Vous êtes sur la page 1sur 4

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder Student(e): Carlijn Roestenburg Klas (PABO): P13Ehv1C Stageschool: Plaats: Vak- vormingsgebied: Levensbeschouwing Speelwerkthema / onderwerp: Levensbeschouwelijk Gesprek Mentor: Datum : 06-03-2014 Groep: 3 Aantal lln: 24

Levensbeschouwelijk Gesprek Levensbeschouwing

Beginsituatie: Groep 3: 1)Wat kennen, weten en kunnen de leerlingen ten aanzien van de leerinhoud. De kinderen hebben iedere week Leefstijl. Dat is een vak waar de kinderen praten over gevoelens, talenten en elkaar. Ze zijn dus gewend om te praten over wat ze vinden. 2) waar zijn de leerlingen gevoelig voor en waar liggen kansen in actualiteit en omgeving? Ze zullen het moeilijk vinden om toe te geven wat hun eigen gevoel is. Of ze zelf ooit zijn gepest en of ze zelf wel eens iemand pesten. Ze zijn zo erg bezig met hun eigen ik. Dat ze amper tot geen rekening houden met elkaar. 3) Hanteer je nieuwe didactische werkvormen of zijn deze bekend? Zijn de speel- en leermiddelen bekend? Kunnen de leerlingen de activiteiten zelfstandig uitvoeren? Waar moet je eventueel hulp bieden? De werkvormen zijn bekend bij de kinderen, ze hebben nog nooit met mij de vorm Over de Streep gedaan. Dit zal lastig voor de kinderen zijn. (Alkema, 2011) Beginsituatie Fowler: De kinderen zitten in Fase 1: Intutief- projecterende Levensbeschouwing, 2/3-7 jaar. Losse ervaringen kunnen bij de kinderen diepgaand en blijvend zijn. De kinderen imiteren het gedrag van ouders/verzorgers. De kinderen denken nog niet logisch maar associatief (onbewust de ene gedachte met de andere verbind) De kinderen vragen al steeds meer waarom en hoe. De kinderen zijn erg ik- gericht. De wereld is voor hem gemaakt.

Lesdoel(en):
-

Evaluatie van lesdoelen:

Wanneer en hoe. Respect creren bij elkaar. Aan het einde van de les moeten de kinderen accepteren en inzien dat ieder kind anders is. Persoonlijke Leerdoelen: Aan het einde van les kunnen de kinderen inzien dat ieder kind een andere 1.2 spreekt kinderen aan op hun gedrag en nodigt uit tot gesprek mening heeft en dat er geen een goed of fout is. hierover. Aan het einde van de les kennen de kinderen het verschil tussen plagen en pesten 2.4 erkent en handelt vanuit de drie psychologische basisbehoeften (autonomie, competentie, relatie) 4.4 past de inrichting van de leeromgeving op een veilige en efficinte manier aan ten behoeve van de onderwijsactiviteit.

Lesverloop
Tijd/ Leerinhoud Didactische Werkvorm Didactische handelingen Leraar Leeractiviteit leergedrag leerling(en) Materialen / Organisatie Boek methode: Doe je mee?

Inleiding

Doceren

Stap 1: Verhaal Ik ga het verhaal op bladzijde 42 van het voorleesboek voorlezen.

Luisteren

Ingaan op tekst

Onderwijsleergesp Stap 2: Concrete/controle vragen rek Ik ga Concrete vragen stellen over het verhaal: Door wie werd Jasper gepest? Waarom werd Jasper gepest? Wie nam het op voor Jasper? Hoe denk je dat Jasper zich voelde toen Bessie met de juf aankwam? Demonstratie en oefening

Reageren

Opdracht

Stap 3: Onderwerp Kring, Spullen pakken en opdracht uitvoeren Een Spel. Kinderen voeren een opdracht uit om hun pand terug te krijgen. Alle kinderen leggen iets van hun zelf in het midden van de kring. Daarover wordt een doek gelegd. We verzinnen

Kring

samen een opdracht. om de beurt mag een kind iets onder de doek weghalen. De opdracht wordt dan uitgevoerd en daarna krijg je het bezit terug. Mogelijke vragen: Bij welke opdrachten werd er gelachen? Voelde het als uitlachen of niet? Opdracht De kinderen gaan in tweetallen de opdracht in het werkboek maken. Wat is plagen en wat is pesten? In tweetallen het werkboek maken.

Nabespreking

IStap 4: Terug naar het verhaal Ik vraag aan de kinderen hoe Jasper zich zou hebben gevoeld? Zou die het leuk hebben gevonden?

Reageren op terughalen van het verhaal.

Toelichting: Ik heb voor deze wijze van les gekozen omdat de kinderen in deze groep niet zo goed kunnen omgaan met elkaar. Ze vinden het lastig om rekening te houden met elkaar, wat logisch is op deze leeftijd. Door met elkaar over de streep te gaan leren ze elkaar kennen en zullen ze meer respect krijgen met elkaar. Door het blaadje kapot te maken zullen ze ook zien dat het nooit hetzelfde wordt. De evaluatie is erg belangrijk zodat de kinderen weten wat ze gedaan hebben.

Feedback Student: - Ik heb de les moeten aanpassen omdat hij veel te moeilijk was voor kinderen van groep 3. - Wanneer ik een methode les heb gaan we onder een doek dingen leggen. De les was erg onrustig. De kinderen begrepen de achterliggende gedachte er niet van. - De les was dus geen groot succes.

Feedback docent: Na gesprek en reflectie is duidelijk geworden dat Carlijn het lastig vindt om zicht te krijgen op het jonge kind. Ze wil heel graag dit kind begrijpen en aanvoelen. Vandaar dat we een stappenplan hebben ontwikkeld. Dit stappenplan kan Carlijn beschrijven. Carlijn stond in groep 6/7 als een Paboplus leerkracht voor de groep: al oog op processen, diepgang, rapport. Op dit moment in groep 3 zie ik een goede eerste jaars student staan, die aan het werk is met haar leerkrachtvaardigheden. Haar goede, positieve inzet is er. Antoinette van Abeelen, BSC.

Vous aimerez peut-être aussi