STAPPENPLAN POP I

Om je te helpen bij het reflecteren, ontwikkelden we het volgende stappenplan. Het bestaat uit 4 stappen: een situatie kiezen, die situatie beschrijven, hierover reflecteren en competentieontwikkeling. Voor de evaluatie wordt er gekeken naar de kwaliteit van de situatiebeschrijving en de reflecties, niet naar het al dan niet bereiken van de competenties! (Dus je hoeft beschrijvingen en analyses zeker niet te verfraaien of op te smukken!). We willen jullie er nogmaals aan herinneren dat dit stappenplan verplicht is. Waarom dat zo is kan je nalezen in het Steundocument werken aan je POP. We vragen jou dus om de titels en subtitels op te nemen in je verslag. Als je na feedback dingen wil aanpassen in je verslag, dan doe je dit in een andere kleur. Zo ziet je coach of je rekening hield met feedback.

STAP 1 Kiezen van de situatie (Je hoeft deze stap niet expliciet op te nemen in je verslag) De studievorderingstoets

STAP 2

Beschrijving van de situatie (met 5 stapstenen)

Beschrijf kort de situatie: Op 30 oktober 2013 legde ik de studievorderingstoets af, bedoeld als voorbereiding op het echte examen en om te weten waar je al staat met de leerstof. en focus vervolgens op: 1. Wat heb ik gedaan (concrete/zichtbare actie)? Een stationsproef van 4 delen: radioanatomie, een theoriegedeelte over de lessen Basis Beeldvorming, een oefening bij Dirk De Backer en een oefening bij Patrick Palmans. 2. Wat wilde ik daarmee bereiken (doel)? Weten hoe het echte examen eraan toe zou gaan en slagen ervoor. 3. Waartoe hebben mijn acties geleid (resultaat)? Ik niet was geslaagd voor 3 van de 4 onderdelen. De leerkrachten moesten me slecht beoordelen.

Stappenplan reflectieverslagen POP I - Eerste opleidingsfase

4. Wat dacht ik? Ik wist niet goed waar ik me aan moest verwachten op het moment zelf. 5. Hoe heb ik dit ervaren / welk gevoel had ik (beleving)? Ik was zenuwachtig en vergat een deel van mijn leerstof. Teleurstelling maar ook een bevesting van mijn vermoedens dat ik niet geslaagd zou zijn. ! Tip voor als je je dit niet goed meer herinnert: haal je de situatie opnieuw voor de geest, leef je er opnieuw in, let eerst en vooral op je lichaam: Wat word je gewaar? Vb. spanning in buik en focus vervolgens op je gevoel, vb. bang, kwaad,

! Let op: de beschrijving van de situatie dient objectief te zijn. Interpretaties of reflecties laat je hier achterwege, want die horen thuis in je reflectie (Stap 3). Tenzij het relevante gedachten waren die je had op het moment van de situatie en die een effect hadden op je functioneren. Geef je in je beschrijving zo objectief mogelijk weer wat je op dat moment dacht. Tip: interessante om in de volgende stap over te reflecteren is als er tegenstelling is tussen actie, doel en resultaat.

Stappenplan reflectieverslagen POP I - Eerste opleidingsfase

STAP 3

Reflectie (met 10 stapstenen)

Schrijf bij je reflecties steeds in de eerste persoon, in de ik-vorm. Je reflecties gaan over jou / jouw functioneren, niet over men. Over anderen schrijf je slechts als dit rechtstreeks verband houdt met je eigen functioneren.

1. Waarom heb ik dat gedaan? Wat ligt er aan de basis van mijn handelen? Let op: dit is iets anders dan het doel / gewenste resultaat dat je bij de beschrijving van de situatie reeds beschreven hebt! Vanuit welke behoeften of noden (wat je nodig hebt)? Kennis over de werking van het werkelijke examen. Vanuit welke verlangens (wat je graag wil)? o Mijn diploma uiteindelijk te behalen en het beroep van technoloog medische beeldvorming uit te oefenen

2. Waarom heb ik dat zo gedaan? Wat ligt er aan de basis van mijn handelen op die specifieke manier? Welke normen en waarden? Ik vind succes hebben in wat je doet belangrijk dus ook om goede resultaten te behalen. Ik heb me hiervoor ingezet maar het bleek onvoldoende te zijn. Welke opvattingen o over mezelf? Het zal waarschijnlijk wel lukken, ik heb voldoende geleerd. o over de anderen? De leerkrachten zullen wel niet zo streng zijn omdat het maar een oefening is. o over mijn leef- en/of werkomgeving? De omgeving is mij bekend, dus er kan eigenlijk niet veel misgaan. Vraag je bij deze opvattingen telkens af of het gaat om feiten of slechts om gedachten. ! Tip: feiten zijn zaken die objectief door iedereen vast te stellen zijn. Gedachten zijn voorstellingen, opvattingen enz. die veelal een persoonlijke kijk op de dingen bevatten. Vb. Feit: ik behaalde een onvoldoende op deze DOT. Gedachten: ik kan geen DOTs maken, ik ben dom, .

Stappenplan reflectieverslagen POP I - Eerste opleidingsfase

3. Met betrekking tot hoe ik me voelde: waarom voelde ik me zo? De oefeningen tijdens de praktijklessen gingen goed, ik was misschien overmoedig. 4. Wat leer ik uit 1. en 2. en 3. over mezelf? Wat neem ik hieruit mee? Kwaliteiten (sterke punten): Ik heb me goed ingezet voor het vak. Gebreken (werkpunten): Nog diepgaander studeren en de zenuwen beter beheersen tijdens het examen zelf. Gedragspatronen: Ik wil snel studeren zodat ik tijd over heb om andere dingen te doen. Valkuilen: Ik sla details over die soms wel degelijk worden ondervraagd op het examen door alleen de grote lijnen te leren. Uitdagingen/leerkansen Ik moet mijn goede inzet op een andere manier gaan benutten door aandacht te hebben voor elk detail in de cursus van dit vak.

5. Als ik niet tevreden ben over het resultaat en/of over mijn acties en/of hoe ik me erbij voelde: wat zijn gedragsalternatieven? Geef telkens meer dan n alternatief (probeer minstens drie mogelijkheden te vernoemen), zodat je niet vervalt in je gewone gedragspatronen, maar werkelijk verplicht bent creatief naar alternatieven te zoeken. Ook als je wel tevreden bent, kan je naar gedragsalternatieven zoeken: hoe kan anders, sneller, beter, efficinter, prettiger -De leerstof beter bijhouden zodat ik de tijd heb om ook de details goed te leren. -Een manier vinden om te leren omgaan met stress zoals bijvoorbeeld mindfulness -De leerkrachten vragen wat voor soort kennis ze juist verwachten van de studenten.

6. Welke kwaliteiten/competenties/ervaringen heb ik daarvoor nodig? Wat heb ik nodig om het anders te doen (en om me anders te voelen)? Welke elementen liggen niet binnen mijn macht? De examenvorm en vragen die ik zal krijgen. Welke elementen liggen wel binnen mijn macht? Mijn voorbereiding op het examen en het afleggen ervan.

(Vb. als een ondersteunende groep me zou helpen maar niet te creren valt, waar kan ik dan op een andere manier halen wat die ondersteunende groep
Stappenplan reflectieverslagen POP I - Eerste opleidingsfase

me biedt? Anderen veranderen/omgeving aanpassen is altijd zeer moeilijk, dus beginnen bij jezelf: als bv. een groep me niet geeft wat ik nodig heb, wat kan ik dan doen om daarin anders te functioneren, anders te handelen?)

Stappenplan reflectieverslagen POP I - Eerste opleidingsfase

7. Formuleer n gedachte, zin die je de volgende keer in een gelijkaardige situatie of bij een gelijkaardige taak kan ondersteunen of helpen. Stel nooit uit tot morgen wat je vandaag nog kan doen. 8. Vraag feedback over je reflectie aan andere studenten. Zijn de verschillende stappen in de beschrijving van de situatie en de reflectie goed uitgevoerd? De andere student geeft aan wat nog onduidelijk of onvoldoende is en vult eventueel aan of doet suggesties ter verbetering. Praktisch: om zoveel mogelijk de kwaliteit van de feedback te garanderen, is het aanbevolen deze feedback te organiseren in koppels van 2 studenten. Zo is er een win-win situatie: in ruil voor een kwalitatieve feedback die jij op iemands reflectie geeft mag je ook een kwalitatieve feedback van de ander terug verwachten. Wellicht zijn er ook zaken/situaties die je niet wil delen met medestudenten. Daarom verwachten we dat drie van je vijf verslagen voorzien zijn van feedback van een medestudent. Je kan feeback vragen aan iemand uit je POP-groep, een student van je eigen of een andere opleiding binnen gezondheidszorg (mag iemand van een andere opleidingsfase zijn).

9. Evaluatie van het nieuwe gedrag qua proces, resultaat en beleving. Deze stap hoef je niet op te nemen in je verslag. We geven deze stap echter wel mee omdat dit jou een zicht geeft op de reflectiecyclus. In deze stapsteen beantwoord je de vraag waarom je net dit alternatief gekozen hebt en waarom dit alternatief wel lukt en (het) andere niet.

10. Wat vond ik moeilijk bij het schrijven van dit verslag? De verschillende vragen die nauw bij elkaar aansluiten. Ik had dikwijls het gevoel dat ik tweemaal hetzelfde antwoord moest geven maar dat komt misschien doordat ik de vragen niet goed heb genterpreteerd.

STAP 4

Competentieontwikkeling

Vanaf het 2e semester van de 1e opleidingsfase: leg het competentieprofiel van je opleiding naast je reflectie en overloop aan welke competenties je dit verslag kan koppelen. Vervolgens geef je in de grafiek van je groeimeter aan waar je na deze reflectie staat op het vlak van die competenties en attitudes. Je schrijft elke competentie voluit en geeft aan waarom je dit verslag aan deze competenties koppelt.
Stappenplan reflectieverslagen POP I - Eerste opleidingsfase