Vous êtes sur la page 1sur 1

Christopher Caldwell

Uit: “De Europese Revolutie, hoe de islam ons voorgoed veranderde “(Uitg. AMBO)
Hoofdstuk 8: de Franse sluierwet (laïcité) pag. 225

Om terug te komen op een kwestie die we in het vorige hoofdstuk besproken hebben: Frankrijk was
het enige land dat coherente constitutionele bezwaren tegen de sluier in stelling wist te brengen. Dat
lukte alleen maar omdat Frankrijk een grondwet heeft die in Europa uniek is vanwege de daarin
tentoongespreide vijandigheid – of, op zijn zachts gezegd, het gekoesterde wantrouwen – jegens de
religie.
In 1995 werden er wetten aangenomen ter beteugeling van de macht van de rooms-katholieke kerk, die
in die tijd de lakens uitdeelde op lagere scholen, politieke invloed uitoefende door middel van zijn
bezittingen en recentelijk Frankrijk internationaal te schande had gemaakt door de rol die de kerk had
gespeeld in de Dreyfus-affaire, waarbij een Joodse legerkapitein valselijk beschuldigd was van
spionage. Kerk en staat waren gescheiden door middel van laïcité, een moeilijke te vertalen begrip.
Het verschil met de elders vigerende traditie van secularisme is dat deze laïcité niet gericht op het
neutraliseren van publieke gezagsdragers in religieuze zaken, maar op het neutraliseren van religieuze
organisaties in publieke zaken.

In december 2003 voltooide een uit twintig leden bestaande commissie, onder voorzitterschap van
politicus en immigratiedeskundige Bernard Stasi, een vijf maanden durend onderzoek, dat door
president Chrirac werd geprezen als een goede manier op de laïcité helemaal bij de tijd te brengen in
een multiculturele samenleving. De commissie beval aan om opvallende religieuze symbolen – niet
alleen hoofddoeken maar ook keppeltjes en grote kruisen – uit openbare scholen en andere instellingen
te verwijderen. In het belang van de vereiste neutraliteit moest blijkbaar iedere disproportionele
inbreuk op de religieuze moslimpraktijk worden ‘rechtgezet’ door het opleggen van enkele
compenserende restricties aan de meerderheidscultuur – ook als die restricties flauwekul en louter pro
forma waren. Het verbod op keppeltjes en ‘grote kruisen’ was alleen maar bedoeld om te verhullen dat
het om de islam ging.
De meeste mensen begrepen dat. De sociale wetenschapper Farhad Khosrokhavar schreef onmiddellijk
na het verschijnen van het rapport terecht": ‘Het is algemeen bekend dat er in feite gemikt wordt op de
islam, en met name op de hoofddoek. De rest is bijzaak.

Opnieuw: op de lange termijn wordt de prijs voor de regulering van immigratie betaald door de
bredere samenleving, en wel in de vorm van rechten. Joodse jongeren die op een gewelddadige
openbare school zaken, zullen het verlies van het recht op een keppeltje te dragen misschien een
allerminst hoge prijs hebben gevonden voor enig staatsoptreden tegen de islamisering van
onderwijsinstellingen. Wat christenen betreft, die werden nauwelijks door de aanbevelingen getroffen,
omdat de kruisen die ze aan halskettingen dragen door gaans niet meer dan kruisjes zijn (niemand is
ooit aan de weet gekomen wat er bedoeld werd met ‘grote kruisen’). Het niet-islamitische publiek
begreep dat dit waarschijnlijk de beste deal was die het kon krijgen.

De Franse ‘sluier wet’ was al even ongeloofwaardig als de Deense huwelijkswetten, en beide waren ze
effectief om dezelfde reden: de overgrote meerderheid van de niet-islamitische samenleving maakte
zich er sterk voor. Toen er rond Kerstmis 2003 werd gedebatteerd over het hoofddoekverbod,
demonstreerden duizenden gesluierde vrouwen in Parijs en waarschuwden moslimleiders – van de
activistische schrijver en geleerde Tariq Ramadan tot Mohammed Ennacer Latrèche, de antisemitische
volksmenner uit de Elzas – voor veel ergere dingen die er te gebeuren stonden, zodra de wet in
werking trad. Maar toen duidelijk werd dat Frankrijk voet bij stuk hield, ebden de protestmarsen
geleidelijk weg, tot er alleen nog maar aan werd deelgenomen door een stelletje halvegaren. Op de
eerste schooldag, in de herfst van 2005, kwamen slechts 12 scholieren gesluierd op school,
tegen 639 in het voorgaande najaar. Chirac verordonneerde dat de honderdste verjaardag van
uit 1905 stammende wet op de laïcité zo rustig mogelijk diende te worden gevierd.

Vous aimerez peut-être aussi