Vous êtes sur la page 1sur 16

Regeling medezeggenschap KWCARIB

Willemstad, 21 februari 2014



.

Regeling Medezeggenschap KWCARIB

2014



2

Inhoudsopgave:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN ........................................................................................................... 3
Artikel 1 Begripsbepalingen................................................................................................................................. 3
Artikel 2 Rechtstoestand uitgesloten ................................................................................................................... 3
Artikel 3 Toepasselijkheid van de regeling .......................................................................................................... 3
Artikel 4 Werkzame personen ............................................................................................................................. 4
Artikel 5 Niet tot de Kustwacht werkzame personen ........................................................................................... 4
Artikel 6 Algemene uitzondering .......................................................................................................................... 4
HOOFDSTUK 2 INSTELLING MEDEZEGGENSCHAPSRADEN EN WERKGROEPEN ........................................ 5
Artikel 7 Medezeggenschapsraad ....................................................................................................................... 5
Artikel 8 Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad ..................................................................................... 5
Artikel 9 Werkgroepen ......................................................................................................................................... 6
HOOFDSTUK 3 SAMENSTELLING EN WERKWIJZE ............................................................................................ 6
Artikel 10 Samenstelling Medezeggenschapsraad .............................................................................................. 6
Artikel 11 Verkiezingen ....................................................................................................................................... 6
Artikel 12 Kandidatenlijst ..................................................................................................................................... 7
Artikel 13 Taakverdeling ...................................................................................................................................... 7
Artikel 14 Rooster van Aftreden en einde lidmaatschap ...................................................................................... 7
Artikel 15 Tussentijdse vacatures ........................................................................................................................ 7
Artikel 16 Uitsluiting leden ................................................................................................................................... 8
Artikel 17 Reglement ........................................................................................................................................... 8
Artikel 18 Deskundigen ....................................................................................................................................... 8
Artikel 19 Voorzieningen ..................................................................................................................................... 9
Artikel 20 Faciliteiten ........................................................................................................................................... 9
Artikel 21 Geheimhoudingsplicht ......................................................................................................................... 9
Artikel 22 Benadelingsbescherming .................................................................................................................. 10
Artikel 23 Kosten van de Medezeggenschapsraad ........................................................................................... 10
HOOFDSTUK 4 OVERLEG ................................................................................................................................... 10
Artikel 24 De overlegvergadering ...................................................................................................................... 10
Artikel 25 Onderwerp van overleg ..................................................................................................................... 11
Artikel 26 Gang van zaken overlegvergadering................................................................................................. 11
HOOFDSTUK 5 BEVOEGDHEDEN ...................................................................................................................... 11
Artikel 27 Initiatiefrecht ...................................................................................................................................... 11
Artikel 28 Informatierecht .................................................................................................................................. 12
Artikel 29 Voorgenomen maatregelen ............................................................................................................... 12
Artikel 30 Behandeling van het advies .............................................................................................................. 13
Artikel 31 Overeenstemmingsvereiste ............................................................................................................... 13
Artikel 32 Overige bevoegdheden ..................................................................................................................... 13
HOOFDSTUK 6 GESCHILLENREGELING ........................................................................................................... 13
Artikel 33 College voor advies en geschillen ..................................................................................................... 13
Artikel 34 Competenties college voor advies en geschillen ............................................................................... 14
Artikel 35 Beslissing .......................................................................................................................................... 14
Artikel 36 Spoedprocedure ................................................................................................................................ 14
Artikel 37 Advies van het college voor advies en geschillen ............................................................................. 15
HOOFDSTUK 7 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN ..................................................................................... 16
Artikel 38 Evaluatie ........................................................................................................................................... 16
Artikel 39 Inwerkintreding .................................................................................................................................. 16



.

Regeling Medezeggenschap KWCARIB

2014



3

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen
In de regeling medezeggenschap KWCARIB wordt verstaan onder:
a. de landen: Aruba, Curacao, Sint Maarten en Nederland.
b. de Kustwacht: de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied
(KWCARIB).
c. steunpunt: de maritieme steunpunten van de Kustwacht op Aruba, Curaao, Sint Maarten, het
en aeronautisch steunpunt Hato, het Kustwachtcentrum ( inclusief het Kustwachtpersoneel dat
ondergebracht is bij Directeur Zeemacht Caribisch Gebied in materieel-logistieke functies ten
behoeve van de Kustwacht).
d. DKW : de directeur van KWCARIB.
e. PDKW: de plaatsvervangend directeur KWCARIB.
f. Hoofd van het steunpunt: de functionaris die als zodanig is aangewezen en voor deze
regeling Medezeggenschap Kustwacht optreedt als voorzitter van het overleg op het
steunpunt.
g. Georganiseerd Overleg Kustwacht
1
: Het overleg van de sociale partners betrokken bij de
Kustwacht.
h. overlegvergadering: het overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapraad van
KWCARIB, het overleg met de medezeggenschapsraad op het steunpunt.
i. college voor advies en geschillen: het bevoegd college bedoeld in artikel 33 van deze
regeling.
j. onafhankelijk secretariaat: een van buiten aan te wijzen secretariaat die het College van
geschillen juridisch en administratief ondersteunt.
k. ambtelijk secretaris: een van buiten de medezeggenschapsraad te benoemen functionaris ter
ondersteuning van het secretariaat van de medezeggenschapsraad.


Artikel 2 Rechtstoestand uitgesloten

1. Besluiten betreffende aangelegenheden van algemeen belang en de algemene en
financile rechtstoestand van de werkzame personen en/of de rechtspositionele
gevolgen van besluitvorming en/of voorgenomen maatregelen zijn uitgesloten als
onderwerp van overleg met de medezeggenschapsraden van de Kustwacht.
2. Indien een besluit in samenspraak met de medezeggenschapraad wordt genomen
zoals omschreven in artikel 2, lid 1 van deze regeling dan treedt direct de nietigheid
van bedoeld besluit in werking.



Artikel 3 Toepasselijkheid van de regeling
1. Deze regeling vindt zijn toepassing bij besluit van de directeur KWCARIB na overleg met het
Georganiseerd Overleg Kustwacht. De regeling kan alleen gewijzigd, opgeschort of worden
beindigd nadat overleg met het Georganiseerd Overleg Kustwacht heeft plaatsgevonden.
2. Iedere wijziging van de organisatiestructuur, de omvang, de taakinhoud van de Kustwacht of
een onderdeel daarvan, waaraan arbeidsvoorwaardelijke rechtspositionele personele
consequenties zijn verbonden, daarvan is de behandeling niet voorbehouden aan de
medezeggenschapsraden.
3. De directeur Kustwacht en het Georganiseerd Overleg Kustwacht kunnen, indien dit
bevorderlijk is voor een goede toepassing van deze regeling en medezeggenschap bij
schriftelijke overeenkomst meer bevoegdheden dan de in deze regeling genoemde

1
Voor de sociale partners is het Besluit Regeling Vakbondsoverleg KWCARIB van 30 januar1 2014 van kracht.
.

Regeling Medezeggenschap KWCARIB

2014



4
toekennen. Zij kunnen gezamenlijk aanvullende voorschriften geven over de toepassing van
het bij of krachtens deze regeling.
4. De bepalingen van deze regeling vinden slechts toepassing voor zover niet bij of krachtens in
een door de Landen goedgekeurde Besluit Medezeggenschap dan wel een vergelijkbare
regeling waarin de medezeggenschap of arbeidsparticipatie wordt vastgelegd anders is of
wordt bepaald.
5. De bepalingen van deze regeling vinden slechts toepassing voor zover niet bij of krachtens
een landsbesluit/ afkondigingbesluit van de landen anders is of wordt bepaald.


Artikel 4 Werkzame personen
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze medezeggenschapsregeling bepaalde wordt
onder de in de organisatie werkzame personen verstaan: degenen die in de Kustwacht
werkzaam zijn krachtens een publiekrechterlijke aanstelling van zowel de militaire en
burgerambtenaren vanuit Nederland als de Landsambtenaren en personeel van (of werkzaam
op) Aruba, Curacao, Sint Maarten en de BES eilanden. Personen die op meer dan bij n
steunpunt bij de Kustwacht werkzaam zijn, worden geacht werkzaam te zijn op het steunpunt
van waaruit hun werkzaamheden worden geleid.


Artikel 5 Niet tot de Kustwacht werkzame personen
Voor de toepassing van het of bij krachtens deze medezeggenschapsregeling bepaalde
worden DKW en PDKW geacht niet te behoren tot de categorie in de organisatie werkzame
personen.


Artikel 6 Algemene uitzondering
De vaststelling van de taken van de Kustwacht, het beleid ten aanzien van die taken en de
uitvoering van die taken, alsmede directe maatregelen voor zover die strekken tot het
verzekeren van de beschikbaarheid, de inzetbaarheid, oefeningen en het ongestoord
functioneren van de Kustwacht, door het boven de directeur Kustwacht gestelde bevoegde
gezag, vormen geen onderwerp van medezeggenschap of voor het daaruit voortvloeiende
overleg.

.

Regeling Medezeggenschap KWCARIB

2014



5


HOOFDSTUK 2 INSTELLING MEDEZEGGENSCHAPSRADEN EN
WERKGROEPEN


Artikel 7 Medezeggenschapsraad
1. De directeur KWCARIB stelt in het belang van het goed functioneren van de organisatie in al
haar doelstellingen, na overleg met het Georganiseerd Overleg Kustwacht, bij het steunpunt
een medezeggenschapsraad in, ten behoeve van het overleg met en de vertegenwoordiging
van de bij het steunpunt werkzame personen.
2. De directeur KWCARIB voert overleg met het Georganiseerd Overleg Kustwacht over de wijze
waarop medezeggenschap in haar totaliteit wordt ingericht.


Artikel 8 Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad
1. De directeur KWCARIB stelt na overleg met het Georganiseerd Overleg Kustwacht een
gemeenschappelijke medezeggenschapsraad in.
2. In het instellingsbesluit wordt bepaald voor welke steunpunten en voor welke periode de
gemeenschappelijke medezeggenschapsraad wordt ingesteld, alsmede welke functionaris het
overleg met deze gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voorzit.
3. De betrokken medezeggenschapsraden worden vooraf in de gelegenheid gesteld advies uit te
brengen over het instellen van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad.
4. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad bestaat uit leden, gekozen door de
betrokken medezeggenschapsraden uit leden van elk van die raden. Voor ieder lid kan een
plaatsvervanger worden gekozen die dezelfde rechten en plichten heeft als het lid dat hij
vervangt.
5. Elke betrokken medezeggenschapsraad van een het steunpunt levert een gelijk aantal leden
in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. De directeur KWCARIB kan na overleg
met het Georganiseerd Overleg Kustwacht hiervan afwijken, voor zover de toepassing een
goede werking van de medezeggenschap niet belemmert. In het instellingsbesluit wordt de
samenstelling van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad bepaald.
6. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad kan in zijn reglement bepalen dat van die
raad, behalve de in het vierde lid bedoelde leden, ook deel kunnen uitmaken
vertegenwoordigers van steunpunten waarvoor geen medezeggenschapsraad is ingesteld.
7. Het reglement van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad bevat voorzieningen dat
de verschillende groepen van de in de betrokken steunpunten werkzame personen zoveel
mogelijk in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad vertegenwoordigd zijn. De
betrokken medezeggenschapsraden worden over de vaststelling van de betrokken bepalingen
in het reglement gehoord.
8. Het lidmaatschap van een lid of plaatsvervangend lid van de gemeenschappelijke
medezeggenschapsraad eindigt als zijn lidmaatschap van de medezeggenschapsraad op het
steunpunt eindigt of hij/zij niet meer werkzaam is bij de Kustwacht.
9. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad behandelt uitsluitend aangelegenheden die
van gemeenschappelijk belang zijn voor alle of voor een meerderheid van de steunpunten.
10. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad regelt in zijn reglement het aantal en de
wijze van verkiezing van de bedoelde vertegenwoordigers.
11. De artikelen 9, 13, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22 en 23 en de hoofdstukken 4 tot en met 6 zijn van
overeenkomstige toepassing op de in dit artikel bedoelde gemeenschappelijke
medezeggenschapsraad.

.

Regeling Medezeggenschap KWCARIB

2014



6

Artikel 9 Werkgroepen
1. Een medezeggenschapsraad kan werkgroepen instellen die hij voor de vervulling van zijn taak
redelijkerwijze nodig heeft.
2. De medezeggenschapsraad legt zijn voornemen om een werkgroep in te stellen schriftelijk
voor aan de directeur KWCARIB met vermelding van de taak, de samenstelling, de
bevoegdheden en de werkwijze van de in te stellen werkgroep.
3. In een werkgroep kunnen naast leden van de medezeggenschapsraad ook andere bij de
Kustwacht werkzame medewerkers zitting hebben. Het voorzitterschap berust bij een lid van
de medezeggenschapsraad.
4. Ten aanzien van de leden van door de medezeggenschapsraad ingestelde werkgroepen, die
geen lid zijn van de medezeggenschapsraad, is artikel 16 van deze Regeling overeenkomstig
van toepassing.
5. De medezeggenschapsraad kan in het instellingsbesluit van de werkgroep zijn rechten en
bevoegdheden, met uitzondering van het indienen van een geschil en het plegen van overleg
met KWCARIB en hoofd steunpunt, geheel of gedeeltelijk aan de werkgroep overdragen.
6. In het overleg van de werkgroep kunnen geen aangelegenheden worden behandeld die in het
overleg met de medezeggenschapsraad worden behandeld.



HOOFDSTUK 3 SAMENSTELLING EN WERKWIJZE


Artikel 10 Samenstelling Medezeggenschapsraad
De medezeggenschapsraad telt bij een het steunpunt:
1. Ten minste 3 leden en ten hoogste 5 leden.
2. De directeur KWCARIB en het Georganiseerd Overleg Kustwacht kunnen, indien dit
bevorderlijk is voor een goede toepassing van deze regeling, anders bepalen dan in het
eerste lid genoemde aantal leden.


Artikel 11 Verkiezingen
1. De directeur KWCARIB bepaalt op voordracht van de betreffende medezeggenschapsraad de
verkiezingsdatum.
2. De leden van een medezeggenschapsraad worden door de bij het steunpunt werkzame
medewerkers uit hun midden gekozen. Medewerkers zijn kiesgerechtigd vanaf het moment
dat zij bij de Kustwacht werkzaam zijn. Medewerkers zijn verkiesbaar als zij op het moment
van de verkiezingen ten minste twee maanden bij de Kustwacht werkzaam zijn.
3. De leden van een medezeggenschapsraad worden gekozen bij geheime schriftelijke of
elektronische stemming en door middel van stembiljetten of overzichten waarop
kandidatenlijsten zijn vermeld.
4. Voor het uitbrengen van een geldige stem kan de medewerker slechts n stem uitbrengen
op n van de op het stembiljet vermelde kandidaten.
5. De directeur KWCARIB en in voorkomend geval de door deze voor het voeren van overleg
met de medezeggenschapsraad aangewezen functionaris, zijn niet verkiesbaar tot lid van de
medezeggenschapsraad.
6. De medewerker kan zijn stem bij schriftelijke volmacht uitbrengen.
7. Een medewerker kan gelijktijdig met het uitbrengen van zijn eigen stem voor ten hoogste twee
andere kiesgerechtigden bij schriftelijke volmacht stemmen.
8. Indien het aantal kandidaten kleiner is dan het minimum aantal zetels, bedoeld in artikel 10,
tweede lid, dienen er nieuwe verkiezingen voor de resterende zetels te worden gehouden.



.

Regeling Medezeggenschap KWCARIB

2014



7



Artikel 12 Kandidatenlijst
1. Een kandidatenlijst kan worden ingediend door:
a. Vereniging van ambtenaren Nederland en/of vakbonden binnen de overige landen
van het Koninkrijk, die de belangen behartigen van bij de Kustwacht werkzame
personen;
b. bij de Kustwacht werkzame kiesgerechtigde medewerkers die geen lid zijn van een bij
een centrale aangesloten vereniging van ambtenaren, mits deze lijst wordt gesteund
door een derde deel of meer van de bij het steunpunt werkzame kiesgerechtigde
medewerkers, met dien verstande dat met 8 handtekeningen kan worden volstaan.
2. Een medewerker wordt slechts geplaatst op n kandidatenlijst.
3. Een medewerker kan door het plaatsen van zijn handtekening n kandidatenlijst mee
indienen, tenzij hij als kandidaat op een door een centrale ingediende lijst staat.
4. Een vereniging of een bond kan een kandidatenlijst met kandidaten indienen die krachtens
een publiekrechterlijke aanstelling van de landen Aruba, Curacao, Sint Maarten en Nederland
(Defensie) bij de Kustwacht werkzaam zijn.
5. Een vereniging of een bond kunnen een gecombineerde kandidatenlijst indienen. Indien een
gecombineerde kandidatenlijst is ingediend, kunnen de betrokken stellers niet alsnog een
afzonderlijke kandidatenlijst indienen.
6. Tijdens de zittingsperiode van de medezeggenschapsraad wordt het aantal leden van de raad
niet gewijzigd.


Artikel 13 Taakverdeling
1. De medezeggenschapsraad kiest uit haar leden een voorzitter en n of meer
plaatsvervangende voorzitters.
2. De medezeggenschapsraad kiest uit haar leden een secretaris. In voorkomend geval kan de
directeur KWCARIB in overeenstemming met de medezeggenschapsraad een ambtelijk
secretaris benoemen. Een dergelijke voordracht wordt in ieder geval nmaal in een
overlegvergadering behandeld.
3. De medezeggenschapsraad maakt de namen en functies van haar leden bekend aan alle bij
de Kustwacht werkzame medewerkers en aan degenen die kandidatenlijsten hebben
ingediend.


Artikel 14 Rooster van Aftreden en einde lidmaatschap
1. De leden van de medezeggenschapsraad treden om de twee jaar gelijktijdig af.
2. In afwijking van het eerste lid kan in het instellingsbesluit worden bepaald dat de leden van de
medezeggenschapsraad om de vier jaar gelijktijdig aftreden dan wel dat om de twee jaar de
helft van de leden aftreedt.
3. Als een lid van de medezeggenschapsraad niet meer werkzaam is bij de Kustwacht, eindigt
zijn lidmaatschap van de medezeggenschapsraad.
4. De leden van een medezeggenschapsraad kunnen te allen tijde hun lidmaatschap
beindigen.


Artikel 15 Tussentijdse vacatures
1. Een vacature die ontstaat tijdens de zittingsduur van de medezeggenschapsraad, wordt
vervuld door de eerstvolgende niet gekozen kandidaat van de lijst waarop het vertrekkende lid
stond. Een opengevallen plaats die ontstaat als gevolg van langdurige verhindering, wordt
voor de duur van die periode vervuld.
2. De medezeggenschapsraad regelt in zijn reglement de wijze waarop de vacature bij
langdurige verhindering zal worden ingenomen.
.

Regeling Medezeggenschap KWCARIB

2014



8
3. Indien op de kandidatenlijst geen kandidaten meer aanwezig zijn, worden voor alle
opengevallen plaatsen tussentijdse verkiezingen gehouden overeenkomstig de daarvoor bij
artikel 11 en 12 gestelde regels met dien verstande dat deze verkiezingen niet worden
gehouden indien binnen zes maanden algemene medezeggenschapsverkiezingen plaats-
vinden. Indien de vacature een gevolg is van ontstentenis wordt de kandidaat voor de duur
daarvan verkozen.
4. De op grond van het eerste en tweede lid aangetreden medezeggenschapsleden treden aan
voor de duur van de resterende periode waarvoor de medezeggenschapsraad is ingesteld.


Artikel 16 Uitsluiting leden
1. Op verzoek van de directeur KWCARIB of van de medezeggenschapsraad kan het college
van geschillen voor een door haar te bepalen termijn adviseren om een lid van de
medezeggenschapsraad uit te sluiten van alle of bepaalde werkzaamheden van de
medezeggenschapsraad. Het verzoek kan uitsluitend worden gedaan, door de directeur
KWCARIB op grond van het feit dat betrokken medezeggenschapslid het overleg ernstig
belemmert, en door de medezeggenschapsraad op grond van het feit dat betrokkene de
werkzaamheden van de medezeggenschapsraad ernstig belemmert.
2. Alvorens een verzoek in te dienen stelt de verzoeker de betrokkene in de gelegenheid over
het verzoek te worden gehoord. De directeur KWCARIB en de medezeggenschapsraad
stellen elkaar in kennis van een overeenkomstig het eerste lid ingediende verzoek. Het lid kan
zich hierbij door een deskundige laten bijstaan. De kosten van de deskundige komen voor
rekening van de directeur KWCARIB indien deze hier vooraf van op de hoogte is gesteld.
3. Indien de directeur KWCARIB of de medezeggenschapsraad zich direct richten tot het college
van geschillen zonder het bedoelde in lid 2 in acht te hebben genomen, is het verzoek niet
ontvankelijk.


Artikel 17 Reglement
1. De medezeggenschapsraad maakt een Reglement voor de medezeggenschap KWCARIB,
waarin de onderwerpen worden geregeld die aan de medezeggenschapsraad bij deze
regeling ter regeling aan de medezeggenschapsraad zijn opgedragen of overgelaten. In het
Reglement worden in ieder geval de verkiezingen, waaronder de inrichting daarvan, de
kandidaatstelling (georganiseerden en organiseerden), de vaststelling van de uitslag en de
werkwijze van de medezeggenschapsraad geregeld.
2. Het Reglement, of een wijziging daarvan, wordt vastgesteld bij besluit van de
gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en bevat geen bepalingen die in strijd zijn met
de Regeling medezeggenschap KWCARIB of die een goede toepassing van deze regeling in
de weg staan. Een besluit tot vaststelling behoeft de instemming van twee derde van het
aantal leden van de medezeggenschapsraad.
3. Voordat de medezeggenschapsraad het reglement of een wijziging daarvan vaststelt, wordt
de directeur KWCARIB in de gelegenheid gesteld zijn standpunt daarover kenbaar te maken.
4. Nadat de medezeggenschapsraad het reglement of een wijziging daarvan heeft vastgesteld,
wordt een afschrift daarvan aan de directeur KWCARIB of de door deze bevoegd verklaarde
functionarissen aan het hoofd het steunpunt gezonden.


Artikel 18 Deskundigen
1. De medezeggenschapsraad kan n of meer deskundigen uitnodigen tot het bijwonen van
een vergadering van die raad met het oog op de behandeling van een bepaald onderwerp.
2. De leden van de medezeggenschapsraad kunnen in de vergadering aan de deskundigen
inlichtingen en adviezen vragen.
3. Een deskundige kan eveneens worden uitgenodigd een schriftelijk advies uit te brengen.
4. De voorgaande leden zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de werkgroepen
van een medezeggenschapsraad.
.

Regeling Medezeggenschap KWCARIB

2014



9


Artikel 19 Voorzieningen
1. De directeur KWCARIB staat een medezeggenschapsraad, de werkgroepen van die raad en,
indien de directeur KWCARIB aan een medezeggenschapsraad een ambtelijk secretaris heeft
toegevoegd, de ambtelijk secretaris van die raad het gebruik toe van de voorzieningen
waarover hij als zodanig kan beschikken en die een medezeggenschapsraad, de
werkgroepen en de ambtelijk secretaris van die raad voor de vervulling van hun taak
redelijkerwijze nodig hebben. De directeur KWCARIB stelt de medezeggenschapsraad en de
werkgroepen van die raad in staat de bij de Kustwacht werkzame medewerkers te raadplegen
en stelt deze medewerkers in de gelegenheid hieraan hun medewerking te verlenen, voor
zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor de vervulling van de taak van een
medezeggenschapsraad en de werkgroepen.
2. De medezeggenschapsraad en de werkgroepen van die raad vergaderen zoveel mogelijk
tijdens de normale werktijd.


Artikel 20 Faciliteiten
1. De directeur KWCARIB stelt de leden van een medezeggenschapsraad en de leden van de
werkgroepen van die medezeggenschapsraad gedurende een door de directeur KWCARIB en
de medezeggenschapsraad gezamenlijk vast te stellen aantal uren per jaar in werktijd en met
behoud van bezoldiging in de gelegenheid voor/tot onderling beraad en overleg met andere
personen over aangelegenheden waarbij zij in de uitoefening van hun taak zijn betrokken,
alsmede voor kennisneming van de arbeidsomstandigheden in de Kustwacht. Voor de
voorzitter en de secretaris bedraagt het aantal uren ten minste 100 per jaar. Voor de overige
leden bedraagt het aantal uren ten minste 60 per jaar.
2. De directeur KWCARIB biedt de leden van een medezeggenschapsraad en de leden van een
werkgroep, gedurende een door de directeur KWCARIB en de medezeggenschapsraad
gezamenlijk vast te stellen aantal dagen per jaar, in werktijd en met behoud van bezoldiging
de gelegenheid de scholing en vorming te ontvangen welke zij in verband met de vervulling
van hun taak nodig oordelen.
3. De directeur KWCARIB en de medezeggenschapsraad stellen het aantal dagen als bedoeld in
het tweede lid vast op een zodanig aantal als de betrokken leden van de
medezeggenschapsraad en van de werkgroepen van die medezeggenschapscommies voor
de vervulling van hun taak redelijkerwijze nodig hebben. Daarbij wordt in acht genomen dat
het aantal dagen:
a. voor leden van een in artikel 9 bedoelde werkgroep, die niet tevens lid zijn van
een medezeggenschapsraad, niet lager vastgesteld kan worden dan drie per jaar;
b. voor leden van een medezeggenschapsraad, niet lager vastgesteld kan worden
dan vijf per jaar;
c. voor leden van een in artikel 7 bedoelde medezeggenschapsraad die tevens lid
zijn van gemeenschappelijke medezeggenschapsraad niet lager vastgesteld kan
worden dan acht per jaar.
4. De door een lid van een medezeggenschapsraad of een lid van een werkgroep gemaakte
noodzakelijke reis-en verblijfskosten voor het deelnemen aan vergaderingen van de
medezeggenschapsraad of werkgroep, aan overlegvergaderingen en aan scholings-en
vormingsactiviteiten worden vergoed door de directeur KWCARIB.
5. De secretaris van de medezeggenschapsraad verstrekt jaarlijks aan de directeur KWCARIB
een opgave van de scholings-en vormingsactiviteiten waar de leden van de
medezeggenschapsraad en zijn werkgroepen in het komende half jaar aan willen deelnemen.


Artikel 21 Geheimhoudingsplicht
1. De leden van de medezeggenschapsraad, de ambtelijk secretaris van die raad, alsmede de
overeenkomstig artikel 18 geraadpleegde deskundigen zijn gehouden tot geheimhouding van
.

Regeling Medezeggenschap KWCARIB

2014



10
alle vertrouwelijke informatie die zij in hun hoedanigheid vernemen, alsmede van alle
aangelegenheden ten aanzien waarvan directeur KWCARIB, dan wel de
medezeggenschapsraad hun geheimhouding heeft opgelegd of waarvan zij, in verband met
opgelegde geheimhouding, het vertrouwelijk karakter moeten begrijpen. Het voornemen om
geheimhouding op te leggen wordt vr de behandeling van de betrokken aangelegenheid
meegedeeld. Degene die de geheimhouding oplegt, deelt daarbij tevens mee, welke
schriftelijk of mondeling verstrekte gegevens onder de geheimhouding vallen en hoe lang
deze dient te duren, alsmede of er personen zijn ten aanzien van wie de geheimhouding niet
in acht behoeft te worden genomen.
2. De in het eerste lid bedoelde verplichting geldt niet tegenover hen die ingevolge een
rechterlijke opdracht zijn belast met een onderzoek naar de gang van zaken in de Kustwacht.
3. De in het eerste lid bedoelde verplichting geldt voorts niet voor onderling beraad van de leden.
4. De plicht tot geheimhouding vervalt niet door beindiging van het lidmaatschap van de
medezeggenschapsraad, noch door beindiging van de werkzaamheden van de
betrokkene(n) bij de Kustwacht.


Artikel 22 Benadelingsbescherming
1. De directeur KWCARIB draagt er zorg voor dat medewerkers die op een kandidatenlijst staan
of hebben gestaan, die lid zijn of lid zijn geweest van een medezeggenschapsraad of van een
werkgroep, of die op andere wijze betrokken zijn of betrokken zijn geweest bij
medezeggenschap, niet uit hoofde van hun kandidaatstelling, hun lidmaatschap of hun betrok-
kenheid op geen enkele wijze worden benadeeld in hun positie en loopbaanperspectief. Indien
de directeur KWCARIB aan een medezeggenschapsraad een ambtelijk secretaris heeft
toegevoegd, is de eerste volzin van overeenkomstige toepassing op de ambtelijk secretaris
van die raad.
2. De directeur KWCARIB draagt er zorg voor dat leden van de medezeggenschapsraad
onverkort in aanmerking komen voor opleidingen die passen in het reguliere
loopbaanperspectief en het behoud van kennis daarvoor.


Artikel 23 Kosten van de Medezeggenschapsraad
1. De kosten die redelijkerwijze noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van een
medezeggenschapsraad en de werkgroepen van die raad, komen ten laste van de directeur
KWCARIB.
2. Met inachtneming van het bepaalde in het eerste lid, komen de kosten van het uitnodigen van
een deskundige door de medezeggenschapsraad of een werkgroep van die raad alsmede de
kosten van het voeren van rechtsgedingen door de medezeggenschapsraad slechts ten laste
van de directeur KWCARIB, indien de directeur KWCARIB van de te maken kosten vooraf in
kennis is gesteld en daarmee instemt. De eerste volzin is niet van toepassing wanneer
uitvoering is gegeven aan het derde lid.
3. de directeur KWCARIB kan in overeenstemming met de medezeggenschapsraad de kosten
die een medezeggenschapsraad en de werkgroepen van die raads in enig jaar maakt, voor
zover deze geen verband houden met het bepaalde in artikel 19 en 20, een vast budget
vaststellen dat de medezeggenschapsraad naar eigen inzicht kan besteden. Kosten waardoor
het hier bedoelde bedrag zou worden overschreden, komen slechts ten laste van de directeur
KWCARIB voor zover hij in het dragen daarvan toestemt.



HOOFDSTUK 4 OVERLEG

Artikel 24 De overlegvergadering
1. De directeur KWCARIB of de door deze bevoegd verklaarde functionaris voert het overleg met
de medezeggenschapsraad in de overlegvergadering.
.

Regeling Medezeggenschap KWCARIB

2014



11
2. De directeur KWCARIB of de door deze aangewezen functionaris is voorzitter van de
overlegvergadering, tenzij de directeur KWCARIB en de medezeggenschapsraad tezamen
een andere regeling treffen. De voorzitter van de overlegvergadering kan zich tijdens de
overlegvergaderingen laten bijstaan door n of meer daartoe aangewezen functionarissen.
3. De directeur KWCARIB of de door deze bevoegd verklaarde functionaris en de
medezeggenschapsraad kunnen voor de behandeling van een bepaald onderwerp n of
meer deskundigen uitnodigen een vergadering bij te wonen.
4. De directeur KWCARIB of de door deze bevoegd verklaarde functionaris en de
medezeggenschapsraad komen voor overleg bijeen binnen twee weken nadat de directeur
KWCARIB of door deze bevoegd verklaarde functionaris de medezeggenschapsraad daarom
onder opgave van redenen heeft verzocht.


Artikel 25 Onderwerp van overleg
1. In de overlegvergadering worden, met uitzondering van individuele personele
aangelegenheden, onderwerpen aan de orde gesteld die de Kustwacht en/of het steunpunt
betreffen en waarvan de directeur KWCARIB, de door deze bevoegd verklaarde functionaris,
of de medezeggenschapsraad behandeling wenselijk acht of waarover volgens deze regeling
overleg plaatsvindt.
2. Ten minste tweemaal per jaar wordt in een overlegvergadering de algemene gang van zaken
besproken.
3. Een algemene uitzondering hierop, is geregeld in artikelen twee en zes van deze Regeling.


Artikel 26 Gang van zaken overlegvergadering
1. De directeur KWCARIB of de door deze bevoegd verklaarde functionaris en de
medezeggenschapsraad maken gezamenlijk afspraken over de overlegvergadering. Deze
afspraken hebben onder meer betrekking op:
a. het aantal overlegvergaderingen per jaar, waarbij wordt uitgegaan van ten minste 4
vergaderingen;
b. de wijze van bijeenroepen van overlegvergaderingen;
c. de werkzaamheden en de vervulling van het secretariaat van de overlegvergadering;
d. het opstellen van de agenda van de overlegvergadering en het bekendmaken
daarvan aan de bij de Kustwacht werkzame medewerkers;
e. de verslaggeving van de overlegvergaderingen, de wijze waarop de afschriften van de
verslagen van de overlegvergaderingen worden verspreid en de wijze waarop van het
besprokene aan de bij het steunpunt werkzame medewerkers verslag wordt gedaan;
f. het aantal deelnemers dat aanwezig moet zijn bij een overlegvergadering;
g. het schorsen van de vergadering voor afzonderlijk beraad over een bepaald punt.
2. Voor zover er in de overlegvergadering verschillende standpunten worden ingenomen, blijkt
dit duidelijk uit de verslaglegging van de vergadering.



HOOFDSTUK 5 BEVOEGDHEDEN

Artikel 27 Initiatiefrecht
1. De medezeggenschapsraad kan de directeur KWCARIB of de door deze bevoegd verklaarde
functionaris schriftelijk voorstellen doen ten aanzien van de onderwerpen, bedoeld in artikel
25, eerste lid, voor zover de directeur KWCARIB of de daartoe verklaarde functionaris
bevoegd is daarover maatregelen te treffen.
2. De directeur KWCARIB of de door deze bevoegd verklaarde functionaris beslist over een
voorstel als bedoeld in het eerste lid, nadat daarover ten minste nmaal overleg is gepleegd
met de medezeggenschapsraad. Na het overleg deelt het bevoegd gezag zo spoedig mogelijk
.

Regeling Medezeggenschap KWCARIB

2014



12
schriftelijk en gemotiveerd aan de raad mee of en in hoeverre hij overeenkomstig het voorstel
zal beslissen.


Artikel 28 Informatierecht
1. De directeur KWCARIB of de door deze bevoegd verklaarde functionaris verstrekt,
desgevraagd schriftelijk, tijdig alle inlichtingen en gegevens, waaronder de achtergronden,
motieven en afwegingen van maatregelen die de Kustwacht raken, indien de
medezeggenschapsraad deze redelijkerwijs nodig heeft voor het vervullen van zijn taak.
2. De directeur KWCARIB of de door deze bevoegd verklaarde functionaris verstrekt mede ten
behoeve van het in artikel 26, derde lid, bedoelde overleg ten minste tweemaal per jaar
schriftelijk algemene gegevens over het functioneren van de Kustwacht in het verstreken
tijdvak en het verwachte functioneren in het komende tijdvak. De directeur KWCARIB, of de
door deze bevoegd verklaarde functionaris doet in dit kader mededeling over maatregelen die
hij in voorbereiding heeft betreffende de aangelegenheden, bedoeld in artikel 29, eerste lid.
Daarbij worden afspraken gemaakt over het tijdstip waarop en op welke wijze de
medezeggenschapsraad in de besluitvorming wordt betrokken.
3. De directeur KWCARIB of de door deze bevoegd verklaarde functionaris verstrekt bij het
begin van de zittingsperiode van de medezeggenschapsraad schriftelijk algemene gegevens
over de organisatie, over de leiding van de Kustwacht of het steunpunt en over de wijze van
functioneren van de Kustwacht of het steunpunt aan de medezeggenschapsraad.


Artikel 29 Voorgenomen maatregelen
1. De directeur KWCARIB of de door deze bevoegd verklaarde functionaris stelt de
medezeggenschapsraad in de gelegenheid binnen een redelijke termijn advies uit te brengen
over een voorgenomen maatregel met betrekking tot de bedrijfsvoering van de Kustwacht
over:
a. de wijze waarop de arbeids-en dienstvoorwaarden worden toegepast;
b. de wijze waarop het algemeen personeelsbeleid wordt uitgevoerd;
c. aangelegenheden op het gebied van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn in
verband met de arbeid;
d. aangelegenheden met betrekking tot het woon-en leefklimaat;
e. de organisatie en werkwijze;
f. de technische en economische uitvoering.
2. De medezeggenschapsraad brengt geen advies uit over:
a. voorgenomen maatregelen voor zover die strekken tot het verzekeren van de
personele vulling, de beschikbaarheid, de inzetbaarheid en het ongestoorde
functioneren van de Kustwacht;
b. aangelegenheden die reeds inhoudelijk zijn geregeld met het Georganiseerd Overleg
of waarvan de behandeling is voorbehouden aan het overleg met het Georganiseerd
Overleg, behoudens voor zover het de gevolgen daarvan betreft voor de
werkzaamheden van de bij de Kustwacht werkzame personen.
3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd dat het van wezenlijke invloed kan zijn op
de voorgenomen maatregel. Daarbij worden de beweegredenen voor de maatregel en de te
verwachten gevolgen aangegeven.
4. Voordat de raad advies uitbrengt over een voorgenomen maatregel wordt de betrokken
aangelegenheid ten minste nmaal in een overlegvergadering behandeld.
5. Bij het overleg over een voorgenomen maatregel als bedoeld in het eerste lid, is, als de
maatregel uitsluitend gevolgen kan hebben voor een (bepaalde categorie) werkzame
personen van het steunpunt, de opvatting van de leden van de medezeggenschapsraad die
tot de desbetreffende steunpunt behoren bepalend voor het uit te brengen advies van de
medezeggenschapsraad..


.

Regeling Medezeggenschap KWCARIB

2014



13
Artikel 30 Behandeling van het advies
1. Als de directeur KWCARIB of de door deze bevoegd verklaarde functionaris bevoegd is de in
artikel 29, eerste lid, genoemde maatregel te treffen, deelt hij de medezeggenschapsraad
binnen vier weken nadat de raad het advies heeft uitgebracht schriftelijk en gemotiveerd mee
of hij zich met het advies kan verenigen.
2. Als de bevoegd verklaard functionaris niet bevoegd is de in artikel 29, eerste lid, genoemde
maatregel te treffen zendt hij het advies van de medezeggenschapsraad zo spoedig mogelijk
naar de directeur KWCARIB. Binnen zes weken nadat het advies van de
medezeggenschapsraad is uitgebracht deelt de directeur KWCARIB schriftelijk en
gemotiveerd mee of hij zich met het advies kan verenigen.
3. Binnen vier weken nadat de directeur KWCARIB heeft meegedeeld dat hij of de daartoe
bevoegd functionaris zich niet met het advies van de medezeggenschapsraad kan verenigen,
vindt tussen de directeur KWCARIB of door deze bevoegd verklaarde functionaris hernieuwd
overleg plaats met de medezeggenschapsraad.


Artikel 31 Overeenstemmingsvereiste
Een voorgenomen maatregel als bedoeld in artikel 29, eerste lid wordt niet uitgevoerd als uit het
advies van de medezeggenschapsraad en uit de mededeling van het bevoegd gezag, bedoeld in
artikel 30, eerste of tweede lid, dan wel na het hernieuwd overleg, bedoeld in artikel 30, vierde lid,
blijkt dat over de voorgenomen maatregel geen overeenstemming is bereikt.



Artikel 32 Overige bevoegdheden
1. De medezeggenschapsraad bevordert zo veel mogelijk het werkoverleg bij de Kustwacht.
2. De medezeggenschapsraad bevordert zoveel mogelijk de naleving van de voorschriften op
het gebied van de arbeidsvoorwaarden en van de veiligheid, de gezondheid en het welzijn in
verband met de arbeid van de bij de Kustwacht werkzame medewerkers.
3. De medezeggenschapsraad waakt tegen elke vorm van ongewenst gedrag bij de Kustwacht,
bevordert de gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de Kustwacht.




HOOFDSTUK 6 GESCHILLENREGELING

Artikel 33 College voor advies en geschillen
1. Er is een college voor advies en geschillen dat bestaat uit drie leden en drie plaatsvervangend
leden. De directeur KWCARIB benoemt de leden voor een periode van vier jaar. En lid en
een plaatsvervangend lid worden op voordracht van de directeur KWCARIB benoemd en n
lid en een plaatsvervangend lid op voordracht van de centrales. Het derde lid, dat tevens
voorzitter is, en een plaatsvervangend lid wordt voorgedragen door de Landen Aruba,
Curacao, Sint Maarten en Nederland, gehoord hebbende de overige twee leden.
2. De leden en de plaatsvervangende leden treden om de vier jaar gelijktijdig af en kunnen
terstond opnieuw worden benoemd. Degene die tot lid of tot plaatsvervangend lid van het
college voor advies en geschillen is benoemd ter vervulling van een tussentijds opengevallen
plaats, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, had moeten
aftreden.
3. De voorzitter, de leden en de plaatsvervangend leden maken geen deel uit van de Kustwacht,
en zijn niet werkzaam bij en onder de verantwoordelijkheid van de Kustwacht.
4. Het college voor advies en geschillen regelt zijn werkwijze en wijst zelf een onafhankelijk
secretariaat aan binnen het kader van de hem op grond van dit hoofdstuk opgedragen taak en
wordt daarbij door het onafhankelijk secretariaat ondersteund. Indien naar het oordeel van de
directeur KWCARIB in samenspraak met het Georganiseerd Overleg Kustwacht daartoe
.

Regeling Medezeggenschap KWCARIB

2014



14
aanleiding is, brengt het college voor advies en geschillen verslag uit van zijn
werkzaamheden.
5. De kosten van het college voor advies en geschillen en het onafhankelijk secretariaat komen
voor rekening van de directeur KWCARIB indien deze vooraf daarvan op de hoogte is gesteld.


Artikel 34 Competenties college voor advies en geschillen
1. Het college voor advies en geschillen neemt kennis van de volgende geschillen:
a. over een aangelegenheid als bedoeld in de artikelen 9, tweede lid, 13, tweede lid, 16,
eerste lid, 17, eerste en tweede lid19, eerste lid, 20, eerste, tweede en vijfde lid, 21,
eerste lid, 22, eerste en tweede lid 23, eerste en tweede lid, 26, eerste lid, 27, tweede
lid, of 28, eerste lid van deze regeling;
b. over een voorgenomen maatregel als bedoeld in artikel 29, eerste lid indien naar
aanleiding van het hernieuwde overleg als bedoeld in artikel 30, vierde lid, niet alsnog
overeenstemming wordt bereikt;
c. over een verschil van mening met betrekking tot de interpretatie van deze regeling of
van het reglement;
d. over de kandidaatstelling voor en de verkiezing van de leden van
medezeggenschapsraad.
e. over een verzoek tot uitsluiting van een lid van de medezeggenschapsraad.
2. De directeur KWCARIB en de medezeggenschapsraad zijn beiden bevoegd om de in het
eerste lid, onder a, b en c bedoelde geschillen met toelichting van de wederzijdse standpunten
rechtstreeks voor te leggen aan het college voor advies en geschillen. Voor de geschillen
bedoeld in het eerste lid, onder d, is iedere belanghebbende bevoegd om deze met toelichting
van zijn standpunt rechtstreeks voor te leggen aan het college voor advies en geschillen, met
dien uitzondering dat het hoofd steunpunt een geschil enkel kan voorleggen aan de
commissie van advies en geschillen door tussenkomst van de directeur KWCARIB. Over de
geschillen bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan aan de directeur KWCARIB en
het Georganiseerd Overleg Kustwacht.


Artikel 35 Beslissing
1. Het Hoofd Steunpunt neemt geen beslissing inzake een geschil als bedoeld in artikel 34,
eerste lid, voordat het advies van het college voor geschillen is ontvangen.
2. Het hoofd Steunpunt neemt binnen vier weken nadat het advies van het college voor
geschillen is ontvangen een beslissing.
3. Indien een in de artikel 8 lid 1 bedoelde gemeenschappelijke medezeggenschapsraad partij is
in het geschil wordt in het eerste en het tweede lid telkenmale gelezen: De directeur
KWCARIB.


Artikel 36 Spoedprocedure
1. Het hoofd steunpunt en de medezeggenschapsraad kunnen een geschil als bedoeld in artikel
34, eerste lid, onder a, b en c van deze regeling in een spoedprocedure brengen indien
sprake is van een spoedeisend belang. Iedere belanghebbende kan een geschil als bedoeld
in artikel 34, eerste lid, onder d, van deze regeling in een spoedprocedure brengen indien
sprake is van een spoedeisend belang.
2. Het geschil, bedoeld in het eerste lid, wordt voorgelegd aan de voorzitter van het college voor
geschillen. De voorzitter of een door de voorzitter aan te wijzen lid van het college brengt
binnen twee weken nadat om advies is gevraagd, advies uit.
3. Het hoofd steunpunt neemt binnen n week nadat hij het advies van het behandelend lid van
het college voor geschillen heeft ontvangen een voorlopige beslissing. Indien de
medezeggenschapsraad geen gebruik maakt van de mogelijkheid tot verdere behandeling
van het geschil, bedoeld in het vierde lid, wordt de beslissing in de vorige volzin definitief.
.

Regeling Medezeggenschap KWCARIB

2014



15
4. Indien de medezeggenschapsraad naar aanleiding van de voorlopige beslissing behoefte
heeft aan verdere behandeling van het geschil dan informeert hij daarover binnen twee weken
het hoofd steunpunt. Het hoofd steunpunt legt het geschil en alle daarop betrekking hebbende
stukken voor aan het college voor geschillen met het verzoek hem van advies te dienen.
5. Het hoofd steunpunt legt een geschil voor aan de commissie van advies en geschillen na
tussenkomst van de directeur KWCARIB.
6. Indien een in de artikel 8, lid 1 bedoelde gemeenschappelijke medezeggenschapsraad partij
is in het geschil wordt in het derde en het vierde lid telkenmale gelezen: de directeur
KWCARIB.


Artikel 37 Advies van het college voor advies en geschillen
1. Geschillen waarover het college voor advies en geschillen op grond van deze regeling advies
uitbrengt, worden zo snel mogelijk aan het college voorgelegd.
2. Het college voor advies en geschillen tracht een minnelijke schikking tussen de bij het geschil
betrokken partijen tot stand te brengen.
3. Indien geen minnelijke schikking wordt bereikt, informeert het college voor geschillen
gelijktijdig de directeur KWCARIB en het Georganiseerd Overleg Kustwacht indien een in het
artikel 8, lid 1 bedoelde medezeggenschapsraad partij is in het geschil, over de vraag of de
betrokken partijen hebben gehandeld in strijd met deze regeling of met het reglement en of
het voorgenomen besluit in redelijkheid is genomen. Het Georganiseerd Overleg Kustwacht
treedt daarover in overleg met de directeur KWCARIB en de medezeggenschapsraad om te
komen tot uitsluitsel.
4. Het college voor advies en geschillen kan alle inlichtingen en gegevens inwinnen die het voor
het opstellen van het advies nodig acht.
5. Het college voor advies en geschillen kan, al dan niet op verzoek, alle personen horen die het
voor het opstellen van het advies nodig acht.
6. Het college voor advies en geschillen brengt binnen vier weken nadat het om advies is
gevraagd, advies uit.


.

Regeling Medezeggenschap KWCARIB

2014



16
HOOFDSTUK 7 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 38 Evaluatie
De directeur KWCARIB en het Georganiseerd Overleg Kustwacht kunnen in overleg, ter bevordering
voor een goede toepassing van de medezeggenschap, de regeling tweejaarlijks op zijn werking
bezien.

Artikel 39 Inwerkintreding
Deze regeling is in werking getreden op 1 juni 2014. Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling
Medezeggenschap KWCARIB 2014..





Namens:

De directeur KWCARIB SEPPA



D.A. Swijgman
BRIGGENMARNS E.J. Marlin


NAPB STrAF/ACOM



R. Abrahams W.H. van Lamoen


WICSU ABVO



D.V. Leonard W. Calmes

Vous aimerez peut-être aussi