hiermee werd het ook voor leden van de Studentenraad en van opleidingscommissies mogelijk een tegemoetkoming aan te vragen voor hun werk in Studentenraad of opleidingscommissie. Ook zijn de beursfaciliteiten voor studenten die topsport beoefenen beter geregeld en meer expliciet benoemd en is de aanvraagprocedure aangepast. Het aantal aanvragen is de laatste jaren steeds toegenomen. Opvallend is de toename als gevolg van zwangerschap en familieomstandigheden. Uitgekeerd bedrag 2012 (in ) -14.047 -42.219 56.266

Doelgroep Scholarship niet-EER studenten Bestuursbeurzen Topsport Afstudeerfonds TOTAAL

Aantal studenten 0 8 0 24 32

Honoursprogramma
In 2012 is het derde cohort gestart met het honoursprogramma. Het honoursprogramma is bedoeld om excellente studenten die meer uitdaging zoeken naast hun opleiding de gelegenheid te bieden het beste uit zichzelf te halen. Binnen het honoursprogramma wordt gewerkt volgens het principe duurzaam leren, duurzaam innoveren. Binnen projecten worden diverse vraagstukken op een multidisciplinaire wijze aangepakt. Zo heeft een groep honoursstudenten een voorlichtingsfilm over kindermishandeling ontwikkeld, waarbij jonge kinderen uitgenodigd worden om meer

14

Hogeschool Leiden

over problemen in hun leven te praten. Dit was een opdracht van het expertisecentrum voor Jeugd, Samenleving en Ontwikkeling (JSO), dat op zoek was naar een aanpak voor emotionele mishandeling. Ook is het effect van social media op het leer- en concentratievermogen van studenten tijdens de les of college onderzocht.

Het cluster Management en Bedrijf heeft haar jaarlijkse Gusta van Bavelprijs uitgereikt aan een groep van zes honoursstudenten voor hun inzet in Mali. Met de Gusta van Bavelprijs wordt een initiatief beloond dat zich kenmerkt door maatschappelijke betrokkenheid en relevantie. De winnende studenten hebben gezorgd voor betere begeleiding van gehandicapte kinderen en hun ouders in Mali en hebben een bijdrage geleverd aan het bespreekbaar maken van handicaps in het algemeen.

HL-scriptieprijzen en VSB-fonds
Een student Bio-Informatica heeft een beurs vanuit het VSB-Fonds gekregen om gedurende twee jaar een master Infection Biology (Applied Biotechnology) te volgen aan de Uppsala University in Zweden.

In 2012 zijn de HL-scriptieprijzen uitgereikt aan een student Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, twee studenten van Maatschappelijk Werk en Dienstverlening en een student Bio-informatica. De HL-scriptieprijs wordt jaarlijks uitgereikt aan studenten van de drie beste eindscripties uit het voorgaande studiejaar. De beoordeling wordt gedaan door een onafhankelijke jury van externe deskundigen.

Internationalisering
Wij werken vanuit onze visie met passie, talent en de menselijke maat, voor nu en voor de toekomst. Voor de beslissers van morgen is het van belang dat de maatschappij als geheel toekomstige uitdagingen aangaat vanuit een duurzaam en internationaal perspectief. Bij Hogeschool Leiden verwerven studenten de competenties om over de grenzen van de eigen cultuur, het eigen land en het eigen vakgebied heen te kijken en te handelen naar de inzichten die dat oplevert. Ons streven is dat stu denten van Hogeschool Leiden als persoon en als professional om kunnen gaan met een steeds verder gaande globalisering.

Minor Global Awareness


In het jaar 2012 is de minor Global Awareness twee keer van start gegaan, in januari en in augustus. Tijdens deze minor volgen studenten gedurende 5 weken een basisprogramma aan Hogeschool Leiden. Daarna vertrekken ze in groepjes naar een ontwikkelingsland (o.a. Bangladesh, Ethiopie, Ghana, Honduras, Kenia, Senegal en Zambia) voor een stage. Na deze stage komen de studenten weer terug naar Leiden waar ze een afrondingsprogramma van 2 weken volgen. In 2012 hebben naast studenten van Hogeschool Leiden en van andere Nederlandse hogescholen, ook 5 studenten uit het buitenland (Spanje en Denemarken) deze minor gevolgd.

GOES-beurzen
HetGo Outside Europe Scholarship (GOES) Programmeis een initiatief van Hogeschool Leiden. Studenten die talentvol zijn, geen of zeer weinig studievertraging hebben en die goed kunnen motiveren waarom ze naar het buitenland willen, maken kans op een beurs van maximaal 2.500. In 2012 ontvingen in totaal 5 studenten een GOES-beurs voor stages en afstudeeropdrachten in Sydney (Australi), Paramaribo (Suriname), Dunedin (Nieuw-Zeeland), New York (Verenigde Staten) en Curaao.

Jaarverslag 2012

15

UNESCO jeugdtop in Oman


Hogeschool Leiden is sinds 2011 lid van het netwerk van UNESCO-scholen. Hiermee is Hogeschool Leiden het 21ste lid van de Nederlandse tak van dit netwerk, dat wereldwijd zon 9000 scholen omvat. De hogeschool nam dit initiatief om de maatschappelijke betrokkenheid die de school uitdraagt, nog meer gezicht te geven. In 2012 is een 2e-jaars studente Commercile Economie door UNESCO uitgekozen om in december 2012 de Muscat Youth Summit in Oman bij te wonen.

Erasmus-programma
Hogeschool Leiden neemt deel aan het Erasmus Life Long Learning Programme, waarmee de EU mobiliteit van studenten en docenten binnen Europa wil bevorderen. In het jaar 2012 zijn in totaal 31 studenten met een Erasmusbeurs voor studie en/ of stage naar een Europese partnerinstelling geweest, terwijl 6 docenten gebruik hebben gemaakt van het teacher mobility programme.

Buitenlandse uitwisselingsstudenten
In het studiejaar 2011-2012 hebben in totaal dertien buitenlandse uitwisselingsstudenten gedurende een semester een Engelstalige minor of een Engelstalig tailormade programma op Hogeschool Leiden gevolgd. In het studiejaar 2012-2013 gaat het om achttien studenten. De buitenlandse uitwisselingsstudenten zijn afkomstig uit Belgie, Denemarken, Duitsland, Italie, Hongarije, Litouwen, Polen, Spanje en Turkije.

Onderwijs Cluster Zorg


Door de Opleiding tot Verpleegkundige zijn drie leerafdelingen gestart bij het Diaconessenhuis Leiden. Derde- en vierdejaarsstudenten Verpleegkunde kunnen hun differentiatiefase doen in het Diaconessenhuis Leiden. Met coaching van een werkbegeleider en praktijkopleiders voeren de studenten de zorg uit op de afdelingen: longziekten, kraam/ gynaecologie of interne geneeskunde. Het Diaconessenhuis Leiden en Hogeschool Leiden hebben hiervoor een officile overeenkomst getekend om deze intensieve samenwerking te bekrachtigen.

Tevens is een samenwerking aangegaan met het Rijnlands Revalidatiecentrum (RRC). Het RRC is als behandelcentrum met ruime expertise op het gebied van medisch specialistische revalidatiegeneeskunde een interessante samenwerkingspartner voor de hogeschool bij het opleiden van bewegingsspecialisten. Bachelorstudenten Fysiotherapie kunnen hier stagelopen en ervaring opdoen. Masterstudenten kunnen hier onderzoek uitvoeren naar de effectiviteit van behandelmethoden. Deze kennisuitwisseling leidt tot optimalisatie van revalidatiebehandelingen.

De opleiding Kunstzinnige Therapie bestaat 20 jaar. Inmiddels is de opleiding niet meer weg te denken uit de antroposofische gezondheidszorg. Gezamenlijk met de beroepsvereniging NVKToag heeft de opleiding het symposium De kracht van kunst in therapie georganiseerd om het jubileum te vieren. Hieraan namen beroepsbeoefenaren uit diverse werkvelden deel. De toepassingen van de kunstzinnige therapie worden steeds breder gewaardeerd; afgestudeerden vinden niet alleen werk in de zorg, maar ook steeds vaker bij bedrijven. De opleiding heeft een nieuwe opleidingsvariant Spraak en Drama ontwikkeld. Deze variant start bij voldoende vooraanmeldingen in september 2013.

In 2012 zijn verkennende gesprekken gestart met diverse zorginstellingen met betrekking tot het starten van een Zorg Innovatie Centrum (ZIC). Dit betreft een zorginnovatieconcept dat betrekking heeft op zowel de zorgverlening, de wijze waarop dit georganiseerd wordt als op de opleidingen van diegene die de zorg verlenen. Er wordt gekeken door middel van praktijkgericht onderzoek wat de optimale zorg is en hoe de opleiding van de beroepskolom verbeterd en ontwikkeld kan worden.

16

Hogeschool Leiden

In 2012 is de masteropleiding Advanced Nursing Practice (ANP) toegankelijker geworden omdat de toelating is versoepeld (2 jaar werkervaring in plaats van 4 jaar). Ook is het aantal opleidingsplaatsen verruimd. De versoepeling van de toelating sluit aan bij de beslissing van het ministerie van OCW om het aantal opleidingsplaatsen voor Nurse Practicioners te verhogen. De relatief nieuwe zorgfunctie (Verpleegkundig Specialist) heeft aantoonbaar gezorgd voor een terugdringing van de werkdruk en wachtlijsten in de zorg.

In het kader van de Zorgacademie Leiden, een samenwerkingsverband tussen Hogeschool Leiden en het Leids Universitair Medisch Centrum, het ROC Leiden en het ROC ID College, is in 2012 gestart met de implementatiefase het project Doorgaande leerlijn. De onderwijsprogrammas niveau 4 en 5, die ontwikkeld zijn om een efficinte aansluiting tussen mboverpleging en hbo-verpleegkunde te realiseren, worden voor het eerst aangeboden. In 2012 is een audit geweest van het project. Deze audit is uitgevoerd door het Platform Beroepsonderwijs waarbij onderzocht is of de subsidiemiddelen recht- en doelmatig besteed zijn. Het oordeel was positief en een aantal aanbevelingen zijn gedaan.

Cluster Social Work & Toegepaste Psychologie


De master Jeugdzorg is een initiatief van het lectoraat Jeugd van Hogeschool Leiden dat onder leiding staat van mr. dr. Adri van Montfoort. Het uitgangspunt van deze master is een bijdrage te leveren aan effectiviteit, kwaliteit en professionaliteit in de jeugdzorg. Sinds september 2008 wordt de master Jeugdzorg bij Hogeschool Leiden aangeboden en in 2009 is de master geaccrediteerd. Hogeschool Leiden heeft een convenant rond de samenwerking master Jeugdzorg getekend met Hogeschool Windesheim. Tot nu toe is de geaccrediteerde en bekostigde master alleen bij Hogeschool Leiden te volgen. Het convenant is een samenwerkingsintentie waarin de onderwijsmaterialen ter beschikking worden gesteld en samen verder ontwikkeld worden, zodat Windesheim met de master van start kan gaan. Hogeschool Leiden en Hogeschool Windesheim werken op het gebied van Social Work al langer met elkaar samen.

Tevens zijn in 2012 convenanten getekend met JES Rijnland en JSO. Het convenant met Cardea is vernieuwd.

Het agogisch werkveld is in beweging en dit heeft gevolgen voor de opleidingen op dit terrein. De transities in beleid die op gemeenten en het lokale werkveld afkomen vragen om doorontwikkeling van het curriculum. In samenspraak met partners uit het werkveld ontwikkelen de opleidingen TP en MWD het profiel Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening. Centraal staat het versterken van de burger (eigen mogelijkheden en verantwoordelijkheid, empowerment, burgerparticipatie, civil society), de groter wordende rol van vrijwilligers en de betekenis hiervan voor de beroepsbeoefenaar in de toekomst.

Binnen de opleidingen MWD en SPH zijn verschillende andere uitstroomprofielen ontwikkeld: het profiel Gehandicaptenzorg en het profiel Jeugdzorgwerker. Tevens is het cluster mede-penvoerder in een project waarin een landelijk uitstroomprofiel ontwikkeld wordt voor GGz Agoog.

Om studenten al in een vroeg stadium van hun opleiding kennis te laten maken met het werkveld in het kader van beroepsorintatie zijn daarvoor uren in het curriculum opgenomen. In het eerste jaar doen studenten vrijwilligerswerk, in het tweede jaar gaan ze aan de slag bij een maatjesproject. Aan de hand van een marktconcept kunnen organisaties hun vrijwilligerswerk en maatjesprojecten promoten. Een maatjesproject is een verzamelbegrip voor projecten die vrijwilligers n-op-n koppelen aan iemand die op bepaalde punten in het leven even een coach, mentor of maatje nodig heeft. Het kan gaan om het leren van de Nederlandse taal, om het bieden van emotionele steun, maar ook om hulp bij zelfstandig wonen, of bijvoorbeeld het aangaan van sociale contacten.

Jaarverslag 2012

17

Een mooi voorbeeld van een maatjesproject is het project De ervaring bij Gemiva, een organisatie die mensen met een handicap ondersteunt.

Om aankomende studenten een realistisch beeld te geven van de opleidingen SPH, MWD en TP is het programma Kies Bewust opgezet. Uit onderzoek blijkt dat hoe meer studenten besteden aan het orienteren, selecteren en liezen van hun opleiding, hoe groter de kans is dat ze die opleiding met succes volgen en afronden. Met het programma wordt bij aangemelde studenten gecheckt in hoeverre hun studiekeuze bewust is gemaakt.

Cluster Management en Bedrijf


Hogeschool Leiden biedt sinds 2012 samen met het HOVO (Hoger Onderwijs voor Ouderen) van de Universiteit Leiden cursussen voor ouderen aan. Hiertoe werd een overeenkomst getekend tussen de hogeschool en de universiteit. Het cursusaanbod van de universiteit voor ouderen richt zich voornamelijk op beschouwelijke onderwerpen binnen de geesteswetenschappen - geschiedenis, talen en culturen, filosofie -, aangevuld met onderwerpen uit de gedragswetenschappen, geneeskunde en de natuurwetenschappen. Het HOVO-aanbod is uitgebreid met juridische cursussen van Hogeschool Leiden: Het rechtstelsel in Nederland en Europa en de Nederlandse burger. In de toekomst komen hier nog cursussen bij.

Eerstejaarsstudenten Commercile Economie en Communicatie hebben in het kader van het Salesproject bijna 25.000 euro verdiend voor het goede doel. De opbrengst is aangeboden aan Stichting Kika, Stichting Xenia, Ronald Mac Donaldhuis, Nepal Sammaan en Stichting Hulphond Nederland. De studenten zamelden het geld in door middel van diverse ludieke acties en evenementen.

Het cluster M&B heeft een onderwijsaanpak ontwikkeld op het gebied van Internationalisering, Diversiteit en Duurzaamheid door competenties te ontwikkelen op deze themas. Hiermee loopt het cluster voorop ten opzichte van andere instellingen. Op de internationale conferentie Global Responsible Leadership Initiative in Stellenbosch werd de aanpak enthousiast ontvangen en is verdere samenwerking afgesproken om kennis en ervaringen verder uit te dragen.

In mei 2012 heeft de afdeling Recht van Hogeschool Leiden meegedaan aan het Erasmus Intensive Programme (IP) rond het thema Security, Human Rights and Democratization/Globalization: New Challenges for the European Union. Het programma werd gehouden bij de International School of Law and Business (ISLB) in Vilnius (Litouwen). Aan dit programma namen studenten en docenten van zes hogescholen en universiteiten deel. Ze waren afkomstig uit Belgi (Lige), UK (Coventry), Portugal (Braganca), Turkije (Istanbul), Vilnius (Litouwen) en Nederland (Leiden). Vanuit elke instelling waren vijf studenten en twee docenten mee. Dit project wordt gefinancierd vanuit de Europese Unie. Het project zal in de komende twee studiejaren in deze vorm nog twee keer worden aangeboden, met dezelfde hogescholen en universiteiten.

Binnen de opleiding Commercile Economie wordt een module internationaal zakendoen gegeven, waarbij studenten ervaringen opdoen met het in de markt zetten van een product in het buitenland. De studenten schrijven een advies schrijven over de exportmogelijkheden van een product of dienst naar een bepaald land of een regio. Opdrachtgevers zijn business-to-business of business-to-consumer bedrijven. Het accent van de opdracht ligt op het starten van export of outsourcing. In dit proces doorlopen de studenten de fasen die behoren bij het internationaliseringproces zoals het bepalen van de groeistrategien, het selecteren van landen of regios, formuleren van een entreestrategie inclusief juridische en culturele aspecten. Studenten hebben binnen dit project onder andere stroopwafels gexporteerd naar Turkije en Kazakhstan, wat erg succesvol is geweest.

18

Hogeschool Leiden

Cluster Educatie
Vanuit het onderwijswerkveld in Leiden is de wens geuit om leerkrachten op te leiden met expertise op n specifiek gebied, bijvoorbeeld vernieuwingen in het PO of op cultuureducatie. Gedurende een intensief traject van vier jaar worden studenten opgeleid tot cultuuroverdragers en intern cultuurcordinatoren. Studenten volgen het traject naast het reguliere programma en worden opgeleid tot interne cultuurcordinator.

Voldoende beweging en een gezonde levensstijl is voor de ontwikkeling van kinderen erg belangrijk. Onderwijsinstellingen spelen hierin een grote rol. De school is voor kinderen een omgeving waarin ze een groot deel van hun tijd doorbrengen. Basisscholen erkennen steeds meer het belang van een ruim aanbod in sport- en beweegactiviteiten en een gezonde leefstijl. Met de sportklas worden studenten opgeleid tot een sportactieve leerkracht met een volledige bevoegdheid voor bewegingsonderwijs (groep 1 tot en met 8). Naast het reguliere programma zijn zij drie uur per week bezig met activiteiten in kader van sport, bewegen en gezondheid. Tevens volgen zij in het derde studiejaar de minor bewegingsonderwijs.

In 2012 is onrust en verwarring bij de Lerarenopleiding Omgangskunde naar aanleiding van een uitspraak van het ministerie van OCW dat de brede bevoegdheid voor leraren omgangskunde niet geldt. In de preambule van de kennisbasis is de brede bevoegdheid opgenomen en zijn de opleidingen hier op geaccrediteerd. Het probleem was landelijk en er is ook landelijk gezocht naar een bevredigende oplossing. De brede bevoegdheid wordt gerepareerd voor alle studenten vanaf het cohort 2006 die dat willen (voor Hogeschool Leiden betekende dit 140 zittende studenten en 85 alumni). Tevens is de studenten kosteloos een reparatie-traject aangeboden van 15 ECTS waarbij de focus ligt op vakdidactiek en kennis van de vakken rekenen en taal.

In samenwerking met de Universiteit Leiden is het vierde jaar gestart van de Academische pabo. Het onderwijsprogramma is nu volledig ontwikkeld. De opleiding geniet een grote belangstelling. In studiejaar 2012-2013 studeren de eerste studenten af met een dubbele bachelor op het gebied van leraar basisonderwijs en pedagogiek.

Techniek
Zeven studenten van de opleiding Chemie zijn na een zware selectieprocedure aangenomen voor het Analytical Science Talent Programme (ASTP) voor top-hbo- studenten. Het ASTP is onderdeel van TI-COAST, een landelijk samenwerkingsverband tussen technische universiteiten, bedrijven en instituten. Deze organisatie heeft zich tot doel gesteld de analytische chemie in Nederland te versterken. Twintig procent van alle studenten in het programma is afkomstig van Hogeschool Leiden.

Jaarverslag 2012

19

Talent voor talent


Bij Hogeschool Leiden staan studenten centraal en zijn de medewerkers het voornaamste kapitaal om ambities te realiseren. Hiervoor wordt genvesteerd in een lerende cultuur. Talentontwikkeling is de komende vier jaar leidraad voor Hogeschool Leiden.

Professionalisering
In 2011 is het ambitiedocument Strategische Personeelsplanning tot stand gekomen. Hierin is geconcludeerd dat er een kloof dreigt tussen de kwaliteiten van onze medewerkers en dat wat over een paar jaar nodig zal zijn. Uit zelfonderzoek in begin 2012 is gebleken dat professionalisering en (ondersteuning van) HRM beleid een van de hoofdthemas is waarop Hogeschool Leiden zich kan verbeteren. Daarop is een werkgroep gestart die een beleidsvoorstel heeft voorbereid om de professionalisering van alle medewerkers te ondersteunen en te stimuleren. Vervolgens is een start gemaakt met de invulling van professionaliseringsactiviteiten. Professionalisering wordt hierbij opgevat als een breed begrip. Denk hierbij aan het deelnemen aan netwerken, kenniskringen, intervisie op de werkplek of gerichte deskundigheidsbevordering door scholing. In het kader van strategische personeelsplanning is een format gemaakt waarmee directeuren competenties die nodig zijn voor het betreffende cluster kunnen vaststellen. Aan de hand hiervan is het eenvoudiger geworden een professionaliseringsplan voor het cluster op te stellen.

Een onderdeel van het professionaliseringsbeleid is de opzet van een interne scholingscatalogus. Ter ondersteuning en stimulering van scholing is genventariseerd welke mogelijkheden hiervoor intern al bestaan bij Hogeschool Leiden. Het resultaat is een scholingscatalogus met opleidingen, workshops en trainingen onderverdeeld in categorien: Onderwijsgevende bekwaamheden, Vakinhoudelijke bekwaamheden, Persoonlijke effectiviteit en samenwerken, ICT, Management Development en Bioscience & diagnostiek.

Kwaliteitscultuur
Kwaliteitsbewustzijn is n van de fundamenten voor goed hoger beroepsonderwijs. Het helpt ons, studenten, docenten, ondersteuners en management, bij het realiseren van ons doel en gezamenlijke belang: goede beroepsbeoefenaren opleiden. Dat we het daarnaast ook gewoon leuk hebben, versterkt onze motivatie. De kwaliteitscultuur in Hogeschool Leiden uit zich in zorg voor kwaliteit. Die zorg is een zaak van alle mensen die op een of andere manier actief zijn in Hogeschool Leiden. Zorg voor kwaliteit is daar waar mensen intrinsiek gemotiveerd zijn voor hun werk en hun talenten willen ontwikkelen, waar zij zich verbonden weten in hun passie: goed onderwijs geven n dit mogelijk maken. Daar waar mensen elkaar kennen en zich gekend voelen, ontstaat ruimte voor een kwaliteitscultuur.

De kwaliteitscultuur op Hogeschool Leiden uit zich in de uitdrukkelijke intentie elkaar te begrijpen en vn en mt elkaar te leren. Er is een open, transparante communicatie en tweerichtingsverkeer, ofwel wederkerigheid, in de relatie. Dat geldt voor iedereen, op alle niveaus. We onderbouwen onze besluiten, proberen de ander door die besluiten te inspireren en hen ervoor te enthousiasmeren.

Deze uitgangspunten zijn vastgelegd in een notitie kwaliteitscultuur om medewerkers en studenten een handreiking te geven voor het versterken van de kwaliteitscultuur in alle geledingen van de hogeschool. De beschreven kwaliteitscultuur is een belangrijke voorwaarde voor het professioneel samenwerken aan beleidsontwikkeling.

20

Hogeschool Leiden

De jaarlijkse personeelsdag stond in het teken van kennisdelen en leren van elkaar. Door medewerkers zijn uiteenlopende workshops en activiteiten georganiseerd voor collegas.

Change agent training / AISHE


In 2012 volgden acht collegas de Change Agent Training (Maatschappelijk Verantwoord Organiseren), verzorgd door Hobon. De training bestond uit vier bijeenkomsten. Tijdens de training hebben de Change Agents geleerd te werken met het Auditing Instrument for Sustainability in Higher Education (AISHE). Daarnaast werkten zij concrete casussen uit die in eigen cluster toepasbaar zijn. Door de Change Agents zijn plannen gepresenteerd voor duurzamer onderwijs op de hogeschool. De Change Agents vormen nu een netwerk en zullen nog regelmatig samenkomen om hun plannen te bespreken en op te volgen.

Audits examencommissies/Vreemde ogen dwingen


In 2012 zijn kaders ontwikkeld voor audits van examencommissies. Doel van de ontwikkelingsgerichte audit is om de reflectie van de examencommissie op het eigen functioneren te versterken en de PDCA-cyclus sluitend te maken. Deze aspecten kunnen bij de examencommissies van Hogeschool Leiden beter uit de verf komen. Tevens is een nieuwe format voor het jaarverslag examencommissie ontwikkeld, zodat deze aansluit bij de doelen en onderwerpen van de audit.

In het studiejaar 2012-2013 vinden audits plaats bij de examencommissies van opleidingen die in 2013 een locatiebezoek hebben in het kader van de accreditatie. Andere examencommissies kunnen zich zelf aanmelden voor een audit. Daarna vindt bij alle examencommissies jaarlijks een audit plaats. Het College van Bestuur voert jaarlijks met alle (nieuwe) examencommissies een gesprek waarvoor het jaarverslag input vormt. Hiermee wordt twee keer per jaar met vreemde ogen naar de examencommissies gekeken. Het expertteam Toetsing en examinering rapporteert jaarlijks de trends in de aanbevelingen van de audits (totaalbeeld) aan het College van Bestuur, de directeur BOOSA en de voorzitters van de examencommissies.

Pedagogisch fundament: ontwikkeltraject docenten educatie


In dit traject gaat het om formuleren en verankeren van de pedagogische visie en ankerpunten voor de lerarenopleidingen van Hogeschool Leiden. Doel is een verder ontwikkelde professionele cultuur waarbij docenten zich meer bewust zijn van hun handelen in de dagelijkse uitvoeringspraktijk met als uitgangspunt de behoefte van een student.

Professionalisering blijft onverminderd aandacht houden in het cluster Management & Bedrijf. Zo is er een onderzoek in gang gezet in het kader van binden en boeien op basis waarvan acties opgesteld worden om ervoor te zorgen dat collegae nog meer tot hun recht kunnen komen in ons cluster. Onze professionaliseringsactiviteiten zijn gekoppeld aan de cultuuraspecten zoals genoemd in de notitie kwaliteitscultuur.

Diversiteitsbeleid
Een belangrijke activiteit in het kader van diversiteitsbeleid was het project (H)erken Multitalent, opgezet en gesubsidieerd door Zestor, het arbeidsmarkt- en opleidingsfonds van het hbo. Het doel van het project is om het aantal medewerkers van allochtone afkomst bij Hogeschool Leiden te verhogen en de talenten van de medewerkers en docenten van allochtone afkomst te behouden en benutten.

De beoogde resultaten van het project zijn: Werving is eind 2012 georganiseerd op zodanige wijze dat mensen van allochtone afkomst vaker solliciteren bij Hogeschool Leiden.

Jaarverslag 2012

21

Werknemers van Hogeschool Leiden hebben een professionaliseringsslag gemaakt ten aanzien van werving, selectie en benutten van de talenten van mensen van allochtone afkomst. Het aandeel van werknemers van allochtone afkomst in het Hogeschool Leiden personeelsbestand is met ingang van 2013 meetbaar gestegen.

Om deze resultaten te bereiken zijn verschillende activiteiten genitieerd. Het wervingsbeleid is aangevuld en de websitepagina werken bij HL is aangepast waardoor diverse groepen mensen zich meer voelen aangesproken. Hogeschool Leiden neemt in 2012/2013 deel aan het project Duurzaam & Divers. Dit project richt zich op het benutten en behouden van vluchtelingentalent in organisaties. Project initiators zijn Stichting voor Vluchteling studenten UAF (Studie en werk voor hoger opgeleide vluchtelingen) en Seba cultuurmanagement. Deelname aan het project heeft tevens als doel meer inzicht te verkrijgen in de kritische succesfactoren voor het benutten van vluchtelingentalent. Dit gebeurt onder andere door loopbaanbegeleiding van die medewerkers op de werkplek en uitwisseling met andere deelnemende organisaties, om kennis te delen en ervaringen uit te wisselen betreffende het benutten van divers talent. Vacatures van Hogeschool Leiden worden momenteel ook bij UAF uitgezet met de bedoeling talentvolle, hoger opgeleide vluchtelingen als docent en medewerker te kunnen verwelkomen. Tevens is een workshop voor medewerkers van de afdeling HRM en Marketing en Communicatie aangeboden door Colourful People. Voor medewerkers in de hogeschool zijn workshops Dare to differ aangeboden. SEBA geeft een sollicitatietraining aan onderwijsmanagers (middenkader, verantwoordelijk voor aanname personeel) in het kader van diversiteit en werving en selectie van medewerkers.

Het aantal medewerkers van niet-westerse allochtone afkomst is in 2012 gestegen van 30 naar 35 personen en van 24, 65 fte naar 28,75 fte. Gemeten naar het totale aantal medewerkers bij HL is er ook een stijging: van 4,0% naar 4,6% in aantal medewerkers, van 4,3% naar 4,9% in aantal ftes. De stijging van het aantal medewerkers van niet-westerse allochtone afkomst bestaat volledig uit onderwijzend personeel. Via bemiddeling van het UAF is in 2012 n vluchteling aangenomen als docent bij Hogeschool Leiden.

Internationale projecten
Hogeschool Leiden voert sinds midden jaren 90 internationale projecten uit, ter bevordering van onderwijscapaciteit in ontwikkelingslanden. In deze train-the-trainer projecten zijn docenten uit alle clusters van de hogeschool actief. Naast bestaande projecten in Midden-Amerika en Sub-Sahara Afrika, is er in 2012 een project aan Hogeschool Leiden toegewezen in Indonesi. Dit project, waaraan zeven collegas deelnemen in samenwerking met CINOP Global uit s-Hertogenbosch, draagt bij aan een betere kwaliteit van lokale wetgeving, door curriculumherziening van de academie verantwoordelijk voor de opleiding van schrijvers van wetteksten. Deelnemende docenten werken via deze projecten aan hun internationale en interculturele competenties en gebruiken hun opgedane ervaring in het onderwijs aan studenten.

In 2012 was Hogeschool Leiden actief in meerdere internationale train-de-trainers projecten, deels als penvoerder en deels als partner in een consortium met andere partijen. Zo is de hogeschool als penvoerder actief in Guatemala (politieonderwijs en Criminal forensics) en Oeganda: het versterken van de capaciteit van onderwijsinstellingen binnen de Oegandese Politie en het gevangeniswezen. In Ghana wordt, met partner CINOP Global uit Den Bosch als penvoerder, gewerkt aan millenniumdoelen 4 en 5: het terugdringen van kinder- en moedersterfte. Ook met CINOP Global werkt de hogeschool samen in projecten in de veiligheidsector in Oeganda en, sinds augustus 2012 in Indonesi, waar een opleiding voor schrijvers van wetteksten ondersteuning wordt geboden. Lokale partners waarmee de hogeschool samenwerkt zijn de University of South Africa, Stellenbosch University (beide Zuid-Afrika), de Kwame Nkrumah University of Science and Technology uit Ghana en de Universitas Indonesia in Indonesi.

22

Hogeschool Leiden

Alle clusters van Hogeschool Leiden zijn betrokken bij de uitvoering van deze projecten, door inzet van docenten. Naast het maken van een professionaliseringsslag, dragen de docenten de maatschappelijke betrokkenheid van Hogeschool Leiden uit en kunnen zij hun internationale ervaringen verwerken in onderwijs aan studenten van de hogeschool. Naast de uitvoering van deze projecten stuurt de hogeschool aan op structurele samenwerking met de internationale partners, onder meer door ze op te nemen in het Minor Global Awareness en stageplaatsen voor studenten te realiseren.

Naast bovengenoemde projecten, die alle doorlopen in 2013, heeft Hogeschool Leiden in 2012 twee internationale projecten succesvol afgesloten. Deze projecten in het kader van ondersteuning en uitbreiding van de capaciteit van onderwijsinstellingen vonden plaats in Guatemala en Ghana. Sinds 2008 is er met veel inzet in deze twee projecten gewerkt, door collegas van Hogeschool Leiden en van andere instellingen uit Nederland en daarbuiten. Zo werd er in Ghana samengewerkt met de Stellenbosch Universiteit uit Zuid-Afrika en in Guatemala was MDF consultancy uit Nederland actief. In Ghana is er in de afgelopen vier jaar gewerkt aan het opzetten van een Education & Resource Centre op het gebied van Disability & Rehabilitation, terwijl in Guatemala is gewerkt aan het ontwikkelen van curriculum op het gebied van Public Administration in de regios. In Guatemala wordt momenteel voortgeborduurd op de resultaten van het projecten de curricula die in die periode zijn ontwikkeld. Door deze projecten uit te voeren toont Hogeschool Leiden niet alleen de maatschappelijke betrokkenheid door partnerinstellingen in ontwikkelingslanden te steunen, maar werkt zij ook aan de professionalisering van het eigen personeel (innovatie, bevorderen interculturele competenties). Daarnaast profiteren studenten van deze projecten in de vorm van stages of deelname aan de minor Global Awareness, waarvan CEDRES een van de bestemmingen is. De subsidie van in totaal 1,2 miljoen Euro (Guatemala) en 1,9 miljoen Euro (Ghana), door het Ministerie van Buitenlandse Zaken verstrekt via NUFFIC, is met de goedkeuring van de eindrapportages definitief. NUFFIC heeft de hogeschool inmiddels een dankbrief gestuurd voor de uitvoering van deze projecten en HL gefeliciteerd met de behaalde resultaten.

Jaarverslag 2012

23

Je moet ze van Hogeschool Leiden hebben


Het werkveld is voor een groot deel maatgevend voor het succes van onze studenten en dus ook van de hogeschool. Wij zijn succesvol als men in het werkveld tegen elkaar zegt: Je moet ze van Hogeschool Leiden hebben! Samenwerking met het werkveld is essentieel. Wij optimaliseren deze samenwerking door samen met het werkveld onderzoeksprojecten uit te voeren. Hogeschool Leiden profileert zich met de kennisgebieden Jeugd, Life Sciences en Gezondheidszorg. Op deze gebieden wordt er binnen lectoraten praktijkgericht onderzoek verricht en wordt zo bijgedragen aan kennisontwikkeling en kennisvalorisatie binnen de beroepspraktijk.

JEUGD
Op dit kennisgebied zijn verschillende lectoren werkzaam met een eigen thema. Tevens wordt een expertisecentrum ontwikkeld samen met het werkveld. Het Expertisecentrum focust op de bundeling van onderzoek en onderwijs over jeugd op de grensvlakken van zorg, welzijn, onderwijs en justitie. Op deze grensgebieden is veel winst te behalen, juist daar kan het werk van de te onderscheiden professionals worden verbeterd, verbreed en verdiept.

Lector Jeugdzorg en Jeugdbeleid

Adri van Montfort

De beroepskracht is de spil van jeugdzorg en jeugdbeleid. De kwaliteit van haar of zijn werk bepaalt de kwaliteit van de zorg voor jeugdigen en ouders. En deze beroepskracht is vaak een hboer. De huidige samenleving heeft hoge verwachtingen van de beroepskracht. De politiek en de media volgen de sector kritisch en besteden veel aandacht aan incidenten. De opvattingen in de samenleving veranderen snel. In hoog tempo worden nieuwe methoden gentroduceerd en er is een constante stroom nieuwe kennis uit theorie en onderzoek. Tegen deze achtergrond werkt het lectoraat Jeugdzorg en Jeugdbeleid aan vernieuwend onderwijs en aan onderzoek naar effectief handelen in de praktijk.

Verve is een meerjarig onderzoeksproject voor de doorontwikkeling van jeugdbescherming in Overijssel. Het Lectoraat Jeugdzorg en Jeugdbeleid voert dit onderzoeksproject uit in opdracht van Provincie Overijssel en werkt daarbij samen met de Vrije Universiteit Amsterdam. Verve staat voor Veiligheid en Regie voor elk. Het doel van Verve is het versterken van de eigen kracht van jeugdigen, ouders en de mensen in de leefwereld rond het gezin met behoud van de focus op veiligheid van het kind. In 2012 zijn in het kader van Verve in provincie Overijssel een aantal pilotteams volgens de Verve-benadering van start gegaan en in 2013 volgt de implementatie van deze vernieuwing. Het onderzoek naar de ervaringen met Verve in de praktijk heeft geresulteerd in een handleiding voor het methodisch werken met Verve. Daarnaast is de ontwikkeling van onderwijsmateriaal voor (hbo-)professionals in de jeugdzorg en jeugdbescherming gestart. Samen met de hogescholen uit de regio wordt een duurzame verbinding tussen het onderwijs en het werkveld tot stand gebracht.

Het Raak-project Kinderbescherming Thuis dat zich tevens richt op vernieuwing in de jeugdbescherming heeft in 2012 geleid tot een opzet van methodische casustiekbespreking binnen de praktijk van de jeugdbescherming van de betrokken instellingen met als doel het voortdurend blijven ontwikkelen van het professioneel handelen. Speciale aandacht is er voor ouders en/of jeugdigen met een verstandelijke beperking. Professionals vanuit de betrokken praktijkinstellingen en het onderwijs werken samen aan het ontwikkelen van lesmateriaal en beeldmateriaal voor de opleidingen SPH, MWD en de master Jeugdzorg. Studenten van deze opleidingen doen onder meer onderzoek naar het clintperspectief dat een belangrijk thema is binnen het onderzoek. Partners in dit project zijn Hogeschool Zeeland, Bureau Jeugdzorg Rotterdam, Bureau Jeugdzorg Zeeland en de William Schrikker Groep.

24

Hogeschool Leiden

Lector LVB en Jeugdcriminaliteit

Hendrien Kaal

De aandacht voor jongeren met een lichte verstandelijke beperking (LVB) in de justitile keten neemt toe. Er zijn duidelijke signalen dat een substantile groep delinquente jongeren kampt met een verstandelijke beperking en dat dit gevolgen heeft voor de verschillende werkvelden binnen de justitile keten. Het besef groeit dat de problematiek van deze jongeren dusdanig complex is dat het vraagt om een specifieke aanpak en specifieke expertise van de professional. Er is behoefte aan kennis over de competenties en beperkingen van jongeren met een lichte verstandelijke beperking. Daarnaast is het van belang dat er effectieve begeleidings- en behandelmethoden ontwikkeld worden die rekening houden met deze beperkingen. In de justitile keten worden de jongeren met lichte verstandelijke beperkingen vaak niet als zodanig herkend. Dit kan gevolgen hebben voor de bejegening van deze jongeren door politie en justitie; voor het achterwege blijven van specifiek voor de doelgroep ontwikkelde werkwijzen en interventies; voor de risicos op slachtofferschap binnen de justitile jeugd instelling; voor de mogelijkheden tot het vinden van een gepaste dagbesteding; voor het gevoel onterecht behandeld te worden; en als gevolg hiervan voor de kansen op recidive.

De lector LVB en Jeugdcriminaliteit, aangesteld door Hogeschool Leiden en de William Schrikker Groep, zet zich in om de kennis over mensen met een lichte verstandelijke beperking en hun interactie met de justitile keten te vergroten, opdat er adequater met hen kan worden omgegaan. Bovenstaande doelstelling heeft in 2012 vorm gekregen in diverse onderzoeksprogrammas. Zo wordt in het onderzoeksproject Dwang en drang, waarvoor in 2011 een RAAK-subsidie werd verkregen, gekeken naar het juridisch kader rond vrijheidsbeperking binnen de verstandelijke gehandicaptenzorg. Het onderzoeksproject is een samenwerkingsverband tussen Hogeschool Leiden, de Vrije Universiteit van Amsterdam, de William Schrikker Groep, Dichterbij, het Landelijk Kenniscentrum LVB en De La Salle, en wordt in het najaar van 2013 afgerond. Een onderzoeksproject naar de mogelijkheid tot het screenen van justitiabelen op de mogelijke aanwezigheid van een LVB heeft in 2012 een impuls gekregen door samenwerking met een kleine twintig organisaties met clinten met een LVB. Maar liefst 50 studenten van de opleiding Toegepaste Psychologie hebben in 2012 een bijdrage geleverd aan dit onderzoek. Dit heeft geleid tot een valide en betrouwbaar screeningsinstrument, dat op dit moment gepilot wordt in vijf Penitentiaire Inrichtingen en dat naar verwachting in de zomer van 2013 op de markt zal komen. Het onderzoek loopt door in 2013 in een poging naast de ontwikkelde screener voor volwassenen ook een jeugdversie te valideren. Ten slotte zijn in 2012 de voorbereidingen getroffen voor een onderzoek naar de werkalliantie tussen delinquente LVB-jongeren en hun reclasseringswerkers. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met de Hogeschool Utrecht en de WSG. De door de HU voor de volwassenen reclassering ontwikkelde vragenlijst is in 2012 aangepast aan de doelgroep en werkwijze van de WSG, zodat de eerste metingen in 2013 van start kunnen gaan. Tenslotte is het onderzoek naar Geweld in de gehandicaptenzorg gestart. Werknemers in de gehandicaptenzorg komen regelmatig in aanraking met geweld. Wanneer heeft het nut hier aangifte van te doen? En hoe reageert het openbaar ministerie op deze aangiftes? Hogeschool Leiden doet samen met de Vrije Universiteit Amsterdam onderzoek naar deze vragen.

Lector Jeugdcriminaliteit Mieke Komen


In de samenleving is de aandacht voor veiligheid en criminaliteit toegenomen. Dit heeft in de afgelopen jaren geleid tot een verhoogde inzet van hoogopgeleid personeel bij de politie, de jeugdbescherming en jeugdreclassering en in de justitile jeugdinrichtingen. De behoefte aan gekwalificeerd personeel blijft stijgen. Hogeschool Leiden onderkent het belang van deze ontwikkelingen voor het hbo en wil hierop inspelen door toegespitst onderwijs en praktijkonderzoek. Daarom zijn mw. dr. Mieke Komen en dr. Peer van der Helm medio 2012 aangesteld als lector Jeugd en als associate lector. Immers, vooral jongeren en jongvolwassenen plegen delictgedrag. Het lectoraat richt zich op onderzoek naar en onderwijs over jongeren die gedrag vertonen binnen het spectrum een beetje regelovertredend tot chronisch crimineel. Het gaat daarbij om de vraag waarom (sommige) jongeren de regels overtreden. Belangrijk hierbij is de wijze waarop de Nederlandse jeugdrechtspleging, jeugdbescherming en haar uitvoeringsorganen functioneren. Aan de orde komt daarom tevens

Jaarverslag 2012

25

de rol van politie en partners in veiligheidshuizen, forensische diagnostiek, kinderbescherming, gedragsinterventies en reclassering, (justitile) jeugdinrichtingen en nazorg. Jeugdbescherming, jeugdreclassering en de jeugdinrichtingen dragen immers bij aan de (re-)integratie van jongeren met grensoverschrijdend en risicovol gedrag.

Vanuit het lectoraat Jeugd, thema jeugdcriminaliteit, worden vernieuwingsimpulsen gegeven aan het onderwijs van Hogeschool Leiden, en richt men zich op wederzijdse bevruchting tussen onderzoek, onderwijs en het werkveld en op het initiren, ontwikkelen en zorg dragen voor de uitvoering van studiedagen en congressen. Het lectoraat levert een bijdrage aan de verhoging van de kennis, houding en vaardigheden van aankomende beroepskrachten, jeugd- en hulporganisaties en functioneert binnen een breed netwerk van politie, justitie, jeugdinstellingen, overheden, praktijkwerkers en de bacheloren masteropleidingen Toegepaste Psychologie, Social Work en Jeugdzorg van Hogeschool Leiden. In 2012 is gewerkt aan de versterking van de samenhang tussen praktijkonderzoek en onderwijs, waarbij studenten participeren in het onderzoek van de lector en associate lector.

Lector Ouderschap en Ouderbegeleiding

Carolien Gravensteijn

In 2012 is Katie Lee Weille als lector Ouderschap en Ouderbegeleiding afgetreden. Zij is opgevolgd door dr. Carolien Gravensteijn. In samenwerking met de Augeo Foundation wordt het lectoraat vormgegeven. Augeo Foundation is een particulier initiatief, gericht op het bevorderen van een veilige leefomgeving van kinderen. Augeo Foundation wil investeren in de aanpak van kindermishandeling en de kennisontwikkeling over ouderschap en opvoeding.

Het lectoraat O&O levert een bijdrage aan positief ouderschap door nieuwe kennis te produceren over wat ouderschap voor ouders betekent, hoe ouders ondersteund kunnen worden bij het vervullen van deze rol en hoe professionals ondersteund kunnen worden bij het begeleiden van ouders. Verder levert het lectoraat O&O een bijdrage door bestaande (wetenschappelijke) kennis toegankelijk te maken en te verspreiden, zowel via onderwijs als via activiteiten in de samenleving. Het richt zich op deskundigheidsbevordering van hogeschooldocenten, toekomstige professionals (studenten), professionals die werkzaam zijn in onder andere de hulpverlening, gemeenten, onderwijs en maatschappelijke organisaties en uiteraard de ouders zelf. Door onderzoek, onderwijs en het ontwikkelen van interventies geeft het lectoraat antwoord op vragen zoals: Hoe beleven ouders ouderschap? Zijn er opvallende verschillen tussen moeders en vaders? Wat onderscheidt ouders die het ouderschap naar tevredenheid vervullen van ouders die het niet of moeilijk aankunnen? Hoe willen en kunnen ouders worden ondersteund in positief ouderschap? Hoe kunnen professionals toegerust worden met kennis en vaardigheden om op een professionele manier met ouders te werken?

Lector Passend Onderwijs/Inclusive Education

Annemieke Mol Lous

Binnen het lectoraat passend onderwijs/ Inclusive Education wordt practice based evidence ontwikkeld en ontsloten om zo bij te kunnen dragen aan goed passend onderwijs op scholen en leraren beter voor te kunnen bereiden op de praktijk van passend onderwijs.

Op basis van onderzoeken met en in het werkveld wordt onderzocht welke kennis, organisatievormen en vooral leerkrachtvaardigheden bijdragen aan een positief klimaat in de klas en school waarbinnen elk kind tot zijn/ haar recht kan komen. Zo wordt er o.a. onderzoek gedaan naar succesfactoren van onderwijs aan (hoog) begaafde leerlingen, ervaringen van leerkrachten /scholen om succesvol passend onderwijs te bieden en het inzetten van positieve gedragsprogrammas zoals het oplossingsgericht werken op scholen. Deze onderzoeken worden gedeeld in publicaties, presentaties en conferenties. Het onderzoek wordt veelal uitgevoerd binnen de kenniskring van het lectoraat waar docenten van de hogeschool, leraren en andere betrokkenen uit het werkveld in participeren. Het lectoraat is goed ingebed in het werkveld in de regio. Zo wordt er intensief samengewerkt met diverse schoolbesturen, de samenwerkingsverbanden (voor primair

26

Hogeschool Leiden

en secundair onderwijs), de AED (Ambulante Educatieve Dienst) en ouderverenigingen. In oktober 2012 is een eerste gemeenschappelijke conferentie georganiseerd over onderwijs aan (hoog) begaafde leerlingen waar ouders, leerlingen en leraren met elkaar en met andere experts in gesprek konden om ervaringen uit te wisselen. De Universiteit Leiden is ook betrokken bij het onderzoek naar hoogbegaafde leerlingen in het onderwijs en een eerste gezamenlijk onderzoek is gestart en zal in maart 2013 voor het eerst worden gepresenteerd.

In 2012 is ook de nationale rol van het lectoraat verder uitgebreid en zijn er diverse gesprekken geweest met betrokkenen van OCW over passend opleiden van aanstaande leraren, inzet van ouders als experts en aandacht voor excellentie binnen de lerarenopleiding.

De vanuit het lectoraat ontwikkelde minor passend onderwijs/ Inclusive Education werd door studenten van opleidingen binnen en buiten de hogeschool gevolgd. Ook hierbij wordt intensief samen gewerkt met de diverse stakeholders. Ook de internationale activiteiten en onderzoeken hebben zich verder ontwikkeld afgelopen jaar. Zo schreef lector Annemieke Mol Lous in opdracht van Oxfam Novib/ Education International/ Comic relief, samen met een collega uit Mali een onderzoeksplan om een grootschalig onderwijsinnovatie traject voor het beter opleiden van leraren in Mali. Voor USAID schreef zij een onderzoekrapport en aanbevelingen voor het ministerie van onderwijs in Mali over succesvol inclusief onderwijs op Ciwaraschool in Kati, Mali waarmee een intensieve samenwerking bestaat. Het daar ontwikkelde model voor inclusief onderwijs werd dit jaar ook prominent gepresenteerd bij grote internationale conferenties. Annemieke Mol Lous is verder actief in diverse besturen en editorial boards van (inter)nationale organisaties zoals ATEE, ENSEC en VELON.

Lector Natuur en Ontwikkeling Kind

Dieuwke Hovinga

Binnen de Embodied cognition theorie wordt gewezen op het belang van ervaringen waarin tegelijkertijd verschillende ontwikkelingsgebieden worden gestimuleerd, waardoor deze elkaar (ook in andere situaties) kunnen versterken. Een natuurrijke omgeving biedt kinderen tegelijkertijd fysieke, zintuigelijke, gevoelsmatige en rationele ervaringen.

Het lectoraat richt zich op betekenis en belang van de natuur als speelleeromgeving voor kinderen en hiermee het inzicht te geven aan professionals van de waarde van natuur in hun werk met kinderen. Met voorbeelden van natuurrijke speelleeromgevingen in onderwijs, kinderopvang en zorg wil het lectoraat zichtbaar maken hoe een natuurrijke omgeving kan worden gentegreerd in de dagelijkse praktijk.

In opdracht van het Productschap Tuinbouw en in samenwerking met het VUMC, afdeling Sociale Geneeskunde, voert het lectoraat een onderzoek uit naar de betekenis van groene schoolpleinen als het gaat om het beweeg- en speelgedrag van kinderen, ervaringen van welbevinden en de rol die een groen speelplein in het onderwijsleerproces vervult. Veldwerk Nederland ontwikkelt voor de gemeente Apeldoorn een groene zomerschool. Voor deze zomerschool ontwerpt het lectoraat, in samenwerking met pabo-docenten en het Freudenthal Instituut, natuurrijke buitenactiviteiten ter ondersteuning van het leerproces binnen een van de domeinen rekenen & wiskunde. Het lectoraat is op basis van samenwerking met Stichting Veldwerk Nederland tot stand gebracht. Door de samenwerking is een combinatie gemaakt tussen de onderwijs- en de natuureducatieve praktijk waarin onderzoek naar het effect van natuur op het formele en informele leren van kinderen en de waarde daarvan op de ontwikkeling van het kind plaatsvindt.

Jaarverslag 2012

27

Life Sciences
Life Sciences is een regionaal aandachtsgebied met een landelijk erkende uitstraling. Van oudsher hebben verschillende opleidingen een sterke verbinding met de bedrijven in het Bio Science Park Leiden, het middelbaar laboratoriumonderwijs wat ook wordt verzorgd vanuit Hogeschool en Universiteit Leiden. Gekozen is voor het lectoraat Life Science met lectoren op het gebied van Innovatieve Moleculaire Diagnostiek en Biodiversiteit. Samenwerking in het lectoraat vindt plaats met de Universiteit Leiden, Naturalis, het Nederlands Centrum voor Biodiversiteit (NCB), LUMC, en een groot aantal bedrijven op het grootste Bio Science Park van Nederland.

Op basis van het bewezen track record op het gebied van life sciences ontwikkelt Hogeschool Leiden een Centre of Expertise Genomics. Hierbij wordt aangesloten bij de ontwikkelingen zoals geschetst in Horizon 2020 en het topsectorenbeleid van het ministerie van EL&I ten aanzien van Life Science & Health en bio-based economy. Het onderzoek binnen het TOPlab past in het aangaan van de grote maatschappelijke uitdagingen waar we binnen Europa voor staan. Door de staatssecretaris van OCW is subsidie in het kader van de prestatieafspraken ter verschikking gesteld voor de opbouw en ontwikkeling van het centre of expertise.

Lector Innovatieve Moleculaire Diagnostiek

Willem van Leeuwen

Het lectoraat streeft ernaar om in samenwerking met bedrijven op het Leiden BioSciencepark onderzoek te faciliteren op het gebied van Life Science. Het Toplab biedt daarvoor de geschikte ruimte. Op dit laboratorium werken docenten, de zgn kenniskringleden en studenten gezamenlijk aan de opdrachten (contractactiviteiten) van deze bedrijven. Het onderzoek op het Toplab is gebaseerd op moleculaire amplificatie technieken, waarbij erfelijk materiaal van micro-organismen kwantitatief kunnen worden aangetoond. Bovendien beschikt het laboratorium over een Ramanspectroscoop waarmee moleculen in de vorm van levende cellen in zeer korte tijd reproduceerbaar en met hoog discriminerend vermogen, worden aangetoond.

Sinds het voorjaar van 2012 wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een nieuwe generatie massa spectroscopisch platform, waarmee n enkele cel in een mengpopulatie kan worden geidentificeerd.

HAL Allergy heeft ons gevraagd om m.b.v. Ramanspectroscopie de diverse fasen van een productie proces voor de bereiding van een anti-allergicum te monitoren.

De firma Koppert, wereldwijde koploper op het gebied van natuurlijke gewasbescherming en gewasbestuiving is een bedrijf waarmee we al jarenlang een onderzoeksband hebben. Het Toplab ontwikkelt voor hun diverse diagnostische testen voor het monitoren van hun producten bij de klant (glastuinbouw). Hierbij wordt gebruik gemaakt van moleculaire amplificatie technieken. Het validatie proces hiervan is nu in een finale fase. Tevens wordt het productieproces van een hun gewasbeschermingsproducten om kwaliteit gescreend. In samenwerking met Wageningen, Koppert en het lectoraat IMD is gestart met de ontwikkeling van grond met een hoge biodiversiteit, het Natu-growth project. Het Toplab monitort de biodiversiteit van de grond met moleculaire technieken, waarbij zowel alle in de grond aanwezige bacterie- en schimmelsoorten simultaan kunnen worden gemeten.

In de tweede fase van het SOS project wordt aandacht besteed aan de analyse van de antibioticumgevoeligheid van de bacterin die in fase 1 zijn verzameld en geanalyseerd. Het doel van dit onderdeel is het kwantitatief meten van de gevoeligheid van bacterin voor de bij de behandeling van sepsis gebruikte antibiotica. Deze analyse moet beperkt van duur zijn, het liefst 4-6 uur na identificatie. De conventionele kweekdiagnostiek neemt 2 tot 3 dagen in beslag. De resultaten die worden verkregen mbv Ramanspectroscopie worden vergeleken met de conventionele techniek. Belangrijke targets zijn:

28

Hogeschool Leiden

analyse van het antimicrobieel spectrum mbv Ramanspectroscopie, een klinische pilotstudie in het ErasmusMC Rotterdam, de oplevering van een gebruiksvriendelijke diagnostisch platform, publicaties in wetenschappelijke tijdschriften.

In samenwerking met Gimaris, een advies- en onderzoeksbureau voor mariene vraagstukken, wordt een kwaliteitskeurmerk aan de Zeeuwse Mossel gegeven. Dit onderzoek is een opdracht van het Produktschap Vis. Naast dit project is er een langlopend onderzoek, promotiestudie, naar de herkomst invasieve exoten. Deze exoten kunnen een significante economische schade aan onze wateren brengen en vooral voor de schelpdier- of vissector kan dit rampzalige gevolgen hebben. Door de herkomst en de transmissieroutes in kaart te brengen, kan de oorzaak van migratie worden achterhaald en er preventieve maatregelen worden genomen. Tenslotte wordt in het Toplab in opdracht van Gimaris, schelpdieren onderzocht op de aanwezigheid van virale voedselpathogenen voor de mens. Deze schelpdieren worden door diverse schelpdiertelers, - handelaars, en transporteurs ter controle naar het Toplab gebracht.

Medio 2012 is het lectoraat betrokken geraakt bij de ontwikkeling van een zgn next-generation MALDI-TOF. Het bedrijf Biosparq, ondergebracht in het Biopartner gebouw, bouwt een massa spectrometer, die n enkele cel kan meten en er een analyse (identificatie) op kan uitvoeren. Dit is een revolutionaire ontwikkeling. Het Toplab heeft van dit bedrijf de opdracht gekregen om alle mogelijke toepassingen op microbiologisch gebied uit te voeren. Het consortium genaamd ASTRIUM, automated biomonitoring of air and water quality in human spacecraft, heeft het lectoraat benaderd om een risico inventarisatie te maken van het voorkomen en verspreiden van infectieziekten tijdens lange bemande (Mars) ruimtevluchten. Hierbij hebben we de vrijheid om een advies voor automatisch biomonitoring te ontwikkelen. Hiervoor zijn er afspraken met Biosparq gemaakt. Het project is via de ESA als EU-project ingediend.

Lector Biodiversiteit

Barbara Gravendeel

Het lectoraat is in samenwerking met NCB Naturalis opgezet. Het doel van het lectoraat Biodiversiteit is het verrichten van onderzoek samen met docenten en studenten en het ontwikkelen van een nieuwe keuzeminor Applied Genomics. Studenten voeren toegepast onderzoek uit voor opdrachtgevers uit het Nederlandse bedrijfsleven met gebruik van de expertise over mondiale biodiversiteit die in NCB Naturalis aanwezig is. De nadruk ligt op genoom analyses. Met behulp van museumcollecties wordt kennis opgedaan over eigenschappen van de meer dan tien miljoen soorten planten, dieren en schimmels. Deze kennis kan gericht gebruikt worden ter ontwikkeling van medicijnen en andere commercieel interessante producten zoals snijbloemen die langer vers blijven, plaagbestrijding en het voorkomen van type II diabetes en obesitas. Voor het ontwikkelen van DNA barcoding markers om in beslag genomen materiaal van illegaal verhandelde planten- en diersoorten mee op te naam te brengen wordt nauw samengewerkt met NCB Naturalis, Hortus Botanicus en Instituut Biologie Leiden, het Douanelab, de Plantenziektekundige dienst en de Universiteit van Wageningen.

Jaarverslag 2012

29

GEZONDHEIDSZORG
De aandacht voor het profileringsthema Gezondheidszorg heeft een lange traditie binnen de hogeschool en heeft een sterke regionale binding. Hogeschool Leiden werkt intensief samen met zorginstellingen als LUMC, het Diaconessenhuis, het Rijnlands Revalidatiecentrum, Bouman GGZ, etc. Tevens participeert de hogeschool samen met de ROC Leiden en ROC ID College en het LUMC in de ZorgAcademie Leiden, soms afgekort tot ZAL. Binnen het profileringsgebied Gezondheidszorg werken we aan het thema Eigen Regie met lectoren op het gebied van fysiotherapie, chronisch zieken, antroposofische gezondheidszorg en GGZ.

Lector Eigen Regie John Verhoef


In 2012 is gekozen voor een verschuiving van focus op doelgroep, mensen met chronische ziekten, naar focus op het specifieke thema eigen regie versterken dat zeer actueel, toekomstbestendig en relevant is voor alle beroepsgroepen waar voor wordt opgeleid. Binnen de zorg voor mensen met chronische ziekten zijn eigen regie en zelfmanagement cruciale aspecten. Het doel van toepassingsgericht onderzoek binnen dit thema is de zorg voor deze groep mensen te optimaliseren. Primair door het stimuleren, ontwerpen, begeleiden, monitoren en evalueren van gentegreerde zorg, met de nadruk op ketenzorg. Het uitgangspunt hierbij is dat er geen organisatievorm bestaat die optimaal is voor alle doelgroepen. Er zijn diverse opties die zich onderscheiden door de mate van integratie. Samen met het werkveld inventariseert het lectoraat bestaande kennis over zorginnovaties als ketenzorg en ontwikkelt en verspreidt nieuwe kennis. Onderzoeksprojecten worden samen metzorgprofessionals en studenten en docenten van Hogeschool Leiden (Opleiding tot Fysiotherapeut, Opleiding tot Verpleegkundige, Kunstzinnige Therapie, master Advanced Nurse Practioner) uitgevoerd. Verder wordt een onderzoekslijn met betrekking tot het ontwikkelen van tools voor zelfmanagement ondersteuning door fysiotherapeuten van mensen met chronische ziekten.

Lector Antroposofische Gezondheidszorg

Erik Baars

Het lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg focust zich in haar tweede projectperiode (2011 2014) met name op: de (verdere) ontwikkeling van professionele, transparante zorgprogrammas, waarin de eigenheid van de antroposofische gezondheidszorg gewaarborgd blijft; het monitoren van kwaliteit en (kosten)effecten; het op basis hiervan produceren van hoogwaardige kennis over de antroposofische gezondheidszorg; en de transfer van deze kennis.

In 2012 heeft het lectoraat Antroposofische Gezondheidszorg (AG) aan meer dan 20 projecten gewerkt, veel publicaties en presentaties verzorgd en haar jaarlijkse symposium gehouden. In het RAAK-subsidie project In Verbinding zijn zes zorgprogrammas, en een manier om de uitvoering hiervan te monitoren, ontwikkeld in samenwerking met antroposofische zorgverleners. Het gaat om de aanpak in de eerste lijn van depressie, hechtingsstoornissen, hooikoorts, kanker, stressgerelateerde klachten en schouderklachten. Eind 2012 zijn de eerste resultaten van (kosten)effecten, klantervaringen en verbeterpunten van de zorgprogrammas gepresenteerd. Ook is een ZonMW project gestart dat zich richt op verbetering van de specifieke organisatie rondom diagnosegebonden zorg (zorgprogrammas) bij vier gezondheidscentra waar reguliere zorg, aangevuld met antroposofische gezondheidszorg, wordt geboden. Het actieonderzoek wordt begeleid door twee lectoraten (Mens en Organisatie (Stenden Hogeschool), en Antroposofische Gezondheidszorg (Hogeschool Leiden)) en een instituut voor mens en organisatieontwikkeling (IMO, Zeist).

Andere hoogtepunten in 2012 waren de start van drie nieuwe promotietrajecten; het uitvoeren van een actieonderzoek om de samenwerking tussen de opleiding Kunstzinnige Therapie en het lectoraat te optimaliseren; de start van kwalitatief onderzoek naar klantervaringen met AG; het opzetten en uitgeven van een online International Research Newsletter on Anthroposophic Medicine; en het verkrijgen van de Excellence in Integrative Medicine Research Award uitgereikt door de European Society of Integrative Medicine. Het lectoraat bestaat sinds 2007 en heeft momenteel 14 medewerkers.

30

Hogeschool Leiden

Lector Geestelijke Gezondheidszorg

Jaap van der Stel

Het lectoraat Geestelijke Gezondheidszorg (GGz) bestaat uit de lector, dr. Jaap van der Stel, en een kenniskring. De kenniskring is samengesteld uit een twintigtal personen: docenten, praktijkwerkers, ervaringsdeskundigen en studenten. Binnen het lectoraat stond in 2012 het thema Herstel centraal. Onderzoek richt zich op herstel en herstelondersteuning bij mensen met (ernstige) psychische moeilijkheden en stoornissen. Er werden twee zeer goed bezochte en positief ontvangen symposia georganiseerd en in onderzoek van studenten werd veel kennis vergaard over het proces van herstel. De herstelverhalen worden verwerkt in een publicatie. Als vervolg hierop vindt een verdieping plaats van het thema herstel door te focussen op zelfregulatie, als belangrijk kenmerken van de diverse vormen van herstel. Dit sluit aan bij de maatschappelijke trend dat mensen geacht worden zoveel als mogelijk samen met hun naasten eerst zelf proberen hun problemen op te lossen. En als dat niet lukt ook zelf de regie gaan nemen over de zorgverlening. Om deze processen te ondersteunen hebben GGz-werkers andere of nieuwe competenties nodig en het heeft ook gevolgen voor hun beroepsidentiteit. Zelfregulatie wordt opgevat als je zelf reguleren opdat persoonlijke en maatschappelijke doelen bereikt kunnen worden. Het gaat om het zelf benvloeden van cognities, emoties, motivaties en het gedrag taken waar mensen met een psychische aandoening in meer of mindere mate problemen mee hebben. Er wordt samen met studenten en instellingen allereerst gewerkt aan een instrument om het niveau van zelfregulatie te kunnen beoordelen (rekening houdend met de levensloop, kenmerken clint en sociale omgeving). In het verlengde daarvan wordt nagegaan welke mogelijkheden er zijn om de zelfregulatie van mensen met psychische problemen te bevorderen of wanneer dit (nog) niet of niet meer mogelijk is te compenseren en wat de voor hbo-opgeleide werkers in de GGz vereiste competenties zijn. De hbo-opleidingen voor de GGz (met name Opleiding tot Verpleegkundige en Sociaal Pedagogische Hulpverlening) zijn nog goeddeels gescheiden. In de praktijk is er vaak behoefte aan werkers die zowel van de sociaal-psychische (welzijn) als de somatische (zorg) aspecten verstand hebben en op dat vlak competenties bezitten n liefst een BIG-registratie hebben. Deze behoefte wordt sterker gezien de vele transities die thans in de GGz gaande zijn. In Leiden is het streven erop gericht opleidingen niet alleen beter met elkaar te laten samenwerken maar ook een HBO-GGz tot stand te brengen. Het is een proces van jaren, maar enkele grote GGz-instellingen hebben reeds hun steun betuigd. In de tussentijd vinden innovaties plaats in de bestaande opleidingen.

Jaarverslag 2012

31

OVERIGE LECTORATEN
Naast de profileringsgebieden sluit de hogeschool als kennispartner in Leiden en omgeving aan bij initiatieven passend bij verschillende opleidingen en wordt genvesteerd in praktijkonderzoek in het kader van kwaliteit van onderwijs en onderzoek onder leiding van lectoren.

Lector Talentontwikkeling Paul Kop


Het lectoraat Talentmanagement richt zich op onderzoek naar en onderwijs over het vinden, ontwikkelen en behouden van talenten. De leidende vragen hierbij zijn, in welke omgevingen komt talent het beste tot zijn recht en hoe haal je het beste uit jezelf en uit anderen. Binnen het lectoraat concentreert het onderzoek zich op een drietal projecten: Studierendement hbo-instellingen, Personeelsverloop onder hboers (ondermeer in de Zorgsector) en Onderzoek naar opsporen en behoud van hbo-talenten in het regionale bedrijfsleven. In opdracht van het College van Bestuur van de hogeschool wordt onderzoek gedaan naar de redenen van vertrek van studenten, naar manieren om hen te behouden en naar mogelijkheden om hen te laten excelleren. Dit onderzoek leidt tot verbetering van intakeprocedures en van studieloopbaanbegeleiding. Voor de opleidingen Toegepaste Psychologie, Sociaal Pedagogische Hulpverlening en Maatschappelijk Werk en Dienstverlening is het programma Kies Bewust opgezet. Doel van dit programma is de aankomend student te helpen en te adviseren bij het maken van de juiste studiekeuze. Aangezien er grote zorgen zijn omtrent de juiste aansluiting van hboafgestudeerden en het MKB is een onderzoek gestart naar het hbo-talent en MKB (aantrekken en behouden van jonge hboers). In dit kader wordt onderzoek gedaan naar het psychologisch contract, goede assessments en de relatie tussen ondernemers en hboers. Het onderzoek richt zich op het regionale bedrijfsleven in oost en west Nederland.

Lector Onderzoeksmethoden en technieken

Peter de Heus

De lector Onderzoeksmethoden en technieken is aangetrokken ten behoeve van deskundigheidsbevordering van docenten Toegepaste Psychologie en richt zich vooral op de verbetering van onderzoeksgerelateerd onderwijs. De lector houdt zich bezig met de uitbreiding en herstructurering van het statistiekonderwijs en de verbetering van de kwaliteit van onderzoeksgerichte scripties en afstudeerwerkstukken. Daarnaast heeft hij de leiding over de pre-university minor, waarin geselecteerde studenten voorbereid worden op een master psychologie bij Universiteit Leiden.

Lector Virtuality Driven Learning

Hans Stavleu

Het lectoraat Virtuality Driven Learning richt zich op het leren van samenwerkend leren met behulp van ICT met daarbij die actoren en factoren die van belang zijn voor het doorgronden en inzetten van de virtuele interacties. Het lectoraat doorgrondt samen met betrokkenen de essenties van leren met simulaties, social media, communities, gamification en virtuele werelden en draagt bij aan het thema duurzaam leren binnen Hogeschool Leiden en TNO. Het lectoraat wordt voor n dag in de week grotendeels bekostigd door TNO. Het lectoraat beoogt manieren, instrumenten, experimenten en bewijslast te creren, uit te voeren en te delen om de hogeschool en haar stakeholders een eigentijds en duurzaam perspectief te bieden. Zowel voor studenten, docenten, management, bestuurders, alumni en externe partijen.

Het lectoraat doet praktisch onderzoek naar de mogelijkheden en effecten van Virtuality Driven Learning. In 2012 zijn twee praktijkgerichte onderzoeken gestart: het opzetten en ontwikkelen van een virtual community op basis van Google+ en het onderzoeken van de mogelijkheden van Gamification binnen het hoger onderwijs.

Het lectoraat is verbonden aan het honoursprogramma binnen Hogeschool Leiden, zodat de expertise van studenten en docenten die zijn verbonden aan dit talentenprogramma kunnen worden ingezet. Vanuit dit hogeschoolbrede programma waarin alle opleidingen zijn vertegenwoordigd kunnen experimenten worden uitgevoerd en positieve resultaten

32

Hogeschool Leiden

worden vertaald naar het reguliere onderwijs. Het unieke karakter van het lectoraat is gebaseerd op een kenniskring (onderzoeksgroep) die geheel bestaat uit honoursprogramma studenten. Hun manier van denken, hun creativiteit, hun motivatie, hun zelfregie, hun kijk op de toekomst en hun participatie is van essentieel belang om de benodigde stappen te maken in het creren van een digitale omgeving die nodig is.

Lector PR en Social Media

Piet Hein Coebergh

In 2012 is een nieuwe lector PR en Social Media, Piet Hein Coebergh gestart. Met het lectoraat wordt invulling gegeven aan de ambitie om met de opleiding Communicatie toonaangevend te zijn op dit terrein en maximaal aan te sluiten op de nieuwe behoeften van het beroepenveld. De lector gaat vooral lesmateriaal ontwikkelen waarmee studenten nog beter een antwoord kunnen geven op de uitdagingen die digitalisering en socialisering van informatie brengen.

Met dekenniskring Professionaliteit en Arbeidsproductiviteitwerkt de lector aan het identificeren, bundelen, valoriseren en verrijken van kennis waar het beroepenveld vandaag en morgen behoefte aan heeft en waar docenten en studenten van Hogeschool Leiden meerwaarde in kunnen bieden. De kenniskring is in voorjaar 2012 van start gegaan.

In 2012 heeft de kenniskring een organisatiestructuur ontwikkeld die aansluit bij met name de stages en onderzoeksopdrachten van studenten binnen de bestaande onderwijsprogrammas. Leidraad hierbij is een modellenboek dat studenten informatie en houvast verschaft bij het opzetten van onderzoek. In september 2012 konden studenten gebruik maken van een eerste digitale versie. In 2013 komen de eerste resultaten beschikbaar. In het modellenboek zijn de IDD-competenties (Internationalisering, Diversiteit en Duurzaamheid) gentegreerd. Het boek is tot stand gekomen in samenwerking met Bureau Trompenaars.

Daarnaast is een aanzet gegeven voor verdere professionalisering van docenten binnen het cluster, met name gericht op het begeleiden van onderzoek. Begin 2013 wordt gestart met een pilot-traject voor de docenten van de opleiding Communicatie.

Jaarverslag 2012

33

Uitstekende campus voor leren en werken


Om kwalitatief goed onderwijs en toegepast onderzoek te verzorgen is er een goede en veilige leer- en werkomgeving nodig. Daarbij hoort een efficinte dienstverlening aan de student, docent, medewerker en onderwijsorganisatie.

Rechtsbescherming
Bij het Loket Rechtsbescherming kunnen studenten terecht die bezwaar willen maken tegen een beslissing van het College van Bestuur of tegen een besluit van een examencommissie. Tevens kan een student hier terecht voor het indienen van een klacht over een werkwijze binnen de hogeschool.

In 2012 zijn er 114 brieven binnengekomen bij het Loket Rechtsbescherming. Hiervan zijn 64 brieven doorgestuurd naar het College van Beroep voor Examens, 29 brieven zijn in behandeling genomen door de geschillenadviescommissie en 10 brieven zijn ter afhandeling doorgestuurd naar het College van Bestuur. De overige brieven zijn ter beantwoording doorgestuurd naar verschillende functionarissen binnen de organisatie.

Programma roosteren
Het afgelopen jaar zijn er verschillende projecten gestart die bijdragen aan de duurzame verbetering van het rooster. In 2012 is er gewerkt aan een nieuwe hogeschoolbrede onderwijsvisie. De onderwijsvisie is bedoeld om inspiratie en richting te geven aan hoe we ons onderwijs ontwikkelen. Daarnaast vormt het de basis voor de manier waarop curricula worden opgebouwd en hoe het onderwijs georganiseerd moet worden. Daaruit volgt hoe er binnen de hogeschool wordt geroosterd. Een ander project was de ontwikkeling van een nieuw taaktoebedelingsintrument. Hiermee kan de inzet van onderwijsgevend personeel eenduidiger georganiseerd en gefaciliteerd worden. Er is onder andere een ICT-tool ontwikkeld om taaktoewijzing te vergemakkelijken. Daarnaast worden er stappen gezet om te komen tot meer eenduidigheid in de beschrijving van onderwijstaken. Ook op andere onderdelen van het roosterproces wordt gezorgd voor meer eenduidigheid in terminologie en manier van organiseren. Zo kan met respect voor de verschillen tussen opleidingen de afstemming en communicatie rondom het roosterproces verbeterd worden. Tevens is er een nieuwe roosterapplicatie gelanceerd. Met deze applicatie hebben studenten en docenten toegang tot zijn of haar persoonlijke rooster en kan de applicatie gemakkelijk gekoppeld worden aan een digitaal agendasysteem.

Informatiemanagement
2012 stond voor informatiemanagement in het teken van professionalisering. Dit omvat zowel de governance van de hogeschool als ook een architectuurgedreven inrichting van de informatiehuishouding en een aantal grote en kleine projecten boven water die sturen op betere ondersteuning van de gebruikers en op een meer bewuste en gestructureerde omgang met informatie en applicaties. Op het gebied van governance is de besluitvorming over projecten en activiteiten samen met gebruikers en ICT verbeterd: informatieadviseurs en strategy board zijn direct betrokken bij het verzamelen van gebruikerswensen en het prioriteren van projecten in een gezamenlijk portfolio. Daarbij dienen instellingsplan en onderwijsvisie steeds bewuster als uitgangspunt.

Diverse activiteiten op het gebied van architectuur (roosteren, cloud) hebben geleid tot meer zicht op afhankelijkheden tussen processen, informatie, applicaties en infrastructuur. Impactanalyses en besluitvorming worden daarmee op een hoger niveau getild.

34

Hogeschool Leiden

Ten slotte zijn een aantal grote en kleine projecten uitgevoerd of opgestart, waaronder de upgrade van Blackboard, de aansluiting bij de HBO-kennisbank, het faciliteren van weblecturing en de vervanging van de mailomgeving.

Uiteraard is informatiemanagement er daarmee nog niet. Veel nieuwe projecten voor state of the art onderwijs en onderzoek en voor een verbeterde informatiehuishouding staan voor 2013 op het programma, waaronder het breder uitrollen van weblecturing, een information framework dat eenduidig en betrouwbaar hergebruik van gegevens gaat borgen en een de inrichting van een intranet voor HL. Het architectuurdenken vraagt ook in 2013 om een actieve verspreiding zodat Hogeschool Leiden er volop van kan profiteren. En ook onze governance moet verder worden uitgebouwd en genternaliseerd. Aan beide besteden we ook in 2013 bewust aandacht en energie.

Ten behoeve van managementinformatie is in 2012 het Management Informatie Dashboard verder ontwikkeld. Het MID bevat veel data. De uitdaging is hoe men van al die data betekenisvolle informatie maakt. Het is een lerend systeem. De meerwaarde is dat er nu gegevens zijn waar men de diepte mee in kan en dat er meer actuelere gegevens zijn, ook in de rendementscijfers. Gebruikte definities zijn eenduidig. Hogeschool Leiden volgt de definities van de NVAO.

Om meer zicht te hebben op het aantal studenten dat op onze hogeschool instroomt zijn twee rekentools ontwikkeld. Met deze tools kunnen betere en tijdigere voorspellingen worden gedaan over toekomstige studentenaantallen en kan beter geanticipeerd worden op de benodigde onderwijsruimtes die ingeroosterd moeten worden. De eerste tool is in het voorjaar in gebruik genomen en vergelijkt gegevens uit Studielink met instroomtrends vanuit eerdere jaren. Met de tweede tool kunnen, op basis van instroomcijfers en verwachte doorstroompercentages, de studentenaantallen voor een aantal jaren vooruit worden berekend. Deze tool zal het komend studiejaar beschikbaar zijn voor alle opleidingen.

Digitale campus
In de zomer is er een nieuwe omgeving van Blackboard voor het onderwijs, ook wel de Elektronische Leeromgeving (ELO), ingericht. Het huidige Blackboard blijft bestaan en het onderwijs gedeelte komt in een nieuwe gepgrade versie van Blackboard te staan. Tevens is een nieuw mail- en agendasysteem in gebruik genomen.

Binnen de onderwijsclusters is veel belangstelling voor het opnemen en beschikbaar stellen van weblectures. In september 2012 is daarom begonnen met het opnemen van series colleges. Gezien de grote vraag en de toegevoegde onderwijskundige waarde, wordt de komende tijd onderzocht hoe het opnemen van weblectures binnen Hogeschool Leiden tot een structurele dienstverlening kan worden ingebouwd terwijl ook de didactische scenarios worden uitgewerkt. Statistieken van het gebruik van weblectures na periode 1 tonen aan dat er veelvuldig gebruik van wordt gemaakt door studenten. Ook docenten ervaren het gebruik als input voor verbetermogelijkheden in hun wijze van presenteren als een belangrijke meerwaarde.

Daarnaast is er een leernetwerk blended learning van docenten waar men zich verdiept in de brede mogelijkheden van blended learning Emergeproject. Hier wordt ook de relatie gelegd met de mogelijkheden voor Open Educational Resource.

Door SURF is vorig jaar aan Hogeschool Leiden het verzoek gedaan om deel te nemen aan de infrastructuur ten behoeve van kennisdeling, zoals deze de afgelopen jaren door hogescholen en SURF ontwikkeld is. Studenten, docenten en lectoren van Hogeschool Leiden produceren veel waardevolle kennisproducten. Tot nu toe is de meerderheid van deze kennisproducten alleen terug te vinden achter Blackboard, in het Mediacentrum of op de kamers van medewerkers. Wanneer Hogeschool

Jaarverslag 2012

35

Leiden deze artikelen, scripties en leermiddelen via Open Access beschikbaar stelt, opent dit mogelijkheden tot co-creatie met het MKB, het bedrijfsleven en andere onderwijsinstellingen. Deelname aan de HBO Kennisbank biedt Hogeschool Leiden de mogelijkheid om haar kennis te etaleren en te delen en daardoor te fungeren als kenniscentrum voor haar omgeving. De meerwaarde van de HBO-Kennisbank voor Hogeschool Leiden in het kader van visie en doelen uit het Instellingsplan en in het kader van het Informatieleidsplan zijn beschreven als ook de nadelen en de risicos ten aanzien van succesvolle deelname.

Mediacentrum
De studieruimte in het Mediacentrum is in 2012 vernieuwd. Dit biedt de mogelijkheid om in een uitnodigende omgeving groepsgewijs te werken aan bijvoorbeeld projectopdrachten. De nieuwe studieruimte is ingericht met flexibele plekken voor groepen van vier tot zes personen. Alle plekken zijn uitgerust met stroompunten om met je laptop rustig aan het werk te gaan. In afgeschermde werkplekken kunnen groepjes samen met n laptop via de aanwezige beeldschermen kennis met elkaar delen en samenwerken.

Facilitair Bedrijf
Ook in 2012 heeft Hogeschool Leiden diverse initiatieven ontplooid om de hogeschool verder te verduurzamen.

Met de Gedragscampagne Duurzaamheid, die in 2011 van start is gegaan, zijn studenten en medewerkers genformeerd over de mogelijkheden die zij zelf hebben om op het werk, maar ook daarbuiten, gedrag en werkprocessen verder te verduurzamen. In 2012 is de campagne afgesloten met een slot-enqute om te meten of de campagne de gewenste verduurzaming heeft gerealiseerd. Ruim 20% van de genquteerden is zich meer bewust geworden van de bijdrage die zij kunnen leveren aan duurzaamheid. In 2012 heeft de hogeschool een actiedag georganiseerd Band op Spanning. In totaal zijn 223 autos gecontroleerd op juiste bandenspanning. Door alle banden weer op juiste spanning te brengen is 788 liter brandstof bespaard. Dit levert een reductie aan CO2 uitstoot op van 2.878 kg. De hogeschool is voornemens deze actie elk jaar te organiseren.

Over 2008 is de klimaatvoetafdruk van Hogeschool Leiden voor het eerst berekend. De totale CO2-uitstoot bedroeg over dat jaar 3.800.000 kg CO2. In 2012 is over het jaar 2011 de klimaatvoetafdruk opnieuw berekend. Ondanks de uitbreiding van het gebouw met 12.500 m2 en de groei van studentenaantallen en het aantal medewerkers is de klimaatvoetafdruk gedaald naar 3.115.900 kg CO2. Deze daling is onder andere toe te schrijven aan het uitvoeren van diverse energiebesparende maatregelen, de inkoop van groene stroom en het verduurzamen van gedrag en werkprocessen binnen de organisatie.

Door het implementeren van energiezorg wordt het energieverbruik van HL regelmatig gemonitord. Zo is het mogelijk om afwijkend energieverbruik tijdig op te sporen en kunnen direct interventies worden gepleegd. Zo is het nachtelijk energieverbruik met 50% teruggebracht omdat onnodig energieverbruik door installaties, apparatuur en verlichting is bijgesteld.

Om de klimaatvoetafdruk verder te verlagen zal de focus in 2013 liggen op mobiliteit.

ICT
In 2012 is de ICT-infrastructuur van Hogeschool Leiden gemigreerd naar een nieuwe omgeving. Deze omvangrijke operatie was de afronding van het project DigiFun dat als doel had om een nieuw centraal digitaal fundament te realiseren waarmee de hogeschool toekomstige ontwikkelingen op een goede manier aan kan. De migratie heeft in stappen plaatsgevonden, zonder dat de student en medewerker daar last van had. Met de nieuwe omgeving zijn ook belangrijke stappen gezet t.a.v.

36

Hogeschool Leiden

duurzaamheid. Alle oude servers zijn vervangen door een kleiner aantal grote machines met meerdere virtuele servers en dus een veel hoger rendement. In de centrale computerruimte is de kritische apparatuur ondergebracht in een kleine afgesloten ruimte (koudestraat van 27graden), waardoor er slechts een klein gedeelte airconditioned moet worden. Bij de keuze voor apparatuur is bovendien gekeken naar apparatuur die minder gekoeld hoeft te worden. Dit alles levert een aanzienlijke besparing in energie op.

Inmiddels maakt de hogeschool gebruik van n Centrale Directory Service waar alle studenten, medewerkers en werkplekken bekend zijn. Deze directory service wordt direct gevuld vanuit de verschillende kernregistratiesystemen, waardoor wijzigingen sneller doorgevoerd kunnen worden, er minder administratieve last is en de kans op fouten verkleind wordt. Dankzij deze ontwikkeling werd het mogelijk om applicaties te ontsluiten die niet binnen de hogeschool zelf gefaciliteerd worden (de cloud). Voorbeelden hiervan zijn de nieuwe emailomgeving (Office 365) en de nieuwe ELO (Blackboard). Dit sluit aan bij ons streven naar duurzaamheid en past in de afspraken die met andere hogescholen en universiteiten gemaakt zijn. Daarnaast sluit Hogeschool Leiden aan bij landelijke initiatieven zoals SURFconext en de SURFpilot GreenQloud. Na de afronding van het project DigiFun start in 2013 een nieuw vierjarenplan waar Van vaste werkplek naar Use Your Own een belangrijk speerpunt zal zijn.

Inkoop overzicht aanbestedingen


Ter voorbereiding van de nieuwe aanbestedingswet 2013 en het Instellingsplan 2012-2016, is het inkoopaanbestedingsbeleid aangepast. In het eerste kwartaal van 2013 is dit gepubliceerd. In 2012 zijn er nieuwe Inkoopvoorwaarden opgesteld voor diensten, leveringen en aanvullende voorwaarden voor ICT. De voorwaarden zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel en gepubliceerd op de site van Hogeschool Leiden.

De inkooptool: digitale marktplaatsconcept voor inhuur ICT, is in een verbeterde versie in 2012 opnieuw nationaal gepubliceerd. Inkoop levert een bijdrage aan de doelstelling van de lerende organisatie van professionals en innovatie door onder andere samenwerking met andere hbo-instellingen en universiteiten. Een tweede marktplaats voor de inhuur van facilitair personeel boven schaal 8, is eind 2012 succesvol opgezet.

Resultaten inkoop 2012


Alle inkoop is webbased via Negometrix aanbesteed. De beschikbare SenterNovem-criteria voor duurzaamheid worden in alle aanbestedingen meegenomen. Afgeronde Europese aanbestedingen: Accountants diensten; Schoonmaakdiensten; Post (verricht door de Belastingdienst); Personeelsinformatiesysteem. Afgeronde nationale aanbestedingen: Leveranciersdatabase voor inhuur ICT personeel (marktplaatsconcept); Leveranciersdatabase voor inhuur Facilitair personeel (marktplaatsconcept). Afgeronde onderhandse aanbestedingen Regelkasten t.b.v. klimaatbehandeling gebouw (eenmalige opdracht); Tijdelijke huisvesting, huur van een casco gebouw (547m2) ; bouwkundig , elektra en werktuigbouw (eenmalige opdracht);

Jaarverslag 2012

37

Schilder werkzaamheden buitengevel bouwdeel B en F (eenmalige opdracht); Schilderwerk binnen (Raamovereenkomst); Bouw en verbouwwerkzaamheden (Raamovereenkomst); Bureauselectie en pitch (eenmalige opdracht voor een nieuwe campagne voor M&C); Herinrichting praktische informatie (eenmalige opdracht voor IM). Specifieke offerteaanvragen voor de ICT marktplaats: 12 aanvragen. De volgende Europese aanbestedingen zijn lopende of in voorbereiding: Uitzendkrachten (lopende, 4 percelen: pay-rolling, onderwijzend personeel, ondersteunend personeel, surveillanten); Catering, inclusief automaten; On-line community; Hardware; Drukwerk; Sanitaire middelen.

Marketing en Communicatie
Eind 2012 is een project gestart om op basis van het vernieuwde marketingconcept van Hogeschool Leiden een nieuwe huisstijl te ontwikkelen. Tevens is in 2012 genvesteerd op de inzet van social media bij het in verbinding brengen van studenten en opleidingen. Hiermee is met name facebook als instrument ingezet.

38

Hogeschool Leiden

Verslag Raad van Toezicht


De Raad van Toezicht heeft als taak integraal toezicht te houden op het beleid van het College van Bestuur en de algemene gang van zaken binnen de stichting en hogeschool en de continuteit van Hogeschool Leiden te waarborgen waarbij de statuten en governancecode leidend zijn. Het toezicht omvat onder andere de realisatie van de doelstellingen van de hogeschool, het kwaliteitsbeleid, de strategie en de risicos verbonden aan instellingsactiviteiten, de opzet en de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, de kwaliteit van de horizontale dialoog, de planning- en controlcyclus en de naleving van de wet- en regelgeving, waaronder de regels met betrekking tot de bekostiging. Op de website van Hogeschool Leiden staan de statuten en relevante reglementen gepubliceerd.

De Raad van Toezicht bestaat uit minimaal vijf en maximaal negen leden. De leden hebben een zittingstermijn van vier jaar en treden af volgens een rooster van aftreden. Leden zijn tweemaal herbenoembaar. De Raad is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, van het College van Bestuur en van andere belanghebbenden en belangen, onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. Geconstateerd is dat er geen tegenstrijdig belang is geweest bij de leden van de Raad ten aanzien van het belang van Hogeschool Leiden.

Samenstelling Raad van Toezicht per 31 december 2012


De Raad van Toezicht bestaat uit zeven leden: drs. S.J. van Driel (voorzitter), prof. dr. J.A. Bruijn (vice-voorzitter), mevrouw drs. I. Rutgers, mevrouw C. Langelaar, mevrouw mr. J.G.J.M. de Zwaan, drs. J.W.M. Zegveld, mr. F.A.M. van den Heuvel. De heer Van den Heuvel in september 2012 benoemd op voordracht van de Ondernemingsraad en Studentenraad. Vanwege de overname van Hogeschool Helicon heeft de Raad besloten een zevende lid te benoemen en heeft hiertoe mevrouw De Zwaan in september 2012 benoemd. In 2012 zijn de heer Van Driel en mevrouw Rutgers benoemd voor een tweede zittingstermijn. De heer dr. P.A.T. Tetteroo heeft afscheid genomen omdat zijn derde zittingstermijn afgelopen was. De Raad van Toezicht en College van Bestuur danken de heer Tetteroo voor zijn jarenlange inzet en toewijding voor Hogeschool Leiden.

COMMISSIES VAN DE RAAD VAN TOEZICHT


De Raad van Toezicht van Hogeschool Leiden werkt met drie commissies. In deze commissie worden onderwerpen inhoudelijk voor besproken, zodat de vergadering van de Raad van Toezicht efficinter kan verlopen. Elke commissie heeft haar eigen reglement op basis waarvan zij haar taak uitvoert.

Commissie Strategie en Beleid


De Commissie Strategie en Beleid heeft een voorbereidende taak met betrekking tot de strategie van Hogeschool Leiden die moet leiden tot het realiseren van de beleidsdoelstellingen, de randvoorwaarden die ten aanzien van de strategie worden gehanteerd en de kwaliteit van het onderwijs.

De Commissie bestond per 31 december 2012 uit drie leden: prof.dr. J.A. Bruijn (voorzitter), mevrouw C. Langelaar en mevrouw mr. J.G.J.M. de Zwaan. Dr. P.A.T. Tetteroo is tot september 2012 lid geweest van de Commissie Strategie en Beleid. Vanwege het verstrijken van zijn derde benoemingstermijn is mevrouw De Zwaan hem opgevolgd in de commissie.

Door de Commissie Strategie en Beleid is in 2012 vier keer vergaderd. Bij deze vergaderingen waren het College van Bestuur en de bestuurssecretaris aanwezig.

Jaarverslag 2012

39

In de Commissie Strategie en Beleid is het concept van het jaarverslag 2011 besproken. De Commissie heeft vervolgens positief geadviseerd aan de Raad van Toezicht over het jaarverslag. Een belangrijk onderwerp was de formulering van een nieuw instellingsplan voor de periode van 2012-2016 met bijbehorende doelstellingen. Er is uitgebreid stilgestaan bij de ambities van de hogeschool. Hierbij is tevens het voorstel voor prestatieafspraken met de minister van OCW behandeld. De Commissie heeft een positief advies uitgebracht aan de Raad van Toezicht, die vervolgens het instellingsplan heeft goedgekeurd.

De overname van Hogeschool Helicon is uitvoerig besproken. Het ging hier met name over de afweging tussen de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de hogeschool ten opzichte van de financieel onzekere toekomst van Helicon en over de toegevoegde waarde van de opleidingen van Helicon voor Hogeschool Leiden. Tevens is regelmatig de afsplitsing en overdracht van Pabo Thomas More aan de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs besproken.

In het licht van blijvende groei van studentenaantallen is in de Commissie uitgebreid stilgestaan bij de gevolgen hiervan voor de kwaliteit van het onderwijs. Onderwerpen als selectie aan de poort en numerus fixus zijn in dit kader besproken.

In het kader van kwaliteitszorg zijn de voorbereidingen op de instellingstoets besproken.

Auditcommissie
De Auditcommissie heeft een voorbereidende taak met betrekking tot de jaarrekening en de begroting, de interne risicobeheersings- en controlesystemen, het functioneren van de controller en de externe onafhankelijke accountant, de naleving van aanbevelingen van de controller en externe accountant, de financile informatieverschaffing, belangrijke investeringen.

De Auditcommissie bestond per 31 december 2012 uit drie leden: drs. J. Zegveld (voorzitter), mevrouw drs. I. Rutgers en mr. F. van den Heuvel. Tot september 2012 had dr. P.A.T. Tetteroo zitting in de Auditcommissie. De heer mr. F. van den Heuvel is per september toegetreden.

De Auditcommissie is in 2012 zes keer bijeen geweest. Hierbij waren het College van Bestuur, de controller en bestuurssecretaris aanwezig. Aan de hand van notulen brengt de Auditcommissie verslag uit aan de Raad van Toezicht op de eerstvolgende vergadering van de voltallige Raad.

Het accountantsverslag, de jaarrekening en het jaarverslag over 2011 is in mei in aanwezigheid van de accountant besproken. Geconstateerd werd dat Hogeschool Leiden 2011 naar tevredenheid heeft afgerond, dat er geen bijzonderheden te melden zijn met betrekking tot de controle van de bekostigingsgegevens en er in het jaarrekeningsproces vooruitgang is geboekt. De auditcommissie heeft aan de Raad van Toezicht een positief advies gegeven met betrekking tot de jaarstukken. De Raad heeft de jaarstukken vervolgens goedgekeurd. De Auditcommissie heeft Deloitte accountants bedankt voor haar werkzaamheden de afgelopen jaren. In 2012 stond de Europese aanbesteding van de accountant op de agenda. Namens de Raad heeft de Auditcommissie een nadrukkelijke rol gespeeld in het aanbestedingstraject en is PriceWaterhouseCoopers Accountants N.V. voorgedragen aan de Raad van Toezicht ter benoeming.

De laatst beschikbare financile managementrapportages zijn een terugkerend onderwerp op de agenda van de Auditcommissie. In het najaar van 2012 heeft de Auditcommissie uitgebreid aandacht besteed aan de meerjarenprognose, mede in het licht van de aanhoudende groei van het aantal studenten en de druk die dit legt op de financile exploitatie vanwege het T-2 effect. De begroting 2013 is in december 2012 besproken. Gelet op de aanhoudende studentengroei en de toereikende solvabiliteit heeft de Auditcommissie een positief advies uitgebracht aan de Raad van Toezicht om de begroting

40

Hogeschool Leiden

met een begroot verlies goed te keuren. De Raad van Toezicht heeft de begroting vervolgens goedgekeurd.

Een aantal agendapunten is elke vergadering van de Auditcommissie aan de orde geweest. Het betreft hier de voortgang met betrekking tot de afsplitsing en overdracht van Pabo Thomas More aan de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO), de overname van Hogeschool Helicon, de afstemming met ING inzake een eerder afgesloten financieringsconstructie ten behoeve van de nieuwbouw.

Verder heeft risicomanagement eveneens op de agenda gestaan, alsook huisvesting en het treasuryplan.

Renumeratiecommissie
De Renumeratiecommissie heeft als doel het adviseren van de Raad van Toezicht in haar functie als toezichthoudend orgaan, met als specifieke aandachtspunten: de benoeming, voorstel ten aanzien van de bezoldiging en (on)kostenvergoedingen, schorsing en ontslag van de leden van de Raad van Toezicht en van het College van Bestuur. De Renumeratiecommissie vervult de rol van werkgever richting de beide leden van het College van Bestuur. De Renumeratiecommissie is verantwoordelijk voor de voorbereiding van het bezoldigings- en arbeidsvoorwaardenbeleid van het College van Bestuur. De Raad van Toezicht stelt dit beleid vast. De branchecode Uitwerking bezoldiging bestuurders hogescholen en de brief van de minister van OCW inzake bezoldiging bestuurders in het onderwijs zijn uitgangspunt voor het beleid.

De commissie bestond per 31 december 2012 uit twee leden, benoemd door de Raad van Toezicht uit haar midden, te weten drs. S.J. van Driel (voorzitter) en prof.dr. J.A. Bruijn.

Het College van Bestuur van Hogeschool Leiden bestaat uit een voorzitter en een lid. De heer drs. E.P. van Maanen is in dienst sinds 1 oktober 2006 als voorzitter van het College van Bestuur. Per 1 oktober 2010 is hij opnieuw benoemd voor een periode tot 1 oktober 2016. Hij bekleedt twee betaalde nevenfuncties, te weten lid van de Raad van Toezicht van ROC Amsterdam en lid van de Raad van Toezicht van OSG Schoonoord.

Mevrouw A.M. Mur is lid van het College van Bestuur en in dienst sinds 1 november 2007. Per 1 november 2011 is zij opnieuw benoemd voor een periode tot 1 november 2015. Zij is lid van de Raad van Toezicht van Dunamare Onderwijsgroep.

De portefeuilleverdeling binnen het CvB is gebaseerd op de organisatiestructuur van Hogeschool Leiden. Dit betekent dat de voorzitter CvB de clusters Techniek, Educatie en Management & Bedrijf en de afdeling Onderwijsondersteuning onder zijn hoede heeft. Lid CvB heeft de clusters Zorg en Social Work & Toegepaste Psychologie in portefeuille alsmede vastgoed, HRM, Facilitair Bedrijf, Financien, ICT, Informatiemanagement en Internationalisering.

In 2012 heeft de Renumeratiecommissie met het College van Bestuur functioneringsgesprekken gevoerd. Er hebben drie gesprekken plaatsgevonden, te weten met de leden afzonderlijk en een gezamenlijk gesprek over het functioneren als College van Bestuur. Tevens zijn met het College van Bestuur prestatieafspraken gemaakt. De Remuneratiecommissie is ter voorbereiding op deze gesprekken eenmaal bijeen geweest. Daarnaast heeft de voltallige Raad van Toezicht een overleg gehad waarin de overige leden van de Raad van Toezicht input hebben gegeven voor het functioneringsgesprek met het College van Bestuur.

De arbeidsovereenkomst van de voorzitter CvB heeft een looptijd van zes jaar. Dit is twee jaar langer dan de in de branchecode gehanteerde norm van vier jaar. De Raad van Toezicht heeft hiertoe besloten om continuteit te geven aan een aantal langjarige projecten binnen de hogeschool en hiermee te borgen dat deze worden afgerond. De bezoldiging van het

Jaarverslag 2012

41

CvB is gespecificeerd in Model H in de Jaarrekening 2012 en voldoet aan de normering die voor 2012 van toepassing is. De Raad van Toezicht heeft ingestemd met de nevenfuncties van het CvB. Over de honoreringen, die de voorzitter en lid CvB ontvangen voor hun nevenfuncties, is besloten dat voor deze functies geldt dat deze ten gunste van de collegeleden zelf zijn en niet afgedragen hoeven worden aan Hogeschool Leiden.

De Renumeratiecommissie heeft een declaratiereglement voor het College van Bestuur opgesteld. Dit is in januari 2012 door de Raad van Toezicht vastgesteld.

In 2012 is de Renumeratiecommissie belast geweest met werving en selectie van twee nieuwe leden voor de Raad van Toezicht. Vervolgens zijn twee benoembare kandidaten voorgedragen aan de Raad van Toezicht voor benoeming. De Raad van Toezicht heeft de voordrachten overgenomen en de leden benoemd voor een periode van vier jaar.

Uitgangspunt voor de bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht is de Branchecode Governance. Er hebben in 2012 geen wijzigingen voorgedaan ten aanzien van het renumeratiebeleid ten aanzien van de Raad van Toezicht. De hoogte van de bezoldiging wordt in de Jaarrekening toegelicht onder Model H bezoldiging bestuurders en toezichthouders.

BIJEENKOMSTEN VAN DE RAAD VAN TOEZICHT IN 2012


De Raad van Toezicht is in 2012 zes keer bijeen geweest, in het bijzijn van het College van Bestuur, controller en bestuurssecretaris. Daarnaast hadden de voorzitter Raad van Toezicht en College van Bestuur regelmatig bilateraal overleg, onder andere ter voorbereiding op de vergaderingen van de Raad van Toezicht.

De Raad van Toezicht heeft een nieuwe onafhankelijke accountant, PricewaterhouseCoopers, benoemd conform de uitkomst van de Europese aanbesteding. Er heeft besluitvorming plaatsgevonden over de samenstelling van de Raad van Toezicht. Tevens is besloten een evaluatie van het functioneren van de Raad van Toezicht te laten plaatsvinden door een externe partij.

De onderwerpen die besproken zijn in de Auditcommissie, de Commissie Strategie & Beleid en de Renumeratiecommissie zijn tevens aan de orde geweest in de Raad van Toezicht. De Raad heeft de jaarstukken 2011, het nieuwe instellingsplan 2012-2016 en de begroting 2013 goedgekeurd. Tevens heeft de Raad het declaratiereglement College van Bestuur en het treasurystatuut vastgesteld. Een steeds terugkerend thema in de vergaderingen was de ambitie uit het nieuwe instellingsplan, te weten groei in kwaliteit in plaats van kwantiteit en de factoren die daarop van invloed zijn.

Kwaliteitszorg is een regelmatig terugkerend thema op de agenda, waarbij verschillende aspecten van kwaliteit de revue passeren. In 2012 is de Raad van Toezicht betrokken geweest bij de instellingstoets en heeft de Raad in het voorjaar geparticipeerd in de proefaudit instellingstoets. In november en december vond de echte instellingsaudit plaats, waarbij de Raad een eigen rol had.

De Raad van Toezicht heeft een bezoek gebracht aan het lectoraat Moleculaire Diagnostiek en het Toplab en aan de bacheloropleiding Communicatie. Door het bezoeken van opleidingen krijgen de leden van de Raad van Toezicht een beeld van het doel van de opleiding en van de beroepsgroep waar de opleiding toe opleidt.

De Raad van Toezicht spreekt haar dank en waardering uit voor de enorme inzet en prestatie die het College van Bestuur en de medewerkers van Hogeschool Leiden in 2012 hebben geleverd.

42

Hogeschool Leiden

ROOSTER VAN AFTREDEN EN RELEVANTIE NEVENFUNCTIE LEDEN RAAD VAN TOEZICHT


NAAM Drs. S.J. van Driel Prof. dr. J.A. Bruijn Mw. C. Langelaar Mw. drs. I. Rutgers van Lingen Drs. J.W.M. Zegveld Dr. P.A.T. Tetteroo Mw. mr. J.G.J.M. de Zwaan Mr. F.A.M. van den Heuvel FUNCTIE Voorzitter Vicevoorzitter Lid Lid Lid Lid Lid Lid EERSTE BENOEMING 11-02-2009 13-06-2005 18-04-2005 08-09-2009 13-06-2005 14-04-2003 13-09-2012 13-09-2012 LOPENDE PERIODE TOT 11-02-2016 13-06-2013 18-04-2015 08-09-2016 20-02-2013 01-09-2012 13-09-2016 13-09-2016 BENOEMING Tweede termijn Derde termijn Derde termijn Tweede termijn Derde termijn Derde termijn Eerste termijn Eerste termijn

Drs. S.J. van Driel (1947) Voorzitter vanaf 11-02-2009. Tevens voorzitter Renumeratiecommissie. Relevante activiteiten: voorzitter bestuur Stichting MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) Nederland; lid Raad van Toezicht Gemeentemuseum Den Haag; voorzitter Regionaal Platform Arbeidsmarktbeleid Haaglanden; Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Pameijer; voorzitter Raad van Toezicht Coperatieve Media Pensioendiensten.

Prof. dr. J.A. Bruijn (1958) is hoogleraar immunopathologie in het Leids Universitair Medisch Centrum en voorzitter van de AWT. Vicevoorzitter, voorzitter van de commissie Strategie en Beleid, lid Renumeratiecommissie. Relevante nevenactiviteiten: lid Eerste Kamer der Staten-Generaal; voorzitter Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT); ambassadeur Platform Bta en Techniek; voorzitter Programmaraad Europees Platform; lid Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (OCW); voorzitter commissie Externe Validering Examenkwaliteit, HBO-Raad; voorzitter landelijke verkiezingsprogrammacommissie VVD; lid evaluatiecommissie Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid; lid curatorium prof. mr. B.M. Teldersstichting; lid Raad van Toezicht Rijnlands Revalidatiecentrum; lid curatorium leerstoel Dermatologie; lid Comit van Aanbeveling Medische Faculteit der Leidse Studenten; lid Cultural Exchange Forum, Van Bergen Fund; lid Comit van Aanbeveling Stichting Nederlandse Wereldwijde Studenten (NEWS); lid adviesraad Nuffic; adviserend lid partijraad VVD; lid kernredactie Liberaal Reveil.

Jaarverslag 2012

43

Mw. C. Langelaar (1948) Lid van de commissie Strategie en Beleid. Relevante activiteiten: geen

Mw. drs. I. Rutgers-van Lingen (1963) is zelfstandig gevestigd. Lid van de auditcommissie Financin. Relevante nevenactiviteiten: vicevoorzitter Raad van Toezicht Markenheem.

Dr. P.A.T. Tetteroo (1955) is zelfstandig gevestigd. Lid van de commissie Strategie en Beleid en van de Auditcommissie. Relevante nevenactiviteit: penningmeester Stichting Leiden Bio Science Park Foundation.

Drs. J.W.M. Zegveld (1949) Voorzitter van de auditcommissie Financin. Relevante activiteiten: Lid Raad van Commissarissen Volta Limburg BV Lid Raad van Commissarissen Energiewacht NV Lid Raad van Commissarissen Energiewacht Groep BV Lid Raad van Commissarissen GEAS BV Lid Raad van Commissarissen Kemkens BV

Mw. mr. J.G.J.M. de Zwaan (1963) bekleedt diverse bestuurs- en toezichtfuncties. Zij was voorheen advocaat gespecialiseerd in vastgoed en ruimtelijk ordeningsrecht. Lid van de commissie Strategie en Beleid. Relevante activiteiten: Bestuursadviseur CMS Derks.Star Busmann Lid bestuur Stichting Administratiekantoor Aandelen Triodosbank Lid Stichting Scheidsgerecht Gezondheidszorg lid Commissie Governance van de Stichting Scheidsgerecht Gezondheidszorg lid bestuur Stichting de Zeister Vrije School lid bestuur IONA Stichting, Fonds voor Kunst en Cultuur lid Raad van Toezicht Raphal Stichting Raad van Toezicht Stichting Vilans

Mr. F.A.M. van den Heuvel (1965) is directeur Public Affairs bij TNO. Lid van de auditcommissie Financin. Relevante nevenactiviteiten: vice-voorzitter Raad van Commissarissen ZLM Verzekeringen, voorzitter Auditcommissie Lid Dagelijks Bestuur/ secretaris Atlantische Commissie en Stg. Strategische Studies Lid Selection Committee German Marshall Fund Nederland Voorzitter Adviesgroep OPERA (OnderzoeksProgramma Eindberging Radioactief Afval) Lid bestuur Socires

44

Hogeschool Leiden

Voorzitter Nederlandse oudervereniging Katholiek Onderwijs (NKO) Voorzitter Juridische en Rechtskundige Afdeling van het Thijmgenootschap

Jaarverslag 2012

45

Interne organisatie
Besturingsfilosofie
Het besturingsmodel zorgt ervoor dat de primaire processen van de hogeschool ook primair in de besturing staan. Bestuurlijk gezien zijn er twee hoofdrolspelers: het College van Bestuur en de clusterdirecteuren. Het College van Bestuur bestuurt de hogeschool en zorgt ervoor dat de clusterdirecteuren zijn toegerust om hun werk te doen, dat wil zeggen het managen van de primaire processen. De clusterdirecteuren zijn de trekkers van de hogeschool, zowel in de dagelijkse operatie als in het meer toekomstgericht realiseren van de kernambities. Het College van Bestuur wordt daarnaast ondersteund door de directeur Beleids- en Onderwijsondersteuning en Strategisch Advies. De directeur is verantwoordelijk voor beleidsterreinen als onderwijsontwikkeling, onderwijslogistiek, organisatieontwikkeling, juridische zaken, regie op regiocontacten, internationalisering, kwaliteitszorg en Marketing en Communicatie. De directeur Serviceorganisatie is eveneens ondersteunend en is verantwoordelijk voor terreinen als Financin, ICT en Facilitair Bedrijf.

In het cluster gebeurt het


De clusterdirecteur heeft binnen zijn cluster de eindverantwoordelijkheid voor onderwijs van kwalitatief hoog niveau, waarbij talentontwikkeling de norm is. Hij leidt het cluster samen met de onderwijsmanagers. In het cluster is naast onderwijs praktijkgericht onderzoek met een zichtbare plaats in het onderwijs en verbonden met de didactische benadering onderdeel van het primaire proces. Er zijn eveneens lectoraten binnen de clusters. Naast zijn interne rol richt de directeur zich op de externe samenwerking en positionering van de hogeschool. De onderwijsmanager heeft zijn rol veelal binnen het cluster. Waar dat mogelijk en zinvol is, is er sprake van samenwerking en verbinding tussen de clusters. Ook wordt er samengewerkt met het werkveld in het kader van een leven lang leren en voor de verbinding met de praktijk en de maatschappelijke omgeving.

De afdelingen ondersteunen
Het College van Bestuur en de clusterdirecteuren zijn bepalend. De afdelingen ondersteunen wanneer zij een mandaat van het bestuur hebben. Dit is een regel die strikt wordt gehanteerd. Omgekeerd geldt voor clusterdirecteuren een soortgelijke regel: zij handelen met de Serviceorganisatie conform de daarover gemaakte afspraken.

Integrale verantwoordelijkheid
Het College van Bestuur meent dat bevoegdheden en verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie moeten liggen. Wat op enige (management)laag kan worden afgehandeld, moet niet door een hogere laag worden gedaan. De taken die management en medewerkers uitvoeren, gaan daarom vergezeld van de nodige ruimte en vrijheid bij de uitvoering. Hogeschool Leiden is primair een lijnorganisatie. Het College van Bestuur bestuurt de hogeschool, in de lijn bijgestaan door directeuren, die op hun beurt worden bijgestaan door managers. Dit principe geldt zowel voor de primaire als voor de ondersteunende processen. Veel processen in de hogeschool hebben een integraal karakter en overschrijden daarmee de grenzen van de lijn. Om recht te doen aan dit aspect worden voor de relevante procesgebieden proceseigenaren aangewezen. Er zijn vraagstukken die gezien hun kenmerken en tijdelijke karakter om een projectmatige aanpak vragen. Voor het leidinggeven aan projecten worden projectleiders geworven uit het eigen bestand van hiertoe gekwalificeerde medewerkers. Het opdrachtgeverschap wordt gedelegeerd aan directeuren of managers. Hogeschool Leiden heeft gekozen voor de methodiek van projectmatig creren om hogeschoolbrede projecten te realiseren.

46

Hogeschool Leiden

Naast het College van Bestuur en de directeuren beschikt de hogeschool over een controller en een secretaris van het College van Bestuur. Beiden hebben een directe stafrelatie met het College van Bestuur en maken geen onderdeel uit van een van de lijnonderdelen van de hogeschool. Ook de afdeling HRM is een stafafdeling van het College van Bestuur.

Organisatie van onderwijs en onderzoek


Het huidige model, waarbij de opleidingen zijn ondergebracht in clusters, is ook geschikt voor de toekomst, omdat het de juiste maatvoering voor studenten is en voldoende massa en momentum biedt om de ambities voor onderwijs en onderzoek waar te maken. De clusters ontwikkelen zich in hun werkwijze. Er is geen ruimte voor solistisch optreden, excelleren in teamverband is de komende jaren een belangrijk motto. Dit geldt binnen een cluster voor individuele docenten en voor de clusters zelf, die samen en in samenwerking de hogeschool vormen.

Klokkenluiderreglement
Hogeschool Leiden heeft een klokkenluiderreglement. In 2012 zijn geen procedures gestart in het kader van het klokkenluiderreglement.

Vertrouwenspersoon
In 2012 heeft de vertrouwenspersoon een melding gemaakt van ongewenst gedrag, i.c. machtsmisbruik. Door de Commissie Ongewenst gedrag is onderzoek gedaan naar de aard en omvang van het ongewenst gedrag en geconcludeerd dat er geen sprake was van ongewenst gedrag. Op advies van de Commissie hebben gesprekken plaatsgevonden tussen betrokkene, management en College van Bestuur.

Jaarverslag 2012

47

Sociaal verslag
Visie
Ons instellingsplan beschrijft de ambities die we in 2016 gerealiseerd willen hebben. De komende vier jaar staat de hogeschool voor de opdracht de groei van het aantal studenten te beperken, om verder te groeien in kwaliteit. Persoonlijk contact blijft het uitgangspunt bij de vormgeving van ons onderwijs en de manier waarop wij met elkaar willen werken. Zo kunnen de talenten van onze studenten en medewerkers volledig tot bloei komen.

Onze medewerkers vormen d kritische succesfactor in onze organisatie als het gaat om het bereiken van deze strategische doelen. Niet de gemiddelde student of medewerker bepaalt de norm, maar de ambitieuze. Van studenten en docenten vragen we de bereidheid om te willen excelleren. Studenten moeten zich uitgedaagd voelen, en voortdurend geprikkeld worden tot betere prestaties. We leggen de lat hoog en verwachten een grote inzet van onze studenten. Dat stelt grote eisen aan de docent en aan de leer- en werkomgeving waarin we het uiterste vragen van onszelf en waarin talenten optimaal ontplooid moeten kunnen worden.

We hebben talentvolle, ambitieuze docenten nodig, die zich in hun taken goed ondersteund weten. Dat stelt ook eisen aan de kwaliteit van medewerkers in ondersteunende diensten op alle niveaus. We streven naar een organisatie waarin ieders expertise wordt gewaardeerd en optimaal ontwikkeld. Dit zullen in de komende jaren ook de kerndoelen zijn van ons personeelsbeleid: talentontwikkeling en professionalisering.

Instellingstoets
In november/december 2012 heeft de Instellingstoets plaatsgevonden. Ter voorbereiding daarop is veel onbeschreven, maar gangbaar beleid, bijvoorbeeld op het gebied van professionalisering- en levensfasebeleid beschreven en ontwikkeld. Dit zal de komende jaren worden verdiept en uitgewerkt.

Strategische personeelsplanning
In 2012 is het proces voor strategische personeelsplanning voortgezet. Ieder organisatieonderdeel heeft beschreven welke ontwikkelingen de komende jaren plaatsvinden. Alle organisatieonderdelen zijn begonnen met het in kaart brengen van de benodigde talenten om onze strategische doelen te kunnen bereiken.

Professionalisering
In 2012 is een begin gemaakt met het ontwikkelen van professionaliseringsbeleid. Uit de Mid Term Review die in 2010 is gehouden kwam professionalisering als belangrijk speerpunt naar voren. Elk organisatieonderdeel heeft een opleidingsplan gemaakt. Per medewerker worden de ontwikkeldoelen geformuleerd en die worden opgenomen in de resultaatafspraken. Borging vindt plaats door middel van de cyclus functioneren & beoordelen en de managementcontracten. Dit geldt zowel voor de eigen organisatie eenheid van de manager als voor het aandeel dat de afdeling heeft in de deskundigheidsbevordering en professionalisering van andere organisatie onderdelen. Hiermee zijn de gemaakte afspraken geborgd in de Planning & Controlcyclus.

Bij Hogeschool Leiden willen we leren met en van elkaar. Daarom is in 2012 een begin gemaakt met het inventariseren van cursussen, trainingen, workshops en opleidingen die we elkaar kunnen aanbieden. Onder redactie van HRM is een scholingscatalogus samengesteld waarin overzichtelijk is opgenomen welke mogelijkheden er binnen de school aanwezig zijn om kennis en vaardigheden op te doen.

48

Hogeschool Leiden

Leiderschap is van groot belang. Het management heeft een cruciale rol in dit professionaliseringsproces. In 2012 zijn managementconferenties gehouden met wisselende themas, gericht op professionalisering. In het najaar van 2012 heeft het College van Bestuur met iedere directeur gesproken over de inrichting en kwaliteit van het management in het betreffende organisatie onderdeel. Daarbij is ook aan de orde gekomen welke vaardigheden ons management nog verder zou kunnen ontwikkelen.

Diversiteit
Het in 2011 vastgestelde diversiteitsbeleid heeft in 2012 een vervolg gekregen. Medewerkers van de afdeling M&C en HRM zijn getraind in het werven en selecteren van kandidaten met een niet-westerse achtergrond. Het onderwerp komt ook aan bod bij het opstellen van de strategische personeelsplannen.

In het Hogeschool Leiden diversiteitsbeleid wordt met diverse groepen aangeduid: studenten, docenten en medewerkers die zich identificeren met bijvoorbeeld een of meer van de volgende identiteitskenmerken: etnisch-cultureel, leeftijd, gender, functiemogelijkheden, seksuele voorkeur en sociaal economische status.

Levensfasebewust personeelsbeleid
Hoe kunnen we eraan bijdragen dat onze medewerkers gedurende hun carrire letterlijk en figuurlijk bij de les blijven? Hoe kunnen we het mogelijk maken werken en zorgtaken te combineren, hoe houden we onze medewerkers employabel? Hoe kunnen we een uitdagende werkkring blijven bieden, met voldoende perspectief? Levensfasebewust personeelsbeleid probeert daarop antwoorden te geven. Bij Hogeschool Leiden vindt de ontwikkeling plaats naar beschreven beleid. In 2012 hebben we afgesproken dat we de beschikbare middelen bewuster en planmatiger in te zetten maar ook nog eens op een rijtje te zetten welke middelen ons daartoe nu al tot ter beschikking staan.

Functioneren en beoordelen
De regeling functioneren & beoordelen is in 2010 aangepast. Vanaf juni 2011 was het mogelijk om voortaan intern een zwak voldoende te kunnen scoren. Dit geeft de manager de mogelijkheid om een signaal af te geven dat zaken beter moeten. De medewerker weet dat er in het komende jaar ingezet moet worden op verbetering. Medewerker en leidinggevende maken samen afspraken over die verbetering. Het jaar daarop moet duidelijk worden of dit succesvol is verlopen. De score moet dan goed worden of onvoldoende. Een zwak voldoende kan dus maar n jaar achtereen worden gegeven. In totaal zijn 30 zwak voldoendes gegeven. Dit resulteert in gesprekken tussen leidinggevende en medewerker, die gericht zijn op ontwikkeling en verbetering. De score zwak voldoende is voldoende om voor een periodieke verhoging in aanmerking te komen.

Het aantal beoordelingen met de score A uitstekend is in 2012 ongeveer gelijk ten opzichte van de voorgaande twee jaren. Het aantal scores B goed is opnieuw hoger dan in de voorgaande jaren. De score C zwak voldoende is licht gedaald ten opzichte van 2011 en D onvoldoende is licht gestegen. We hebben gemerkt dat de score C zwak voldoende beantwoordt aan het gestelde doel, te weten duidelijkheid scheppen voor de medewerker: het moet echt beter en we gaan samen aan het werk om dat tot stand te brengen. De medewerkers die vorig jaar een zwak voldoende beoordeling hebben gekregen, hebben dit jaar meestal een goed, een enkeling een onvoldoende.

Actieplan leerkracht
In 2008 is met de vakorganisaties een instellingsconvenant afgesloten, waarin wordt vastgelegd hoe de gelden uit hoofde van het actieplan leerkracht worden ingezet. Gebleken is dat de toegekende gelden volledig worden besteed aan het ophogen van de salarissen van docenten. Hogeschool Leiden wil docenten een carrireperspectief bieden van Docent

Jaarverslag 2012

49

A tot en met Assistent-Lector. We kennen een zeer beperkt aantal Docent A functies. Het aantal docenten C is significant gestegen. Het aantal Docenten D en E en Assistent-Lectoren blijft net als in 2011 nog achter. Dit wordt mede veroorzaakt, doordat veel docenten een garantieschaal hebben waardoor financieel de ruimte ontbreekt om dit verder vorm te geven. In de komende jaren zal een aantal docenten met garantieschaal met pensioen gaan. Dat geeft wellicht mogelijkheden voor vervolgplannen.

Werken en verlof
In 2012 is een nieuwe regeling Werken en Verlof vastgesteld, waarin nieuwe wet- en regelgeving is verwerkt en gangbaar beleid is geformaliseerd. Het College van Bestuur heeft de conceptregeling na overleg met de Ondernemingsraad aangepast en vastgesteld. Het resultaat van deze samenwerking is een evenwichtige regeling, die recht doet aan de positie van de medewerkers en het de organisatie toch mogelijk maakt waar nodig in de avonden te roosteren.

Medewerkerstevredenheid
Nadat in 2010 een uitgebreid MTO is gehouden, heeft in 2011 een tussentijdse meting plaatsgevonden op de onderdelen die de meeste aandacht behoefden. In 2012 heeft opnieuw een uitgebreid MTO plaatsgevonden. Op vrijwel alle subschalen is de tevredenheid toegenomen. Gemiddeld gaven medewerkers de hogeschool als werkgever een 7,1 vergeleken met een 7,0 in 2011. De uitkomsten zijn besproken in de reguliere overleggen tussen directeuren en het College van Bestuur. In 2014 zal wederom een volledig MTO plaatsvinden.

MTO instellingsrapportage op subschalen 2010-2011-2012


/ Tevredenheid Schaal Loopbaanperspectief Externe orintatie Motivatie Verantwoordelijkheid Betrokkenheid Arbeidsvoorwaarden Werkplek Werktijden Werkdruk Voorzieningen en faciliteiten Servicedesk Direct leidinggevende Sfeer Communicatie Respondentaantallen: 2010 N=467; 2011 N=399; 2012 N=439 Tevredenheid gemeten op 6-punts antwoordcategorie (zeer eens-zeer oneens) 2010 4,2 4,2 4,5 5,6 4,6 4,6 3,6 4,5 3,6 4,2 4,1 4,6 4,4 4,2 3,9 4,6 3,6 4,1 2011 (verkort) 2012 4,1 4,4 4,8 5,6 4,7 4,6 3,9 4,7 3,7 4,1 4,7 4,7 4,7 4,3

50

Hogeschool Leiden

Arbeidsomstandigheden en verzuim
Bij Hogeschool Leiden proberen we verzuim als gevolg van ziekte zoveel mogelijk te voorkomen. Voorbeeld is de werkplekinstructies aan nieuwe medewerkers. Mocht de medewerker toch uitvallen dan ondernemen we zo snel mogelijk actie om de medewerker te ondersteunen bij het herstel. Voorbeelden zijn coaching, psychologische hulp, bedrijfsmaatschappelijk werk.

We besteden veel aandacht aan het voorkomen en adequaat oplossen van ongewenst gedrag. Binnen Hogeschool Leiden zijn 8 medewerkers aangewezen die fungeren als Contactpersonen Ongewenst Gedrag. De Contactpersonen Ongewenst Gedrag (COGs) hebben drie belangrijke kerntaken, te weten luisteren, registreren en waar nodig doorverwijzen. Iedere medewerker die meent het slachtoffer te zijn van ongewenst gedrag kan contact opnemen met n van de contactpersonen naar eigen keuze. Daarnaast is er een externe vertrouwenspersoon.

Werkdruk en het voorkomen daarvan staat hoog op de agenda. Onverminderd ervaren onze medewerkers werkdruk. Dit bleek uit het verkorte medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) en de analyse van de bedrijfsarts. De maatregelen die hiervoor in 2012 zijn genomen, zoals beschikbaar stellen van extra formatie binnen de onderwijsclusters, bieden ruimte voor verdere verbetering.

Organisatie ontwikkelingen Serviceorganisatie


Met ingang van 1 maart 2012 is de afdeling Marketing & Communicatie onderdeel geworden van het directoraat BOOSA. Voor de centrale managementondersteuning is besloten deze met ingang van 1 januari 2012 te vervangen door een decentrale inbedding. Deze verandering werd door vrijwel alle betrokkenen als zeer positief ervaren. Ditzelfde geldt voor de afdeling Onderwijsondersteuning, waaronder Studentzaken en Mediacentrum. De afdeling HRM is met ingang van 1 januari 2012 rechtstreeks onder het CvB geplaatst en maakt niet langer deel uit van de Serviceorganisatie.

Pabo Thomas More


In 2012 is voortgegaan met de voorbereiding van de overdracht van Pabo Thomas More aan een nieuwe stichting onder auspicin van de RVKO. Dit blijkt ingewikkelder dan verwacht. Het Ministerie heeft toegestemd in deze ontwikkeling onder een aantal condities, waaronder goedkeuring van de Inspectie en de NVAO. Op dit moment zijn de gesprekken nog gaande.

Helicon
In 2012 is de overname van Hogeschool Helicon verder voorbereid. Met de vakorganisaties is afgesproken welke zekerheden we het personeel van Helicon kunnen bieden. Dit is vastgelegd in een sociaal plan.

Samenstelling personeelsbestand OP/OBP


Bij het implementeren van de verschillende afdelingen van Serviceorganisatie en de Beleids- en Onderwijsondersteuning en Strategisch Advies is besloten dat de ondersteunende afdelingen klein en efficint blijven. Studentengroei moet met het huidig personeel worden opgevangen. De enige uitbreiding bij studentengroei vindt plaats bij OP.

Jaarverslag 2012

51

Gegevens personeel
Personeelsbezetting
Vanaf 2010 streven we er bij Hogeschool Leiden naar de verhouding direct/indirect personeel meer in balans te brengen ten gunste van de directe personeel, te weten het aantal fte in de onderwijsclusters op onderwijsgevende taken. In 2012 is deze trend voortgezet. We zien een toename van de personele lasten bij de onderwijsclusters, waar de aantallen fte voor onderwijsgevende functies duidelijk zijn toegenomen terwijl de ondersteunende afdelingen het met minder fte doen dan in 2011 en 2010. Het is verheugend te zien dat we zijn geslaagd in ons streven. In 2013 zullen we deze trend voortzetten.

Toelichting op de cijfers
In het jaar 2012 zijn het aantal medewerkers, het aantal ftes en de personeelskosten gestegen ten opzichte van de voorgaande jaren. Bij het onderwijsgevend personeel is het aantal personen toegenomen met 21 en het aantal fte met 25,29 fte. De grote toename van het aantal fte is tevens gelegen in de verhoging van de formatie-omvang van een aantal onderwijsgevende medewerkers. Bij het ondersteunend personeel is het aantal personen gelijk gebleven ten opzichte van 2011 en is het aantal fte afgenomen met 2,87. De personeelskosten zijn in 2012 toegenomen met ruim 2,3 miljoen euro ten opzichte van 2011. Voor het onderwijsgevend personeel bedraagt de toename bijna 2 miljoen; voor het ondersteunend personeel gaat het om ruim 350.000 euro. Bijna 64% van de personeelskosten voor medewerkers in dienst van Hogeschool Leiden wordt uitgegeven aan het onderwijsgevend personeel. Naast toename van het aantal fte, wordt de stijging van de loonkosten ook veroorzaakt door gestegen werkgeverslasten; de pensioenpremie is met 14 % toegenomen.

Tabel 1a Personeelsbezetting in fte en personen


Per 31-12-2010 Categorie Onderwijzend personeel (OP) Ondersteunend personeel (OBP) Totaal Fte 314,34 256,83 571,17 Personen 438 311 749 % (fte) 55,0 45,0 100 Fte 349,66 263,36 613,02 Per 31-12-2011 Personen 487 324 811 % (fte) 57,0 43,0 100,0 Fte 374,95 260,49 635,44 Per 31-12-2012 Personen 508 324 832 % (fte) 59,0 41,0 100,0

Tabel 1b Personeelsbezetting in (x 1000)


Categorie Onderwijzend personeel (OP) Ondersteunend personeel (OBP) Totaal Per 31-12-2010 22.672 14.411 37.083 % 61 39 Per 31-12-2011 25.065 15.132 40.197 % 62 38 Per 31-12-2012 27.245 15.574 42.819 % 64 36

Grafiek 1a Personeelsbezetting onderwijsclusters en overige afdelingen (in fte)


2010 2011 2012

52

Hogeschool Leiden

Grafiek 1b Personeelsbezetting onderwijscluster en overige afdeling (in )


2010 2011 2012

Grafiek 1c Verhouding onderwijsgevend personeel (OP)-ondersteunend personeel (OBP) (in fte)


2010 2011 2012

Grafiek 1d Verhouding onderwijsgevend personeel (OP)-ondersteunend personeel (OBP) (in )


2010 2011 2012

In 2012 was bijna 77% van de medewerkers werkzaam bij n van de onderwijsclusters; in fte en in euros ruim 74%. Naast docenten, onderwijs- en studentassistenten en lectoren zijn dat managers en medewerkers met diverse andere functies. De toename van het ondersteunend personeel bij de onderwijsclusters is een gevolg van de organisatorische verschuiving van een groep managementondersteuners van de Serviceorganisatie naar de onderwijsclusters met ingang van 2012.

Tabel 1c Personeelsbezetting onderwijsclusters en overige afdelingen


Per 31-12-2012
Onderwijsclusters docenten lectoren onderwijsassistenten overig (incl. management en studentassistenten) Totaal onderwijsclusters Niet-onderwijsclusters

Man Aantal

Vrouw Fte

totaal Fte

Aantal 315 5 17 78 415 133


Aantal

Fte

182 6 10 26 224 60

145,86 3,98 8,54 17,55 175,92 57,79 233,71

221,62 3,50 12,07 58,00 295,19 106,40

497 11 27 104 639 193

367,47 7,48 20,61 75,55 471,11 164,19

31.912.640 10.862.158

284

548

401,59

832

635,30

42.774.798

Jaarverslag 2012

53

Vergelijking personeelsbestand in personen en fte


Het cluster Educatie is in de tabel opgesplitst in Educatie Leiden en Educatie Rotterdam. Ten opzichte van 2011 is er bij Educatie Leiden en Rotterdam samen een afname van het onderwijsgevend personeel met 6 personen/1,7 fte. Het aantal en fte aan onderwijsgevend personeel is bij cluster Zorg afgenomen met 4 personen/2,21 fte.

Bij de andere drie onderwijsgevende clusters was sprake van een toename van het onderwijsgevend personeel. Bij Management en Bedrijf betrof het een toename van 12 personen/13,23 fte, bij Social Work en Toegepaste Psychologie van 11 personen/7,99 fte en bij Techniek van 8 personen/7,97 fte.

Bij alle onderwijsclusters is er een toename van het ondersteunend personeel vanwege de verschuiving van een aantal managementondersteuners van de Serviceorganisatie naar de onderwijsclusters.

In 2012 is het niet-onderwijscluster BOOSA ontstaan. Naast de afdeling Bosa bestaat BOOSA uit de afdelingen Marketing & Communicatie, Mediacentrum, Onderwijslogistiek en Studentzaken. Voorheen vielen deze onder de Serviceorganisatie, waarin Mediacentrum, Onderwijslogistiek en Studentzaken units waren van de afdeling Onderwijsondersteuning. Als gevolg hiervan is BOOSA, dat in tabel 2a wordt vergeleken met Bosa de afdeling aanzienlijk gegroeid en zijn de aantallen medewerkers en ftes van de Serviceorganisatie in afgenomen.

De afdeling HRM is in 2012 rechtstreeks onder het College van Bestuur geplaatst. Dit heeft een toename van de aantallen medewerkers en ftes van het organisatie-onderdeel College van Bestuur tot gevolg en een afname van de Serviceorganisatie.

De Serviceorganisatie is ook in omvang afgenomen door de verschuiving van een groep managementondersteuners naar de onderwijsclusters. De medewerkers die in Rotterdam voor Pabo Thomas More werkzaamheden verrichten, zijn als apart organisatie-onderdeel opgenomen in de tabel. Sinds juni 2012 bestaat de Serviceorganisatie uit de afdelingen Facilitair Bedrijf, Financin en ICT.

Tabel 2a Vergelijking personeelsbestand


Personeelsbestand Zorg OP OBP Social Work & Toegepaste Psychologie OP OBP Educatie OP OBP 31-12-2010 Personen 104 21 94 8 92 10 Fte 65,61 11,70 65,73 7,30 67,30 8,90 31-12-2011 Personen 108 23 102 12 107 8 Fte 68,63 12,22 73,28 9,51 76,35 7,30 31-12-2012 Personen 104 26 113 21 101 17 Fte 66,42 18,22 81,27 13,84 74,65 13,7 verschil in fte -2,21 6,00 7,99 4,33 -1,70 6,40

54

Hogeschool Leiden

Personeelsbestand Management en Bedrijf OP OBP Techniek OP OBP CvB (incl secretariaat) OBP BOOSA OBP Serviceorganisatie OBP Serviceorganisatie Rotterdam OBP Ondernemingsraad OBP OP OBP Totaal

31-12-2010 86 10 62 26 10 19 207 438 311 749 64,07 8,37 51,62 18,74 8,83 15,98 177,01 314,33 256,83 571,16

31-12-2011 103 9 67 30 10 23 209 487 324 811 77,16 8,07 54,25 19,85 8,92 20,82 176,66 349,66 263,36 613,02

31-12-2012 115 17 75 39 21 93 72 16 2 508 324 832 90,39 14,99 62,22 26,24 18,16 77,82 63,33 12,90 1,29 374,95 260,49 635,44

13,23 6,92 7,97 6,39 9,24 57,00 -113,34 12,90 1,29 25,29 -2,87 22,42

Vergelijking personeelsbestand in euros


In 2012 zijn de personeelskosten gestegen ten opzichte van 2011. Per cluster is er veel verschil. Zo is bij cluster Zorg een afname bij het onderwijsgevend personeel zichtbaar. Bij de andere onderwijsclusters zijn de personeelskosten van het onderwijsgevend personeel toegenomen, van ruim 450.000 euro bij cluster Techniek tot ruim 550.000 euro bij cluster Social Work en Toegepaste Psychologie. Bij alle onderwijsclusters zijn de personeelskosten van het ondersteunend personeel toegenomen als gevolg van de verschuiving van managementondersteuners.

Bij BOOSA, SO en CvB zijn bedragen opgenomen voor onderwijsgevend personeel, terwijl er alleen ondersteunend personeel werkzaam is. Dit komt ten eerste door de inzet van docenten voor onder andere Zorgacademie Leiden, de HL academy en internationalisering. Daarnaast betreft dit in- en uitleen van onderwijsgevend personeel vanuit de onderwijsclusters naar de genoemde afdelingen. Bij het CvB is bij zowel onderwijsgevend als ondersteunend personeel de reservering van de niet-opgenomen vakantie-uren over 2012 opgenomen.

Jaarverslag 2012

55

Tabel 2b Vergelijking personeelsbestand (in ) conceptcijfers


Personeelsbestand

31-12-2010
4.818.030

31-12-2011

31-12-2012

verschil 2011/2012 -57.420 281.620


Zorg OP OBP

5.152.964 964.046

5.095.544 1.245.666

895.063

Social Work & Toegepaste Psychologie OP OBP

4.634.408 453.922

5.266.042 566.575

5.816.282 729.733

550.240 163.158

Educatie OP OBP

5.066.578 870.284

5.236.602 726.992

5.711.038 978.683

474.436 251.691

Management en Bedrijf OP OBP

4.313.825 797.491

5.283.414 865.936

5.771.055 994.815

487.641 128.879

Techniek OP OBP

3.565.513 1.260.855

3.789.198 1.205.779

4.239.521 1.444.918

450.323 239.139

CvB (incl secretariaat en HRM) OP OBP

228.682 851.916

239.201 916.158

447.866 1.831.780

208.665 915.622

BOSA/BOOSA (in 2012) OP OBP

44.095 1.317.754

87.136 1.392.754

136.752 4.344.195

49.616 2.951.441

Serviceorganisatie OP OBP

1.034 7.963.403

9.967 8.493.790

3.048 3.453.447

-6.919 -5.040.343

Serviceorganisatie Rotterdam OP OBP

1.034 7.963.403

9.967 8.493.790

0 530.455

-9.967 -7.963.335

Ondernemingsraad OBP OP OBP

22.672.165 14.410.688

25.064.525 15.132.031

27.221.106 15.553.692

2.156.581 421.661 2.578.242

Totaal

37.082.853

40.196.556

42.774.798

Ten opzichte van de jaarrekening kunnen er geringe afrondingsverschillen optreden als gevolg van het rekenen met afgeronde getallen.

56

Hogeschool Leiden

Verdeling personeel over functies


In 2012 is het aantal medewerkers dat werkzaam is in direct onderwijsgevende functies, of daaraan verwant, over de gehele linie toegenomen. Het aantal docenten is gestegen met 20/23,14 fte. Het aantal lectoren is gestegen met 1 persoon, maar in ftes met 2,15.

Evenals in 2011 is het aantal managers in 2012 afgenomen met 4/4,6 fte. Vanwege de organisatorische verschuivingen die zich in 2012 hebben voorgedaan, verschillen de aantallen bij staf, clusterstaf- en ondersteuning, onderwijsondersteuning en overige ondersteuning ten opzichte van 2011. Als deze categorien bij elkaar worden opgeteld, is het aantal personen gestegen van 235 op 31-12-2011 naar 237 op 31-12-2012, maar de omvang in ftes gedaald van 196,4 op 31-12-2011 naar 195,6 op 31-12-2012.

Tabel 3 Verdeling personeel over functies (in aantallen en fte)


Per 31-12-2010 Functies CvB en directeuren Management Staf Clusterstaf- en ondersteuning Onderwijsondersteuning Overige ondersteuning Docent Onderwijsassistenten Student-assistenten Lector Totaal Fte 11,95 37,60 14,88 9,93 44,50 120,25 310,53 16,60 1,12 3,81 571,17 Personen 12 40 17 12 56 139 431 23 12 7 749 % (fte) 2,1 6,6 2,6 1,7 7,8 21,1 54,4 2,9 0,2 0,7 100 Per 31-12-2011 Fte 10,95 34,90 17,93 11,20 43,61 123,66 344,33 19,04 2,07 5,33 613,02 Personen 11 37 20 15 55 145 478 26 15 9 811 % (fte) 1,8 5,7 2,9 1,8 7,1 20,2 56,2 3,1 0,3 0,9 100,0 Per 31-12-2012 Fte 11,00 30,30 15,35 56,79 40,30 83,16 367,47 20,61 2,98 7,48 635,44 Personen 11 33 17 74 50 96 497 27 16 11 832 % (fte) 1,7 4,8 2,4 8,9 6,3 13,1 57,8 3,2 0,5 1,2 100,0

In grafiek 3 zijn de functies in het onderwijs opgenomen. Hierin zijn alleen de aantallen weergegeven met een arbeidsovereenkomst bij Hogeschool Leiden op 31 december 2012. In de tabel zijn 11 lectoren opgenomen in dienst bij Hogeschool Leiden. En daarvan heeft naast de functie lector een functie als docent. Behalve deze 11 lectoren is er een docent in dienst die als tweede functie lector is. In totaal zijn er derhalve 12 lectoren in dienst bij Hogeschool Leiden. Het aantal fte, 7,48, is gebaseerd op deze 12 lectoren. Naast deze 12 lectoren zijn er 6 lectoren met in totaal 1,9 fte werkzaam op basis van externe inhuur.

Grafiek 3 Functies in het onderwijs

Jaarverslag 2012

57

Externe inhuur
De kosten voor externe inhuur in 2012 bedragen:

In (x 1000) Uitzendkrachten Gastdocenten Detacheringen Totaal

2010 776 1.429 1.721 3.926

2011 1.228 1.778 2.214 5.220

2012 873 1.863 3.085 5.821

De externe inhuur is ten opzichte van vorig jaar toegenomen met 0,6 mln. De toename is geheel te verklaren door inhuur voor ICT en hogeschoolbrede projecten zoals implementatie intranetportaal, nieuwe mail omgeving, programma roosteren, migratie van oude naar nieuwe infrastructuur.

Detacheringen zijn met name ICT-medewerkers en projectleiders. Het is ons niet gelukt de vacatures te vervullen met vaste medewerkers.

Functiemix onderwijsgevend personeel


In tabel 4 is per cluster de verdeling van het onderwijsgevend personeel over de functies behorend bij de functiefamilie docent. Het betreft de situatie per 31 december 2012.

Tabel 4 Functiemix docenten (in aantallen en fte)


Schaal Cluster aantal 9 fte 10 aantal fte 11 aantal fte 12 aantal fte 13 aantal fte totaal aantal fte

Educatie hpo-l hpo-r lero cls-edu totaal

0,00

19 9 3 31

11,60 5,35 2,40 19,35

24 20 8 1 53

18,50 15,20 5,60 1,00 40,30

9 5 1 15

7,70 4,50 1,00 13,20

0,00

52 34 12 1 99

37,80 25,05 9,00 1,00 72,85

Management & Bedrijf ce-miz com-hrm recht cls-m&b totaal

0,00

10 17 27 54

6,80 11,90 22,45 41,15

9 17 18 1 45

7,45 12,99 14,85 0,20 35,49

6 4 3 2 15

5,60 3,40 2,20 1,15 12,35

1 1

1,00 1,00

25 38 48 4 115

19,85 28,29 39,50 2,35 89,99

Social Work & Toegepaste Psychologie mwd sph tp cls-sw&tp


totaal

0,65 2,60
3,25

15 17 18
35

8,77 11,60 13,10


24,70

11 14 11 4
29

8,50 10,30 8,97 3,20


22,47

2 2 4 5
11

1,90 1,90 3,00 2,41


7,31

1
1

1,00
1,00

28 34 38 9 109

19,17 24,45 28,67 5,61 77,89

1 4
5

58

Hogeschool Leiden

Schaal Cluster aantal

9 fte

10 aantal fte

11 aantal fte

12 aantal fte

13 aantal fte

totaal aantal fte

Techniek as ce-bd inf cls-tech


totaal

1
1

0,80 0,80 0,30 0,30

26 12 38 15 9 16 3 43

21,15 9,10 30,25 9,20 5,30 7,65 1,60 23,75

17 3 7 1 28 12 23 8 3 46

15,07 2,20 5,80 0,60 23,67 7,97 18,74 4,50 0,60 31,81

3 3 1 4 2 2 2 3 9

3,00 2,50 1,00 3,50 1,72 1,84 1,70 2,60 7,86

1,00

46 6 21 2 75 29 35 27 9 100

39,22 4,70 16,70 1,60 62,22 18,89 26,68 14,15 4,80 64,52

Zorg fys hbo-v kt cls-zorg totaal

1 1

1 1

0,80 0,80

HL-totaal

4,35

201 139,19

201 153,74

54

44,22

2,80

498

367,47

Grafiek 4 Functiemix docenten

Actieplan Leerkracht
In 2008 is door de sociale partners in het hoger beroepsonderwijs en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen het onderhandelaarsakkoord Convenant Leerkracht van Nederland ondertekend. Het streven is de concurrentiepositie van het onderwijs o.a. door verbetering van de loopbaanmogelijkheden van docenten in het hbo door beloning van opleiding en kwaliteit. Met de sociale partners heeft Hogeschool Leiden de volgende streefcijfers geformuleerd. In de salarismix zijn de verschuivingen naar salarisschaal opgenomen. De functiemix geeft een beeld van de verschuivingen van de functies naar functieschaal.

Jaarverslag 2012

59

Tabel 5 Afspraken convenant Actieplan Leerkracht


Streven convenant Schaal 9 Schaal 10 Schaal 11 Schaal 12 Schaal 13 Schaal 14 - 8,18 - 7,27 + 2,32 + 4,73 + 5,40 + 3,00

Tabel 6 Realisatie salarismix


Schaalnr min max referentie incl wg last Aanname plaats in schaal Aantal fte's ERBIJ IN per salaris- SALARISSCHAAL schaal ERAF IN SALARISSCHAAL Aantal fte's NETTO per salarisVERSCHUIVING schaal

9 10 11 12 13 14 15 16

2.380 3.279 2.380 3.602 3.060 4.204 3.718 4.781 4.258 5.187 4.470 5.698 4.848 6.260 5.256 6.879

75% 75% 75% 75% 75% 75% 75% 75%

3.054 3.297 3.918 4.515 4.955 5.391 5.907 6.473

52.504 56.650 67.251 77.451 84.950 92.400 101.204 110.872

15,60 96,15 111,24 104,60 1,80 1,40 1,40 332,19

0,00 11,05 34,49 15,33 2,00 0,00 0,80 63,67

11,05 32,49 14,33 2,00 1,00 0,20 61,07

-11,05 -21,44 20,16 13,33 1,00 -0,20 0,80 0,00 2,60

4,55 74,71 131,40 117,93 2,80 1,20 2,20

334,79

Tabel 7 Functiemix
functieschaal Docent A (9) Docent B (10) Docent C (11) Docent D (12) Docent E en Associate lector (13) Lector A (14) Lector B (15) Lector C (16)

status 01-10-2008 15,6 125,9 138,3 47,8 1,8 1,4 1,4 0 332,2

erbij 0 11,05 39,8588 18,13 2 0 0,8 0

eraf -11,05 -38,258 -17,79 -4,5 -3 -0,2 0 0

netto verstand schuiving 01-11-2012 -11,05 -27,208 22,0688 13,63 -1 -0,2 0,8 0

In percentages 1,38 29,98 48,71 18,66 0,24 0,36 0,67 0

4,55 98,692 160,3688 61,43 0,8 1,2 2,2 0 329,2408

60

Hogeschool Leiden

Functies BOOSA, Serviceorganisatie (SO), OR, HRM en ondersteunende functies bij clusters
In tabel 8a is de verdeling weergegeven van de functies en bijbehorende salarisschalen. In tabel 8b zijn de ondersteunende functies bij de clusters opgenomen.

Tabel 8a Functies BOOSA, SO, OR, HRM


BOOSA Administratief medewerker (Beleids)adviseur Decaan Informatiebemiddelaar Medewerker mediacentrum Medewerker onderwijsondersteuning Medewerker roostering en planning Projectleider/ programmamanager Secretarieel medewerker Vakinhoudelijk medewerker/ expert Totaal SO Administratief medewerker (Beleids)adviseur Facilitair medewerker ICT medewerker Medewerker servicedesk Projectleider Secretarieel medewerker Vakinhoudelijk medewerker/ expert Totaal OR Ambtelijk secretaris MR HRM (Beleids)adviseur Manager * Secretarieel medewerker Vakinhoudelijk medewerker/ expert Totaal Totaal 2,00 11,08 2,52 3,31 2,20 15,89 5,35 6,03 1,89 22,74 73,0206 Totaal 0,61 6,64 16,45 6,89 13,03 1,00 1,90 11,00 57,5286 Totaal 1,29 Totaal 3,64 1,00 0,60 2,55 7,79
3 3 1,68 3 3 4 4 12,28 1,45 4 4 5 1,00 2,20 5 0,61 2,50 5,58 5 5 6 1,00 0,78 2,15 6 2,00 0,50 0,40 6 6 7 3,31 11,27 0,89 6,35 7 1,00 1,60 3,00 7 7 2,00 8 2,90 5,35 1,00 12,77 8 3,00 2,40 1,40 3,60 8 8 0,60 9 2,80 0,95 1,47 9 1,00 2,89 4,00 9 1,29 9 0,55 10 1,70 2,52 10 4,64 10 10 2,00 1,00 11 3,58 11 1,00 11 11 1,64 12 3,00 4,03 12 1,00 12 12 13 2,00 13 13 13

Jaarverslag 2012

61

Tabel 8b Ondersteunende functies bij clusters


Administratief medewerker Assistent controller (Beleids)adviseur Facilitair medewerker Informatiebemiddelaar Medewerker mediacentrum Medewerker onderwijsondersteuning Medewerker roostering en planning Medewerker servicedesk Medewerker voedingsbodem/ spoelkeuken Projectleider/ programmamanager Projectmedewerker Secretarieel medewerker Vakinhoudelijk medewerker/ expert Totaal Totaal 0,60 2,10 1,71 2,89 0,65 0,56 0,90 0,53 4,35
0,89 1,75 3 4 0,60 2,00 5 0,56 1,60 6 7 0,65 0,90 8 0,53 1,00 9 0,11 10 11 2,10 1,00 12 0,60 13

0,80 2,59 4,86 28,03 2,03 52,6


0,80

2,60

15,98

0,60

0,60

0,89 3,66

1,70

9,45 2,03

Salarisklasse
Er is onderscheid gemaakt in functieschalen en salarisschalen. De functieschaal is de schaal die hoort bij de functie die de medewerker vervuld; de salarisschaal is de schaal waarin het salaris van de medewerker wordt uitbetaald. Vanwege afspraken in het verleden kan de functieschaal van een medewerker verschillen van de salarisschaal. Het merendeel van de onderwijsgevende medewerkers heeft een functie in schaal 10 en 11. Bij het ondersteunend personeel hebben veel medewerkers een functie in schaal 7 en 8. Bij het onderwijsgevend personeel komen de salarisschalen 10 en 11 eveneens het meeste voor, maar is het aantal medewerkers met een salaris in schaal 12 groter.

Het totaal van deze tabellen komt uit op 834 medewerkers, 2 meer dan in de overige tabellen. Dit komt doordat twee medewerkers bij Hogeschool Leiden twee verschillende functies hebben met verschillende schalen. Ze zijn daardoor in deze tabellen twee keer meegeteld.

Van het totale personeelsbestand heeft 28% een functie in schaal 10, 26% een functie in schaal 11 en 11% in schaal 12. Daarvan is respectievelijk 90%, 93,5% en 81% docent. Bij het ondersteunend personeel betreft schaal 13 met name (onderwijs)managers.

Tabel 9 Salarisklasse
functieschaal 3 4 5 6 7 8 OP OBP 3 22 17 35 73 61 Totaal 3 22 17 35 73 61 salarisschaal 3 4 5 6 7 8 OP OBP 3 22 17 35 73 60 Totaal 3 22 17 35 73 60

62

Hogeschool Leiden

9 10 11 12 13 14 15 16 17 18

7 211 204 72 5 5 6

23 24 14 17 23 3 7 1 1

30 235 218 89 28 8 13 0 1 1

9 10 11 12 13 14 15 16 17 18

7 193 179 115 5 5 6

24 22 16 16 24 3 7 1 1

31 215 195 131 29 8 13 0 1 1

Grafiek 9 Salarisklasse Functieschaal

Uitbetaalschaal

Jaarverslag 2012

63

Verdeling personeel naar aard arbeidsovereenkomst


In tabel 10 is de verhouding tussen de verschillende soort arbeidsovereenkomsten zichtbaar. Uit de tabel blijkt dat het aantal vaste contracten (D2) procentueel afneemt en het aantal tijdelijke contracten (D4) stijgt. Het aantal tijdelijke contracten met uitzicht op vast (D3) is in de afgelopen drie jaar stabiel. Op 31 december 2012 is het aantal tijdelijke contracten (D4) ruim 24% van het totale personeelsbestand.

Tabel 10 Verdeling personeel naar aard arbeidsovereenkomst


Per 31-12-2010 Fte D2, vast contract D3, tijdelijk contract, uitzicht op vast D4, tijdelijk contract Totaal 466,79 7,44 Personen 596 8 % (fte) 81,7 1,3 Fte 478,83 4,40 Per 31-12-2011 Personen 611 5 % (fte) 78,1 0,7 Fte 474,08 7,28 Per 31-12-2012 Personen 603 8 % (fte) 74,6 1,1

96,94 571,17

145 749

17,0 100

129,79 613,02

195 811

21,2 100,0

154,08 635,44

221 832

24,2 100,0

Verhouding voltijd-deeltijd onder mannen en vrouwen


In tabel 11 is de verhouding weergegeven tussen medewerkers in voltijd en deeltijd onder mannen en vrouwen. Onder voltijd wordt verstaan: dienstverbanden met een omvang van 1.0 fte; onder deeltijd wordt verstaan: alle dienstverbanden waarbij de omvang lager is dan 1.0 fte.

Evenals in 2011 betreft bijna 56% van de totale omvang van het personeelsbestand dienstverbanden in deeltijd; daarvan is ruim 78% vrouw en bijna 22% man. Van de omvang van het personeelsbestand is bijna 37% man, daarvan werkt 33% in deeltijd. Bijna 31% van de totale omvang bij de vrouwen betreft een voltijd dienstverband.

Tabel 11 Verhouding voltijd-deeltijd onder mannen en vrouwen (in fte)


Personeelsbestand per 31-12-2012 Verhouding man/vrouw Zorg OP OBP Social Work & Toegepaste Psychologie OP OBP Educatie Leiden OP OBP Educatie Rotterdam OP OBP
64 Hogeschool Leiden

Man Voltijd 4 1 14 3 10 1 9 Deeltijd 17,58 13,40 1,54 5,25 0,80 2,95 Voltijd

Vrouw Deeltijd 8 9 9 1 6 3 2 1 36,85 8,22 44,87 8,30 28,35 6,10 11,10 1,80

Management en Bedrijf OP OBP Techniek OP OBP CvB (incl secretariaat) OBP BOOSA OBP Serviceorganisatie OBP Serviceorganisatie Rotterdam OBP Ondernemingsraad OBP OP OBP Totaal In percentages Totaal man Totaal vrouw

20 1 30 10 4 10 36 3 87 69 156 24,5% 233,7116281 401,7273

12,89 0,90 10,77 3,85 3,20 3,79 0,80 62,83262807 14,879 77,71 12,2%

20 9 6 4 9 22 12 3 51 73 124 19,5%

37,50 4,09 15,45 8,39 5,16 42,62 11,54 6,90 0,49 174,1171 103,6102 277,73 43,7%

Personeelsinstroom
In tabel 12 is de instroom weergegeven in formatieomvang per categorie. Hierbij gaat het om dienstverbanden conform CAO-HBO; de inzet van gastdocenten, uitzendkrachten en detacheringen is buiten beschouwing gelaten. In 2012 is de totale instroom afgenomen ten opzichte van 2011. De instroom van het aantal tijdelijke contracten met uitzicht op vast (D3) is in 2012 licht toegenomen. Deze toename komt geheel door meer ondersteunende medewerkers met een dergelijk dienstverband, waarvan 2,89 fte werkzaam bij een onderwijsgevend cluster. De instroom van tijdelijke dienstverbanden (D4) is bij zowel onderwijsgevend als ondersteunend personeel afgenomen. In 2012 is een instroom van 0,8 fte met een vast dienstverband (D2); dit betrof een onderwijsgevend cluster.

In vergelijking met de uitstroom is het aantal fte ondersteunend personeel toegenomen met 0,85 fte; bij het onderwijsgevend personeel is dat een toename van 12,34 fte.

Jaarverslag 2012

65

Tabel 12 Personeelsinstroom naar aanstelling (in fte)


Tijdelijke aanstelling, uitzicht op vast (D3) Tijdelijke aanstelling (D4) Vaste aanstelling (D2) Totaal OP 0,80 15,84 0,00 16,64 2010 OBP 4,64 27,44 0,00 32,08 Totaal 5,44 43,28 0,00 48,72 OP 2,40 53,86 0,00 56,26 2011 OBP 2,00 38,26 0,00 40,26 Totaal 4,40 92,12 0,00 96,52 OP 1,00 43,73 0,00 44,73 2012 OBP 4,39 33,93 0,80 39,12 Totaal 5,39 77,66 0,80 83,85

Grafiek 12 Personeelsinstroom (in fte)

Grafiek 13 Personeelsuitstroom (in fte)

Redenen van ontslag


In 2012 is de uitstroom opnieuw gestegen ten opzichte van 2011. Deze stijging wordt met name veroorzaakt door de toegenomen uitstroom bij vaste dienstverbanden (D2), bij zowel onderwijsgevend als ondersteunend personeel. Ten opzichte van 2011 is bij de tijdelijke contracten (D4) de uitstroom licht gestegen bij zowel onderwijsgevend als ondersteunend personeel. Evenals in 2010 en 2011 is de uitstroom door niet-verlengde tijdelijke contracten hoog.

66

Hogeschool Leiden

Bij de redenen is afloop tijdelijk regulier toegevoegd. Hierdoor kan onderscheid gemaakt worden tussen enerzijds projectcontracten en anderzijds tijdelijke contracten die niet ontstaan zijn door een project of door vervanging.

Tabel 14 Redenen van ontslag (in fte)


2010 Vast contract (D2) eigen verzoek pensioen/FPU WAO/WIA overlijden ontslag wederzijds goedvinden Totaal D2 Tijdelijk contract met uitzicht op vast(D3) eigen verzoek niet verlengen aanstelling wederzijds goedvinden Totaal D3 Tijdelijk contract (D4) eigen verzoek pensioen afloop vervanging* afloop tijdelijk regulier afloop projectaanstelling afloop studentassistentschap ontslag tijdens proeftijd ontslag tijdens proeftijd studentassistent overlijden ongeschikt/onbekwaam wederzijds goedvinden Totaal D4 Totalen OP 4,95 6,10 1,60 12,65 0,65 0,65 5,22 6,93 0,40 12,55 25,85 OBP 7,80 2,50 10,30 1,00 1,00 2,00 3,86 0,50 11,40 2,60 1,00 19,35 31,65 totaal 12,75 8,60 0,00 0,00 0,00 1,60 22,95 1,00 0,65 1,00 2,65 9,08 0,50 18,33 2,60 0,40 0,00 0,00 1,00 31,90 57,50 2,00 12,17 0,00 5,55 0,50 9,41 15,46 27,63 1,95 13,42 0,00 6,50 11,14 3,75 21,39 34,81 OP 8,04 1,23 0,90 2011 OBP 9,20 1,62 0,65 totaal 17,24 2,85 0,65 0,90 0,00 3,95 25,59 0,00 0,00 0,00 0,00 12,05 0,50 20,55 3,75 0,00 0,00 0,00 0,00 36,85 62,44 OP 5,85 6,10 1,04444 0,33 3,50 16,82 0,00 2,86 2,925 8,39 1,4 15,58 32,39 2012 OBP 11,842 2,7 1,9 16,44 0,00 5,888 1 1 10,875 0,45 2,1899 0,024 0,4 21,83 38,27 totaal 17,69 8,80 1,04 0,00 0,33 5,40 33,26 0 0 0 0,00 8,75 1,00 3,93 19,27 0,45 2,19 1,40 0,02 0,00 0,00 0,40 37,40 70,66

Verhouding man-vrouw
Van het totale personeelsbestand is 34% man. Bij het onderwijsgevend personeel is dat 37%; bij het ondersteunend personeel bijna 30%. Alleen bij cluster Techniek en bij de Serviceorganisatie is het aandeel mannen groter dan het aandeel vrouwen. Bij de overige onderwijsgevende afdelingen valt Educatie Rotterdam op met 44% mannen (in aantallen) en 48% in fte. Ten opzichte van 2011 is er weinig verschil; de percentages waren toen 34,6 (aantallen mannen) en 36,7 (aantallen fte mannen) tegen respectievelijk 34% en 37% in 2012.

Jaarverslag 2012

67

Tabel 15a Verhouding man-vrouw (in aantal en fte)


31-12-2012 Verhouding man/vrouw Zorg OP OBP Social Work & Toegepaste Psychologie OP OBP Educatie Leiden OP OBP Educatie Rotterdam OP OBP Management en Bedrijf OP OBP Techniek OP OBP CvB (incl secretariaat en HRM) OBP BOOSA OBP Serviceorganisatie OBP Serviceorganisatie Rotterdam OBP Ondernemingsraad OBP OP OBP Totaal man Totaal vrouw Totaal 832 Personen 1 34 6 18 2 15 40 2 47 22 4 14 41 3 1 188 96 284 635,44 Man Fte 21,58 1,00 27,40 4,54 15,25 1,80 11,95 32,89 1,90 40,77 13,85 4,00 13,20 39,79 3,00 0,80 149,8326281 83,879 233,71 Vrouw Personen Fte Man t.o.v. vrouw % personen 33 4 30 27 14 44 0 35 12 63 56 19 15 57 19 50 37 30 34 62 40 32 37 23 63 17 22 66 53 36 13 48 0 29 31 17 34 33 32 5 % fte

34

70 25 79 15 49 12 19 3 75 15 28 17 17 79 31 13 1 320 228 548

44,85

17,22 53,87 9,30 34,35

9,10 13,10 2,80 57,50 13,09 21,45 12,39

0,49 225,1171 176,6102 401,73

23,54 9,90

14,16 64,62

68

Hogeschool Leiden

Grafiek 15 Verhouding man-vrouw (in fte)

Tabel 15b Verhouding man-vrouw, verdeeld naar functie


31-12-2012 CvB en directeuren Management Staf Clusterstaf en clusterondersteuning Onderwijsondersteuning Overige ondersteuning Docent Onderwijsassistent Lector Student-assistent Totaal Man Aantal 5 10 4 7 6 45 182 10 6 9 284 Fte 5,00 9,60 3,80 6,25 5,50 43,59 145,86 8,54 3,98 1,60 233,71 Vrouw Aantal 6 23 13 62 44 56 315 17 5 7 548 Fte 6,00 20,70 11,55 46,95 34,80 43,16 221,62 12,07 3,50 1,38 401,73 totaal Aantal 11 33 17 69 50 101 497 27 11 16 832 Fte 11,00 30,30 15,35 53,20 40,30 86,75 367,47 20,61 7,48 2,98 635,44

In deze tabel wordt een verdeling naar functie over mannen en vrouwen gegeven. Onder CvB en directeuren wordt verstaan: het College van Bestuur, de controller, de secretaris van het College, een programmadirecteur, de clusterdirecteuren en de directeur van Beleids- en Onderwijsondersteuning en Strategisch Advies (BOOSA). Onder management wordt verstaan: alle managers in de lagen onder het College van Bestuur en directeuren (i.c. onderwijsmanagers en managers binnen BOOSA en de Serviceorganisatie en de manager HRM). In staf zijn een aantal medewerkers van de afdeling Beleidsondersteuning en strategisch advies (Bosa, afdeling van BOOSA) opgenomen. Het gaat om de volgende functiefamilies/functies: functiefamilie (Beleids)adviseur, functiefamilie Programmamanager en projectleiders en Studentendecaan.

Jaarverslag 2012

69

Onder clusterstaf en ondersteuning zijn de ondersteunende medewerkers opgenomen die werkzaam voor een onderwijsgevend cluster (behalve onderwijsassistenten en student-assistenten). Bij onderwijsondersteuning zijn die medewerkers opgenomen die zich bezighouden met de directe ondersteuning van het onderwijs (zoals studentzaken, mediacentrum en onderwijslogistiek), terwijl overige ondersteuning het bestuurssecretariaat, de afdeling HRM en alle andere ondersteunende medewerkers uit BOOSA en de Serviceorganisatie omvat. De overige functies spreken voor zich.

Leeftijd (in jaren)


Van het totale personeelsbestand is de leeftijdscategorie 55-59 het grootst. Tweede en derde zijn de leeftijdscategorien 5054 en 30-34. Ruim 36% van het personeelsbestand is 50 jaar en ouder; ruim 48% is 45 jaar of ouder. Van het onderwijsgevend personeel is ruim 42% 50 jaar of ouder; het percentage 45 jaar of ouder is bijna 55%. Opvallend is dat de categorien 30-34 en 35-39 en 50-54 en 55-59 ongeveer gelijk zijn.

Bij het personeelsbestand van ondersteunende medewerkers is de verdeling onder leeftijdscategorien redelijk gelijkmatig: in de categorien tussen 25 en 60 varieert het aantal tussen 30 en 53 personen. Daarvan is de categorie 40-44 het hoogst.

Bij de onderwijsclusters vallen bij het onderwijsgevend personeel (OP) op: Bij Zorg is de categorie 55 en ouder 38% van het totale aantal OP-medewerkers bij dit cluster; Bij Educatie Rotterdam is 47% 55 jaar of ouder; 62% is 50 jaar of ouder; Bij M&B is het aantal medewerkers van 30 tot 40 jaar vrij groot; bijna 41%.

Tabel 16a Leeftijdsopbouw per cluster en categorie


Leeftijd (in jaren) Zorg OP OBP Social Work en Toegepaste Psychologie OP OBP Educatie Leiden OP OBP Educatie Rotterdam OP OBP Management en Bedrijf OP OBP Techniek 3 2 4 < 25 2 4 6 4 6 1 4 3 25/29 14 3 18 2 10 4 2 1 23 3 30/34 10 3 14 1 10 2 5 24 3 35/39 10 3 9 2 7 3 2 1 15 3 40/44 11 2 16 2 7 3 4 12 1 45/49 17 3 20 4 12 1 5 13 2 50/54 23 18 2 7 1 12 16 2 55/59 17 5 10 8 4 8 > 60 104 26 113 21 67 14 34 3 115 17

70

Hogeschool Leiden

OP OBP CvB (incl secretariaat en HRM) OBP BOOSA OBP Serviceorganisatie OBP Serviceorganisatie Rotterdam OBP Ondernemingsraad OBP OP OBP Totalen

1 11 2 1 1 3 22 25

2 6 1 13 5 1 20 38 58

11 3 2 18 9 3 78 48 126

14 6 3 14 6 2 77 40 117

9 5 4 13 17 1 1 52 53 105

14 1 3 11 9 1 64 33 97

13 3 4 7 9 3 1 80 37 117

7 1 3 10 9 2 83 30 113

4 3 1 5 7 2 51 23 74

75 39 21 93 72 16 2 508 324 832

Grafiek 16a Leeftijdsopbouw (in aantallen)

Gemiddelde leeftijd
De gemiddelde leeftijd van medewerkers is in 2012 licht gedaald ten opzichte van 2011: van 43,96 in 2011 naar 43,85 in 2012.

Educatie Rotterdam heeft de hoogste gemiddelde leeftijd bij het onderwijsgevend personeel met 50,38 jaar. Bij de overige clusters is de gemiddelde leeftijd van het onderwijsgevend personeel ten opzichte van 2011 ongeveer gelijk gebleven.

Bij de onderwijsgevende clusters varieert de gemiddelde leeftijd van het ondersteunend personeel van ruim 35 jaar tot ruim 41 jaar. Bij de overige ondersteuning ligt dit iets hoger: tussen 40 en ruim 45 jaar.

Jaarverslag 2012

71

Tabel 16b Gemiddelde leeftijd


31-12-2012 Leeftijd (in jaren) Zorg OP OBP Social Work en Toegepaste Psychologie OP OBP Educatie Leiden OP OBP Educatie Rotterdam OP OBP Management en Bedrijf OP OBP Techniek OP OBP CvB (incl secretariaat) OBP BOOSA OBP Serviceorganisatie OBP Serviceorganisatie Rotterdam OBP Ondernemingsraad OBP OP OBP Totalen 48,59 40,65

45,23 37,76

44,55 41,36

50,38 35,33

43,53 40,00

43,95 35,28

45,10

40,73

44,51

43,44

45,50 45,59 41,10 43,85

72

Hogeschool Leiden

Verzuim
In 2012 is het verzuimpercentage gedaald ten opzichte van 2011. Het verzuimfrequentie en gemiddelde verzuimduur zijn echter gestegen.

Tabel 17 Verzuimcijfers
Hogeschool Leiden Educatie Educatie Leiden Educatie Rotterdam M&B SW&TP Techniek Zorg Boosa Boosa - bosa Boosa - M&C Boosa - Mediacentrum Boosa - Studentzaken SO (nieuw) SO (oud) SO - FB SO - Financin SO - ICT CvB (incl HRM) CvB (excl HRM) CvB - HRM 0,29% 0,36 0,67% 0,5 6,98% 2,15 15,94 6,83% 1,76 12,45 3,94% 1,06 4,61 5,75% 0,95 28,25 4,13% 5,06% 3,01% 4,26% 1,2 0,8 1,34 1,05 5,53 10,77 7,78 20,47 4,37% 4,54% 3,57% 4,08% 1 0,82 1,05 0,97 16,67 15,97 10,37 12,25 5,37% VP 5,01% 1,19 2010 VF 1,37 12,38 Gem. verzuimduur 13,43 5,12% VP 4,88% 1,08 2011 VF 1,17 15,77 Gem. verzuimduur 13,69 3,34% 3,72% 2,23% 3,23% 4,70% 4,52% 2,84% 6,62% 3,17% 2,36% 15,56% 10,51% 4,20% 6,83% 5,61% 2,69% 2,49% 4,22% 1,74% 7,78% VP 4,21% 1,25 1,27 1,15 1,27 1,1 1,12 1,33 1,68 1,27 2,58 1,75 1,4 1,98 1,76 1,84 2,1 2,07 1,50 1,31 1,88 2,05 38,81 12,45 13,47 4,81 4,18 3,43 45,16 7,56 7,84 29,25 24,06 6,57 2012 VF 1,33 20,3 Gem. verzuimduur 16,35

Beoordeling
Volgens de regeling gesprekscyclus functioneren en beoordelen is binnen Hogeschool Leiden een viertal scores voor de beoordeling mogelijk: A voor uitstekend functioneren, B voor goed functioneren, C voor zwak functioneren en D voor onvoldoende functioneren. De score zwak voldoende is met ingang van het studiejaar 2010-2011 gehanteerd; voor de scores van 2010 geldt dat de C stond voor voldoende. In deze tabel is aangegeven welke beoordelingen in de zomer van 2012 zijn gegeven. Niet alle medewerkers zijn beoordeeld; medewerkers die na 1 april in dienst zijn gekomen en medewerkers die op of voor 1 augustus uit dienst zijn gegaan worden niet altijd beoordeeld. Wel worden voortgangsgesprekken gevoerd. Daarnaast worden student-assistenten niet beoordeeld.

Het aantal beoordelingen met de score A uitstekend is in 2012 ongeveer gelijk ten opzichte van de voorgaande twee jaren. Het aantal scores B goed is opnieuw hoger dan in de voorgaande jaren. De score C zwak voldoende is licht gedaald ten opzichte van 2011 en D onvoldoende is licht gestegen.

Jaarverslag 2012

73

Tabel 18 Beoordelingen augustus


A - uitstekend B - goed C - (zwak) voldoende D - onvoldoende Totaal 2010 48 521 (632) 111 (0) 9 689 2011 51 578 (608) 30 (0) 7 666 2012 49 603 (630) 27 (0) 10 689

Toelichting
De scores tussen haakjes zijn de formele cao-scores. De cao-hbo kent slechts drie scores: uitstekend, goed en onvoldoende. Intern gebruiken we sinds het studiejaar 2010-2011 een extra score: zwak voldoende. Door de score voldoende te vervangen door een zwak voldoende ontstaat er meer duidelijkheid voor de medewerker. Sinds 2011 kan een leidinggevende niet langer een score C voldoende geven als het werk aan de norm voldoet. Als een leidinggevende eigenlijk niet tevreden is, maar het functioneren is evenmin echt onvoldoende, dan kan de leidinggevende eenmalig een zwak voldoende toekennen. Dit is een belangrijk signaal dat verbetering noodzakelijk is.

Personeelsregelingen
In 2012 is van de regelingen voor betaald ouderschapsverlof en SOP aanzienlijk meer gebruik gemaakt ten opzichte van 2011. Hogeschool Leiden heeft aan de SOP-regeling bijna 150.000 meer uitgegeven. Evenals in 2011 is dit veroorzaakt door de berichten dat het CAO-artikel inzake SOP op termijn mogelijk wijzigt. De spaarloonregeling is met ingang van 1 januari 2012 vervallen. De deelname aan de levensloopregeling is flink teruggelopen door het besluit ook deze regeling in de toekomst te laten vervallen.

Tabel 19 Personeelsregelingen
31-12-2011 omschrijving arbeidsmarkttoelage spaarloon levensloop woon-verkeer ns-regeling fiets-regeling betaald ouderschapsverlof SOP aantal deelnemers SOP totale kosten SOP kosten werknemer SOP kosten werkgever jubilea 25 jaar jubilea 40 jaar Totale kosten jubilea 19 5 39.645 22.985 59 116 54 46 387.968 102.905 285.062 Aantal 18 325 23 Bedrag 51.770 193.088 73.138 614.505 31-12-2012 Aantal 17 14 65 103 70 61 12 5 Bedrag 47.805,22 47.468,00 651.109,01 581.043,10 148.580,59 432.462,51 25.930,00 22.640,00 48.570,00 vervallen per 01-01-2012

74

Hogeschool Leiden

Financieel verslag
Stichting Hogeschool Leiden kent geen winstoogmerk. De hogeschool streeft ernaar de baten en lasten op middellange termijn neutraal te laten verlopen.

Planning & Control Cyclus


In 2012 is de kwaliteitszorgcyclus gentegreerd in de centrale Planning & Control cyclus, om zeer frequent zicht te hebben en te sturen op de prestaties van de hogeschool en de kwaliteit van het onderwijs en ondersteunende processen. Voorheen waren kwaliteitszorg en de (financile) P&C cyclus gescheiden processen.

Vanuit het instellingsplan is door de clusterdirecteuren een tweejarig businessplan geschreven, waarin een vertaling wordt gemaakt van de ambities en doelstellingen uit het instellingsplan naar het eigen cluster. Voor het businessplan is een nieuw format opgesteld, waarin kwaliteitszorg eveneens een integraal onderdeel is. De prestatieafspraken zijn hierin tevens meegenomen. De wijze waarop deze ambities, doelstellingen en prestatieafspraken worden gerealiseerd, wordt beschreven in het managementcontract. Om te borgen dat deze acties worden uitgevoerd, zijn de onderdelen opgenomen in de jaarkalender P&C cyclus.

De businessplannen voor de jaren 2013-2014 en het managementcontract voor 2013, waarin integratie van de kwaliteitscyclus heeft plaatsgevonden, zijn op bovenstaande wijze tot stand gekomen.

Per jaar vinden er een vijftal gesprekken plaats per cluster of ondersteunende afdeling met het College van Bestuur. Per trimester wordt de status van het management contract besproken. Daarnaast vindt er in de zomermaanden een businessplan gesprek plaats en in het najaar het begrotingsgesprek. Onderdeel van deze gesprekken is tevens de stand van zaken met betrekking tot tweede- en derdegeldstroom projecten.

Risico management
Risicomanagement is een integraal onderdeel van de P&C cyclus.

Voor risicomanagement is een apart hoofdstuk opgenomen binnen het nieuwe businessplan en management contract format om het belang ervan te benadrukken. De cluster en ondersteunende afdeling is gevraagd wat strategische risicos zijn en hoe deze worden beheerst, waarbij de volgende invalshoeken zijn toegepast: het primaire proces Onderwijs & Onderzoek; medewerkers/mens; kritische processen; wet-en regelgeving/compliance; omgeving.

In het najaar van 2011 heeft een uitgebreid risicomanagementproject plaatsgevonden. In de zomer van 2013 zal een update plaatsvinden.

Jaarverslag 2012

75

De nadruk zal in 2013 liggen op het vervullen van de regelkring. Vanuit Check-Act verschuift de focus naar Plan-Do. Uit het risicomanagementproject zijn een drietal strategische risicos gedentificeerd, waaronder de organisatiecultuur, het ontbreken van een beleidsrijk meerjarenbeleid en een kwalitatieve frictie van het personeel. Er is inmiddels een financile tool ontwikkeld, waarin verschillende scenarios kunnen worden doorberekend en zichtbaar is wat de impact is voor de komende jaren. Deze tool wordt intensief gebruikt in strategische beslissingen, zoals bijvoorbeeld rondom de numerus fixus en huisvesting. Met betrekking tot de vergaande autonomie en de borging van afspraken geldt dat de focus in 2012 is gelegen op versterken van de PDCA-cyclus met een duidelijke borging binnen de Planning & Control- cyclus. Het gezamenlijk werken aan een hogeschoolbrede kwaliteitscultuur is eveneens een belangrijke actie om het risico tegen te gaan. Daarnaast is het risico gedentificeerd dat als gevolg van tekort aan kwaliteit binnen de vaste personeelsformatie de organisatie op onderdelen onvoldoende verandervermogen heeft om adequaat te kunnen reageren op ontwikkelingen uit de omgeving. Om dit risico te mitigeren is een scan gemaakt van de veranderkracht van de verschillende medewerkers en afdelingen in de strategische personeelsplannen.

Informatiemanagement
Hogeschool Leiden heeft een informatiebeleidsplan. Hierin wordt vanuit het instellingsplan de ambities en de kaderstelling voor informatievoorziening aangegeven: het informatiebeleid realiseert mede de doelstellingen van het instellingsplan. Er is een structuur, waarbij vertegenwoordigers van de onderwijsorganisatie mede de prioriteiten en inrichting van de ICT bepalen. Een projectportfolio is tot stand gekomen, waarbij vanuit de processen gekeken is naar de behoefte in het onderwijs en de daarbij behorende technische randvoorwaarden. Het projectportfolio is een meerjarenplan. Elk jaar wordt vanuit deze projectportfolio de prioriteiten vastgesteld, die vervolgens worden meegenomen in de hogeschoolbrede projectenportfolio.

Hogeschoolbrede projecten
Voor 2012 is 2 mln. begroot voor hogeschoolbrede projecten. De aanvraag voor projecten is groter dan de beschikbare financile ruimte. Vanwege de sterke groei van studenten en het daaraan gerelateerde voorfinancieringseffect, zijn de financile middelen beperkt. Op basis van prioriteiten is invulling gegeven aan de projectenkalender voor 2012. Daarnaast is het de keuze de hoeveelheid projecten passend te laten zijn, bij wat de organisatie aankan. Deze keuze wordt tevens ingegeven door het eerder genoemd risico dat er een beperkt verandervermogen is. Onderdelen van de hogeschoolbrede projecten portfolio zijn gerelateerd aan informatiemanagement, ICT, huisvesting en onderwijs.

In 2012 waren de volgende projecten onderdeel van de hogeschoolbrede projecten: programma roosteren; project instellingstoets; nieuwe mail omgeving; infrastructuur technische projecten, zoals migratie van oude naar nieuwe infrastructuur; uitrol van smartphones; implementatie intranetportaal; project social media; weblecturing; upgrade van Blackboard voor het onderwijs, die is opgenomen in de nieuwe elektronische leeromgeving; aanvullende tijdelijke huisvesting; huisvesting gerelateerd project om de technische installaties binnen het hogeschool gebouw te verbeteren. De totale exploitatiekosten voor 2012 zijn 2,5 mln.

76

Hogeschool Leiden

Treasury Statuut
In 2012 heeft een update van het treasurystatuut plaatsgevonden, welke is goedgekeurd door de Raad van Toezicht. In het treasurystatuut zijn de bevoegdheden duidelijk vastgelegd. Het treasurystatuut wordt uitgevoerd rekening houdend met de eisen zoals genoemd in de regeling Beleggen en Belenen van het ministerie OCW.

Het treasurybeleid van Hogeschool Leiden is risicomijdend en volgt ten aanzien van het aangaan van rente risicos een conservatief beleid. Renteposities uit hoofde van variabel rentende leningen worden afgedekt met een rente-instrument, zoals een renteswap, waarbij een perfecte hedge wordt nagestreefd. De renterisicos zijn dan zoveel mogelijk afgedekt.

In 2012 heeft verdere uitwerking van het treasurystatuut plaatsgevonden in het treasuryplan. Vervroegde aflossing van een tweetal ING leningen, heeft eind 2012 plaatsgevonden, waarvan het openstaand saldo 4,3mln. bedroeg. Het betrof een tweetal leningen waarop een borgstelling was afgegeven door de Stichting Waarborgfonds HBO ten gunste van de ING. Vanwege opheffing van het Waarborgfonds heeft aflossing een aantal maanden eerder plaatsgevonden dan op het geplande renteherzieningsmoment, april 2013.

De niet directe benodigde liquide middelen zijn geplaats op spaarrekeningen die vrij opneembaar zijn. Vanwege risicospreiding zijn de middelen verdeeld over een tweetal Nederlandse banken. De saldi op rekening-courantrekeningen zijn eveneens vrij opneembaar.

Kredietfaciliteit
Voor de financiering van de nieuwbouwvleugel is in 2008 een overeenkomst afgesloten met ING. Het betreft een RekeningCourant Faciliteit in combinatie met een renteswap om de rente vast te zetten. Door de invoering van een liquiditeitsopslag door de ING is een variabele opslag toegevoegd, waardoor het belangrijkste doel van de hogeschool, zekerheid voor de komende 30 jaar, niet meer gegarandeerd is. In 2013 is overeenstemming bereikt met de ING over aflossing van de financiering bij ING, onder opname van een lening bij de Schatkist met gelijke modaliteiten. De swap die destijds ter afdekking van het renterisico is afgesloten, zal blijven doorlopen. De hedge-relatie wordt niet doorbroken, de grondslag voor de waardering (kostprijs hedge accounting) wordt gecontinueerd. De financiering bij de schatkist leidt niet tot een verandering van de vermogenspositie.

Declaraties College van Bestuur


In 2012 is door de Raad van Toezicht een declaratiereglement vastgesteld voor het College van Bestuur. Het College van Bestuur hanteert een terughoudend beleid met betrekking tot onkosten. Het bestuur ontvangt maandelijks een onkostenvergoeding van 160,-.

Het College van bestuur heeft beschikking over een lease auto. De totale kosten in 2012 voor de lease autos waren voor de voorzitter 11,522 en voor het lid 18,228.

Declaraties 2012
Voorzitter CvB Representatie Reis- en verblijf binnenland Reis-en verblijf buitenland Overig Totaal 172 135 0 89 396 Lid CvB 1.700 134 0 207 2.041 Totaal 1.872 269 0 296 2.437

Jaarverslag 2012

77

Declaraties 2011
Voorzitter CvB Representatie Reis- en verblijf binnenland Reis- en verblijf buitenland Overig Totaal 583 214 0 0 797 Lid CvB 502 1.288 10 0 1.800 Totaal 1.085 1.502 10 0 2.597

78

Hogeschool Leiden

Toelichting op het resultaat 2012


Staat van baten en lasten over 2012 en de vergelijkende cijfers 2011 (bedragen x 1.000) Begroting 2012 45,828 675 14,084 3,519 432 Totaal baten Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financile baten en lasten Totaal resultaat 67,068 51,113 3,683 2,958 8,565 66,319 749 -1,243 -494 64.538 49,159 4,080 2,748 9,674 65,661 -1,123 -1,277 -2,400 64,429 1 -1,272 -1,271 64,430 47,856 4,154 2,697 9,722

3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 4 4.1 4.2 4.3 4.4 5 Baten Rijksbijdragen OC&W

2012

2011

47,222 648 14,108 4,086 1,004

43,864 2,269 12,619 4,625 1,053

Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus-, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten

Begroting 2012
In december 2011 heeft de Raad van Toezicht de begroting voor 2012 goedgekeurd en daarbij de aanvulling geplaatst of de start van een aantal projecten niet naar voren kon worden gehaald, zodat de positieve effecten van deze projecten eerder zichtbaar zijn. Hieraan is begin 2012 invulling gegeven door verhoging van het hogeschoolbrede projecten budget, waarbij kwaliteitsverbetering een belangrijk aandachtspunt is. De aangepaste begroting heeft een negatief resultaat van 2,4mln.

Resultaat
Het exploitatieverlies over 2012 bedraagt 0,5mln. negatief. Dit betekent 1,9mln. minder verlies ten opzichte van de begroting.

Uitgangspunt bij het opstellen van de begroting voor 2012 is dat het resultaat voor contractonderwijs en subsidies budgetneutraal verloopt. Het behaalde resultaat over 2012 voor tweede- en derde geldstroom activiteiten bedraagt 0,1mln positief. Dit houdt in dat over de eerste geldstroom het exploitatie resultaat 1,8mln minder negatief is dan begroot. Deze positieve afwijking voor de eerste geldstroom ten opzichte van de begroting wordt als volgt verklaard:

Jaarverslag 2012

79

0,5mln. meer studentgebonden rijksbijdragen (exclusief subsidies) en collegegelden. Daarnaast zijn de overige baten waar geen lasten tegen overstaan hoger dan begroot ( 0,2mln.); De totale kosten zijn 1,1mln. minder dan begroot bij verschillende onderwijsclusters en ondersteunende afdelingen. Daarnaast heeft de toedeling van de begroting voor lectoraten niet geheel plaatsgevonden.

Baten
De totale baten zijn 2,6mln. toegenomen ten opzichte van vorig jaar. De toename van rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en collegegelden bedraagt 3,2mln. Deze is te verklaren door de stijging van het aantal studenten in zowel studiejaar 2010-2011 als studiejaar 2011-2012.

Het aantal ingeschreven studenten en het aantal bekostigde studenten is de afgelopen jaren als volgt gestegen: Aantal ingeschreven studenten 2011 2012 2013 7.858 (2010-2011) 8.541 (2011-2012) 8.851 (2012-2013) % groei 6,3% 8,7% 3,6% Aantal bekostigde studenten (T-2) 6.202 6.720 7.174 % groei 7,1% 8,4% 6,8%

De rubriek overige overheidsbijdragen en- subsidies zijn met 1,6mln. gedaald ten opzichte van 2011. Met name vanwege een stelsel wijziging met betrekking tot de ontvangen subsidie van het ministerie van VWS. De ontvangen subsidie van het ministerie van VWS. Het betreft een subsidie van circa 1mln. waarvan Hogeschool Leiden een doorgeefluik functie vervult. Vanaf 2012 wordt de vooruit ontvangen subsidie verantwoord onder de doorlopende passiva.

De totale baten zijn 2,5mln. hoger dan begroot. De baten in opdracht van derden, subsidies en overige baten zijn te laag ingeschat.

Lasten
De totale lasten zijn 1,9mln. toegenomen ten opzichte van vorig jaar en zijn 0,7mln. hoger dan begroot. De hogere lasten dan begroot wordt met name veroorzaakt doordat de baten gerelateerd aan contractonderwijs en subsidies voorzichtig zijn begroot, waardoor ook de lasten met ongeveer eenzelfde bedrag zijn toegenomen.

De totale personeelslasten zijn ten opzichte van vorig jaar toegenomen met 3,3mln, waarvan 2,6mln. betrekking heeft op lonen en salarissen. Dit betreft een stijging van 6,4% waarvan 5,4% betrekking heeft op toename van onderwijzend personeel en 1% op ondersteunend personeel. Het gemiddeld aantal ftes is toegenomen met 32fte.

De hogere personeelslasten van 2,0mln. ten opzichte van de begroting is met name het gevolg dat de groei van het aantal studenten nog ten dele is ingevuld met extern personeel. Daarnaast zijn met name ICT vacatures en ICT gerelateerde projecten ingevuld door tijdelijk personeel, die gerapporteerd zijn onder de personele lasten. De ICT projecten zijn begroot binnen de overige lasten, waardoor er een verschuiving ten opzichte van de begroting heeft plaatsgevonden tussen overige lasten en personeelslasten. De overige lasten zijn 1,1mln. lager dan begroot.

Financile baten en lasten


Door een effectiever beheer van liquide middelen zijn de rentebaten hoger dan begroot ( 109.000). De rentelasten zijn hoger dan begroot ( 75.000), doordat de liquiditeitsopslag van de Rekening-Courant Faciliteit is toegenomen.

80

Hogeschool Leiden

Investeringen
De totale investeringen bedragen 1,2mln, waarvan 190.000 betrekking heeft op een project om de technische installaties binnen het hogeschool gebouw te verbeteren. Daarnaast is 358.000 genvesteerd in tijdelijke uitbreiding huisvesting. De afschrijvingsduur van deze investering is gelijkgesteld aan het huurcontract. Het investeringsniveau voor 2013 zal hoger liggen dan 2012 door investeringen in aanvullende huisvesting en uitbreiding van laboratoria voor onderwijscluster Techniek.

Kasstroomoverzicht Kasstroomoverzicht over 2012 en vergelijkende cijfers 2011


(bedragen x 1.000) 12/31/2012 4,871 -1,199 -5,041 -1,369 12/31/2011 4,735 -1,678 -1,436 1,621

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie geldmiddelen

De liquide middelen zijn met 1,4mln. afgenomen naar 10,3mln. door aflossing van de langlopende schulden met 5,0mln. Aflossing van de kredietfaciliteit heeft plaatsgevonden conform aflossingsschema. Daarnaast zijn de overige twee langlopende leningen afgelost. De kasstroom uit operationele activiteiten van 4,9mln. is ongeveer gelijk aan vorig jaar.

Gelden uit de rijksbijdrage voor private activiteiten


De hogeschool heeft in 2012 geen gelden uit de rijksbijdrage onttrokken voor private activiteiten. De bestemmingsreserve (privaat) voor tweede- en derde geldstroomactiviteiten is toegenomen met 117.000 met name vanwege positieve resultaten van cluster techniek. Het resultaat is toegevoegd aan de private bestemmingsreserves.

Kengetallen
2012 Solvabiliteit (eigen vermogen/totaal vermogen) Weerstandsvermogen (eigen vermogen/rijksbijdrage en collegegelden) Liquiditeit (vlottende activa/vlottende passiva) 45% 53% 0,6 2011 43% 58% 0,8 2010 44% 65% 0,8

De financile positie van Hogeschool Leiden is solide en daarbij is de liquiditeitspositie ruimschoots voldoende.

De gehanteerde streefwaarde voor de solvabiliteit conform het treasurystatuut bedraagt 35%-40%. De begroting voor 2012 was uitgegaan van een solvabiliteit van 42%. Door een minder negatief exploitatieresultaat dan begroot, 1,9mln. en vermindering van het totaal vermogen door aflossing van een tweetal ING leningen, is de solvabiliteit hoger dan verwacht. Conform het treasurystatuut dient de solvabiliteit minimaal 28% te zijn.

De vlottende activa is afgenomen door aflossing van leningen vanuit de liquide middelen, waardoor de liquiditeit is gedaald van 0,8 naar 0,6.

Jaarverslag 2012

81

Begroting 2013
Hogeschool Leiden heeft vanaf 1 januari 2013 hogeschool Helicon overgenomen. Hogeschool Helicon, gevestigd te Zeist, is op zoek gegaan naar een fusiepartner. Hiertoe heeft Hogeschool Leiden een businesscase opgesteld.

bedragen x 1.000

Begroting 2013

Realisatie 2012

Baten Rijksbijdragen OCW en overheidssubsidies Collegegelden Baten werk i.o.v. Derden Overige baten Totaal Baten 51.313 15.298 3.590 641 70.842 47.870 14.108 4.085 1.004 67.067

Lasten Personele lasten Afschrijvingen Overige instellingslasten Totaal lasten 53.300 4.234 14.012 71.546 51.113 3.683 11.522 66.318

Saldo baten en laten

704-

749

Saldo financile baten en lasten Saldo baten en lasten

1.228 1.932-

-1.243

494-

In de begroting van 2013 is Hogeschool Helicon gentegreerd. De rijksbijdrage en collegegelden voor Hogeschool Helicon voor 2013 bedraagt 3,6mln. De baten voor 2013 nemen ten opzichte van 2012 toe met 6%, waarvan 5,4% betrekking heeft op de overname van Helicon. De groei van het aantal bekostigde studenten is hoger (7%), dan de groei van het aantal ingeschreven studenten (3,6%). Het voorfinancieringseffect voor de hogeschool neemt voor 2013 voor het eerst sinds jaren af. Het aantal studenten voor studiejaar 2012-2013 is toegenomen, maar de groei is niet meer zo fors als in voorgaande studiejaren.

In de begroting is rekening gehouden met investeringen in aanvullende huisvesting mede samenhangend met de komst van Hogeschool Helicon en eenmalige integratiekosten. Het exploitatie resultaat voor 2013 is 1,9mln negatief, waarvan een bedrag van 0,7mln. betrekking heeft op eenmalige integratiekosten. Vanaf 2014 zal het exploitatieresultaat positief zijn. Er zijn geen structurele wijzigingen gepland in de personeelsbezetting.

Net zoals voor 2012 is voor 2013 ons streven zoveel mogelijk financile middelen aan het onderwijs toe te kennen. De normatieve rijksbijdrage en collegegelden nemen ten opzichte van de begroting 2012 toe met 4%. De toedeling aan de onderwijsclusters op basis van het interne allocatiemodel stijgt met 4,5%, terwijl de kosten voor ondersteunende diensten en overhead dalen met 2,4%.

82

Hogeschool Leiden

Prestatiebekostiging
Voor 2013 is door het ministerie van OCW een bedrag van 2,2mln. toegekend aan voorwaardelijke bekostiging voor onderwijskwaliteit en studiesucces. Daarnaast is 1,3mln. toegekend aan selectieve bekostiging voor profilering en zwaartepuntvorming. Onderdeel van de selectieve bekostiging is de financiering voor het centre of expertise genomics.

Pabo Thomas More


In 2011 heeft Hogeschool Leiden de intentie uitgesproken Pabo Thomas More, gevestigd in Rotterdam, over te dragen aan de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO). In 2012 is er mondelinge overeenstemming bereikt met de RVKO. De voorbereidingen voor ontvlechting zijn in volle gang. De overdracht, die mede afhankelijk is van formele goedkeuring van het Ministerie van OCW, zal waarschijnlijk per 1 september 2013 plaatsvinden.

Notitie Helderheid
In de notitie helderheid van ministerie OCW wordt een aantal punten geformuleerd, waarover in het jaarverslag gerapporteerd moet worden:

Hogeschool Leiden besteedde, conform voorgaande jaren, geen delen van onderwijsprogrammas uit. Daarnaast zijn er in 2012 geen gelden onttrokken uit de Rijksbijdrage voor private activiteiten. Hogeschool heeft een profileringsfonds dat in hoofdstuk Talenten ontwikkelen wordt toegelicht. Bekostiging van buitenlandse studenten vindt niet plaats. Er zijn geen maatwerktrajecten, zoals bedoeld in de notitie helderheid.

Jaarverslag 2012

83

Gegevens organisatie
Instellingsgegevens
Hogeschool Leiden

Bezoekadres: Postadres: Telefoon: Fax: E-mail: Internet:

Zernikedreef 11, 2333 CK Leiden Postbus 382, 2300 AJ Leiden 071 5188800 Leiden 071 5188801 infohl@hsleiden.nl www.hsleiden.nl

College van Bestuur


Voorzitter Lid Secretaris Controller Drs. Paul van Maanen Agnita Mur drs. Lisette van de Weijer drs. Mirjam Verhulst RA

Directie (per 31 december 2012)

Directeur Educatie Drs. Robert Vitor Directeur Management en Bedrijf Directeur Techniek Directeur Social Work en Toegepaste Psychologie Directeur Zorg Directeur Beleidsondersteuning en Strategisch Advies Directeur Serviceorganisatie Anke van Vuuren Drs. John van der Willik Nico van Tol Drs. Lucienne van Laar ir. Annelies Opstraat

Samenstelling Medezeggenschap
Sinds 1 september 2012 is er sprake van gedeelde medezeggenschap en is er een Ondernemingsraad en een Studentenraad.

Per 31 december 2012 had de Ondernemingsraad Hogeschool Leiden de volgende samenstelling: Joop Burgerhout (docent Toegepaste Psychologie) Monique Klinkenberg (onderwijsassistent Verpleegkunde) Cock van Bruggen (docent Sociaal Pedagogische Hulpverlening) Michael Hoedjes (docent Kunstzinnige Therapie) Vincent Jongste (docent Rechten) Marika Klintworth (docent Leraar basisonderwijs) Marietta Spigt (docent Fysiotherapie) Aart van Wingerden (docent Fysiotherapie) Chantal Wirtz (projectleider BOOSA)

84

Hogeschool Leiden

Per 31 december 2012 had de Studentenraad Hogeschool Leiden de volgende samenstelling:

Peter van Hinsbergh (Sociaal Pedaogische Dienstverlening) Tim Edwards (Verpleegkunde) Jorike Wollrabe (Toegepaste Psychologie) Amy de Wilde (Communicatie) Anne Lenferink (Verpleegkunde) Amber van Kooten Niekerk (Chemie) Kevin Vegt (Leraar Basisonderwijs) Nora Cherif (Toegepaste Psychologie) Soraya de Waal (Rechten) Victor Plat (Bio-Informatica)

Opleidingen per 31 december 2012 Techniek Bachelor


Bio-informatica (Voltijd) Biologie en medisch laboratoriumonderzoek (Voltijd) Chemie (Voltijd) Informatica (Voltijd)

Zorg Bachelor
Opleiding tot Verpleegkundige (Voltijd) Opleiding tot Verpleegkundige (Duaal) Kunstzinnige Therapie (Voltijd) Kunstzinnige Therapie (Deeltijd) Opleiding tot Fysiotherapeut (Voltijd)

Master
Advanced Nursing Practice (Duaal) Fysiotherapie/Oefentherapie bij mensen met chronische ziekten*

Social Work en Toegepaste Psychologie Bachelor


Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (Voltijd) Sociaal Pedagogische Hulpverlening (Voltijd) Cultureel Maatschappelijke Vorming (Voltijd)* Toegepaste Psychologie (Voltijd) Toegepaste Psychologie (Deeltijd)

Master
Jeugdzorg

Jaarverslag 2012

85

Educatie Bachelor
Leraar basisonderwijs (voltijd) Leraar basisonderwijs (deeltijd) Academische opleiding leraar basisonderwijs (voltijd) Lerarenopleiding Omgangskunde (voltijd) Lerarenopleiding Omgangskunde (deeltijd) Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn (voltijd) Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn (deeltijd)

Associate Degree
Lerarenopleiding Omgangskunde Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn

Management en Bedrijf Bachelor


Communicatie (voltijd) Commercile economie (voltijd) Rechten (voltijd) Rechten (deeltijd) Sociaal-Juridische Dienstverlening (voltijd) Sociaal Juridische Dienstverlening (deeltijd) Human Resources Management (voltijd) Management in de Zorg (deeltijd/duaal)

Associate Degree
Management in de Zorg (deeltijd/duaal)

* Opleiding wordt afgebouwd en heeft geen instroom meer.

86

Hogeschool Leiden

Organisatieschema

Jaarverslag 2012

87

Studentgegevens
STUDENTGEGEVENS Aantal onderwijsvolgende* studenten Hogeschool Leiden
Betreft totaal aantal ingeschreven studenten: aantal inschrijvingen per inschrijvingsjaar, waarbij de student actief is op 1 oktober, ongeacht de bekostigingsstatus. + N.B. Indien student zich op 2 opleidingen inschrijft zal deze voor beide opleidingen als inschrijving worden geteld. Jaar leraar basisonderwijs voltijd * leraar basisonderwijs deeltijd * Academische pabo Ad Leraar vo 2e gr Gezondheidszorg & Welzijn voltijd Ad Leraar vo 2e gr Gezondheidszorg & Welzijn deeltijd leraar vo 2e graad verzorging voltijd leraar vo 2e graad verzorging deeltijd AD leraar vo 2e graad omgangskunde voltijd AD leraar vo 2e graad omgangskunde deeltijd leraar vo 2e graad omgangskunde voltijd leraar vo 2e graad omgangskunde deeltijd leraar vo 2e graad omgangskunde duaal human resources management voltijd human resources management deeltijd sociaal-juridische dienstverlening voltijd sociaal-juridische dienstverlening deeltijd hbo rechten voltijd hbo rechten deeltijd commercile economie voltijd communicatie voltijd management in de zorg deeltijd management in de zorg duaal ad management in de zorg deeltijd ad management in de zorg duaal biologie en medisch laboratoriumonderzoek voltijd chemie voltijd informatica voltijd informatica duaal bio-informatica voltijd 07/08 1123 266 2 102 8 36 119 46 117 11 398 36 274 220 37 49 412 223 248 82 08/09 1015 261 6 91 13 52 1 121 40 132 8 437 57 271 231 50 100 438 261 241 13 83 09/10 947 249 45 1 7 10 83 1 6 32 66 137 42 182 2 497 91 298 254 34 98 478 287 280 9 111 10/11 888 265 68 5 7 8 83 1 7 55 79 172 26 221 19 563 67 326 338 31 3 74 41 482 292 338 20 118 11/12 959 296 125 3 10 14 65 6 14 75 87 213 15 264 29 706 68 365 382 20 15 39 64 522 306 380 18 95 12/13 1005 237 171 4 6 16 82 8 10 63 62 209 6 266 17 777 43 464 423 11 24 32 71 573 309 448 13 108

88

Hogeschool Leiden

Jaar verpleegkundige voltijd verpleegkundige deeltijd verpleegkundige duaal advanced nursing practice duaal fysiotherapeut voltijd kunstzinnige therapie voltijd kunstzinnige therapie deeltijd toegepaste psychologie voltijd toegepaste psychologie deeltijd culturele en maatschappelijke vorming voltijd maatschappelijk werk en dienstverlening voltijd maatschappelijk werk en dienstverlening deeltijd sociaal pedagogische hulpverlening voltijd sociaal pedagogische hulpverlening deeltijd HL totaal Jaarlijkse groei

07/08 399 137 163 47 443 218 175 296 89 242 35 396 126 6575 7,89%

08/09 363 134 170 49 451 247 163 447 94 235 47 404 127 6854 4,21%

09/10 348 117 144 49 484 242 194 524 68 85 226 51 429 146 7354 7,33%

10/11 401 94 119 61 485 254 109 643 83 88 294 49 453 138 7868 6,99%

11/12 416 85 98 66 529 268 94 740 83 43 344 55 493 116 8585 9,11%

12/13 511 47 74 72 523 255 61 746 84 22 346 37 561 70 8867 3,39%

Aantal instromende studenten per opleiding


Totaal aantal instromende studenten Instroom opleiding: aantal instromende studenten waarbij de student actief is op 1 oktober, ongeacht de bekostigingsstatus. Aankomstjaar opleiding wordt bepaald o.b.v. opleidingscode en opleidingsvorm. Jaar leraar basisonderwijs voltijd * leraar basisonderwijs deeltijd * Academische pabo Ad Leraar vo 2e gr Gezondheidszorg & Welzijn voltijd Ad Leraar vo 2e gr Gezondheidszorg & Welzijn deeltijd leraar vo 2e graad verzorging voltijd leraar vo 2e graad verzorging deeltijd AD leraar vo 2e graad omgangskunde voltijd AD leraar vo 2e graad omgangskunde deeltijd leraar vo 2e graad omgangskunde voltijd leraar vo 2e graad omgangskunde deeltijd leraar vo 2e graad omgangskunde duaal human resource management voltijd human resource management deeltijd sociaal-juridische dienstverlening voltijd 07/08 390 105 2 37 5 23 29 13 48 08/09 322 108 5 33 7 30 1 43 15 56 09/10 298 107 45 1 7 8 31 1 6 24 39 60 12 92 10/11 288 128 47 4 5 3 27 1 5 38 32 74 93 11/12 368 140 71 1 5 11 23 6 12 55 42 91 125 111 12/13 406 83 72 4 3 13 51 4 3 34 12 81

Jaarverslag 2012

89

Jaar sociaal-juridische dienstverlening deeltijd hbo rechten voltijd hbo rechten deeltijd commercile economie voltijd communicatie voltijd management in de zorg deeltijd management in de zorg duaal ad management in de zorg deeltijd ad management in de zorg duaal biologie en medisch laboratoriumonderzoek voltijd chemie voltijd informatica voltijd Informatica duaal bio-informatica voltijd verpleegkundige voltijd verpleegkundige deeltijd verpleegkundige duaal advanced nursing practice duaal fysiotherapeut voltijd kunstzinnige therapie voltijd kunstzinnige therapie deeltijd toegepaste psychologie voltijd toegepaste psychologie deeltijd culturele en maatschappelijke vorming voltijd maatschappelijk werk en dienstverlening voltijd maatschappelijk werk en dienstverlening deeltijd sociaal pedagogische hulpverlening voltijd sociaal pedagogische hulpverlening deeltijd HL totaal Jaarlijkse groei

07/08 4 192 15 110 53 7 38 118 61 55 27 132 59 38 25 173 78 81 247 30 91 19 139 44 2488 6,19%

08/09 1 195 29 96 91 20 55 149 86 82 13 30 109 36 53 24 173 109 64 246 40 81 18 138 42 2600 4,50%

09/10 211 44 119 123 16 38 175 94 120 7 47 119 31 32 24 163 94 95 202 46 32 70 16 153 55 2857 9,88%

10/11 17 271 13 130 134 15 3 22 41 181 92 148 14 42 168 34 26 32 173 106 25 248 42 32 145 12 167 48 3126 9,41%

11/12 16 351 18 162 152 6 13 11 29 197 101 163 1 21 198 31 1 31 187 108 21 273 31 159 17 198 23 3462

12/13 361 235 160 6 11 19 15 237 100 190 40 258 1 39 172 74 239 20 140 2 216 3 3415

10,75% -1,38%

90

Hogeschool Leiden

Gemiddelde studieduur studiestakers (in jaren)


Gemiddelde studieduur studiestakers in jaren: gemiddelde studieduur studiestakers in jaren, berekend o.b.v. het aantal maanden per inschrijvingsjaar, ongeacht de bekostigingsstatus.

Jaar leraar basisonderwijs voltijd * leraar basisonderwijs deeltijd * Academische pabo Ad Leraar vo 2e gr Gezondheidszorg & Welzijn voltijd Ad Leraar vo 2e gr Gezondheidszorg & Welzijn deeltijd leraar vo 2e graad verzorging voltijd leraar vo 2e graad verzorging deeltijd AD leraar vo 2e graad omgangskunde voltijd AD leraar vo 2e graad omgangskunde deeltijd leraar vo 2e graad omgangskunde voltijd leraar vo 2e graad omgangskunde deeltijd leraar vo 2e graad omgangskunde duaal human resource management voltijd human resource management deeltijd sociaal-juridische dienstverlening voltijd sociaal-juridische dienstverlening deeltijd hbo-rechten voltijd hbo-rechten deeltijd commercile economie voltijd communicatie voltijd management in de zorg deeltijd management in de zorg duaal ad management in de zorg deeltijd ad management in de zorg duaal biologie en medisch laboratoriumonderzoek voltijd chemie voltijd informatica voltijd informatica duaal bio-informatica voltijd verpleegkundige voltijd verpleegkundige deeltijd verpleegkundige duaal advanced nursing practice duaal fysiotherapeut voltijd kunstzinnige therapie voltijd

07/08 1,17 1,08 -

08/09 1,41 1 -

09/10 1,33 1,17 0,83 -

10/11 1,42 1,25 0,91 0,5 1.25

11/12 1,17 1,42 1,08 3 1 0,42 1 0,17 0,58 0,67 1.08 6.33 1,08 1,33 1.42 2 1 1,33 2.42 1 0,92 1.42 1,42 1,58 1,54 2,25 2,42 1,25 2,17 2,75 0,83 0,92 1,17

0,75 -

0,75 1,93 -

0,58 1,92 1

1 2,08 0.42 0,67 1,58 1,17 2,75 1,67 1,33 1,25 1,58 1,17 1,17 2 0,58 1,25 0,83 1,25 1,67 1,41 0,58 0,92 1,58 1,92 1,75 2,17 1,08 1,25

0,33 0,83 1,25 0,25 1,95 1,54 1,08 1,08 1,08 1 2,25 0,58 0,75 1,33 1,58 1,41 1,5 1,33 1,25 1,75 1,92 1,17 1,33

,050 0,75 0,58 1,25 1,91 1,61 1,97 1,33 1,08 1,58 1,08 1,08 1,08 1,33 1,58 1,25 0,83 1,25 1,5 1,33 1,67 1,92 1,08 1,25

0,67 0,92 1,08 2 1,09 1,67 1,25 1,08 1,08 1,33 1,33 1,25 1,67 0,92 0,58 1,5 1,67 1,75 1,75 2,08 1 1,08

Jaarverslag 2012

91

Jaar kunstzinnige therapie deeltijd Toegepaste psychologie voltijd Toegepaste psychologie deeltijd culturele en maatschappelijke vorming voltijd maatschappelijk werk en dienstverlening voltijd maatschappelijk werk en dienstverlening deeltijd sociaal pedagogische hulpverlening voltijd sociaal pedagogische hulpverlening deeltijd HL totaal

07/08 1,08 0,92 1,17 1 0,75 1,08 1,33 1,18

08/09 1,67 1,67 0,58 1,25 1,08 0,83 1,41 1,41 1,25

09/10 1,33 1,67 0,75 1,25 1,17 1,25 1,41 1,67 1,29

10/11 1,25 1,33 1,25 0,83 1,17 0,75 1,08 1,92 1,35

11/12 2,08 1,5 1,08 3 1 1,58 1,67 2,58 1,26

92

Hogeschool Leiden

Gemiddelde studieduur geslaagden (in jaren) 71


Gemiddelde studieduur geslaagden in jaren: gemiddelde studieduur van gediplomeerden in jaren, berekend o.b.v. het aantal maanden per inschrijvingsjaar, ongeacht de bekostigingsstatus.

Jaar leraar basisonderwijs voltijd * leraar basisonderwijs deeltijd * Academische pabo Ad Leraar vo 2e gr Gezondheidszorg & Welzijn voltijd Ad Leraar vo 2e gr Gezondheidszorg & Welzijn deeltijd leraar vo 2e graad verzorging voltijd leraar vo 2e graad verzorging deeltijd AD leraar vo 2e graad omgangskunde voltijd AD leraar vo 2e graad omgangskunde deeltijd leraar vo 2e graad omgangskunde voltijd leraar vo 2e graad omgangskunde deeltijd leraar vo 2e graad omgangskunde duaal human resource management voltijd human resource management deeltijd sociaal-juridische dienstverlening voltijd sociaal-juridische dienstverlening deeltijd hbo rechten voltijd hbo rechten deeltijd commerciele economie voltijd communicatie voltijd management in de zorg deeltijd management in de zorg duaal ad management in de zorg deeltijd ad management in de zorg duaal biologie en medisch laboratoriumonderzoek voltijd chemie voltijd informatica voltijd informatica duaal bio-informatica voltijd verpleegkundige voltijd verpleegkundige deeltijd verpleegkundige duaal advanced nursing practice duaal fysiotherapeut voltijd

07/08 3,83 2,50 2,08 -

08/09 4,08 2,83 2,58 -

09/10 4,17 2,67 0,5 2,33 2,25 -

10/11 4,17 2,67 1,33 2,75 2

11/12 4,25 2,58 2,5 1 2,75 1 2,25 1,5 2,42 4,1 3.17 4,08 4,83 4,33 4,5 4,33 2,08 2 1,5 1,58 3,92 4,25 4,33 4,83 4,08 4 4,08 2,17 4,33

2.58 1,42 3,91 3 3,25 3,92 3,58 3,83 3 1,33 3,5 3,5 3,58 4 4 3,25 4 2 4 1,67 3,91 3,33 3,58 4,08 4 3,33 4,25 4,33 3 1,42 3,67 4,17 3,83 4,5 4,08 3,58 3,91 2,08 4,33

1,08 1,67 4,08 3,33 4,08 4 4,17 3,33 4,33 4,58 2,17 1,33 3,83 4,17 4,33 4 4,33 3,42 4,08 2 4,42

1,42 2,5 4,75 3,25 4,08 4,41 4,08 4,17 4,41 2 1,58 3,83 4,17 4,33 4,33 4,33 3,75 4,08 2.17 4,42

Jaarverslag 2012

93

Jaar kunstzinnige therapie voltijd kunstzinnige therapie deeltijd Toegepaste psychologie voltijd Toegepaste psychologie deeltijd culturele en maatschappelijke vorming voltijd maatschappelijk werk en dienstverlening voltijd maatschappelijk werk en dienstverlening deeltijd sociaal pedagogische hulpverlening voltijd sociaal pedagogische hulpverlening deeltijd HL totaal

07/08 2,3 1,41

08/09 2,5 2,5

09/10 4,08 4,08

10/11 4,5 4,5 4,17

11/12 4,67 4,5 4,5

3,92 3,38 3,75 3,33 3,21

3,92 3,75 3,83 3,83 3,5 3,53

3,75 3,75 3,58 4 3,67 3,6

4,17 4 3,83 4,17 3,41 3,72

4,25 4,25 4 4,08 3,42 3,33

*= Dit cijfer bevat zowel de locatie Leiden als Rotterdam

94

Hogeschool Leiden

Deel II

JAARREKENING

Jaarverslag 2012

95

Balans per 31 december 2012 (na resultaatbestemming)


(bedragen x 1.000) 1 1.1 1.2 Activa Vaste Activa Immaterile vaste activa Materile vaste activa Totaal vaste activa Vorderingen en vlottende activa Vorderingen Liquide middelen Totaal vorderingen en vlottende activa Totaal Activa Passiva Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal Passiva 1,631 10,293 11,924 150 59,898 60,048 12/31/2012 12/31/2011

304 62,231

62,535

1.5 1.7


2,664 11,662

14,326


2 2.1 2.2 2.3 2.4

71,972 32,329 942 19,760 18,941 76,861 32,824 968 24,802 18,267

71,972 76,861

96

Hogeschool Leiden

Staat van baten en lasten over 2012 en de vergelijkende cijfers 2011


(bedragen x 1.000) 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 4 4.1 4.2 4.3 4.4 5 Totaal lasten Saldo baten en lasten Financile baten en lasten 66,319 749 -1,243 65,661 -1,123 -1,277 Totaal baten Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten 67,068 51,113 3,683 2,958 8,565 64.538 49,159 4,080 2,748 9,674 Baten Rijksbijdragen OC&W Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus-, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten 47,222 648 14,108 4,086 1,004 45,828 675 14,084 3,519 432 2012 Begroting 2012 2011 43,864 2,269 12,619 4,625 1,053

64,430 47,856 4,154 2,697 9,722

64,429 1 -1,272

Totaal resultaat

-494

-2,400

-1,271

Jaarverslag 2012

97

Kasstroomoverzicht over 2012 en vergelijkende cijfers 2011


(bedragen x 1.000) Saldo Baten en Lasten Aanpassingen voor: Veranderingen in werkkapitaal: Mutatie operationele vorderingen Mutatie operationele schulden 1,034 674 6,114 209 -1,452 -1,243 4,871 -1,199 0 0 0 0 -1,199 0 -5,041 -5,041 Mutatie geldmiddelen -1,369 1,621 0 -1,436 -1,436 -1,678 0 0 0 0 -1,678 -446 2,511 6,006 179 -1,450 -1,271 4,735 Afschrijvingen en waardeveranderingen Mutaties voorzieningen 3,683 -26 4,154 -214 749 1 12/31/2012 12/31/2011 Kasstroom uit operationele activiteiten

Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiele vaste activa Desinvesteringen in materiele vaste activa Investeringen in immaterile vaste activa Desinvesteringen in immaterile vaste activa Investeringen in deelnemingen Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financeringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden Aflossing langlopende schulden Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten

98

Hogeschool Leiden

Toelichting op de jaarrekening 2012


Algemeen Activiteiten
Stichting Hogeschool Leiden is statutair gevestigd te Leiden, Zernikedreef 11 en kent geen winstoogmerk. Onder de stichting vallen geen andere entiteiten. De voornaamste activiteiten van de Stichting is het aanbieden van hoger beroepsonderwijs in de zin van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), praktijkgericht onderzoek en post-hbo onderwijs.

Stelselwijziging
Met ingang van verslagjaar 2012 heeft de Stichting een zogenaamde stelselwijziging doorgevoerd met betrekking tot de ontvangen subsidie voor stagevergoedingen van het ministerie van VWS voor de masteropleiding ANP. De belangrijkste reden hiervoor was om in de jaarrekening de transparantie te vergroten en hiermee beter inzicht te geven in resultaat en vermogenspositie. In voorgaande jaren werd de ontvangen subsidie in de staat van baten en lasten verantwoord, terwijl de hogeschool alleen een doorgeefluik functie vervuld en geen resultaatverantwoordelijkheid draagt. In 2011 is 1,2mln. verantwoord als bate en als lasten. Vanaf 2012 wordt de vooruitontvangen ontvangen subsidie alleen verantwoord onder de overlopende passiva en bedraagt 163,500. Deze stelselwijziging heeft geen effect op vermogen en resultaat.

Algemene grondslagen voor de opstelling van de jaarrekening Toegepaste standaarden


De jaarrekening over 2011 is opgesteld conform de richtlijnen van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en overeenkomstig de verslaggevingsvoorschriften en bepalingen zoals weergegeven in Titel 9 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Tevens is de richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving gevolgd. In deze richtlijn zijn voor de sector presentatie-, waarderings- en verslaggevingsvoorschriften geformuleerd.

De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd volgens nominale waarde.

Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

Rapporteringsvaluta
De bedragen in de tabellen worden gepresenteerd in duizenden euros. Als gevolg van afrondingen zijn in sommige gevallen geringe verschillen ontstaan. Deze verschillen tasten de betrouwbaarheid van de jaarrekening niet aan en zijn geen belemmering voor het verkrijgen van het vereiste inzicht.

Financile instrumenten
Onder financile instrumenten worden zowel primaire financile instrumenten, zoals vorderingen en schulden, als financile derivaten verstaan. In de toelichting op de onderscheiden posten van de balans wordt de rele waarde van het betreffende instrument toegelicht als die afwijkt van de boekwaarde.

Jaarverslag 2012

99

Voor de grondslagen van primaire financile instrumenten wordt verwezen naar de behandeling per balanspost.

De Stichting past kostprijs hedgeaccounting toe op basis van individuele documentatie per individuele hedgerelatie. Renteposities uit hoofde van variabel rentende leningen worden afgedekt met een rente-instrument, zoals een renteswap, waarbij een hedge wordt nagestreefd waarin de kritische kenmerken van het derivaat en dat van het onderliggende hedged item zoveel als mogelijk aan elkaar gelijk zijn. De Stichting documenteert de wijze waarop de hedgerelaties passen in de doelstellingen van het risicobeheer, de hedgestrategie en de verwachting aangaande de effectiviteit van de hedge.

Derivaten worden bij eerste opname in de balans tegen rele waarde gewaardeerd. Voor de vervolgwaardering geldt dat derivaten in beginsel tegen kostprijs worden gewaardeerd, waarbij een afboeking wordt gedaan indien er sprake is van een rele waarde beneden de kostprijs. De Stichting past zoveel als mogelijk kostprijshedge accounting toe, zodat een eventueel lagere rele waarde niet in de balans en winst-en-verliesrekening tot uiting hoeft te worden gebracht. Bij het toepassen van kostprijshedge-accounting is de eerste waardering en de grondslag van verwerking in de balans en de resultaatbepaling van het hedge-instrument afhankelijk van de afgedekte post. Dit betekent het volgende: indien de afgedekte post tegen kostprijs in de balans wordt verwerkt, wordt ook het derivaat tegen kostprijs gewaardeerd; zolang de afgedekte post in de kostprijshedge nog niet in de balans verwerkt wordt, wordt het hedge-instrument niet geherwaardeerd.

Het effectieve deel van financile derivaten die zijn toegewezen voor kostprijshedge-accounting wordt tegen kostprijs gewaardeerd en het ineffectieve wordt tegen rele waarde gewaardeerd indien er sprake is van een rele waarde beneden de kostprijs. De waardeveranderingen van de rele waarde van het ineffectieve deel worden direct in de staat van baten en lasten verwerkt tot maximaal het bedrag van de kostprijs.

Schattingen
Bij de toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het bestuur zich over verschillende zaken een oordeel en maakt zij schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art 2:362 lid 1 vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.

Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Immaterile vaste activa


Voor een goede matching tussen de baten en de lasten worden de volgende immaterile vaste activa gewaardeerd: software: ontwikkelingskosten en aanschaf software.

De immaterile vaste activa worden gewaardeerd op het bedrag van de bestede kosten, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing bijzondere waardeverminderingen. De jaarlijkse afschrijvingen bedragen een vast percentage van de bestede kosten. De economische levensduur en de afschrijvingsmethode worden aan het einde van elk boekjaar opnieuw beoordeeld. Indien er indicaties zijn van een bijzondere waardevermindering, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld door middel van een impairment test.

100

Hogeschool Leiden

Ontwikkelingskosten software
De afschrijvingstermijn voor software is drie jaar. Intern gegenereerde immaterile vaste activa wordt niet aangemerkt als een investering.

Materile vaste activa


De materiele vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele residuwaarde. De economische levensduur en de afschrijvingsmethode worden aan het einde van elk boekjaar opnieuw beoordeeld. Indien er indicaties zijn van een bijzondere waardevermindering, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld door middel van een impairment test.

Grond
Op aangekocht grond wordt niet afgeschreven, tenzij er sprake is van erfpacht. Voor grond in erfpacht is de afschrijvingsduur 50 jaar. Het recht op vruchtgebruik is eeuwigdurend, maar wordt voor een periode van 50 jaar betaald, waarna de hoogte opnieuw zal worden vastgesteld.

Gebouwen
Voor investeringen in gebouwen vanaf 2000 wordt een volgende onderverdeling gemaakt in afschrijvingstermijnen conform de componentenbenadering:

Gebouwen Casco Afbouw Inbouwpakket Technische Installaties Terreinvoorzieningen Verbouwingen

Afschrijvingstermijn 60 30 15 15 30 15

Eenheid jaar, rekening houdend met een restwaarde van 20% jaar jaar jaar jaar jaar

Vruchtgebruik TOplab
De hogeschool heeft het eeuwigdurend vruchtgebruik van laboratoriumruimte van TOplab onderdeel van BioPartner dat gevestigd in het BioScience park in Leiden. De afschrijvingstermijn is 10 jaar.

Inventaris en Apparatuur
De aankoop van inventaris in gebouwen die niet aard- en nagelvast zijn, worden geactiveerd onder inventaris. De afschrijvingstermijn voor inventaris is 10 jaar. Onder apparatuur zijn ICT-investeringen, audiovisuele middelen en andere technische gebruiksapparatuur in het onderwijs opgenomen. De afschrijvingstermijn is drie tot vijf jaar lineair.

Vorderingen en overlopende activa


De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de rele waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs Noodzakelijk geachte voorzieningen voor het risico van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van vorderingen.

Jaarverslag 2012

101

Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare depositos met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courant schulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Eigen Vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen.

Voorziening
Voorzieningen worden getroffen ter zake van verplichtingen, waarvan de omvang onzeker is, doch waarvan de grootte redelijkerwijs is in te schatten en een uitstroom van gelden wordt verwacht. Tenzij anders aangegeven worden de voorzieningen opgenomen tegen nominale waarde. Voorzieningen worden gevormd voor jubilea-uitkeringen en ter dekking van het eigen risicodragerschap WW en BWW. Toevoegingen aan voorzieningen vinden plaats ten laste van de staat van baten en lasten. Uitgaven vinden rechtstreeks plaats ten laste van de voorzieningen.

Langlopende schulden
Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen rele waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de looptijd in de staat van baten en lasten als interestlast verwerkt.

Schulden met een resterende looptijd van meer dan een jaar worden aangeduid als langlopend. Het aflossingsbedrag van het lopende jaar wordt onder de kortlopende schulden opgenomen.

Kortlopende schulden
Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste een jaar worden aangeduid als kortlopend. Kortlopende schulden worden gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs.

Overlopende passiva
De overlopende passiva betreffen vooruitontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder de kortlopende schulden zijn te plaatsen.

Grondslagen voor bepaling van het resultaat Rijksbijdragen


Rijksbijdragen worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft.

Overige overheidsbijdragen en- subsidies


Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar, waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de condities voor ontvangst kan worden aangetoond.

102

Hogeschool Leiden

Overige baten
Overige baten bestaan uit verhuur, detachering personeel en overige baten.

Afschrijvingen immaterile en materile vaste activa


Immaterile en materile vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikname afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast.

Pensioenen
Stichting Hogeschool Leiden heeft een pensioenregeling welke is ondergebracht bij het ABP. De pensioenregeling kwalificeert zich als een toegezegde pensioenregeling en is in de jaarrekening verwerkt als toegezegde bijdrageregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord. In geval van een tekort bij het bedrijfstakpensioenfonds heeft de Stichting geen verplichting tot het doen van aanvullende bijdragen, anders dan toekomstige hogere premies.

Belastingen
De Stichting hanteert het standpunt dat zij niet vennootschapsbelastingplichtig is.

Rentebaten en rentelasten
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva.

Grondslagen voor het kasstroomoverzicht


Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Ontvangen interest en betaalde interest worden opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten.

Jaarverslag 2012

103

104

Toelating op de onderscheiden posten van de balans


Afschrijvingen cumulatief 1/1/2012 1/1/2012 2012 12/31/2012 2012 12/31/2012 Boekwaarde Investe-ringen Desinvesteringen Afschrijvingen Aanschaf-prijs Afschrijvingen cumulatief 12/31/2012 Boekwaarde 12/31/2012 -41 -117 221 0 0 -113 83 0 0 -41 0 0 -82 -230 -158 304 0 0 -154 0 -312 150 42 108

Vaste activa

Hogeschool Leiden

(bedragen x 1.000)

Aanschaf-prijs

1/1/2012

1.1

Immaterile vaste activa

1.1.1

Onwikkelingskosten

Software:

Osiris Inschrijf

124

Digifun

338

Totaal immateriele vaste activa

462

Boekwaarde 1/1/2012 2012 Investe-ringen 1/1/2012

Aanschaf-prijs

Afschrijvingen cumulatief

Desinvesteringen 12/31/2012

Afschrijvingen 2012

Aanschaf-prijs 12/31/2012

Afschrijvingen cumulatief 12/31/2012

Boekwaarde 12/31/2012

1/1/2012

1.2

Materiele vaste activa

-16,235 -2,619 4,563 57,665 428 771 0 0 -2,222 -1,307 74,328 7,953 -18,457 -3,926

1.2.1

Gebouwen en terreinen

73,900

55,871 4,027

1.2.2

Inventaris en apparatuur

7,182

-18,854 62,228 1,199 0 -3,529 82,281 -22,383

Totaal materiele vaste activa

81,082

59,898

Immaterile vaste activa


Ultimo 2012 bedraagt de boekwaarde van de immaterile vaste activa 150.000. Investeringen in immaterile vaste activa hebben in 2012 niet plaatsgevonden.

Materile vaste activa


Investeringen in materiele vaste activa bedragen 1,2mln, waarvan 190.000 betrekking heeft op een project om de technische installaties binnen het hogeschool gebouw te verbeteren. Daarnaast is 358.000 genvesteerd in tijdelijke uitbreiding huisvesting. De afschrijvingsduur van deze investering is gelijkgesteld aan het huurcontract.

Voor toekomstige kosten van groot onderhoud aan gebouwen is geen voorziening voor groot onderhoud gevormd. De kosten worden rechtstreeks in het resultaat verantwoord.

Er zijn geen contractuele investeringsverplichtingen.

Op het hogeschoolgebouw aan de Zernikedreef 11 zijn zekerheden verstrekt aan ING. Er zijn geen beperkingen op het eigendom van de materile vaste activa.

Jaarverslag 2012

105

Vorderingen en overlopende activa


(bedragen x 1.000) 1.5 1.5.1 1.5.5 1.5.6 Personeel Overig 1.5.7 Vooruitbetaalde kosten 1.5.8 1.5.9 Totaal vorderingen en overlopende activa 1,631 Overlopende activa Af: Voorziening wegens oninbaarheid 390 390 261 2,664 430 Overige vorderingen 108 209 317 430 150 105 144 Debiteuren Studenten/cursisten Overige overheden 126 988 71 249 Vorderingen 736 1,297 102 12/31/2012 12/31/2011

Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt: Voorziening wegens oninbaarheid Stand per 1-1 Ontrekking Dotatie Totaal voorziening wegens oninbaarheid 12/31/2012 150 27 138 261 12/31/2011 179 32 3 150

Vorderingen en overlopende activa


Alle vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar. De rele waarde van de vordering benadert de boekwaarde ervan, gegeven het kortlopende karakter ervan en het feit dat waar nodig voorzieningen voor oninbaarheid zijn gevormd.

Het saldo vorderingen is ten opzichte van 2011 gedaald met 1,0 mln. In 2011 was de post debiteuren hoog door de definitieve verrekening van bekostigde graden met de Haagse Hogeschool (0,5 mln.). Deze verrekening vindt in 2012 niet meer plaats.

Een uitgebreide analyse van de openstaande vorderingen heeft plaatsgevonden, waardoor de voorziening wegens oninbaarheid is toegenomen met 111.000.

106

Hogeschool Leiden

Liquide middelen
(bedragen x 1.000) 1.7 1.7.1 1.7.2 Totaal liquide middelen 10,293 Kasmiddelen Tegoeden op bank- en girorekening 2 10,291 Liquide middelen 4 11,658 11,662 12/31/2012 12/31/2011

Liquide middelen
Het saldo liquide middelen is met 1,4mln. gedaald ten opzichte van 2011. Vervroegde aflossing van twee ING leningen heeft plaatsgevonden (4,3mln). Doordat de investeringen lager zijn dan de afschrijvingen, is de verwachte daling van liquide middelen vanwege vervroegde aflossing grotendeels gecompenseerd. Alle liquide middelen staan direct ter beschikking van de Stichting.

Eigen vermogen
(bedragen x 1.000) 2.1 2.1.1 2.1.3 2.1.7 Totaal eigen vermogen 32,823 -494 0 Algemene reserve Bestemmingsreserve (privaat) Andere wettelijke reserves 31,478 1,041 304 -467 127 -154 0 0 0 Eigen vermogen Stand per 1-1-2012 Resultaat Overige mutaties Stand per 31-12-2012 31,011 1,168 150 32,329

Eigen Vermogen
Het eigen vermogen daalt ten opzichte van vorig jaar met het behaalde jaarresultaat: - 494.000.

Het eigen vermogen van Hogeschool Leiden kent zowel een financierings- als een weerstandsfunctie.

Het resultaat over de tweede- en derde geldstroom


127.000, is toegevoegd aan de bestemmingsreserve (privaat). Naast de jaarlijkse toevoeging of onttrekking aan de reserve op basis van het behaalde operationele resultaat, zullen eventuele toekomstige investeringen in tweede en derde geldstroom activiteiten gefinancierd worden vanuit deze bestemmingsreserve.

De overige wettelijke reserve heeft betrekking op de balanspositie van de immaterile vaste activa. De afname is gelijk aan de afschrijvingslast van immaterile vaste activa.

Jaarverslag 2012

107

Voorzieningen
(bedragen x 1.000)
Stand per 1-1-2012 Dotaties Onttrekkingen Vrijval

Stand per Kortlopend Langlopend 31-12-2012 deel < 1 jaar deel > 1 jaar

2.2 Jubilea

Voorzieningen

214 754 968 32 418 450 49 427 476 0 0 0 197 745 942 47 373 420 167 381 548

WW en BWW 2.2.1 Totaal voorzieningen Personeelsvoorzieningen

968

450

476

942

Voorzieningen
Volgens de CAO voorwaarden kent de werkgever de werknemer, bij het bereiken van een 25-jarig, een 40-jarig en 50-jarig ambtsjubileum, een gratificatie toe van respectievelijk 50%, 100% en 100% van zijn inkomen per maand. De voorziening jubilea wordt opgenomen voor de verwachte uit te betalen jubilea vergoeding voor de komende vijf jaar. De voorziening Jubilea is opgenomen tegen contante waarde, gewaardeerd tegen 0,616% ( 1- jaar Euribor). Vanwege de beperkte omvang van de oprenting, is deze niet afzonderlijk toegevoegd. Vanaf 2013 wordt de voorziening Jubilea tegen contante waarde gewaardeerd op basis van de 10 jaar marktrente van staatsleningen.

De voorziening WW en BWW is ter dekking van het eigen risicodragerschap WW en BWW. Daarbij wordt, conform jaarrekening 2011, uitgegaan van de maximale WW en BWW verplichting voor de komende drie jaar (tot en met 2015). Dit vanwege het beleid van de hogeschool als goed werkgever, om betrokken medewerkers actief te begeleiden en daarmee de instroom in- en de duur van de WW en BWW regelingen te beperken.

Langlopende schulden
(bedragen x 1.000)

Stand Stand per Aangegane Aflossingen per 311-1-2012 leningen 12-2012

Looptijd > 1 jaar

Looptijd > 5 jaar

Rentevoet

2.3

Langlopende schulden

2,714 2,238 21,280 -1,431 0 0 0 -2,714 -2,238 -760 0 0 20,520 -760 0 0 19,760 0 0 16,720 4.90 4.85 3-maands Euribor +0,125%

2.3.3 Kredietinstellingen Totaal langlopende schulden 24,801 0 -5,712 19,760 19,760 16,720 Annuiteitenlening ING Rentevast lening ING Rekening Courant Faciliteit Af: Aflossingsverplichting 2011/2012

108

Hogeschool Leiden

Langlopende schulden Rentevastlening en Annuteitenlening ING


Aflossing van de rentevastlening en annuiteintelening ING heeft 20 december 2012 plaatsgevonden. De borgstelling door Stichting Waarborgfonds HBO voor 8mln. ten gunste van de ING is hiermee komen te vervallen.

Voor bovenstaande leningen heeft Hogeschool Leiden zekerheid verstrekt aan Stichting Waarborgfonds HBO in de vorm van een eerste recht van hypotheek op het pand aan de Zernikedreef te Leiden. Ingevolge de standaardovereenkomst van borgtocht artikel 7, heeft Stichting Hogeschool Leiden zich verbonden niet zonder schriftelijke toestemming van de Stichting Waarborgfonds HBO, de aan de hogeschool toebehorende registergoederen te vervreemden of met enig recht te bezwaren. Deze zal in 2013 door aflossing van de leningen komen te vervallen, nadat uitschrijving geformaliseerd is.

Kredietfaciliteit
In 2008 heeft de Stichting Hogeschool Leiden, op basis van een offerteronde voor het aantrekken van een langlopende vastrentende financiering, een rekening-courant faciliteit afgesloten ten behoeve van de financiering van de nieuwbouw. Op 1 april 2009 was de kredietlimiet op het maximum van 22,8M en volledig door de Stichting Hogeschool Leiden volgetrokken. De kredietlimiet op de rekeningcourant faciliteit wordt vanaf 1 januari 2010 ieder kwartaal met 190.000 verlaagd onder een gelijktijdige aflossing van het hierop getrokken krediet. De kredietlimiet loopt in 30 jaar lineair af naar nul. De overeenkomst kent tevens een bepaling dat de rekeningcourant faciliteit voor onbepaalde tijd is en door beide partijen dagelijks opzegbaar. Op basis van het feitencomplex rondom het aantrekken van de faciliteit en de economische realiteit is de kredietfaciliteit te classificeren als een langlopende schuld.

De rekening-courant faciliteit kent een 3-maands Euribor tarief, een kredietopslagpercentage van 0,125% en een actueel liquiditeitsopslag percentage van 0,6%. Een 2e recht van hypotheek op het pand aan de Zernikedreef te Leiden ter grootte van 22,8M is verstrekt aan de ING.

Hogeschool Leiden heeft een renteswap afgesloten ter afdekking van het renterisico dat voortvloeit uit de afgesproken vergoeding van het 3-maands Euribor tarief op de getrokken lening onder de kredietfaciliteit. De renteswap is, net als de kredietfaciliteit afgesloten met ING. De hoofdsom van de renteswap kent een gelijk verloopschema als het afgesproken verloopschema van de kredietlimiet op de rekeningcourant kredietfaciliteit met dien verstande dat de SWAP afloopt op 1 oktober 2038 met een laatste hoofdsom op dat moment van 950.000. De ING vergoedt Hogeschool Leiden het 3-maands Euribor tarief over de hoofdsom. Hogeschool Leiden vergoedt aan de ING een rente van 4,875% over de hoofdsom. Hogeschool Leiden verwerkt de SWAP op basis van kostprijs hedgeaccounting.

Hogeschool leiden heeft met de ING een allowance faciliteit voor OTC-derivaten afgesloten Deze allowance faciliteit heeft een maximum van 7,5M en wordt gebruikt voor het voldoen van de margin verplichting op de renteswap. Ten behoeve van de allowance faciliteit is een derde recht van hypotheek gevestigd op het pand aan de Zernikedreef ten gunste van de ING. Indien de marginverplichting het maximum van de allowance faciliteit overschrijdt, dient Hogeschool Leiden aanvullende zekerheden te verstrekken aan de ING. De marktwaarde van de SWAP bedraagt ultimo 2012 -7,7mln (2011:6,2mln). ING heeft niet gevraagd om aanvullende zekerheden.

In 2013 is overeenstemming bereikt met de ING over aflossing van de financiering bij ING, onder opname van een lening bij de Schatkist met gelijke modaliteiten. De swap ter afdekking van het renterisico, zal blijven doorlopen bij ING. De hedge relatie wordt niet doorbroken, de grondslag voor de waardering (kostprijs accounting) wordt gecontinueerd.

Jaarverslag 2012

109

Kortlopende schulden en overlopende passiva


(bedragen x 1.000) 2.4 2.4.1 2.4.3 Loonheffing Omzetbelasting Premies sociale verzekering 2.4.7 2.4.8 2.4.9 Vakantiedagen Verplichting vakantiedagen Vooruitontvangen collegegeld Vooruitontvangen cursusgeld Vooruitontvangen subsidies OCW/EL&I geoormerkt Vooruitontvangen subsidies SIA Vooruitontvangen subsidies Borgsommen Rente 2.4.10 Overlopende passiva Belasting en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overige kortlopende schulden Kredietinstellingen Crediteuren Kortlopende schulden

12/31/2012

12/31/2011

760 2,846 1,585 -16 434 2,003 742 1,677 1,364 411 5,497 550 0 207 2,731 39 114 10,913 18,941 1,329 468 4,772 722 46 833 1,873 36 318 1,553 -14 361

1,431 2,563

1,900 694 1,282

10,397 18,267

Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva

Kortlopende schulden en overlopende passiva


De kortlopende schulden en overlopende passiva zijn licht toegenomen met 0,7mln.

De toename van vooruitontvangen collegegelden van 0,7mln. is een gevolg van een stijging van het aantal studenten voor studiejaar 2012-203, toename van het collegegeld tarief conform wettelijke bepalingen en vanaf studiejaar 2012-2013 wordt er geen onderscheid meer gemaakt tussen het voltijd en deeltijd tarief.

110

Hogeschool Leiden

Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen


OCW
Stichting Hogeschool Leiden heeft een vordering op het Ministerie van OCW van 426.762 inzake een niet ontvangen subsidie betreffende de afdracht loonheffing en premies sociale lasten tot december 1986. Deze vordering is niet opgenomen in de jaarrekening, omdat deze pas inbaar is bij liquidatie. Daarnaast heeft Hogeschool Leiden bij liquidatie de verplichting om 505.675 liquiditeitsbijdrage uit 1988 bij liquidatie terug te betalen aan het Ministerie van OCW, welke ook niet is opgenomen in de jaarrekening.

Waarborgfonds
Door de vereniging van hogescholen is op 28 april 2011 besloten om de verplichte aansluiting door hogescholen bij het Waarborgfonds met ingang van 1 januari 2013 te beindigen. Zodra het Waarborgfonds voor geen enkele lening meer borg staat, zal het fonds worden geliquideerd. Daarna wordt overgegaan tot uitkering van het depot, hetgeen leidt tot aanvullende baten. Deze aanvullende baten bedragen 0,7mln.

Hogeschool Leiden heeft een bankgarantie afgegeven aan Stichting Waarborgfonds HBO ten bedrage van 283.000. Deze zal vrijvallen bij opheffing van het Waarborgfonds.

Leasing
Stichting Hogeschool Leiden heeft drie operational leasecontracten voor personenautos afgesloten. De financile jaarlijkse verplichting, exclusief brandstof, bedraagt 37.000. Er zijn geen leaseverplichtingen met een looptijd langer vier jaar.

Operationele verplichtingen
De hogeschool heeft met een aantal leveranciers raamovereenkomsten en licentieovereenkomsten afgesloten. De financile verplichting die dit met zich meebrengt voor 2013 bedraagt ongeveer 1,1mln.

Jaarverslag 2012

111

112

Model G - G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule


Toewijzing Datum geheel uitgevoerd en afgerond Bedrag van de toewijzing Ontvangen t/m 2012 De prestatie is ultimo verslagjaar conform de subsidiebeschikking

Hogeschool Leiden

Toewijzing Kenmerk

Omschrijving

Totaal

nog niet geheel afgerond

Model G2 - A Aflopend per ultimo verslagjaar


Toewijzing Datum Bedrag van de toewijzing Ontvangen t/m 2012

Toewijzing Kenmerk

Totale kosten 31-122012

Ter verrekenen ultimo verslagjaar

Omschrijving Krachtig Meesterschap 9/1/2009 390 390

410

Totaal

OND/ODB09/85500M

Model G2 - B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar

Bedrag van de toewijzing Saldo 01-01-2012 Ontvangen t/m 2012 Lasten in 2012 Totale kosten 31-12-2012 Saldo nog te besteden

Toewijzing Kenmerk

Toewijzing Datum

Omschrijving

Totaal

Toelichting op de onderscheiden posten van de staat van baten en lasten


Baten
De totale baten zijn 2,6mln. toegenomen ten opzichte van vorig jaar. De toename van de Rijksbijdrage, overige overheidsbijdragen en collegegelden bedraagt 3,2mln. Deze toename te verklaren door de stijging van het aantal studenten in zowel studiejaar 2011-2012 (8,7%) als studiejaar 2012-2013 (3,6%). De totale baten per bekostigde student zijn conform verwachting licht gedaald.

De rubriek overige overheidsbijdrage en- subsidies zijn met 1,6mln. gedaald ten opzichte van 2011. Vanwege een stelselwijziging met betrekking tot de ontvangen subsidie van het ministerie van VWS. Het betreft een subsidie van 1,3mln. waarvan Hogeschool Leiden een doorgeefluik functie vervult.

De baten zijn 2,5mln. hoger dan begroot. De baten in opdracht van derden, subsidies en overige baten zijn te laag ingeschat. De normatieve Rijksbijdrage en collegegelden zijn 0,5mln. hoger dan begroot.

Overheidsbijdragen
(bedragen x 1.000) 3.1 3.1.1 Geoormerkte Subsidies OCW/EL&I Niet-geoormerkte Subsidies OCW/EL&I 3.1.2 Totaal overheidsbijdragen Overige subsidies OCW/EL&I 46 855 901 Rijksbijdragen OCW/EL&I 46.321 Overheidsbijdragen 31-12-12

Begroot 2012

31-12-11 43.539 107 218 325

45.828

47.222

45.828

43.864

Overige overheidsbijdragen en -subsidies


(bedragen x 1.000) 3.2 Subsidie VWS ANP Masters Bijdrage Haagse Hogeschool Bijdrage ROC Leiden 3.2.2 Totaal overheidsbijdragen en -subsidies 648 675 Overige overheidsbijdragen 0 0 648 648 2.269 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 31-12-12 Begroot 2012 1.155 473 641 2.269 31-12-11

De bijdrage van ROC Leiden heeft betrekking op een samenwerkingsverband. Het middelbaar laboratoriumonderwijs maakt onder andere gebruik van de laboratoria van Hogeschool Leiden.

Jaarverslag 2012

113

College-, cursus-, les- en examengelden


(bedragen x 1.000) 3.3 3.3.3 Totaal college-, cursus-, les- en examengelden 14.108 14.084 Collegegelden 14.108 14.084 12.619 College-, cursus-, les- en examengelden 31-12-12 Begroot 2012 12.619 31-12-11

114

Hogeschool Leiden

Baten werk in opdracht van derden


(bedragen x 1.000) 3.4 3.4.1 Contractonderwijs 1.676 1.676 262 Totaal baten werk in opdracht van derden 4.086 3.519 4.625 2.148 2.008 2.008 196 Baten werk in opdracht van derden 31-12-12 Begroot 2012 2.421 31-12-11

Overige non-profit organisaties 3.4.2 3.4.3 Contractonderzoek Overige baten werk in opdracht van derden

Ontvangen baten gerelateerd aan contractonderzoek hebben betrekking op verschillende subsidies, waarvan een groot deel gerelateerd is aan internationale projecten.

Overige baten
(bedragen x 1.000) 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4 Studentenvoorzieningen Studentenbijdragen Administratiekosten collegegelden Provisie leerboeken Verkoop roerende goederen Overig 3.5.6 Totaal overige baten Overige baten 158 173 134 38 2 160 Verhuur Detachering personeel Schenkingen Sponsoring

31-12-12

Begroot 2012

31-12-11 128 189 8 0 169 160 135 42 55 167

Overige baten 101 204 34 0

665 1.004 432

728 1.053

Jaarverslag 2012

115

Personeelslasten
(bedragen x 1.000) 4.1 Brutoloon en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies 4.1.1 Lonen en salarisen 401 5.831 2.514 Overige personele lasten Af: uitkeringen 36.066 1.409 5.300 Personeelslasten

31-12-12

Begroot 2012

31-12-11 34.196 1.351 4.650

42.775

43.592 409 5.241 2.366

40.197

Dotatie personele voorzieningen Uitzendkrachten, declaranten, e.d. Overig 4.1.2 4.1.3 Totaal personeelslasten

8.746 408

5.067 500

8.016 357

51.113

49.159

47.856

Personeelslasten
De personeelslasten zijn ten opzichte van vorig jaar toegenomen met 3,3mln. Daarnaast zijn deze 2,0mln. hoger dan begroot. Het gemiddeld aantal ftes bedraagt 624 fte. Er zijn geen medewerkers werkzaam buiten Nederland. De stijging van de lonen en salarissen met 2,6mln. ten opzichte van 2011 wordt verklaard door toename van het gemiddeld aantal ftes met 32 fte en een verhoging van de pensioenpremies.

De hogere lasten van 2,0 mln. ten opzichte van de begroting is met name het gevolg dat de groei van het aantal studenten nog ten dele is ingevuld met extern personeel. Daarnaast zijn met name ICT vacatures en ICT gerelateerde projecten ingevuld met tijdelijk personeel. Deze lasten zijn gerapporteerd onder de overige personele lasten. De ICT projecten zijn begroot binnen de overige lasten, waardoor er een verschuiving ten opzichte van de begroting heeft plaatsgevonden tussen overige lasten en personeelslasten. De overige lasten zijn 1,1mln. lager dan begroot.

116

Hogeschool Leiden

Afschrijvingen
(bedragen x 1.000) 4.2 4.2.1 4.2.2 Totaal afschrijvingen 3.683 Immaterile activa Materiele vaste activa 154 3.529 Afschrijvingen 31-12-12

Begroot 2012

31-12-11 188 3.892 4.080 4.154 744 3.410

Afschrijvingen
De afschrijvingen zijn 0,4mln. lager dan begroot en 0,5mln. lager dan vorig jaar. Ultimo 2011 heeft een bijzondere waardevermindering plaatsgevonden van 289.000 voor ontwikkelingskosten opleidingen en een schattingswijziging voor ontwikkelingskosten software met een effect van 152.000. Bij het opstellen van de begroting 2012 was met bovenstaande effecten geen rekening gehouden. Daarnaast hebben de meeste investeringen in de tweede helft van 2012 plaatsgevonden, waardoor de aan deze investeringen gerelateerde afschrijvingslast beperkt is gebleven. Tevens heeft er een verschuiving plaatsgevonden tussen investeringen en exploitatiekosten.

Jaarverslag 2012

117

Huisvestingslasten
(bedragen x 1.000) 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4. 4.3.5 4.3.6 4.3.8 Totaal huisvestingslasten 2.958 Huisvestingslasten Huur Verzekering Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten 96 67 1.013 532 694 543 13 31-12-12

Begroot 2012

31-12-11 117 72 760 519 738 462 29 2.748 2.697

Huisvestingslasten
De huisvestingslasten zijn ongeveer 0,2mln. hoger dan begroot en vorig jaar. In 2012 zijn een aantal projecten uitgevoerd, waardoor de onderhoudskosten hoger zijn dan verwacht. Deze waren begroot als investering. Kosten voor heffingen zijn toegenomen met 81.000 met name vanwege de onroerend zaak belasting.

Overige lasten
(bedragen x 1.000) 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 Totaal overige lasten Administratie en beheerslasten Inventaris, apparatuur en leermiddelen Dotatie overige voorzieningen Overige lasten Overige lasten

31-12-12

Begroot 2012

31-12-11

5.915 1.847 138 665 8.565 9.674

5.870 1.918 4 1.930 9.722

Overige lasten
De overige lasten zijn 1,1mln. lager dan begroot en 1,2mln. lager dan vorig jaar.

1. In 2012 heeft een stelsel wijziging plaatsgevonden met betrekking to de ontvangen subsidie van het ministerie van VWS voor stagevergoedingen voor de master ANP. Het betreft een subsidie van circa 1,3mln. waarvan Hogeschool Leiden een doorgeefluik functie vervult. 2. Vanaf 2012 wordt de vooruit ontvangen subsidie verantwoord onder de overlopende passiva. Minder uitgaven ten opzichte van de begroting wordt met name verklaard door vrijval van reserveringen gerelateerd aan de master ANP en Fysiotherapie. Daarnaast heeft er een verschuiving plaatsgevonden tussen de post uitzendkrachten, declaranten e.d. die verantwoord wordt onder de personeelslasten en de overige lasten.

Binnen de overige lasten zijn de kosten voor minoren verantwoord voor studiejaar 2011-2012. Minoren betrekking hebbende op studiejaar 2012-2013 zijn niet meegenomen. Deze zijn nog niet afgerond en verrekening met andere hogescholen vindt plaats na afronding van de minor met voldoende resultaat.

118

Hogeschool Leiden

Accountantshonoraria
Accountantshonoraria
(bedragen x 1.000) 4.4.1 Accountantslasten 4.4.1.1 Honorarium onderzoek jaarrekening 4.4.1.2 Honorarium andere opdrachten 4.4.1.3 Honorarium fiscale adviezen 4.4.1.4 Honorarium overige diensten Totaal accountantslasten 99 32 0 11 142 31-12-12 57 33 1 0 91 12/31/2011

In de accountantslasten over 2012 is een bedrag verantwoord van 48.610 dat betrekking heeft op de jaarrekeningcontrole 2011.

Financile baten en lasten


(bedragen x 1.000) 5 5.1 5.5 Totaal financile baten en lasten -1.243 Rentebaten Rentelasten 209 -1.452 Financile baten en lasten 31-12-12

Begroot 2012

31-12-11

100 -1.377 -1.277

179 -1.450

-1.272

Financile baten en lasten


Door een effectiever beheer van liquide middelen zijn de rentebaten hoger dan begroot. De rentelasten zijn hoger dan begroot (75.000), doordat de liquiditeitsopslag van de Rekening-Courant Faciliteit is toegenomen.

Jaarverslag 2012

119

Model E- Verbonden partijen


Geen

120

Hogeschool Leiden

Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens


Geen meldingen in 2012.

Jaarverslag 2012

121

122

Model H - Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders


Taakomvang Dienst- betrek- Periodiek betaalking (D) of op de beloningen / interim basis (I) gratificatie Bonus betalingen / gratificatie Ontvangen pensioen bijdragen / bel. betaalbaar op term. Uitk. Wegens beeindiging v/h dienstverband

Hogeschool Leiden

Duur arbeidsovereenkomst / werkzaamheden

Ingangsdatum dienstverband

Bestuurders

van

tot

fte

D of I

2012

2012

2012

2012

30-09-16 31-10-15 297.120 tot fte D of I 2012 0 2012 01-11-07 1 D 138.809 0 01-10-06 1 D 158.311 0 39.576 37.515 77.091 2012

E.P. van Maanen

01-10-06

0 0 0 2012

A.M.Mur

01-11-07

Totaal Bestuurders

Toezichthouders

van

11-02-16 13-06-13 18-04-15 08-09-16 20-02-13 01-09-12 13-09-16 13-09-16 13-09-16 13-09-16 14-04-03 13-06-05 D D D D 08-09-09 D 18-04-05 D 13-06-05 D 11-02-09 D 7.500 6.300 5.300 5.300 5.300 4.725 1.766 1.766 37.957

S.J. van Driel

11-02-09

J.A. Bruijn

13-06-05

C. Langelaar

18-04-05

I. Rutgers-van Lingen

08-09-09

J.W.M. Zegveld

13-06-05

P.A. Tetteroo

14-04-03

J.G.J.M. de Zwaan

13-09-12

F.A.M. van den Heuvel

13-09-12

Totaal Toezichthouders

Onder de rubriek periodieke betalingen zijn naast het belastbaar loon de sociale werkgeverslasten opgenomen en de onbelaste onkostenvergoeding die voor beide bestuurders 1.920,- per jaar bedraagt.

De rubriek ontvangen pensioenbijdragen/betalingen op termijn heeft betrekking op de werkgever- en werknemersbijdrage pensioen. De in 2012 ingevoerde crisisheffing van 16% bedraagt 470,-.

Ondertekening van de jaarrekening


Leiden, 6 juni 2013

College van Bestuur

Raad van Toezicht

E.P. van Maanen A.M. Mur

S.J. van Driel

Jaarverslag 2012

123

Deel IIA

Overige gegevens

124

Hogeschool Leiden

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant


Hiervoor wordt verwezen naar de hierna opgenomen verklaring.

Jaarverslag 2012

125

126

Hogeschool Leiden

Bestemming saldo baten en lasten


Het resultaat 2012 -494.000 is als volgt verwerkt in het eigen vermogen: Algemene reserve: -467.000 Bestemmingsreserve (privaat): Andere wettelijke reserves: 127.000 -154.000

Jaarverslag 2012

127

Gebeurtenissen na balansdatum
Hogeschool Helicon, gevestigd te Zeist, is in financieel zwaar weer geraakt en is daarom op zoek gegaan naar een fusiepartner. Hiertoe heeft Hogeschool Leiden een business case opgesteld. Per 1 januari 2013 is Hogeschool Helicon overgenomen door Hogeschool Leiden. De begroting 2013 voor Hogeschool Leiden is opgesteld inclusief Hogeschool Helicon. De begroting wordt in het jaarverslag op pagina 82 toegelicht.

In 2011 heeft Hogeschool Leiden de intentie uitgesproken Pabo Thomas More, gevestigd in Rotterdam, over te dragen aan de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO). In 2012 is er mondelinge overeenstemming bereikt met de RVKO. De overdracht, die mede afhankelijk is van formele goedkeuring van het Ministerie van OCW, zal waarschijnlijk per 1 september 2013 plaatsvinden.

128

Hogeschool Leiden

Gegevens rechtspersoon
Naam en adres van de instelling: Stichting Hogeschool Leiden Postbus 382 2300 AJ Leiden Zernikedreef 11 2333 CK Leiden BRIN-Nummer: 21RI Telefoonnummer: 071-5188800 Faxnummer: 071-5188801 E-mailadres: infohl@hsleiden.nl Internetsite: www.hsleiden.nl Bevoegd-gezagnummer: 30163

Belangrijkste activiteiten:

De hogeschool heeft als belangrijkste activiteit het verzorgen

van hoger beroepsonderwijs. Naam contactpersoon: Mw. drs. M. Verhulst RA

Telefoonnummer: 071-5188816 Faxnummer: 071-5188417 E-mailadres: verhulst.m@hsleiden.nl

Jaarverslag 2012

129

Deel III

Bijlagen

130

Hogeschool Leiden

FSR Financile Specificatie Rijkssubsidie (HO)


Subsidie Looptijd begin Mutaties Looptijd einde Stand per 1-1-2011 Stand per 3112-2011 Voorschot Status 390 431 392 313 410 1.936 1.457 281 01-09-11 31-08-13 212 01-09-11 31-08-13 274 01-01-11 31-12-13 300 01-01-11 28-02-13 130 202 22 6 704 390 01-09-09 31-03-12 344 66 229 299 118 134 846 410 359 501 140 140 1550 390 300 274 212 281 1.457 Afgerond Lopend Afgerond Lopend Lopend

(bedragen x 1.000)

ProjectnumTotaal project mer subsidiebudget gever

Subsidieverstrekker en eventueel uitvoerder

Ministerie van OC&W

Stichting Innovatie Alliantie

OND/ODB09/85500M 2010-12-14P

Stichting Innovatie Alliantie

2010-12-22P

Stichting Innovatie Alliantie

2011-13-19P

Stichting Innovatie Alliantie

2011-13-21P

Totaal FSR

Jaarverslag 2012

131

132

Hogeschool Leiden

Hogeschool Leiden Zernikedreef 11, 2333 CK Leiden Postbus 382, 2300 AJ Leiden info@hsleiden.nl www.hsleiden.nl

Vous aimerez peut-être aussi