Vous êtes sur la page 1sur 4

Nederlandse samenvatting Sinds het laatste kwart van de afgelopen eeuw is er steeds meer onderzoek gedaan naar beeldvorming.

Het ging en gaat hierbij voornamelijk om de bestudering van de Westerse perceptie van vreemde beschavingen of onbekende culturele stelsels, waar de stereotypische Ander in werd geprojecteerd, waarmee het gewenste zelfbeeld kleur en diepte kreeg (en krijgt). Edward Saids Orientalism (1979) is hierin het onvermijdelijke referentiepunt. Een recenter verschijnsel is de bestudering van beelden niet van verre, vreemde streken, maar van de Westerse wereld. Occidentalisme is de term die wordt gebruikt voor beeldvorming over het Westen (Carrier; Chen; Wagner; Fokkema). Het onderzoek naar Occidentalisme staat nog in de kinderschoenen, zeker als we het aantal studies naar Occidentalisme vergelijken met het aantal studies dat tot op heden is verricht naar Westerse beeldvorming over de Orient. Het hier gepresenteerde onderzoek is een onderzoek naar Occidentalisme in hedendaags Egypte. In het bijzonder is onderzocht welke beelden van het Westen er worden gepresenteerd in Egyptische nonfictieteksten van na de Koude Oorlog. In de praktijk komt dat neer op een discours analyse van honderden krantenartikelen (in het bijzonder opiniestukken) en tientallen boeken, waarin de relatie van Egypte (of breder: de Arabische wereld, of zelfs de islam) tot het Westen impliciet of expliciet wordt besproken. Deze grote hoeveelheid aan te analyseren geschriften is in te delen aan de hand van een drietal categorien. Er zijn geschriften die vanuit een islamistisch wereldbeeld geschreven zijn, anderen die voortkomen uit een links-nationalistisch discours, en ten slotte zijn er artikelen en boeken die een liberale overtuiging ademen. De kern van het onderzoek wordt voorafgegaan door een korte geschiedenis van Occidentalisme in Egypte. Dit historisch overzicht van appreciaties van het Westen vanaf het begin van de negentiende eeuw tot en met de Infitah-periode (onder president Sadat), laat al zien dat het beeld van

192

het Westen verandert naar gelang de politieke omstandigheden en machtsrelaties tussen Egypte en het Westen veranderen, maar ook naar gelang de beeldvormer een bepaalde ideologische overtuiging bezit. Zo worden tenslotte uit dit overzicht vijf stereotypische Occidentalismes geformuleerd: een goedaardig Westen (waarvan geleerd kan en moet worden); een kwaadaardig Westen (dat verleidt, dubbele standaarden hanteert en de verwoesting van Egypte/de Arabische wereld/ de islam voor ogen staat); een zwak Westen (een vermolmde huls die op het punt staat ineen te storten); een islamitisch Westen (dat oorspronkelijk leven is ingeblazen door contact met de ooit superieure islamitische beschaving, en aldus in essentie niet vreemd is aan de islam); en het ware Westen (een verwijzing naar een ideaalbeeld, namelijk het Westen van aantrekkelijke concepten als vrijheid, vooruitgang, vrede en rechtvaardigheid). Deze vijf Occidentalismes dekken het overgrote deel van de stereotypische representaties van het Westen in de moderne Egyptische geschiedenis. Het onderzoek naar beeldvorming over het Westen in Egyptische geschriften met verschillende ideologische stempels laat duidelijk zien dat het Occidentalisme in hoge mate varieert. In links-nationalistische lectuur wordt het Westen met regelmaat op Marxistisch aandoende wijze besproken, waarbij de Egyptische of de Arabische natie wordt voorgesteld als slachtoffer van snode Westerse plannen, gericht op het behouden van de Westerse economische alleenheerschappij. De boeken van de vooraanstaande econoom Gall Amn zijn hiervan een voorbeeld. Islamistische kranten en boeken hebben meer de neiging om het Westen te plaatsen in een absoluut kader van goed en kwaad, waarbij het Westen en de islam diametraal tegenover elkaar staan. Verwijzingen naar lang vervlogen gebeurtenissen (soms zelfs teruggaand tot conflictsituaties uit preislamitische tijden) dienen ertoe de lezer te overtuigen dat hier sprake is van een essentieel, tijdloos conflict. Het werk van Muhammad Imrah is illustratief voor een dergelijke visie. Liberale geschriften staan haaks op

193

beide voorgaande benaderingen. Hoewel ook hier Westers beleid uitvoerig wordt bekritiseerd (vooral op het gebied van de dubbele standaarden) wordt er anderzijds ook een beroep gedaan op diezelfde Westerse wereld, of beter gezegd, op de ideale normen en waarden van die Westerse wereld, in het bijzonder die van de democratie. De journalist en publieke intellectueel Rid Hill was een representant van deze zienswijze (tot zijn verdwijning in 2003). De conclusies van het onderzoek zijn deels van analytische, deels van descriptieve aard. Om met de laatste te beginnen, valt ten eerste op dat het Westen relatief weinig wordt voorgesteld als een onveranderlijke, nvormige massa. Meer dan het geval is met Westerse beeldvorming over de Orient of de islam, wordt in het Egyptische publieke debat ten aanzien van het Westen onderscheid gemaakt, zoals tussen de VS en de EU, tussen Berlijn en Parijs, tussen bevolking en regering. Dat is ook meteen n van de belangrijke verschillen tussen Orientalisme en Occidentalisme, dat verklaard kan worden uit machtsverschillen. Het Westen is veel prominenter aanwezig in het Egyptische dagelijks leven, dan andersom gezegd kan worden van de mate waarin de Oosterse wereld of de islam in Westerse maatschappijen aanwezig is. Het is duidelijk dat de Occidentalismes een rol vervullen in het ideologisch discours waarin ze voorkomen, en het is duidelijk dat ze ook ten dele door dat discours worden gevormd. Dat kunnen we discursief determinisme noemen. Aan de andere kant weerspreken de onderzoeksresultaten de suggestie dat in de beeldvorming over het Westen (of in beeldvorming in het algemeen) er eigenlijk geen rol is weggelegd voor de concrete werkelijkheid. In het bijzonder de idee dat Westers beleid in de Arabische wereld er is essentie niet toe doet waar het gaat om antiWesters sentiment, is onjuist.

194

195

Vous aimerez peut-être aussi