Vous êtes sur la page 1sur 101

ONTWIKKELEN VAN

NETTEN

Versie 01 22 - 12 - 2008

BIJZONDER TECHNISCH LASTENBOEK UITVOERING VAN WERKEN ONDERGRONDSE LEIDINGEN BESCHRIJVING DER POSTEN (UITGAVE AUGUSTUS 2008)

SERVERKOPIE op datum van 29-11-12

LB - 131 - F01.10
Blz 1 / 1

FORMULIER

CONTROLEBLAD

NIEUW DOCUMENT
Ontwikkelen van netten E, G en OV Beheer Methoden en Materialen Implementatie Opstellen werkmethoden Met dit document wordt bovenvermeld lastenboek opgenomen in Documentenbeheer, zodat alle belanghebbende afdelingen en diensten er vrij over beschikken. Dubbelklik op onderstaande iconen om de documenten te openen.

PROCESDOMEIN: DEELPROCESDOMEIN: PROCES: DEELPROCES: WAT:

HOE TE BEKOMEN:

LB131F01.10.pdf

"EHP LB131F01.10.pdf"

BEHEERD DOOR:

Directie Netbeheer - Techniek Afdeling Methoden en Materialen Dienst Technische administratie Guy Cortebeeck

AUTEUR:

Naam Diensthoofd Methoden Aannemers Preventieadviseur Proceseigenaar Erik Dehouwer Werner Verbeuren Jean Pierre Hollevoet

Handtekening

Bijzonder technisch lastenboek uitvoering van werken Editie 08.2008


Ondergrondse leidingen
Goedgekeurd door de Preventieadviseur Naam: Verbeuren Werner Datum: Handtekening: 4/08/2008

LB-131-F01.10

De informatie vervat in onderhavig document moet als vertrouwelijk worden behandeld en is te beschouwen als exclusieve eigendom van de opdrachtgever. Het rechtstreeks of onrechtstreeks gebruik van een gedeelte of van het geheel van de inhoud van onderhavig document is alleen toegelaten in het kader van een realisatie bestemd voor de opdrachtgever.

LB-131-F01.10

Inhoud 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.6.1 1.6.2 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11 1.12 1.13 1.14 1.15 1.16 1.17 2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5 2.2.6 2.2.7 2.2.8 2.2.9 2.2.10 2.3 2.4 2.5 2.5.1 2.5.2 AANNEMINGSVOORWAARDEN ...............................................................................................6 WERKEN BUITEN DE DIENSTUREN ZONDER TOEZICHT.................................................... 6 PLAATSEN VAN LEIDINGEN SAMEN MET ANDERE NUTS-MAATSCHAPPIJEN (SYNERGIE)............................................................................................................................... 6 CONTRACTBREUK DOOR DE AANNEMER............................................................................ 7 VEILIGHEIDSBEPALINGEN...................................................................................................... 7 KWALIFICATIE VAN HET TEWERKGESTELDE PERSONEEL ............................................... 7 SIGNALISATIE ........................................................................................................................... 8 Sleufovergangen..........................................................................................................................8 Verkeers- en werfsignalisatie ......................................................................................................8 WERKEN MET ONDERAANNEMERS ...................................................................................... 9 MELDING EN HERSTELLING BESCHADIGDE KABELS EN LEIDINGEN .............................. 9 MATERIALEN STEEDS DOOR DE AANNEMER TE LEVEREN .............................................. 9 MATERIALEN DOOR DE OPDRACHTGEVER TER BESCHIKKING GESTELD................... 11 BEHANDELEN VAN KABELHASPELS EN KABELS. ............................................................. 13 BEHANDELEN EN PLAATSEN VAN GASBUIZEN................................................................. 15 MILIEU- EN AFVALBEPALINGEN........................................................................................... 15 VAKANTIEREGELING ............................................................................................................. 17 CORDINATIEDAGBOEK....................................................................................................... 17 DAGBOEK DER WERKEN ...................................................................................................... 17 PLAATSBESCHRIJVING ......................................................................................................... 17 TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN...........................................................................................18 DEFINITIES.............................................................................................................................. 18 Sleuftypes ..................................................................................................................................18 Types bedekking (bestrating) ....................................................................................................21 HET STUTTEN VAN SLEUVEN EN PUTTEN......................................................................... 22 Wanneer wordt er gestut regels. ............................................................................................22 Hoe wordt er gestut. ..................................................................................................................23 Hoe wordt de beschoeiing aangebracht. ...................................................................................24 Het plaatsen van de leidingen in gestutte sleuven. ...................................................................24 Het vullen van gestutte sleuven en het wegnemen van de beschoeiingen...............................24 Maximale sleufdiepte met beschoeiing - Beschoeiingsniveaus. ...............................................24 Verrekening voor het stutten van sleuven. ................................................................................24 Het stutten van werk- en boorputten. ........................................................................................25 Het stutten van palen langs sleuven..........................................................................................25 Belangrijke opmerkingen bij stutten...........................................................................................25 HEFFINGEN, VERGUNNINGEN EN VOORSCHRIFTEN....................................................... 26 BEREIKBAARHEID EN SNELHEID BIJ INTERVENTIES BUITEN DE DIENSTUREN .......... 27 INHOUD VAN DE REGIEPRIJZEN EN MINIMUM PRESTATIES BIJ WERKEN IN REGIE... 27 Algemene bepalingen bij werken in regie..................................................................................27 Werken in regie tijdens de diensturen. ......................................................................................27

LB-131-F01.10

2.5.3 2.6 2.7 3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.1.6 3.1.7 3.1.8 3.2 3.2.1 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5 3.3.6 3.3.7 3.3.8 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.5 3.4.6 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4 3.6 3.6.1 3.6.2 3.6.3

Werken in regie buiten de diensturen........................................................................................28 WERKEN MET EEN SLEUFLENGTE KLEINER DAN 100 METER........................................ 28 SLEUFWERK VOOR MIDDENDRUK GASLEIDINGEN : STAAL (MD15) OF PE (MD5) ....... 29 BESCHRIJVING DER POSTEN ...............................................................................................32 SLEUFWERK, UITBRAAK EN HERSTEL VAN DE BESTRATING......................................... 32 Uitbraak, sleufwerk en definitief herstel van de bestrating (posten nrs. 1000 t.e.m 1041) .......32 Uitbraak van de bestrating en sleufwerk (posten nr. 1056 t.e.m 1083).....................................32 Uitbraak, sleufwerk en voorlopig herstel van de bestrating (posten nr. 1500 t.e.m 1527) ........33 Meerdiepte per 10 cm (posten nrs. 1084 t.e.m 1097) ...............................................................33 Bijkomende fundering onder bestrating per 10 cm (posten nrs. 1152 t.e.m 1579) ...................34 Vervangen van gronden door zand (posten nr. 1140 t.e.m 1167) ............................................34 Afvoeren van grond volgens Vlarebo ........................................................................................34 Wegvoeren en terugbrengen van grond en/ of voetpadbestrating ongeacht het sleuftype (post nrs. 1198 en 1199).....................................................................................................................35 STUTTEN VAN SLEUVEN EN PUTTEN ................................................................................. 35 Stutten (post nr. 1197) ...............................................................................................................35 GRAAFWERK, UITBRAAK EN HERSTEL BESTRATING ALS NIET-SLEUFWERK ............. 36 Graafwerk per m (posten nr. 1200 t.e.m 1202) ........................................................................36 Graafwerk per m - afzonderlijke opdrachten (posten nr. 1250 t.e.m 1252) .............................36 Uitbraak en definitief herstellen van de bestrating (niet boven sleuven) (posten nr. 1204 t.e.m 1211)..........................................................................................................................................36 Bijkomende fundering onder bestrating per 10 cm (niet boven sleuven) (posten nr. 1255 t.e.m 1256)..........................................................................................................................................37 Boordstenen of betongreppels (posten nr. 1212 t.e.m 1214)....................................................37 Verwijderen van niet zichtbare hindernissen (massieven, ondergronds metselwerk, betonblokken,oude riolen,) (post nr. 1260) ............................................................................40 Afvoer grond van putten (post nr: 1270)....................................................................................40 Affrezen en herplaatsen toplaag KWS (post nr: 1275)..............................................................40 PLAATSEN OF WEGNEMEN VAN LEIDINGEN IN GEOPENDE SLEUF .............................. 41 Plaatsen of wegnemen van kabels in geopende sleuf of kokers (wachtbuizen) (posten nr. 2000 t.e.m 2008).................................................................................................................................41 Verleggen of opbinden bestaande kabel (post nr. 2040) ..........................................................42 Plaatsen van buisleidingen in geopende sleuf of kokers (posten nr. 2100 t.e.m 2114)............43 Lassen en plaatsen van stalen hulpstukken bij aanleg hoofdleiding in staal (posten nr. 2150 t.e.m 2157).................................................................................................................................44 Wegnemen van buisleidingen in geopende sleuf (posten nr. 2200 t.e.m 2205) .......................44 Plaatsen van kokers (wachtbuizen) (posten nrs. 2300 t.e.m 2303) ..........................................45 BORINGEN .............................................................................................................................. 45 Boringen type 1 en 2 (posten nr. 3000 t.e.m 3007)...................................................................45 Boringen type 3 (posten nr. 3008 t.e.m 3011)...........................................................................46 Persinstallatie (post nr. 3012)....................................................................................................46 Horizontaal gestuurde boringen (directional drilling) (posten nr. 3020 t.e.m 3030 en 3040 t.e.m 3050)..........................................................................................................................................47 SPECIFIEKE WERKEN............................................................................................................ 51 Forfaitaire vergoeding voor uitvoering drukproeven gas (post nr. 2290) ..................................51 Maken van moffen op spanningsloze LS-kabels.......................................................................51 Maken van moffen op spanningsloze MS -kabels.....................................................................52

LB-131-F01.10

3.6.4 3.6.5 3.6.6 3.6.7 3.6.8 3.6.9 3.6.10 3.6.11 3.6.12 3.7 3.7.1 3.7.2 3.7.3 3.7.4 3.7.5 3.7.6 3.7.7 3.7.8 3.8 3.8.1 3.8.2 3.8.3 3.8.4 3.8.5 3.9 3.9.1 3.10 3.10.1 3.10.2 3.10.3 3.10.4 3.10.5 3.10.6 3.10.7 3.10.8 3.10.9 3.11

Gasvrije werkzaamheden aan gasleidingen..............................................................................55 Andere werkzaamheden aan elektriciteitsleidingen ..................................................................56 Specifieke werken aan ICS-leidingen........................................................................................57 Plaatsen polyesterkast (post nr. 6090) ......................................................................................57 Bronbemaling.............................................................................................................................58 Plaatsen bitumenband (post nr. 6095) ......................................................................................58 Zagen asfalt, beton (post nr. 6096 en 6097) .............................................................................59 Wegvoeren van een ingepakte vezelcementbuis (post nr. 6098) .............................................59 Verloren uren (post nr. 6099) ....................................................................................................59 LEVERINGEN .......................................................................................................................... 60 Leveren van grind, zand of teelaarde (posten nr. 4000, 4001 en 4046) ...................................60 Leveren van cement, gestabiliseerd zand, funderingsbeton (posten nr. 4003 t.e.m 4005) ......60 Leveren van dallen 30 x 30 x 6 cm, van betonstraatstenen (posten nr. 4006 t.e.m 4007) .......61 Leveren van PVC-wachtbuizen en van stalen wachtbuizen (posten nr. 4008 t.e.m 4018).......61 Leveren en plaatsen van gegalvaniseerde staalplaten (post nr. 4019).....................................61 Leveren van bakstenen, dolomiet (posten nrs. 4021 en 4022) .................................................61 Leveren van kunststofplaten voor bedekking van kabels (posten nr. 4024 en 4025) ...............61 Leveren en lassen van dikwandige PE-mantelbuizen voor horizontaal gestuurde boringen (directional drilling) (posten nrs. 4040 t.e.m 4045) ....................................................................62 UURLOON, VERVOER EN WERKTUIGEN ............................................................................ 62 Uurloon lasser staal (posten nrs. 5000, 5013 en 5014) ............................................................62 Uurloon PE-lasser, verbinder LS en MS (posten nr. 5010 t.e.m. 5012)....................................63 Uurloon werkman (posten nr. 5001, 5008 en 5009)..................................................................63 Uurloon materieel (posten nr. 5002 t.e.m. 5005).......................................................................63 Forfait wachtoproep (post nr. 5015) ..........................................................................................63 OPNAME AS BUILTPLAN ..................................................................................................... 64 Opname as builtplan (post nr. 9800) .......................................................................................64 SLA SERVICE LEVEL AGREEMENTS ................................................................................ 64 SLA Wegsignalisatie en verkeersveiligheid niet in orde (post nr. 990) ..................................64 SLA Woningen , handelshuizen en inritten niet veilig bereikbaar (post nr. 991)....................64 SLA Uitvoerders niet in het bezit van geldige pasjes (post nr. 992).......................................65 SLA (Verbergen van) onvakkundige werkuitvoering (post nr. 994)........................................65 SLA Laattijdige of onvolledige verstrekking van data na uitvoering werken (post nr. 995)....65 SLA Herstelling voetpad/rijweg buiten de norm (post nr. 996)...............................................65 SLA Gegronde klacht over klantvriendelijkheid service (post nr. 997)................................65 SLA Klever op PE-leiding niet aangebracht (post nr. 999)......................................................65 SLA Slechte verbindings-, eind- of aftakmof (post nr 910)......................................................65 LIJST MET EENHEIDSPRIJZEN ............................................................................................. 65

LB-131-F01.10

1 AANNEMINGSVOORWAARDEN
1.1 WERKEN BUITEN DE DIENSTUREN ZONDER TOEZICHT

Buiten de diensturen van de opdrachtgever is het niet toegelaten andere dan de hierna vermelde werken uit te voeren. Deze werken worden de dag vooraf, in overleg met de opdrachtgevende dienst geregeld. Het betreft: Het maken van putten voor verbindingsmoffen of aankoppelingen gas op de voorziene plaats. Het verder dempen van putten en sleuven, onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de in deze putten en sleuven geplaatste onderdelen VOORHEEN: o o behoorlijk door de opdrachtgevende dienst zijn onderzocht met gunstig resultaat onderworpen werden aan de vereiste proeven

Het uitvoeren van herbestratingswerken die geen bijzondere, door de opdrachtgever en/of door deze van een betrokken Bestuur, te onderzoeken fundering vereisen. Opruimingswerken en transport voor opruiming of aanvoer van materialen die door de aannemer te leveren zijn met uitsluiting van het transport van de door de opdrachtgever ter beschikking gestelde materialen. Alle dringende herstellingen via de wachtdienst.

1.2

PLAATSEN VAN LEIDINGEN SAMEN MET ANDERE NUTSMAATSCHAPPIJEN (SYNERGIE)

In principe beperken de werken beschreven in dit lastenboek zich tot de aanleg van kabels (elektriciteit + seinkabels + mantelbuizen voor glasvezel) en gasbuizen (PE en staal). Het gemeenschappelijk plaatsen van alle nutsleidingen (Eandis + watermaatschappij + telefoonmaatschappij + andere) kan evenwel worden opgelegd door het beherend bestuur van b.v. verkavelingen, gemeente, rijkswegen, enz. Dergelijke werken kunnen dus geheel of gedeeltelijk aan de aanneming worden onttrokken. De aannemer kan hiervoor geen schadeloosstelling eisen van de opdrachtgever. De mogelijkheid bestaat evenwel dat het beherend bestuur de gemeenschappelijke werken door de aannemer van de opdrachtgever (Eandis) wenst te laten uitvoeren. De tabellen met eenheidsprijzen in bijlage aan dit lastenboek houden dan ook rekening met sleuftypes waarin leidingen van andere nutsmaatschappijen samen met de leidingen van Eandis kunnen geplaatst worden. Dit gebeurt aan volgende voorwaarden: Sleuftype en eenheidsprijzen vallen volledig binnen dit bestek, de aannemer vraagt geen supplementen aan de andere nutsmaatschappijen. De kostprijs per deelnemende nutsmaatschappij wordt bepaald via een vaste reeds bestaande uniforme verdeelsleutel, vastgelegd door de Vlaamse Raad van Nutsbedrijven. De aannemer factureert elk deelbedrag rechtstreeks aan de betreffende nutsmaatschappij. Het is niet toegelaten om andere nutsvoorzieningsmaatschappijen in de sleuf toe te laten zonder uitdrukkelijk akkoord van de opdrachtgever. Stukken aparte sleuf (niet Eandis) die aansluiten op de gemeenschappelijke sleuf voor 1 van de deelnemende nutsmaatschappijen, maken deel uit van het synergiewerk voor zover zij een lengte van 50 meter niet overschrijden en worden door de aannemer eveneens uitgevoerd volgens bovenstaande voorwaarden. Concreet betekent dit dat bij synergiewerken waarbij Eandis piloot (hoofdopdrachtgever) is, de grondwerken (sleuven en putten inclusief de aparte sleufdelen tot 50 meter lengte) en aanverwante gemeenschappelijke posten voor alle deelnemende nutsmaatschappijen afgerekend worden volgens de voorwaarden en eenheidsprijzen van dit lastenboek.

LB-131-F01.10

1.3

CONTRACTBREUK DOOR DE AANNEMER

Deze bepalingen zijn opgenomen in het algemeen lastenboek Uitvoeren van werken (LB-111-F01).

1.4

VEILIGHEIDSBEPALINGEN

De algemene veiligheidsbepalingen zijn opgenomen in de Algemene veiligheidsvoorschriften voor aannemers bij het uitvoeren van werken (LB-113-F01).

1.5

KWALIFICATIE VAN HET TEWERKGESTELDE PERSONEEL

Het personeel van de aannemer dat de werkzaamheden beschreven in dit lastenboek zal uitvoeren dient in het bezit te zijn van de daarbij horende geldige pasjes Eandis. De algemene bepalinge betreffende te volgen en te behalen pasjes zijn opgenomen in het Algemeen lastenboek Opleiding en Training (LB-115-F01). Voor bepaalde werken mogen enkel arbeiders ingezet worden die daarvoor, door toedoen van de opdrachtgever, specifiek zijn opgeleid en aan wie een bewijs van opleiding met positieve beoordeling werd afgeleverd. De werknemers die werken uitvoeren waarvoor het bezit van een pasje verplicht is, moeten dat pasje steeds bij zich hebben op de werven, zodat de pasjes door de opdrachtgever op de werf onmiddellijk kunnen gecontroleerd worden. De opdrachtgever zal de werf onmiddellijk stil leggen indien de pasjes niet kunnen getoond worden. Indien binnen de periode van de waarborg op het contract aannemer Eandis een defecte mof wordt vastgesteld die geplaatst werd door een werknemer van de aannemer en die in bezit is van het pasje NLS, LSV of HSV, zullen de SLA boeten (zie 3.10.9 SLA - Slechte verbindings-, eind- of aftakmof) en de kosten voor herstel van de mof aan de aannemer aangerekend worden en kan het pasje van de betrokken werknemer die de mof maakte ingetrokken worden. Werknemers die beschikken over een PE-laspasje kleven een sticker met hun laspasnummer naast elke PE-las. Deze stickers zijn te verkrijgen bij de externe opleidingscentra voor PE-lassen (VCL en TCZ) waar het pasje PE-lassen werd behaald of verlengd. Het niet kleven van de stickers met laspasnummer wordt beschouwd als een zware inbreuk en heeft bij vaststelling steeds een SLA-boete tot gevolg en kan zelfs leiden tot het intrekken van het laspasje. De uitvoering van al de werkzaamheden waarvoor de pasjes verplicht zijn gebeurt volgens de werkinstructies en de doefiches, die ter beschikking gesteld worden bij de opleidingen voor het behalen van de pasjes Eandis. Alle DOE-fiches moeten per ploeg in een map aanwezig zijn op de werf. De aannemer krijgt elektronisch toegang tot een documentbrowser op de site van Eandis (www.eandis.be) waar onder meer alle toe te passen werkinstructies en doe-fiches terug te vinden zijn. a. Benodigde interne pasjes: Volgende pasjes moeten aangetoond worden ten laatste bij de gunning van de loten: Pasjes (code) PE- druksystemen; stuik- en elektrolas (BECETEL keuring) Grondwerken (VGW)* Verbindingsmoffen laagspanning (NLS) Hoogspannig verbindingsmoffen (HSV) Laaspanning verbindingstechnieken (LSV) Vereisten Per ploeg Minimum 1 Minimum 1 Per 2 ploegen Minimum 1 Per contract Minimum 1 Minimum 1

*Veiligheidsinstructies grondwerker: dit pasje dient verplicht in het bezit te zijn van minstens n grondwerker per ploeg, bij voorkeur de ploegbaas.

LB-131-F01.10

b. Externe opleidingen: PE-druksystemen stuiklas en elektro-las volgens Becetel-keuring voor het verbinden van PEleidingen (gas en mantelbuis voor glasvezelkabel). De opleiding is te volgen bij de externe opleidingscentra VCL (VervolmakingsCentrum voor Lassers), Nijverheidskaai 121D 1070 Brussel, tel. 02/520.56.58 of TCZ, Ploegstraat 38A, 8380 Zeebrugge, tel. 050/55.96.28 en duurt 4 dagen. Voor elke ploeg die tewerkgesteld wordt bij Eandis moet de aannemer een PE-lasser met geldig PE-laspaspoort in dienst hebben. Een geldig laspaspoort is enkel een pasje PE-lassen van Eandis dat de aannemer gratis kan bekomen in ruil voor een duidelijke fotocopie van het geldige laspaspoort behaald bij VCL of TCZ. Het pasje PE-lassen van Eandis heeft dezelfde geldigheidsduur als het laspaspoort van VCL of TCZ en moet dus ook telkens hernieuwd worden na de jaarlijkse Lasproef bij VCL of TCZ. Attesten van bekwaamheid nodig bij bepaalde ondergrondse verbindingen en bekomen door middel van functionele opleiding door de door Eandis goedgekeurde leveranciers van bepaalde materialen zoals trekvaste koppelingen, flenzen en thermokrimpmateriaal (Rayseals, Raytrans en Diraxmoffen)

1.6
1.6.1

SIGNALISATIE
Sleufovergangen

Sleufovergangen voor voetgangers of fietsers worden, waar dit nodig is, door brugliggers van voldoende lengte, breedte en stevigheid, voorzien (Bijzonder lastenboek Sleuven en herbestrating GETVW2 - LB-111-F02). Een brugligger is voorzien van voldoende stevige leuningen. Multiplexplaten of andere houten planken voldoen bijgevolg niet aan deze bepalingen. 1.6.2 Verkeers- en werfsignalisatie

Hiervoor verwijzen wij naar het algemeen lastenboek Uitvoeren van werken (LB-111-F01) en de Algemene veiligheidsvoorschriften voor aannemers bij het uitvoeren van werken (LB-113F01). Bijzondere bepalingen: Bij de kruisingen van een rijweg in open sleuf, tenzij deze volgens de voorschrift door onderboring geschiedt, worden de werken eerst in n helft van de rijwegbreedte uitgevoerd en na behoorlijk herbruikbaar maken van deze helft voor het verkeer in de tweede helft. Indien deze maatregelen wegens verkeersmoeilijkheden of andere omstandigheden niet uitvoerbaar zijn, dient de aannemer, na toelatingsaanvraag aan de betrokken openbare ordedienst en in overleg met deze, een verkeersomleiding te verzekeren, met behoorlijke signalisatie. Alle nodige verkeersborden en signalisatie is inbegrepen in de eenheidsprijzen, met uitzondering van bijkomende verkeersomleiding. In zeer uitzonderlijke omstandigheden zal, hoofdzakelijk in opdracht van de verkeerspolitie, een bijkomende verkeersomleiding dienen geplaatst te worden. Dit verkeersplan wordt aan de opdrachtgever voorgelegd. Het plaatsen van deze bijkomende signalisatie is niet voorzien in de offerteprijs. De aannemer zal hiervoor telkens dit zich voordoet een afzonderlijke offerte dienen voor te leggen. Na akkoord van de opdrachtgever zal deze kost verrekend worden via de meetstaat. Parkeerverbod, noodzakelijk voor het uitvoeren van de werken, met inbegrip van de organisatie ervan, alle administratie en het ter beschikking stellen van de nodige verkeersboden, is ten laste van de aannemer en is inbegrepen in de eenheidsprijzen. Verkeerslichten voor beurtelings doorlaten van het verkeer zijn steeds inbegrepen in de wettelijke signalisatie en dus inbegrepen in de eenheidsprijzen.

LB-131-F01.10

1.7

WERKEN MET ONDERAANNEMERS

Voor de aanleg van ondergrondse leidingen (hoofdactiviteit) is werken met onderaannemers NIET toegelaten m.a.w de aannemer is verplicht voor de grond - en herbestratingwerken, lassen van PE leidingen, het maken van de LS verbindingsmoffen en het plaatsen van kabels en gasleidingen in de sleuf voor 100 % mensen in te zetten die officieel ingeschreven zijn in zijn eigen firma. Onderaannemers mogen enkel en voor 100 % ingezet worden voor de nevenactiviteiten zijnde horizontaal gestuurde boringen, staallassen, het maken van MSverbindingmoffen, werken die vallen onder de pasjes LSV en eindafwerking van bitumen of cementbeton (vb een volledig betonvak heraanleggen, aanbrengen van een toplaag voor asfaltbestrating, ). De aannemer zal bij de aanbesteding opgeven welke onderaannemers hij zal inzetten bij een eventueel contract en voor welke hoger genoemde nevenactiviteiten. Voor elke opgegeven onderaannemer zal de hoofdaannemer bij zijn offerte een schriftelijk en ondertekend bewijs leveren van deze onderaannemer waarin deze bevestigt welke onderdelen van het contract hij zal uitvoeren. De onderaannemer die wordt ingezet moet voldoen aan de kwaliteitseisen van de opdrachtgever. Indien de hoofdaannemer in de loop van een eventueel contract een nieuwe onderaannemer wenst in te zetten moet hij dit officieel per brief aanvragen bij de Dienst Methoden Aannemers, t.a.v. de heer Erik Dehouwer, Brusselsesteenweg 199 te 9090 Melle, die deze aanvraag in overleg met het infrastructuurgebied waar de aannemer een onderaannemer wenst in te zetten, schriftelijk zal weigeren of goedkeuren. De nieuwe onderaannemer mag pas starten als de schriftelijke toelating in het bezit van de hoofdaannemer is. Aannemers die onderaannemers inzetten voor de hoofdactiviteit zoals hierboven beschreven of die zonder schriftelijke toelating nieuwe onderaannemers voor de nevenactiviteiten te werk stellen, plegen contractbreuk en vallen onder de modaliteiten van 1.3 Contractbreuk door de aannemer.

1.8

MELDING EN HERSTELLING BESCHADIGDE KABELS EN LEIDINGEN

Bij de uitvoering van grondwerken kan de aannemer geconfronteerd worden met beschadigde elektriciteitskabels en gasbuizen. Vaak is het onduidelijk wie verantwoordelijk is voor een beschadiging, zeker als meerdere aannemers betrokken zijn bij eenzelfde werk. Omdat het herstellen kosten met zich meebrengt, worden beschadigingen die geen stroomonderbreking of gasuitstroom veroorzaken dikwijls niet gemeld. Ingeval de aannemer bij de uitvoering van zijn werken een kabel of gasbuis beschadigt of een beschadiging vaststelt MOET hij onmiddellijk de opdrachtgever verwittigen. Beschadigingen die GEEN stroomonderbreking of gasuitstroom tot gevolg hebben zal de opdrachtgever steeds op eigen kosten herstellen. Bij beschadigingen aan leidingen of kunstwerken brengt de aannemer onmiddellijk en ambtshalve de benadeelde op de hoogte van de aangerichte schade. De aannemer duldt geen enkele daad die de schade zou verbergen of de herstelling ervan bemoeilijken. Deze beschikking is eveneens van toepassing indien de vastgestelde schade niet voortspruit uit de uitvoering van de werken waarmee de aannemer belast is, noch uit enige andere daad van zijn personeel of van zijn onderaannemers en hun personeel.

1.9

MATERIALEN STEEDS DOOR DE AANNEMER TE LEVEREN

De materialen te leveren bij grondwerken en herbestratingen (dallen, cement, beton...) zoals beschreven in de posten worden steeds geleverd door de aannemers en zijn begrepen in de eenheidsprijzen van de desbetreffende posten, tenzij anders vermeld. Alle materialen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de werken en voorgeschreven staan in de werkinstructies, zoals rolcleaner, tangit, pluisvrije doeken, poetsdoeken enz, zijn eveneens te leveren door de aannemer. De aannemer dient te beschikken over de juiste lastoestellen en over al de nodige werktuigen, meettoestellen en het nodige specifieke gereedschap voor de vakkundige uitvoering van de werken beschreven in dit lastenboek. De KVBG- specificaties en documenten, hieronder opgesomd, kunnen geraadpleegd worden op de website www.synergrid.be . De aannemer zal al zijn lastoestellen (stuik - en elektrolas) jaarlijks laten keuren door de fabrikant en levert een bewijs van keuring aan de opdrachtgever.

LB-131-F01.10

Bij de aanvang der werken zal hij alle werktuigen, meettoestellen, lastoestellen en gereedschappen ter goedkeuring voorleggen aan de lokale opdrachtgever of zijn afgevaardigde. Alle arbeids- en beschermingsmiddelen moeten beantwoorden aan het KB d.d 12/8/93 en aan de CE richtlijnen. a. Elektrolas Voor het plaatsen van elektrolasmoffen voor gasbuizen en mantelbuizen voor glasvezelkabel worden enkel nog lastoestellen toegelaten met barcode + leespen en een uitleesbaar geheugen. Nieuwe lastoestellen moeten beantwoorden aan de technische specificatie Synergrid KVBG/2000.21.03. Een lijst met goedgekeurde elektrolastoestellen is terug te vinden in het document Synergrid KVBG/2000.10.07. Voor het schrapen van een PE-leiding dient de aannemer te beschikken over geschikte mechanische rondschrapers. De mechanische rondschrapers moeten beantwoorden aan de technische specificatie Synergrid KVBG/2000.10.06. Een lijst met goedgekeurde mechanische rondschrapers is terug te vinden in het document Synergrid KVBG/2000.10.09. Bij het uitvoeren van een elektrolasmof maakt de aannemer gebruik van ronddrukklemmen en positioneerklemmen. Deze beide klemmen zijn te voorzien door de aannemer. b. Stuiklas Voor het uitvoeren van een stuiklas dient de aannemer te beschikken over automatische lastoestellen. Deze lastoestellen moeten beantwoorden aan de technische specificatie Synergrid/2000.21.04. Een lijst met goedgekeurde automatische lastoestellen is terug te vinden in het document Synergrid KVBG/2000.10.07. c. Afdrukken Het uitvoeren van drukproeven op gasbuizen, zijnde de dichtheids en mechanische weerstandsproef, gebeurt zoals beschreven in de documenten AG-035-W01 en AG-034-W01 en AG-031-W. De aannemer beschikt hiervoor over een verplaatsbare werfkast, waarvan de technische specificatie terug te vinden is in het document XX2276-03. De aannemer zorgt zelf voor deze afdrukkast welke kan aangekocht worden bij een leverancier naar keuze, maar die voldoet aan de opgelegde specificatie. Het inert gas of de nodige compressoren om de proefdrukken te realiseren worden geleverd door de aannemer. De afdrukkast moet gekeurd zijn door een erkend controle-organisme (EDTC). De aannemer voorziet minstens 1 afdrukkast per 2 ploegen, met een minimum van 1 afdrukkast per infragebied. Voorbeeld van een afdrukkast:

LB-131-F01.10

10

d. Hulpstukken, afsluiters, manometers Alle hulpstukken, afsluiters en manometers gebruikt voor het uitvoeren van de proeven worden eveneens geleverd door de aannemer en moeten geschikt zijn voor een druk van minstens 10 bar voor de drukklasse LD en MD B en 25 bar voor de drukklasse MD C. Van deze proeven zal er een PV opgesteld worden zoals vereist in het Koninklijk Besluit van 28 juni 1971. Het PV wordt in papiervorm geleverd aan Eandis. Dit verslag wordt door de opdrachtgever en de aannemer ondertekend en zal aan het constructiedossier toegevoegd worden. Voor elke werfkast beschikt de aannemer over n van de door Eandis aanvaarde manometers/registreertoestellen: Technolog Newlog 4 Kamstrup N4/7 Ex Union ESS

1.10 MATERIALEN DOOR DE OPDRACHTGEVER TER BESCHIKKING GESTELD


Alle materialen die onderdelen worden van het net, zoals kabels, gasbuizen, moffen, T-stukken, kasten, enz. ... evenals alle kleine bevestigingsmaterialen zoals pluggen, bouten, kapbeugeltjes, klembandjes, enz. worden door de opdrachtgever geleverd. De uitijnklemmen voor de aankoppeling van de nieuwe PE-gasleiding aan het bestaande gas-net (zie ook 1.12 Behandelen en plaatsen van gasbuizen) worden door Eandis ter beschikking gesteld aan de aannemer. Uitlijnklemmen:

De aannemer is verantwoordelijk voor verlies, diefstal, brand en beschadiging van al de hem ter beschikking gestelde materialen vanaf het moment van afhaling in het DC of vanaf het ogenblik van levering op de werf of in het ophaalpunt. Verdere bepalingen zijn opgenomen in het Algemeen lastenboek (LB-111-F01) en in de aanvullende nota Werkwijze i.v.m. gestolen/ verloren/ beschadigde en gefraudeerde haspels (SC-900-W03 en SC-900-F05). De materialen moeten op een vakkundige wijze behandeld en bewaard worden. Alle transportkosten zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen van de posten.

LB-131-F01.10

11

Voor het transport van de materialen van en naar de werf gelden volgende regels: Alle hoofdmaterialen (o.a. de kabels, gasbuizen op rol, enz. ) worden door de aannemers afgehaald in het Distributiecentrum te Lokeren. Alle andere materialen worden via een kittingsysteem ter beschikking gesteld in de onbemande regionale ophaalpunten van de opdrachtgever of in het ophaalpunt van de aannemer. De aannemer haalt de materialen af in deze ophaalpunten (minstens 1 maal per week). Ledige en niet volledig gebruikte kabelhaspels zijn terug af te leveren in het Distributiecentrum te Lokeren binnen de maand volgend op de aflevering aldaar. De niet volledig gebruikte kabelhaspels levert de aannemer enkel af na overleg met de plaatselijke dienst infrastructuur en met aanduiding van de restlengte op de bobijn. Indien de aannemer zijn lege kabelhaspels 4 maanden na afhaling in het Distributiecentrum nog niet heeft terug binnen geleverd zal hij hiervoor een boete van 60,015 per bobijn en per maand gerekend vanaf de deadline aangerekend worden. Deze prijs kan in de loop van het contract aangepast worden. De gasbuizen in lengten van 14 meter en op haspel worden door de leverancier van de opdrachtgever op de werven geleverd en gelost. Overschotten van deze buizen worden door de transporteur van de opdrachtgever naar hun nieuwe bestemming vervoerd. Gasbuizen op rol worden steeds door de aannemer afgehaald in het distributiecentrum Moortelstraat 15 te 9160 Lokeren. Eventuele waterbuizen (bij synergiewerken) worden steeds door de aannemer afgehaald in de magazijnen van de watermaatschappij. De overschotten van materialen zoals PE- hulpstukken, krimpmoffen, zijn per project en in originele verpakking terug af te leveren via de rolcontainers in de regionale ophaalpunten of in het ophaalpunt van de aannemer, vergezeld van een retourbon, opgemaakt door de opdrachtgever van het infrastructuurgebied, waarin de aannemer is tewerkgesteld. Voor het ophalen en terugbrengen van de hoofdmaterialen door de aannemer in het Distributiecentrum te Lokeren, Moortelstraat 15, Industrieterrein E17/3115, geldt de volgende regeling: Materialen kunnen door de aannemers afgehaald worden op werkdagen tussen 6.30 uur en 20.00 uur. De aannemer zorgt ervoor dat minimum n dag op voorhand het distributiecentrum telefonisch op de hoogte wordt gebracht met betrekking tot een specifieke afhaling van materiaal (opgave gegevens aannemer, type en aantal vervoer, voorstel van tijdstip van afhaling). Bellen kan tussen 6.30 uur en 20.00 uur op nummer (09) 331.75.63. De magazijnier kent op dat ogenblik aan de aannemer een tijdsvenster (tijdsslot) van afhaling toe (20 minuten in de periode tussen 6.30 uur en 20.00 uur). Dit tijdsslot moet door de aannemer gerespecteerd worden teneinde een zo vlot mogelijke afhaling van de materialen te kunnen bekomen. Het niet respecteren van het tijdsslot heeft tot gevolg dat de aannemer voor het laden van de af te halen materialen moet wachten tot het eerstvolgende nog vrije tijdsslot of het niet behandelen van de aangevraagde materiaalafhaling. De aannemer die materialen komt afhalen moet vergezeld zijn van de door de opdrachtgever afgeleverde opdrachtformulieren met vermelding van de materialen en reservatie (reservatiebon SAP). Zonder deze formulieren worden de materialen niet geleverd. De aannemer is verplicht de veiligheidsregels die gelden op het terrein van het distributiecentrum na te leven. Niet naleving zal leiden tot een verbod tot het betreden van dit terrein. Ingeval van stockbreuk in het DC te Lokeren heeft de aannemer recht op een extra vergoeding indien voldaan is aan volgende voorwaarde: de aannemer heeft geen enkel materiaal kunnen ophalen/afleveren in het DC te Lokeren en heeft hierdoor een verloren rit gereden, m.a.w. een lege vrachtwagen ingeval er niets kon opgehaald worden. De vergoeding bestaat uit aanrekening van de post 3.6.12 verloren uren.

LB-131-F01.10

12

1.11 BEHANDELEN VAN KABELHASPELS EN KABELS.


Het is de aannemers en transporteurs niet toegelaten om kabelhaspels en buizen in lengten gelijktijdig samen te vervoeren. Tijdens het laden en lossen wordt de motor van het voertuig stilgelegd, eventuele passagiers blijven ten allen tijde in de cabine van het voertuig. De kabels zullen met speciaal daartoe voorziene voertuigen of aanhangwagens met een mechanische hefinstallatie vervoerd worden. De haspels worden steeds met de flenzen in de verticale stand gemanipuleerd, gestockeerd en geladen. Om het wegrollen van de haspels te vermijden is het verplicht te klossen onder de flenzen; ook op de vrachtwagen:

Het takelen van kabelhaspels geschiedt in principe met een juk met as door het centrale asgat. Indien dit niet mogelijk is zijn alle voorzorgen te nemen om beschadigingen te voorkomen. Het is ten strengste verboden om volle en lege haspels met een kraan met grijpers te laden of te lossen.

LB-131-F01.10

13

Het manueel of machinaal over de grond verplaatsen van de haspels zonder daartoe voorziene voertuigen of aanhangwagens moet vermeden worden. Indien dit toch noodzakelijk is mogen de haspels slechts over effen terrein en over geringe afstand gerold worden. De kabel zou kunnen beschadigen hetzij door verplettering, hetzij door verschuiving van de windingen. Bij zijn verplaatsing is de haspel steeds te rollen in de richting waarin de kabel opgerold werd.

Het afrollen van de kabelhaspels bij het paatsen van de kabel in de sleuf dient te gebeuren in de tegenovergestelde richting waarin de kabel opgerold werd. Hierbij let men erop dat Het aangrijpingspunt van de trekkracht op de haspel zich onderaan de haspelwagen bevindt om te vermijden dat: de combinatie kabelhaspel hapselwagen kantelt bij het opstroppen van de afrollende kabel de toegestane trekkracht op de kabel overschreden wordt zodat beschadiging voorkomen wordt

Het is ten strengste verboden de haspels te laten vallen van het voertuig. Elke bocht in een kabel wordt uitgevoerd volgens een cirkelboog waarbij de minimum kromtestraal moet gerespecteerd worden. De minimumtemperatuur waarbij de kabels mogen behandeld worden, bedraagt 0C. De opgegeven temperatuur is deze van de kabel op het ogenblik van de plaatsing. In overleg met de aangestelde van de maatschappij worden de plaatsen aangeduid waar de kabels doorgezaagd worden. Dit is echter zoveel mogelijk te vermijden. Elk kabeluiteinde wordt na het doorzagen onmiddellijk door de aannemer met de meeste zorg afgeschermd tegen het indringen van vocht. Dit gebeurt met krimpkousen of gelijkwaardig materiaal door de opdrachtgever ter beschikking gesteld. De aannemer mag geen gedeeltelijk gebruikte haspels terugbrengen bij de opdrachtgever zonder vooraf de kabeluiteinden te hebben afgeschermd zoals hierboven vermeld. Zie ook de regels voor behandeling van kabels en haspels in het algemeen lastenboek CCLB02 (SE302-F01).

LB-131-F01.10

14

1.12 BEHANDELEN EN PLAATSEN VAN GASBUIZEN


Zie ook de regels voor behandeling van gasbuizen in de documenten AG-034-W01, AG-035W01. Bij het manipuleren en verplaatsen van gasbuizen op de werf gelden volgende regels: Het is verplicht om: Steeds de nodige voorzorgen te nemen om beschadigingen te voorkomen, met inbegrip van beschadiging van de eventuele bekleding; de buizen te stapelen op een vlakke ondergrond en gedurende het vervoer voldoende te steunen en te klemmen; het verplaatsen van de buizen zo te organiseren dat de buis of de uiteinden niet over de grond slepen. vlakke banden of riemen te gebruiken voor de verplaatsing van beklede stalen buizen, leidingen of andere beklede onderdelen; Het is verboden om: gasbuizen door te zagen om ze te kunnen verplaatsen of vervoeren. buizen over de grond of het wegdek te rollen of te slepen; buizen of leidingen op te tillen of te verplaatsen met kabels, kettingen of andere harde of kwetsende snoeren; PE-buizen in contact te brengen met open vlam, olie of bitumineuze producten. beklede stalen buizen in contact te brengen met olie of bitumineuze producten. houten hefbomen te gebruiken om op de stalen buis te drukken met de eventuele beschermmantel als last- of steunpunt; Bij het plaatsen van de nieuwe gasleidingen in de sleuf zal de aannemer op het begin van de nieuwe leiding waar ze aan het bestaande gasnet zal gekoppeld worden steeds een rechte of een haakse uitlijnklem plaatsen naargelang de nieuwe leiding recht of haaks moet aangekoppeld worden. De uitlijnklemmen worden geleverd door Eandis. De aannemer zal zijn werven voor aanleg van gasleidingen steeds starten op de plaats van de aankoppeling aan het bestaande net, m.a.w. op de plaats waar de positioneerklem wordt geplaatst. De aannemer zorgt er bijgevolg voor dat hij de nieuwe gasleiding ingeval van rechte aankoppeling steeds mooi recht in het verlengde van en rakend aan het bestaande net laat vertrekken bij de aanleg, zoniet kan de positioneerklem niet geplaatst worden. Bij een haakse koppeling zorgt hij ervoor dat de nieuwe leiding loodrecht op en rakend aan de bestaande leiding vertrekt. Het plaatsen van de positioneerklemmen is inbegrepen in de eenheidsprijzen van het lassen en plaatsen van de gasleiding (zie 3.4.4). Indien de aankoppeling van de nieuwe PE-gasleiding aan het bestaande net niet gelijktijdig met sleufwerken kan, blijven de richtklemmen op de leidingen staan en worden mee ingegraven.

1.13 MILIEU- EN AFVALBEPALINGEN


Hiervoor verwijzen wij naar de Algemene milieuvoorschriften voor aannemers bij het uitvoeren van werken (LB-114-F01). Alle vervoerskosten zitten vervat in de eenheidsprijzen van de posten. BIJZONDERE AANDACHTSPUNTEN I.V.M. ASBESTBEHANDELING Mogelijk dienen er bij de aanleg van nieuwe leidingen oude leidingen in vezelcement opgebroken en verwijderd te worden. Deze leidingen bevatten asbestvezels. In zulk geval dient de aannemer er rekening mee te houden dat de wetgeving betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risicos van blootstelling aan asbest (K.B. van 16 maart 2006) van toepassing is op de werken. De personeelsleden die werken verrichten met een risico van blootstelling aan asbestvezels moeten vooraf de in de wetgeving voorgeschreven informatie gekregen hebben en de voorgeschreven opleiding gevolgd hebben. Attesten van opleiding moeten vooraf voorgelegd worden aan de opdrachtgever.

LB-131-F01.10

15

De aannemer zal ook steeds de werven waar hij vezelcementbuizen dient op te breken melden aan FOD Werkgelegenheid Arbeid en Sociaal Overleg, Toezicht op het Welzijn op het Werk, afgekort Technische Inspectie en dit uiterlijk vijftien kalenderdagen voor aanvang der werken (zie model inhoud van meldingsdocument in bijlage). Het K.B. van 16 maart 2006 vereist een planmatige aanpak van werken met een eenduidig werkplan en aandacht voor gepaste procedures om asbestafval te verwijderen. Voor afvoer van een beperkt aantal lengtes tot drie meter zal de aannemer gebruik maken van plaatzakken van 310*110*30cm (deze zak bestaande uit lichtere plastiek binnenzak en een buitenzak uit gecoat polylypropyleen weefsel is een magazijnartikel met Eandis SAP-nummer 17719). De aannemer voert de gevulde plaatzakken op het einde van de dag af naar de asbestafvalcontainer in de plaatselijke depot van het betreffende infrastructuurgebied. Voor grotere lengtes zal Eandis een asbestcontainer op de werf plaatsen en deze verwijderen als hij vol is. Vermits de te verwijderen vezelcement-leidingen in de grond steken en dus steeds in contact komen met doorsijpelend regenwater en eventueel grondwater is het risico van vrijkomende asbestvezeldeeltjes bij het opgraven en het uit de sleuf nemen van de vezelcementbuizen beperkt. De aannemer vermijd het onnodig stukslaan en breken van de leidingen. Indien tijdens de werkzaamheden blijkt dat de vezelcementbuizen toch droog blijken te zijn of droog komen te staan, dan zal de aannemer deze bijkomend besproeien met water om te voorkomen dat asbestvezeldeeltjes zich in de omgevingslucht verspreiden. Tevens zullen uitgebroken stukken vezelcementleiding die niet spoedig in de asbestafval container kunnen gedeponeerd worden, voldoende dicht in plastiek verpakt worden in afwachting van verwijdering op de gepaste manier. Deze verpakte stukken moeten op de regelementair voorgeschreven manier getiketteerd worden. Op werven waar de hoeveelheid te verwijderen vezelcementleiding de plaatsing van een asbestcontainer verantwoord maakt, levert Eandis een afvalcontainer voor asbestafval. Zoniet (bij kleinere hoeveelheden) wordt gebruik gemaakt van asbest-bigbags, asbestplatenzakken, asbestafvalzakken of plastiek vellen voor verpakking. De asbestcontainer op de werf heeft geen deksel en kan niet gesloten worden, maar bevat een stofdichte afvalzak bestaande uit een plastiek binnenzak en een stevige buitenzak bestaande uit gecoat polypropyleenweefsel die open in de container steekt maar volledig kan gesloten worden. Deze asbestcontainerzak is een noodzakelijke voorwaarde om asbestcementafval te mogen storten op een daartoe bestemd stort. De asbestcementafval dient op het stort aangeboden te worden met gesloten binnenzak en buitenzak zodat het risico voor het personeel op de stortplaats beperkt is. De aannemer geeft de nodige instructies aan zijn personeel om de asbestcontainerzak intact te houden. Hij moet tevens voorkomen dat de container met ander afval dan asbestcement of met regenwater gevuld wordt. De aannemer zal hiertoe gepaste metalen platen over de volledige containeropening leggen tijdens de periodes dat er op de werf niet wordt gewerkt of dat er geen buizen worden ingevoerd. Tijdens de verwijderingswerken voert de aannemer alle opgebroken vezelcementbuizen onmiddellijk naar de op de werf geplaatste afvalcontainer en deponeert ze in de stofdichte zak in de container. Als de container vol is, sluit de aannemer de zak volledig door hem dicht te trekken met de voorziene zaksluiting. De aannemer verwittigt tijdig de dienst afvalbeheer van Eandis (t.a.v. de heer Ronald Cop tel. 09/331.75.32) zodat Eandis de volle container kan ophalen. Indien meer dan 1 container nodig is zal Eandis ervoor zorgen dat er steeds een lege container aanwezig is op de werf. Bij het opbreken van de vezelcementbuizen zal de aannemer deze moeten opdelen in stukken van gepaste lengte om in de asbestcontainer te kunnen invoeren. De aannemer past daarvoor een techniek toe waarbij zo weinig mogelijk vezels verspreid worden. Hij vermijdt dat de leiding door onzorgvuldig handelen noch gebroken noch verbrijzeld wordt. Het leveren en plaatsen van de lege container op de werf, het afhalen en afvoeren van de volle container en het storten van de vezelcementbuizen op een erkende stortplaat zijn volledig ten laste van Eandis. Eventuele kost veroorzaakt door onzorgvuldig omgaan met de container, de containerzak, de eventuele plaatzak, de eventuele plastiekfolie en de inhoud ervan kunnen in rekening gebracht worden.

LB-131-F01.10

16

Op werven waar de aannemer bij de aanleg van nieuwe nutsleidingen toevallig een beperkte lengte vezelcementbuis moet opbreken en afvoeren en waar geen asbestcontainer ter beschikking is, zal de aannemer zelf deze buis of buisdeel volledig inpakken met minstens 2 lagen plastiekfolie en deze afvoeren naar de speciale asbestcontainer van Eandis in de plaatselijke depot van het betreffende infrastructuurgebied. Om de buizen in te pakken stelt Eandis plastiekfolie ter beschikking (magazijnartikel met SAP-nummer 8387) in het infrastructuurgebied. De aannemer zorgt ervoor dat hij steeds minimum 2 vellen ter beschikking heeft in de camionette van elke ploeg. Voor een beperkt aantal lengsels tot drie meter kan gebruik gemaakt worden van plaatzakken van 310*110*30cm (SAP-nummer 17.719). Om het risico van inademing van eventueel vrijkomende asbestvezeldeeltjes uit te sluiten dienen de werknemers die deze werken uitvoeren (alle ploegleden op de werf!) een gelaatsmasker type P3 te dragen zolang deze buizen worden opgebroken en afgevoerd naar de afvalcontainer op de werf en tijdens eventuele inpakwerkzaamheden van n stuk vezelcementleiding. De eenheidsprijzen voor opbreken van vezelcementbuizen (zie 3.4.5) houden rekening met de risicobehandeling van deze buizen en het op de werf vervoeren van de buizen tot in de afvalcontainer voor asbestafval op de werf. Voor het aankoppelen van een nieuw aangelegde PE-gasbuis aan een bestaande vezelcementgasbuis worden de koppelputten meestal gegraven en gedemt door de aannemer van de aanleg onder de voorwaarden van dit lastenboek. Het aankoppelen zelf gebeurt onder gas door personeel van Eandis. Hierbij komt meestal een stuk vezelcementbuis vrij. Dit stuk wordt door het personeel van Eandis op de werf ingepakt met plastiekfolie en ingepakt op de werf achtergelaten. De aannemersploeg die de koppelput komt vullen neemt de ingepakte buis mee en voert deze naar de speciale asbestcontainer van Eandis in de plaatselijke depot van het betreffende infrastructuurgebied. Voor het afvoeren van een ingepakte vezelcementbuis wordt de aannemer vergoed volgens de voorwaarden van de post 6098 van dit lastenboek (zie 3.6.11).

1.14

VAKANTIEREGELING

Alle bepalingen omtrent vakantieregeling zijn opgenomen in het Algemeen lastenboek Uitvoeren van werken (LB-111-F01).

1.15

CORDINATIEDAGBOEK

Alle bepalingen omtrent het cordinatiedagboek zijn opgenomen in de Algemene veiligheidsvoorschriften voor aannemers bij het uitvoeren van werken (LB-113-F01).

1.16

DAGBOEK DER WERKEN

Alle bepalingen omtrent het dagboek der werken zijn opgenomen in het Algemeen lastenboek Uitvoeren van werken (LB-111-F01).

1.17 PLAATSBESCHRIJVING
De aannemer maakt telkens vr de aanvang van de werken en op eigen kosten een plaatsbeschrijving of staat van bevinding op indien: de onroerende goederen op de plaats of in de nabijheid der werken zich in gebrekkige staat bevinden; een openbaar bestuur of de opdrachtgever dit vraagt. Deze staat, opgesteld in de taal van het contract, wordt door beide partijen tegensprekelijk ondertekend. Bij verzuim van voornoemde maatregel kan de aannemer nadien geen enkel bezwaar laten gelden tegen de door de eigenaar van de onroerende goederen gestelde eisen en aanvaardt de aannemer dat deze onroerende goederen zich vr de aanvang van de werken in goede staat bevonden.

LB-131-F01.10

17

2 TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN
De in dit hoofdstuk vermelde voorschriften zijn algemeen van toepassing bij de in hoofdstuk 3 Beschrijving der posten beschreven posten en zijn bijgevolg ook inbegrepen in de eenheidsprijzen van die posten tenzij anders vermeld. In alle posten zitten de vervoerskosten inbegrepen.

2.1
2.1.1

DEFINITIES
Sleuftypes

Er zijn veertien sleuftypes, afhankelijk van het aantal, de diepte en de soort leidingen, aan te leggen in de sleuf. Om tot deze 14 sleuftypes te komen wordt de onderstaande procedure gevolgd, waarbij gestart wordt met eenheidssleuftypes voor enkel kabels, enkel n gasbuis en enkel n waterbuis. Vervolgens worden alle mogelijke onderlinge combinaties van deze eenheidssleuftypes gemaakt en de sleufinhoud van elke combinatie berekend. Uiteindelijk worden deze combinaties samengebracht in 14 groepen van praktisch gelijke sleufinhoud ( = 0,084 m per sleuftype). Hierna volgen de definities en de gebruikte afkortingen voor de eenheidssleuftypes: Er zijn 3 K.-sleuven (kabelsleuven) gedefinieerd op basis van de volgende parameters: a. De kabelbedbreedte: dit is de noodzakelijke breedte op de bodem van de sleuf om de kabels (of PE -leiding voor glasvezelkabel) naast elkaar te kunnen plaatsen rekening houdend met de kabeldiameter en de volgens het bijzonder lastenboek (CCLB02) te respecteren onderlinge afstanden: de afstand tussen energiekabels onderling en tov van andere kabels bedraagt 6 cm de onderlinge afstand tussen kleine kabels onderling (aansluit-, OV-, ICS-kabel) 2 cm de onderlinge afstand tussen mantelbuizen voor glasvezelkabel bedraagt 0 cm. De noodzakelijke kabelbedbreedte (en bijgevolg het sleuftype) wordt dus bepaald door de som van de diameters van de in de sleuf geplaatste kabels en de som van de minimum te respecteren onderlinge afstanden. b. De minimum afstand te respecteren t.o.v. de sleufwanden. Voor kabelsleuven bepaald op 5 cm. c. De sleufdiepte: de noodzakelijke diepte om de kabels met de wettelijk vereiste dekking (min 60 cm) en de mantelbuis PE50 voor glasvezelkabel (min 75 cm) te kunnen plaatsen. verduidelijking bij de definities mbt afstanden

LB-131-F01.10

18

De 3 eenheidssleuftypes voor kabels worden afgekort als: K1 : Kabelsleuf met een kabelbedbreedte van 20 cm K2 : Kabelsleuf met een kabelbedbreedte van 30 cm K3 : Kabelsleuf met een kabelbedbreedte van 40 cm Opmerkingen : Een mantelbuis PE50 voor glasvezelkabel wordt steeds beschouwd als een kabel. De dekking voor deze mantelbuizen bedraagt minimum 75 cm. Indien de mantelbuis PE50 voorkomt in de eenheidssleuftypes K1 of K2 geeft dit steeds aanleiding tot een verrekening van 2 lagen met de post meerdiepte per 10 cm (zie 3.1.4 Meerdiepte per 10cm). Ingeval het aantal kabels een grotere kabelbedbreedte vereist dan 40 cm worden de kabels in lagen aangelegd (MS-kabels en/of mantelbuizen voor glasvezelkabel onderaan). Het maximum aantal lagen bedraagt 3. Voor de bijkomende 2de en 3de laag in een sleuf K3 kan er nooit een verrekening gebeuren met de post meerdiepte per 10 cm (zie 3.1.4 Meerdiepte per 10cm), ook niet wanneer K3 mantelbuizen voor glasvezelkabel bevat, daar zoals verder in deze sleufprocedure zal blijken (zie tabel), het eenheidssleuftype K3 samenvalt met het eenheidssleuftype G2 waarbij de maximale sleufdiepte 100 cm bedraagt. Er zijn 4 Gas-sleuven gedefinieerd rekening houdend met een minimum te respecteren afstand t.o.v. de sleufwand van 10 cm en de in de bijzondere lastenboeken (AG-034-W01 en AG-035-W01) bepaalde minimum dekking van 80 cm voor PE -leidingen (gas lage druk) en 100 cm voor middendruk gasleidingen (Staal en PE): G1 : Sleuf geschikt voor een PE-gasleiding met nominale diameter < 150 mm G2 : Sleuf geschikt voor een PE-gasleiding met nominale diameter 150 mm en 200 mm S1 : Sleuf geschikt voor een gasleiding staal met nominale diameter < 150 mm S2 : Sleuf geschikt voor een gasleiding staal met nominale diameter 150 mm en 200 mm Middendruk PE gasleidingen (5 bar MD5) vallen voor het vormen van de sleuftypes i.f.v de nominale diameter onder de eenheidssleuftypes S1 of S2. Vermits de dekking voor de eenheidssleuftypes S1 en S2 100 cm bedraagt, kan er voor de middendruk PE-gasleidingen nooit een verrekening gebeuren met de post meerdiepte per 10 cm (zie 3.1.4 Meerdiepte per 10cm). Er zijn 2 W-sleuven (Watersleuven) gedefinieerd rekening houdend met een minimum te respecteren afstand t.o.v. de sleufwand van 10 cm en een minimum te respecteren dekking van 100 cm. W1 : Sleuf geschikt voor een waterleiding met nominale diameter < 150 mm W2 : Sleuf geschikt voor een waterleiding met nominale diameter 150 mm en 200 mm Gecombineerde sleuven: sleuven geschikt voor combinaties van kabels, gasleidingen en waterleidingen volgens de hiervoor vermelde definities. Bij deze sleuven werd rekening gehouden met de reeds eerder vermelde te respecteren onderlinge minimumafstanden voor kabels, de afstand van minimum 20 cm van een gas-of waterbuis tov een andere gas- of waterbuis en tov een kabel of andere leiding, de minimum vereiste dekkingen en met de eis dat de zone tussen de verticale raaklijnen van een gas- en een waterleiding vrij moet zijn van de andere leidingen, kabels of andere structuren. Praktisch gezien geeft dit aanleiding tot 59 mogelijke combinaties + eenheidssleuftypes. Dit is onwerkbaar veel, vooral om voor elke combinatie een effectief sleuftype met eenheidsprijzen voor grondwerk en bestrating te voorzien in een prijstabel. Om het geheel werkbaar te maken worden 14 sleuftypes weerhouden. De mogelijke combinaties en eenheidssleuftypes worden rekening houdend met het uit te graven volume bodem van de sleuf ( = 0,084 m per sleuftype) verdeeld over deze 14 sleuftypes. In de praktijk zijn er met de huidige gedefinieerde combinaties van leidingen geen sleufcombinaties die vallen binnen sleuftype 13.

LB-131-F01.10

19

De verdeling is per sleuftype weergegeven in de onderstaande tabel. Het graafwerk per sleuftype varieert tussen 2 uiterste grenzen die variren met een delta van 0,084 m. Voor de eerste 3 sleuftypes is het de exacte sleufinhoud omdat deze enkel eenheidssleuftypes bevatten. De laatste 3 kolommen geven per sleuftype de grootst voorkomende sleufdiepte, de grootst voorkomende breedte voor te herstellen bestrating en de grootst mogelijke sleufinhoud. De eenheidprijzen van de bijhorende prijstabel cofficint 1,00 werden per sleuftype berekend op basis van deze maximale afmetingen.
Sleuftype 1 2 3 4 5 6 7 Eenheidssleuftypes + mogelijke combinaties K1 K2 G1 K3 / G2 / G1K1 G1K2 / G2K1 W1 / S1 / S1G1 / S1K1 / W1G1 / W1K1 / S1K2 / W1K2 W2 / S2 / S1G2 /S2K1 / W1G2 / W2K1 /G2K2 / S1G1K1 / S2G1 / W1G1K1 / W2G1 / S2K2 / W2K2 / G1K3 / S1K3 / W1K3 G2K3 / S1G1K2 / W1G1K2 S1G2K1 / S2G2 / W1G2K1 / W2G2 / S2G1K1 / W2G1K1 / S2K3 / W2K3 S2G1K2 / W2G1K2 / S1G1K3 / W1G1K3 S2G2K1 / W2G2K1 / S1G2K2 / W1G2K2 S2G2K2 / W2G2K2 / S1G2K3 / S2G1K3 / W1G2K3 / W2G1K3 S2G2K3 / W2G2K3 Sleufinhoud tussen: (in m) 0,210 0,280 0,360 0,455 - 0,539 0,540 - 0,623 0,624 - 0,707 0,708 - 0,791 Max. SleufDiepte (in m) 0,70 0,70 0,90 1,00 1,00 1,11 1,20 Max. Sleufherstelbreedte (in m) 0,60 0,70 0,70 0,88 0,98 0,90 1,08 Max. Sleufinhoud 0,30 x 0,70 0,40 x 0,70 0,40 x0,90 0,58 x 0,91 0,62 x 1,00 0,60 x 1,11 0,65 x 1,20

8 9 10 11 12 13 14

0,792 - 0,875 0,877 - 0,959 0,960 - 1,043 1,044 - 1,127 1,128 - 1,211 1,212 - 1,295 1,296 - 1,380

1,11 1,20 1,20 1,20 1,20 1,20 1,20

1,12 1,15 1,18 1,25 1,35 1,35 1,40

0,78 x 1,11 0,85 x 1,11 0,85 x 1,20 0,90 x 1,20 1,00 x 1,20 1,05 x 1,20 1,10 x 1,20

Gecombineerde sleuven waarin Middendrukgasbuizen (S) tegelijk met waterbuizen (W) voorkomen zijn in deze combinaties niet opgenomen en vallen onder sleuftype 15 (zie verder in dit lastenboek). Ingeval het aantal aan te leggen kabels in een gecombineerde sleuf (W(S) - G - K) een grotere kabelbedbreedte dan 40 cm vereist, worden de kabels in lagen aangelegd (MS -kabels en/of mantelbuizen voor glasvezelkabel onderaan). In dit geval geeft dit eveneens geen aanleiding tot een verrekening met de post meerdiepte per 10 cm (zie 3.1.4 Meerdiepte per 10cm), gezien de sleuven dieper zijn dan de K-sleuven (hogere dekking gas- en waterleidingen) en dus een aanleg in lagen toelaten. Ter verduidelijking bevindt zich in bijlage de tabel omzettingstabel sleufinhoud naar sleuftype waarin voor een aantal kabelvoorbeelden de omzetting wordt gemaakt van de sleufinhoud naar het sleuftype. Deze tabel is louter informatief omdat voor de kabeldiameters met een gemiddelde werd gerekend. Bij de afrekening via de genformatiseerde opmeetstaat in het programma Opera wordt rekening gehouden met de werkelijke kabeldiameters van de effectief in de sleuf geplaatste kabels zodat kleine afwijkingen (hoger of lager kabeltype) ten opzichte van deze tabel mogelijk zijn. Met de gedefinierde enkelvoudige en gecombineerde sleuven werden 14 sleuftypes gevormd. Indien het aantal aan te leggen kabels groter is dan 3 lagen en/of er 2 PE-gasleidingen of een stalen gasleiding samen met een waterleiding worden aangelegd valt de sleuf buiten deze 14 sleuftypes. In dat geval gebeurt de afrekening volgens het fictieve variabele sleuftype 15. Sleuftype 15 is steeds de som van 2 sleuftypes X en Y uit de 14 gedefinierde. Het sleuftype X wordt bepaald door het maximum aantal mogelijke leidingen van het totale pakket dat dient aangelegd te worden, dat n van de 14 gedefinierde sleuftypes kan vormen. Het aantal leidingen dat dan overblijft van het aan te leggen pakket vormt sleuftype Y. De prijs van sleuftype 15 is dan de som van de prijzen van de sleuftypes X en Y. LB-131-F01.10 20

2.1.2

Types bedekking (bestrating)

a. Er zijn 3 types bedekkingen (bestratingen) gedefinieerd : Berm: aarde, steenslag(*), grasperk, gazon, boomschors, sierstruik, boomwortels. (*) steenslag omvat alle types losse verharding bestaande uit een ononderbroken speciaal aangebrachte laag zoals kiezel, grint, steenslag, enz. behalve dolomiet. De herbestrating behelst de in oorspronkelijke toestand heraanleggen van de opgebroken bermbedekking. De aannemer moet bij sleufwerken in berm-bedekking maatregelen nemen teneinde de bedekking maximaal te recupereren door vooraf de bovenlaag te verwijderen ter hoogte van de sleuf en het plaatsen van een plastiekfolie naast de sleuf zodat de berm-bedekking niet gemengd wordt met de sleufgrond. Zonodig dient de aannemer aanvullende berm-bedekking van zelfde type en zelfde kleur aan te voeren. Het leveren van aanvullende berm-bedekking is in de eenheidsprijs van deze post begrepen. Opmerking: Indien op uitdrukkelijke vraag van het opdrachtgevend bestuur bijkomende hoeveelheid noodzakelijk is wordt dit verrekend volgens de posten Leveringen (zie 3.7 Leveringen). Losse bestrating: kasseien, betonstraatstenen, gebakken straatstenen, betontegels, tegels, grasbetontegels, dolomiet(*) De herbestrating behelst het in oorspronkelijke toestand heraanleggen van de losse bestrating met inbegrip van levering en plaatsing van mortel, voegvulling en de nodige fundering. Indien de losse bestrating oorspronkelijk zonder fundering was aangelegd en het opdrachtgevend bestuur eist bij de heraanleg een fundering onder de losse bestrating dan is deze in de eenheidsprijs inbegrepen. In de standaardprijs zit altijd 10cm fundering inbegrepen. Indien zich onder de losse bestrating een 2de,3de, laag fundering bevindt (vanaf 10cm) dan wordt deze bijkomende laag, per 10cm, apart verrekend als supplement (zie 3.1.5 Bijkomende fundering onder bestrating per 10cm). (*) In de dolomietherstelling is inbegrepen: de plaatsing van het nieuw worteldoek en het terugleggen van de bovenlaag ter hoogte van de sleuf, al of niet met onderfundering. Bitumen of cementbeton: cementbetonverhardingen, asfaltbeton, splitmastiekasfalt, zeer open asfalt, asfalt, siertegels(*) De herbestrating behelst het in oorspronkelijke toestand heraanleggen van het bitumen of cementbeton met inbegrip van eventuele levering en plaatsing van mortel, voegvulling en de nodige fundering. In de standaardprijs zit altijd 10cm fundering inbegrepen. Indien zich onder het bitumen of cementbeton een 2de, 3de, laag fundering bevindt (vanaf 10cm) dan wordt deze bijkomende laag, per 10cm, apart verrekend als supplement (zie 3.1.5 Bijkomende fundering onder bestrating per 10cm). Indien het bitumen of cementbeton oorspronkelijk zonder fundering was aangelegd en het opdrachtgevend bestuur eist bij de heraanleg een fundering onder het bitumen of cementbeton dan is deze in de eenheidsprijs inbegrepen.

LB-131-F01.10

21

(*) Onder siertegels wordt verstaan: bestrating met ingewikkelde niet-rechtlijnige verbanden ( b.v in waaiervorm) bestrating met mozaekkasseien, zowel de speciale boogverbanden als de gewone rechtlijnige verbanden, alsook de imitatie van mozaekbestrating met losse betonblokjes. Om als mozaekbestrating beschouwd te worden moet zowel de lengte als de breedte van de tegel kleiner zijn dan 10cm bestrating met speciale natuursteen ( b.v blauwe hardsteentegels, Italiaanse porfierplaten, e.d). Deze dure tegels moeten steeds gezaagd worden en met de grootste omzichtigheid verwijderd worden. De herbestrating behelst het in het oorspronkelijk verband plaatsen en vastzetten van de siertegels op een bed van gestabiliseerd zand (of funderingsbeton) van minimum 20 cm dikte. Opgelet: indien het siertegels betreft met ca. 30cm fundering n deze moeten aangekocht worden bij ofwel de gemeente ofwel bij een leverancier aangeduid door de gemeente, dan wordt volgende verrekeningswijze toegepast: - sleuf in bitumen of cementbeton - 2 maal supplementaire post fundering per 10cm - levering sierbestrating (15% verhoging van de marktprijs is NIET van toepassing) b. Samenstelling fundering Het voor herbestrating geleverde gestabiliseerd zand bevat minstens 150 kg cement per m en het voor herbestrating geleverde funderingsbeton bevat minstens 250 kg cement per m, tenzij anders vermeld in SB250. Alle uitgravingen, aanvullingen en herstellingswerken moeten geschieden met materialen van dezelfde hoedanigheid als de oorspronkelijke en uitgevoerd worden volgens de voorschriften van het standaardbestek SB250 voor gemeente -, provincie - en gewestwegen.

2.2
2.2.1

HET STUTTEN VAN SLEUVEN EN PUTTEN


Wanneer wordt er gestut regels.

Het stutten van sleuven is een methode van veilig werken. Wanneer een sleuf een bepaalde diepte bereikt wordt het risico op inkalven van de sleufwanden wegens te grote zijdelingse druk te groot. Hierdoor bestaat de kans op ernstige fysische letsels van blijvende aard, met mogelijk dodelijke afloop, voor de werknemers die zich in de sleuf bevinden. Het instortgevaar van sleufwanden wordt nog verhoogd door sleuven te dicht bij huisgevels of andere verticale constructies te graven. In dat geval wordt ook de stabiliteit van de fundering en tegelijk van de huisgevel of de verticale constructie aangetast waardoor de huisgevel en zelfs het hele gebouw of verticale constructie kan instorten. Indien er zich op dat ogenblik werknemers in de sleuf bevinden, is de kans op een dodelijke afloop van dergelijke gebeurtenissen zeer hoog. Enkel het vakkundig stutten van de sleufwanden kan deze gevaren voorkomen. De volgende regels worden toegepast door de aannemers: De sleufwanden worden gestut vanaf een sleufdiepte groter dan 120 cm. De sleufwanden worden gestut indien de loodrechte afstand vanaf de sleufrand het dichtst bij de huisgevels of verticale constructies, tot aan die huisgevels of andere verticale constructies kleiner is dan de diepte van de gegraven sleuf.

LB-131-F01.10

22

2.2.2

Hoe wordt er gestut.

Het stutten wordt uitgevoerd door middel van aaneensluitende houten panelen (type bekistingsplaat, minimum 1 cm dik en minimum 75 cm hoogte) tegen beide sleufwanden en versterkt met verbindingsstukken, bij voorkeur lange houten balken ter hoogte van de dwarsbalken of dwarsstaven. Tussen de panelen worden om de meter twee houten dwarsbalken of bij voorkeur twee metalen dwarsstaven, die in lengte verstelbaar zijn, aangebracht tussen de verbindingsbalken. In het verticaal vlak bevinden de 2 dwarsbalken of verstelbare dwarsstaven en dus ook de verbindings-balken zich onder mekaar respectievelijk op een diepte van 10 cm onder de sleufrand en 15 cm boven de onderrand van de houten panelen. De beschoeiing in de sleuf wordt aangehouden zolang de sleufdiepte groter is dan 120 cm of zolang de afstand naar de huisgevels kleiner is dan de sleufdiepte. De beschoeiingsplaten steken minimum 10 cm en maximum 20 cm boven de sleufrand uit om het terug in de sleuf schuiven van de uitgegraven grond te voorkomen. De uitgegraven bodem wordt bij voorkeur minimum 60 cm van de sleufrand gestapeld. Schema:

Om de sleuven te stutten is het de aannemer toegelaten andere meer complexe beschoeiingssystemen toe te passen zoals verloren beschoeiingspanelen, kaders, volledige metalen beschoeiingssystemen of beschoeiingskooien. Het gebruik van deze systemen is de vrije keuze van de aannemer maar geeft de aannemer evenwel geen enkel recht op enige meerprijs. Het gebruik van damplanken bij sleufwerken wordt verboden daar deze steeds in de grond moeten geheid worden. De trillingen bij het inheien kunnen de instabiliteit van de grond en aanpalende gebouwen verhogen. De damplanken zelf kunnen schade veroorzaken aan andere nutsleidingen die zich op het sleuftraject in de grond bevinden.

LB-131-F01.10

23

2.2.3

Hoe wordt de beschoeiing aangebracht.

Op plaatsen waar de sleuven gestut worden, wordt de sleuf eerst uitgegraven tot: een maximale diepte van 100 cm voor sleuven die dieper worden dan 120 cm een maximale diepte van 55 cm voor sleuven die dieper worden dan de afstand tot de huisgevel en dit telkens over een maximale lengte die overeenkomt met de lengte van de beschoeiingspanelen of de lengte van de verbindingsbalken. Vervolgens wordt de volledige beschoeiing in het uitgegraven sleufdeel geplaatst. Na de plaatsing mag pas het volgende deel van de sleuf gegraven worden en beschoeid. Het deel van de sleuf onder de hoger vermelde maximale diepte van 100 of 55 cm mag telkens apart na elk beschoeid sleufdeel of volledig na de volledig beschoeide sleuflengte tot de gewenste sleufdiepte uitgegraven worden. 2.2.4 Het plaatsen van de leidingen in gestutte sleuven.

De nutsleidingen die in een beschoeide sleuf geplaatst worden, worden steeds onder de volledig geplaatste beschoeiing door getrokken. De eenheidsprijzen voor het plaatsen van leidingen in beschoeide sleuven blijven dezelfde als deze voor het plaatsen in open sleuven. 2.2.5 Het vullen van gestutte sleuven en het wegnemen van de beschoeiingen.

Na het plaatsen van de leidingen wordt de sleuf telkens aangevuld met zuiver zand volgens lastenboek tot 10 cm boven elk leidingniveau en telkens stevig aangedamd. Op de 10 cm boven het kabelniveau worden na het aandammen de kabelafdekpannen (zie 3.7.7 Leveren van kunststofplaten voor bedekking van kabels) geplaatst. Vervolgens wordt er verder aangevuld en aangedamd per laag van 20 cm. De onderste verbindingsbalken en dwarsbalken of staven worden weggenomen als de aanvulling is uitgevoerd tot ongeveer 5 cm onder hun niveau. De bovenste verbindingsbalken, de bovenste dwarsbalken of staven en de wandplaten, dus de rest van de beschoeiing, worden verwijderd als de aanvulling is uitgevoerd tot ongeveer 5 cm onder hun dwarsbalkniveau. 2.2.6 Maximale sleufdiepte met beschoeiing - Beschoeiingsniveaus.

Vermits zoals hiervoor beschreven de maximale diepte van een sleuf zonder beschoeiing 120 cm is, bedraagt de maximale sleufdiepte met beschoeiing 185 cm (120 cm onbeschoeid deel + 65 cm beschoeid deel en 10 cm plaat steekt boven de sleufrand uit). Dit is een sleuf met 1 beschoeiingsniveau. Vermits de dekking van de meeste nutsleidingen aangelegd door Eandis 60 of 80 cm bedragen en voor de minder voorkomende middendrukgasleidingen en waterleidingen 100 cm, zal een sleufdiepte van 185 cm of dieper slechts zeer uitzonderlijk voorkomen. Indien de sleuf toch dieper moet gegraven worden dient een tweede beschoeiingsplaat onder de eerste, m.a.w. een tweede beschoeiingsniveau aangebracht te worden, waarbij dezelfde werkwijze wordt gevolgd als bij de eerste plaat. De prijs van de beschoeiing wordt in dat geval verdubbeld door de beschoeiingslengte te vermenigvuldigen met 2. De beschoeiingsdiepte met twee niveaus bedraagt 140 cm ingeval de bovenste plaat 10 cm boven de sleufrand uitsteekt en 130 cm ingeval de bovenste plaat 20 cm boven de sleufrand uitsteekt. Voor een beschoeiing met 2 niveaus moeten uiteraard steeds 4 dwarsbalken of dwarstangen geplaatst worden onder mekaar. 2.2.7 Verrekening voor het stutten van sleuven.

De afrekening voor het stutten van sleuven gebeurt per meter beschoeide sleuf en per beschoeiingsniveau aan een eenheidsprijs per meter (zie 3.2.1 Stutten van sleuven en putten). Deze prijs omvat per niveau het leveren, plaatsen en terug verwijderen van alle nodige beschoeiingsmaterialen tijdens de sleufwerken en houdt rekening met het rendementsverlies van de werf veroorzaakt door de beschoeiing.

LB-131-F01.10

24

2.2.8

Het stutten van werk- en boorputten.

Voor las- en mofputten of andere putten, die deel uitmaken van een beschoeide sleuf en dus enkel een verbreding zijn van die sleuf, worden de beschoeiingsplaten en verbindingsbalken slechts geplaatst op de twee zijden evenwijdig met de sleuf. Deze putten blijven dus per definitie sleuf en de afrekening gebeurt voor het stutten bijgevolg volledig als sleuf. Voor de beschoeiing van individuele putten, die geen deel uitmaken van een sleuf, gelden de volgende regels: De putwanden worden gestut vanaf een putdiepte groter dan 120 cm. De putwanden worden gestut indien de loodrechte afstand vanaf de putrand het dichtst bij de huisgevels of verticale constructies tot aan die huisgevels of verticale constructies kleiner is dan de diepte van de gegraven put n indien de lengte van de zijde van de put het dichtst bij de huisgevel of verticale constructie groter is dan de helft van de lengte van de huisgevel of verticale constructie. Voor de beschoeiing van individuele putten, die geen deel uitmaken van een sleuf, geldt verder volledig dezelfde werkwijze als voor sleuven, alleen worden de beschoeiingsplaten en verbindingsbalken over de ganse omtrek van de put geplaatst. Een individuele put is dus eigenlijk een dubbele sleuf, waarbij de dwarsbalken of stangen elkaar 2 aan 2 kruisen. Voor de verrekening wordt dus eveneens de stutprijs van de sleuven toegepast maar voor een sleuflengte van de halve putomtrek. Voor putten dieper dan 185 cm wordt naargelang de diepte eveneens met een tweede, derde, beschoeiingsniveau gewerkt. De verrekening van het stutten gebeurt in dat geval per niveau telkens voor de halve putomtrek. 2.2.9 Het stutten van palen langs sleuven.

Bij verticale constructies door middel van palen langsheen de sleuven en werkputten dient steeds, onafhankelijk van de diepte of de breedte van de sleuf of werkput, een stutting te worden uitgevoerd ter hoogte van deze palen en dit over een minimum lengte van 2 meter De afrekening gebeurt eveneens per meter beschoeide sleuf en per beschoeiingsniveau. 2.2.10 Belangrijke opmerkingen bij stutten. a. De hoger beschreven werkwijze is richtinggevend voor stabiele grond. Indien gewerkt wordt in geroerde grond is het aan te raden om te stutten bij minder diepe sleuven. Het blijft in alle gevallen (stabiele of geroerde grond) de verantwoordelijkheid van de aannemer als uitvoerder van de werken om zijn werknemers in veilige omstandigheden te laten werken en indien nodig de sleuven en putten te stutten. b. In plaats van houten bekistingsplaten mag de aannemer eveneens metalen platen of andere houten platen gebruiken die even sterk zijn als bekistingsplaten. De platen mogen ook hoger zijn dan 75 cm, het hogere gedeelte wordt dan bij voorkeur aangewend als afschermend gedeelte boven de sleufwand. Hogere platen kunnen echter nooit aanleiding geven tot verrekening van een tweede beschoeiingsniveau of enige andere meerprijs. c. Om de druklast op de sleufranden klein te houden dient het zwaartepunt van de uitgebroken straatbedekking en/of grond steeds op nzelfde afstand van de sleufrand te blijven als de diepte van de sleuf.

d. Een volledige beschrijving van de wijze van werken langs en in sleuven, rekening houdend met de risicos en de te nemen maatregelen in dit verband, is opgenomen in de veiligheidsnota nr. 96 Werken in en langs sleuven van het N.A.V.B. (Nationaal Actiecomit voor Veiligheid en hygine in het Bouwbedrijf Website: www.navb.be)

LB-131-F01.10

25

2.3

HEFFINGEN, VERGUNNINGEN EN VOORSCHRIFTEN

Alle mogelijke taksen en heffingen voor voertuigen, keuringen van gereedschap en apparatuur, enz. zijn begrepen in de eenheidsprijzen van de posten en kunnen geen aanleiding geven tot supplementen. Het kan voorkomen dat de aannemer voor het uitvoeren van sommige werken tijdelijk priv-eigendom moet betreden of innemen en eventuele omheiningen tijdelijk moet wegnemen. De aannemer maakt hiervoor goede afspraken met de eigenaars en herstelt alles terug in oorspronkelijke toestand. Eventuele vergoedingen, verschuldigd aan de eigenaars voor het betreden en gebruiken van de percelen, vallen ten laste van de opdrachtgever. De opdrachtgever zal daarvoor de nodige toelatingen verzamelen. Noodzakelijke en niet te vermijden schade aan gewassen wordt door de opdrachtgever aan de aannemer terugbetaald aan de hiervoor gangbare tarieven en mits voorlegging van de nodige bewijzen van betaling. Bij het plaatsen van een bronbemaling door de aannemer wordt ervan uitgegaan dat er steeds minder dan 500 m water per dag wordt opgepompt. De aannemer is verplicht elke bronbemaling die hij plaatst te melden bij de technische dienst van de gemeente op wiens grondgebied hij die bemaling uitvoert. De principile toelatingen nodig voor de uitvoering van de werken zijn ten laste van de opdrachtgever. Alle machtigingen voor plaatsing langsheen of in kruising met de domeinen van Staat, Provincie, Gemeente, Spoorwegen, privaat -eigenaars of gelijk welke, worden door de opdrachtgever aangevraagd en bekomen. De eventuele voorafgaandelijke verwittiging van deze Openbare Besturen of van bewoners op wiens eigendommen installaties worden aangebracht, gebeurt door de opdrachtgever. Van de voorschriften en eventuele detailplannen welke bij het toekennen van de machtigingen, vr de aanvang van de werken door de betrokken Besturen aan de opdrachtgever overgemaakt worden, ontvangt de aannemer afschrift en/of afdruk, zoniet is hij gehouden deze hetzij aan voornoemde Besturen hetzij aan de opdrachtgever te vragen. Het verdagen of onderbreken van werken uit oorzaak van nog niet toegekende vergunningen geeft geen aanleiding tot enige schadevergoeding aan de aannemer. In dit geval is wel een termijnverlenging voor de uitvoering van de werken voorzien. De aannemer wordt verondersteld, vr het indienen van zijn inschrijving, de nodige contacten te hebben genomen met alle betrokken Besturen, op gebied van de voorschriften verbonden aan de vergunningen tot werkuitvoering. De aannemer houdt rekening met de richtlijnen opgenomen in deze vergunningen o.a. betreffende plaatsinneming van de werf en uitvoeringstermijnen. Eventuele sancties en boetes vallen ten laste van de aannemer. Bij wijziging(en) gevraagd door Openbare Besturen of particulieren zal de aannemer eerst het akkoord van de opdrachtgever dienen te verkrijgen. Ingeval de aannemer verwaarloost gevolg te geven, binnen de hem toegestane termijn, aan de bezwaren geuit door de Openbare Besturen belast met het toezicht van de gebruikte wegen, behoudt de opdrachtgever het recht de gevraagde werken uit te voeren voor rekening van de aannemer. De aannemer zal zich in geen geval kunnen beroepen op vergissingen en verzuimen voor zover deze door zijn technisch vakmanschap kunnen achterhaald worden en welke in de tekst van de lastenboeken of op de plans zouden kunnen voorkomen. Alle opgegeven maten en alle aanduidingen op de plans zijn slechts gegeven ten titel van orintatie, zonder waarborg vanwege de opdrachtgever. Er wordt dus verondersteld dat de aannemer ter plaatse op VERKENNING is gegaan.

LB-131-F01.10

26

2.4

BEREIKBAARHEID EN SNELHEID BIJ INTERVENTIES BUITEN DE DIENSTUREN

De aannemer verbindt er zich toe om, buiten de normale werkuren ( avond, nacht, zaterdagen, zon en feestdagen), permanent bereikbaar te zijn en personeel en machines te kunnen inzetten. In de praktijk beschikt de aannemer hiervoor over een vast inbelpunt. De aannemer stelt dit telefoonnummer ter beschikking bij aanvang van het contract. Indien meerdere aannemers per perceel worden toegewezen mag met de gewestelijke diensten een beurtrol afgesproken worden per week, per 2 weken of per maand. De aannemers, die de werken aanleg van ondergrondse leidingen toegewezen krijgen, waarborgen dat bij oproepen buiten de normale werkuren, het gevraagde personeel en machines binnen een tijdspanne van 90 minuten op de afgesproken werf zullen aanwezig zijn. Indien in de praktijk blijkt dat het gevraagde personeel en machines buiten de normale werkuren herhaaldelijk niet permanent bereikbaar zijn of herhaaldelijk niet binnen de 90 minuten op de werf aanwezig zijn, wordt de aannemer geacht in gebreke te zijn bij de uitvoering en kunnen, overeenkomstig het Algemeen lastenboek Uitvoeren van werken (LB-111-F01) en de Algemene Aannemingsvoorwaarden opgenomen in het K.B. van 26 september 1996, maatregelen van ambtswege genomen worden die onder meer kunnen bestaan in het eenzijdig verbreken van de opdracht.

2.5
2.5.1

INHOUD VAN DE REGIEPRIJZEN EN MINIMUM PRESTATIES BIJ WERKEN IN REGIE


Algemene bepalingen bij werken in regie.

Afrekening in regie kan slechts gebeuren in uitzonderlijke gevallen. Toepassing van de regieposten in combinatie met eenheidsposten zoals o.a. sleufwerken, opbraak bestrating enz. ... wordt NIET aanvaard. In de regieprijzen zijn steeds de verplaatsingen (van voertuig, bedienaar en eventuele extra mannen) vanaf de vestigingsplaats van de aannemer naar het regionaal centrum van de opdrachtgever of naar de werf en terug inbegrepen en worden bijgevolg niet apart vergoed. Met andere woorden de regieprijzen worden gerekend vanaf de aankomst op het regionaal centrum of rechtstreeks op de afgesproken werf tot het beindigen van de normale dagopdracht. De verplaatsingen tussen de diverse werven worden eveneens in regie verrekend. Bij de regiepost voor het materieel zit het transport van het gevraagde materieel naar de werf inbegrepen evenals alle onkosten verbonden aan het gebruik van het materieel (brandstof, onderhoud,). 2.5.2 Werken in regie tijdens de diensturen.

De regieprijzen worden verrekend per werknemer en per standaardmaterieel (zie 3.8.3 Uurloon werkman en 3.8.4 Uurloon materieel). De werken worden normaal uitgevoerd volgens het uurrooster van het personeel van de opdrachtgever. Indien een ganse dag in regie wordt afgerekend, worden steeds 8 uren betaald. Indien de opgedragen werken geen volledige dagtaak omvatten bij afrekening in regie worden het werkelijk aantal gepresteerde uren afgerekend maar met een minimum van 4 uren. De aannemer voorziet standaard eenvoudige gereedschappen zoals spade, schop, houweel, voor het uitvoeren van grondwerken en het nodige materieel voor de uitvoering van de werken.

LB-131-F01.10

27

2.5.3

Werken in regie buiten de diensturen.

De regieprijzen worden verrekend per werknemer en per standaardmaterieel (zie 3.8.3 Uurloon werkman en 3.8.4 Uurloon materieel). Bij de posten uurloon materieel is de bediener of chauffeur niet in de eenheidsprijs inbegrepen en zal worden verrekend met de post uurloon werkman. De regieprijzen voor interventies buiten de diensturen houden rekening met het permanent bereikbaar zijn van de aannemer. Buiten de diensturen worden het werkelijk aantal gepresteerde uren afgerekend, vermeerderd met n supplementair uur (voor elke aanwezige man en voertuig) ter compensatie voor de verplaatsing van en naar de werkplaats. Enkel de effectief gepresteerde uren op de werf, inclusief de verplaatsingstijd tussen de verschillende werven, komen voor verrekening in aanmerking. Bovendien wordt per interventie buiten de diensturen, ongeacht het aantal opgeroepen mensen en voertuigen, het forfait wachtoproep betaald. De aannemer heeft evenwel enkel recht op dit forfaitaire bedrag, indien de opgeroepen interventieploeg binnen de 90 minuten na de telefonische oproep op de afgesproken werf aanwezig is. Het wachtforfait is niet van toepassing voor tussenkomsten die aansluiten op een vorige prestatie m.a.w. het wachtforfait wordt slechts nmaal aangerekend zolang het aaneensluitende opdrachten betreft. De oproep om een interventieploeg te sturen gebeurt meestal door een verantwoordelijke van het Infrastructuurgebied waar het defect zich voordoet. Voor een oproep buiten de diensturen geldt de volgende regeling: De aannemer stuurt bij een oproep een standaardploeg die de volgende samenstelling heeft: 2 grondwerkers 1 vrachtwagen (de 2 grondwerkers komen samen met de vrachtwagen, 1 van beiden is ook de chauffeur van de vrachtwagen) 1 graafmachine (1 van de grondwerkers is ook machinist van de graafmachine) 1 compressor met max. 2 pneumatische breekhamers Hulpstukken van machines zijn steeds inbegrepen (vb. breekhamer). De verantwoordelijke van het infrastructuurgebied heeft steeds het recht om een andere ploegsamenstelling te vragen. Hij zal dan telefonisch duidelijk de gewenste samenstelling van de ploeg met rollend materieel opgeven en dit onmiddellijk per e-mail of per fax bevestigen aan de aannemer.

2.6

WERKEN MET EEN SLEUFLENGTE KLEINER DAN 100 METER

Voor werken met een sleuflengte tussen 1 en 100 m wordt een supplement toegepast van 15 % op het ganse werk m.a.w. op alle uitgevoerde posten uit dit lastenboek, ook op de post uivoeren drukproef. Dit supplement is bedoeld als compensatie voor de installatiekosten van de werf. Belangrijk: Indien op die werken een sleuf gegraven werd door een andere aannemer (bv. van een ander nutsbedrijf, of van de verkavelaar, of ) en de aannemer van Eandis voert zijn werkzaamheden geheel of gedeeltelijk uit in die reeds gegraven sleuf van die andere aannemer, dan wordt die sleuf mee beschouwd als effectieve lengte om te bepalen of het een werk met een sleuflengte kleiner dan 100 meter is. Vb. De aannemer van Eandis graaft een sleuf van 48 meter tussen een M.S.-cabine aansluitend op een sleuflengte van 234 m in een sociale verkaveling. De 234 m werd gegraven door de verkavelaar. De aannemer van Eandis plaatst 282 m L.S.- en M.S.-kabel in de sleuf van de verkavelaar en zijn sleuf. In dit geval wordt de 15 % supplement niet toegepast. Boringen ongeacht het type worden eveneens beschouwd als sleuf. Bij een sleuf van bv 70 m gekoppeld aan een gestuurde boring van 40 m in 1 werk kan geen aanspraak gemaakt worden op dit supplement.

LB-131-F01.10

28

2.7

SLEUFWERK VOOR MIDDENDRUK GASLEIDINGEN : STAAL (MD15) OF PE (MD5)

Aan elk lot kunnen een aantal sleufwerken toegevoegd worden voor stalen gasleidingen al of niet in combinatie met lage druk PE -gasleidingen en/of kabels. De maximale sleuflengte voor dergelijke werken zal evenwel nooit groter zijn dan 500 m. Alle staalwerken met een sleuflengte boven de 500 meter, ongeacht de diameter van de aan te leggen stalen buis, vallen buiten de modaliteiten van dit lastenboek en zullen steeds apart, per werk, aanbesteed worden. De stalen gasleidingen worden volledig uitgevoerd volgens de technieken van MD15. Dit betekent dat alle voorwaarden in verband met MD15-leidingen vermeld in onze algemene en bijzondere lastenboeken op deze aanneming van toepassing zijn, inclusief de gammagrafische controle van de lassen. De aannemer levert hiervoor gekwalificeerde staallassers die voldoen aan de norm NBN EN287-1. Het TIG-lasprocede is niet toegelaten. De aannemer bezorgt samen met de offerte de volgende informatie: de namen van de MD-fotolassers een fotocopie van het geldige staallaspasje van Eandis voor iedere MD-fotolasser en/of de volgende informatie indien de MD-fotolassers nog niet in het bezit zijn van een geldig staallaspasje van Eandis: de namen van de MD-fotolassers een digitale foto van iedere lasser de naam en het adres van de firma waar de lassers zijn ingeschreven in geval voor het lassen beroep wordt gedaan op een onderaannemer de toegepaste lasprocedure (WPS) een kopie van de officile lascertificaten van iedere lasser opgave stempel-identificatie (stempelnummer of letters) Aan de hand van deze verstrekte gegevens zal Eandis voor elke MD-fotolasser een staallaspasje aanmaken en via hun werkgever aan de desbetreffende lassers bezorgen. Enkel de personen in het bezit van een geldig staallaspasje mogen laswerken uitvoeren op de werf. Voorbeeld van een lascertificaat voor MD-staallassen (zie volgende bladzijde):

LB-131-F01.10

29

CERTIFICAAT VOOR LAS SERKWALIFICATIE

2 AANDUIDING : NBN EN 2 87.1:2004 : 111 T BW 1.1 C t05 D219 JL045 ss 3 nb 4 5 6 7 8 9 10 11 12

Pagina 1 van 1

Lasprocedure van de Kontroleorganisme : ................................ ........................... Referentie nr. (indien voorhanden) ................................ : ........ Referentie nr. : ................................ ........................... Naam van deasser l : ................................ ............................ Identifikatie : ................................ ............................ Verklaring van de aanduiding Aard van de identifikatie : ................................ ............................ Geboortedatum / plaats : ................................ ............................ Tewerkgesteld bij : ................................ ............................ Pasfoto Code / Specifikatie : ................................ ............................ (indien nodig) Nazicht van vakkennis :

13 14 Lasproces 15 Plaat of buis 16 Lasnaadvorm 17 Basismetaal / Groep 18 Toevoegmetaal / Type 19 Beschermgas / Poeder 20 Hulpprodukt 21 Proefstukdikte (mm) 22 Buis / buitendiameter (mm) 23 Laspositie 24 Gutsen / Tegenlas

Gegevens van de proef 111 T BW St 35.8 (CR ISO 15608 : 1.1) Bhler Foxcel EN 499 : E 38 0 C 2.1 5 219 JL045 ss - nb geldigheid

Geldigheid 111 P&T BW + FW 1.1, 1.2, 1.4 C 3 tot 10 ><110 PA-PB-PC-PD-PE-PF-PG-JL045 BW: ss (nb -mb); bs FW : sl, ml

nr. 25 Bijkomende informaties worden geven op het bijgevoegd blad en/of de lasspecifikatie ................................ ...... 26 27 Type proef 28 29 30 Visueel onderzoek 31 Radiografie 32 Magnetoscopie/ Penetrantonderzoek 33 Makro 34 Breekproef 35 Plooiproef 36 Andere (*) Uitgevoerd en aanvaardbaar x x x x x x x Niet vereist Naam en handtekening................................ : ..................... Kontroleorganisme (Organisatie Lid van CEOC) Uitgifte datum :................................ ................................ ... Plaats :................................ ................................ ................ Geldigheid van de proef................................ : ....................
VERLENGING VAN DE GELDIGHEIDDOOR DE LASSERWERKGEVER / TOEZICHTER

37 38 VERLENGING VAN DE GELDIGHEID DOOR


HET KONTROLEORGANISME

39

Datum Handtekening 10/10/2008 ..................... ............. ..................... ............. ..................... ............. ..................... ............. ..................... ............. ..................... * Indien nodig, zie bijlage

Positie of titel ................................ ............ ................................ ............ ................................ ............ ................................ ............ ................................ ............ ................................ ............

Datum Handtekening 10/04/2007......................... 11/10/2007......................... 11/04/2008......................... ............. ......................... ............. ......................... ............. ......................... ............. ......................... ............. ......................... ............. .........................

Positie of titel ................................ ......... Adequate opvolging ................................ door werkgever......... van de ................................ ......... lasser noodzakelijk! ................................ ......... ................................ ......... ................................ ......... ................................ ......... ................................ ......... ................................ .........

Verklaring van de aanduidingen op het lascertificaat: - lasproces: o 111 (lassen met beklede elektrode) - plaat of buis: o T (tube) lasnaadvorm: o BW (butt weld) basismetaal/groep: o (andere groepen worden tevens toegelaten indien deze binnen het geldigheidsgebied vallen) - toevoegmetalen/type: o C: cellullose; R:rutiel, buis/buitendiameter en proefstukdikte - laspositie: voor RC, RR of R: HL045 voor C: JL045 - gutsen/tegenlas: ss nb (eenzijdig lassen, zonder smeltbadondersteuning) Aangewezen proefstukdiameters- en diktes voor het certificaat: ST DN50 tot en met ST DN150: 60mm met dikte 4,5mm ST DN100 tot en met ST DN600: 219mm met dikte 4,5mm LB-131-F01.10 30

Bijkomende informatie kan bekomen worden bij dhr. M. MANESSE Lascordinator Eandis, Brusselsesteenweg 199 te 9090 MELLE - telefoonnummer 09/239.06.59 faxnummer 09/239.08.08. of marc.manesse@eandis.be. De toelating tot aanvang van MD-staalwerken wordt niet gegeven vooraleer al deze gegevens in het bezit zijn van Eandis. Andere dan de opgegeven lassers mogen de werken niet uitvoeren. De opdrachtgever behoudt zich evenwel het recht voor om voor deze staalwerken tot 500 m sleuflengte per project een aparte aanbesteding uit te schrijven. De aannemer kan hiervoor geen schadeloosstelling eisen van de opdrachtgever. Middendruk gasleidingen in PE vallen steeds onder dit bestek met uitzondering van de diameters >200 mm. De liggingsdiepte voor deze MD gasleidingen in PE bedraagt 100 cm. Voor het sleuftype vallen deze MD-PE-leidingen onder type S1 of S2. Indien de aannemer uitzonderlijk wordt opgedragen een stalen buis 250 of 300 mm aan te leggen dan valt deze voor de bepaling van de sleuftypes onder S2 en wordt voor afrekening van de sleuf supplementair 1 laag met de post meerdiepte per 10 cm (zie 3.1.4 Meerdiepte per 10cm) verrekend.

LB-131-F01.10

31

3 BESCHRIJVING DER POSTEN


3.1
3.1.1

SLEUFWERK, UITBRAAK EN HERSTEL VAN DE BESTRATING


Uitbraak, sleufwerk en definitief herstel van de bestrating (posten nrs. 1000 t.e.m 1041)

SAP-nr.: 3000114 t.e.m 3000116, 3000125 t.e.m 3000127, 3000136 t.e.m 3000138, 3000147 t.e.m 3000149, 3000158 t.e.m 3000160, 3000169 t.e.m 3000171, 3000180 t.e.m 300182, 3000191 t.e.m 300193, 3000202 t.e.m 3000204, 3000213 t.e.m, 3000215, 3000224 t.e.m 300226, 3000235 t.e.m 300237, 3000246 t.e.m 3000248, 3000257 t.e.m 3000259. De eenheidsprijzen zijn per strekkende meter gemaakte sleuf, naargelang het type sleuf en de soort bedekking (bestrating). Volgende factoren zijn begrepen in de eenheidsprijzen: Het maken van de nodige proefputten (sonderingen). Het maken van een zaagsnede (ongeacht de diepte) in geval de uitbraak van de bestrating dit vereist Het uitbreken van de bedekking (bestrating) en de onderliggende fundering (zowel voor losse bestrating als bitumen of cementbeton!). Het uitgraven van de sleuven. De definitieve herbestrating met levering van de nodige vervangmaterialen voor de bij de uitbraak niet herbruikbare bestratingselementen en levering en plaatsing van een nieuwe fundering zoals beschreven onder 2.1.2 Types bedekking bestrating. Het aanvullen van de sleuven en eventueel herprofileren van grachten. Alle noodzakelijke werken die nodig zijn om de toegang tot de aangelanden te vrijwaren. Het afvoeren van alle niet herbruikbare uitbraakmaterialen en overtollige grond, verpakkings- en alle ander afval volgens de voorwaarden beschreven in 1.13 Milieu en afvalbepalingen van dit lastenboek. Het eventueel tijdelijk ondersteunen of opbinden van bestaande kabels tot en met 3 cm doormeter (= kabels categorie A) Hierbij verwijzen wij ook naar 3.4 Plaatsen of wegnemen van kabels verleggen van leidingen). Het verwijderen van eventuele hindernissen in de sleuf (massieven, ondergrondse metsel- en betonwerken, dichte leisteen, vaste rots, enz.) indien de omvang van de afzonderlijke stukken telkens kleiner is dan 0,5 m (zie ook 3.3.6 Verwijderen van niet zichtbare hindernissen). Het sleufwerk en opbraak en herstel van de bestrating gebeurt steeds conform de voorwaarden van SB250. Belangrijk: Voor alle leidingen is er verplichte aanvulling met zuivere aanvullingsspecie tot 10 cm rond de leidingen of kabels en boven de bovenste raaklijn ervan. Ingeval hiervoor zand moet aangevoerd worden is dit in de eenheidsprijs begrepen. Hiervoor mag rondom de leidingen in geen enkel geval grond of zand verrijkt met kalk aangebracht worden. 3.1.2 Uitbraak van de bestrating en sleufwerk (posten nr. 1056 t.e.m 1083)

SAP-nr.: 3000118 t.e.m 3000119, 3000129 t.e.m 3000130, 3000140 t.e.m 3000141, 3000151 t.e.m 3000152, 3000162 t.e.m 3000163, 3000173 t.e.m 3000174, 3000184 t.e.m 3000185, 3000195 t.e.m 3000196, 3000206 t.e.m 3000207, 3000217 t.e.m 3000218, 3000228 t.e.m 3000229, 3000239 t.e.m 3000240, 3000250 t.e.m 3000251, 3000261 t.e.m 3000262. De eenheidsprijzen zijn per strekkende meter gemaakte sleuf, naargelang het type sleuf en de soort bedekking (bestrating). Dezelfde factoren als vermeld onder punt 3.1.1 Uitbraak, sleufwerk en definitief herstel van de bestrating zijn begrepen in de eenheidsprijzen met uitzondering van de definitieve herbestrating.

LB-131-F01.10

32

3.1.3

Uitbraak, sleufwerk en voorlopig herstel van de bestrating (posten nr. 1500 t.e.m 1527)

SAP-nr.: 3003439 t.e.m 3003466. De eenheidsprijzen zijn per strekkende meter gemaakte sleuf, naargelang het type sleuf en de soort bedekking (bestrating) Volgende factoren zijn begrepen in de eenheidsprijzen: Dezelfde factoren als vermeld onder 3.1.1 Uitbraak, sleufwerk en definitief herstel van de bestrating, met uitzondering van de definitieve herbestrating; De voorlopige herbestrating zoals beschreven in onderstaande paragraaf: De definitieve herbestrating ingeval sleuf in oorspronkelijk losse bestrating of bitumen of cementbeton wordt vervangen door een voorlopige herbestrating aan te leggen als volgt: Terug vullen van de sleuf en eventueel verder aanvullen met aanvulzand type III.6, te leveren en te plaatsen door de aannemer, tot 10cm onder het maaiveld Leveren en plaatsen van een laag mager beton (250 kg cement per m) ter dikte van 10 cm en aanwerken aan de omgevende niet opgebroken bestaande voetpadbestrating aan weerskanten van de gevulde sleuf. Opmerking: Indien alle grond wordt afgevoerd, wordt de vervanging vergoed volgens de posten onder 3.1.6 Vervangen van gronden door zand. 3.1.4 Meerdiepte per 10 cm (posten nrs. 1084 t.e.m 1097)

SAP-nr.: 3000120, 3000131, 3000142, 3000153, 3000164, 3000175, 3000186, 3000197, 3000208, 3000219, 3000230, 3000241, 3000252, 3000263. De eenheidsprijs is per strekkende meter sleuf per 10 cm meerdiepte, naargelang het type sleuf en omvat: Het dieper uitgraven van de sleuf Het terug aanvullen van de sleuf Opmerking: Deze post wordt enkel aanvaard vanaf een lengte van 15 m met een minimum van 10 cm (in dit geval manueel toe te voegen aan de meetstaat in het computerprogramma Opera voor berekening van de meetstaten). Indien in de kabelsleuven K1 (sleuftype 1) of K2 (sleuftype 2) een mantelbuis PE50 voor glasvezelkabel wordt aangelegd zal het programma Opera zelf automatisch de meerdiepte in rekening brengen in de meetstaat (zie hiervoor ook 2.1.1 Sleuftypes). Deze post wordt enkel aanvaard ingeval de opdrachtgever verplicht de leidingen met een hogere dekking aan te leggen dan in de lastenboeken wordt beschreven. Deze post kan geen aanleiding geven tot het aanpassen van het betreffende sleuftype en bijbehorend herstel van de bestrating. Indien de sleuf door meerdiepte dieper wordt dan 120 cm dan zal de aannemer zijn sleuf stutten volgens de voorwaarden van 3.2 Stutten van sleuven en putten. Het stutten van de sleuf wordt afgerekend volgens post 1197 met SAP-nr 3003538 (zie 3.2.1 Stutten).

LB-131-F01.10

33

3.1.5

Bijkomende fundering onder bestrating per 10 cm (posten nrs. 1152 t.e.m 1579)

SAP-nrs.: 3003467 t.e.m. 30003494. De eenheidsprijs is per strekkende meter sleuf per 10 cm dikte, naargelang het type sleuf. Er zijn eenheidsprijzen voorzien voor fundering in stabilis en in mager beton. De eenheidsprijzen omvatten: Uitbreken van de funderingslaag Afvoeren van de funderingslaag volgens de voorwaarden beschreven 1.13 Milieu en afvalbepalingen van dit lastenboek. leveren en nieuw plaatsen van de funderingslaag. De bijkomende funderingslagen worden enkel verrekend vanaf de tweede laag fundering van 10 cm onder losse bestrating en bitumen of cementbeton (zie ook 2.1.2 Types bedekking (bestrating)). 3.1.6 Vervangen van gronden door zand (posten nr. 1140 t.e.m 1167)

SAP-nrs.: 3000123, 3000124, 3000134, 3000135, 3000145, 3000146, 3000156, 3000157, 3000167, 3000168, 3000178, 3000179, 3000189, 3000190, 3000200, 3000201, 3000211, 3000212, 3000222, 3000223, 3000232, 3000233, 3000244, 3000245, 3000255, 3000256, 3000266, 3000267. De eenheidsprijs is per strekkende meter verdichte sleuf, naargelang het sleuftype en de soort bestrating en omvat: Het laden en wegvoeren van de niet voor wederaanvulling herbruikbare grond volgens de voorwaarden beschreven in 1.13 Milieu en afvalbepalingen. Het leveren en aanbrengen op de plaats van verwerking van zand type III.6.(zie SB 250) of evenwaaridg product (zand, bouwstof, grond,) van een TOP/CGR dat conform het technisch verslag en het bodembeheerrapport mag aangewend worden voor sleufaanvulling. Dit product dient tevens vergezeld te zijn van de nodige attesten (zie 1.13 Milieu- en afvalbepalingen). OPMERKINGEN : Onder bestrating wordt verstaan: losse bestrating en bitumen of cementbeton Het verwerken van de aanvullingsgrond of zand is in de posten sleufwerk inbegrepen. Deze post wordt enkel aanvaard indien integrale vervanging van de uitgegraven grond door zand wordt opgelegd door de opdrachtgever. Rondom de leidingen mag in geen enkel geval grond of zand verreikt met kalk aangebracht worden. 3.1.7 Afvoeren van grond volgens Vlarebo

De posten voorzien voor het afvoeren van grond, worden niet afgerekend aan de aannemer. Deze posten hebben tot doel een registratie uit te voeren van sleufstroken waar grond afgevoerd werd. Op die manier heeft de aannemer zekerheid omtrent de afvoer van grond indien naderhand discussie ontstaat over al dan niet afvoer en de mogelijks afgevoerde hoeveelheid. Het afvoeren van grond moet dus aangeduid worden op de meetstaat! De volledige werkwijze omtrent grondverzet en afvoer van grond staat beschreven in de Algemene milieuvoorschriften voor aannemers bij het uitvoeren van werken (LB-114-F01), zie 1.13 Milieu- en afvalbepalingen. a. Afvoer bij volledige vervanging sleufgrond (posten nr. 1600 t.e.m 1613) SAP-nrs.: 3003495, 3003498, 3003501, 3003504, 3003507, 3003510, 3003513, 3003516, 3003519, 3003522, 3003525, 3003528, 3003531, t.e.m 3003534 De aanduiding is per strekkende meter sleuf, naargelang het type sleuf en ongeacht de soort bedekking (bestrating). Deze posten worden aangeduid indien de volledige inhoud van de sleuf wordt afgevoerd en vervangen door nieuwe grond. Deze post is dezelfde voor de 3 bestratingstypes.

LB-131-F01.10

34

b. Afvoer zonder vervanging sleufgrond in voetpad- of rijwegbestrating (posten nr. 1614 t.e.m 1627) SAP-nrs.: 3003496, 3003499, 3003502, 3003505, 3003508, 3003511, 3003514, 3003517, 3003520, 3003523, 3003526, 3003529, 3003532, t.e.m 3003535 De aanduiding is per strekkende meter sleuf, naargelang het type sleuf in voetpad- of rijwegbestrating. Deze posten worden aangeduid indien de oorspronkelijke grond van de sleuf wordt teruggeplaatst. In dat geval kan enkel het sleufvolume van de leidingen die geplaatst werden afgevoerd worden. Het betreft hier dus een afvoer van grondoverschot. Deze post is dezelfde voor losse bestrating en bitumen of cementbeton en kan ook enkel aangeduid worden indien de sleuf in losse bestrating en bitumen of cementbeton werd gegraven. c. Afvoer zonder vervanging sleufgrond in berm (posten nr. 1628 t.e.m 1641) SAP-nrs.: 3003497, 3003500, 3003503, 3003506, 3003509, 3003512, 3003515, 3003518, 3003521, 3003524, 3003527, 3003530, 3003533, t.e.m 3003536 De aanduiding is per strekkende meter sleuf, naargelang het type sleuf in berm. Deze posten worden aangeduid indien de oorspronkelijke grond van de sleuf wordt teruggeplaatst. In dat geval kan enkel het sleufvolume van de leidingen die geplaatst werden afgevoerd worden. Het betreft hier dus een afvoer van grondoverschot. Deze post kan enkel aangeduid worden indien de sleuf in berm werd gegraven. 3.1.8 Wegvoeren en terugbrengen van grond en/ of voetpadbestrating ongeacht het sleuftype (post nrs. 1198 en 1199)

SAP-nrs.: 3003537 en 3003159 De eenheidsprijzen, afzonderlijk voor de grond en afzonderlijk voor de losse bestrating, zijn per meter sleuf. Deze posten worden toegepast indien de opgebroken grond en/of voetpadbestrating niet naast de te graven sleuf kan gestapeld worden en over een afstand van meer dan 20 meter moet vervoerd worden. De eenheidsprijzen omvatten: Opladen in kruiwagen en/of vrachtwagen. Afvoeren naar een stapelplaats die meer dan 20 meter van de sleuf is verwijderd. Lossen op de stapelplaats en ingeval van voetpadbestrating het stapelen ervan. Terug laden en terugvoeren na het plaatsen van de leidingen. Alle uit deze werkzaamheden voortvloeiende transportkosten zijn inbegrepen in de eenheidsprijs. Deze post wordt enkel aanvaard indien de opdrachtgever dit oplegde.

3.2
3.2.1

STUTTEN VAN SLEUVEN EN PUTTEN


Stutten (post nr. 1197)

SAP-nr.: 3003538 In de prijstabel is een eenheidsprijs voorzien per meter gestutte sleuf en dit per niveau. Voor een put die geheel gestut wordt is de te verrekenen equivalente sleuflengte gelijk aan de halve omtrek van de put. Het stutten van sleuven en putten omvat de leveringen en prestaties zoals beschreven in 3.2 Het stutten van sleuven en putten.

LB-131-F01.10

35

3.3
3.3.1

GRAAFWERK, UITBRAAK EN HERSTEL BESTRATING ALS NIETSLEUFWERK


Graafwerk per m (posten nr. 1200 t.e.m 1202) De eenheidsprijzen zijn per m.

SAP-nr.: 3000000, 3000001, 3000002

Er zijn posten voorzien voor enkel graven, graven en dempen, en enkel dempen. Deze prijzen zijn van toepassing voor de niet-sleufwerken die deel uitmaken van een werf met aanleg van leidingen in sleuf, indien het graafwerk per m gelijktijdig met het sleufwerk wordt uitgevoerd. Voorbeelden van werken die indien opgelegd door de opdrachtgever volgens deze posten kunnen worden verrekend: Putten voor ingraven en oprollen van kabels (kabels in lus) Putten voor het aansluiten van cabines. Putten voor het maken of overkoppelen van huisaansluitingen. 3.3.2 Graafwerk per m - afzonderlijke opdrachten (posten nr. 1250 t.e.m 1252) De eenheidsprijzen zijn per m.

SAP-nr.: 3003539 t.e.m. 3003541

Er zijn posten voorzien voor enkel graven, graven en dempen, en enkel dempen. Deze prijzen zijn van toepassing voor de niet-sleufwerken die als afzonderlijke opdrachten worden gegeven en dus geen deel uitmaken van een werf met aanleg van leidingen in sleuf, of voor een werf met aanleg van leidingen waarbij de aannemer de niet-sleufwerken niet gelijktijdig met het sleufwerk kan uitvoeren en daarvoor dus apart moet terugkomen nadat de werf reeds was beindigd. Voorbeelden van werken die indien opgelegd door de opdrachtgever volgens deze posten kunnen worden verrekend: Putten voor ingraven en oprollen van kabels (kabels in lus) Putten voor het aankoppelen van nieuwe aan bestaande gasleidingen. Lasputten voor het lassen van kabels. Putten voor het aansluiten van cabines. Putten voor het maken of overkoppelen van huisaansluitingen. Het maken van proefsleuven in studiefase 3.3.3 Uitbraak en definitief herstellen van de bestrating (niet boven sleuven) (posten nr. 1204 t.e.m 1211) De eenheidsprijs is opgegeven per m.

SAP-nr.: 3000003 t.e.m 3000008

Er zijn posten voorzien voor losse bestrating en bitumen of cementbeton. Het betreft het uitbreken en het definitief herstellen van de bestrating boven putten en andere uitbraak en definitieve herstellingswerken van bestrating niet boven sleuven. De werken gebeuren steeds conform de voorwaarden van het SB250. Indien het een werk betreft aangaande opbreken en definitief herstellen van een voorlopige bestrating, wordt voor de afrekening het type bestrating genomen van de definitieve herstelling. Volgende factoren zijn inbegrepen in de eenheidsprijs ingeval het gaat om posten uitbraak: Het uitbreken van de bedekking (bestrating) en de onderliggende fundering. Het maken van de zaagsneden (ongeacht de diepte) in geval de uitbraak van de bestrating dit vereist Het afvoeren van alle niet herbruikbare uitbraakmaterialen volgens de voorwaarden beschreven in 1.13 Milieu en afvalbepalingen. Volgende factoren zijn inbegrepen in de eenheidsprijs ingeval het gaat om posten definitief herstel: De definitieve herstelling van de bedekking (bestrating) met inbegrip van de levering van de nodige vervangmaterialen voor de niet herbruikbare bestratingselementen. Levering en plaatsing van een nieuwe fundering zoals beschreven onder 2.1.2 Types bedekking (bestrating).

LB-131-F01.10

36

Opmerking: Ingeval van bestrating met siertegels kan de aannemer de factuur voor aankoop van de siertegels inbrengen voor de vervanging van de niet herbruikbare tegels. Deze kost wordt verrekend met de meetstaat. 3.3.4 Bijkomende fundering onder bestrating per 10 cm (niet boven sleuven) (posten nr. 1255 t.e.m 1256) De eenheidsprijs is per vierkante meter per 10 cm dikte.

SAP-nr.: 3003542 en 3003543

Er zijn eenheidsprijzen voorzien voor fundering in stabilis en in mager beton. De eenheidsprijzen omvatten: Uitbreken van de funderingslaag Afvoeren van de funderingslaag volgens de voorwaarden beschreven in 1.13 Milieu- en afvalbepalingen van dit lastenboek. leveren en nieuw plaatsen van de funderingslaag. De bijkomende funderingslagen worden enkel verrekend vanaf de tweede laag fundering van 10 cm onder losse bestrating en bitumen of cementbeton. 3.3.5 Boordstenen of betongreppels (posten nr. 1212 t.e.m 1214) De eenheidsprijzen zijn per m.

SAP-nr.: 3000009 t.e.m 3000011

Er zijn posten voorzien voor het uitbreken, het terugplaatsen, het uitbreken en terugplaatsen. Volgende factoren zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen voor het uitbreken: Het uitbreken van de boordstenen (indicatieve afmeting 100 x 30 x 20 cm) en/of betongreppels. Het uitbreken van de fundering onder de boordstenen en/of betongreppel. Het afvoeren van de uitgebroken en niet herbruikbare elementen naar een erkende TOP/GRC volgens de voorwaarden beschreven in 1.13 Milieu- en afvalbepalingen. Deze werken gebeuren steeds conform de voorwaarden van SB250. Volgende factoren zijn inbegrepen in de eenheidsprijzen terugplaatsen: De levering van de materialen en de herplaatsing van de nieuwe fundering in haar oorspronkelijke toestand. Het terugplaatsen van de boordstenen en/of betongreppels. Het leveren van vervangmaterialen voor de niet herbruikbare elementen. Deze werken gebeuren steeds conform de voorwaarden van SB250. Belangrijk: Aanrekening van deze posten wordt niet aanvaard voor boordstenen en/of betongreppels die te herplaatsen zijn door de nalatigheid van de aannemer. Deze post wordt enkel aanvaard indien uitbreken en terugplaatsen van boordstenen en/of betongreppels wordt opgelegd door de opdrachtgever. Asfaltboordstenen (indicatieve afmeting 100 x 20 x 5) vallen niet onder deze post maar zijn steeds inbegrepen in de sleuf in bitumen. Ingeval een sleuf gegraven wordt (gedeeltelijk) onder greppel en/of boordsteen worden voor de afrekening volgende mogelijkheden gehanteerd:

LB-131-F01.10

37

MOGELIJKHEID 1:

Verrekening op de meetstaat: sleuf in berm supplement uitbraak / terugplaatsen greppel en / of boordsteen

MOGELIJKHEID 2:

Verrekening op de meetstaat: sleuf in losse verharding resp. berm supplement uitbraak / terugplaatsen greppel en / of boordsteen indien losse verharding evt. suppl fundering > 10 cm

LB-131-F01.10

38

MOGELIJKHEID 3:

Verrekening op de meetstaat: sleuf in bitumen of cementbeton evt. suppl fundering > 10cm geen supplement uitbraak / terugplaatsen greppel en / of boordsteen

MOGELIJKHEID 4:

Verrekening op de meetstaat: sleuf in bitumen of cementbeton evt. suppl fundering > 10cm geen supplement uitbraak / terugplaatsen greppel en / of boordsteen

LB-131-F01.10

39

3.3.6

Verwijderen van niet zichtbare hindernissen (massieven, ondergronds metselwerk, betonblokken,oude riolen,) (post nr. 1260) De eenheidsprijs is per kubieke meter.

SAP-nr.: 3003544

Voor het maken van sleuven en /of putten waarbij rotsgesteente, metselwerk, oude funderingen van gebouwen of betonblokken dienen verwijderd te worden kan deze post als een meerprijs verrrekend worden. In deze eenheidsprijs is begrepen: wegbreken van de hindernis met geschikt materieel en gereedschap. opruimen en wegvoeren van het puin volgens de voorwaarden beschreven in 1.13 Milieu- en afvalbepalingen. leveren en aanbrengen van zand op de plaats van de weggebroken hindernis Het opruimen van deze hindernissen komt voor verrekening als meerprijs in aanmerking vanaf een volume groter dan 0,5 m per afzonderlijk geval. Elke te verwijderen hindernis die telkens per afzonderlijk stuk kleiner is dan 0,5 m maakt deel uit van de normale eenheidsprijs per m sleuf (zie ook 3.1 Sleufwerk, uitbraak en herstel van de bestrating) of m voor putten (3.3 Graafwerk, uitbraak en herstel bestrating als niet-sleufwerk). 3.3.7 Afvoer grond van putten (post nr: 1270) De aanduiding is voorzien per kubieke meter.

SAP-nr.: 3003545

De posten voorzien voor het afvoeren van grond, worden niet afgerekend aan de aannemer. Deze posten hebben tot doel een registratie uit te voeren van de putten waar grond afgevoerd werd. Op die manier heeft de aannemer zekerheid omtrent de afvoer van grond indien naderhand discussie ontstaat over al dan niet afvoer en de mogelijks afgevoerde hoeveelheid. Het afvoeren van grond moet dus aangeduid worden op de meetstaat! De volledige werkwijze omtrent grondverzet en afvoer van grond staat beschreven in de Algemene milieuvoorschriften voor aannemers bij het uitvoeren van werken (LB-114-F01), zie 1.13 Milieu- en afvalbepalingen. Deze post is van toepassing op putten gegraven per m of ander graafwerk dat niet als sleuf kan verrekend worden en kan enkel aangeduid worden indien de grond geheel of gedeeltelijk wordt weggevoerd naar de TOP/GRC. Het afgevoerde volume kan hier exact opgemeten worden in functie van lengte x breedte x diepte. 3.3.8 Affrezen en herplaatsen toplaag KWS (post nr: 1275) De eenheidsprijs is per vierkante meter.

SAP-nr.: 3003867 De werken omvatten: Het affrezen van de toplaag in KWS Herstellen van de toplaag in KWS De toplaag heeft een dikte van ca. 6cm Belangrijk:

Deze werken mogen uitgevoerd worden door een onderaannemer De af te rekenen oppervlakte in m omvat de volledig afgefreesde en herstelde oppervlakte.

LB-131-F01.10

40

3.4
3.4.1

PLAATSEN OF WEGNEMEN VAN LEIDINGEN IN GEOPENDE SLEUF


Plaatsen of wegnemen van kabels in geopende sleuf of kokers (wachtbuizen) (posten nr. 2000 t.e.m 2008) De eenheidsprijzen zijn per strekkende meter .

SAP-nr.: 3000012 t.e.m 3000019 + 3003160 De eenheidsprijzen omvatten:

Het afhalen, laden, vervoeren, lossen van de in het distributiecentrum (Moortelstraat 15 te 9160 Lokeren) ter beschikking gestelde kabels. Het afhalen, laden, vervoeren, lossen van de in de gewestelijke ophaalpunten ter beschikking gestelde hulpstukken, waarschuwingslinten, enz. De aannemer beschikt over de nodige haspelwagens om alle kabeltypes die de opdrachtgever plaatst te vervoeren en te manipuleren. Het terug afleveren van overtollige kabels en haspels in het distributiecentrum te Lokeren, de andere overschotmaterialen in de ophaalpunten (voor DC Lokeren afhaalregeling van toepassing zie 1.10 Materialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld). Het afrollen van de kabels. Het eventueel plaatsen van kokers (wachtbuizen) in de open sleuf. Het plaatsen, ongeacht de manier van trekken van de kabels in geopende sleuf, in beschermbuizen, in onderboringen, op palen, in cabines (de lengte van de in te voeren kabel in een cabine dient voldoende te zijn om - volgens de regels van goed vakmanschap - aan te sluiten in de respectievelijke kabelcel(len) plus 1 meter), enz. ... Aanvullen van de sleuf met zuiver aanvullingszand tot 10 cm rond de kabels en boven de bovenste raaklijn ervan.Ingeval hiervoor zand moet aangevoerd worden is dit inbegrepen in de eenheidsprijs. Het plaatsen van kabelbeschermers, waarschuwingslint en merktekens. Het afdichten van de kabeluiteinden. Het plaatsen van een PRC-kabel (MS-kabel categorie HS3 of HS4) omvat daarenboven : het leggen of trekken van de drie naderige kabels, het schikken, inbinden om de meter met colsonband, het plaatsen van de kabelbescherming. Voor de afrekening wordt het stel van de drie naderige kabels als n kabel beschouwd. Het plaatsen en verbinden volgens elektrolastechniek van de polyethyleenbuizen en het verbinden en isoleren van de eventuele detectiedraad ingeval van plaatsing leiding categorie glasvezel. Het waterdicht afdichten van de muurdoorgangen bij het binnenbrengen van kabels in gebouwen of cabines bij middel van een door de opdrachtgever geleverd afdichtingmateriaal. Na het plaatsen van kabels en aanvulling van de sleuf tot 10 cm boven de kabels zal de opdrachtgever steeds zelf een continuteitsmeting en een isolatiemeting uitvoeren op elke kabel. Voor PRC-kabel gebeurt de isolatiemeting van de kabelmantel (mantelproef) tussen het scherm van de kabel en de aarde. Voor LS-kabel gebeurt de isolatiemeting tussen elke kabelader en de aarde. De eventueel gemeten kabeldefecten (continuteitsmeting) en manteldefecten (isolatiemeting) en de daardoor noodzakelijke herstellingen zijn volledig ten laste van de aannemer.

LB-131-F01.10

41

De kabels zijn onderverdeeld in verschillende categorien waarvan de definitie hierna volgt: Categorie A : Alle LS -kabels met sectie < 50 mm (kabels type EVVB of EVAVB) Alle coaxiale ICS -kabels (inclusief deze in PE beschermbuis) Alle communicatiekabels tot en met 20 kwart Categorie LS : Alle LS -kabels met sectie 50 mm Categorie HS1 : Alle drieaderige MS -kabels met sectie 150 mm (ook voorgebundelde PRC -kabel) Categorie HS2 : Alle drieaderige MS -kabels met sectie > 150 mm Categorie HS3 : Alle naderige MS -kabels met sectie 150 mm (eenheidsprijs geldt voor 3 aders samen) Categorie HS4 : Alle naderige MS -kabels met sectie > 150 mm (eenheidsprijs geldt voor 3 aders samen) Categorie glasvezel : Polyethyleen wachtbuis diameter 50 mm voor glasvezel HDPE 50 mono HDPE 50 duo en trio Opmerkingen : Het plaatsen van lussen (vb. bij OV-kabels voor in en uit de OV-paal)wordt verrekend met de eenheidsprijzen plaatsen of wegnemen van kabels. Het leveren van de kabelbeschermers gebeurt door de aannemer en wordt verrekend volgens posten nrs 4024 en/of 4025 (zie 3.7.7 Leveren van kunststofplaten voor bedekking van kabels). Weggenomen kabels worden beschouwd als recuperatie en afgevoerd naar de voorziene containers in de Infrastructuurgebieden volgens de bepalingen van 1.13 Milieu- en afvalbepalingen. 3.4.2 Verleggen of opbinden bestaande kabel (post nr. 2040)

SAP-NR. : 3003299 De eenheidsprijs is per verlegde of opgebonden kabel, per strekkende meter kabel met diameter groter dan 3 cm vanaf een ononderbroken lengte van 15 meter, en omvat: Bestaande kabels en hun afdekpannen tijdelijk opbinden en/of opzij leggen in de gegraven sleuf of op de rand van de gegraven sleuf. Na het plaatsen van de nieuwe leidingen de bestaande kabels en hun afdekpannen terugplaatsen in oorspronkelijke toestand rekening houdend met de vereiste tussenafstanden onderling en ten opzichte van de nieuwe leidingen. Opmerking: Deze post geldt niet voor gas - en waterbuizen. Deze post geldt niet voor kabels met diameter kleiner of gelijk aan 3 cm (kabels categorie A), in dat geval is het verleggen of opbinden inbegrepen in de sleufprijs (zie ook 3.1 Sleufwerk, uitbraak en herstel van de bestrating). Voor PRC -kabels worden de 3 aders samen beschouwd als 1 enkele kabel.

LB-131-F01.10

42

3.4.3

Plaatsen van buisleidingen in geopende sleuf of kokers (posten nr. 2100 t.e.m 2114) De eenheidsprijzen zijn per strekkende meter.

SAP-nr.: 3000020 t.e.m . 3000034 In deze eenheidsprijs is begrepen:

Het afhalen, laden, vervoeren, lossen van de in de gewestelijke ophaalpunten ter beschikking gestelde hulpstukken, waarschuwingslinten, ...enz. Het lossen van de gasbuizen op rol en eventuele waterbuizen op de werf. Vervoeren en manipuleren op de werf van de buizen. Voor PE -buizen op haspel en op rol beschikt de aannemer hiervoor zelf over de nodige haspelwagens. Het terug afleveren van alle overtollige buizen en haspels in het DC te Lokeren en de andere overschotmaterialen in de ophaalpunten (voor DC Lokeren is er een afhaalregeling van toepassing zie 1.10 Materialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld) Het eventueel plaatsen van kokers (wachtbuizen) in de open sleuf. Het plaatsen van de leiding in geopende sleuf. Het plaatsen van leidingen (al of niet gesoleerd) in kokers (wachtbuizen) het centreren en afdichten van de leiding in de koker (wachtbuis) Het eventueel plaatsen van steunbeugels en bevestiging van de leiding in deze beugels. Aanvullen van de sleuf met zuiver aanvullingszand tot 10 cm rond de leidingen en boven de bovenste raaklijn ervan. Ingeval hiervoor zand moet aangevoerd worden is dit inbegrepen in de eenheidsprijs. Het eventueel plaatsen van waarschuwingslint. Het plaatsen van een positioneerklem (recht of haaks) rond de bestaande gasleiding en rond het begin van de nieuwe gasleiding waar ze aan het bestaande gasnet zal gekoppeld worden. De nieuwe gasleiding wordt hierbij rakend tegen de bestaande gasleiding geplaatst. Het lassen of verbinden van de buizen en hulpstukken al dan niet trekvast (bochten, verloopstukken, voorlaskragen, eindlasstoppen, spuileidingen, T-stukken, enz. ...), ongeacht het aantal per lengte-eenheid. Het plaatsen van de dirax-moffen op de lasverbindingen en eventuele herstelkit dirax op beschadigde bekleding ingeval van stalen gasleidingen in horizontaal gestuurde boring (directional drilling). Uitvoeren van alle in de lastenboeken vermelde proeven (dichtheidsproef, weerstandsproef, ...). Afstoppen einde leidingen. De leidingen zijn onderverdeeld in verschillende categorien zoals hierna gedefinieerd: Categorie PE 1: Categorie PE 2: Categorie PE 3 : Categorie PE 4: Categorie PVC 1: Categorie PVC 2: Categorie ST0: Categorie ST1: Categorie ST2: Categorie ST3: Categorie ST4: Categorie ST5: Categorie N1: Categorie N2: Categorie N3: Polyethyleen leidingen op rol met uitwendige 63 mm Polyethyleen leidingen op rol met uitwendige > 63 mm en 110 mm Polyethyleen leidingen in lengten (max. 14 m) of op haspel met uitwendige 110 mm Polyethyleen leidingen in lengten (max. 14 m) of op haspel met uitwendige > 110 mm en 200 mm PVC leidingen in lengten (max. 12 m) met uitwendige 110 mm PVC leidingen in lengten (max. 12 m) met uitwendige 160 en 225 mm Stalen leidingen (lengte max. 14 m) met nominale 80 mm Stalen leidingen (lengte max. 14 m) met nominale 100 mm Stalen leidingen (lengte max. 14 m) met nominale 150 mm Stalen leidingen (lengte max. 14 m) met nominale 200 mm Stalen leidingen (lengte max. 14 m) met nominale 250 mm Stalen leidingen (lengte max. 14 m) met nominale 300 mm Nodulair gietijzeren leiding (max. lengte 6 m) met nominale 100 mm Nodulair gietijzeren leiding (max. lengte 6 m) met nominale > 100 en 200 mm Nodulair gietijzeren leiding (max. lengte 6 m) met nominale 200 mm

LB-131-F01.10

43

Belangrijk: Deze post zal ook gebruikt worden bij de plaatsing van tijdelijke bovengrondse leidingen, wegnemen inbegrepen. Bij het lassen en plaatsen van stalen gasleidingen (alleen voor stalen gasleidingen!) wordt het aantal lassen per hulpstuk min n supplementair per las betaald. (zie de posten 2150 t.e.m. 2157 van paragraaf 3.4.5 Wegnemen van buisleidingen in geopende sleuf). Bv. voor een T-stuk worden (3 1) = 2 lassen supplementair betaald voor een bocht 1 las Per werf en per gasleiding krijgt de aannemer een supplementaire forfaitaire vergoeding voor het uitvoeren van de vereiste drukproeven (zie post 2290, 3.6.1 Forfaitaire vergoeding voor uitvoering drukproeven gas). 3.4.4 Lassen en plaatsen van stalen hulpstukken bij aanleg hoofdleiding in staal (posten nr. 2150 t.e.m 2157) De eenheidsprijzen zijn per las.

SAP-nr.: 3003546 t.e.m . 3003553 In deze eenheidsprijs is begrepen:

Het voorbereiden, uitvoeren en afwerken van een volledige verbindingslas tussen een stalen gasleiding en een stalen hulpstuk of tussen twee stalen hulpstukken volgens de voorwaarden beschreven in het bijzonder lastenboek AG-034-W01- Plaatsen van stalen leidingen. Het plaatsen van het hulpstuk in de sleuf in de hoofdleiding. Deze post wordt enkel verrekend voor het uitvoeren van de lassen voor stalen hulpstukken voor stalen leidingen (bochten, verloopstukken, voorlaskragen, eindlasstoppen, T-stukken, enz. ...) en dit supplementair op de verrekening van het lassen en plaatsen van de hoofdleiding per meter (posten 2106 t.e.m. 2111). Deze posten worden niet verrekend voor de lassen die deel uitmaken van de posten 6060 (plaatsen netafsluiter gas), 6063 (plaatsen isolatie-elementen) en 6066 (plaatsen spui gas) 3.4.5 Wegnemen van buisleidingen in geopende sleuf (posten nr. 2200 t.e.m 2205)

SAP-nr.: 3000037 t.e.m 3000042 In deze eenheidsprijs is begrepen:

De eenheidsprijzen zijn per strekkende meter.

Gasbuizen controleren op aanwezigheid van restgassen en eventueel spoelen met stikstof (stikstof te leveren door de aannemer) Het uitbreken van de leidingen en toebehoren. Het afvoeren van de uitgebroken materialen volgens de voorwaarden beschreven in 1.13 Milieuen afvalbepalingen. De leidingen zijn onderverdeeld in: Kunststofleidingen met uitwendige 75 mm en 110 mm. Kunststofleidingen met uitwendige > 110 mm. Vezelcementleidingen met nominale 100 mm. Vezelcementleidingen met nominale > 100 mm. Metalen leidingen met nominale 100 mm. Metalen leidingen met nominale > 100 mm. Belangrijk: Bij het werken met vezelcementleidingen zijn de asbestbepalingen uit 1.13 Milieu- en afvalbepalingen van toepassing. Kunststofleidingen en metalen leidingen worden binnengebracht in het infragebied. Vermits oude uitgebroken leidingen enkel kunnen verwijderd worden wanneer er een sleuf is gegraven wordt de uitgebroken leidingen afgevoerd volgens 1.13 Milieu- en afvalbepalingen.

LB-131-F01.10

44

3.4.6

Plaatsen van kokers (wachtbuizen)

(posten nrs. 2300 t.e.m 2303)

SAP-nrs.: 3000043 t.e.m 3000046 De eenheidsprijzen zijn opgegeven per strekkende meter wachtbuis en per diameterreeks. De kokers (wachtbuizen) worden geleverd en verrekend met de posten leveringen. Deze posten gelden niet bij plaatsen van mantelbuizen in open sleuf bij aanleg van leidingen. Deze posten kunnen enkel toegepast worden als afzonderlijke opdracht in het kader van wegeniswerken buiten de normale sleufwerken. In deze eenheidsprijs is begrepen: De nodige uitgravingen en aanvullingen voor het plaatsen van de kokers (wachtbuizen) Het plaatsen van de koker (wachtbuis) Het plaatsen van een trekdraad. Het waterdicht afdichten van de uiteinden met aangepaste schelpen. De uitbraak en definitieve herstelling van de eventuele bedekking (bestrating) ongeacht het type en de onderliggende fundering ongeacht de dikte. De levering van zand, de aanvulling met zand en de afvoer van alle niet herbruikbare grond en opbraakmaterialen volgens de voorwaarden beschreven in 1.13 Milieu- en afvalbepalingen. Dit enkel indien opgelegd door de opdrachtgever. De kokers (wachtbuizen) zijn onderverdeeld in: Kokers (wachtbuizen) met uitwendige 110 mm. Kokers (wachtbuizen) met uitwendige > 110 mm en 200 mm. Kokers (wachtbuizen) met uitwendige > 200 mm en 315 mm. Kokers (wachtbuizen) met uitwendige > 315 mm en 630 mm.

3.5

BORINGEN

Voor de definitie van het boringtype, zie Bijzonder lastenboek Sleuven en herbestrating GETVW2 (LB-111-F02). Voor alle boringen wordt de diameter van de te plaatsen mantelbuis of buisleiding of bundel van buisleidingen opgegeven als referentie voor de afrekening aan eenheidsprijzen. De aannemer houdt er bij zijn uitvoering evenwel rekening mee dat hij het boorgat steeds iets groter moet boren dan deze genoemde diameters, omdat de wrijving van de in het boorgat te plaatsen buizen anders verhindert dat die buizen vlot in het boorgat kunnen getrokken worden. In de praktijk betekent dit dat een boring b.v. diameter 160 mm een boring is waarbij een mantelbuis diameter 160 in het boorgat zal geplaatst worden en waarbij de aannemer een boorgat zal aanleggen met een diameter tussen 170 en 200 mm. Voor de verrekening is dit nochtans een boring diameter 160 mm. De opdrachtgever beslist welk type boring er wordt uitgevoerd. 3.5.1 Boringen type 1 en 2 (posten nr. 3000 t.e.m 3007) De eenheidsprijs is opgegeven per strekkende meter uitgevoerde boring

SAP-ns.: 3000047 t.e.m 3000054 De eenheidsprijs omvat:

Het afhalen, laden, vervoeren, lossen van de mantelbuizen indien deze buizen door de opdrachtgever worden ter beschikking gesteld. Het terugbrengen van de materiaaloverschotten in het ophaalpunt. De boring. Het plaatsen van de mantelbuis. De noodzakelijke grondwerken voor het maken en dempen van de proef -, boor - en ontvangstputten. De uitbraak en de definitieve herstelling van de eventuele bedekking (bestrating) ongeacht het type en de onderliggende fundering ongeacht de dikte van de boor - en ontvangstputten.

LB-131-F01.10

45

Het afvoeren van alle niet herbruikbare uitbraakmaterialen en overtollige grond volgens de voorwaarden beschreven in 1.13 Milieu- en afvalbepalingen. Dit enkel indien opgelegd door de opdrachtgever. Het leveren en terugplaatsen van de onderliggende fundering in haar oorspronkelijke toestand ongeacht de dikte. Elastische afdichting van de uiteinden van de mantelbuis. Leveren en plaatsen van een trekdraad. Voor de afrekening van deze werken komt alleen de nuttige lengte van de geboorde mantelbuis in aanmerking. De eventuele levering van de mantelbuis, indien niet door de opdrachtgever ter beschikking gesteld, wordt afzonderlijk verrekend. 3.5.2 Boringen type 3 (posten nr. 3008 t.e.m 3011) De eenheidsprijs is opgegeven per strekkende meter uitgevoerde boring.

SAP-nr.: 3000055 t.e.m 3000058 De eenheidsprijs omvat:

Het afhalen, laden, vervoeren, lossen van de mantelbuizen of buizen indien deze door de opdrachtgever worden ter beschikking gesteld Het terugbrengen van de materiaaloverschotten in het ophaalpunt. De doorpersing van de mantelbuis of buis en nadien verwijderen van de grond. Het afvoeren van alle niet herbruikbare uitbraakmaterialen en overtollige grond volgens de voorwaarden beschreven in 1.14 Milieu- en afvalbepalingen. Dit enkel indien opgelegd door de opdrachtgever. Elastische afdichting van de uiteinden van de mantelbuis. Leveren en plaatsen van een trekdraad. Voor de afrekening van deze werken komt alleen de nuttige lengte van de geperste mantelbuis in aanmerking. De eventuele levering van de mantelbuis wordt afzonderlijk verrekend. 3.5.3 Persinstallatie (post nr. 3012) De eenheidsprijs is opgegeven per stuk.

SAP-nr.: 3000059 De eenheidsprijs omvat:

Het transport, de opstelling en het wegnemen van de persinstallatie en alle kosten die hiermee verband houden. De noodzakelijke grondwerken en eventuele beschoeiing voor het maken van de proef -, pers - en ontvangstputten. Opmerkingen: De eventuele uitbraak en definitieve herstelling van de bedekking (bestrating) wordt afzonderlijk verrekend (per m). De post persinstallatie mag slechts nmaal aangerekend worden ingeval verschillende persingen gebeuren vanuit dezelfde persput. Deze post is enkel van toepassing in combinatie met post 3.5.2 Boringen type 3.

LB-131-F01.10

46

3.5.4

Horizontaal gestuurde boringen (directional drilling) (posten nr. 3020 t.e.m 3030 en 3040 t.e.m 3050)

SAP-nr.: 3000269 t.e.m 3000286 en 3003161 t.e.m 3003164 De eenheidsprijs, opgegeven per strekkende meter uitgevoerde boring Om het aantal posten te beperken worden volgende diameters en/of bundels gelijkgesteld: Diameter 160 Diameter 200 Diameter 250 Bundel 3 x 110 Bundel 3 x 125 Bundel 3 x 160 Bundel 3 x 200 Bundel 3 x 250 = ook bundel 2 X 90 = ook bundel 90 + 110 of 90 +125 = ook bundel 2 x 110 of 2 x 125 of 90 +160 of 110 +125 of 2 x 90 +110 of 3 x 90 = ook bundel 2 x 110 + 90 = ook bundel 2 x 125 + 110 of 2 x 110 + 125 = ook bundel 2 x 160 + 125 of 2 x 125 + 160 of 4 x 90 = ook bundel 2 x 200 + 160 of 2 x 160 + 200 of 4 x 110 = ook bundel 2 x 250 + 200 of 2 x 200 + 250 of 4 x 160

De posten van de boringen worden opgesplitst in boringen kleiner dan 30 meter en boringen tussen 30 en 100 meter lengte. Er zijn boringen voorzien voor enkelvoudige mantelbuizen en voor bundels van buizen. Om te bepalen of een boring kan gebeuren via dit technisch lastenboek of via een aparte aanbesteding, dient het beslissingsschema onder punt d Bepaling van het type gestuurde boring doorlopen te worden. Boringen van het type I worden afgerekend volgens de post horizontaal gestuurde boring van dit technisch lastenboek. Boringen van het type I, groter dan 100m worden afgerekend met de post horizontaal gestuurde boring tussen 30m en 100m. a. Beschrijving der werken Installatie van de werf: aanvoeren en opstellen van de boorinstallatie, alle randapparatuur en boormaterialen, bepalen van de as van de boring en van de juiste boorcurve. De aannemer heeft de vrije keuze om te bepalen aan welke kant van de te kruisen hindernis hij de boorinstallatie opstelt en aan welke kant de te plaatsen leidingen. Opstellen van de aan mekaar gelaste mantelbuizen en/of gasleidingen over de totale geplande lengte van de boringen op de tegenoverliggende kant van de boorinstallatie. Het opstellen van de leidingen dient zo uitgevoerd te worden dat de hinder voor de omliggende bedrijven, omwonenden en het verkeer tot het strikte minimum beperkt wordt. Ingeval van boring voor stalen gasleidingen: De stalen gasleiding wordt telkens over de totale geplande lengte van de boring vooraf aan mekaar gelast en op daarvoor bestemde liggers geplaatst. De liggers zijn voldoende in aantal zodat de in te voeren boorbuis over de volledige lengte gesteund wordt en dit ook zo blijft gedurende het intrekken. Deze liggers, voorzien van bekleding en van rollagers, hebben een breedte van minimaal twee maal de diameter van de stalen buis en bezitten geen scherpe randen. Beschadigingen aan de bekleding van de buizen dienen in alle omstandigheden vermeden te worden. De uiteinden van de gelaste buizen worden afgewerkt met een bolle bodem. Op de bolle bodems aan de tegenover liggende kant van de boorinstallatie wordt telkens een voldoende sterk trekoog gelast of geplaatst. Alle staallassen over de boorlengte worden radiografisch gecontroleerd. Deze controle is ten laste van Eandis, met uitzondering van de lassen die door verkeerde planningen, voorbereiding of uitvoering van de aannemer als extra lassen kunnen beschouwd worden. Alle foutieve lassen worden door de aannemer hermaakt, de nieuwe radiografische controle van deze hermaakte lassen gebeurt op kosten van de aannemer. De herstelling van de beschermmantel ter hoogte van de lasnaden gebeurt voor de stalen gasleiding door middel van speciale krimpmoffen met verhoogde mechanische weerstand, namelijk de Dirax-moffen van de firma Raychem. De Dirax-krimpmoffen type DIRAX - KIT diameter boorbuis / 24 lengte, worden besteld en geleverd door de aannemer.

LB-131-F01.10

47

De herstelling van de beschermmantel ter hoogte van beschadigingen gebeurt door middel van de herstelkit DIRAX PERP 60E-425 x 10.000 en PERP-FILLER 60 E 50x3x3000, te leveren door de aannemer. Het Dirax-materiaal wordt door Eandis als levering aan de aannemer terugbetaald mits het inbrengen door de aannemer van de aankoopfactuur. Deze kost zal verrekend worden met de meetstaat. De Dirax-moffen en de Dirax-herstelkit worden geplaatst door de aannemer en dit volgens de voorschriften van de leverancier (Raychem). Dit betekent dat deze uitsluitend mogen geplaatst worden door personeelsleden van de aannemer die hiertoe speciaal werden opgeleid door Raychem. Vr de plaatsing leggen deze werknemers een "certificaat van opleiding" (uitgereikt door Raychem) voor aan de uitvoeringscordinator van het infrastructuurgebied. Indien de aannemer niet over opgeleide werknemers beschikt, mag hij voor de plaatsing ook een beroep doen op de leverancier (Raychem). Vr het uitvoeren van de boring voert de aannemer op de stalen gasbuizen steeds een weerstandsproef uit zoals beschreven in het de instructie AG-034-W01 Plaatsen van stalen leidingen. De proef wordt uitgevoerd met inert gas op 22,5 bar. Deze druk wordt minimum 6 uur aangehouden en geregistreerd. Na het lassen en isoleren van de gasbuizen staal voert de aannemer, telkens op de volledige buislengten, een onderzoek uit op bekledingsfouten. Daarvoor maakt hij gebruik van een elektrische testborstel op minimum 10 kV (vonkenoverslag regelen op driemaal de dikte van de buisbekleding). Eventuele beschadigingen worden hersteld met een Dirax-herstelkit. Afwerken van de uiteinden van de aan mekaar gelaste buizen met een bolle bodem en plaatsen van een voldoende sterk trekoog op de bolle bodem aan de tegenover liggende kant van de boorinstallatie. Opbreken van eventuele bestrating ongeacht het type en uitvoeren van eventuele grondwerken voor boor - en aankomstput. Uitvoeren van een horizontaal gestuurde boring (directional drilling): Van op de kant waar de boormachine is opgesteld wordt een gestuurde horizontale boring uitgevoerd met een kleine boorkop die een mengsel water - bentoniet onder hoge druk spuit. Eenmaal de tegenoverliggende kant bereikt, wordt de boorkop vervangen door n of meerdere ruimers tot een iets grotere doormeter is bereikt dan de te plaatsen buizen. Achter de laatste ruimer worden telkens de buizen vastgemaakt. Dit gebeurt zodanig dat de ruimer ronddraait maar de buizen niet. De ruimer spuit eveneens een water - bentoniet mengsel onder hoge druk en trekt de te plaatsen buizen mee naar de kant met de boorinstallatie. De uitvoering van de boring gebeurt zoals voorgesteld op de ontwerpplannen van de opdrachtgever, rekening houdende met de bemerkingen vermeld in dit lastenboek. De pilootboring moet het voorgestelde trac volgen. De toegelaten afwijking is maximum 2 meter in de langsrichting en 1 meter in de verticale richting Het intrekken van de buizen in het boorgat mag geen aanleiding geven tot beschadiging van de buiswanden of de buizen zelf. Bij beschadiging van buis of buiswand tijdens de boring worden de buizen verder getrokken en achteraan verlengd tot het slechte stuk uit de onderboring verwijderd is. Deze procedure is ten laste van de aannemer. In de regel gebeurt de boring loodrecht op de rijweg en andere kunstwerken. Leveren en aanbrengen van een stalen trekkabel in elke mantelbuis onmiddellijk bij de boring. Afvoeren van de boorinstallatie, randapparatuur en boormaterialen. Dempen van eventuele boor - en aankomstputten, volledig opruimen van de werf met inbegrip van het bentonietoverschot1, dit moet afgevoerd worden naar een erkende verwerker volgens de voorwaarden beschreven in 1.13 Milieu- en afvalbepalingen. Volledig herstellen van de werf in zijn oorspronkelijke toestand, eventuele bestrating inbegrepen. Het leveren op plan met maatvoering van een juist diepteprofiel en een horizontaal profiel van elke uitgevoerde boring. Afdichten van de mantelbuizen met krimpmoffen of met bolle bodems. Opgelet! Bentoniet-mengsels dienen afgehandeld en verwerkt te worden conform VLAREA en dienen afgevoerd naar een erkend verwerker. Het mag niet samen met de grond naar een TOP/CGR afgevoerd worden. De kosten voor het afvoeren van de bentoniet vallen ten laste van de aannemer. LB-131-F01.10 48
1

b. Speciale voorwaarden bij gestuurde boringen Gestuurde boringen mogen enkel uitgevoerd worden mits toelating van de opdrachtgever. Alle gestuurde boringen worden uitgevoerd met dikwandige mantelbuizen en dikwandige gasbuizen type SDR11. Bij de uitvoering van de gestuurde boringen houdt de aannemer rekening met de volgende speciale voorwaarden: De aannemer is verplicht de boringen uit te voeren met volgende boormachines en toebehoren: Voor de boringen kleiner dan 30 meter: boormachine type MINI -RIG met minimale boorstraal van 15 meter en boorstangen met een maximum diameter van 35 mm. Voor de boringen tussen 30 m en 100 meter: bij voorkeur een boormachine type MINI RIG zoals beschreven voor de boringen kleiner dan 30 meter. Een boormachine type MIDI -RIG is toegelaten indien de minimale boorstraal en de diameter van de boorstangen geschikt zijn om de door de opdrachtgever gewenste boorlengte te realiseren (meerlengte niet toegelaten!). Voor de meeste boringen zal aan de aannemer een uitvoeringsplan overhandigd worden. De boring gebeurt telkens volgens het type -profiel voorgesteld in de dwarsdoorsnede van dit uitvoeringsplan. De aannemer is vrij dit boorprofiel bij de uitvoering te wijzigen naargelang de praktische mogelijkheden van zijn boormachine en de praktische omstandigheden van de boorwerf. De eventuele wijzigingen ten opzichte van de op de plannen voorgestelde boorcurves zullen steeds ter goedkeuring aan de opdrachtgever worden voorgelegd en geven geen aanleiding tot verrekening. Bij elke boring en vooral als hij niet beschikt over een uitvoeringsplan houdt de aannemer overal steeds rekening met volgende minimale waarden: De minimum toelaatbare kromtestraal van de boorcurve voor PE -buizen bedraagt 50 meter. Voor stalen buizen bedraagt de minimum toelaatbare kromtestraal de diameter van de buis in mm uitgedrukt in meter (b.v staal 200 mm kromtestraal = minimum 200 meter). De liggingsdiepte van de door boring te plaatsen buizen bedraagt overal MINIMUM: 5 meter onder het wegdek van Rijks -, Provincie - en gemeentewegen. 6 meter onder de spoorstaven van spoorwegen. 5 meter onder de theoretische bodem van rivieren. 10,5 meter onder de waterspiegel van kanalen. 1 meter onder de damplanken van waterwegen 2 meter onder gekanaliseerde wateringen en hogedrukleidingen zoals riolen, ingebuisde beken en rivieren, Distrigasleidingen, enz. Het theoretisch profiel van rivieren en kanalen is door de aannemer aan te vragen bij de bevoegde overheid. De uitvoering van boringen onder kanalen of rivieren mag geen enkele hinder veroorzaken voor de scheepvaart op deze waterwegen. Mislukte boringen behoren tot het risico van de aannemer en komen bijgevolg niet in aanmerking voor verrekening. De aannemer is verantwoordelijk en aansprakelijk voor alle schade ingevolge de uitvoering van de boringen, berokkend aan de installaties van nutsbedrijven, aan landbouwgronden en landbouwgewassen, aan de eigendom van derden en aan derden zelf. Deze speciale voorwaarden maken deel uit van de eenheidsprijzen en kunnen bijgevolg geen aanleiding geven tot verrekening van supplementen. c. Samenstelling van de ondergrond bij gestuurde boringen Eventuele peilingen van de ondergrond voor het bekomen van de samenstelling van de onderliggende grondlagen of het voorkomen van eventuele onzichtbare hindernissen op de plaats van het boortraject zijn ten laste van de aannemer. De samenstelling van de onderliggende grondlagen waarin geboord wordt kan bijgevolg NOOIT aanleiding geven tot prijssupplementen.

LB-131-F01.10

49

d. Bepaling van het type gestuurde boring

LB-131-F01.10

50

3.6
3.6.1

SPECIFIEKE WERKEN
Forfaitaire vergoeding voor uitvoering drukproeven gas (post nr. 2290) De eenheidsprijs is forfaitair per werf per oplevering.

SAP-nr.: 3003555 In deze eenheidsprijs is begrepen:

Het uitvoeren van de nodige drukproeven voor indienststelling van de nieuw aangelegde gasleiding volgens de voorwaarden zoals beschreven in de instructies AG-034-W01 (stalen leidingen) en AG-035-W01 (PE-leidingen). En conform de voorschriften van de norm NBN EN 12327. De aannemer beschikt voor de uitvoering over de nodige door Eandis goedgekeurde apparatuur om de proefdrukken te realiseren en de metingen te registreren zoals beschreven in 1.9 Materialen steeds door de aannemer te leveren. Indien een gasleiding voor een werf in meerdere fasen wordt aangelegd en daarbij in meerdere fasen wordt in dienst genomen zodat voor elke fase de drukproeven moeten herhaald worden, dan wordt deze forfaitaire vergoeding voor elke fase toegepast, indien opgelegd door de opdrachtgever. Indien bij de drukproef n of meerdere blaasgatzadels stuk gaan, dient een volledig nieuwe drukproef uitgevoerd te worden. Deze wordt niet extra vergoed. 3.6.2 Maken van moffen op spanningsloze LS-kabels

a. Maken van LS verbindingsmof (post nr. 6020) SAP-nr.: 3003165 Volgende factoren zijn begrepen in de eenheidsprijzen: Het maken van de verbindingsmof op LS -kabel 4 x 95, 4 x 150, 4G95, 4G150 of 4G10 in krimpverbindingsmaterialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld: ontmantelen kabeluiteinden en geleiders, buiten - en geleiderkrimpkousen overschuiven, doorverbinders plaatsen en persen of aanschroeven, geleiderkrimpkousen en buitenkrimpkous (mof) afkrimpen. De uitvoering gebeurt bij de aanleg van het nieuwe, nog spanningsloze ondergrondse laagspanningsnet en dit volgens de doe -fiches van de opleidingsmodule Nieuw OLS net (= pasje NLS) tijdens aanleg spanningsloos verbinden. De isolatiemeting van de kabelmantel gebeurt voor en na het maken van de mof door de opdrachtgever. De eventueel gemeten defecten en herstellingen zijn ten laste van de aannemer. b. Maken van LS -stopmof (sluitmof) (post nr. 6021) SAP-nr.: 3003166 Volgende factoren zijn begrepen in de eenheidsprijzen: Het maken van de stopmof op LS -kabel (ongeacht de diameter) in krimpverbindingsmaterialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld: ontmantelen kabeluiteinde en geleiders, doppen over geleiders schuiven en afkrimpen, buitendop (mof) plaatsen en afkrimpen. De uitvoering gebeurt bij de aanleg van het nieuwe, nog spanningsloze ondergrondse laagspanningsnet en dit volgens de doe -fiches van de opleidingsmodule Nieuw OLS net (= pasje NLS) tijdens aanleg spanningsloos verbinden. De isolatiemeting van de kabelmantel gebeurt voor en na het maken van de mof door de opdrachtgever. De eventueel gemeten defecten en herstellingen zijn ten laste van de aannemer. De eenheidsprijs is opgegeven per stuk. De eenheidsprijs is opgegeven per stuk.

LB-131-F01.10

51

c. Maken van LS aardingsmof (post nr. 6022) SAP-nr.: 3003167 Volgende factoren zijn begrepen in de eenheidsprijzen: Plaatsen van de aardelektrode: op de bodem van de sleuf de aardelektrode in de grond kloppen voor LS 2 aardingstaven gebruiken en verbinden met een conisch koppelstuk (voor OV is 1 aardingstaaf voldoende) aansluitklem plaatsen op aardelektrode Het maken van de aardingsmof op LS -kabel (ongeacht de diameter) in opgietmaterialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld: verwijderen buitenmantel, aftakklem plaatsen op de groen -gele geleider of indien deze ontbreekt op de blauwe geleider, aardgeleider plaatsen tussen aftakklem en aansluitklem op aardelektrode, omhulsel van de mof plaatsen en opgieten. De uitvoering gebeurt bij de aanleg van het nieuwe, nog spanningsloze ondergrondse laagspanningsnet en dit volgens de doe -fiches van de opleidingsmodule Nieuw OLS net (= pasje NLS) tijdens aanleg spanningsloos verbinden. De isolatiemeting van de kabelmantel gebeurt voor en na het maken van de mof door de opdrachtgever. De eventueel gemeten defecten en herstellingen zijn ten laste van de aannemer. d. Maken van LS -eindmof + verbinden op LS bord (post nr. 6023) SAP-nr.: 3003168 Volgende factoren zijn begrepen in de eenheidsprijzen: Het maken van de eindmof op LS -kabel 4 x 95, 4 x 150, 4G95, 4G150 of 4G10 in krimpverbindingsmaterialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld: ontmantelen kabeluiteinde, vormstuk over aders en buitenmantel schuiven, vormstuk krimpen, bij een buiteneindmof UV -bescherming over de aderisolatie schuiven en krimpen, aderisolatie verwijderen en kabelschoenen plaatsen. Verbinden op het LS -bord De uitvoering gebeurt bij de aanleg van het nieuwe, nog spanningsloze ondergrondse laagspanningsnet en dit volgens de doe -fiches van de opleidingsmodule Nieuw OLS net (= pasje NLS)tijdens aanleg spanningsloos verbinden. De isolatiemeting van de kabelmantel gebeurt voor en na het maken van de mof door de opdrachtgever. De eventueel gemeten defecten en herstellingen zijn ten laste van de aannemer. 3.6.3 Maken van moffen op spanningsloze MS -kabels De eenheidsprijs is opgegeven per stuk. De eenheidsprijs is opgegeven per stuk.

a. Maken van MS -verbindingsmof PRC PRC (post nr. 6030) SAP-nr.: 3003169 De eenheidsprijs is opgegeven per fase (=per geleider).

Volgende factoren zijn begrepen in de eenheidsprijzen: Het maken van de verbindingsmof op MS -kabel PRC ongeacht de sectie in krimpverbindingsmaterialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld: ontmantelen kabeluiteinden, gecombineerde set krimpkousen overschuiven, isolatie van de aders verwijderen, doorverbinder plaatsen en aanschroeven, mastiekstrips wikkelen, veldsturende en rood/zwarte isolerende krimpkousen plaatsen en afkrimpen, het vertinde kopernet rond de verbinding wikkelen en verbinden met doorverbinder, witte textielband wikkelen, afdichtingskrimpkous centreren en afkrimpen. De uitvoering gebeurt bij de aanleg van het nieuwe, nog spanningsloze ondergrondse middenspanningsnet en dit volgens de doe -fiches van de opleidingsmodule HS verbindingstechnieken voor het maken van middenspanningsverbindingsmoffen. De isolatiemeting van de kabelmantel gebeurt voor en na het maken van de mof door de opdrachtgever. De eventueel gemeten defecten en herstellingen zijn ten laste van de aannemer.

LB-131-F01.10

52

b. Maken van MS -overgangsmof PRC PPL (post nr. 6031) SAP-nr.: 3003170 Volgende factoren zijn begrepen in de eenheidsprijzen: Het maken van de overgangsmof voor MS -kabel papierlood naar PRC ongeacht de sectie in krimpverbindingsmaterialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld:

De eenheidsprijs is opgegeven per stuk.

Papierloodkabel voorbereiden: buitenmantel, armering, loodmantel, carbon - en gordelpapier verwijderen kousen over de kabel schuiven en beschermkous over de aders krimpen mastiekbanden wikkelen compressiekous plaatsen over de mastiek en afkrimpen isolatie van de geleiders verwijderen buitenmantels van de 3 kabels verwijderen halfgeleidende laag en isolatie van elke kabeluiteinde verwijderen mastiekstrips wikkelen krimpkousen over iedere kabel schuiven en isolerende kous ook afkrimpen

PRC -kabels voorbereiden:

Verbinding realiseren:

het drievingerig broekstuk over de PRC -kabels schuiven isolatiekous en een veldsturende krimpkous over iedere ader schuiven doorverbinder plaatsen gele mastiek wikkelen over de veldsturende kous + zwarte vulmastiek de isolatie kous over de verbinders rollen aanbrengen van dichtingsmastiek de afgeschermde isolatiekous over de verbinding schuiven en afkrimpen vertind kopernetwerk over de loodmantel wikkelen en alle draden van het scherm van de PRC-kabel terugplooien en bevestigen op de loodmantel het brede stalen afschermnetwerk omheen de verbindingsmof wikkelen het drievingerig broekstuk over de transitiemof schuiven en afkrimpen dichtingsmastiek over het overgebleven deel van de loodmantel aanbrengen de afdichtingskousen aanbrengen en afkrimpen De isolatiemeting van de kabelmantel gebeurt voor en na het maken van de mof door de opdrachtgever. De eventueel gemeten defecten en herstellingen zijn ten laste van de aannemer. De uitvoering gebeurt bij spanningsloos ondergronds middenspanningsnet en dit volgens de doe fiches van de opleidingsmodule HS -verbindingstechnieken voor het maken van middenspanningsverbindingsmoffen. c. Maken van MS -buiteneindmof PRC + verbinden (post nr. 6032) SAP-nr.: 3003171 De eenheidsprijs is opgegeven per fase (= per geleider).

Volgende factoren zijn begrepen in de eenheidsprijzen: Het maken van de buiteneindmof op MS -kabel PRC ongeacht de sectie in krimpverbindingsmaterialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld: buitenmantel verwijderen uiteinde buitenmantel met dichtingsmastiek bedekken en draden van het scherm ombuigen halfgeleidende laag verwijderen aderisolatie verwijderen, kabelschoen plaatsen en gele mastiekstrips aanbrengen de huls van de kabelschoen omwikkelen met dichtingsmastiek de rode krimpkous over de kabel glijden en afkrimpen 2 schorten over de krimpkous krimpen en het draadscherm met binddraad op de buitenmantel bevestigen

LB-131-F01.10

53

Verbinden aan het MS net De isolatiemeting van de kabelmantel gebeurt voor en na het maken van de mof door de opdrachtgever. De eventueel gemeten defecten en herstellingen zijn ten laste van de aannemer. De uitvoering gebeurt bij de aanleg van het nieuwe, nog spanningsloze ondergrondse middenspanningsnet en dit volgens de doe -fiches van de opleidingsmodule HS verbindingstechnieken voor het maken van middenspanningsverbindingsmoffen. d. Maken van MS -binneneindmof PRC (post nr. 6033) SAP-nr.: 3003172 De eenheidsprijs is opgegeven per fase (= per geleider).

Volgende factoren zijn begrepen in de eenheidsprijzen: Het maken van de binneneindmof op MS -kabel PRC ongeacht de sectie in krimpverbindingsmaterialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld: buitenmantel verwijderen uiteinde buitenmantel met dichtingsmastiek bedekken en draden van het scherm ombuigen en met binddraad op de buitenmantel bevestigen halfgeleidende laag verwijderen aderisolatie verwijderen, kabelschoen plaatsen en gele mastiekstrips aanbrengen de huls van de kabelschoen omwikkelen met dichtingsmastiek de rode kruipstroomwerende krimpkous over de kabel glijden en afkrimpen De isolatiemeting van de kabelmantel gebeurt voor en na het maken van de mof door de opdrachtgever. De eventueel gemeten defecten en herstellingen zijn ten laste van de aannemer. De uitvoering gebeurt bij de aanleg van het nieuwe, nog spanningsloze ondergrondse middenspanningsnet en dit volgens de doe-fiches van de opleidingsmodule HS verbindingstechnieken voor het maken van middenspanningsverbindingsmoffen. Belangrijk: Het maken van zowel LS -moffen als MS -moffen gebeurt steeds in spanningsloze toestand. Indien het maken van de moffen niet gelijktijdig kan gebeuren bij de aanleg van de kabels, dienen steeds de voorziene veiligheidsmethoden van de werktoelating, beschreven in het betrokken veiligheidslastenboek, integraal te worden toegepast. Het maken van zowel LS -moffen als MS -moffen gebeurt in principe in geopende sleuf of bovengronds bij de aanleg van de LS- of MS -kabels. Het eventueel verbreden van de sleuf op de plaats waar de moffen dienen gemaakt te worden wordt niet apart verrekend maar maakt deel uit van het openen en dichten van de sleuf. Eventuele opbraak en herplaatsen van de bestrating op de plaats van de moffen maakt eveneens deel uit van de sleufprijs en wordt eveneens niet apart verrekend. Indien het maken van de moffen niet gelijktijdig met de aanleg kan gebeuren en de mofputten terug dienen gegraven te worden dan wordt het grondwerk en de uitbraak en definitieve herstelling van de eventuele bestrating en de onderliggende fundering verrekend volgens de posten beschreven in 3.3.1 Graafwerk per m en 3.3.2 Graafwerk per m - afzonderlijke opdrachten.

LB-131-F01.10

54

3.6.4

Gasvrije werkzaamheden aan gasleidingen

a. Plaatsen netafsluiter gas in nieuwe hoofdleiding tijdens de aanleg (post nr. 6060) SAP-nr.: 3000099 Volgende factoren zijn begrepen in de eenheidsprijs: Het afhalen, laden, vervoeren en lossen van de materialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld. Het terug afleveren van overtollige materialen in het ophaalpunt of veiligheidsmagazijn. Het nodige grondwerk voor de plaatsing van de gasafsluiter. Het leveren en aanbrengen van een bed gestabiliseerd zand voor de ondersteuning van de afsluiter. Het lassen of aansluiten met flenzen van de afsluiter in de leiding. Het isolerend bekleden van de naakte metalen onderdelen in de werkzone. Het bevestigen van de verstelbare spindel op de juiste lengte evenals het plaatsen van de beschermbuis. Het op de gewenste hoogte plaatsen, boven de afsluiter van een straatpot met deksel. De uitbraak en definitieve herstelling van de eventuele bedekking (bestrating) en de onderliggende fundering voor het maken van de werkzone. b. Maken elektrolas PE (post nr. 6061) SAP-nr.: 3000100 De eenheidsprijs is opgegeven voor het lassen van een elektrolas -hulpstuk (onafhankelijk monofilair of bifilair), (mof, T-stuk, ...). De eenheidsprijs is opgegeven per stuk.

Deze post kan nooit worden toegepast in combinatie met de posten voor plaatsen gasleiding, waterleiding en mantelbuizen voor glasvezelkabel gezien in deze posten het maken van de lassen is inbegrepen. Deze post kan enkel verrekend worden bij onderhouds- of herstelwerken: bij defecten waarbij korte stukken buis (1 lengsel of minder) moeten vervangen worden. Bij defecten waarbij de leiding gesneden wordt, de oorspronkelijke buis behouden blijft maar de verbinding of herstelling terug gebeurt met electrolas. Volgende factoren zijn begrepen in de eenheidsprijs: Het maken van de elektrolas volgens de voorschriften vermeld in de instructie AG-035-W01 Plaatsen van Polyethyleenleidingen, met het materiaal door de opdrachtgever ter beschikking gesteld. Het grondwerk. De uitbraak en definitieve herstelling van de eventuele bedekking (bestrating) en de onderliggende fundering voor het maken van de elektrolas PE. Deze werken mogen enkel worden uitgevoerd door lassers die de aanvaardingsprocedure hebben doorlopen en in het bezit zijn van een geldig laspaspoort. c. Plaatsen van potentiaal controlepunt (post nr. 6062) SAP-nr.: 3000101 Volgende factoren zijn begrepen in de eenheidsprijs: Het afhalen, laden, vervoeren en lossen van de materialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld. Het terug afleveren van overtollige materialen in het ophaalpunt. Het plaatsen van het potentiaal -controlepunt volgens de regels vermeld in de instructie AG-034W01 Plaatsen van stalen leidingen. De nodige grondwerken. De uitbraak en definitieve herstelling van de eventuele bedekking (bestrating) en de onderliggende fundering. De eenheidsprijs is opgegeven per stuk.

LB-131-F01.10

55

d. Plaatsen van isolatie-elementen (stalen leidingen) (post nr. 6063) SAP-nr.: 3000102 Volgende factoren zijn begrepen in de eenheidsprijs: Het afhalen, laden, vervoeren en lossen van de materialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld. Het terug afleveren van overtollige materialen in het ophaalpunt. Het plaatsen van isolatielementen of het tussenlassen van isoleermoffen volgens de regels vermeld in de instructie AG-034-W01 Plaatsen van stalen leidingen. De nodige grondwerken. De uitbraak en definitieve herstelling van de eventuele bedekking (bestrating) en de onderliggende fundering. e. Plaatsen spui gas in nieuwe hoofdleiding tijdens de aanleg (posten nr. 6065 en 6066) SAP-nr.: 3003187 en 3003188 De eenheidsprijs is opgegeven per stuk voor hoofdleiding in PE en voor hoofdleiding in staal. De eenheidsprijs is opgegeven per stuk.

Volgende factoren zijn begrepen in de eenheidsprijs: Het afhalen, laden, vervoeren en lossen van de materialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld. Het terug afleveren van overtollige materialen in het ophaalpunt of veiligheidsmagazijn. Het nodige grondwerk voor de plaatsing van de spui. Het plaatsen van de spui op de hoofdleiding: via electrolas in geval van PE, via lassen van een aanboor T-stuk ingeval van stalen hoofdleiding. Het isolerend bekleden van de naakte metalen onderdelen in de werkzone. Het bevestigen van de verstelbare spindel op de juiste lengte evenals het plaatsen van de beschermbuis. Het op de gewenste hoogte plaatsen, boven de spui van een straatpot met deksel. De uitbraak en definitieve herstelling van de eventuele bedekking (bestrating) en de onderliggende fundering voor het maken van de werkzone. 3.6.5 Andere werkzaamheden aan elektriciteitsleidingen

a. Maken kabelopvoer (post nr. 6070) SAP-nr.: 3000095 Volgende factoren zijn begrepen in de eenheidsprijs: Het afhalen, laden, vervoeren en lossen van de materialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld. Het terug afleveren van overtollige materialen in onze ophaalpunten of veiligheidsmagazijnen. Opvoer van een kabel tegen paal of gevel, met: de bevestiging van een U -profiel in aluminium of metalen beschermbuis tegen de muur of paal door middel van spanband of pluggen, bouten en beugels om de 50 cm. U -profiel of beschermbuis steken ongeveer 30 cm onder het maaiveld en ongeveer 2,5 meter boven de grond. doorvoer van de kabel door dit U -profiel of deze beschermbuis kabel op rol bevestigen, boven dit U -profiel of deze beschermbuis, aan de paal of gevel De eenheidsprijs is opgegeven per stuk.

LB-131-F01.10

56

b. Plaatsen, verbinden en afwerken LS-strips en LS-kabeleindsluitingen in polyesterkast (post nr. 6071) SAP-nr.: 3003272 De eenheidsprijs is opgegeven per strip/kabeleindsluiting.

Volgende factoren zijn begrepen in de eenheidsprijs : Plaatsen LS -strip op geleiderrails kast. Denuderen kabeleinde, krimpen eindkripmof over kabeleinde en plaatsen kabeleinde op L- profiel met kabelklem ter hoogte van de eindkrimpmof. Verbinden LS-strip met bouten op geleiderrails van de voetpadkast. In juiste en nduidige fasevolgorde inkorten, plooien, positioneren en verbinden van de 4 geleiders van kabeleinde op de inlegklemmen van de LS -strip. Verbinden van deze kabeleinden op de juiste plaats in de kast volgens opgave in het ontwerpplan. Correct en nduidig merken (straatnaam, nr kast, pare onpare kant, ...) van de vertrekkende en/of afgaande kabels op het label van de LS -strip. Aanbrengen nodige wettelijk spanningsklevers in de kast (230 - 400 V) en gevaarsklevers (bliksemdriehoek, noodnr. tel., nr. kast) op de deur van de kast. 3.6.6 Specifieke werken aan ICS-leidingen

a. Plaatsen van trekput voor glasvezelkabel (post nr. 6082) SAP-nr.: 3000105 Volgende factoren zijn begrepen in de eenheidsprijs : Het afhalen, laden, vervoeren en lossen van de materialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld in het DC te Lokeren, Moortelstraat 13. De afhaalregeling (1.10 Materialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld) is van toepassing. Het terug afleveren van overtollige materialen in het DC te Lokeren (afhaalregeling van toepassing). De nodige grondwerken voor de plaatsing van de trekput. De uitbraak en definitieve herstelling van de eventuele bedekking (bestrating) en de onderliggende fundering voor het plaatsen van de trekput. Het plaatsen van de trekput zodanig dat het deksel van de trekput zich steeds op niveau maaiveld bevindt. Het binnenbrengen van de PE-mantelbuizen in de trekput. Het afdichten van de gaten in de trekput met filoform. 3.6.7 Plaatsen polyesterkast (post nr. 6090) De eenheidsprijs is opgegeven per stuk. De eenheidsprijs is opgegeven per stuk.

SAP-nr.:3000094 Volgende factoren zijn begrepen in de eenheidsprijs:

Het afhalen, laden, vervoeren en lossen van de materialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld. Het terug afleveren van overtollige materialen in het ophaalpunt. Graven van een put ( eventueel meerdere) voldoende diep ( de bovenzijde dient minimum 60 cm onder het maaiveld te zitten), zodanig dat na het plaatsen van de aardelektroden ( maximum 3) de aardweerstand een bepaalde weerstandswaarde niet overschrijdt ( deze waarde wordt automatisch aangepast aan de nieuwste normen). Maken van de nodige verbindingen tussen de aardgeleider, aardstaven en nulgeleider. Opvullen en aandammen van de put en opruimen van alle overschotten Plaatsen van het voetstuk in de grond en montage van de verschillende delen van de kast volgens de voorschriften van de opdrachtgever. De noodzakelijke grondwerken voor het plaatsen van de kast. Het inbrengen van de kabels in de kast. De uitbraak en definitieve herstelling van de eventuele bedekking (bestrating) en de onderliggende fundering voor het plaatsen van de kast.

LB-131-F01.10

57

3.6.8

Bronbemaling

a. Bronbemaling sleuf (post nr. 6091) SAP-nr.: 3000103 De eenheidsprijs is opgegeven per meter bemaalde sleuf voor een ononderbroken opstelling van 7 werkdagen.

Ingeval het grondwaterpeil niet toelaat de leidingaanleg te realiseren kan bronbemaling worden opgelegd. In deze eenheidsprijs is begrepen: Het transport, de opstelling en het wegnemen van de pompinstallatie. Plaatsing, aansluiting en het wegnemen van de filterelementen, uitbraak en herstel bestrating inbegrepen. Het verbruik, toezicht en andere kosten die kunnen voortvloeien uit de werking van de installatie. b. Bronbemaling voor werk - en boorputten (post nr. 6092) SAP-nr.: 3000104 De eenheidsprijs is opgegeven per stuk voor een ononderbroken opstelling van 7 werkdagen. Ingeval van noodzaak kan bronbemaling worden opgelegd voor werk - en/of boorputten. In deze eenheidsprijs is begrepen: Het transport, opstelling en het wegnemen van de pompinstallatie. Plaatsing, aansluiting en het wegnemen van de filterelementen, uitbraak en herstel bestrating inbegrepen. Het verbruik, toezicht en andere kosten die kunnen voortvloeien uit de werking van de installatie. Opmerking : Deze prijs mag toegepast worden per put. Ingeval de bemaling van verschillende werk - of boorputten kan gebeuren met n pompinstallatie mag deze post slechts nmaal worden toegepast. c. Dagsupplement bronbemaling sleuf (post nr. 6094) SAP-nr.: 3003564 De aannemer krijgt hiervoor een eenheidsprijs per dag en per pompinstallatie. Indien de installatie voor bronbemaling zowel van putten als van sleuven langer dient te blijven draaien dan 7 kalenderdagen wordt dit vanaf de 8ste kalenderdag verrekend met een supplementen prijs per pompinstallatie en per kalenderdag. In deze eenheidsprijs is begrepen: Het verbruik, toezicht en andere kosten die kunnen voortvloeien uit de werking van de installatie. Droogzuiging De dieselpomp 3.6.9 Plaatsen bitumenband (post nr. 6095) De eenheidsprijs is opgegeven per m bandlengte.

SAP-nr.: 3003565 De eenheidsprijs omvat:

Leveren van de bitumenband. Plaatsen van de bitumenband in de randen van de te herstellen bestrating in bitumen of cementbeton volgens de voorwaarden van het beherend bestuur (gemeente, provincie, ). Het leveren en plaatsen van de bitumenband wordt enkel aanvaard indien dit wordt opgelegd door de opdrachtgever.

LB-131-F01.10

58

3.6.10 Zagen asfalt, beton (post nr. 6096 en 6097) SAP-nr.: 3000090 3000091 De eenheidsprijzen zijn opgegeven per m zaagsnede ongeacht de diepte.

Deze posten kunnen nooit worden aangerekend in combinatie met de posten voorzien voor: uitbraak, sleufwerk en definitieve herstelling van de bestrating uitbraak van de bestrating en sleufwerk uitbraak en definitief herstellen van de bestrating (niet boven sleuven) 3.6.11 Wegvoeren van een ingepakte vezelcementbuis (post nr. 6098) SAP-nr.: 3003868 De eenheidsprijs is per transport en omvat: Het vervoeren van 1 of meer in plastiekfolie ingepakte lengsels of stukken van een lengsel vezelcementbuis naar de afvalcontainer voor asbest in de plaatselijke depot van het betreffende infrastructuurgebied volgens de voorwaarden beschreven in 1.13 Milieu- en afvalbepalingen, specifiek de bepalingen omtrent asbestbehandeling. Het betreft enkel buisstukken in vezelcement, die door personeel Eandis ingepakt en achtergelaten werden bij koppelputten gas, die gevuld worden door een ploeg van de aannemer en die vervolgens door die ploeg worden vervoerd. De ploeg die in de loop van een dag meerdere putten vult neemt die dag alle ingepakte vezelcementbuizen mee die eventueel bij die putten werden achtergelaten en levert deze in 1 transport op het einde van de werkdag samen af in de afvalcontainer voor asbest in de plaatselijke depot van het betreffende infrastructuurgebied. Per dag en per ploeg kan slechts 1 transport volgens deze post betaald worden. Indien een buisstuk bij een koppelput niet is ingepakt dan neemt de herstelploeg het buisstuk niet mee en verwittigt Eandis hiervan. Eandis dient zelf voor het inpakken te zorgen en de ploeg van de aannemer zal het ingepakte buisstuk dan achteraf terug ophalen en afvoeren naar de asbestcontainer van het infragebied. Voor elk supplementair transport door nalatigheid van niet inpakken door Eandis krijgt de aannemer deze post supplementair betaald. Belangrijke opmerking : Indien een ploeg aanleg leidingen op een werf toevallig n lengsel of een buisstuk in vezelcement dient op te breken dan is daarvoor op de werf geen container van Eandis voorzien. In dat geval pakt de ploeg aanleg het vezelcementbuisstuk zelf in met de voorziene plastiekfolie (SAP-nummer 8387) en voert het af naar de afvalcontainer voor asbest in de plaatselijke depot van het betreffende infrastructuurgebied (zie ook 1.13 Milieu- en afvalbepalingen, specifiek de bepalingen omtrent asbestbehandeling). Voor inpakken en transport wordt de aannemer eveneens vergoed volgens deze post. Indien een ploeg aanleg leidingen zelf oude vezelcementbuizen dient te verwijderen met een omvang die onvoldoende is om een asbestcontainer op de werf te plaatsen en de buizen in een plaatzak afvoert naar de afvalcontainer in de plaatselijke depot van het betreffende infrastructuurgebied, dan wordt voor het inpakken en transport eveneens deze post gebruikt per afgevoerde plaatzak. 3.6.12 Verloren uren (post nr. 6099) SAP-nr.: 3003869 De eenheidsprijs is opgegeven per verloren rit.

Deze post wordt verrekend indien er geen materiaalbelevering kon plaatsvinden in het DC te Lokeren ten gevolge van stockbreuk. De voorwaarden waaraan moet voldaan worden om deze post vergoed te krijgen, zijn opgenomen in 1.10 Materialen door de opdrachtgever ter beschikking gesteld.

LB-131-F01.10

59

3.7

LEVERINGEN

De verrekening van de levering, door de aannemer, van materialen die niet in het lastenboek of in de eenheidsprijzen opgenomen zijn, met uitsluiting van diensten geleverd door onderaannemers, is aan de marktprijs verhoogd met 15 %. In het bijzonder is de levering van wegenismaterialen en materialen voor sleufaanvulling inbegrepen in de prijs van de posten Sleufwerk, uitbraak en definitief herstellen van de bestrating.Combinatie met de posten voor levering van wegenismaterialen en materialen voor sleufaanvulling worden dus niet aanvaard. De posten betreffende leveringen kunnen enkel toegepast worden na uitdrukkelijk akkoord van het infrastructuurgebied. De verwerking van de geleverde materialen is steeds inbegrepen in de prijzen van de posten waarin het geleverde materiaal wordt gebruikt. Alle leveringen houden rekening met de kosten voor afvoer van overtollige of niet herbruikbare materialen, in wiens vervanging zij komen. 3.7.1 Leveren van grind, zand of teelaarde (posten nr. 4000, 4001 en 4046)

SAP-nr.: 3000060 3000061 3003870 De eenheidsprijs is respectievelijk opgegeven per ton (grind), per m (zand) en per ton (teelaarde). De eenheidsprijs omvat: Vervoer Leveren Lossen Verwerken op de werf. (d.w.z. aanbrengen op de plaats van verwerking) Deze post kan niet gecumuleerd worden met 3.1.6 Vervangen van gronden door zand. Opmerking: De post leveren teelaarde kan slechts in samenspraak met infra gezien bij normale herstelling van de sleuf het leveren teelaarde inbegrepen zit, want aannemer dient te herstellen in oorspronkelijke toestand Het geleverde product (zand, bouwstof, grond,) van een TOP/CGR mag slechts aangewend worden voor sleufaanvulling indien dit conform is met het technisch verslag en het bodembeheerrapport. Dit product dient tevens vergezeld te zijn van de nodige attesten (zie 1.13 Milieu- en afvalbepalingen). 3.7.2 Leveren van cement, gestabiliseerd zand, funderingsbeton (posten nr. 4003 t.e.m 4005) De eenheidsprijs is respectievelijk opgegeven per kg en m.

SAP-nr.: 3000063 t.e.m 3000065 De eenheidsprijs omvat:

Vervoer Leveren Lossen Verwerken op de werf. (d.w.z. aanbrengen op de plaats van verwerking) Het geleverde cement voldoet aan de normen NBN B12-101 (portlandcement) en NBN B12-105 (hoogovencement). Het geleverde gestabiliseerd zand bevat minstens 150 kg cement per m. Het geleverde funderingsbeton bevat minstens 250 kg cement per m beton.

LB-131-F01.10

60

3.7.3

Leveren van dallen 30 x 30 x 6 cm, van betonstraatstenen (posten nr. 4006 t.e.m 4007) De eenheidsprijs is opgegeven per stuk.

SAP-nr.: 300066 - 300067 De eenheidsprijs omvat:

Vervoer Leveren Lossen Verwerken op de werf. (d.w.z. aanbrengen op de plaats van verwerking) 3.7.4 Leveren van PVC-wachtbuizen en van stalen wachtbuizen (posten nr. 4008 t.e.m 4018)

SAP-nr.: 3000068 t.e.m. 3000078 De eenheidsprijzen zijn opgegeven per meter, naargelang de uitwendige diameter (PVC -buizen) en nominale diameter (stalen buizen). De eenheidsprijs omvat: Vervoer Leveren Lossen Verwerken op de werf. (d.w.z. aanbrengen op de plaats van verwerking) De geleverde PVC -buizen moeten voldoen aan de norm NBN EN 1401-1 SN4. De geleverde stalen buizen moeten voldoen aan de norm NBN EN 10208-1. 3.7.5 Leveren en plaatsen van gegalvaniseerde staalplaten (post nr. 4019) De eenheidsprijs is opgegeven per strekkende meter.

SAP-nr.: 3000079 De eenheidsprijs omvat:

Vervoer Leveren Lossen Verwerken op de werf. (d.w.z. aanbrengen op de plaats van verwerking) het plaatsen van de staalplaten in de geopende sleuf De staalplaten hebben een dikte van minimum 3 mm en een breedte van minimum 25 cm. 3.7.6 Leveren van bakstenen, dolomiet (posten nrs. 4021 en 4022) De eenheidsprijzen zijn respectievelijk opgegeven per kg, stuk, ton.

SAP-nrs.: 3000081 en 3000082 De eenheidsprijs omvat:

Vervoer Leveren Lossen Verwerken op de werf. (d.w.z. aanbrengen op de plaats van verwerking) 3.7.7 Leveren van kunststofplaten voor bedekking van kabels (posten nr. 4024 en 4025) De eenheidsprijs is opgegeven per meter.

SAP-nr.: 3001777 en 3001778 De eenheidsprijs omvat:

Vervoer Leveren Lossen Verwerken op de werf. (d.w.z. aanbrengen op de plaats van verwerking) Het afdekken van de kabels gebeurt met kunststofdallen (vervaardigd uit gerecycleerd plastiek afval).

LB-131-F01.10

61

Deze bestaan in twee standaardformaten: gewicht per palet aantal verpakking per EUROpallet 60 48 Totale lengte per EUROpallet 540 m 432 m

formaat code 15 20

lengte

breedte

dikte

verpakking

30 cm 30 cm

15 cm 20 cm

8 mm 8 mm

648 kg 691 kg

per 30 stuks per 30 stuks

De dallen worden op EURO -paletten aan de aannemer ter beschikking gesteld bij de leverancier: EKOL, Europark 1075, 3530 HOUTHALEN - HELCHTEREN, tel. 011-45 41 46. De maatschappij heeft reeds vooraf een prijsovereenkomst gemaakt met de leverancier van de dallen. Bij uitvoering van de werken worden de geplaatste hoeveelheden dallen tegensprekelijk opgemeten en door de maatschappij aan de aannemer terugbetaald. Deze terugbetaling gebeurt via de meetstaat van het werk en volgens de eenheidsprijzen opgenomen in de prijstabel van de posten. Het plaatsen van de dallen en andere eventuele bijkomende kosten die gepaard gaan met de aankoop ervan is begrepen in de eenheidsprijs voor het plaatsen van de kabels (3.4 Plaatsen of wegnemen van kabels verleggen van leidingen). De breedte van de afdekking is in functie van het aantal leidingen in de sleuf n de afstand tussen deze leidingen. Hiervoor wordt verwezen naar het lastenboek CCLB02 (SE-302-F01). In elk geval dient de aannemer steeds vooraf het akkoord te bekomen van de afgevaardigde van de opdrachtgever over de toe te passen breedte van de afdekking. Grotere afdekkingsbreedten worden bekomen door de dallen in dwarse richting te plaatsen of door combinaties van de beide formaten. In dit geval worden in de mate van het mogelijke langs en dwarsvoegen over de volledige lengte en breedte vermeden. De lege EURO -paletten zijn door de aannemer terug af te leveren bij de leverancier van de dallen. De leverancier van de dallen heeft het recht de niet teruggebrachte paletten aan de aannemer aan te rekenen. 3.7.8 Leveren en lassen van dikwandige PE-mantelbuizen voor horizontaal gestuurde boringen (directional drilling) (posten nrs. 4040 t.e.m 4045) SAP-nr.: 3000293 t.e.m 3000298 De eenheidsprijs is opgegeven per diameter en per strekkende meter mantelbuis.

De eenheidsprijs omvat het leveren en aan mekaar lassen van de PE -mantelbuizen op de werf. Voor horizontaal gestuurde boringen worden enkel dikwandige PE-mantelbuizen type SDR11 geleverd.

3.8
3.8.1

UURLOON, VERVOER EN WERKTUIGEN


Uurloon lasser staal (posten nrs. 5000, 5013 en 5014) De eenheidsprijs is opgegeven per uur.

SAP-nrs.: 3000084, 3003559 en 3003560

De lassers moeten voldaan hebben aan de aanvaardingsproeven zoals vermeld in de instructie AG034-W01 Uitvoeren van werken: plaatsen van stalen leidingen. Opleiding volgens lasnorm EN287-1. In deze eenheidsprijs zijn volgende factoren inbegrepen: Alle noodzakelijk materieel en verbruiksmaterialen voor het lassen van stalen leidingen en de kosten hieraan verbonden. De vereiste transportmiddelen voor de verplaatsing van het personeel en het materieel naar de werf.

LB-131-F01.10

62

3.8.2

Uurloon PE-lasser, verbinder LS en MS (posten nr. 5010 t.e.m. 5012) De eenheidsprijs is opgegeven per uur.

SAP-nr.: 3003556 t.e.m. 3003558 In de eenheidsprijs zijn volgende factoren inbegrepen:

Alle noodzakelijk materieel en verbruiksmaterialen voor het lassen van PE-leidingen en/of voor het verbinden van LS- of MS-kabels en de kosten hieraan verbonden. De vereiste transportmiddelen voor de verplaatsing van het personeel naar de werf. 3.8.3 Uurloon werkman (posten nr. 5001, 5008 en 5009) De eenheidsprijs is opgegeven per uur.

SAP-nrs.: 3000085, 3001951 en 3001952 In de eenheidsprijs zijn volgende factoren inbegrepen:

Eenvoudige gereedschappen zoals spade, schop, houweel, ... voor het uitvoeren van grondwerken. De vereiste transportmiddelen voor de verplaatsing van het personeel naar de werf en terug. Zie ook 2.5.2 Inhoud van de regieprijzen en minimumprestaties bij werken in regie tijdens de diensturen en 2.5.3 Inhoud en regieprijzen bij interventies buiten de diensturen. 3.8.4 Uurloon materieel (posten nr. 5002 t.e.m. 5005) De eenheidsprijzen zijn opgegeven per uur.

SAP-nr.3000086 t.e.m 3000089

Het betreft eenheidsprijzenposten voor vrachtwagen, bestelwagen, graafmachine, compressor met maximum 2 pneumatische breekhamers. In de eenheidsprijzen zijn volgende factoren inbegrepen: Transport van het gevraagde materieel naar de werf en terug. Alle onkosten verbonden aan het gebruik van het materieel (brandstof, onderhoud, e.d) Zie ook 2.5.2 Inhoud van de regieprijzen en minimumprestaties bij werken in regie tijdens de diensturen en 2.5.3 Inhoud en regieprijzen bij interventies buiten de diensturen. 3.8.5 Forfait wachtoproep (post nr. 5015) De eenheidsprijs is forfaitair per effectieve interventie buiten de diensturen ongeacht het aantal opgeroepen mensen en voertuigen.

SAP-nr.3003561

Zie ook 2.4 Bereikbaarheid en snelheid bij interventies buiten de diensturen; 2.5.2 Inhoud van de regieprijzen en minimumprestaties bij werken in regie tijdens de diensturen en 2.5.3 Inhoud en regieprijzen bij interventies buiten de diensturen. In de eenheidsprijs van de post forfait wachtoproep zijn volgende factoren inbegrepen: Permanent bereikbaar zijn om buiten de normale diensturen personeel en machines te kunnen inzetten. Bij een oproep tot interventie buiten de diensturen binnen de 90 minuten aanwezig zijn op de werf met de hele opgeroepen interventieploeg. Deze forfaitaire vergoeding wordt niet verrekend, indien de opgeroepen interventieploeg van de aannemer later dan 90 minuten na de telefonische oproep op de afgesproken werf aankomt. Er zijn eveneens eenheidsprijzen per uur voorzien voor werken na de normale dagprestatie, voor prestaties avond en nacht of zaterdag (ANZA) en voor prestaties op zon - en feestdagen (ZOF).

LB-131-F01.10

63

3.9
3.9.1

OPNAME AS BUILTPLAN
Opname as builtplan (post nr. 9800) De afrekening gebeurt per meter sleuf per plan.

SAP-nr. : 3003189

In sommige Infrastructuurgebieden zal de aannemer aanleg ondergrondse leidingen opgedragen worden om de juiste ligging van de aangelegde leidingen op te meten en de juiste maten op te tekenen op het ontwerpplan De opname van het as -builtplan omvat volgende werkzaamheden: Het bematen van de ligging van alle aangelegde leidingen op een proper ontwerpplan op schaal 1/500. De bemating gebeurt per energie op een apart proper ontwerpplan. Bemating op die ontwerpplannen van de kabelmoffen, netafsluiters gas, sifons, Indien niet voorbereid op de ontwerpplannen, optekenen op die ontwerpplannen van detailschetsen van netafsluiters gas, sifons, isolerende voegen, complexe situaties zoals kruispunten, dwarsdoorsneden (b.v. bij wegkruisingen of boringen). De bemating dient minimum opgetekend te worden bij het begin (detail aankoppeling) en einde (detail eindafwerking) van elke leiding en verder tussenmaten om de 50 meter of bij afwijking van het rechtlijnig traject (b.v. begin en einde boring, uitwijking voor onderzoeksschouw riolering, ). Invullen van de kabel - en buislijsten. De leesbaarheid van de bemating en schetsen moet voldoende duidelijk zijn zodat er niet meer moet overgetekend worden en de opdrachtgever de bemating kan inscannen naar elektronische tekensystemen. De blanco ontwerpplannen worden door de opdrachtgever aan de aannemer bezorgd. De uitvoering gebeurt volgens de regels en voorwaarden zoals uiteengezet in het document Leidingregistratie in bijlage aan dit lastenboek.

3.10 SLA SERVICE LEVEL AGREEMENTS


De uitvoering van de werken door de aannemersploegen moet gebeuren in optimale kwalitatieve en veilige omstandigheden. Dit komt het imago van de opdrachtgever en de aannemer ten goede. De opdrachtgever behoudt zich het recht toe om bij vaststelling van inbreuken op kwaliteit en veiligheid door zijn afgevaardigde op de werf de betrokken ploeg(en) onmiddellijk een geldboete op te leggen en deze in mindering te brengen op de opmeetstaat van het betreffende werk. Iedere vaststelling wordt door de afgevaardigde van de opdrachtgever onmiddellijk gemeld aan de ploegbaas, nauwkeurig gedetailleerd opgetekend in het dagboek der werken en verrekend in de opmeetstaat. Aannemers die met hun ploegen frequent SLA-inbreuken plegen zullen bij volgende aanbestedingen hiervoor concurrentienadeel ondervinden of hun deelname geweigerd zien. Naast het aanrekenen van SLAs heeft de opdrachtgever ook het recht een kwaliteitsbeoordeling op te maken indien inbreuken vastgesteld worden. De opdrachtgever voorziet volgende SLAs met een waarde per vaststelling zoals is vastgelegd in de tabel met eenheidsprijzen: 3.10.1 SLA Wegsignalisatie en verkeersveiligheid niet in orde (post nr. 990) SAP nr. 3002478 De werf is onvoldoende gesignaleerd en/of vertoont ernstige inbreuken op de verkeersveiligheid voor voetgangers, fietsers en/of voertuigen. 3.10.2 SLA Woningen , handelshuizen en inritten niet veilig bereikbaar (post nr. 991) SAP NR. 3002479 Op de werf zijn onvoldoende maatregelen genomen om bewoners of klanten op een veilige manier tijdens de werken toegang te verschaffen tot hun woning of handelshuizen of instellingen van openbaar nut of deze op een veilige manier te kunnen verlaten.

LB-131-F01.10

64

3.10.3 SLA Uitvoerders niet in het bezit van geldige pasjes (post nr. 992) SAP nr. 3002480 De werknemer van de aannemer die het gespecialiseerde werk uitvoert waarvoor hij de nodige opleiding dient gevolgd te hebben beschikt niet over een geldig pasje dat aantoont dat hij deze competentie bezit. 3.10.4 SLA (Verbergen van) onvakkundige werkuitvoering (post nr. 994) SAP nr. 3002482 De afgevaardigde van de opdrachtgever stelt zaken vast die niet uitgevoerd zijn volgens de regels van de kunst, volgens de regels opgelegd door de opdrachtgever of die op termijn gevaarssituaties kunnen veroorzaken. Deze zaken werden eventueel door de ploegleden verborgen gehouden voor de opdrachtgever. (vb. niet vakkundig uitvoeren van uitlengklemmen,) 3.10.5 SLA Laattijdige of onvolledige verstrekking van data na uitvoering werken (post nr. 995) SAP nr.: 3003566 De afgevaardigde van de opdrachtgever stelt vast dat de via de posten van dit lastenboek opgelegde data of de met de opdrachtgever afgesproken data (administratieve gegevens en formulieren door de aannemer in te vullen) laattijdig of onvolledig worden bezorgd aan de opdrachtgever. 3.10.6 SLA Herstelling voetpad/rijweg buiten de norm (post nr. 996) SAP nr. 3003567 De afgevaardigde van de opdrachtgever stelt vast dat de via de posten van dit lastenboek opgelegde herstellingen van bestrating niet tijdig of niet vakkundig of niet volgens de voorschriften van het beherend bestuur (gemeente, Vlaamse Gemeenschap, ) zijn uitgevoerd. Vb. slecht herstelde putten, het vergeten van herstellingen, niet herstellen binnen de afgesproken termijn, 3.10.7 SLA Gegronde klacht over klantvriendelijkheid service (post nr. 997) SAP nr. 3003568 De opdrachtgever ervaart dat er tijdens of na de uitvoering van de werken door de aannemer gegronde klachten worden geuit door omwonenden of klanten in verband met de van de aannemer te verwachten klantvriendelijkheid en service tijdens de werkuitvoering. 3.10.8 SLA Klever op PE-leiding niet aangebracht (post nr. 999) SAP nr. 3003632 De opdrachtgever stelt vast dat de aannemer bij het uitvoeren van een PE-lasverbinding zijn kleefnummer niet aanbrengt op de PE-gasleiding. Deze SLA geldt per vaststelling. (zie 1.5 Kwalificatie van het tewerkgestelde personeel). 3.10.9 SLA Slechte verbindings-, eind- of aftakmof (post nr 910) SAP nr. 3003595 De afgevaardigde van de opdrachtgever stelt vast dat de aannemer bij de realisatie van een aansluiting of overkoppeling elektriciteit of verbinding van de kabels een gevaarlijke toestand creerde bij de plaatsing van de mof (vaststelling geldig tot 5 jaar na uitvoering).

3.11 LIJST MET EENHEIDSPRIJZEN


De lijst met eenheidsprijzen voor uitvoering van de in dit lastenboek beschreven werken is in bijlage aan dit lastenboek toegevoegd. De eenheidsprijzen die in bold (vet) zijn gedrukt worden steeds afgerekend aan de prijs van de lijst (cofficint 1), al de andere prijzen worden bij de afrekening vermenigvuldigd met de door de aannemer aangeboden offertecofficint.

LB-131-F01.10

65

PRIJSLIJST - Bijzonder Technisch Lastenboek Ondergrondse Leidingen - LB-131-F01.10 - uitgave 08/2008.

3.1 SLEUFWERK,UITBRAAK EN HERSTEL VAN DE BESTRATING ( )


1 K1 2 K2 Sleuftype 3 G1 4 G2 K3 G1K1 5 G1K2 G2K1

Maximale sleufbreedte Maximale sleufdiepte Maximale grondverzet in kubieke meter Breedte herstelling bestrating in meter Eenheid

0,30

0,70

0,30 0,70 0,210 0,60 Vermoedelijke Eenheidsprijs hoeveelheid

0,40

0,70

0,40 0,70 0,280 0,70 Vermoedelijke Eenheidsprijs hoeveelheid

0,40

0,90

0,40 0,90 0,360 0,70 Vermoedelijke Eenheidsprijs hoeveelheid

0,58

0,91

0,58 1,00 0,528 0,88 Vermoedelijke Eenheidsprijs hoeveelheid

0,62

1,00

0,68 1 0,620 0,98 Vermoedelijke Eenheidsprijs 12,40 31,48 50,53 14,82 30,11 23,23 41,15 1,36 5,00 5,78 16,62 13,29 9,28 0,93 1,16 hoeveelheid

SAP-nr

SAP-nr

SAP-nr

SAP-nr

3.1.1 Uitbraak, sleufwerk en definitief herstel van de bestrating Berm Losse bestrating Bitumen of cementbeton 3.1.2 Uitbraak van de bestrating en sleufwerk Losse bestrating Bitumen of cementbeton 3.1.3 Uitbraak, sleufwerk en voorlopig herstel van de bestrating Losse bestrating Bitumen of cementbeton 3.1.4 Meerdiepte per 10 cm 3.1.5 Bijkomende fundering onder bestrating per 10 cm Stabilis Mager beton 3.1.6 Vervangen van gronden door zand Berm Bestrating 3.1.7 Afvoeren van gronden volgens Vlarebo Afvoer bij volledige vervanging sleufgrond Afvoer zonder vervanging sleufgrond in bestrating Afvoer zonder vervanging sleufgrond in berm Opmerking : eenheidsprijzen in BOLD = steeds coefficient 1,000
EHP LB-131-F01-10.xls / sleuven () blz. 1 / 3 uitgave 08.2008

m m m

1000 1014 1028

3000114 3000115 3000116

6,00 17,70 29,74

1001 1015 1029

3000125 3000126 3000127

7,10 20,90 34,71

1002 1016 1030

3000136 3000137 3000138

8,70 22,50 36,31

1003 1017 1031

3000147 3000148 3000149

10,56 27,60 44,59

1004 1018 1032

3000158 3000159 3000160

m m

1056 1070

3000118 3000119

6,00 11,62

1057 1071

3000129 3000130

7,50 14,49

1058 1072

3000140 3000141

9,10 18,23

1059 1073

3000151 3000152

12,64 25,36

1060 1074

3000162 3000163

m m m

1500 1514 1084

3003439 3003440 3000120

11,15 18,37 0,60

1501 1515 1085

3003441 3003442 3000131

13,51 22,37 0,80

1502 1516 1086

3003443 3003444 3000142

15,11 26,11 0,80

1503 1517 1087

3003445 3003446 3000153

20,19 35,27 1,16

1504 1518 1088

3003447 3003448 3000164

m m

1552 1566

3003467 3003468

3,06 3,54

1553 1567

3003469 3003470

3,57 4,13

1554 1568

3003471 3003472

3,57 4,13

1555 1569

3003473 3003474

4,49 5,19

1556 1570

3003475 3003476

m m

1140 1154

3000123 3000124

5,63 4,02

1141 1155

3000134 3000135

7,50 5,36

1142 1156

3000145 3000146

9,65 7,50

1143 1157

3000156 3000157

14,15 11,04

1144 1158

3000167 3000168

m m m

1600 1614 1628

3003495 3003496 3003497

2,81 0,28 0,39

1601 1615 1629

3003498 3003499 3003500

3,74 0,37 0,52

1602 1616 1630

3003501 3003502 3003503

5,24 0,52 0,67

1603 1617 1631

3003504 3003505 3003506

7,70 0,77 0,99

1604 1618 1632

3003507 3003508 3003509

SAP-nr

Postnr

Postnr

Postnr

Postnr

Postnr

PRIJSLIJST - Bijzonder Technisch Lastenboek Ondergrondse Leidingen - LB-131-F01.10 - uitgave 08/2008.

3.1 SLEUFWERK,UITBRAAK EN HERSTEL VAN DE BESTRATING ( )


6 W1 S1 S1G1 S1K1 W1G1 W1K1 S1K2 W1K2 7 W2 S2 S1G2 / S2K1 / W1G2 W2K1 / G2K2 / S1G1K1 S2G1 / W1G1K1 / W2G1 S2K2 W2K2 G1K3 S1K3 W1K3 0,78 1,20 0,780 1,08 Vermoedelijke Eenheidsprijs hoeveelheid Sleuftype 8 G2K3 S1G1K2 W1G1K2 9 S1G2K1 S2G2 W1G2K1 W2G2 S2G1K1 W2G1K1 S2K3 W2K3 10 S2G1K2 W2G1K2 S1G1K3 W1G1K3

Maximale sleufbreedte Maximale sleufdiepte Maximale grondverzet in kubieke meter Breedte herstelling bestrating in meter Eenheid

0,60

1,11

0,60 1,11 0,666 0,90 Vermoedelijke Eenheidsprijs hoeveelheid

0,65

1,20

0,78

1,11

0,82 1,11 0,866 1,12 Vermoedelijke Eenheidsprijs hoeveelheid

0,85

1,11

0,85 1,20 0,944 1,15 Vermoedelijke Eenheidsprijs hoeveelheid

0,85

1,20

0,88 1,20 1,020 1,18 Vermoedelijke Eenheidsprijs 20,40 42,96 65,41 22,90 47,60 33,02 60,89 1,76 6,02 6,96 27,34 22,78 15,90 1,59 1,91 hoeveelheid

SAP-nr

SAP-nr

SAP-nr

SAP-nr

3.1.1 Uitbraak, sleufwerk en definitief herstel van de bestrating Berm Losse bestrating Bitumen of cementbeton 3.1.2 Uitbraak van de bestrating en sleufwerk Losse bestrating Bitumen of cementbeton 3.1.3 Uitbraak, sleufwerk en voorlopig herstel van de bestrating Losse bestrating Bitumen of cementbeton 3.1.4 Meerdiepte per 10 cm 3.1.5 Bijkomende fundering onder bestrating per 10 cm Stabilis Mager beton 3.1.6 Vervangen van gronden door zand Berm Bestrating 3.1.7 Afvoeren van gronden volgens Vlarebo Afvoer bij volledige vervanging sleufgrond Afvoer zonder vervanging sleufgrond in bestrating Afvoer zonder vervanging sleufgrond in berm Opmerking : eenheidsprijzen in BOLD = steeds coefficient 1,000
EHP LB-131-F01-10.xls / sleuven () blz. 2 / 3 uitgave 08.2008

m m m

1005 1019 1033

3000169 3000170 3000171

13,32 30,72 48,07

1006 1020 1034

3000180 3000181 3000182

15,60 36,76 57,91

1007 1021 1035

3000191 3000192 3000193

17,32 38,84 60,28

1008 1022 1036

3000202 3000203 3000204

18,87 40,77 62,55

1009 1023 1037

3000213 3000214 3000215

m m

1061 1075

3000173 3000174

15,42 31,74

1062 1076

3000184 3000185

18,40 38,18

1063 1077

3000195 3000196

19,80 40,77

1064 1078

3000206 3000207

21,22 43,72

1065 1079

3000217 3000218

m m m

1505 1519 1089

3003449 3003450 3000175

23,14 41,88 1,20

1506 1520 1090

3003451 3003452 3000186

27,67 50,34 1,56

1507 1521 1091

3003453 3003454 3000197

29,41 53,38 1,64

1508 1522 1092

3003455 3003456 3000208

31,09 56,67 1,70

1509 1523 1093

3003457 3003458 3000219

m m

1557 1571

3003477 3003478

4,59 5,31

1558 1572

3003479 3003480

5,51 6,37

1559 1573

3003481 3003482

5,71 6,61

1560 1574

3003483 3003484

5,87 6,79

1561 1575

3003485 3003486

m m

1145 1159

3000178 3000179

17,85 14,63

1146 1160

3000189 3000190

20,90 17,42

1147 1161

3000200 3000201

23,20 19,02

1148 1162

3000211 3000212

25,29 20,73

1149 1163

3000222 3000223

m m m

1605 1619 1633

3003510 3003511 3003512

10,21 1,02 1,25

1606 1620 1634

3003513 3003514 3003515

12,16 1,22 1,46

1607 1621 1635

3003516 3003517 3003518

13,27 1,33 1,62

1608 1622 1636

3003519 3003520 3003521

14,46 1,45 1,76

1609 1623 1637

3003522 3003523 3003524

SAP-nr

Postnr

Postnr

Postnr

Postnr

Postnr

PRIJSLIJST - Bijzonder Technisch Lastenboek Ondergrondse Leidingen - LB-131-F01.10 - uitgave 08/2008.

3.1 SLEUFWERK,UITBRAAK EN HERSTEL VAN DE BESTRATING ( )


Sleuftype 11 S2G2K1 W2G2K1 S1G2K2 W1G2K2 12 S2G2K2 W2G2K2 S1G2K3 S2G1K3 W1G2K3 W2G1K3 13 14 S2G2K3 W2G2K3

Maximale sleufbreedte Maximale sleufdiepte Maximale grondverzet in kubieke meter Breedte herstelling bestrating in meter Eenheid

0,90

1,20

0,95 1,20 1,080 1,25 Vermoedelijke Eenheidsprijs hoeveelheid

1,00

1,20

1,05 1,20 1,200 1,35 Vermoedelijke Eenheidsprijs hoeveelheid

1,05

1,20

1,05 1,20 1,260 1,35 Vermoedelijke Eenheidsprijs hoeveelheid

1,10

1,20

1,10 1,20 1,320 1,40 Vermoedelijke Eenheidsprijs 26,40 52,80 79,01 29,00 60,33 41,01 76,10 2,20 7,14 8,26 35,38 29,48 20,57 2,06 2,47 hoeveelheid

SAP-nr

SAP-nr

SAP-nr

3.1.1 Uitbraak, sleufwerk en definitief herstel van de bestrating Berm Losse bestrating Bitumen of cementbeton 3.1.2 Uitbraak van de bestrating en sleufwerk Losse bestrating Bitumen of cementbeton 3.1.3 Uitbraak, sleufwerk en voorlopig herstel van de bestrating Losse bestrating Bitumen of cementbeton 3.1.4 Meerdiepte per 10 cm 3.1.5 Bijkomende fundering onder bestrating per 10 cm Stabilis Mager beton 3.1.6 Vervangen van gronden door zand Berm Bestrating 3.1.7 Afvoeren van gronden volgens Vlarebo Afvoer bij volledige vervanging sleufgrond Afvoer zonder vervanging sleufgrond in bestrating Afvoer zonder vervanging sleufgrond in berm Opmerking : eenheidsprijzen in BOLD = steeds coefficient 1,000
EHP LB-131-F01-10.xls / sleuven () blz. 3 / 3 uitgave 08.2008

m m m

1010 1024 1038

3000224 3000225 3000226

21,60 45,50 69,28

1011 1025 1039

3000235 3000236 3000237

24,00 49,70 75,26

1012 1026 1040

3000246 3000247 3000248

25,20 50,70 76,02

1013 1027 1041

3000257 3000258 3000259

m m

1066 1080

3000228 3000229

24,25 50,41

1067 1081

3000239 3000240

26,75 55,62

1068 1082

3000250 3000251

27,75 57,73

1069 1083

3000261 3000262

m m m

1510 1524 1094

3003459 3003460 3000230

34,98 64,48 1,90

1511 1525 1095

3003461 3003462 3000241

38,33 70,82 2,10

1512 1526 1096

3003463 3003464 3000252

39,33 72,93 2,10

1513 1527 1097

3003465 3003466 3000263

m m

1562 1576

3003487 3003488

6,38 7,38

1563 1577

3003489 3003490

6,89 7,97

1564 1578

3003491 3003492

6,89 7,97

1565 1579

3003493 3003494

m m

1150 1164

3000232 3000233

28,94 24,12

1151 1165

3000244 3000245

32,16 26,80

1152 1166

3000255 3000256

33,77 28,14

1153 1167

3000266 3000267

m m m

1610 1624 1638

3003525 3003526 3003527

16,83 1,68 2,02

1611 1625 1639

3003528 3003529 3003530

18,70 1,87 2,24

1612 1626 1640

3003531 3003532 3003533

19,64 1,96 2,36

1613 1627 1641

3003534 3003535 3003536

SAP-nr

Postnr

Postnr

Postnr

Postnr

PRIJSLIJST - Bijzonder Technisch Lastenboek Ondergrondse Leidingen - LB-131-F01.10 - uitgave 08/2008.


Postnr SAP-nrs. Benaming Eenheid Verm. Hoev. Eenheidsprijs

3.1.8 1198 1199 3.2 3.2.1 1197 3.3 3.3.1 1200 1201 1202 3.3.2 1250 1251 1252 3.3.3 1204 1205 1207 1208 1210 1211 3.3.4 1255 1256 3.3.5 1212 1213 1214 3.3.6 1260 3.3.7 1270 3.3.8 1275 3.4 3.4.1 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008

Wegvoeren en terugbrengen van grond en/of voetpadbestrating ongeacht het sleuftype 3003537 3003159 Wegvoeren en terugbrengen grond ongeacht het sleuftype Wegvoeren en terugbrengen losse bestrating ongeacht het sleuftyp m m 1,50 2,58

Stutten van sleuven en putten Stutten 3003538 Stutten m 12,60

Graafwerk, uitbraak en herstel bestrating als niet-sleufwerk Graafwerk per m 3000000 3000001 3000002 Graafwerk per m zonder dempen Graafwerk per m met dempen Dempen per m van uitgravinge m m m 26,00 36,00 10,00

Graafwerk per m - afzonderlijke opdrachten 3003539 3003540 3003541 Graafwerk per m zonder dempen afz opdr Graafwerk per m met dempen afz opdr Dempen per m van uitgravingen afz opd m m m 39,00 54,00 15,00

Uitbraak en definitief herstellen van de bestrating (niet boven sleuven) 3000003 3000004 3000005 3000006 3000007 3000008 Uitbraak losse bestrating Uitbraak bitumen of cementbeton Definitief herstel losse bestrating Definitief herstel bitumen of cementbeto Uitbraak en definitieve herstelling losse bestrating Uitbraak en definitieve herstelling bitumen of cementbeto m m m m m m 6,00 11,50 19,00 45,50 25,00 57,00

Bijkomende fundering onder bestrating per 10 cm (niet boven sleuven) 3003542 3003543 Stabilis (niet boven sleuven) Mager beton (niet boven sleuven m m 5,10 6,00

Boordstenen en/of betongreppels 3000009 3000010 3000011 Uitbraak boordstenen en/of betongreppel Terugplaatsen boordstenen en/of betongreppel Uitbraak en terugplaatsen boordstenen en/of betongrepp m m m 5,00 11,00 16,00

Verwijderen van niet zichtbare hindernissen (massieven, ondergronds metselwerk, beto 3003544 Verwijderen niet zichtbare hinderni m 100,00

Afvoer grond van putten volgens Vlarebo hoofdstuk X 3003545 Afvoer grond van putten volgens Vlarebo hoofdstuk m 18,70

Affrezen en herplaatsen toplaag KWS 3003867 Affrezen en herplaatsen toplaag KWS m 17,50

Plaatsen of wegnemen van leidingen in geopende sleuf Plaatsen of wegnemen van kabels in geopende sleuf of kokers (wachtbuizen) 3000012 3000013 3000014 3000015 3000016 3000017 3000018 3000019 3003160 Categorie A Categorie LS Categorie HS 1 Categorie HS 2 Categorie HS 3 Categorie HS 4 Categorie glasvezel HDPE 50 mm mono Categorie glasvezel HDPE 50 mm duo Categorie glasvezel HDPE 50 mm trio m m m m m m m m m 1,67 2,22 3,06 3,06 5,28 6,10 2,00 2,50 3,00

Opmerking : eenheidsprijzen in BOLD = steeds coefficient 1,000


EHP LB-131-F01-10.xls / posten blz. 1 / 6 uitgave 08.2008

PRIJSLIJST - Bijzonder Technisch Lastenboek Ondergrondse Leidingen - LB-131-F01.10 - uitgave 08/2008.


Postnr SAP-nrs. Benaming Eenheid Verm. Hoev. Eenheidsprijs

3.4.2 2040 3.4.3 2100 2101 2102 2103 2104 2105 2106 2107 2108 2109 2110 2111 2112 2113 2114 3.4.4 2150 2151 2152 2153 2154 2155 2156 2157 3.4.5 2200 2201 2202 2203 2204 2205 3.4.6 2300 2301 2302 2303

Verleggen of opbinden bestaande kabel 3003299 Verleggen of opbinden bestaande kabe m 2,00

Plaatsen van buisleidingen in geopende sleuf of kokers 3000020 3000021 3000022 3000023 3000024 3000025 3000026 3000027 3000028 3000029 3000030 3000031 3000032 3000033 3000034 Categorie PE 1 Categorie PE 2 Categorie PE 3 Categorie PE 4 Categorie PVC 1 Categorie PVC 2 Categorie ST0 Categorie ST1 Categorie ST2 Categorie ST3 Categorie ST4 Categorie ST5 Categorie N 1 Categorie N 2 Categorie N 3 m m m m m m m m m m m m m m m 2,50 3,06 5,28 6,94 3,96 5,20 4,17 11,94 16,65 21,38 26,94 30,54 7,22 16,65 20,13

Lassen en plaatsen van stalen hulpstukken bij aanleg hoofdleiding in staal 3003546 3003547 3003548 3003549 3003550 3003551 3003552 3003553 Staallas nominale diameter <= 80 mm Staallas nominale diameter 100 mm Staallas nominale diameter 150 mm Staallas nominale diameter 200 mm Staallas nominale diameter 250 mm Staallas nominale diameter 300 mm Staallas nominale diameter 350 mm Staallas nominale diameter 400 mm st st st st st st st st 44,00 49,00 60,00 71,00 82,00 150,50 161,00 177,50

Wegnemen van buisleidingen in geopende sleuf 3000037 3000038 3000039 3000040 3000041 3000042 Kunststofleidingen met uitw diameter >= 75 mm en <= 110 mm Kunststofleidingen met uitw diameter > 110 mm en <= 225 mm Vezelcementleidingen met nominale diameter <= 100 mm Vezelcementleidingen met nominale diameter > 100 mm en <= 400 mm Metalen leidingen met nominale diameter <= 100 mm. Metalen leidingen met nominale diameter > 100 mm en <= 400 m m m m m m m 3,06 4,17 3,56 4,67 5,00 9,72

Plaatsen van kokers (wachtbuizen) 3000043 3000044 3000045 3000046 Kokers (wachtbuizen) met uitwendige diameter <= 110 mm Kokers (wachtbuizen) met uitwendige diameter > 110 mm en <= 200 mm Kokers (wachtbuizen) met uitwendige diameter > 200 mm en <= 315 mm Kokers (wachtbuizen) met uitwendige diameter > 315 mm en <= 630 m m m m m 8,60 9,72 10,83 11,94

Opmerking : eenheidsprijzen in BOLD = steeds coefficient 1,000


EHP LB-131-F01-10.xls / posten blz. 2 / 6 uitgave 08.2008

PRIJSLIJST - Bijzonder Technisch Lastenboek Ondergrondse Leidingen - LB-131-F01.10 - uitgave 08/2008.


Postnr SAP-nrs. Benaming Eenheid Verm. Hoev. Eenheidsprijs

3.5 3.5.1 3000 3001 3002 3003 3004 3005 3006 3007 3.5.2 3008 3009 3010 3011 3.5.3 3012 3.5.4 3020 3021 3022 3023 3024 3025 3026 3027 3028 3029 3030 3040 3041 3042 3043 3044 3045 3046 3047 3048 3049 3050

Boringen Boringen type 1 en 2 3000047 3000048 3000049 3000050 3000051 3000052 3000053 3000054 Boring type 1 met diameter <= 110 mm Boring type 1 met diameter > 110 mm en <= 200 mm Boring type 1 met diameter > 200 mm en <= 315 mm Boring type 1 met diameter > 315 mm en <= 400 mm Boring type 2 met diameter <= 110 mm Boring type 2 met diameter > 110 mm en <= 200 mm Boring type 2 met diameter > 200 mm en <= 315 mm Boring type 2 met diameter > 315 mm en <= 400 mm m m m m m m m m 36,10 46,40 54,14 64,45 38,20 49,10 57,30 68,20

Boringen type 3 3000055 3000056 3000057 3000058 Boring type 3 met diameter <= 110 mm Boring type 3 met diameter > 110 mm en <= 200 mm Boring type 3 met diameter > 200 mm en <= 315 mm Boring type 3 met diameter > 315 mm en <= 400 mm m m m m 38,20 49,10 57,30 68,20

Persinstallatie 3000059 Persinstallatie st 1375,00

Horizontaal gestuurde boringen 3000269 3000270 3000271 3000272 3000273 3000274 3000275 3000276 3000277 3003161 3003162 3000278 3000279 3000280 3000281 3000282 3000283 3000284 3000285 3000286 3003163 3003164 Horizontaal gestuurde boring 90 <= 30 m Horizontaal gestuurde boring 110 <= 30 m Horizontaal gestuurde boring 125 <= 30 m Horizontaal gestuurde boring 160 <= 30 m Horizontaal gestuurde boring 200 <= 30 m Horizontaal gestuurde boring 250 <= 30 m Horizontaal gestuurde boring bundel 3 x 110 <= 30 m Horizontaal gestuurde boring bundel 3 x 125 <= 30 m Horizontaal gestuurde boring bundel 3 x 160 <= 30 m Horizontaal gestuurde boring bundel 3 x 200 <= 30 m Horizontaal gestuurde boring bundel 3 x 250 <= 30 m Horizontaal gestuurde boring 90 > 30 en <= 100 m Horizontaal gestuurde boring 110 > 30 en <= 100 m Horizontaal gestuurde boring 125 > 30 en <= 100 m Horizontaal gestuurde boring 160 > 30 en <= 100 m Horizontaal gestuurde boring 200 > 30 en <= 100 m Horizontaal gestuurde boring 250 > 30 en <= 100 m Horizontaal gestuurde boring bundel 3 x 110 > 30 en <= 100 m Horizontaal gestuurde boring bundel 3 x 125 > 30 en <= 100 m Horizontaal gestuurde boring bundel 3 x 160 > 30 en <= 100 m Horizontaal gestuurde boring bundel 3 x 200 > 30 en <= 100 m Horizontaal gestuurde boring bundel 3 x 250 > 30 en <= 100 m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m m 47,69 48,34 49,63 51,56 56,08 70,25 72,83 82,50 95,39 109,56 125,04 45,12 45,76 47,05 48,98 53,50 67,67 70,25 79,28 92,16 105,70 121,17

Opmerking : eenheidsprijzen in BOLD = steeds coefficient 1,000


EHP LB-131-F01-10.xls / posten blz. 3 / 6 uitgave 08.2008

PRIJSLIJST - Bijzonder Technisch Lastenboek Ondergrondse Leidingen - LB-131-F01.10 - uitgave 08/2008.


Postnr SAP-nrs. Benaming Eenheid Verm. Hoev. Eenheidsprijs

3.6 3.6.1 2290 3.6.2 6020 6021 6022 6023 3.6.3 6030 6031 6032 6033 3.6.4 6060 6061 6062 6063 6065 6066 3.6.5 6070 6071 3.6.6 6082 3.6.7 6090 3.6.8 6091 6092 6094 3.6.9 6095 3.6.10 6096 6097 3.6.11 6098 3.6.12 6099

Specifieke werken Forfaitaire vergoeding voor uitvoering drukproeven gas 3003555 Forfait drukproeven gas st 262,50

Maken van moffen op spanningsloze LS-kabel 3003165 3003166 3003167 3003168 Maken van LS-verbindingsmof Maken van LS-stopmof (sluitmof) Maken van LS-aardingsmof Maken van LS-eindmof + verbinding LS-bor st st st st 84,00 35,20 84,00 47,92

Maken van moffen op spanningsloze MS-kabel 3003169 3003170 3003171 3003172 Maken van MS-verbindingsmof PRC-PRC Maken van MS-overgangsmof PRC-PPL Maken van MS-buiteneindmof PRC + verbinden Maken van MS-binneneindmof PRC st st st st 94,50 399,00 67,67 60,90

Gasvrije werkzaamheden aan gasleidingen 3000099 3000100 3000101 3000102 3003187 3003188 Plaatsen netafsluiter gas in nw hoofdleiding bij aanleg Maken electrolas PE Plaatsen van potentiaal controlepunt Plaatsen isolatielementen (stalen leidingen) Plaatsen spui gas in nw hoofdleiding PE bij aanleg Plaatsen spui gas in nw hoofdleiding Staal bij aanleg st st st st st st 131,25 73,08 80,54 80,54 81,22 89,25

Andere werkzaamheden aan elektriciteitsleidingen 3000095 3003272 Maken kabelopvoer Plaatsen, verbinden + afwerken LS-strips + LS-kabeleindsl. in polyesterkas st strip 36,54 43,68

Specifieke werken aan ICS-leidingen 3000105 Plaatsen trekput voor glasvezelkabe st 292,35

Plaatsen polyesterkast 3000094 Plaatsen polyesterkas st 115,50

Bronbemaling 3000103 3000104 3003564 Bronbemaling sleuf Bronbemaling voor werk- en boorputten Dagsupplement bronbemaling m st st 15,75 861,00 70,00

Plaatsen bitumenband 3003565 Plaatsen bitumenband m 5,25

Zagen asfalt, beton 3000090 3000091 Zagen asfalt Zagen beton m m 2,98 3,52

Wegvoeren van ingepakte vezelcementbuis 3003868 Wegvoeren van een ingepakte vezelcementbu st 50,00

Verloren uren 3003869 Verloren uren st 100,00

Opmerking : eenheidsprijzen in BOLD = steeds coefficient 1,000


EHP LB-131-F01-10.xls / posten blz. 4 / 6 uitgave 08.2008

PRIJSLIJST - Bijzonder Technisch Lastenboek Ondergrondse Leidingen - LB-131-F01.10 - uitgave 08/2008.


Postnr SAP-nrs. Benaming Eenheid Verm. Hoev. Eenheidsprijs

3.7 4000 4001 4046 4003 4004 4005 4006 4007 4008 4009 4010 4011 4012 4013 4014 4015 4016 4017 4018 4019 4021 4022 4024 4025 4040 4041 4042 4043 4044 4045 3.8 5000 5010 5001 5002 5003 5004 5005 5008 5009 5011 5012 5013 5014 5015

Leveringen 3000060 3000061 3003870 3000063 3000064 3000065 3000066 3000067 3000068 3000069 3000070 3000071 3000072 3000073 3000074 3000075 3000076 3000077 3000078 3000079 3000081 3000082 3001777 3001778 3000293 3000294 3000295 3000296 3000297 3000298 Leveren van grind Leveren van zand Leveren van teelaarde Leveren van cement Leveren van gestabiliseerd zand 150 kg cement/m Leveren van funderingsbeton 250 kg cement/m Leveren dallen 30x30x5 cm Leveren van betonstraatstenen Leveren van PVC buizen D 110/2,2 Leveren van PVC buizen D 125/2,5 Leveren van PVC buizen D 160/3,2 Leveren van PVC buizen D 200/4,9 Leveren van PVC buizen D 250/4,9 Leveren van PVC buizen D 315/6,2 Leveren van PVC buizen D 400/7,8 Leveren van stalen buis D 100 mm Leveren van stalen buis D 150 mm Leveren van stalen buis D 200 mm Leveren van stalen buis D 250 mm Leveren en plaatsen van gegalvaniseerde staalplaten Leveren van bakstenen Leveren van dolomiet Leveren van kunststofplaat 30 x 15 voor bedekking van kabel Leveren van kunststofplaat 30 x 20 voor bedekking van kabel Leveren + lassen mantelbuis PE 90 SDR11 Leveren + lassen mantelbuis PE 110 SDR11 Leveren + lassen mantelbuis PE 125 SDR11 Leveren + lassen mantelbuis PE 160 SDR11 Leveren + lassen mantelbuis PE 200 SDR11 Leveren + lassen mantelbuis PE 250 SDR1 ton m ton kg m m st st m m m m m m m m m m m m st ton m m m m m m m m 40,95 29,00 25,00 0,19 59,97 63,05 0,96 0,65 3,20 4,10 5,09 8,14 14,91 17,06 26,83 19,11 26,57 39,48 53,66 27,30 0,34 50,44 0,59 0,76 6,41 8,75 10,21 15,16 22,16 37,91

Uurloon, vervoer en werktuigen 3000084 3003556 3000085 3000086 3000087 3000088 3000089 3001951 3001952 3003557 3003558 3003559 3003560 3003561 Uurloon lasser staal Uurloon PE-lasser, verbinder LS en MS Uurloon werkman Vrachtwagen min 5 ton nuttig laadvermogen met grijper of haspelwagen Bestelwagen of autobusje Graafmachine Compressor met max 2 pneumatische breekhamers Uurloon werkman (ANZA) Uurloon werkman (ZOF) Uurloon PE-lasser, verbinder LS en MS (ANZA) Uurloon PE-lasser, verbinder LS en MS (ZOF) Uurloon lasser staal (ANZA) Uurloon lasser staal (ZOF) Forfait wachtoproep h h h h h h h h h h h h h st 52,50 42,00 36,75 15,75 6,83 17,85 7,88 64,31 82,69 73,50 94,50 91,88 118,13 250,00

Opmerking : eenheidsprijzen in BOLD = steeds coefficient 1,000


EHP LB-131-F01-10.xls / posten blz. 5 / 6 uitgave 08.2008

PRIJSLIJST - Bijzonder Technisch Lastenboek Ondergrondse Leidingen - LB-131-F01.10 - uitgave 08/2008.


Postnr SAP-nrs. Benaming Eenheid Verm. Hoev. Eenheidsprijs

3.9 9800 3.10 990 991 992 994 995 996 997 999 910

Opname as-builtplan 3003189 Opname as-builtplan (per m sleuf per plan m 0,33

SLA - Service Level Agreements 3002478 3002479 3002480 3002482 3003566 3003567 3003568 3003632 3003595 SLA wegsign. en verkeersveiligh. niet in orde SLA woning, handelshuis en inrit niet veilig bereikbaar SLA uitvoerders niet in bezit geldig pasje SLA verbergen onvakkundige werkuitvoering SLA laattijdige of onvolledige verstrekking data SLA herstel voetpad/rijweg buiten de norm SLA gegronde klacht klantvriendelijkh - service SLA klever op PE-leiding niet aangebracht SLA slechte verbindings-,eind-, aftakmo st st st st st st st st st -250,00 -250,00 -250,00 -250,00 -250,00 -250,00 -250,00 -250,00 -2.000,00

Opmerking : eenheidsprijzen in BOLD = steeds coefficient 1,000


EHP LB-131-F01-10.xls / posten blz. 6 / 6 uitgave 08.2008

Addendum 1 aan lastenboek LB-131-F01.10 Editie 08.2008.


1. Liggingsdiepte MS-kabels. Met ingang van de nieuwe contracten waarin het lastenboek LB-131-F01.10 van toepassing is worden de middenspanningskabels (MS-kabels - Categorie HS1, HS2, HS3 en HS4, zie 3.4.1 van dit lastenboek) in de sleuf geplaatst met een dekking van 80 cm. Voor de sleuven type 1 en type 2 zal de aannemer de sleuven 20 cm dieper graven ingeval MS-kabel in de sleuf wordt geplaatst. Dit wordt verrekend met 2 lagen meerdiepte per 10 cm (zie 3.1.4 van dit lastenboek). Net als voor mantelbuizen PE50 voor glasvezelkabel zal het programma Opera zelf automatisch de meerdiepte in rekening brengen in de meetstaat. Indien de MS-kabels onder een ander sleuftype vallen (type 3 t.e.m. 14) dan is de sleufdiepte steeds groter dan 90 cm en wordt de meerdiepte niet verrekend.

2. Vervangen van gronden door zand bij meerdiepte. Zoals bij voorbeeld in punt 1 van dit addendum vermeld komt het voor dat de standaard sleuven dieper gegraven dienen te worden dan de normale in het lastenboek opgelegde diepte en wordt dit verrekend met de posten meerdiepte per 10 cm. Indien zich dit voordoet en de uit de sleuf opgegraven gronden dienen vervangen te worden door zand dan wordt dit verrekend met de posten vermeld onder 3.1.6 van dit lastenboek. De uitgegraven bodem voor het gedeelte meerdiepte is hierin echter niet inbegrepen. Indien er meerdiepte wordt verrekend en de grond is vervangen door zand dan wordt dit voor het gedeelte meerdiepte supplementair verrekend met de post 4001 SAP-nr. 3000061 Leveren van zand per m. Het supplementaire volume zand wordt per sleuftype als volgt berekend: Aantal lagen meerdiepte x 0,10 m x maximale sleufbreedte x sleuflengte Dit volume in m wordt vermenigvuldigd met de eenheidsprijs van post 4001. De maximale sleufbreedte is per sleuftype terug te vinden in de prijstabel Sleufwerk, uitbraak en herstel van de bestrating. 3.Definitie van Dolomiet. Om als dolomiet verrekend te worden dient dolomiet als volgt hersteld te worden: Leveren en plaatsen van een worteldoek (in geotextiel) op de stevig aangedamde sleuf- of putvulling. Leveren en plaatsen van een funderingslaag in gebroken puin of steenslag met een minimum dikte van 10 cm. De oorspronkelijke funderingslaag mag herbruikt worden maar moet aangevuld worden tot minimum 10 cm dikte. Leveren en plaatsen van de eigenlijke dolomietlaag type 0/15 mm ter dikte van minimum 7 cm. Het dolomiet is een gebroken kalkgesteente met een gelijkmatige lichtgeel/grijze kleur samengesteld uit minimum 40 % magnesiumcarbonaat en 60 % calciumcarbonaat gestabiliseerd met 100 kg cement per m mengsel en aangevuld met aanmaakwater (zie norm NBN-EN 1008).

Egaal uitspreiden en walsen van de dolomietlaag. Indien de geplaatste dolomiet-herstelling niet aan deze voorwaarden voldoet gebeurt de verrekening als steenslag m.a.w. als berm.

4. Erratum. Onder 3.1.7 Afvoeren van grond volgens Vlarebo wordt de tekst van het lastenboek vanaf titel b. tot aan de titel 3.2 STUTTEN VAN SLEUVEN EN PUTTEN vervangen door volgende tekst (de wijzigingen zijn in rood weergegeven):
b. Afvoer zonder vervanging sleufgrond in bestrating (posten nr. 1614 t.e.m 1627) SAP-nrs.: 3003496, 3003499, 3003502, 3003505, 3003508, 3003511, 3003514, 3003517, 3003520, 3003523, 3003526, 3003529, 3003532, t.e.m 3003535 De aanduiding is per strekkende meter sleuf, naargelang het type sleuf in losse bestrating of bitumen of cementbeton. Deze posten worden aangeduid indien de oorspronkelijke grond van de sleuf wordt teruggeplaatst. In dat geval kan enkel het sleufvolume van de leidingen die geplaatst werden afgevoerd worden. Het betreft hier dus een afvoer van grondoverschot. Deze post is dezelfde voor losse bestrating en bitumen of cementbeton en kan ook enkel aangeduid worden indien de sleuf in losse bestrating en bitumen of cementbeton werd gegraven. c. Afvoer zonder vervanging sleufgrond in berm (posten nr. 1628 t.e.m 1641) SAP-nrs.: 3003497, 3003500, 3003503, 3003506, 3003509, 3003512, 3003515, 3003518, 3003521, 3003524, 3003527, 3003530, 3003533, t.e.m 3003536 De aanduiding is per strekkende meter sleuf, naargelang het type sleuf in berm. Deze posten worden aangeduid indien de oorspronkelijke grond van de sleuf wordt teruggeplaatst. In dat geval kan enkel het sleufvolume van de leidingen die geplaatst werden afgevoerd worden. Het betreft hier dus een afvoer van grondoverschot. Deze post kan enkel aangeduid worden indien de sleuf in berm werd gegraven. 3.1.8 Wegvoeren en terugbrengen van grond en/ of losse bestrating ongeacht het sleuftype (post nrs. 1198 en 1199)

SAP-nrs.: 3003537 en 3003159 De eenheidsprijzen, afzonderlijk voor de grond en afzonderlijk voor de losse bestrating, zijn per meter sleuf. Deze posten worden toegepast indien de opgebroken grond en/of losse bestrating niet naast de te graven sleuf kan gestapeld worden en over een afstand van meer dan 20 meter moet vervoerd worden. De eenheidsprijzen omvatten: Opladen in kruiwagen en/of vrachtwagen. Afvoeren naar een stapelplaats die meer dan 20 meter van de sleuf is verwijderd. Lossen op de stapelplaats en ingeval van losse bestrating het stapelen ervan. Terug laden en terugvoeren na het plaatsen van de leidingen. Alle uit deze werkzaamheden voortvloeiende transportkosten zijn inbegrepen in de eenheidsprijs.

Deze post wordt enkel aanvaard indien de opdrachtgever dit oplegde.

Vous aimerez peut-être aussi