Vous êtes sur la page 1sur 6

LESONTWERP

ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING


Naam: Karen Meeusen
Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. 016 375600 www.khleuven.be

Vakkencombinatie: aardrijkskunde wiskunde Stagebegeleider DLO: x

School: Sint- Albertuscollege Onderwijsvorm: A-stroom Richting: Klas: Lokaal: Aantal leerlingen:

Les gegeven door: Karen Meeusen Vak: aardrijkskunde Onderwerp: havenlandschap Vakmentor: y Datum/Data: 25-2-2014 Lesuur/-uren: 5e en 6e lesuur

BEGINSITUATIE Situering in de lessenreeks


Voordien hebben de leerlingen verschillende soorten industrie gezien.

Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is)


De leerlingen kennen kenmerken van een industrielandschap De leerlingen kunnen met de atlas werken

Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit


Sommige leerlingen zijn al in een haven geweest bijvoorbeeld op vakantie.

Leerniveau van de klasgroep, klassfeer,


/

DIDACTISCHE VERANTWOORDING

Welke (vak)didactische principes komen in je les aan bod? (= opsomming)

Activiteitsprincipe: De leerlingen zoeken op in de atlas, maken een opdracht alleen, Aanschouwelijkheidsprincipe: Ik maak gebruik van google earth en fotos Motivatieprincipe: De leerlingen zoeken naar oplossingen bijvoorbeeld voor de vestigingsfactoren en het verschil tussen in- en uitvoer

EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN Situering in de eindtermen: (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden)


4: op werkkaarten van Vlaanderen of Belgi en van andere bestudeerde gebieden diverse landschapscomponenten benoemen, zijnde relifgebieden, rivieren, landbouwgebieden, industriegebieden, agglomeraties en steden, zeehavens, transportassen, toeristische streken en toeristische centra. 24: een industrielandschap herkennen, beschrijven naar uitzicht en functies en eenvoudige observeerbare kenmerken ervan vergelijken met een industrielandschap elders. 30: een havenlandschap herkennen en beschrijven naar uitzicht en functies.

Situering in het leerplan:


4.10.2 Vanuit landschapsfotos typische landschapskenmerken en landschappen beschrijven, herkennen en benoemen 4.13.3 Vanuit beeldmateriaal en andere informatiebronnen een havenlandschap herkennen als een geheel van economische functies 4.13.4 Vanuit landschapsbeelden en andere informatiebronnen (kaarten met bevolkingsspreiding, verkeerswegen) de vestigingsfactoren van de industrie in een haven onderzoeken

ALGEMEEN LESDOEL
De leerlingen kennen de eigenschappen en functies van een industrile haven.

SCHOOLAGENDA
havenlandschap Zenit 2

(Van de leerlingen. Verwijs naar het werkblad en/of de paginas in het werk - en/of handboek.)

BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens BIN.) LEERMIDDELEN & MEDIA
Ppt, zenit 2wb, enveloppen met kaartjes, whiteboard stiften,

Didactisch lesontwerp
KRACHTIGE LEEROMGEVING
Leerdoelen De leerlingen kunnen de haven van Antwerpen situeren Lesfasen & timing Instapfase Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud

o Neem eerst jullie atlas op de bank. http://www.youtube.com/watch?v=lMbXT_atySI Tot 44seconden o Waarover gaat dit filmpje? o Welke landschapselementen heb je allemaal herkend? De leerkracht opent google earth en zoomt in op Antwerpen met de haven in het midden. o Kom jij Schelde aanduiden op de foto? o Waar komt de Schelde in uit? o Wat zal er dan met het water in de Schelde gebeuren? o (Wat gebeurd er met het water op het strand?) Gedurende de les zullen we uitzoeken wat er allemaal te vinden is in de haven en wat daar allemaal gebeurd.
Agenda: Een havenlandschap WB P. 62-67

De leerlingen Lesfase 1: kunnen de Havenlandsch transportinfrastruc ap tuur van de haven benoemen en aanduiden op een kaart. De leerlingen kunnen de landschapselemen ten van een havenlandschap opnoemen

Hoe noemen de waterbekkens die je ook ziet op v de foto? o Waarom zijn ze aangelegd? (Wat is het verschil met de Schelde voor de schepen?) o Hoe komt het dat daar geen getijdenverschil is? (Hoe zijn ze verbonden met de Schelde?) o Als je naar de foto van de haven kijkt, welke landschapselementen merk je dan op? Neem jullie atlas o Op welke pagina vinden we kaarten over de haven van Antwerpen? Als eerste moeten jullie de Schelde aanduiden o Waar ligt die? Nu gaan we enkele dokken opzoeken, eerst even naar de uitleg luisteren. Op p.62 in jullie werkbladen staat dat jullie 5 dokken moeten aanduiden, het Waaslanddok is echter de oude naam van het Deurganckdok en vinden jullie dus niet terug in de atlas. Jullie krijgen een o

Havenlandschap De Schelde wordt met sluizen gescheiden van de dokken. Dit heeft als gevolg dat er geen getijden zijn in de dokken. De typische landschapselementen van een havenlandschap zijn: - Kaaien - Dokken - Portaalkranen - Sluizen - Loodsen - verkeersinfrastructuur

De leerlingen weten wat de oosterweelverbindi ng inhoudt.

minuutje om de juiste nummers van de andere vier dokken op de juiste plaats te zetten. o Dit zouden jullie gevonden moeten hebben. o Waar komt het Albertkanaal uit in de Schelde? We hebben het over een haven en in de haven komen boten aan. o Waar komen de boten vandaan? o Hoe gaan ze dan naar de haven? o Hoe noemen we transport over zee? o als je weet dat de haven van Antwerpen 80 km landinwaarts ligt en meer industrie heeft dan de haven Zeebrugge? Wat is dan het goedkoopst: maritiem transport of transport over het land, Wanneer de schepen zijn aangekomen in de haven, moeten de goederen ook naar andere steden van het binnenland geraken. Steden die in verbinding staan met de haven, noemt men het hinterland. o Via welke transportmiddelen geraken goederen van de haven tot het hinterland? Neem jullie atlas er nog eens bij. o Waar ligt de E34? o Waar ligt de A12? o Waar ligt de R1? o Kom jij enkele spoorwegen aanduiden? o Wat was het hinterland? o Welke grote steden in Belgi, Nederland en Duitsland behoren daartoe? o Wat kunnen we zeggen over de transportinfrastructuur rond Antwerpen? o Wat gaat de overheid nu doen om het transport rond Antwerpen nog te verbeteren? De oosterweel verbinding. Hier wordt al heel lang over gediscussieerd/ Er waren twee opties in het masterplan en dat was het BAM trac (oosterweel verbinding) die zo dicht mogelijk tegen de stad ging liggen en er was het Meccano trac dat verder van de stad zou liggen, zodat de bewoners minder last zouden hebben van lawaaihinder en luchtvervuiling. Toch heeft de regering gekozen voor het kortere en dus de voor vrachtwagens snellere optie van de oosterweel verbinding. Om toch de bewoners zo weinig mogelijk te hinderen komt er misschien een deel van het project in de vorm van een tunnel. Dit zorgt voor een minimum aan geluidshinder, hier kan fijn stof uit de lucht gefilterd worden en kan

Transportwegen Maritiem transport = transport over zee Hinterland = Plaatsen in het binnenland die via - Autosnelwegen - Spoorwegen - Kanalen In verbinding staan met de haven. De belangrijkste steden van het hinterland zijn: Belgi: Brussel, Gent, Hasselt, Nederland: Breda, Eindhoven, Amsterdam, Duitsland: Berlijn, Hamburg,

meer natuurgebied behouden worden en heeft het een minder grote invloed op het uitzicht van de stad.

Lesfase 2: functies

Wanneer de grote schepen aankomen, moeten de goederen getransporteerd worden en dit kon met verschillende transportmiddelen. o Welke drie hadden we reeds vernoemd? o Wat moet er gebeuren, voordat de goederen over het hinterland getransporteerd kunnen worden? Dit kan aan de hand van kranen of transportbanden. De kranen die hiervoor worden gebruikt, noemt men portaalkranen. Het laden en lossen noemt men overslag van goederen o Hoe hoog denken jullie dat de kraan op de foto is? Voor de volgende opdracht deel ik per twee een enveloppe uit: daarin zit een papier met drie vakjes op en kaartjes. Het is de bedoeling dat jullie de kaartjes in de juiste vakjes leggen. o Wat hebben jullie bij stukgoed? Stukgoed, zijn goederen die per stuk verpakt kunnen worden. o Wat hebben jullie bij vloeibaar massagoed? Vloeibare massagoederen, zijn vloeibare stoffen die per gewicht of volume vervoerd worden. o Wat hebben jullie bij vast massagoed? Vaste massagoederen, zijn vaste stoffen, die per gewicht of volume vervoerd worden. Maak per twee opdracht 7, behalve opdracht d. Maak hiervoor gebruik van info 7.4 o Hoeveel ton werd in 2008 via Antwerpen overzee vervoerd? o Wat is het belangrijkste onderdeel van het maritiem transport: import of export? o Wat is het verschil in samenstelling? o Wat gebeurd er met de import, die niet terug gexporteerd wordt? o Waarom worden er zo veel grondstoffen ingevoerd? o Hoe zal olie vervoerd worden op het land? Lees info 7.5 o Welke oplossing werd er gevonden om het

Functies van de haven Overslag = het laden en lossen van maritieme schepen aan de hand van transportbanden en portaalkranen. Belgi is arm aan grondstoffen, daarom voeren we meer in dan we uitvoeren. Belgi zet grondstoffen vooral om in halffabricaten. Grondstoffen, omvatten ook brandstof en die wordt verbruikt. Vandaar de kloof tussen import en export.

Vestigingsfactoren minder transport nodig Zowel aan Schelde als dokken: meer plaats voor overslag efficinter

probleem van de te grote schepen op te lossen? Jullie krijgen per twee een blad en jullie proberen zo veel mogelijk redenen te vinden, waarom bedrijven zich aan de haven van Antwerpen zouden vestigen. o Waarom vestigen bedrijven zich zoal in de haven van Antwerpen? Neem op p. 64 jullie kaartje er nog eens bij. o Welke functies in de legende hebben we nog niet besproken? o Waar worden goederen volgens jullie opgeslagen? o Waarvoor dienen volgens jullie de open ruimten?

Opmerkingen i.v.m. bijlagen: Steeds kopie toevoegen van ingevuld werkblad of -boek. Indien gebruik gemaakt wordt van transparanten of digitale presentatie: handouts toevoegen (verkleind, zwart/wit). Indien de klasopstelling gewijzigd wordt: plan en/of omschrijving toevoegen.

BORDSCHEMA

Vous aimerez peut-être aussi