Vous êtes sur la page 1sur 24

Materieelgezien

Nummer 8 | november 2013

Boxer in de ring
De nieuwe DMO JIVCers speeddaten

Inhoud
6. De nieuwe DMO
De DMO maakt een nieuwe start. Wat houdt de nieuwe organisatiestructuur in? In hoeverre verandert de werkwijze? Wat vraagt dit van de DMOers? Kopstukken van de DMO over de nieuwe DMO.

12. Booming business

Grote schoonmaak op Artillerie Schietkamp t Harde. Nederlandse en Duitse munitiespecialisten ruimen gezamenlijk oude munitie. En een rijke oogst kan maar op n manier eindigen: met een grote knal.

16. Boxer warmt zich op

Het nieuwste pantserwielvoertuig van de landmacht is enthousiast ingehaald op Legerplaats Oirschot. De nieuwe rijinstructeurs mogen als eerste sparren met de Boxer. Een eerste kennismaking met een zwaargewicht van 32 ton.

18. Professioneel daten

12

Medewerkers van JIVC Operations slaan op 14 en 28 november aan het speeddaten. Niet voor een levenspartner, maar om zich te orinteren op een mogelijke toekomst buiten Defensie.

En verder
4. In t kort 20. Werkplekgezien 22. Het Nieuwe Werken 24. Op locatie

16
Cover:
Een Boxer lesvoertuig draait zich warm op de Oirschotse Heide. Zodra de rijinstructeurs helemaal los zijn op het pantserwielvoertuig mogen de operationele bemanningen aan de bak met de Boxer. Foto: Ben de Visscher

18

Materieelgezien nummer 8 | november 2013

Column

Een nieuwe start


De omklap van de DMO naar de nieuwe organisatie heeft op 1 november plaats gevonden. Daarmee is een eind gekomen aan een langdurig traject dat is ingezet met de beleidsbrief van de vorige minister van Defensie, Hans Hillen. We kunnen rustig stellen dat deze reorganisatie de meest ingrijpende was in de reeks die we sinds de oprichting van de DMO hebben gehad. Ik hoop dan ook dat we voorlopig geen omvangrijke reorganisaties meer hoeven door te voeren en ons kunnen gaan focussen op onze primaire taken. Wat mij betreft is dit voor een langere tijd de laatste column die ik aan het onderwerp reorganisatie besteed. Natuurlijk komen er nog een aantal aanpassingen aan als gevolg van de nota 'In het belang van Nederland', maar die zijn van beperktere aard. De grootste verandering die ons te wachten staat, is de outsourcing van ICT en IV dienstverlening, maar dat duurt nog even. Terug naar de 'omklap'; die is niet zonder slag of stoot gegaan en ondanks alle voorbereidingen is ook nog niet alles in orde. Dat zult u zelf inmiddels hebben gemerkt. Zo zijn we nog druk bezig met de aanpassingen in IV systemen als SAP, Peoplesoft en Mulan. Bijvoorbeeld het verplaatsen van de mappenstructuur (bij velen van u bekend als de Q en de N schijf ) neemt nog de hele maand november en december in beslag. Het zal dus even behelpen en wennen zijn. Wennen aan een nieuwe functie, wennen aan nieuwe collegas en wennen aan een nieuwe werkomgeving, want er vinden kleinschalige verhuisbewegingen plaats en de complete 'oude' afdeling C3I is verhuisd naar Utrecht. Hoewel de meeste collega's een plek hebben kunnen vinden binnen de nieuwe DMO of elders binnen Defensie, moeten we ook van velen afscheid nemen. Dat is de afgelopen weken al regelmatig gebeurd en dat zal ook de komende weken nog gebeuren. Afscheid nemen doet pijn, zeker als het om mensen gaat die zich jarenlang met ziel en zaligheid hebben ingezet. Ik hoop dan ook van harte dat eenieder zijn weg vindt en wil graag nogmaals mijn dank uitspreken aan alle vertrekkenden voor dat wat zij voor Defensie en met name de DMO hebben betekend.

Lex Hendrichs Directeur DMO

In t kort
Ken je F-35
Vier Nederlandse vliegers en twintig technici starten binnenkort met hun opleiding op de F-35 Lightning II. De vliegers krijgen eerst een theoretische opleiding. In december gaan ze naar verwachting met het nieuwe toestel vliegen. Vliegers en onderhoudspersoneel worden door de opleiding voorbereid op de operationele testfase die in 2015 begint. Nederland heeft twee testtoestellen gekocht. Ze staan momenteel op Eglin Air Force Base in Florida. Minister Jeanine Hennis-Plasschaert maakte op Prinsjesdag bekend in totaal 37 F-35s te willen aanschaen als vervanger van de F-16.

DMOers onderscheiden
Ruim vijftig medewerkers van de DMO ontvingen op 8 oktober een medaille voor hun bijdrage aan de inhuldiging van koning Willem-Alexander. De collegas van IVENT, het KPU-bedrijf en de staf DMO ontvingen de onderscheiding uit handen van kolonel Roel Been en kolonel Bart Klaren. De eerste complimenteerde alle medewerkers voor hun professionele inzet op en in de aanloop naar 30 april. De DMO heeft voor een maximale ondersteuning gezorgd op het gebied van ceremonile aankleding en verbindingen in de ruimste zin van het woord.

Roparun 2014: doe mee


In een weekendje van Parijs naar Rotterdam lopen? Het DMO Roparunteam is in 2014 alweer voor de negende keer van de partij. En jij kunt daarbij zijn. De estafetteloop van Parijs naar Rotterdam is traditiegetrouw in het Pinksterweekend en start volgend jaar op 7 juni in Parijs. Het DMO Roparun-team zoekt speciek naar: Lange afstandslopers: in staat om een halve marathon te lopen binnen 1 uur en 55 minuten Fietsers: begeleiden de lopers Ondersteuners: verzorgen van alle teamleden Masseurs: houden de sporters inzetbaar Creatievelingen: organiseren acties om geld in te zamelen voor de Stichting Roparun. Meer informatie over de Roparun en de doelen die de Stichting Roparun steunt, vind je op www.roparun.nl. Voor details over het DMO Roparunteam kun je terecht bij DMO-collegas Menno de Weger en Wouter van der Bijl.

Teambuilding in 100 dagen


Leidinggevenden krijgen hulp bij het opstarten van een nieuw team: de online Toolkit Teamvorming. Het ExpertiseCentrum Leiderschap Defensie ontwikkelde dit digitale hulpmiddel om leidinggevenden houvast te geven in de formatie van hun nieuwe team. Richtlijnen en werkvormen ondersteunen ze in de eerste 100 dagen. Meer informatie vind je op intranet: Commando DienstenCentra > NLDA > Organisatie > Eenheden / Directies > ECLD > Toolkit > Toolkit Teamvorming

Vertrouwelijk en veilig
De nieuwe beleidsregel veiligheidsonderzoeken Defensie is op 1 november 2013 ingegaan. Deze regel gaat over de situaties waarin de verklaring van geen bezwaar (VGB) wordt geweigerd of ingetrokken. Alle militairen en een groot deel van het burgerpersoneel hebben deze nodig om bij Defensie te werken. Zonder VGB mag iemand namelijk geen vertrouwensfunctie uitvoeren. Meer hierover lees je op intranet via Bestuursstaf > Organisatie > Eenheden / Directies > MIVD > Taken en werkzaamheden

Materieelgezien nummer 8 | november 2013

Kledingcontainers in opmars
Defensiemedewerkers kunnen overtollige persoonsgebonden uitrusting en andere oude kleding binnenkort kwijt op ruim 20 Defensielocaties. Het KPU-bedrijf breidt haar samenwerking met ReShare, het recyclingbedrijf van het Leger des Heils, daarmee verder uit. Van Den Helder tot Woensdrecht en van Den Haag tot Schaarsbergen staan straks ReShare kledingcontainers voor het goede doel. Door oude militaire en privkleding en schoenen verantwoord te laten recyclen ondersteunt Defensie projecten van het Leger des Heils. Ook draagt de krijgsmacht zo haar steentje bij aan het milieu.

Kickstart je leiderscapaciteiten
Startende leidinggevenden binnen de DMO kunnen nu via een online leergang hun kennis en vaardigheden een kickstart geven. De leergang is opgebouwd uit 12 trainingsmodules en 13 zelfstudiemodules. Via de zelfstudiemodules leert de nieuwe leidinggevende soepel om te gaan met de P&O-processen van Defensie. Daarnaast doet de leidinggevende kennis op van de relevante Defensieregelgeving, vaste orders en maakt hij of zij zich wegwijs op het Defensieportaal. Met een zelftest kan de leidinggevende de opgedane kennis toetsen en bespreken met zijn of haar direct leidinggevende. Na het volgen van de trainingsmodules is de leidinggevende in staat om een aantal belangrijke leiderschapsvaardigheden eectief toe te passen in de eigen praktijk. De trainingsmodules worden in korte krachtige interactieve trainingen aangeboden, in tijd varirend van twee uur tot twee dagdelen. Meer informatie vind je op intranet: DMO > Service > Opleidingen > DMO brede opleidingen

Integriteitgezien
De roddel
Van Dale is er duidelijk over: de roddel is mannelijk. Het woord dan wel te verstaan. Voor het overige maakt de roddel geen onderscheid tussen mannen en vrouwen. De roddel is een broer van het gerucht en een neef van de aanname en de veronderstelling. De ergste vijand van de roddel is het feit of de waarheid. Bekende transportmiddelen van de roddel zijn de verwarmingsbuis en de tamtam met een ongekende snelheid en een verspreiding waarop menig reclamebureau jaloers is. De roddel floreert in moeilijke en onzekere tijden en voelt zich het prettigst in de buurt van een koffieautomaat. Heb je het al gehoord? is een bekende openingszin en de roddel komt ook altijd uit betrouwbare bron. Een Engels onderzoek heeft aangetoond, dat we gemiddeld 5 uur per dag bezig zijn met bijpraten en roddelen. Dus een derde van de tijd dat we wakker zijn.

Onderling praten over anderen heeft voordelen. Het verbindt mensen met elkaar, geeft ze het gevoel dat ze er bij horen. Het zorgt voor eensgezindheid. Brengt mensen in contact met elkaar en schept een band. Dat geeft ons een fijn gevoel, een vorm van houvast, zeker als om ons heen onze zekerheden afbrokkelen en we steeds meer op ons zelf zijn aangewezen. Maar hoe komt het, dat bij onderzoek naar ongewenst gedrag, politieke spelletjes en rattengedrag, roddelen altijd in de top vijf van oorzaken staat vermeld? En dat niet alleen, we vinden het ook vervelend. Het schept wantrouwen en het verpest de sfeer. Hoe kan dat? Wat maakt, dat roddelen de ene keer verbroedert en de andere keer voor veel ellende zorgt? Iedereen roddelt weleens! Meestal is dat onschuldig, zolang het maar geen negatieve gevolgen heeft. Rita en Lolita, de moeders van Sylvie en Rafael, zullen geen benul hebben van het feit, dat u s morgens bij de koffie tegen uw collegas vertelt wat u van dat hele gedoe vindt. Daarvoor staan ze te ver van ons af.

Maar het kan ook anders uitpakken. Daar waar roddelen tot doel heeft om willens en wetens uw collega of een leidinggevende in een kwaad daglicht te plaatsen en het functioneren te bemoeilijken door negatieve opmerkingen of onwaarheden, is de schade groot en vaak onherstelbaar. Juist in deze situaties is het belangrijk, dat u de roddels stopt, in ieder geval er niet aan meedoet. Check de feiten, want wat ook in dat Engelse onderzoek naar voren kwam: TO ASSUME (voor waar aannemen of veronderstellen) makes an ASS out of U and ME. Joke van Bodegom Cordinator vertrouwenspersonen DMO

De nieuwe DMO

De Nieuwe DMO
De DMO maakt een nieuwe start. Wat houdt de nieuwe organisatiestructuur in? In hoeverre verandert onze werkwijze? Hoe verandert onze relatie met de operationele commandos? En wat vraagt dit van ons als DMOers? Kopstukken van de DMO geven hun zienswijze.
Tekst: Ingmar Kooman Foto's: Robert Koelewijn

Materieelgezien nummer 8 | november 2013

De nieuwe DMO
Lex Hendrichs, directeur DMO De rol van de DMO is nu duidelijk anders. De nieuwe DMO is dienstverlenend en ondersteunend. We staan meer op afstand van Bestuursstaf en dragen geen formele beleidsverantwoordelijkheid meer voor de materieellogistiek. Wel blijven we een kenniscentrum op dit gebied. De DMO is en blijft van grote meerwaarde voor de gehele krijgsmacht. Deden we voorheen vooral zaken met de Commandant der Strijdkrachten en de Defensiestaf, nu gaan we ons ook meer richten op (de commandanten van) de operationele commandos. Daar zitten immers de operationele gebruikers; zij moeten met het materieel en de IV-systemen opereren. We gaan hen dan ook veel nauwer betrekken bij wat wij doen. Samenwerking is echt noodzakelijk. Omwille van de inzetbaarheid en de betaalbaarheid. We zullen meer nog dan vroeger de zaken met elkaar moeten afstemmen. Vraag- en aanbodmanagement (VAM) staat daarin centraal. Onze capaciteiten zijn begrensd in mankracht en middelen. We zullen samen met onze behoeftestellers keuzes moeten maken: wat kunnen we wel en wat kunnen we niet doen? Als de opdrachtgever prioriteiten stelt, dan mag hij van ons verwachten dat wij fatsoenlijk werk aeveren, binnen de afgesproken termijn, budget en conform de eisen. Ik heb een heldere opdracht: de DMO moet naar een kleinere formatie. Mensen verliezen hun functie, sommigen zullen Defensie moeten verlaten. Menigeen na vele jaren inzet. Dat is triest en hard. Het sociaal beleidskader biedt nog steeds een fatsoenlijke regeling, maar dat is alleen de nancile kant van de zaak. Want je bent wel je werk kwijt. Met die medewerkers raken we ook kennis kwijt. Kennis die we zelf niet meer hebben, zullen we van buiten moeten halen: bij het bedrijfsleven en de kennisinstituten. Dat maakt je kwetsbaar. Je wordt afhankelijk van anderen. Je moet nieuwe technologien toepassen en aangedragen oplossingen altijd nog zelf kunnen beoordelen.

Samen keuzes maken

Tot slot wil ik benadrukken dat er geen plannen liggen om de DMO samen te voegen met het CDC. Het takenpakket van onze organisaties verschilt fundamenteel en er zit dan ook geen overlapping in. Het CDC is facilitair en DMO biedt krijgsmachtbreed logistieke en IV ondersteuning. Synergie is daar niet te behalen. Wel gaan we op stafniveau nauwer samenwerken: P&O, nancin en control en bestuur. Wat we samen kunnen doen, zullen we samen doen. Ik heb het gevoel dat het kijken naar het verleden soms onze perceptie van de werkelijkheid vervormt. Ja, we zijn de systeemlogistieke bedrijven kwijt en we zijn fors kleiner geworden. Dat is gebeurd. Dat is klaar. Laat het je huidige welbevinden niet langer benvloeden. We moeten door die zure appel heen bijten, en weer vooruit kijken: daar staat een DMO die er toe doet.

Materieelgezien nummer 8 | november 2013

Generaal-majoor Peter Dohmnen, directeur Materieellogistiek Onze can do mentaliteit bezorgde ons heel veel werklast, vaak meer werk dan we konden omzetten. We gaan in de nieuwe organisatie dan ook binnen Matlog meer aandacht besteden aan de voorkant, waarbij we nadrukkelijk rekening houden met de beschikbare capaciteit. Grote projecten (boven de 25 miljoen euro red.) en de bandbreedte projecten komen nu samen bij het ressort Projecten. We creren daarmee voor onze klanten, de operationele commandos, n duidelijk aanspreekpunt. Onze vraag- en aanbodorganisatie gaat een belangrijke rol spelen in de acceptatie van dit werk. Zo kunnen we beter en transparanter werken en betrouwbare afspraken maken. Dit doen we in nauwe samenspraak met de klant, waarbij we ook transparant inzicht zullen geven in de realisatie. Dit draagt bij aan onze professionaliteit en ons imago als betrouwbare leverancier. Eventuele knelpunten zijn door deze concentratie ook sneller te signaleren en aan te pakken. Meer dan voorheen gaan we kennis en kunde concentreren. Een voorbeeld hiervan is het Defensie Brand- en Bedrijfsstoenbedrijf, waarin we het Defensie Bedrijfsstoenbedrijf, de Defensie Pijpleiding Organisatie en Kenniscluster Brand- en Bedrijfsstoen onderbrengen. Medewerkers delen kennis en ervaring; van die kruisbestuiving verwachten we een kwalitatieve stimulans. Dit gebeurt ook wat betreft onze kennis en capaciteit op het gebied van munitie. Daarbij merk ik ook op dat de sous-chef Verwerving voortaan functioneel verantwoordelijk is voor de uitvoering van de verwerving voor de gehele Defensieorganisatie. Kortom, we gaan versnippering tegen en creren voor de klant duidelijke aanspreekpunten. Wapensysteemmanagement zijn we al langere tijd stapsgewijs aan het verbeteren. Het zwaartepunt voor de DMO ligt bij de rol van normsteller, waarbij de focus ligt op de lange termijn beschikbaarheid van grote wapensystemen tegen betaalbare levensduurkosten. Onze activiteiten zullen we samen met de gebruikers en onderhouders afstemmen in de zogeheten wapensysteemmanagementdriehoek. Verder ben ik van mening dat we onze toegevoegde waarde beter mogen uitdragen naar de opcos en de Bestuursstaf toe. Immers: onbekend maakt onbemind. Ook in de nieuwe organisatie is kennismanagement van essentieel belang. Daarmee garanderen wij het innovatieve vermogen van Defensie. Het is ook onmisbaar om het veilig gebruik van wapensystemen te kunnen borgen. Als gevolg van druk op onze formatie hebben we diep moeten snijden in onze kennisbasis. Dat dwingt ons om goed na te denken: welke kennis moet je in eigen huis hebben en op welke gebieden kun je leunen op je partners; de kennisinstituten en de industrie? Bottom line is dat je moet kunnen inspelen op innovaties. Je moet het functioneren van je wapensystemen kunnen analyseren, nieuwe behoeftes kunnen speciceren en onze leveranciers kunnen beoordelen op hun prestaties; veiligheid speelt daarin een belangrijke rol.

Kennis en kunde concentreren

10

De nieuwe DMO
Adriaan Blankenstein, commandant JIVC Over het contact met de gebruikers kan ik kort zijn: dat is essentieel. Het begint al bij het nadenken over de IV- of ICT-behoefte. Wanneer onze consultants vanaf het eerste moment al meepraten, kun je innovaties direct meenemen in de ontwikkeling. Door actief en structureel invulling te geven aan concept development & experimentation kun je de gebruikerswensen en de technische mogelijkheden nauw op elkaar afstemmen. En niet alleen bij het begin, maar ook werkenderweg: samen met de warfare centres van de krijgsmachtdelen. We gaan veel meer in samenspraak met de opcos, de Bestuursstaf en de MIVD oppakken. Van A tot Z zijn we in gesprek met de gebruiker. De uitbesteding van IV-diensten staat los van deze reorganisatie, maar ik begrijp dat het onrust veroorzaakt in de hearts & minds van onze mensen. De opeenstapeling van reorganisaties, verhuizingen en de outsourcing is wel wat veel. Dat snap ik ook. De mainframe hosting en de witte IV brengen we naar de markt. Eectiviteit, eciency en verantwoording staan daarbij voorop. Het betekent dat collegas hetzelfde werk kunnen blijven doen, maar dan ergens anders. De markt is geen Nirvana, maar het is evenmin een onveilige, asociale plek waar je wordt uitgebuit. Ja, de accenten liggen anders. Voor een individu zijn de kansen soms beter als je naar de markt gaat, daar is IT het primaire proces. Al snap ik natuurlijk dat het wringt wanneer je na 20 of meer jaren trouwe dienst Defensie moet verlaten. Maar ik zie ook dat voor een goede ITer in Nederland werk genoeg is. Tegelijkertijd blijft Defensie een mooie en uitdagende werkgever. Hier is de actie, we innoveren, spelen continu in op veranderingen. Dat is echt fantastisch. Mede door innovaties in informatietechnologie kan een fregat nu met 50 man opereren in plaats van 150. De vraag naar IV neemt alleen maar toe. Het wordt meer, beter, grensverleggend en grijpt steeds dieper in in het primaire operationele proces. Defensie is en blijft echt een plek voor rastechneuten. IV is steeds meer een hoofdwapensysteem, zei luitenant-generaal Rob Bertholee, de vorige commandant Landstrijdkrachten. Dat onderschrijf ik volledig. We ontwikkelen de IV voor wapensystemen tegenwoordig in het veld: kijk maar naar de Fennek, de Boxer. Het VOSS is n groot IT-project. Je kunt alleen maar samenwerken als n Defensie. Samen kunnen we onze kennis maximaliseren. Samen kunnen we de prestatie leveren.

Van A tot Z in gesprek

Materieelgezien nummer 8 | november 2013

11

Folkert Buis, directeur Financin & Control De kerntaken van de directie F&C verschuiven: de boekhoudkundig-administratieve taken liggen voortaan bij het FABK, onder het CDC. Het nancieel beheer bij DMO blijft wel een verantwoordelijkheid van de lijn. De opgave voor F&C is een hoogwaardige control adviesclub te worden en zo de lijn te ondersteunen in de bedrijfsvoering. Daarbij gaan wij meer aan de voorkant adviseren. Wij signaleren problemen, duiden ze en helpen ze oplossen. Vroeger hadden wij activiteiten en budget niet goed op elkaar afgestemd, werkten wij bijvoorbeeld aan een wapensysteem dat misschien wel alle specicaties had, maar budgettair slecht inpasbaar was. Defensie en de DMO hebben de nodige nancile ups & downs gekend, denk aan de verplichtingenstop in 2010 en de latere onderrealisatie.

Het is van groot belang nauwer samen te werken met de opco's en tussen de lijn en de controllers, bijvoorbeeld projectleiders en projectcontrollers. Door meer aan de voorkant bij het proces betrokken te zijn, zorgen wij samen voor realistische ramingen. De kern: beter plannen, beter ramen, pro-actief en nauwer samenwerken leiden tot een betere begrotingsuitvoering. Als wij in de begrotingsvoorbereiding zorgen voor een gedegen nancile risicoanalyse waarbij de ramingen van projecten goed getoetst worden en de capaciteit goed in beeld is gebracht, zorgen wij uiteindelijk voor een stabielere begrotingsrealisatie.

Nieuwe organisatie smoel geven


De nieuwe DMO is nog steeds een veelzijdige kennisorganisatie, maar kleiner en meer dan voorheen gericht op dienstverlening. Directeur P&O Richard Hulselmans zet enkele gevolgen voor de DMO-medewerkers op een rij. Wat merk ik zelf van de veranderingen? Voor een grote groep DMOers verandert op het eerste gezicht niet zo veel. Ze houden dezelfde functie, werken vanaf dezelfde locatie, doen min of meer hetzelfde werk. Maar sommigen krijgen wel te maken met andere gezichten in het team, lege stoelen tegenover hen. Van medewerkers die geen functietoewijzing hebben, de herplaatsers, is de functie per 1 november vervallen. Zij maken geen deel meer uit van de nieuwe organisatie. Dat komt hard aan ja, je praat dan toch over DMOers die zich jarenlang hebben ingespannen voor deze prachtige organisatie. Samen met P&O en de daarvoor ingerichte begeleidingsorganisatie zoeken zij naar een andere werkplek binnen dan wel buiten Defensie. We zullen deze collegas maximaal ondersteunen en zoveel mogelijk begeleiden naar ander werk. Die nieuwe DMO, hoe ziet die er eigenlijk uit? Daar bouwen we aan. Na zon rigoureuze omklap moet de organisatie zich eerst zetten. Het zal ongetwijfeld even een periode worden van zoeken en aftasten. Mensen moeten wennen aan nieuwe collegas, een nieuwe taakverdeling, een andere invulling van hun werkzaamheden. De lijnen naar onze klanten zijn soms veranderd. Maar ook die klanten, de operationele commandos, zijn vanwege de reorganisatie anders ingericht. Dat dient zich allemaal nog te settelen. Zeker is wel dat de DMO een stuk kleiner wordt dan voorheen en dat we anders moeten gaan werken. Anders werken? Wat houdt dat in? We worden als DMO een echte dienstverlener, niet meer van het beleid maar puur ondersteunend aan het operationele proces. Dat vergt een verandering in werkwijze, maar ook in mindset. Kijk, onze organisatie wordt weliswaar kleiner, maar de opdracht verandert niet zo heel veel. Er komt nog steeds veel werk op ons af, en met een kleinere organisatie wordt dat een zware kluif. We zullen dus kiezen voor een meer zakelijke opstelling, prestatiegericht en aanspreekbaar op resultaat. Dat betekent grip houden op output en sturen op resultaat. Maar dat vraagt wel een omslag in denken. Dus voor die nieuwe manier van werken is een cultuuromslag nodig? Dat woord gebruik ik zelf niet graag, want dat suggereert dat je iets van de ene dag op de andere kunt veranderen. Zo werkt het niet. Je moet blijvend aandacht schenken aan wat je wilt bereiken. Focussen op resultaat en niet afdwalen van de hoofdlijnen. We moeten het nieuwe DMO smoel geven. Dat is niet alleen een taak voor de leidinggevenden. Daaraan draagt iedere medewerker bij. Hoe actief je jezelf opstelt, met klanten praat en meedenkt, hoe je je werk invult. Alles prestatiegericht, op tijd, kwalitatief goed. Dat vraagt om continu spiegelen, aan elkaar, aan de ander, aan de klant, de opdrachtgever. Als we dat voor elkaar hebben, mogen we onze successen vieren. Een forse uitdaging voor de komende tijd!

12

Reportage

Duits-Nederlands munitieruimen op t Harde

Booming business
Tekst: Jaap Wolting Fotos: Bart Nijs Fotograe

Nederlandse en Duitse munitietechnici sweepten begin oktober een deel van artillerieschietkamp t Harde. Samen ruimden ze zon 100 blindgangers. Voor het eerst sloegen de specialisten de handen ineen op een Nederlands oefenterrein.

Materieelgezien nummer 8 | november 2013

13

14

De munitietechnici parkeren hun MBs naast kapotgeschoten voertuigen op de met kraters bezaaide heide. Wilde zwijnen staren verbaasd naar de militairen. De beesten zijn wel gewend aan granaat- en mortierinslagen, niet aan mensen die hn terrein inspecteren. Het is de eerste keer dat we dit gebied opschonen, legt sergeant-1 Tim van de Coevering uit. Niet zo vreemd dus, dat de plaatselijke fauna in de stress schiet. De munitiespecialisten maken zich gereed. Prikstokken, messen en rode vlaggen om vindplaatsen te markeren, handschoenen aan in verband met giftige stoen. Voor het team de hei oploopt, tekent sergeant-majoor Jan Lanting nog snel even een 106 millimeter granaat in het mulle zand. Als je die munitie ziet, is het een goed idee om een expert te roepen. Voor dit exemplaar hebben we veel respect El Dorado Op linie doorkruisen de Nederlanders en Duitsers het veelvuldig bestookte doelengebied. De munitietechnici kunnen geen vijf meter lopen zonder munitie tegen te komen. Adjudant Matthias Purkopp vindt het prachtig. Terwijl zijn vakgenoten vol belangstelling naar een kartetsgranaat uit het begin van de twintigste eeuw kijken, vertelt hij. We lopen hier over Nederlandse geschiedenis. Omdat hier nooit naar blindgangers wordt gezocht, vinden we uniek materiaal. Zo stuitten we al op een Britse 25-ponder en een 105 millimeter van Franse makelij. Voor mij is dit een El Dorado. Bommetje Bij een oude brisantgranaat lopen de meningen van Matthias en Tim uiteen. Matthias: Nee hoor, het is geen Tweede Wereldoorlogmateriaal. Dit is nieuwer. Sergeant Robbin Kerstholt is de whizzkid van het stel. Hij tovert een laptop met munitiedatabase tevoorschijn. Beschrijving n plaatjes. De binationale munitieruimingsploeg komt tot de conclusie dat de blindganger een Duitse 27 millimeter brisantgranaat moet zijn. Robbin plant een rode vlag naast het bommetje, voert de GPS-cordinaten in en noteert de gegevens ook old skool met pen en papier. Toekomstige coperatie Wat je vindt, mag je vernietigen. Aan het eind van de week liggen ruim honderd blindgangers klaar voor een laatste klap. Met het opblazen komt een einde aan de levensduur van de munitie, niet aan de Duits-Nederlandse samenwerking. Tim: We zijn blij dat we dit nu eindelijk eens konden doen in Nederland. In Duitsland, waar Defensie veel oefent, werken we natuurlijk al veel samen. Dit is de eerste keer op Nederlands grondgebied, maar zeker niet de laatste.

Foto's, van boven naar beneden: De munitietechnici verzamelen zich rondom een oude Duitse brisantgranaat. Een kartetsgranaat uit het begin van de twintigste eeuw. Sergeant Robbin Kerstholt identiceert de gevonden munitie via de database.

Materieelgezien nummer 8 | november 2013

15

Eerste luitenant Stefan Schulz meet de diameter van een mortier.

16

Achtergrond
Boxer in de ring bij de landmacht

Testosteron op wielen
Acht wielen, vijf versies en een veelvoud aan taken. De Boxer is de langverwachte opvolger van de YPR en M-577. De rijinstructeurs van het Opleidings- en Trainingscentrum Rijden zijn de eerste die mogen sparren met het nieuwe pantserwielvoertuig.
Tekst: Ingmar Kooman Foto's: Fons Strijbosch en Ben de Visscher

Hij ziet eruit als een kruising tussen een pantserwielvoertuig en een pausmobiel. Groot, dat zeker. Maar ook een beetje sullig, zo met die instructeurskabine. Die indruk verdampt wanneer sergeant-1 Frank Steerneman de 750 paardenkrachten van het Boxer lesvoertuig laat spreken. Zo klinkt n brok testosteron. Op acht wielen. De uitlaat zit aan de linkerkant. Anders zouden we bij het gas geven zo de etsers van het etspad af blazen, lacht opperwachtmeester Bas Tiemens. De groepscommandant van de eerste rijinstructiecompagnie op Legerplaats Oirschot is een fan, maakt hij duidelijk. Ik ben een echte tankman, maar de Boxer valt me zeker niet tegen. Moet je hem zien staan: het lesvoertuig is zelfs hoger dan een Leopard 2 gevechtstank. Toch best een imposant apparaat.

Bij het Opleidings- en Trainingscentrum Rijden, kortweg OTC Rij, in Oirschot doet de Boxer zijn warming-up. Eerst krijgen de rijinstructeurs de gelegenheid om met het nieuwe pantserwielvoertuig te sparren. Een paar maanden hebben ze om zich het voertuig helemaal eigen te maken. Daarna beginnen de rijopleidingen voor de voertuigbemanningen van de operationele eenheden. Voetenwerk De Boxer vervangt vanaf 2014 de YPR-pantserrupsvoer tuigen en de M-577-pantserrupscommandovoertuigen (zie kader). De rijinstructeurs kunnen amper wachten tot ze ermee aan de slag kunnen, vertelt majoor Dr Kerstjens Hoofd bureau Opleidings- en Trainingsontwikkeling. De Boxer is een zwaargewicht, maar hij combineert dat met

Materieelgezien nummer 8 | november 2013

17

Sergeant-1 Frank Steerneman: De Boxer is n bonk geweld

De Boxer is een hightech, comfortabel en - dankzij operationele lessen uit Afghanistan - vooral veilig voertuig.

Voertuigspecificaties
De Boxer heeft een hoge mobiliteit, een groot laadvermogen en laad gewicht en biedt goede ballistische bescherming aan de inzittenden. Lengte: 7,93 meter Breedte: 3 meter Hoogte: 2,4 meter (afhankelijk van missie-module) Maximale gewicht totaal: 35 ton Maximale snelheid: 103 kilometer per uur Aandrijving: 8x8 permanente wielaandrijving Versnellingsbak: 7-traps automaat Motor: diesel 539 kilowatt Koppel: 2.700 Nm bij 1.450 toeren per minuut Waadvermogen: 1,5 meter Opstapvermogen: 0,8 meter Klimvermogen: 60% Dwarshelling: 30% Actieradius: 1.050 kilometer (verharde weg) Draaicirkel: 20 meter, 15 bij eenzijdig blokkeren tracks Bewapening: Protector M151 met een .50 mitrailleur Maximale bemanning: 9 personen

het voetenwerk van een lichtgewicht. Het voertuig weegt weliswaar 32 ton, maar rijdt als een personenauto. En hij trekt sneller op dan een MB. Mooi spul dus, bevestigt Bas. De mannen vechten erom om hier instructeur te worden. Ook een ervaren rot als Frank is onder de indruk van het pantserwielvoertuig. Ga maar na: 750 pk, dat wil wel weg. De Boxer is n bonk geweld. Maar omdat alle stoelen luchtgeveerd zijn, rijd je echt als een koning. De bediening is echt andere koek dan bij de YPR en M-577, legt hij uit. Zon dertig jaar rijd ik nu op pantservoertuigen en zelfs voor mij is de Boxer even wennen. Tiptoetsen, touchscreens, er zit veel meer elektronica in. Voordat hij op de chaueursstoel schuift, diept hij dan ook zijn leesbril op uit zijn borstzak. Oorlogvoeren? Bril mee, grinnikt hij. 120 decibel Softwareproblemen zijn nu de grootste uitdaging voor de nieuwe instructeurs, vertelt opper Bas. De elektronica is soms iets te jn afgesteld. Neem de veiligheidsgordel: die moet je op drie punten inklikken en vervolgens moet je het bevestigingspunt nog eens een hele slag draaien tot je weer een klik hoort. Dat laatste is nieuw voor ons. Maar deed je dat niet helemaal goed, dan ging het alarm af: 120 decibel. Vlak bij je hoofd. Kinderziektes als deze zijn doorgaans snel te verhelpen, geeft Bas aan. Als er iets is, hoef ik maar te bellen en de DMO lost het op. Monteurs van de Edense vestiging van bouwer Rheinmetall zijn bijna op afroep beschikbaar om problemen te verhelpen. Ik ben uitermate tevreden met de after sales, concludeert Bas. De samenwerking met DMO is erg prettig. De DMO denkt erg mee en vooral: ze denken in oplossingen. Aan het eind van het jaar zijn de eerste instructeurs en examinatoren opgeleid voor de Boxer. Begin 2014 luidt ook de bel voor de opleiding van de eerste voertuigbemanningen. En dan kan de Boxer zijn schare fans gaan uitbreiden over de hele landmacht.

Boxer in de ring
Het Boxer-pantserwielvoertuig is een modulair systeem. Het onderstel is voor voertuigtypes hetzelfde, daarop zit een missiespecifieke opbouw. De aanschaf van de Boxer is een samenwerkingsverband tussen Nederland en Duitsland. Nederland schaft 200 Boxer-pantserwielvoertuigen aan in 5 verschillende uitvoeringen. Ronde 1: invoering Boxer Driver Trainer Vehicle (8 stuks) Ronde 2: 2014 - invoering Boxer Ambulance (52 stuks) Ronde 3: 2014 - invoering Boxer Cargo (27 stuks) Ronde 4: 2014 - invoering Boxer CP (commandopostuitvoering) (60 stuks) Ronde 5: 2015 - invoering Boxer Battle Damage Repair (genieversie) (53 stuks)

18

De nieuwe DMO
Speeddating JIVC OPS

Professioneel daten
Je beste pak of leukste jurkje? Check! Lekker luchtje? Check! Curriculum vitae? Check! Medewerkers van JIVC Operations slaan in november aan het speeddaten. Niet voor een levenspartner, maar om zich te orinteren op een mogelijke toekomst buiten Defensie.

JIVC Operations staat aan de vooravond van de uitbesteding van de witte informatievoorzieningsdiensten. Misschien denk je erover na om je geluk buiten de krijgsmacht te beproeven, maar zit je nog met een hoop vragen. In hoeverre is jouw ervaring bij Defensie eigenlijk relevant in de burger? Wat is je huidige marktwaarde? Kortom, hoe werkt het letterlijk en guurlijk in het bedrijfsleven? Kennismaken Medewerkers van JIVC Operations kunnen daar op verschillende manieren een beeld van krijgen. In november verzorgt de afdeling Re-Employment (REP) in Maasland en Soesterberg twee sessies professioneel speeddaten. Daarin kun je nader kennismaken met tien grote ICTleveranciers van Defensie, zoals IBM, Hewlett-Packard, Capgemini en KPN. Vraag maar raak In totaal houden tien bedrijven een pitch, een korte introductie op hun werkveld. Daarna is het aan jou. Je kunt aansluitend namelijk n op n praten met drie werkne-

mers van bedrijven waar jij iets meer over wilt weten. Geen recruiters of leidinggevenden, maar gewone medewerkers. Wat je vraagt? Dat bepaal je zelf. Moet je strak in pak naar het werk? Met welke soft- of hardware werken ze? Kun je opleidingen volgen? Hoe zit het met de vakantiedagen? Vraag maar raak! Drie keer vier minuten lang kun je kennismaken met het werkveld buiten het hek. Zo verzamel je in korte tijd veel informatie, verbreed je je netwerk en krijg je meer inzicht in je eigen capaciteiten. Spiegelen Wil je nog meer weten van een organisatie? Dan kun je via het REP nog een zogeheten spiegelbezoek brengen aan een locatie van een van de leveranciers. Je loopt dan een dag(deel) mee met een medewerker die ongeveer hetzelfde werk doet. Zo kun je met eigen ogen ervaren hoe het toegaat in het bedrijfsleven. En ook zien waar jouw kansen liggen.

Materieelgezien nummer 8 | november 2013

19

Daan

Saskia

Miranda

In juni verzorgde REP al een eerste speeddatesessie voor IVENT OPS-collegas. Drie van hen vertellen over hun ervaringen. Ook geven ze tips voor jouw speeddates. Op 28 november is een sessie in Maasland. Je kunt je hiervoor nog aanmelden. Meer informatie vind je via het intranetportaal van het JIVC > Operations of stuur vanaf Mulan een mail naar %Re-employment, CDC/IVENT/OPS/STAF

Daan Schtz - senior servicemanager operations De sessies gingen heel rap. Belangrijk is om voorbereid te zijn en gericht vragen te stellen. Wat wil je nu precies weten van het bedrijf? Wat opvalt is dat bedrijven meer sturen op output zoals kosten en targets. Flexibiliteit in waar en wanneer je werkt is aan de medewerker zelf, als de resultaten maar worden gehaald. Positief is dat je ook kan spiegelen. Welke verantwoordelijkheden heeft bijvoorbeeld een product- of service manager bij ons en hoe zit dat bij de ander? Zon dag geeft inzicht in de overeenkomsten en verschillen in werkzaamheden en scherpt je in je huidige functie bij OPS. Saskia Duijvestijn - senior medewerker BV Projecten Deze dag bood mij een leuk en informatief programma. Er zijn best wel overeenkomsten tussen de leveranciers en JIVC OPS. Wat ik niet had verwacht, is dat er bij de leveranciers toch best veel functies voor projectondersteuners zijn. Dat vond ik verrassend . En in de gesprekken tijdens het speeddaten zie je dat het bij de leveranciers informeler aan toe gaat dan ik dacht. Ook daar is ruimte voor een kletspraatje. Maar het grootste verschil tussen leverancier en JIVC OPS is natuurlijk dat ze allemaal in een leaseauto rijden. Miranda Bastiaan - medewerker Cordinatie BV De speeddates zijn heel kort. Maar ze geven wel een eerste indruk en verschaen je de belangrijkste informatie over het bedrijf. Ik ben benieuwd of de pitches matchen met de informatie die ik heb gehad tijdens het speeddaten. Wat prettig is dat zoveel bedrijven aanwezig zijn. Dan kun je ze goed vergelijken. Er zijn bijvoorbeeld veel overeenkomsten tussen de bedrijven, maar ook diverse verschillen. Zelf werk ik in een projectondersteunende functie. Die hebben ze ook bij die bedrijven nodig.

20

Werkplekgezien
Voor de rubriek Werkplekgezien neemt de redactie iedere maand een kijkje op een werkplek van een DMO-collega. Heb jij ook een markante werkplek en wil je die delen met je collegas? Mail dan naar materieelgezien@mindef.nl. Foto: Robert Koelewijn

8 1 2

Naam: Majoor Ad van Belkom en luitenant-kolonel Derk Jan Klompsma Leeftijd: 52 en 47 Functie: Stafofficier O3 en Hoofd Sectie O3 Ad en Derk Jan (DJ) vormen de sectie O3, Ondersteuning Operationeel Optreden. Ze plannen, begeleiden en bewaken de DMO ondersteuning van het operationele optreden van de krijgsmacht. Ze denken proactief mee met de Directie Operaties (DOPS) bij missies en de Directie Aansturen Operationele Gereedstelling bij grote oefeningen. DJ: Wij zitten vanaf het eerste moment met de planners om de tafel om de capaciteit van de DMO in te brengen.

Wat zijn bijvoorbeeld de te verwachten munitiebehoefte, in te zetten systemen en de bijzonderheden voor het KPU-bedrijf? Ad en DJ koppelen de kennis en kunde van de DMO aan de operationele behoeften. Hoewel hun afdeling na de reorganisatie is gekrompen van vijf naar twee man, blijven hun ambities hoog, vertelt DJ. Ad en ik weten hoe belangrijk goede ondersteuning tijdens missies is. Dat heb ik ook ervaren in mijn vorige functie bij de DOPS. Als wij goed werken, kunnen we onze systeemen assortimentsmanagers vroegtijdig erbij betrekken.

Materieelgezien nummer 8 | november 2013

21

7 6

1. Sectie O3 verricht ook veel werk voor nationale operaties, zoals de inhuldiging. DJ zat destijds bij het beleidsteam en is dan ook trots op zijn inhuldigingsmedaille. Een intens evenement, bijzonder om dat als militair mee te maken. | 2. Een nieuwe nationale operatie is de Nuclear Security Summit van 2014. Ook daar verzekert O3 de inbreng van DMO. | 3. DJs metalen kist zorgt voor veel bekijks, vertelt Ad. We zijn als sectie verschrikkelijke exoten. De link tussen de DMO en het operationeel optreden leggen mensen niet vanzelf. DJ: Dit geeft ons aardig wat aanloop. Zo leren we de mensen in huis kennen. | 4. Wekelijks gaan Ad en DJ samen hardlopen, voor zoals ze zelf zeggen een gezonde geest in een gezond lichaam. | 5. Collegas lopen regelmatig binnen om een graai in de bak met pepermuntjes te doen. Ad: Onze deur staat letterlijk altijd open, voor iedereen. | 6. Ad: Collegas weten wel van het bestaan van de DMO, maar niet wat we doen en wat O3 voor ze kan betekenen. Communiceren is het allerbelangrijkste in ons werk. Onlangs heb ik daarom op vliegbasis Gilze-Rijen een presentatie gegeven: voor velen echt een eyeopener. | 7. Als commandant van 932 logistiek squadron op Gilze-Rijen was Ad in 2010 verantwoordelijk voor de Luchtmachtdagen. In 2 dagen trok dat evenement zon 250.000 bezoekers. | 8. Een fles smeerolie: het regimentsdrankje van de Technische Troepen, DJs eenheid. Als geheelonthouder drink ik het zelf niet, maar het ruikt lekker naar drop.

4 3

22

De nieuwe DMO

Het Nieuwe Werken: onze praktijk


Het Nieuwe Werken is meer dan werken vanuit huis, met een laptop of in een andere omgeving dan het eigen kantoor. Het gaat om vertrouwen, verantwoordelijkheid, vrijheid en verbondenheid. Collegas werken plaats- en tijdonafhankelijk en bedenken slimme manieren om tot resultaten te komen. Bij het Ressort Projecten draaide een kleine groep proef met het Nieuwe Werken. Projectleider Michel Leenaarts: Het loopt hier voortreelijk, dus waarom zouden we het nog terugdraaien? Een rondje om de tafel met een aantal deelnemers.
Tekst: Evert Brouwer Foto: Sjoerd Hilckmann

1 2

Luitenant-kolonel Martin Scheepbouwer Ik heb veel baat bij het Nieuwe Werken. Ik woon in Zeeuws-Vlaanderen; het scheelt me enorm in reistijd. Je moet wel gericht werken en plannen. Op de dagen dat je in Den Haag bent, voer je de directe gesprekken met collegas. Dan moet je wel weten of ze binnen zijn. Dus: wat mt ik doen in Den Haag en wat kan elders? Het vraagt van iedereen taakvolwassenheid. Ook van de collegas die niet meedoen. Er zijn wel eens opmerkingen als: Is die-en-die er nu wr niet? We zijn er echter altijd, alleen niet altijd op de Frederikkazerne. Ik weet zeker dat onze output omhoog is gegaan. Eduard van der Weide Ik woon in Den Haag, maar zie ook voordelen van deze werkwijze. We hebben geen vast aantal dagen dat we niet in Den Haag werken. Met de software die we gebruiken kan je eenvoudig samenwerken. Dan ben je bijvoorbeeld online met een collega op een andere locatie en de specialisten van Boeing in de Verenigde Staten. Vanwege het tijdsverschil met Amerika begin je dan soms pas om vier uur s middags. Je moet wel goed plannen met elkaar. Als je een taak klaar moet hebben, zal je daarvoor een schema moeten maken dat naar die bepaalde datum toe werkt.

Materieelgezien nummer 8 | november 2013

23

3 4

Majoor Valette Jacobs-Kloppenburg: Als moeder van twee jonge kinderen vind ik Het Nieuwe Werken heel prettig. Ook ik woon in Den Haag. Werken met kinderen in huis gaat niet, dus ik ben veel vaker op kantoor. Wel geeft het me de tijd om ze naar de opvang te brengen en te halen. Ook maak ik gebruik van de mogelijkheden als ik op vliegbasis Gilze-Rijen ben. Op onze afdeling draait het om resultaatgericht werken. Dat maakt Het Nieuwe Werken op onze afdeling zo goed mogelijk. Michel Leenaarts: Het Nieuwe Werken vraagt nogal wat van een leidinggevende. Je hebt ook steun van het bedrijf nodig om het goed uit te voeren. Je moet meer persoonsgebonden afspraken maken. De een kun je meer ruimte geven dan de ander. Onze wekelijkse vergadering op maandag is meer gericht op de indeling van de agendas. Het komt wel voor dat ik een collega bel en dat hij net boodschappen doet in de supermarkt. Daaraan moet je wennen. Het werkt verder prima, al zou de ICT-apparatuur misschien meer op maat kunnen worden geleverd. De een is tevreden met een kleine laptop met wi, de ander richt liever een werkplek in huis in met een groot scherm.

Michel Vewijmeren: De auto laat ik nu regelmatig staan, want voordat ik met de trein vanuit Breda in Den Haag ben, heb ik al een uur gewerkt. Thuis heb ik een werkkamer ingericht zodat ik in alle rust vanuit huis kan werken. Met de exibiliteit die Het Nieuwe Werken mij biedt, heb ik de mogelijkheid om priv- en werktijd beter op elkaar af te stemmen. Dit werkt voor mij uitstekend. Ik heb nu meer plezier in mijn werk.

Op locatie

Kolonel Max Droste is commandant van het Nederlandse contingent in Afghanistan. De DMOer heeft de Frederikkazerne tijdelijk verruild voor Camp Marmal in Mazar-e-Sharif. Dat levert een bijdrage aan de ISAF-missie met F-16s (MeS), militairen op diverse staven en het Nationaal Support Element (NSE) Als contingentscommandant (C-ContCo) fungeer ik als de ogen en oren van de Commandant der Strijdkrachten in Afghanistan. Ook bewaak ik de inzetregels van de F-16s. Daarnaast rapporteer ik belangrijke politiek-militaire ontwikkelingen, handel ik nancile en logistieke aangelegenheden af en ben ik de algehele trouble shooter. Om alles in goede banen te leiden, beschik ik over een kleine staf. Deze bestaat uit een juridisch adviseur (de chef staf ), een controller en drie collegas van de marechaussee. Het is een uitermate boeiende functie. Je zit hier met vele andere Nederlanders in een uitzendgebied. Iedere dag werk ik met vele andere nationaliteiten. Het is hier echt een alles-is-anders-show. We werken hier zeven dagen per week. Elke dag is weer anders. De variteit in werkzaamheden is erg groot. Gelukkig zie je vaak snel resultaat en zijn de lijntjes kort. Met goede samenwerking en goed leiderschap kun je hier het verschil maken. Personeelszorg beschouw ik als een cruciaal onderdeel van mijn persoonlijke missie. Af en toe een luisterend oor, bijdragen aan een prettige werkomgeving met goede informatievoorziening en individueel steun bieden waar nodig en waar mogelijk maakt een aanzienlijk deel uit van mijn dagelijks werk. Kortom: een veelzijdige, interessante functie op een aparte locatie waar je veel kunt betekenen voor je mensen.

Colofon - Jaargang 10, nummer 8, november 2013 Materieelgezien is een uitgave van de Defensie Materieel Organisatie, geproduceerd door het Mediacentrum Defensie. Hoofdredactie: Hans Kuijper Eindredactie: Ingmar Kooman Vormgeving: Mediacentrum Defensie Druk: OBT BV, Den Haag Oplage: 5.500 Redactieadres: (niet voor adreswijzigingen en vragen over verzending) Mediacentrum Defensie Postbus 20701 MPC 58B 2500 ES Den Haag E-mail: materieelgezien@mindef.nl Redactieraad: Arvid Staarink (Staf ), Carolina Vos (Matlog) Overname van artikelen en fotos is toegestaan na overleg met de redactie en onder bronvermelding. Aan artikelen kunnen geen rechten worden ontleend. De inhoud van Materieelgezien weerspiegelt niet noodzakelijkerwijs de mening van het ministerie van Defensie.

Vous aimerez peut-être aussi

  • KLu - 07-2013
    KLu - 07-2013
    Document21 pages
    KLu - 07-2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • KM 10/11 2013
    KM 10/11 2013
    Document25 pages
    KM 10/11 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • DK 28 2013
    DK 28 2013
    Document16 pages
    DK 28 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • Vaandeldrager 108
    Vaandeldrager 108
    Document0 page
    Vaandeldrager 108
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • KL Special KL200
    KL Special KL200
    Document48 pages
    KL Special KL200
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • KMar 12 2013
    KMar 12 2013
    Document15 pages
    KMar 12 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • MG 09 2013
    MG 09 2013
    Document24 pages
    MG 09 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • Landmachtobjecten
    Landmachtobjecten
    Document1 page
    Landmachtobjecten
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • DP 10 2013
    DP 10 2013
    Document13 pages
    DP 10 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • Reservisten Symposium
    Reservisten Symposium
    Document4 pages
    Reservisten Symposium
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • DK 26 2013
    DK 26 2013
    Document8 pages
    DK 26 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • DK 27 2013
    DK 27 2013
    Document8 pages
    DK 27 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • Kmar 11 2013
    Kmar 11 2013
    Document13 pages
    Kmar 11 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • KMar 10 2013
    KMar 10 2013
    Document13 pages
    KMar 10 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • DK 25 2013
    DK 25 2013
    Document12 pages
    DK 25 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • KL 6 2013
    KL 6 2013
    Document19 pages
    KL 6 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • DK 23 2014
    DK 23 2014
    Document8 pages
    DK 23 2014
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • KM 9/10 2013
    KM 9/10 2013
    Document21 pages
    KM 9/10 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • DK 24 2013
    DK 24 2013
    Document8 pages
    DK 24 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • MG 7 2013
    MG 7 2013
    Document11 pages
    MG 7 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • KMar 8 2013
    KMar 8 2013
    Document13 pages
    KMar 8 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • KM 07/08 2013
    KM 07/08 2013
    Document23 pages
    KM 07/08 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • DP 7 2013
    DP 7 2013
    Document11 pages
    DP 7 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • DK 21 2013
    DK 21 2013
    Document8 pages
    DK 21 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • DK 19 2013
    DK 19 2013
    Document8 pages
    DK 19 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • DK 22 2013
    DK 22 2013
    Document8 pages
    DK 22 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • DK 20 2013
    DK 20 2013
    Document7 pages
    DK 20 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation
  • KL 05 2013
    KL 05 2013
    Document19 pages
    KL 05 2013
    AVRM Magazine Stand
    100% (1)
  • MG 06 2013
    MG 06 2013
    Document20 pages
    MG 06 2013
    AVRM Magazine Stand
    Pas encore d'évaluation