Vous êtes sur la page 1sur 13

En ".r, man zei: Vertelt ons over zelfkennis. En hij antwoordde als volgt.

Stilzwijgend kent uw hart de geheimen der dagen en nachten, Maar uw oren dorsten ernaar de kennis die in het hart besloten ligt te horen. Ge wilt verwoord zien wat ge in gedachten steeds hebt geweten.

Ge wilt met uw vingers het


lichaam van uw dromen beroeren.

naakte

En daar doet gij goed aan. De verborgen bron van de ziel moet opwellen qn murmelend naar zee vlieten; En de schat van uw eindeloze diepten moet zich openbaren aan uw blik. Maar laat er geen weegschaal aan te pas komen om uw ongekende schat te wegen; En zoekt de diepten van uw kennis niet af met wichelroede en peillood, Want het zelf is een zee, grenzeloos en

onmerelijk.

KAHLIL GIBRAN

Zegt net: 'Ik heb de waarheid gevonden', zegt liever: 'lk heb een waarheid
gevonden'. Zegt niet: 'Ik heb het pad van de ziel gevonden', zegt liever: 'lk heb op mijn pad
de ziel ontmoet,'

\7ant de ziel bewandelt alle paden. Zlj beweegt zich niet langs een rechte lijn en ook groeit zij niet als een riet, Zij ontplooit zich als een lotus met talloze bloembladeren.

67

To"n
En

zei een leraar: Vertelt ons over


zei:

onderricht.

hij

Iemand kan u alleen datgene onthullen wat reeds in de morgenschemer van uw


kennis sluimert. De leraar die temidden van zijn volgelingen in de schaduw van de tempel wandelt, geeft niet zozeer van zijn wijsheid als wel van zijn geloof en zijn liefde. Als hij echt wils is, vraagt hij u niet het

huis van zijn wijsheid te befteden, maar leidt hij u naar de drempel van uw eigen
geest.

De sterrenkundige mag u dan vertellen over de sterrenhemel, hij kan u zijn diepere inzicht niet schenken. De musicus mag dan in zijn lied de muziek der sferen verklanken die overal ritmisch in doorklinkt, hi1 kan u niet de gevoeligheid van gehoor schenken die het ritme oppakt, noch de stem die het vertolkt.

KAHLIL GIBRAN

En hij die bedreven is in de wetenschap der getallen kan u vertellen over de wereld van gewicht en maat, maar hij kan u er niet heen brengen. Het inzicht van de ene mens schenkt
immers een ander mens geen vleugels. En zoals God elk van u afzonderlilk kent, zo leert elk van u God en de aarde op zijn eigen manier kennen.

DE PROFEET

?3

To.t
ten.
En

zei een geleerde: Spreekt over pra-

hij antwoordde als volgt. Ge praat als uw geest geen rust

meer

vindt in uw gedachten. Als de eenzaamheid van het hart u te veel wordt, leeft ge in uw lippen; geluid wordt verstrooiing en tijdverdrijf. En in veel van uw praten wordt uw denken half omgebracht, Want denken is een vogel der oPen ruimte, die in een kooi van woorden misschien wel zijn vleugels uitslaat, maar geen hoge vlucht neemtSommigen onder u zoeken de praatzie' ken omdat ze niet alleen durven zijn. De stilte die het alleen'zijn met zich meebrengt, houdt hun een spiegel voor waarin ze zchzelf naakt zien staan en daarvoor slaan ze op de vlucht. Anderen onthullen zonder het te weten en zonder erbij na te denken al pratend

een waarheid die ze zelf niet verstaan. Weer anderen hebben de waarheid in zich, maar geven daarvan zonder woorden blijk; In hun borst huist de geest in ritmische

stilte.

Laat, als ge uw vriend ontmoet op de of het marktplein, uw lippen en uw tong leiden door de geest binnen ln u. Laat uw innerlijke stem spreken tot zijn innerlijk oor. Ztrrz& zrI de waarheid van trw ha+s$ewaren, zoals we de smaak van de wijn
straatweg onthouden

Lang nadat de kleur is vergeten en het vat niet meer is.

76

DE PROFEET

?7

En ""t van de oudsten van de stad Vertelt ons over goed en kwaad.
En hij antwoordde:

zei:

Gij zijt goed als ge ernaar street uzelf te


geven,

Over het goede in u kan ik spreken, over het kwade echter niet, '!7ant wat is het kwade anders dan het goede dat door zijn eigen honger en dorst wordt gekweld? Als het goede hongert, zoekt het zijn
voedsel zelfs in duistere spelonken en als

Maar ge zijt nog niet slecht als ge op eigen voordeel uit zijt. Gij zijt enkel een wortel die zich vastklampt aan de aarde en zuigt aan haar
borst.

Heeft de vrucht het recht tegen de wortel te zeggen: '\7eest als ik, rijp en vol,
en geeft steeds van uw overvloed?'

het dorst, drinkt het zelfs van dode wateren.

Geven is voor de vrucht een behoefte,


zoals ontvangen dat is voor de wortel.

Gij zijt goed als ge in harmonie zijt met


uzelf.

Gij zijt goed

als ge volkomen alert zijt

Maar als ge dat niet bent, zijt ge nog niet slecht. Een verdeeld huis is nog geen rovershol, het is slechts een verdeeld huis. Een schip zonder roer mag dan doelloos ronddobberen tussen gevaarlijke klippen, het hoeft nog niet te zinken.

wanneer ge praat, Maar ge zijt nog niet slecht als ge slaapt en uw tong doelloos stamelt. Zel{s taal die mank gaat, kan een zwakke tong sterken.

Gij zijt goed, als ge vastberaden en zel


verzekerd op uw doel afstevent,

Maar ge zijt nog niet slecht als ge hin-

78

KAHLIL GIBRAN

DE PROFEET

79

kend herwaarts gaat. Zelfs wie hinkt, gaat niet achteruit.

voortkronkelt alvorens zij de kust bereikt.

Maar gij die sterk en snel ter been zijt,


past op dat ge niet ten overstaan van de kreupelen hinkt, in de waan dat gij daarmee goed doet.

Laat wie sterke verlangens


zaam en onzeker?'

koestert

vooral niet tegen wie amper verlangens heeft zeggen: '\(/aarom zijt ge zo lang-

Gij zijt goed op tal van manieren en


ge

als

\7ie waarlijk goed is, vraagt niet aan wie


naakt staat: 'Waar is uw gewaad?' en aan
wie dakloos is: 'Wat is er gebeurd met uw
huis?'

niet goed zijt, zijt

ge nog

niet slecht,

Maar enkel traag en lui. Jammer dat het hert de schildpad geen snelvoetigheid kan bijbrengen.

Uw goedheid ligt in uw verlangen naar


uw reusachtig zelf en dat verlangen sluimert in elk van u. In sommigen van u is het echter een bergstroom die machtig naar zee bruist en de geheimen van de heuvelhelling en de liederen van het woud met zich meevoert, En in anderen is het een trage stroom die zich verliest in vele bochten en langzaam

DE PROFEET

81

To..

zei een priesteres: Spreekt

tot

ons

over het gebed. En hij antwoordde als volgt.

dient dan ook nergens anders toe dan tot vervoering en intimiteit, Want als ge de tempel enkel betreedt om te vragen, ontvangt ge niet;

Gij bidt in uw

zoudt ge ook maar bidden

wanhoop en uw nood; uit de volheid

Als

ge hem betreedt om u te vernederen,

van uw vreugde en overvloed.

Want wat is gebed anders dan u uitbreiden in het levende heelall Als het u tot troost strekt uw duisternis in de ruimte uit te storten, moet het u ook tot vreugde strekken de zonsopgang van uw hart uit te storten. Als ge niet anders kunt dan huilen wanneer uw ziel u oproept tot gebed, moet ze u, ondanks uw tranen, telkens opnieuw
aansporen tot ge lachend die oproep gevolg geeft. '!Uie bidt, stijgt op om in de geest al die-

wordt ge niet boven uzelf uitgeheven; En zelfs als ge hem betreedt om het goede voor anderen af te smeken, wordt ge niet verhoord;

Het

is genoeg dat ge de onzichtbare tem-

pel betreedt.

Ik kan u niet bijbrengen hoe ge in woorden bidt. God luistert niet naar uw woorden, tenzij Hij ze u Zelf in de mond geeft. Ik kan u het gebed van zeen, wouden en bergen niet leren, Maar gij, die geboren zijr uit de schoot van bergen, wouden en zeen, vindt hun gebed in uw hart. Als ge aandachtig luistert in de stilheid van de nacht, hoort ge hen in stilte

genen

ontmoeten die op datzelfde ogenblik aan het bldden zijn en dle hi1 anders misschien nooit ontmoeten zou.

te

Uw bezoek aan die onzichtbare tempel

82

KAHLIL GIBRAN

83

zeggen:

'Onze God, ons gevleugeld zelf, Uw wil is het Die in ons wil. Uw verlangen is het Dat in ons verlangt. Uw drang is het Die in ons de nachten die U toebehoren verandert in dagen die
(J eveneens toebehoren. Wij kunnen u nergens om vragen, want U kent onze noden nog voor wlj ze zel{ kennen; Gij zijt wat wij van node hebben, en door ons meer van Uzelf te geven, geeft

deed een kluizenaar, die maar in het jaar naar de stad kwam, een stap naar voren en zei: Vertelt ons over
eens

.n

genleten.
als volgt. Genieten is een vrijheidslied, Maar het is geen vrijheid. Het is het bloesemen van uw verlangens, Maar niet hun vrucht.

En

hij antwoordde

Gij ons alles.'

Het is een diepre die tot een hoogte roept, Doch het is het diepe noch het hoge. Het is het gekooide dat zijn vleugels uitslaat,

Maar het is geen besloten ruimre. Ja, waarlilk, genieten is een vrijheidslied En ik zou graag zien dat ge het zong uit de volheid van uw harr, maar ik zou niet willen dat ge al zingend uw hart verloor.

Sommigen

van uw jongeren

zoeken

genot alsof het de wereld was en worden


veroordeeld en berispt.

B4

KAHLIL GIBRAN

DE PROFEET

B5

Dat zou ik niet doen, ik zou ze laten zoeken,

In hun angst mijden


zamen of te beledigen.

\7ant zij zullen genot vinden, maar niet


dat alleen.

ze elke vorm van genieten om de geest niet te veronacht-

Zeven

in getal zijn haar zusters en de

Hun genot ligt echter juist in het opgeven ervan, En zo vinden-ze, hoewel ze met trillende

minste van hen is mooier dan genot zelf. Hebt ge nooit gehoord van de man die

in de aarde naar wortels groef en een


schat vond?

handen naar wortels graven, ook een


schat.

En sommigen van uw ouderen herinneren zich hun genietingen vol spijt, als euveldaden in dronkenschap begaan. Spijt bewolkt het gemoed, maar het kas-

Maar zegt mij, kunt ge de geest wel beledigen?

Beledigt de nachtegaal de nachtelijke


stilte of het vuurvliegje de sterren? Belast de vlam of de rook de wind? Is de geest volgens u een stille poel die
ge met een stok

tijdt het niet. Het zou beter zijn als zij zich hun genietingen dankbaar herinnerden, als de
oogst van een zomer, Maar als het hun troost schenkt ze te be-

in beroering brengt?

'S7ie

zich genot ontzegt, slaat maar al te


geest

treuren, laat ze vertroost worden.

vaak in de schuilhoeken van zijn

Ook zijn er onder u die niet jong genoeg zijn om te zoeken en niet oud genoeg om herinneringen te hebben;

verlangen op. 'Wie weet of wat vandaag ogenschijnlijk is verzuimd niet wacht op de dag van
morgen?

B6

KAHLIL GIBRAN

ZelfS uw lichaam weet wat

het rechtens

toekomt en laat zich niet bedotten. Het lichaam is de harp van de ziel; En het is aan u er zoete muziek of verwarde klanken aan te ontlokken.
En nu vraagt ge u a 'Hoe kunnen we in genot goed van kwaad onderscheiden?' Gaat naar uw velden en tuinen en leert dat het genot van de bij erin bestaat honing uit de bloem te puren En dat het genot van de bloem erin bestaat haar honing te schenken aan de bij.

Voor de
levens

bij is een bloem de bron des

En voor de bloem is een bij de boodschapper van de liefde.

En voor beide, bloem en bi;, is het


schenken en ontvangen van genot behoefte en extase.
Burgers van Orfaleze, weest

in uw genie-

tingen als de bloem en de bij.

90

KAHLIL GIBRAN

9t

Burgers van Orfaleze, schoonheid is het leven dat zijn heilige gelaat ontsluiert, En gij zijt het leven n de sluier. Schoonheid is de eeuwigheid die zichzelf

En ..r

oude priester zei: Spreekt tot

ons over godsdienst. En hij zei:

Heb ik vandaag over iets anders gesproken?

in een spiegel bekilkt,


En gij zijt de eeuwigheid n de spiegel.

Is godsdienst niet iedere daad, elke


dachte

ge-

En dat wat gedachte is noch daad, maar verbazing en verwondering, die altijd in de ziel opwellen, zelfs als de handen stenen houwen en het weefgetouw bedienen?

Wie kan zijn geloof van zijn handelingen en zijn overtuiging van zijn bezigheden
scheiden?

Wie kan zijn uren voor zich uitspreiden


en zeggen:

'Dit is bestemd voor God, dat voor mijzel dit voor mijn ziel en dat voor mijn
lichaam?'

Al uw uren zijn

vleugels die door de

ruimte wieken van zelf naar zelf. \7ie zijn zedelijkheidsbesef slechts draagt

KAHLIL GIBRAN

DE PROFEET

93

als zijn beste gewaad kon beter naakt


zrtn, De wind en de zon maken geen gaten in

Vant al dromend stijgt ge niet uit boven uw prestaties en valt ge niet dieper dan
uw mislukkingen. En brengt alle mensen mee. Vant al biddend, stijgt ge niet hoger dan hun gevoelens van hoop en zinkt ge niet dieper dan hun wanhoop.

zijn huid.

!7ie zijn gedrag afbakent door een zedenleer, zet zljn zangvogel gevangen in een kooi. Het vrije lied dringt namelijk niet tussen tralies en spijlen door. Hij voor wie aanbidden een venster is dat je kunt openen, maar ook sluiten, heeft het huis van zijn ziel, waarvan de
vensters reiken van dageraad raad, nog niet betreden.

Om God te leren kennen hoeft ge geen


raadsels op te lossen.

Kijkt om u heen en ge ziet Hem spelen


met uw kinderen;

tot

dage-

Uw dagelijks leven is uw godsdienst en


uw tempel. Brengt telkens als ge hem betreedt al wat
ge hebt mee,

\7erpt een blik op het hemelruim en ge ziet Hem wandelen in de wolk, Zijn armen uitstrekken in het weerlicht en
neerdalen in de regen;

De ploeg, het aambeeld, de hamer en de

Ge ziet Hem glimlachen in de bloemen en ziet Zijn opgeheven handen wuiven in de bomen.

luit,
107at

ge hebr vervaardigd als gebruiks- en

als kunstvoorwerpen,

Vous aimerez peut-être aussi