Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
Cahier van
de stedelijke
autosnelweg
Bijdragen aan de esthetische
ontginning van de autosnelweg
in het stedelijk veld
BAPS’ ARCHITECTS RESEARCH DESIGN
Cahier van
de stedelijke
autosnelweg
Bijdragen aan de esthetische
ontginning van de autosnelweg
in het stedelijk veld
Inleiding 9
voorwoord
De eerste Machinekamer heeft geresulteerd in de fraaie publicatie
‘Machinekamer Snelweg 1, een studie naar het Nederlandse snelwe
gennetwerk’ van de Rijksadviseur Infrastructuur, in samenwerking
met bureau oma. In deze publicatie wordt de geschiedenis van de
5
7
cahier van de stedelijke autosnelweg
Bermtoerisme rond 1960 ‘Vroeger vond ik de elektriciteitsmasten foeilelijk, maar mijn blik is
veranderd. Nu neem ik ze mee in het schilderij, als onderdeel van het
landschap 1
Inleiding
Nog in de jaren vijftig van de vorige eeuw fungeerde de snelweg
als schepper van vrijheid en brenger van beschaving. Ze ver
loste ‘achterlijke’ streken en Civilitas werd tot aan de voordeur
gebracht. Het rijden over de autosnelweg was een plezierige,
volgens sommigen zelfs bevrijdende en opmonterende gebeur
tenis. Op zonnige zondagen trokken gezinnen erop uit om in
de groene berm een picknick te houden.
Aanvankelijk hadden snelwegen niets met de stad te doen: ze
inleiding
gingen door landerijen, bossen en weiden. Ze verbonden welis
waar steden, maar losten bij de gemeentegrens op in de klein
schalige infrastructuur van de stad. Een explosieve verkeers
toename, een oliecrisis en een groeiend milieubewustzijn
inleiding
Het netwerk van snelwegen is het grootste bouwwerk van het
land en is een van de belangrijkste openbare ruimten van onze
tijd geworden. Maar dat ze het in deze hoedanigheid verdient
van culturele waarde te worden gezien, wordt onvoldoende
inleiding
gewerkt en zijn auto’s met alternatieve aandrijving allang niet
meer de suffige geitenwollensokken-oplossing van weleer.
Menig celebrity laat zich op zijn Toyota Prius voorstaan of
verschijnt met een vette, waterstof-aangedreven bmw 7-serie
inleiding
nomene is van belang? Wat betekent de blik voor het ontwerp
van de weg en hoe hangt deze samen met het aangrenzende
landschap?
Van onderaf, met de voeten in een praktisch werkveld, spoort
15
Klassiek stadsbeeld ‘Verstedelijking, zo blijkt nu, is toch te complex om door architecten
Carcassonne, Frankrijk en ambtenaren met hooggestemde idealen tot in de puntjes geregeld
te worden.’ Vincent van Rossem, 2006 2
De stad als
natuurverschijnsel
De wegen- of stedebouwer
De stedelijke realiteit
18 van Rossem, 2006, Bestaat ‘de Randstad’? ‘De stedebouwers en planologen gelo
p.86 (c) ven in de Compacte stad en dat er tussen die compacte steden
19 van Rossem, 2006,
p.87 (c) zogenaamd niks is. Groene Hart en open ruimte, het zijn
20 Kerkhof, 1952, p.20 allemaal abstracties. En dan gebruiken ze altijd van die
27
huisvrouwenkaarten. Maar als je gewoon op een serieuze topo
grafische kaart kijkt dan zie je dat de Randstad een gigantisch
Garden Cities of Tomorrow
ding is van verspreide bebouwing.’21
Maar de aloude discussie of de Randstad of Groene Hart nu
1902 Ebenezer Howard
Van Parkway
naar Périphérique
Inleiding
‘In het paardentijdperk zal men niet zoveel naar de weg gekeken
hebben. Wie niet zat te suffen keek om zich heen en hoefde slechts
nu en dan de besturing te controleren. De weg zelf was meer een
tijdsfactor dan een visueel element.
De autobestuurder van nu kijkt noodgedwongen veel meer naar de
weg. (…) Ook de meerijders hebben de neiging veel voor zich uit te
kijken, omdat de snelheid bij het opzij zien vermoeiend werkt en
men een stijve nek krijgt. De vorm van de weg is dus in letterlijke zin
een oogvallende zaak geworden.’ Ir. K.E. Huizinga, 1971 65
Snelweg en stad
Van Winden wees erop hoe het erfgoed van het ecologisch
denken het ontwerp van snelwegen in stedelijke gebieden frus
treert: ‘De verwoestende werking van de collectieve verdwa
zing die Wet Geluidhinder heet, heeft ertoe geleid dat de snel
80 Ruimtelijk Plan wegen in stedelijke gebieden worden voorzien van metershoge
bureau, 2006 (a) schuttingen. In lijvige rapporten wordt geconstateerd, na
81 van Winden, 1991, breedvoerige enquêtes, dat de schuttingen lelijk worden
p.49-50
82 van Winden, 1991, bevonden en dat de mensen eigenlijk liever geen schutting
p.50 willen, maar dat de wet dat eist. Om aan de bezwaren tegemoet
85
te komen wordt vervolgens, bij wijze van conclusie, op ernstige
1953 Bakema en Van den Broek toon een andere kleur voor de schutting voorgesteld.’83
Alexanderpolder Rotterdam
Mobiliteitsesthetiek 2000
Plaatsdenkers
Hoe dan?
‘De ontwerpopgave voor de route is uiteen getrokken in twee typen
opgaven: de vormgevingskwaliteit van de weg zelf en die van de
omgevingskwaliteit rondom de weg.
Met betrekking tot de eerste, kunnen we wel degelijk en deuk in een
pakje boter slaan (want de weg is eigendom van het Rijk, red.)
omdat we de uitgangspunten uit de visie op de route kunnen ver
talen naar architectonische specificaties voor onder andere via
ducten, lantaarnpalen, geluidsschermen en vangrails.
Er is daarnaast een welstandscommissie in het leven geroepen
voor de gehele route (A12) met een mandaat van alle betrokken
gemeenten, zodat niet alleen op Rijks- maar ook op gemeentelijk
niveau de kwaliteit geborgd kan worden. Waarschijnlijk zal twee
derde van de betrokken gemeenten de uitgangspunten als bindend
vastleggen in de eigen welstandsnota’s. Daarnaast zijn de uitgangs
punten voor een belangrijk deel bindend verklaard binnen de aan
bestedingsvoorwaarden van Rijkswaterstaat. Hier moeten aan
95
1963 Colin Buchanan
The Buchanan report:
Traffic in Towns
nemers simpelweg aan voldoen, willen ze de opdracht binnenhalen.
1963 Bakema en Van den Broek Het borgen van de vormgevingskwaliteit van de weg zelf is dus heel
inzending prijsvraag Tel Aviv wat meer dan alleen verleiden.
Voor het tweede project, de ontwerpopgave van de omgevingskwa
liteit hebben we inderdaad vooral het instrument van de verleiding
tot onze beschikking. Het Routeontwerp lift mee op bestaande
budgetten. Er is geen extra bom duiten beschikbaar dan dat er
was voor de uitoefening van de primaire kerntaken. We proberen
gesprekspartners te worden bij de ontwikkelingen in een gebied en
113
1997 mvrdv
Flightforum Eindhoven
1997 mvrdv
A6 Almere
115
naar eenheid van de waarneming wordt opgegeven. We zullen
het stadsbeeld moeten betrekken in een esthetische orde, die
Masterplan Zuidas Amsterdam
eerder conflictueus, wonderbaarlijk en opwindend, dan har
monisch en geruststellend zal zijn.92 Wanneer herkenning als
een kwaliteit van de snelweg wordt gedefinieerd, dan is het niet
1998 Pi de Bruin
zozeer van een beeld, maar juist van een ervaring. Zoals de
Boulevard Périphérique: ‘Zo’n weg maakt een enorme indruk.
Die blijf je je herinneren.’93
zoek. Van de ‘view on, from and of the road’ zou een positieve
werking moeten uitgaan. Het is duidelijk dat vanuit een stede
123
Visuele waarneming ‘Our brains will learn to process information at almost every speed
en snelheid imaginable, only our emotions will fail to keep up with the pace.’
Georg Simmel, 1900 98
De weg in de
waarneming
Uitvindingen als de trein, het automobiel, het vliegtuig en de
televisie hebben onze ‘kijk’ op de wereld drastisch veranderd.
de weg in de waarneming
Ook door de wijze waarop wij de wereld waarnemen, via onze
zintuigen, is de betekenis die wij aan die wereld toekennen ver
schoven. Door de meer geconcentreerde blik op de weg ten
gevolge van de snelheid, de uitoefening van de rijtaak en allerlei
‘interne’ afleidingen (muziek, telefoon, TomTom, tv), is de
automobilist op afstand gekomen van de wegomgeving. De
zintuigen waarmee de wandelaar of fietser zich nog wel vereen
zelvigt met de omgeving, worden bij de automobilist nauwe
Vision in Motion
3 Het perifere zien neemt af: ‘As the eye concentrates on detail
at a point of focus a great distance ahead, the angular field of
de weg in de waarneming
vision shrinks. This shrinking process is a function of
focusing distance, angle of vision, and distance of foreground
detail.’ Deze beperking, door sommigen ‘tunnelvisie’
genoemd, lijkt op de waarnemingsbeperkingen die worden
gebruikt om mensen onder hypnose te brengen. Volgens
Tunnard is het belangrijk dat het focuspunt van de auto
mobilist door middel van het curvilineaire ontwerp van de
snelweg heen en weer wordt bewogen, omdat het rijden op
de weg in de waarneming
flow het kleinst is. Het perifere zichtsveld neemt hierdoor toe
(en het deel dat scherp gezien wordt dus kleiner), waardoor de
mogelijkheden voor oriëntatie afnemen.
Behalve de primaire rijtaak van het koers houden zijn er vol
gens Theeuwes secundaire taken die het geheel van de waar
neming van de automobilist bepalen. Hieronder vallen de
visuele taken ‘roadside-scanning’ en ‘in-cab viewing’, alsmede
niet-visuele taken als het luisteren naar het motorgeluid om het
Gestaltmatige herkenning
Ten gevolge van het snelle reizen en het uitoefenen van de rij
taak is er minder aandacht voor de kenmerken van de omge
ving. Dit maakt het voor de hersenen lastig deze kenmerken te
registeren en te verwerken. Dr. Frank Steyvers101, experimen
teel psycholoog en universitair docent aan de Rijksuniversiteit
101 Steyvers, 2006 Groningen, wijst in dit kader op het onderscheid dat kan
131
‘Rariteiten’ langs worden gemaakt in het menselijk brein tussen een ‘werkge
de snelweg heugen’ en een ‘lange termijn geheugen’. Tijdens het rijden
wordt dat ‘werkgeheugen’ continu gewist en weer aangevuld
met nieuwe informatie. Alleen indrukwekkende informatie
gaat daarna naar het lange termijn geheugen en wordt
onthouden. Theeuwes vult hierop aan dat zolang de aange
boden informatie ‘klopt’ binnen het ‘mentale plaatje’ – het
door ervaring samengestelde verwachtingspatroon dat iemand
van een situatie heeft gemaakt – deze informatie weer ver
dwijnt uit het ‘werkgeheugen’. Alleen de informatie die afwijkt,
wordt doorgesluisd naar het lange termijn geheugen en kan na
de weg in de waarneming
de rit worden gerapporteerd. Het gegeven dat alleen afwij
kingen op het mentale plaatje de aandacht trekken en indruk
maken, is er volgens Theeuwes debet aan dat ‘handige reclame
jongens’ hierop inspelen met ‘rariteiten’ langs de weg.
Dit is echter niet zonder gevolgen, omdat het oog van de auto
mobilist bij deze rariteiten blijft hangen. Oogbewegingen gaan
vliegensvlug en een blik op een object langs de weg duurt door
gaans 0,25 tot 0,30 seconden. Maar wanneer iets afwijkt van
de weg in de waarneming
verschillende ontwerpers momenteel wordt ingezet op cogni
tieve aspecten van het snelwegontwerp in de prullenbak kan.
ming wijst ook het rpb op het vinden van de goede balans
A room with a view
de weg in de waarneming
grote lijnen, en noemen de bouwstenen van het landschap
alleen als deze opvallend zijn, in formaat of in contrast met de
omgeving. Contrast in de snelwegomgeving kan bijvoorbeeld
ontstaan door overgangen, zoals de toename van bebouwing
en overgangen van vlak naar heuvelachtig en van kaal naar
begroeid gebied. (…)
De geïnterpreteerde waarneming roept bepaalde ervaringen
op die sterk subjectief en contextafhankelijk zijn. Zowel de per
de weg in de waarneming
tot wat vaak gedacht wordt, is niet de achteruitgang van het
gezichtsvermogen de oorzaak van ongelukken op oudere
leeftijd, maar een verminderde verwerkingscapaciteit. Deze
vermindering van de snelheid in het verwerken van visuele
informatie zorgt voor een toename van het risico op tunnel
visie. Hierdoor kan een auto vanuit het perifere gezichtsveld uit
het niets opdoemen. Ongelukken door jongeren worden daar
entegen vooral veroorzaakt door een overschatting van de rij
Duurzaam Veilig
de weg in de waarneming
laatste ingreep kennen we vooral bij tunnels. Een automobilist
is geneigd zo ver mogelijk van de wand af te blijven, om de optic
flow in zijn perifeer gezichtsveld te reduceren.
Theeuwes wijst in dit verband op de vijfbaanswegen op de A4
bij Schiphol. De zeer brede strook asfalt die de automobilist
hier bij geringe verkeersdrukte tot zijn beschikking heeft,
nodigt uit tot het met hoge snelheid oversteken van meerdere
rijstroken tegelijkertijd. Dit onveilige verkeersgedrag kan zelfs
de weg in de waarneming
de kunst tot uitdrukking is gebracht in ‘de grote omringende
afbeelding’. Naast een verlangen naar overzicht verwijst het
panoramisch verlangen ook naar het indrukwekkende, specta
culaire immersie-effect, ‘de onderdompelende visuele beleving’
van de toeschouwer, wat met (nieuwe) media tot stand kan
worden gebracht.
Het tweede element, de beweging, is hier onlosmakelijk mee
verbonden. De beweging wordt ontlokt doordat de afbeelding
de weg in de waarneming
Ruysdael misschien wel bij aan de esthetische ontginning van
het grootstedelijke snelweglandschap.
de weg in de waarneming
en Amsterdam. Hier stort de ‘extreme fly-over’ van het
Kleinpolderplein zich van vijftien meter hoogte (met uitzicht
op de hemel), in een fractie scherp draaiend en dalend, in de
massale verkeersstroom op het maaiveld. Bij de A10-west
schieten we dalend in de draai onder het Bos en Lommerplein
door, rakelings langs twee aanpalende bouwblokken. Dat zijn
memorabele momenten. De blik wordt weggeslingerd en weer
teruggetrokken, we komen los van de stoel, worden in de zij
Rondom de
A10-west
Nu de ruimtelijke resultaten van de stedebouwkundige en ver
keerskundige disciplines (stad en snelweg) om de vierkante
meters strijden en het gebrek aan positieve theorievorming
omtrent deze confrontatie een vermoeden van onbegrip tus
rondom de a10-west
sen de disciplines blootlegt, wordt in dit hoofdstuk de verhou
ding tussen de gemeentelijk stedebouwkundige en de Rijks
civiel ingenieur nader beschouwd.
Provoost beschreef de ingenieurs van de stedebouwkundige
dienst en die van Rijkswaterstaat al als gezamenlijk geschoolde
‘broers’ die vanwege een langdurend gebrek aan noodzaak
a10-west
Vogelvluchtperspectief dezelfde normen als elders in het land. Rijkswaterstaat kwam
op de Ceintuurparkweg tegemoet aan de gemeentelijke wensen en accepteerde een
in Amsterdam West,
lagere kruissnelheid (90 km/u in plaats van 120 km/u), om
1935
daardoor krappere boogstralen te kunnen maken. Verder
Wegenplan Amsterdam, stemde de rijksdienst in met veel meer afslagen dan normaal.
1969 Ook wat betreft de ligging van de nieuwe snelweg, accepteerde
Rijkswaterstaat volgens Maurits de Hoog, senior stedebouw
kundige bij dro, een minder gunstige ligging. Rijkswaterstaat
had een voorkeur voor een meer westelijk gelegen tracé, maar
dro wist een ligging te bedingen die dichter tegen het centrum
aan lag. Ook het grote aantal viaducten en onderdoorgangen
moet als verdienste van de onderhandeling van de gemeente
worden gezien. Waarschijnlijk bood het geprojecteerde
rondom de a10-west
Hemtunneltracé, de autosnelweg ten westen van de A10-west,
dermate veel capaciteit voor het rijkswegennetwerk dat
Rijkswaterstaat kon en wilde afwijken van haar eigen richt
lijnen. Dit Hemtunneltracé, dat eveneens al in het aup was
voorzien, werd echter in de jaren tachtig vanwege milieu
hinderproblematiek afgeschoten.
rondom de a10-west
blijken uit de tamelijk krampachtige wijze waarop ze de stad
op afstand probeerde te houden door de smalle bermen (rijks
eigendom!) vol te zetten met groen.
De verschillen in grondhouding tussen de gemeentelijke stede
bouwkundigen en de rijksverkeerskundigen laat zich goed
illustreren door de wijze waarop ir. M. Le Cosquino de Bussy,
Rond de Einsteinweg
rondom de a10-west
gevaar kunnen brengen.
De investeringen in het groot onderhoud vonden door een
gebrekkige afstemming tussen Rijkswaterstaat en dro ook
minder efficiënt plaats dan gewenst. Zo bleken de funderingen
voor de geluidsschermen overgedimensioneerd en te talrijk.
In een latere fase bemoeilijkte dit de werkzaamheden van de
Wensbeeld Einsteinweg
rondom de a10-west
maakt, een andere belangrijke aanleiding voor het Wensbeeld.
De verkeersdruk van het interlokale verkeer op de A10-west
als onderdeel van het landelijk snelwegennetwerk zal hierdoor
afnemen. Het was de inschatting dat deze afname echter teniet
wordt gedaan door de toename van het bouwprogramma in de
westelijke tuinsteden. Daardoor wordt uitgegaan van een netto
rondom de a10-west
middag als referentie voor de stadse levendigheid die dit zou
genereren. Ook in het denken over de A10-west duikt de term
‘stadsstraat’ bij voortduring op, aldus de Hoog, inclusief het
referentiebeeld van de Kinkerstraat.
Toch kan van een naadloze integratie geen sprake zijn, erkent
Jacobs, daarvoor blijft de zesbaansweg te groot en hebben de
rondom de a10-west
haar kans schoon om voorstellen te doen om in noord-
zuidrichting, de weg zelf, de integratie tussen stad en snelweg
te vergroten. Verkenningen voorafgaand aan het wensbeeld
hadden uitgewezen ‘dat de A10-west verkeerskundig meer
geïntegreerd kan worden in de stad’.
Op basis van vijf verkeerskundige principemodellen werd een
163
Schets onderdoorgang Omdat het Wensbeeld geen wettelijk karakter heeft, hebben
Jan Evertsenstraat, uit de samenstellers hun visie aan de stadsdelen gepresenteerd.
wensbeeld
Dit in de hoop de ontwikkelingen rondom de A10-west zoda
Verlaagde maximum nig te beïnvloeden dat er een coherent wegbeeld ontstaat.
snelheid, parallelbanen Hoewel voor het realiseren van met name de aanpassingen van
en directe uitsluiting, de weg zelf toestemming noodzakelijk is van Rijkswaterstaat,
uit Wensbeeld
de eigenaar en beheerder van de weg, is met Rijkswaterstaat
tijdens het opstellen van het wensbeeld niet of nauwelijks
contact geweest.
rondom de a10-west
gezinspeeld wordt op eigendomsoverdracht durft de gemeente
niet harder op ontwikkelingen aan te dringen. De gemeente
is namelijk bang de zorg voor de A10-west op haar bordje te
krijgen. ‘En dan heeft de gemeente een gigantisch probleem:
dat kan ze niet betalen’119. Pas wanneer in 2030 de kunstwerken
aan vervanging toe zijn, ontstaat er een nieuwe situatie. ‘Dan
rondom de a10-west
door stedebouwkundigen van de barrièrewerking door de
A10-west: ‘We zijn al aan het ontwerpen voordat er gediscus
sieerd is over de functie van de weg voor de stad enerzijds en
voor het netwerk van autosnelwegen anderzijds’. Voorafgaand
aan het ontwerpen naast autosnelwegen, zou de vermeende
functionele barrièrewerking grondig onderzocht moet worden
rondom de a10-west
Toch ziet ook de Boer ontvlechtingsystemen als iets waarnaar
onderzoek verricht zou moeten worden.
Marc van Beek, ontwerper binnen de afdeling Dienst Reali
satie Infrastructuur (dri), Rijkswaterstaat Noord-Holland, is
minder terughoudend en verklaart zich enthousiast over dit
systeem. Het biedt namelijk de kans voor een rehabilitatie van
rondom de a10-west
krijgt hierin de functie van een ‘rotonde voor het verkeersnet
werk van Noord-Holland’, aldus de Boer.
Maar misschien nog wel het belangrijkste verschil tussen de roa en noa is een psychologisch verschil. In de
roa was een ontwerp automatisch goed, als er maar aan de richtlijnen werd voldaan. En kon een ontwerp hier
niet aan voldoen, dan moest de ontwerper uitgebreid gemotiveerd afwijken. Het kan bijna niet anders of het
resultaat werd hierdoor, in de ogen van de ontwerper, ‘minder’.
Met de introductie van de noa wordt ingezet op een mentaliteitsverandering, waarbij ontwerpers vol
doening halen uit ‘het beste’ ontwerp. Het ontwerpen binnen Rijkswaterstaat gaat hierdoor meer lijken op
de manier waarop de stedenbouwkundigen werken: van eendimensionaal naar meerdimensionaal. En van
het navolgen van een (roa-) bijbel naar het wikken en wegen van meerdere, verschillende belangen. Als dat
zo is, dan kan het snelwegontwerp wel eens toetreden tot het domein van de toegepaste kunsten, omdat ze
in theoretische onderbouwingen meer draagkracht zal zoeken voor haar beslissingen. En misschien dat
zachte argumenten van culturele aard, zoals vormgeving, beleving en de esthetische samenhang met verste
delijkingsprocessen, zich in deze onderbouwingen weten te nestelen. Op dat moment kan het gedeeld
begrippenkader van snelwegontwerper en stedenbouwer uitgebreid worden met begrippen die door beide
disciplines zijn omarmd.
zelden in het belang van Rijkswaterstaat. De rijksdienst dient
namelijk slechts één doel: een ‘duurzame en veilige verkeers
doorstroming’. Het ligt voor de hand dat elke onderhandeling
wordt ingegaan met een gevoel dat in het beste geval ‘de duur
zame en veilige verkeersdoorstroming’ wordt gewaarborgd,
maar dat er niet zelden ‘met minder’ genoegen moet worden
genomen. Anders gezegd: omdat Rijkswaterstaat geen andere
doelen heeft dan de doorstroming, heeft ze bij onderhande
lingen niets te winnen, alleen te verliezen. Uiteraard wordt de
noodzaak tot overleg, samenwerking en onderhandeling met
andere partijen bij Rijkswaterstaat wel onderschreven. Er
worden ook verschillende initiatieven ondernomen om tot
samenwerking te komen. Toch ontstaat het beeld dat het
rondom de a10-west
gebrek aan experimenteerlust dat ze aan de dag legt en waar
mee ze zich volgens De Hoog van dro onderscheidt, diepe
bedrijfsculturele wortels heeft. De stedebouwkundige disci
pline is in essentie een meerdimensionale discipline. Het is heel
goed mogelijk dat deze meerdimensionale aard van de stede
bouw beter in staat is gebleken oplossingen te verzinnen voor
rondom de a10-west
de binnentuin. Het zijn de factoren van hinder en schaal die
het verschil maken.
Het gezamenlijk nadenken over de implementatie van ont
vlochten snelwegsystemen in stedelijke gebieden biedt een
kansrijke voedingsbodem voor het herontdekken van
wederzijdse begrip en het ontwikkelen van een gedeeld begrip
autosnelweg
Een utopie
‘Is het mogelijk om ons, gelijk de eerste helft van de twintigste eeuw,
een utopische toekomst voor te stellen waarbij de snelwegen niet
alleen in termen van onoplosbare problemen besproken worden?’
Floris Alkemade, 2006 128
187
Grafiek Ontwikkeling de A10 en haar omgeving te reconstrueren. Deze ambitie is
van de auto en snelweg neergelegd in het Wensbeeld Einsteinweg. Rijkswaterstaat ziet
in historisch perspectief,
in dit soort plannen al snel een bedreiging van de doorstroming
oma, 2006
en zo verdween het rapport, ten onrechte, al snel in een
bureaula.
Mobiliteit en de
worpen onder de A8 waar
onder een supermarkt een
tweetal kiosken en een aan
snelweg in de stad
tal sportfaciliteiten, waaron
der een skateboard terrein.
Er is ook een uitgebreide
ontwerpoplossing
De tuinen van Nijverdal Bij een aantal plannen is de primaire doelstelling gelegen in het
In Nijverdal worden rijksweg slechten van barrières. De plannen voor de Zuidas zijn in een
A35 en de spoorlijn die bei
den dwars door de stad vergevorderd stadium (de financiering is nog even een issue
lopen gecombineerd in een
tunnel. Het bestaande stati van formaat) en ook de koppeling van Leidsche Rijn met het
on wordt richting het cen centrum van Utrecht (over de A2) wordt binnenkort uitge
trum verplaatst. Deze oplos
sing biedt een mogelijkheid voerd. Beide plannen zijn nauwelijks vergelijkbaar, behalve in
203
Bibliografie
Architect, De, themanummer Los Angeles, september Cammen, H. van der, Klerk, L.A. de, Ruimtelijke
1994 ordening. De ontwikkelingsgang van de ruimtelijke
Architect, De, mei 2008 ordening in Nederland, Utrecht, 1996
Archined, Herbezinning op de verstedelijking in Twente, Caro, Robert A. The Powerbroker: Robert Moses and
7 maart 2006 the Fall of New York, New York, 1974
Architectuur Lokaal, Ontwerp van de snelweg, #48 Commissie Versterking Randstad (voorzitter W.
maart 2005 Kok), Advies Commissie Versterking Randstad, Zoe-
Appleyard, D., Lynch, K., Myer, J.R., in: The View from termeer, 2007
the Road, mit press, Boston, 1964 Congres Stad en Snelweg, ‘s-Hertogenbosch, oktober
Assendelft, van W.A.G., Het wegennet van Amsterdam 1998
na 1935. In: ‘Algemeen uitbreidingsplan Amsterdam Cusveller, S., Dijk, O., Schipper, K. (red.), Remaking.
– 50 jaar’. Amsterdam: Amsterdamse raad voor de nl. Cityscape-Landscape-Infrastructure, Amsterdam,
stedebouw, z.p., 1985 2000
Assendelft van W.A.G., De autoringweg (Rijksweg Delft Integraal, 2002, http://www.delftintegraal.
A10), de westelijke tak, werk in uitvoering. Vermoede- tudelft.nl/info/index0ea1.html?hoofdstuk=Artikel
lijk gepubliceerd door de Dienst Publieke Werken, &ArtID=4605
Afdeling Stadsontwikkeling, Amsterdam, z.d. Dendermonde, M., hoofdingenieur-directeur Rijks-
Augé, Marc, Non-Places: Introduction to an waterstaat Dibbits, ir. H.A.M.C., supervisie: oud
Anthropology of Supermodernity, Londen, 1995 hoofdingenieur-directeur Le Cosquino de Bussy,
Baart, T., Markerink, C., Metz, T., Snelweg - Highways ir. M., Wegen naar Morgen, Uitgave Nederlandse
in the Netherlands, Amsterdam, 1996
bibliografie
Vereniging van Wegenbouwers, 1962
Baart, T., Metz, T., Ruimschotel, T., Atlas van de ver- Derksen, W., / Ruimtelijke Plan Bureau, Ruimte voor
andering. Nederland herschikt, Rotterdam, 2000 Debat, Rotterdam, 2008
Bakker, ir. H.B., Nap, ir. A.E.J., Overdijkink, ir. G.A. Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam, Wensbeeld
(red.), De Schoonheid van de Weg, Den Haag, 1959 Einsteinweg, Amsterdam, 2002
Bakker, R., Een vakminister voor de mobiliteit, op: Egmond, K.,van, in: Building Business, themanummer
http://www.latenwenederlandmooiermaken.nl/ ‘Duurzaamheid’, 2008, p.17
images/upload/pdf/riek.pdf, z.p., 2006 Frampton, K., Moderne architectuur, een kritische
bibliografie
Inspiratieboek wegdek van de toekomst, Delft, 2002
V&W, Ministerie van / Projectbureau Regenboog-
route A12, De Koers van het Routeontwerp. Perspec-
tieven voor het routeontwerp van snelwegen op basis
van de Regenboogroute A12, Den Haag, 2004
V&W en vrom, Ministeries van, Nota Mobiliteit,
2004
207
Colofon
atelier rijksbouwmeester
ipc 420
Postbus 20952
2500 ez Den Haag
tel. +31 (0) 70 3398998
fax. +31 (0) 70 3394909
www.rijksbouwmeester.nl
geïnterviewden:
Marc van Beek, Joop de Boer, Maurits de Hoog, Sebastiaan Jacobs,
Marcel Koeleman, Ellen Monchen, Rob Nas, Wim Nijenhuis,
Huub Schlundt Bodien, Frank Steyvers, Jan Theeuwes, Wilfried van Winden
en David van Zelm van Eldik
isbn/ean: 978-90-73525-45-0