Académique Documents
Professionnel Documents
Culture Documents
Deltores
~
Aan
DPWadden
Datum
19december 2013
Van
Z.B. Wang
Kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Aantal pagina's
17
Doorkiesnummer
+31 (0)8833 58 202
E-mail
zheng.wang@deltares.nl
Onderwerp
Kansrijke lange termijn veiligheidstrategien Eems-Dollard
Paaf Goedkeuring 'a aaf
Versie Datum Auteur Paraaf Review
dec. 2013 Zheng BingWang/'J / Bert vander Valk I. FrankHoozemans
I v
1 Inleiding
1.1 Achtergrond
In2008 is door de commissie Veerman een advies geschreven ten aanzien van het inkaart
brengen van de lange termijn waterveiligheid en zoetwatervoorziening, wat geleid heeft tot het
Nationaal Waterplan. Ten behoeve van het in kaart brengen van de lange termijn
waterveiligheid enzoetwatervoorziening en het genereren van mitigerende maatregelen, is een
tweede Deltaprogramma opgestart onder leiding van de Deltacommissaris. Een onderdeel van
het Deltaprogramma is het deelprogramma Waddengebied.
Binnen het deelprogramma Waddengebied wordt gewerkt aan de lange-termijn
veiligheidsstrategien voor de kust vande eilanden en het vasteland. Omte komen tot de
deltabeslissingen die in2015 genomen moet worden wordt er in2013 gewerkt aan de
kansrijke strategien. Dit memo beschrijft de uitwerking van lange termijn strategien voor het
Eems-Dollard gebied.
Datum
19december 2013
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Deltares
~
Pagina
2/17
Germany
10km
TheNetherlands
Figuur 1 Eems-Dollard estuarium
1.2 Probleemstelling
De volgende onderdelen van het Eems-Dollard estuarium worden inde beschouwing
betrokken: de Buiteneems (Westereems timOost Friesche Gaatje), de Dollard, inclusief Mond
van de Dollard tot aan het Sperrwerk (Duitsland), en de rivier de Eems, zie Fig.1. Deze
onderdelen vormen als geheel n systeemen kunnen niet apart worden beschouwd, hoewel
het DPW richt zich op veiligheidsstrategien voor alleen het Nederlandse gedeelte.
Het Eems-Dollard gebied wordt uitgelicht bij de uitwerking van lange termijn
veiligheidsstrategien omtwee redenen. Ten eerste, een deel van het gebied is Duits
grondgebied wat het probleemingewikkelder maakt. Ten tweede, de ontwikkelingen van het
fysische systeem inhet gebied zijn (meer) zorgwekkend geworden inde afgelopen decennia
(zie Vroom et al., 2012). De indringing van het getij inhet gebied is veel sterker geworden in
samenhang met een enorme toename van de troebelheid, vooral inhet rivierdeel. Voor de
veiligheid tegen overstromingen, het primaire aandachtspunt voor het DPW, is de sterkere
indringing van het getij vooral van belang, omdat het kan betekenen dat de maatgevende
hoogwaterstand sneller stijgt dan het gemiddelde zeeniveau. Dat betekent dat rekening
houden met de zeespiegelstijging alleen niet voldoende is. Voor de lange-termijn
veiligheidsstrategie moeten wij voldoende inzicht krijgen inde verandering van de
hoogwaterstanden bij extreme condities insamenhang met de morfologische ontwikkelingen
van het gebied.
1.3 AanpakIleeswijzer
Het Eems-Dollard gebied verschilt vanandere NL Waddengebieden doordat het
veiligheidsprobleem (extreemhoogwater) samenhangt met het probleemvan de hoge
troebelheid. Daaromwordt inhoofdstuk 2 het probleem, m.b.t. zowel de extreme
hoogwaterstanden als de hoge troebelheid nader geanalyseerd. Inhoofdstuk 3 worden de
mogelijke strategien beschouwd voor de veiligheid tegen overstromingen en omde
troebelheid te verlagen, omtot de kansrijke strategien te komen. Inhoofdstuk 4 worden de
conclusies ende aanbevelingen gegeven.
Datum
19 december 2013
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Deltares
~
Pagina
3/17
2 Probleemanalyse
2.1 Algemeen
Er zijn twee problemen inhet Eems-Dollard Estuarium: het veiligheidsprobleem en het
natuurprobleem. Voor de veiligheid tegen overstromingen zijn de waterstand en de golfoploop
bij extreme omstandigheden van belang. Voor de natuur is het probleemvooral veroorzaakt
door de hoge troebelheid. Hoewel de lange-termijn veiligheidsprobleem het primaire
aandachtspunt van het DPW is moet het natuurprobleem ook inbeschouwing worden
genomen. Bovendien is er een interactie tussen de troebelheid en de waterbeweging in het
systeem.
Het estuarium deel (de Buiteneems, de Dollard, inclusief Mond van de Dollard tot aan het
Sperrwerk Gebied) en rivier vormen samen als geheel n systeem, maar voor de twee
problemen is het handig omeen onderscheid tussen de twee delen te maken omeen paar
redenen. Voor de veiligheid tegen overstromingen is het onderscheid logisch omdat ten eerste
de Eems Rivier geheel Duits gebied is enten tweede de rivier beschermd wordt door het
Sperrwerk. Daaromwordt indeze notitie verder geen aandacht naar het veiligheidsprobleem
van het rivierdeel besteed. Voor het natuurprobleem is het onderscheid logisch omdat de twee
gebieden een totaal andere troebelheid hebben. De sedimentconcentratie inhet rivier deel is
een orde hoger dan inhet estuarium deel.
2.2 Extreem hoogwater langs NL kust
Maatgevend voor de veiligheid zijn de extreme hoogwaterstanden bij stormcondities. Omeen
idee te krijgen inde ontwikkelingen daarvan worden de jaarlijks gemeten hoogste
waterstanden bepaald uit de beschikbare waterstandgegevens voor de vier Nederlandse
stations in het gebied: van buiten naar binnen Huibergat, Eemshaven, Delfzijl en Nieuwe
Statenzijl.
Van de vier stations heeft Delfzijl de langste dataset, al vanaf eind 19de eeuw. De ontwikkeling
van de jaarlijks hoogste waterstand (maximum van alle gemeten waarden ineenjaar) op dit
station (zie Fig.1) laat een duidelijke trendbreuk zien rondom 1955. Vr 1955 schommelt het
rondom een constant waarde, maar na 1955 is er een duidelijke stijging inde tijd te zien. De
trend van de stijging is inde orde van 1cm/jaar, aanzienlijk meer dan de zeespiegelstijging in
deze regio. De grote variatie vanjaar tot jaar is te verklaren door de variatie van de
meteorologische condities (stormen). Voor de oude data kan het ook te maken hebben met de
grote tijd interval van de metingen, wat tot gevolg kan hebben dat de hoogste waterstand niet
altijd werden gemeten.
De andere drie stations hebben allemaal kortere datasets die allemaal na 1955 beginnen,
Huibergat vanaf 1973, Eemshaven vanaf 1978 en Nieuwstatenzijl vanaf 1979. Bij deze stations
is er geen trendbreuk te eonstateren ende jaarlijks hoogste waterstand vertoont een stijging in
de hele gemeten periode. Ommeer inzicht te krijgen inde ontwikkelingen worden de data bij
de vier stations met elkaar vergeleken voor de periode waarin gegevens op alle vier stations
beschikbaar zijn, i.e. vanaf 1979, zie Fig.3.
Datum
19 december 2013
Deltares
~
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Pagina
4/17
J aar maximalewaterstand Delfzijl
500
...:.
.,..
+
....
. , . .
...
_+ .
450
~ 400
E
~
'1:1
c:: 350
~
*
~ 300
250
200
1875 1895 1915 1955 1975 1995
jaar
Fig.2 Historische ontwikkeling vanjaarlijks maximale waterstand gemeten op station Delfzijl
InFig.3 is er naast de waarnemingen ook een lineaire trendlijn op basis van de data bepaald
enweergegeven. De helling van de trendlijn (cm/jaar) geeft weer de stijging inde tijd en is een
indicatie hoe de maatgevende waterstand ontwikkelt inde tijd. Opgemerkt wordt dat de
absolute waarde van de helling een lage betrouwbaarheid heeft. Dit blijkt uit de sterke
gevoeligheid van de waarde voor de meegenomen periode en uit het feit dat de enkele
extreme hoge waarde in2006 een grote invloed op de waarde van de helling heeft.
Desondanks zijn er een paar belangrijke constateringen opte merken uit Fig.3:
De trend bij Huibergat (-1.4 mm/jaar) wijkt niet veel af van de bekende
zeespiegelstijging indeze regio (-1.8 mm/jaar).
De trend neemt toe van buiten naar binnen. Bij de twee binnenste stations (Delfzijl en
Nieuwe Statenzijl) is de trend zeker meer dan de zeespiegel stijging.
Er is geen afvlakking van de trend te zien.
De constatering dat inhet binnendeel van het estuarium de extreme hoogwaterstand veel
sneller stijgt dan de zeespiegel is erg belangrijk voor de lange-termijn veiligheidsstrategie. Als
dit ook inde toekomst blijft doorgaan betekent het dat de veiligheidsopgave zwaarder is dan er
is aangenomen inSmale (2012). Maar of de geconstateerde trend blijft doorgaan is op dit
moment moeilijk te zeggen. Omeen betrouwbare voorspelling voor de toekomstige trend te
kunnen doen is het nuttig goed te begrijpen hoe de huidige trend die ongeveer 60jaar geleden
ingezet is ontstaan en instand wordt gehouden. Daaromzijn de historische gegevens van
waterstanden ende menselijke ingrepen nader geanalyseerd. De resultaten van de analyse
zijn beschreven inWang en Oost (2013), waarvan de Nederlandse samenvatting is gegeven in
de Appendix bij dit memo. Uit de analyse is gebleken dat toename van de getijslag inde Eems
Rivier samenhangt met de vaargeulverdieping, beide ingezet rondom 1955. Dit is ook het
moment van de trendbreuk inde ontwikkeling van het extreme hoogwater in het estuariumdeel.
De analyse laat verder zien dat de versterking van de getijamplificatie een belangrijke factor
voor de ontwikkeling van het (extreme) hoogwater is. De ontwikkelingen van de
getijamplificatie inhet estuariumdeel kunnen niet aan specifieke menselijke ingrepen in het
estuariumdeel zelf worden gerelateerd, en hangen blijkbaar samen met de morfologische
2015
Datum
19 december 2013
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Deltores
~
Pagina
5/17
ontwikkelingen die ook door de ingrepen en ontwikkelingen in het rivierdeel worden benvloed.
Ondanks de nadere analyse van de gegevens zijn er nog steeds grote onzekerheden omtrent
de ontwikkeling van de extreme hoogwaterstanden in de toekomst.
Jaar maximale waterstand Huibergat
350
330
310
290
~ 270
"0
c: 250
~
~ 230
cu
3:
210
190
Y = 0. 137x- 26. 802
170
150
1955 1965 1975 1985 1995 2005 2015
jaar
Jaar maximale waterstand Eemshaven
400
380
360
340
~ 320
"0
S 300
I!!
~ 280
260
240
220
y = 0. 2389x - 173. 83
200
1955 1965 1975 1985 1995 2005 2015
jaar
Datum
19december 2013
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Deltores
~
Pagina
6/17
J aar maximale waterstand Delfzijl
500
450
_ 400
E
~
'C
c 350
~
.s
CIl
_._ ._._
~ 300
250
v - 0. 4473x - 556. 26
200
1955 1965 1975 1985 1995 2005 2015
jaar
J aar maximalewaterstand Nieuwstaatzijl
550
500
_ 450
E
'C
c 400
~
- .s
~
CIl
~ 350
300