Vous êtes sur la page 1sur 18

Memo

Deltores
~
Aan
DPWadden
Datum
19december 2013
Van
Z.B. Wang
Kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Aantal pagina's
17
Doorkiesnummer
+31 (0)8833 58 202
E-mail
zheng.wang@deltares.nl
Onderwerp
Kansrijke lange termijn veiligheidstrategien Eems-Dollard
Paaf Goedkeuring 'a aaf
Versie Datum Auteur Paraaf Review
dec. 2013 Zheng BingWang/'J / Bert vander Valk I. FrankHoozemans
I v
1 Inleiding
1.1 Achtergrond
In2008 is door de commissie Veerman een advies geschreven ten aanzien van het inkaart
brengen van de lange termijn waterveiligheid en zoetwatervoorziening, wat geleid heeft tot het
Nationaal Waterplan. Ten behoeve van het in kaart brengen van de lange termijn
waterveiligheid enzoetwatervoorziening en het genereren van mitigerende maatregelen, is een
tweede Deltaprogramma opgestart onder leiding van de Deltacommissaris. Een onderdeel van
het Deltaprogramma is het deelprogramma Waddengebied.
Binnen het deelprogramma Waddengebied wordt gewerkt aan de lange-termijn
veiligheidsstrategien voor de kust vande eilanden en het vasteland. Omte komen tot de
deltabeslissingen die in2015 genomen moet worden wordt er in2013 gewerkt aan de
kansrijke strategien. Dit memo beschrijft de uitwerking van lange termijn strategien voor het
Eems-Dollard gebied.
Datum
19december 2013
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Deltares
~
Pagina
2/17
Germany
10km
TheNetherlands
Figuur 1 Eems-Dollard estuarium
1.2 Probleemstelling
De volgende onderdelen van het Eems-Dollard estuarium worden inde beschouwing
betrokken: de Buiteneems (Westereems timOost Friesche Gaatje), de Dollard, inclusief Mond
van de Dollard tot aan het Sperrwerk (Duitsland), en de rivier de Eems, zie Fig.1. Deze
onderdelen vormen als geheel n systeemen kunnen niet apart worden beschouwd, hoewel
het DPW richt zich op veiligheidsstrategien voor alleen het Nederlandse gedeelte.
Het Eems-Dollard gebied wordt uitgelicht bij de uitwerking van lange termijn
veiligheidsstrategien omtwee redenen. Ten eerste, een deel van het gebied is Duits
grondgebied wat het probleemingewikkelder maakt. Ten tweede, de ontwikkelingen van het
fysische systeem inhet gebied zijn (meer) zorgwekkend geworden inde afgelopen decennia
(zie Vroom et al., 2012). De indringing van het getij inhet gebied is veel sterker geworden in
samenhang met een enorme toename van de troebelheid, vooral inhet rivierdeel. Voor de
veiligheid tegen overstromingen, het primaire aandachtspunt voor het DPW, is de sterkere
indringing van het getij vooral van belang, omdat het kan betekenen dat de maatgevende
hoogwaterstand sneller stijgt dan het gemiddelde zeeniveau. Dat betekent dat rekening
houden met de zeespiegelstijging alleen niet voldoende is. Voor de lange-termijn
veiligheidsstrategie moeten wij voldoende inzicht krijgen inde verandering van de
hoogwaterstanden bij extreme condities insamenhang met de morfologische ontwikkelingen
van het gebied.
1.3 AanpakIleeswijzer
Het Eems-Dollard gebied verschilt vanandere NL Waddengebieden doordat het
veiligheidsprobleem (extreemhoogwater) samenhangt met het probleemvan de hoge
troebelheid. Daaromwordt inhoofdstuk 2 het probleem, m.b.t. zowel de extreme
hoogwaterstanden als de hoge troebelheid nader geanalyseerd. Inhoofdstuk 3 worden de
mogelijke strategien beschouwd voor de veiligheid tegen overstromingen en omde
troebelheid te verlagen, omtot de kansrijke strategien te komen. Inhoofdstuk 4 worden de
conclusies ende aanbevelingen gegeven.
Datum
19 december 2013
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Deltares
~
Pagina
3/17
2 Probleemanalyse
2.1 Algemeen
Er zijn twee problemen inhet Eems-Dollard Estuarium: het veiligheidsprobleem en het
natuurprobleem. Voor de veiligheid tegen overstromingen zijn de waterstand en de golfoploop
bij extreme omstandigheden van belang. Voor de natuur is het probleemvooral veroorzaakt
door de hoge troebelheid. Hoewel de lange-termijn veiligheidsprobleem het primaire
aandachtspunt van het DPW is moet het natuurprobleem ook inbeschouwing worden
genomen. Bovendien is er een interactie tussen de troebelheid en de waterbeweging in het
systeem.
Het estuarium deel (de Buiteneems, de Dollard, inclusief Mond van de Dollard tot aan het
Sperrwerk Gebied) en rivier vormen samen als geheel n systeem, maar voor de twee
problemen is het handig omeen onderscheid tussen de twee delen te maken omeen paar
redenen. Voor de veiligheid tegen overstromingen is het onderscheid logisch omdat ten eerste
de Eems Rivier geheel Duits gebied is enten tweede de rivier beschermd wordt door het
Sperrwerk. Daaromwordt indeze notitie verder geen aandacht naar het veiligheidsprobleem
van het rivierdeel besteed. Voor het natuurprobleem is het onderscheid logisch omdat de twee
gebieden een totaal andere troebelheid hebben. De sedimentconcentratie inhet rivier deel is
een orde hoger dan inhet estuarium deel.
2.2 Extreem hoogwater langs NL kust
Maatgevend voor de veiligheid zijn de extreme hoogwaterstanden bij stormcondities. Omeen
idee te krijgen inde ontwikkelingen daarvan worden de jaarlijks gemeten hoogste
waterstanden bepaald uit de beschikbare waterstandgegevens voor de vier Nederlandse
stations in het gebied: van buiten naar binnen Huibergat, Eemshaven, Delfzijl en Nieuwe
Statenzijl.
Van de vier stations heeft Delfzijl de langste dataset, al vanaf eind 19de eeuw. De ontwikkeling
van de jaarlijks hoogste waterstand (maximum van alle gemeten waarden ineenjaar) op dit
station (zie Fig.1) laat een duidelijke trendbreuk zien rondom 1955. Vr 1955 schommelt het
rondom een constant waarde, maar na 1955 is er een duidelijke stijging inde tijd te zien. De
trend van de stijging is inde orde van 1cm/jaar, aanzienlijk meer dan de zeespiegelstijging in
deze regio. De grote variatie vanjaar tot jaar is te verklaren door de variatie van de
meteorologische condities (stormen). Voor de oude data kan het ook te maken hebben met de
grote tijd interval van de metingen, wat tot gevolg kan hebben dat de hoogste waterstand niet
altijd werden gemeten.
De andere drie stations hebben allemaal kortere datasets die allemaal na 1955 beginnen,
Huibergat vanaf 1973, Eemshaven vanaf 1978 en Nieuwstatenzijl vanaf 1979. Bij deze stations
is er geen trendbreuk te eonstateren ende jaarlijks hoogste waterstand vertoont een stijging in
de hele gemeten periode. Ommeer inzicht te krijgen inde ontwikkelingen worden de data bij
de vier stations met elkaar vergeleken voor de periode waarin gegevens op alle vier stations
beschikbaar zijn, i.e. vanaf 1979, zie Fig.3.
Datum
19 december 2013
Deltares
~
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Pagina
4/17
J aar maximalewaterstand Delfzijl
500





...:.
.,..




+




....


. , . .



...

_+ .








450
~ 400
E
~
'1:1
c:: 350
~
*
~ 300
250
200
1875 1895 1915 1955 1975 1995
jaar
Fig.2 Historische ontwikkeling vanjaarlijks maximale waterstand gemeten op station Delfzijl
InFig.3 is er naast de waarnemingen ook een lineaire trendlijn op basis van de data bepaald
enweergegeven. De helling van de trendlijn (cm/jaar) geeft weer de stijging inde tijd en is een
indicatie hoe de maatgevende waterstand ontwikkelt inde tijd. Opgemerkt wordt dat de
absolute waarde van de helling een lage betrouwbaarheid heeft. Dit blijkt uit de sterke
gevoeligheid van de waarde voor de meegenomen periode en uit het feit dat de enkele
extreme hoge waarde in2006 een grote invloed op de waarde van de helling heeft.
Desondanks zijn er een paar belangrijke constateringen opte merken uit Fig.3:
De trend bij Huibergat (-1.4 mm/jaar) wijkt niet veel af van de bekende
zeespiegelstijging indeze regio (-1.8 mm/jaar).
De trend neemt toe van buiten naar binnen. Bij de twee binnenste stations (Delfzijl en
Nieuwe Statenzijl) is de trend zeker meer dan de zeespiegel stijging.
Er is geen afvlakking van de trend te zien.
De constatering dat inhet binnendeel van het estuarium de extreme hoogwaterstand veel
sneller stijgt dan de zeespiegel is erg belangrijk voor de lange-termijn veiligheidsstrategie. Als
dit ook inde toekomst blijft doorgaan betekent het dat de veiligheidsopgave zwaarder is dan er
is aangenomen inSmale (2012). Maar of de geconstateerde trend blijft doorgaan is op dit
moment moeilijk te zeggen. Omeen betrouwbare voorspelling voor de toekomstige trend te
kunnen doen is het nuttig goed te begrijpen hoe de huidige trend die ongeveer 60jaar geleden
ingezet is ontstaan en instand wordt gehouden. Daaromzijn de historische gegevens van
waterstanden ende menselijke ingrepen nader geanalyseerd. De resultaten van de analyse
zijn beschreven inWang en Oost (2013), waarvan de Nederlandse samenvatting is gegeven in
de Appendix bij dit memo. Uit de analyse is gebleken dat toename van de getijslag inde Eems
Rivier samenhangt met de vaargeulverdieping, beide ingezet rondom 1955. Dit is ook het
moment van de trendbreuk inde ontwikkeling van het extreme hoogwater in het estuariumdeel.
De analyse laat verder zien dat de versterking van de getijamplificatie een belangrijke factor
voor de ontwikkeling van het (extreme) hoogwater is. De ontwikkelingen van de
getijamplificatie inhet estuariumdeel kunnen niet aan specifieke menselijke ingrepen in het
estuariumdeel zelf worden gerelateerd, en hangen blijkbaar samen met de morfologische
2015
Datum
19 december 2013
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Deltores
~
Pagina
5/17
ontwikkelingen die ook door de ingrepen en ontwikkelingen in het rivierdeel worden benvloed.
Ondanks de nadere analyse van de gegevens zijn er nog steeds grote onzekerheden omtrent
de ontwikkeling van de extreme hoogwaterstanden in de toekomst.
Jaar maximale waterstand Huibergat
350
330
310


290
~ 270


"0

c: 250
~


~ 230
cu


3:
210


190
Y = 0. 137x- 26. 802
170
150
1955 1965 1975 1985 1995 2005 2015
jaar
Jaar maximale waterstand Eemshaven
400
380

360


340
~ 320


"0
S 300


I!!




~ 280





260

240
220
y = 0. 2389x - 173. 83
200
1955 1965 1975 1985 1995 2005 2015
jaar
Datum
19december 2013
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Deltores
~
Pagina
6/17
J aar maximale waterstand Delfzijl
500

450


_ 400

E


~
'C

c 350
~


.s

CIl




_._ ._._
~ 300

250
v - 0. 4473x - 556. 26
200
1955 1965 1975 1985 1995 2005 2015
jaar
J aar maximalewaterstand Nieuwstaatzijl
550

500

_ 450
E

'C


c 400
~

- .s
~
CIl
~ 350







300

Y =0. 5835x - 798. 24


250
1955 1965 1975 1985 1995 2005 2015
jaar
Fig.3 Ontwikkelingen jaarlijks hoogste waterstanden gemeten opde vier stations
2.3 Troebelheid
De troebelheid veroorzaakt door de hoge sedimentconcentratie wordt beschouwd als het
belangrijkste probleem voor de natuur inhet Eems estuarium. De sedimentconcentratie inhet
estuarium is inde afgelopen decennia enormtoegenomen. Figuur 4 geeft goed weer hoe de
sedimentconcentratie langs het estuarium is veranderd inde tijd. Inzowel het rivierdeel als in
het estuariumdeel is de sedimentconcentratie toegenomen. Maar er is nog steeds een groot
verschil tussen de sedimentconcentraties inde twee delen van het systeem. Praktisch het hele
rivierdeel is troebel, met sedimentconcentratie inde orde van 1g/1.De sedimentconcentratie in
het estuariumdeel is een orde lager. Een uitgebreide analyse van de ontwikkeling van de
sedimentconcentratie inhet estuarium is gegeven door Vroome.a. (2012).
Datum
19december 2013
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Deltares
J
Pagina
7/17
SPM
(mgr')
1200
1000
I~\
400 I .,._. ._~
200
-
- . - - .
- . - - - - - =- - ~~.- - - - - - - - .-
O+- - - - - . - - - - . ~- - - . - - - - - . - - - - - . - - - - . _ - - - - . _ - - - =, _ ~~~~~
1- .. - SPM1975- 1976_SPM 2005- 20061
800
600
o 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
distance fromweir Herbrum(km)
Fig.4 Sediment concentratie langs het Eems estuarium (Schuttelaars e.a., 2012), zie Fig.1 voor
de kmaanduiding.
Over de oorzaak van de veranderingen is de algemene opvatting dat het door de menselijke
ingrepen, met name de vaargeulverruiming en onderhoud van vaargeul en havens, en in
mindere mate de vernauwing van het systeem door landaanwinningen. Hierbij speelt de
interactie tussen het sedimenttransport en de getijbeweging een belangrijke rol. Figuur 5 laat
een conceptueel model volgens Winterwerp enWang (2013) zien hoe de veranderingen tot
stand kunnen zijn gekomen (zie ook Winterwerp et al., 2013).
I pumping of mud I
this takes time(decades?)
Fig.5 Een conceptueel model hoe de verandering zoals opgetreden inhet Eems estuariumtot
stand kan zijn gekomen (Winterwerp &Wang, 2013).
Datum
19 december 2013
Ons kenmerk
120?459-003-ZKS-0002
Deltares
~
Pagina
8/1?
Fig.6 Landaanwinningen inhet verleden (Vroome.a., 2012).
Inhet geval van Eems estuarium is de omvang van de landaanwinningen inde orde van een
aantal honderden km2 (zie Fig.6). De baggeractiviteiten voor de verbetering en onderhoud van
de vaargeul ende havens is weergegeven inFig.? Goed te zien is dat de baggeractiviteiten
enormzijn toegenomen sinds de jaren 60 inde vorige eeuw.
22i r =~==~==~' - - - - ' - - - ' - - - - ' - - - - ' - - - - ' - - - ~
-dredging
20 - - t ot al ext r ac t i on
18 - - - sandmining
-- dispersal
16
1930 1940 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010
time[ year s]
Fig.? Bagger- en storthoeveelheden inhet estuarium deel (van Maren e.a., invoorbereiding).
Datum
19 december 2013
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Deltores
~
Pagina
9/17
Omde invloeden van deze menselijke ingrepen opde sedimentconcentratie te schatten wordt
de sedimenthuishouding van het estuariumdeel beschouwd aan de hand van een simpel
balans-model zoals schematisch in Fig.8 is weergegeven.
Sin - Suit +Bron- Put -+verhoging troebelheid (c)
Put=netlo sedimentatie
Bron=bijv. verspreiding via storten
Fig.8 sedimentbalans inde waterfase van het estuariumdeel. Sinis sediment import vanuit de
zee, Suit=sedimenttransport naar het rivierdeel.
Het netto sedimenttransport (zoals Sinen Suitaan de randen van het beschouwde gebied)
wordt bepaald door processen en mechanismen zoals reststroming, getij-asymmetrie,
estuariene circulatie, enz.. Sedimentconcentratie inhet beschouwde gebied zelf heeft invloed
op de netto sedimentimport inhet gebied (Sin-Suit).Een hogere sedimentconcentratie leidt tot
een kleinere import, door een verkleining van Sinen/of verhoging van Suit.Dit effect kanworden
geschat aan de hand van de dispersie (getijstroming als mengproces) beschouwing zoals in
het ASMITA model is gehanteerd. Volgens die beschouwing geldt dat de verlaging van de
import evenredig is met de verhoging van de sedimentconcentratie. Omgekeerd geldt dat een
verandering van de put of de brontot een zodanige verandering van de sedimentconcentratie
leidt die tot dezelfde verandering (in grootte) van de netto import leidt omtot een nieuw
evenwicht te komen.
Landaanwinning leidt tot een verkleining van het gebied. Dit betekent een directe verkleining
van de put omdat minder groot gebied beschikbaar is voor sediment accumulatie. Als wij
aannemen dat het gemiddelde sedimentatiesnelheid gelijk aan de snelheid van zeespiegel
stijging is, dan leidt 1 km2 landaanwinning een verkleining van de put met ongeveer 2000
m3/jaar (=ongeveer 1000 ton/jaar) bij de huidige snelheid van zeespiegelstijging. Naar
schatting leidt dit tot een verhoging van de evenwichtssedimentconcentratie van ongeveer 0.02
mg/I inhet estuariumdeel. Het cumulatieve effect van de landaanwinningen inhet verleden is
dus eenverhoging van sedimentconcentratie inde orde van 5 mg/I. Opgemerkt wordt dat in
deze beschouwing het effect via een verandering opde getijbeweging (amplificatie en
asymmetrie van het getij) niet is meegenomen.
Een veel groter effect wordt veroorzaakt door de baggeractiviteiten. Figuur 7 laat zien dat er in
het estuariumdeel orde 10 miljoen m3 gebaggerd materiaal wordt teruggestort. Inde huidige
praktijk zijn de stortlocaties zodanig gekozen dat het gestort sediment zo snel mogelijk weer
worden gerodeerd. Daarom moet dit als een bron inhet balans-model worden beschouwd. Dit
leidt tot een verhoging van de sedimentconcentratie inde orde van 100 mg/I. Dit is aanzienlijk
invergelijking met de sedimentconcentratie inhet estuariumdeel (zie Fig.4). Interessant is dat
volgens deze beschouwing de verandering van de methode van onderhoud van de haven van
Emden sinds de jaren 90 van vorige eeuwook tot een behoorlijke verhoging van de
sedimentconcentratie heeft geleid. Vroeger werd er jaarlijks ongeveer 1.6 miljoen m3
gebaggerd enop land gestort (onttrekking=put). Sinds de jaren 90 vorige eeuw wordt er niet
meer gebaggerd en wordt het slib inde haven vloeibaar gehouden omde benodigde
vaardiepte te behouden. Deze vermindering van de put van 1.6 miljoen m3per jaar leidt
volgens de beschouwing tot een verhoging van de sedimentconcentratie van orde 20 mg/I.
Datum
19 december 2013
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Deltores
~
Pagina
10/17
3 Kansrijke strategien
3.1 Algemeen
Voor de kansrijke strategien binnen het kader van DP Wadden gaat het primair omgarantie
van veiligheid tegen overstromingen. Daarnaast wordt gestreefd naar zoveel mogelijk herstell
verbetering van de natuur, of wel verlaging van de troebelheid. Verder moet er rekening
worden gehouden met sociaal- economische ontwikkelingen van het gebied.
Uit het vorige hoofdstuk is het gebleken dat de oorzaak van de oplopende trend inde extreme
hoge waterstand sinds ongeveer 1955 nog niet duidelijk is. Dit betekent dat er nog behoorlijke
onzekerheid bestaat m.b.t. de toekomstige veiligheidsopgave. Bij het bepalen van de
veiligheidsopgave voor hetWaddengebied (Smale en Hoonhout, 2012) is er wel rekening
gehouden met de toekomstige zeespiegelstijging, maar geen rekening gehouden met de veel
sterkere stijging van de extreme waterstanden zoals de voorlopige data-analyse (zie vorig
hoofdstuk) heeft laten zien. Voor het bepalen van het ontwerppeil worden er tot nutoe
correcties uitgevoerd op basis van de trend van het gemiddelde hoogwater (Dillingh ende
Lima Rego, 2010). Voor de beschouwde stations Delfzijl en Nieuwe Statenzijl is de bepaalde
trend veel lager. De berekende toeslag voor gemiddelde HW voor Delfzijl is 7 cmenvoor
Nieuwe Statenzijl6.6 cminde periode 1985-2017 (dus orde 2 mm/jaar). Aanbevolen wordt
rekening te houden met snellere stijging van de extreme hoogwaterstanden dan tot nutoe is
gedaan indit systeem, gezien de onzekerheden omtrent de ontwikkelingen.
Met betrekking tot de troebelheid inde Eems Rivier wordt opgemerkt dat door de opgetreden
regime-shift een geheel herstel van de natuur niet vanzelfsprekend mogelijk is, ook als men
alle gedane ingrepen inhet verleden zou terugdraaien.
3.2 Mogelijkestrategien
3.2.1 Maatregelen voor veiligheid
Voor de veiligheid tegen overstromingen (NL kant van het estuariumdeel) kunnen de mogelijke
maatregelen indrie categorien worden verdeeld:
1. Versterking van de waterkeringen;
2. Maatregelen omde belasting op de waterkering te verlagen;
3. Ingrijpende maatregelen zoals afsluiting van het estuarium met een damof
stormvloedkering.
De eerste categorie maatregelen zijn tot een zekere hoogte al uitgewerkt. De toekomstige
veiligheidsopgave is door Smale en Hoonhout (2012) uitgedrukt inbenodigde
kruinhoogteverhoging van de dijken. Dit betekent dat de benodigde verhoging van de dijken bij
behouden van het huidige dijkprofiel is bekend voor de verschillende klimaatscenario's. Verder
hebben Smale en Calderon (2013) uitgezocht inhoeverre de toekomstige veiligheidsopgave bij
de verschillende klimaatscenario's kunnen worden opgelost door een verflauwing (van 1:4 naar
1:7) van het buitentalud van de dijken. Daaruit is gebleken dat bij de meeste scenario's dit
goed mogelijk is voor grote delen van het Waddengebied. Alleen voor het scenario dat de
golfbelasting inde toekomst veel hoger wordt (een combinatie van grotere golfhoogte en
langere golfperiode) zal de verflauwing van het dijktalud niet toereikend werken. De resultaten
van Smale en Hoonhout (2012) voor de toekomstige veiligheidsopgave en van Smale en
Calderon (2013) m.b.t. de effectiviteit van de verflauwing van het buitentalud van de dijken-zijn
Datum
19december 2013
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Deltores
~
Pagina
11/17
inmeer detail bekeken voor het deelsysteem Eems-Dollard. Het bleek ook voor het Eems-
Dollard gebied goed mogelijk de toekomstige veiligheidsopgave bij de verschillende
klimaatscenario's door een verflauwing (van 1:4 naar 1:7) van het buitentalud van de dijken op
te lossen. Zoals eerder al is genoemd is er bij de uitwerking geen rekening gehouden met de
trend van extreem hoge waterstanden zoals inde huidige analyse is geconstateerd.
De belasting op de waterkering bevat twee aspecten, waterstand (stormvloedhoogte) enkorte
golven. Mogelijke maatregelen omstormvloedhoogte te verlagen uit de quick scan van Kuijper
en Lentz (2011) zijn:
Geulwandstortingen, zoals eerder voorgesteld in het kader van E-pact, eventueel in
combinatie met het opruwen van het watersysteem (via de exacte profilering);
Herstel tweegeulensysteem door uitdiepen van de geul Bocht van Watum;
Reductie van slibconcentraties in de Eems-Dollard, zoals eerder voorgesteld in het
kader van E-pact;
Opruwen van het watersysteem (aanleg kribben, aanbrengen kweldervegetatie);
Vernauwing van de mond van het estuarium (aanleg leidammen);
Opvullen diepe delen van het estuarium;
Verandering van een deel van het stroomvoerende profiel in kombergend oppervlak
door aanleg van intergetijdengebied.
Op basis van een overweging op de verwachte effectiviteit, uitvoerbaarheid en risico's tot
ongewenste morfologische ontwikkelingen worden de meesten van deze maatregelen niet
kansrijk geacht. Op een tweetal maatregelen wordt er iets nader ingegaan: herstel van het
tweegeulensysteem eneen vernauwing van de mond.
Herstel tweegeulensysteem door uitdiepen van de geul Bocht vanWatum is eigenlijk meer een
maatregel voor herstel/verbetering van de natuurlijkheid van het systeem. Voor de veiligheid
zal de maatregel niet erg effectief zijn. Als men alleen de geul Bocht van Watum uitdiept zal
het zelfs omgekeerd werken. De getijdoordringing en de stormvloed zullen daardoor alleen
maar hoger worden. Ook als men de totale oppervlakte van het dwarsprofiel van het hele
estuarium behoudt door de andere geul kleiner te maken zal het effect op de stormvloedhoogte
beperkt zijn. Inhet laatste geval is er dan wel een negatief effect op de scheepvaart (langere
vaarroute). Het uitdiepen van de geul Bocht van Watum heeft verder een negatief effect opde
stabiliteit van de dijk.
Vernauwing van de mond van het estuarium door bijvoorbeeld aanleg van leidammen zal
alleen effectief werken bij een significante vernauwing. Dan behoort de maatregel eigenlijk al
tot de derde categorie. De ingrijpende effecten op de natuur maken zo'n maatregel niet
kansrijk.
Een maatregel die inde lijst van de quick scan niet is genoemd is het verruimen van het
systeem door ontpoldering. Voordeel van zo'n maatregel is de verbetering van de natuur en
nadeel ervan is de sociaal-economische schade. De kansrijkheid van deze maatregel is opdit
moment onzeker.
Als maatregel voor vermindering van de golfbelasting op de waterkering kan het aanleggen
van extra kwelders worden genoemd. De effectiviteit van deze maatregel voor het hele NL
waddenzeegebied is gevalueerd door Smale en Calderon (2012). Daaruit blijkt dat het voor
het Eems-Dollard gebied niet erg effectief is.
Datum
19december 2013
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Deltares
~
Pagina
12/17
De derde categorie van maatregelen worden verder niet behandeld omdat ze niet kansrijk
worden geacht gezien de grote effecten op de natuur en op de sociaal-economische
ontwikkelingen.
3.2.2 Maatregelen ter verlaging troebelheid
Voor de maatregelen ter verlaging vande troebelheid beschouwen wij het rivierdeel en het
estuariumdeel apart.
Voor het estuariumdeel zijn twee maatregelen al (indirect) geanalyseerd inhet vorige
hoofdstuk: verandering storting baggermateriaal en verruiming van het systeem (ontpoldering).
Uit de analyse blijkt dat als de storting van het gebaggerde materiaal zodanig wordt veranderd
dat het materiaal niet meer terug inhet systeem komt als zwevend materiaal de
sedimentconcentratie inhet estuariumdeel op den duur significant zal verlagen. Verruimen van
het systeemzalook helpen maar dan inveel mindere maat. Wel is het zo dat de maatregel
ook helpt met de verlaging van de stormvloedhoogte. Opgemerkt wordt dat een verlaging van
de sedimentconcentratie inhet estuariumdeel opden duur ook een positief effect heeft voor de
verlaging van de troebelheid inhet rivierdeel (via verlaging van slibimport van het estuarium
naar de rivier).
Voor het rivierdeel geldt dat het gebaggerde materiaal nual aan land wordt gebracht. Wat
overblijft is de maatregel van verruiming van het systeem. Voor het rivierdeel zal een
verruiming door ontpoldering waarschijnlijk relatief effectiever zijn dan inhet estuariumdeel,
omdat de totale oppervlakte van het rivierdeel veel kleiner is.
Een andere maatregel is voorgesteld op basis van de resultaten van een hydrodynamisch -
sedimenttransportmodel van Schuttelaars e.a. (2012): verplaatsing / weghalen van de stuw bij
Herbrum. Dit is ook een verruiming van het (getij) systeem, maar dan inde lengterichting. De
modelresultaten gaven aan dat de maatregel tot verlaging van de getijamplitude en verkleining
van sedimentimport vanuit het estuariumdeel zalleiden. Theoretisch zal het dus een effectieve
maatregel zijn. Maar de maatregel brengt ook grote risico's met zich mee door de hoge kosten
en door de mogelijk morfologische veranderingen van het systeeminde toekomst, bovenop
het feit dat de functionaliteit van de stuwverloren gaat. Als inde toekomst, door wat voor reden
dan ook, de rivier weer dieper wordt, dan zal het effect van de maatregel weer verloren kunnen
gaan, volgens de resultaten van hetzelfde model. De volgende stuw is namelijk 7 kmverder
bovenstrooms. Als de rivier dieper wordt, wordt de golflengte van het getij langer en de
verhouding met de lengte van de rivier wordt weer dezelfde.
3.3 Kansrijke strategien
Het veiligheidsprobleem speelt alleen inhet estuariumdeel. Uit de voorgaande analyse is
gebleken dat verbetering van de (harde) waterkeringen voor voldoende bescherming tegen
overstromingen op termijn van 100jaar goed mogelijk is, hoewel de toekomstige
veiligheidsopgave op dit moment nog niet geheel duidelijk is. Gezien de onzekerheden wordt
aanbevolen rekening te houden met snellere stijging van de extreme hoogwaterstanden dan
tot nutoe is gehanteerd. Er moet dan beter worden bekeken welke verbeteringen (verhoging
en/of verflauwing) nodig zijn en efficint zijn. De meeste morfologische maatregelen omde
belastingen opde waterkeringen te verminderen zijn niet voldoende effectief en/of brengen te
veel risico's van ongewenste effecten met zich mee, en daaromzijn ze als niet kansrijk
beschouwd. Alleen de maatregel "verruiming van het systeem" verdient nog verdere aandacht.
Een ontpoldering in het Dollard gebied zal de stormvloedhoogte verlagen met een op dit
Datum
19 december 2013
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Deltares
~
Pagina
13/17
moment onbekende maat. Verder heeft zo'n maatregelook positief effect opde natuur (extra
natuurgebied enverlaging sedimentconcentratie) Hoe kansrijk dat is, is opdit moment
onvoldoende duidelijk. Vooral de maatschappelijke acceptatie hiervoor is een belangrijke
kwestie. Daaromwordt aanbevolen de effectiviteit en de noodzakelijkheid hiervan verder te
onderzoeken.
Het probleemvan hoge troebelheid speelt inzowel het rivierdeel als het estuariumdeel, hoewel
de troebelheid inhet estuariumdeel op dit moment een orde lager is dan inhet rivierdeel. Voor
het estuariumdeel zal het verder wegbrengen of onttrekken van het gebaggerd materiaal een
effectieve maatregel zijn omde troebelheid te verlagen. Verruimen van het systeemzalook
helpen, maar inveel mindere maat. Voor het rivierdeel is alleen het verruimen van het systeem
een mogelijk kansrijke rnaatreqel ornde troebelheid te verlagen. Wel wordt opgemerkt dat
verlaging van de troebelheid inhet estuariumdeel optermijn ook een verlagend effect voor de
troebelheid inhet rivierdeel kan hebben.
4 Conclusies
Inhet Eems-Dollard gebied hangt het veiligheidsprobleem sterk samen met een probleem voor
de natuur, de hoge troebelheid. Voor het veiligheidsprobleem is een belangrijke factor de
extreme hoogwaterstand. Uit de analyse van de historische gegevens vanwaterstanden is
gebleken dat de jaarlijks maximale waterstanden inhet estuariumdeel een aanzienlijk hogere
trend van stijging vertonen dan de zeespiegelstijging. Ondanks de nadere analyse is het nog
steeds onvoldoende duidelijk is hoe deze trend inde toekomst zich zal voortzetten. Dit
betekent dat de veiligheidsopgave voor dit gebied zwaarder kan zijn dantot nutoe is
aangenomen. Bij het bepalen van de maatgevende hoge waterstand is er tot nutoe alleen
gekeken naar de trend van de gemiddelde hoogwaterstand, die een andere (lagere) trend van
stijging vertoont. Daaromwordt aanbevolen rekening te houden met snellere stijging van de
extreme hoogwaterstanden dan tot nutoe is gehanteerd.
Verbetering van de waterkeringen langs de kust, door de dijken te verhogen of het buitentalud
ervan te verflauwen, wordt beschouwd als een kansrijke strategie voor de veiligheid tegen
overstromingen inde toekomst. De benodigde / ideale combinatie van verhoging en
verflauwing dient nader te worden vastgesteld nadat het beter bekend wordt hoe de extreme
hoogwaterstanden inde toekomst zich zullen ontwikkelen.
Voor het verlagen van de troebelheid omhet natuurprobleem opte lossen bestaat de kansrijke
strategie uitverandering van de methode van storting van gebaggerd materiaal inhet
estuariumdeel en het verruimen van het rivierdeel.
Verruimen van het systeem in het Dollard gebied kan een goede maatregel zijnomzowel de
stormvloedhoogte te verlagen als de troebelheid te verlagen. Maar hoe kansrijk deze
maatregel als strategie kanworden beschouwd is op dit moment onvoldoende bekend.
5 Referenties
Dillingh, D. enJ . de Lima Rego, 2010, Toets- en Rekenpeilen Kust en Estuaria ten behoeve
van de HR 2011, Deltares Rapport 1202341-002.
Datum
19 december 2013
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Deltores
~
Pagina
14/17
Kuijper, c. en K. Lentz, 2011, Quick-scan Benvloeding Stormvloedhoogte Eems-Dollard,
Deltaprogramma Wadden, Deltares Memo 1204229-000-ZKS-0001.
Smale A.J . en B. Hoonhout, 2012. Toekomstige Veiligheidsopgave voor harde keringen in het
Waddengebied. Deltares rapport 1206239-000-ZKS-0009, versie 2. December 2012.
Smale AJ . enA Calderon, 2012. Kwelders enwaterveiligheid. Deltares Memo 1206239-000-
ZKS-0014. December 2012.
Smale AJ . enA Calderon, 2013. Doelbereik twee veiligheidsstrategien OP Wadden.
Deltares Memo 1206239-000-ZKS-0017, versie 2. Mei 2013.
Schuttelaars, H.M., De J onge, V.N., Chernetsky, A, 2012, Improving the predictive power
when modelling physical effects of human interventions inestuarine systems, Ocean &Coastal
Management, doi: 10.1016/j.ocecoaman.2012.05.009.
Van Maren, O.S., Van den Boogaard, H.F.P., Vroom, J . and Weibeer, H., The changing
turbidity inthe Ems-Dollard estuary, in preparation.
Vroom, J ., Van den Boogaard, H.F.P. en O.S. Van Maren, 2012, Mud dynamics inthe Ems-
Dollard, Research phase 2, Analysis existing data, Deltares report, 1205711-001.
Wang, Z.B. and AP. Oost, 2013, Analysis of water level data for the Ems-Dollard Estuary,
Deltares Memo.
Wang, Z.B. and AP. Oost, Analysis of water level data for the Ems-Dollard Estuary, Deltares
Memo.
Winterwerp, J .C. and Z.B. Wang, 2013, Man-induced regime shifts insmall estuaries -I:
theory, Ocean Dynamics, DOI10.1007/s10236-013-0662-9.
Winterwerp, J .C., Wang, Z.B., Van Braeekel, A, Van Holland, G., and F. Ksters, 2013, Man-
induced regime shifts insmall estuaries, II: a comparison of rivers, Ocean Dynamics, OOI
10.1007/s10236-013-0663-8.
Datum
19december 2013
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Deltores
~
Pagina
15/17
6 Appendix Samenvatting van" Analysis of water level data for
the Ems-Dollard Estuary (Wang en Oost, 2013)"
Inde afgelopen decades hebben de menselijke ingrepen tot twee belangrijk fysische
veranderingen geleid in het Eems-Dollard Estuarium: verhoging vande troebelheid en
versterking van de indringing van het getij. De twee veranderingen zijn met elkaar gekoppeld
enversterken elkaar. Onduidelijk is echter welke menselijke ingrepen (inpolderingen,
havenbekkenaanleg, Geisseleitdam, verlenging havenmond Delfzijl, strekdammen Borkum,
opeenvolgende verdiepingen, Sperrwerken (Herbrum, Leda en Eems), verwijderen
megaribbels door onderhoudsbaggerwerk, afsnijden ebgeulen) de meeste invloed hebben
gehad op de veranderingen. Ook de al-clan-niet natuurlijke ontwikkelingen (verslibbing Bocht
vanWatum, opslibben wantij Oostereems enWestereems) kunnen invloed hebben gehad.
Beter inzicht inwelke menselijke ingrepen en morfologische ontwikkelingen de sterkste
veranderingen inde waterbewegingen leiden is belangrijk voor de lange termijn
veiIigheidsstrateg ien.
De verandering van de waterbeweging wordt gevalueerd door de data van alle getijdestations
door de tijd heen te analyseren. De tijdseries per station worden verdeeld inperioden van 24
uur en 50 minuten. Per periode worden de kenmerken van het getij opelk station afgeleid uit
de gegevens. Daaruit krijgt men inzicht inde gedetailleerde ontwikkelingen intijd van de
amplificatie van het getij door het estuarium, asymmetrie van het getij op de verschillende
stations, etc.. Verder worden de verschillende menselijke ingrepen indetail genventariseerd.
Door deze ingrepen naast de veranderingen van de waterbeweging inde tijd te leggen krijgen
wij beter inzicht inwat heeft wat veroorzaakt.
De analyse helpt ons ombeter inzicht te verkrijgen indrie aspecten van de ontwikkeling van
het estuarium: amplificatie van het getij, getij-asymmetrie in relatie tot sedimenttransport, en
hydraulische weerstand. Hieronder worden de resultaten van de analyse van deze aspecten
samengevat vr de bespreking over hoe de ontwikkelingen zijn gerelateerd met de
verschillende menselijke ingrepen.
Getijamplificatie enveiligheid
De amplificatie van het getij is sinds jaren 50 vorige eeuwaanzienlijk versterkt inhet
estuarium, met name in het binnenste deel, de Eems Rivier. Gelukkig heeft dit geen
consequenties voor de veiligheid tegen overstromingen inhet binnenste deel van het
estuarium omdat de Eems rivier wordt beschermd door de Emssperrwerk. Zelfs voor het
buitenste deel van het estuarium, de Dollard, waar de toename van de getijamplificatie is
beperkt, is de versterkte getijamplificatie nog steeds een belangrijke factor voor de toename
van (extreem) hoge waterstand. Inprincipe zijn er drie factoren die de ontwikkeling van
(gemiddeld) HW in het estuarium bepalen, de stijging van de zeespiegel, de toename van het
getijverschil inde open zee en de getijamplificatie. Voor het extreme hoogwater, dat relevant is
voor de veiligheid tegen overstromingen, zijn de ontwikkelingen van hetwindklimaat en de
reactie van het estuarium bij stormen ook belangrijk. Uit de resultaten van de analyse lerenwe
dat de ontwikkelingen van de drie factoren die het (gemiddelde) HW bepalen, de
waargenomen trend inhet extreme HW (jaarlijks maximum) verklaren. Tussen de drie
factoren, de bijdragen van zeespiegelstijging en versterkte getijamplificatie zijn vergelijkbaar,
beide veel groter dan die van de toename van het getijverschil inde open zee. Opgemerkt
Datum
19december 2013
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Deltares
~
Pagina
16/17
wordt, dat integenstelling tot de twee andere factoren, getijamplificatie direct gerelateerd is
aan de morfologische ontwikkeling van het estuarium onder invloed van de menselijke
ingrepen. De ontwikkeling van de getijamplificatie inhet estuarium moet worden meegenomen
voor het bepalen van de toekomstige veiligheid strategien.
Getij-asymmetrie in relatie tot sedimenttransport
Getij-asymmetrie is een belangrijk mechanisme dat netto sedimenttransport benvloeden. Voor
fijn sediment zijn twee soorten getij-asymmetrie relevant. Het eerste type betreft de ongelijke
periodes van vloed en eb, wat overeenkomt met ongelijke maximale snelheden tijdens vloed
entijdens eb. Het tweede type betreft de asymmetrie van de duur van HW- en LW-kentering.
Uitde analyse wordt geconcludeerd dat voor het Eems-Dollard estuarium hettweede type getij
asymmetrie belangrijk is voor het veroorzaken van landwaarts netto sedimenttransport. Inhet
buitenste deel van het estuarium ontwikkelt dit type asymmetrie zich inde richting van "meer
sedimentimport". Hoewel de beperkte gegevens geen informatie over de ontwikkeling van dit
type getij-asymmetrie in het binnenste deel van het estuarium geven, verwachten wij dat de
ontwikkeling indezelfde richting is. Voor de ontwikkeling van het eerste type getij-asymmetrie
lijkt het dat Leerort een omslagpunt inhet systeem vormt. Stroomopwaarts van dit station is de
ontwikkeling meer vloeddominant, terwijl stroomafwaarts van dit station de ontwikkeling minder
vloeddominant (leb-dominant) gaat. De veranderingen zijn inde afgelopen periode sinds
ongeveer 1995 versneld. Opgemerkt wordt dat de ontwikkeling van het horizontale getij op een
bepaalde locatie is gerelateerd aan de ontwikkeling van het verticale getij inhet gehele
stroomopwaartse gebied. Het is niet evident dat de ontwikkeling van het eerste type getij-
asymmetrie sedimentimport numeer dan in het verleden heeft veroorzaakt. Analyses van
troebelheidgegevens (zie bijvoorbeeld Vroomet al., 2012) hebben aangetoond dat de
sedimentconcentratie in het estuarium is toegenomen inde laatste decennia. Dit betekent dat
de sedimentimport is verhoogd omde hogere export door dispersie te balanceren. De
oorzaken van de toegenomen import moet dus worden gevonden inde ontwikkelingen van het
tweede type getij-asymmetrie enandere processen / mechanismen zoals estuariene circulatie
en bronnen / putten van sediment (zoals baggeren en storten). Eerdere analyse heeft
aangetoond dat de veranderingen van baggeren en storten van baggerspecie van belang is
voor de toename van de troebelheid inhet estuarium (zie Hoofdstuk 2).
Hydraulische weerstand
Hydraulische weerstand is gerelateerd aan beide aspecten hierboven besproken. Het heeft
directe invloed op de getijamplificatie omdat hydraulische weerstand is een belangrijke factor
die de getijamplitude ineen estuarium benvloedt. Ineen troebel gebied wordt de effectieve
ruwheid benvloed door de sedimentconcentratie omdat de dichtheidsgradint over de
waterdiepte door sediment een dempend effect opturbulentie heeft (Winterwerp et al., 2009).
De positieve terugkoppeling tussen de toenemende getijamplificatie ensedimentimport wordt
beschouwd als het mechanisme dat de waargenomen ontwikkeling inde Ems River heeft
veroorzaakt (Winterwerp enWang, 2013 ; Winterwerp et al., 2013).
Indeze analyse is de effectieve hydraulische ruwheid onderzocht door te kijken naar de
afhankelijkheid van de getijamplificatie op de getijamplitude (getijslag). De resultaten van de
analyse laten zien dat de hele Eems Rivier (tot Herbrum) en het binnenste deel van de Dollard
zich gedragen als een troebel gebied inde zin dat de sedimentconcentratie hoog genoeg is om
de effectieve ruwheid te benvloeden.
Relatie tot de menselijke ingrepen
Eeninventarisatie leerde dat vele menselijke ingrepen al sinds de Middeleeuwen hebben
plaatsgevonden inhet estuarium (zie bijlage). Deze ingrepen kunnen worden onderverdeeld in
Ons kenmerk
1207459-003-ZKS-0002
Deltares
~
Datum
19 december 2013
Pagina
17/17
drie typen: landaanwinning, verbeteren en onderhouden van vaargeul, enwaterbouwkundige
werken. Landaanwinningen zijn allemaal uitgevoerd vr de periode waarin de
waterhoogtegegevens beschikbaar zijn. Daarom kande invloed van dit type ingrepen niet
worden gedentificeerd inde huidige analyse. De invloed van de verdieping vande vaargeul op
de getijamplificatie is duidelijk aangetoond voor het binnenste gedeelte van het estuarium, de
Eems Rivier. De verdieping heeft ook geleid tot een daling van het midden-tij bij het
bovenstroomse deel van de rivier, hoewel de bochtafsnijdingen inde rivier ook aande daling
kan hebben bijgedragen. Voor het buitenste deel van het estuarium, de Dollard, is het
onmogelijk geweest omde ontwikkelingen van de getijamplificatie envan de getij-asymmetrie
direct naar bepaalde vormen van menselijk ingrepen te relateren. Blijkbaar is voor dit relatief
groter gebied de geleidelijke morfologische ontwikkeling net zo belangrijk geweest als de
directe werking van de menselijke ingrepen.

Vous aimerez peut-être aussi