Vous êtes sur la page 1sur 10

SLB stap 11

Mindmap De ideale leerkracht


Creatief Fantasierijk Visualiseren Rust Enthousiast Rolmodel Nieuwsgierigheid prikkelen van lln Motiveren Prikkelen van lln Structuur Spelenderwijs laten leren Werken met materialen Leren omgaan met talenten van de lln MI: muziekslim, taalslim, beeldslim, woordslim, lichaamslim, mensenslim, natuurslim, rekenslim. Coperatief leren Differentiren Creren van een veilige leeromgeving Creren van een pedagogisch klimaat Het geven van adaptief onderwijs Werken aan de 3 basisbehoeften: relatie, autonomie en competentie Beheersen van genoeg kennis Zorgen voor interactie Lln onderzoekend laten leren Lln kennis overbrengen Duidelijkheid Het geven van leuke, interessante, enthousiaste lessen Humor Middenweg kunnen vinden tussen serieus werken en een grapje tussendoor Begeleiden Leiden Eigen ervaringen in beeld brengen van jezelf of van lln.

Groen: Beheers ik al. Oranje: Kan nog beter. Rood: Moet ik nog echt aan gaan werken, komende 4 jaar. Als ik bovenstaande punten beheers, dan vind ik mezelf een goede leerkracht. Dit wil ik bereiken na 4 jaar.

Reflectie vooraf Subjectief concept openen Woordspin Theorie: Analyse groep 7 OGP3

Reflectie woordspin Wat doe ik? Ik ben tijdens mijn observaties aan het observeren wie sterk/zwak is bij bepaalde vakgebieden. Hierbij kan ik de conclusie maken met homo- en heterogene groepen. Ook heb ik hierbij gebruik gemaakt van de zorgmap. Ik heb de rapporten bekeken per individu. Daarbij kon ik zien wie eventuele extra begeleiding/ instructie nodig heeft bij een bepaald vak. En wie een extra opdracht aan kan. In het begin van de stage heb ik de lln een formulier laten invullen over het pedagogisch klimaat in de klas. Aan de hand daarvan kon ik bepalen hoe de sfeer in de klas is. Tijdens de ervaring die ik voor de klas opdeed merkte ik de rollen in de groep. Wie valt op? Wie is rustig en valt niet op. Wie heeft een extra duwtje in de rug nodig. Wie kan ik zelfstandig laten werken, etc. Dit heeft allemaal met de analyse van de groep te maken. Zowel door observatie, als ervaring en de zorgmap, kom ik al een heel eind om erachter te komen hoe groep 7 van Walther in elkaar zit en hoe ik dit ga aanpakken in de stageweek.

Wat doe ik nog niet? Ik ben bezig met de analyse van de groep. Maar dit heeft tijd nodig. Ik ken nog niet alle leerlingen persoonlijk. Ik weet ook nog niet van iedereen zijn of haar achtergrond. Daar ga ik de komende weken mee aan de slag. Voordat ik aan mijn stageweek begin, wil ik dit namelijk weten zodat ik hier rekening mee kan houden. Ik vind deze aanpak fijn, omdat relatie heel belangrijk is en het creren van een pedagogisch klimaat. Wat vind ik? Omdat ik pas bezig ben in groep 7 weet ik nog niet veel van de lln. Ik verwacht van mezelf dat ik in de stageweek gebruik maak van mijn analyse van groep 7. Dat ik differentieer in de groep qua lesgeven en opdrachten. Wie wil ik zijn als leerkracht? Ik wil een goede relatie krijgen met de lln van groep 7, waarbij er een veilige pedagogische klimaat ontstaat. Tijdens de lessen wil ik differentiren qua niveau. Zwakkere lln krijgen extra begeleiding of eventuele extra instructie. De sterke lln krijgen een extra moeilijkere opdracht of gaan sneller zelfstandig aan het werk. Weet wie sterk en zwak is. Maak gebruik van homogene en heterogene groepen. Laat lln van elkaar leren. Kortom weet de beginsituatie van groep 7!

Reflectie achteraf Wat wilde ik? Ik wil een goede relatie krijgen met de lln van groep 7, waarbij er een veilige pedagogische klimaat ontstaat. Tijdens de lessen wil ik differentiren qua niveau. Zwakkere lln krijgen extra begeleiding of eventuele extra instructie. De sterke lln krijgen een extra moeilijkere opdracht of gaan sneller zelfstandig aan het werk. Weet wie sterk en zwak is. Maak gebruik van homogene en heterogene groepen. Laat lln van elkaar leren. Kortom weet de beginsituatie van groep 7! Wat deed ik? Ik heb de lln een vragenlijst laten invullen, waardoor ik een sociogram kon maken van de sfeer in de klas. Daardoor heb ik gemerkt dat er ook iemand in de klas gepest wordt. Hiermee ben ik aan de slag gegaan d.m.v. een levensbeschouwelijk gesprek over pesten. Kinderen gaven toe dat ze hem pesten. Ook hebben we zijn gevoel omschreven hoe hij zich voelt als hij gepest wordt. Na het zinvolle gesprek over gepest worden en zelf iemand pesten hebben we oplossingen bedacht in de klas. D.m.v. observatie, zorgklapper, rapporten en zelf ervaring tijdens de lessen, weet ik wie zwakker en sterker is bij een bepaald vak. Ik ben tijdens mijn lessen veel ervaring op aan het doen om te differentiren. Extra instructiegroepen. Sterke lln zelfstandig laten werken en extra opdrachten. Hoe ging het? Positief: Doordat ik nu les aan het geven ben in groep 7 en wat meer achtergrond informachttie weet, differentieer ik in mijn lessen. Voor de OGP3 opdrachten en in mijn stageweek ben ik nu hiermee bezig. Vooral voor de vakken rekenen en taal, zie lesvoorbereidingsformulieren. Ik geef van te voren aan wat ik van de lln verwacht die zelfstandig gaan werken, ik merk dat ik ze dan minder vaak hoef te corrigeren. Er komt organisatie en overzicht bij kijken, maar de lln hebben hier ervaring mee en weten wat ze moeten doen. Wat anders ging: Ik vraag aan de lln of iemand het nog moeilijk vindt. dan zie ik vaak geen vinger in het begin van de les, terwijl ik het tijdens het zelfstandig werken merk dat veel lln het dan toch nog moeilijk vinden. Dan ben ik dus te laat met extra instructie. Ik geef de lln dan aparte begeleiding. Ik kom namelijk dinsdag op stage en ik weet niet hoe de lln de maandag hebben gerekend (bijvoorbeeld). Dit vind ik lastig. Hier kom je pas na het zelfstandig werken achter. Ik vraag wel van te voren aan mijn mentor hoe het maandag was gegaan. Ook kopier ik de les ervoor, zodat ik weet wat ze hebben gedaan en ik de les samen met de lln even kort ophaal.

Hoe nu verder?

Essentile zaken: Kijk naar de lln die rekenen in het algemeen moeilijk vinden. Neem die apart in een groepje. Ga met ze aan de slag. Merk ik dat iemand het begrijpt en onder niveau werkt. Zet ik diegene zelfstandig aan het werk. - Lln van het extra instructiegroepje zelf samenstellen. Niet vragen wie het moeilijk vindt.

Reflectie stageweek groep 7 Reflectie vooraf Subjectief concept openen Woordspin

Reflectie woordspin Wat doe ik al? Ik stel vragen voor ik met de les begin, vaak hebben deze vragen te maken met het ophalen van de voorkennis. Ik maak na de les gebruik van een productevaluatie, wat ik mis is een procesevaluatie (zie wat doe ik nog niet). Ik evalueer vaak zelf de les, maar ik wil ook de lln zelf laten evalueren, zowel proces- als productevaluatie. Wat doe ik nog niet? Ik wil graag meer gebruik maken van de procesevaluatie. Ik pas dit, voor mijn gevoel, te weinig toe na een les. Ook wil ik de lln zelf laten evalueren. Hoe vonden jullie het zelfstandig werken gaan? Of als ik taken geef in groepjes. Hoe deed de stiltekapitein het? Ik ben namelijk meer product gericht bezig. Ook is het belangrijk om je doel voor de les aan te geven. Ik haal wel altijd de voorkennis op bij de lln. Of ik kijk even wat ze gister bij dat vaak hebben gehad en koppel het terug in de les. Maar ik mis bij mezelf nog dat ik aangeef: Dit gaan we leren. Zus en zo gaan we het doen vandaag.

Wat vind ik? Ik vind je pas een goede leerkracht als je een pakkende inleiding hebt, waarbij je ook je doel aangeeft en voorkennis ophaalt bij de lln. Dat je aan het eind van de les hierop terugkoppelt. De leerlingen zijn bewust bezig met het doel en weten wat ze aan het leren zijn. Ook is het belangrijk om te variren met een product- en procesevaluatie, zowel van jezelf als van de lln. Ik vind het belangrijk dat lln ook inbreng hebben op je lessen en dat ze op zichzelf kunnen reflecteren hoe heb ik gewerkt?. Wie wil ik zijn? Ik wil aan het eind van het jaar een pakkende inleiding en een sterke doelgerichte afsluiting van een les kunnen geven. Stel je persoonlijke leerdoel vast Ik wil aan het eind van het jaar een pakkende inleiding kunnen geven, waarbij ik erop let dat ik het doel van de les aangeef. De lln weten wat de bedoeling is van de les en ze weten waar ze aan toe zijn. Daardoor kan ik makkelijker afspraken maken wat ik van ze verwacht. Ik wil aan het eind van het jaar een doelgerichte afsluiting geven, waarbij ik zowel proces- als product terug evalueer. Hierbij wil ik variren dat ik de les terug evalueer of de leerlingen zelf.

Reflectie achteraf Wat wilde ik? Ik wil aan het eind van het jaar een pakkende inleiding kunnen geven, waarbij ik erop let dat ik het doel van de les aangeef. De lln weten wat de bedoeling is van de les en ze weten waar ze aan toe zijn. Daardoor kan ik makkelijker afspraken maken wat ik van ze verwacht. Ik wil aan het eind van het jaar een doelgerichte afsluiting geven, waarbij ik zowel proces- als product terug evalueer. Hierbij wil ik variren dat ik de les terug evalueer of de leerlingen zelf. Wat deed ik? Ik heb deze week een aantal lessen per dag gegeven. Daarbij heb ik gelet op mijn opening en afsluiting van de les (zie lesvoorbereidingen). Ik heb bij elke opening de voorkennis opgehaald. Ook heb ik gewerkt om het doel van te voren aan te geven, zoals: Wat hebben we de vorige les ook alweer gedaan? De lln geven antwoord. Vandaag gaan we werken aan... De lln weten wat we gaan doen, wat ze gaan leren en wat ze kunnen verwachten in de les. Ik ben deze week vooral bezig geweest met het terug evalueren van het doel. Of de lln het begrijpen. Zo niet, dat ik de dag erna extra instructie/begeleiding geef met een bepaald groepje. Dit had nog te maken met mijn vorig doel: Differentiren in de groep. Ik wil meer werken aan procesgericht evalueren. Ik heb de lln gecomplimenteerd na mijn extra instructie tijdens de spellingsles van dinsdag in de stageweek. De lln waren stil en goed aan het werk tijdens mijn extra instructie bij het groepje van 5 lln. Toen ik mijn les af ging sluiten heb ik het gezamenlijk gevalueerd dat ik tevreden was over het werken tijdens de spellingsles en benoemd wat ik precies goed vond. Ik had voor de les ook aangeven wat ik van de klas ging verwachten. Dit werkte dus positief. Na de les van beeldende vorming, dit was een verfles, hebben we klassikaal een aantal werkjes besproken. Wat zie je? Hoe heeft diegene gewerkt met het mengen van de basiskleuren en de sfeer? (lesdoel) De kinderen hebben nu zelf een productevaluatie gegeven. Wel heb ik naderhand zelf de werkjes beoordeeld. Hoe ging het? Positief: Ik merk dat als ik het doel aangeef en van te voren aangeef wat ik van ze verwacht een fijnere werksfeer hangt, als dat ik ze aan het werk zet zonder afspraken. Dan moet ik soms sneller even aanspreken dat ik deze werksfeer niet ok vind. Voorkennis kort en krachtig ophalen van de les. Productevaluatie, zowel zelf evalueren als dat ik leerlingen laat evalueren.

Leerlingen laten evalueren mag nog meer... Wat anders ging: Procesevaluatie meer oefenen. Stel eens een schema op, zoals hieronder bijvoorbeeld.

Bij elke les je doel blijven aangeven. Essentile zaken: Blijven letten op het doel aangeven van je les. Denk aan het evalueren over het proces van je gehele les. Blijven oefenen om lln ook te laten evalueren, zowel proces als product. Aan de slag met de essentile zaken en blijven werken aan de punten die nu wel goed gaan. - Blijven letten op het doel aangeven van je les. - Denk aan het evalueren over het proces van je gehele les. - Blijven oefenen om lln ook te laten evalueren, zowel proces als product. Voorkennis ophalen Afspraken maken voor de les Productevaluatie

Hoe nu verder?

Feedback slber
Ik mis de feedback van mijn slber. Ik heb het op tijd gemaild. Ook vaker laten herinneren. Maar helaas heb ik niks meer ontvangen...

Vous aimerez peut-être aussi