LESVOORBEREIDINGSFORMULIER:

Naam student: Justin Wilmsen Klas: P13 ehv 1D Studieloopbaanbegeleider: Aydan Gonenc Datum: 25-03-2014

Stageschool: De Wilakkers Mentor: Jan van Kemenade Groep: 7a LVF: 10e

Onderwerp: (Waar gaat de les over/ binnen welk domein?) We gaan het hebben over een spellingsles binnen taal. Hierbinnen vallen de niet-werkwoorden en de werkwoorden. Deze moeten ze zelf herkennen en hardop spellen. Persoonlijke leerdoel: (wat wil ik leren?) Ik wil ervoor zorgen dat ik aan het einde van deze periode een spellingsles die ik zelf verzonnen heb goed kan inleiden en het leerproces van de leerlingen goed stimuleer vanuit een visie die bij mezelf aansluit de SLO doelen aansluit en verantwoordbaar is vanuit de theorie van de ontwikkeling van taal. Lesdoel: (bespreek met mentor/wat wil ik bereiken met de kinderen?) Ik wil ervoor zorgen dat leerlingen op het gehoor de spellingspatronen van de antwoorden die ze geven kunnen onderscheiden en dit hardop in een coperatieve werkvorm kunnen benoemen waarbij ze aan het einde van de les kunnen vertellen wat er goed ging in hun samenwerking en hoe ze op de antwoorden zijn gekomen. Gerelateerd lesdoel: (Hoe is het lesdoel verantwoordbaar tegenover de SLO doelen?) Kerndoel 1: De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. Kerndoel 2: De leerlingen leren bij de doelen onder mondelinge taalonderwijs en schriftelijk taalonderwijs strategien te herkennen Theorieverwijzing: (Welke theorie is gekoppeld aan je lesdoelen, beginsituatie en werkvorm/inhoud?) Paus, H. e.a, (2010). Portaal. Bussum.: Coutinho Hoogeveen, P & Winkels, J (2009). Het didactische werkvormenboek. Assen: Van Gorcum. Beginsituatie: (bespreek met mentor/is dit onderwerp al bekend bij de kinderen?) De leerlingen zijn bezig bij de niet-werkwoordvormen met woorden vervoegen. Ze proberen vreemde woorden zoals filosoof naar filosofen te vervoegen. Hierbij gaan ze bij de werkwoorden kijken naar de d-ts en naar de voltooid deelwoorden. Achtergrondinformatie vanuit mijn typering: Er zijn in totaal 11 jongens en 13 meisjes in mijn klas. Dit zijn in totaal 24 leerlingen waar ik les aan geef. De leeftijd van de kinderen ligt tussen de 9 en 12 jaar. De leerlingen werken vanuit een carr vorm in de klas, hierbij kijken ze gezamenlijk naar de opdrachten vanuit de methode. Zodra alles is uitgelegd vanuit het boek gaan ze zelfstandig aan de slag met het werkboek. Als ze ergens niet uitkomen vragen ze hulp aan de leerkracht of aan hun buurman of vrouw. Er zijn enkele leerlingen die tijdens de opdrachten aandacht van andere leerlingen vragen, om het ergens anders over te hebben. Werkvormen organisatie en inhoud: ( voor welke werkvorm kies je/ waarom kies je hiervoor?) Doel formuleren, hersenengymnastiek, groepjes vormen en telkens 1 vraag afnemen bij elk groepje. Materialen: (wat heb ik nodig?) Digibord, Telefoon (timer), Scorebord.

Inleiding: (hoe begin ik de les) De knutselstand We gaan met zn allen de tafel verzetten in de knutselstand. Dat heb ik ze de vorige les geleerd. We doen dit net zolang dat dit snel en veilig verloopt.

Evt. situaties De leerlingen doen dit nu voor de 2e keer en het kan zijn dat ze vergeten zijn hoe ze dit moeten doen.

Oplossing Controlevragen stellen en kijken of elke leerling weer weet wat die moet doen.

Tijd

5 min.

Uitleg van de wedstrijd Je krijgt als groep een vraag. Je overlegt met zn allen wat het antwoord zou kunnen zijn. Hier krijg je 20 sec. voor. Hierna moeten ze samen het antwoord spellen. Ze horen dit antwoord te gaan spellen. Elk letter van dit woord roept n van de leerlingen op en dan gaat de volgende leerling door etc. Kern: (Wat er gaat gebeuren en waarom?) Introduceren van Lingo We gaan met zn allen spellen door middel van een spel. Het eerste gaan we met zn allen Lingo doen. Voor elk goed antwoord dat je geeft krijg je een punt.

De leerlingen begrijpen de uitleg op het begin nog niet en weten niet hoe het spel in elkaar steekt.

Aangeven dat het duidelijk word tijdens het spelen en zodra het fout gaat we het 5 min. tussentijds stoppen.

Evt. situaties De leerlingen snappen niet dat ieder op hun beurt moeten wachten en schreeuwen door elkaar.

Oplossing Tijd Stop zetten nogmaals uitleggen hoe ze antwoord moeten geven. Als het dan goed is zorgen ze 5-10 ervoor dat ze hun min. beurt wachten en anders word het als foutief antwoord gerekend.

De Video-quiz Vanuit de belevingswereld van de groep heb ik film en tv vragen gemaakt. Hierbij moeten ze ervoor zorgen dat ze samen overleggen en dan het goede antwoord geven. Als ze het antwoord goed hebben moeten ze het antwoord spellen.

Sommige leerlingen hebben Proberen de groepjes makkelijke vragen en in de gaten te houden 5-10 sommige moeilijke. welke vragen ik stel min. en welke leerlingen in dat groepje zitten.

Spelling Bee Ik noem een zin op en leerlingen moeten samen een woord spellen. Als ze alles goed hebben krijgen ze een punt.

5-10 min. De leerlingen spreken voor hun beurt of verspreken zich. Het punt telt niet en de volgende groep is aan de beurt.

Afsluiting: (Hoe sluit je de les af/ is je lesdoel Evt. situaties behaald? We kijken wie het hoogste gescoord heeft Aan het einde bespreken wat we gedaan hebben met De leerlingen zijn niet eens alle woorden en wat het doel was van de les. Aan het met de manier van tellen. einde van de les moeten ze kunnen vertellen wat er goed ging in hun samenwerking en hoe ze op de antwoorden zijn gekomen. Ik kijk mijn doelstelling na door na te gaan of alle groepjes boven de 8 punten zijn gekomen bij het 1e en 3e onderdeel.

Oplossing

Tijd

Mijn mentor als medescheidsrechter inzetten

5 min.