Vous êtes sur la page 1sur 2

Meer lijn

In
projectonderwijs
Bij de invoering van de vernieuwde onderbouw kregen scholen meer ruimte om hun eigen programma te
maken. Daarbij kwam de opdracht om aan meer samenhang tussen vakken te werken. Veel scholen hebben
sindsdien ingezet op vakoverstijgend projectonderwijs. Op papier de ideale manier om je onderwijspro-
gramma een eigen gezicht te geven en verbindingen te leggen tussen vakken, zonder over te hoeven gaan
tot een ingrijpende vakkenintegratie. Wat echter vaak ontbreekt, is de afstemming tussen de projecten.
Daarom werkt SLO samen met scholen aan een leerlijn in projectonderwijs.
Projectleider Marieke ten Voorde (SLO): 'Twee jaar geleden hebben wij het
Handboek Projectonderwijs in de onderpouw ontwikkeld. Dat bevat allerlei
instrumenten en andere hulpmiddelen om scholen te ondersteunen bij het
opstarten van projectonderwijs in de onderbouw. De publicatie viel in goede
aarde, maar tegelijkertijd werd duidelijk dat scholen niet alleen behoefte
hadden aan een praktische handreiking voor het opzetten van projecten,
maar ook aan hulp bij het aanbrengen van een logische opbouw in
onderwijs, vooral wat betreft vaardigheden. Samen met scholen, waarvan
enkele ook al betrokken waren bij het maken van het handboek, hebben we
vaardigheden lijnen ontwikkeld om bestaande of nieuw te ontwikkelen
jecten op elkaar af te stemmen. Daarbij is een handreiking tot stand gekomen
die beschrijft hoe scholen deze lijnen kunnen gebruiken om een opbouw in
vaardigheden te realiseren. Tevens worden in de handreiking aanwijzingen en
suggesties gegeven om lijn te brengen in de vakkennis die in proj ecten aan
bod komen:
Doorlopende leerlijnen in vaardigheden
Voor vijf vaardigheden zijn doorlopende leerlijnen geformuleerd:
ken, presenteren, plannen, informatievaardigheden en
heden. Ten Voorde: 'Bij het inrichten van die leerlijnen hebben wij gebruik
gemaakt van rubrics, waarbij de genoemde vaardigheden verder zijn uitge-
werkt in deelvaardigheden. Voor elke deelvaardigheid is beschreven wat een
leerl ing in elk leerjaar van de onderbouw zou moeten kunnen. Zo kunnen de
docent en de leerling precies zien hoe ver de leerli ng gevorderd is. Tussentijds
hebben we die beschrijving een aantal keren voorgelegd aan de netwerk-
scholen en gevraagd om commentaar en advies. Zo zijn uiteindelijk vaardig-
hedenlijnen ontstaan die in de praktijk zijn uitgeprobeerd en die hun waarde
op de netwerkscholen bewezen hebben. Scholen die al volop bezig zijn met
projectonderwijs kunnen hun projecten nu langs deze meetlat leggen om na
te gaan in hoeverre er sprake is van een logische opbouw. Maar ook scholen
die starten met projectonderwijs kunnen de vaardighedenlijnen gebruiken:
O!X!mb..'I2012
Meer samenhang
Een van de netwerkscholen is het Petrus Canisius College (PCC) in Heiloo,
een onderbouwvestiging voor klas 1 en 2, met in totaal 344 leerlingen.
Corien Melissen, afdelingsleider eerste klassen en namens het manage-
mentteam verantwoordelijk voor het leergebied Nederlands: 'Toen de
wet op de vernieuwde onderbouw van kracht werd, hebben wij ervoor
gekozen meer samenhang tussen de vakken aan te brengen via projecten.
Vakken kunnen projecten aanbieden samen met de vakken binnen het
leergebied, maar ook aanslUiting zoeken buiten het leergebied:
De vakken staan nog wel apart op het rooster, maar bij de overgang wordt
gekeken naar het gemiddelde per leergebied. Het is ook de bedoeling
dat de leergebieden een derde van hun les tijd aanbieden in projectvorm.
Dat zijn pee-projecten. Proj ecten moeten lesstofvervangend zijn. De
leergebiedvoorZitters hebben ontwikkeltij d gekregen. Samen met andere
voorzitters hebben zij gezocht naar samenhang, in vaardigheden of op
inhoud. Voorbeelden zijn het dierentuinproject (bi/vz & techniek) en het
sprookjesproject (Nederlands, muziek, beeldende vorming Engels, Duits
en Frans). Melissen;'Via projectonderwijs willen we laten zien hoe de ken-
nis linkt met de werkelijkheid. Projecten geven leerlingen de ruimte om
zelfstandig naar eigen oplossingen te zoeken. Ze stimuleren leerlingen
hun persoonlijke competenties te ontwikkelen, zoals samenwerken en
zelfstandig werken:
Op de vraag hoe ver het pee is met het aanbrengen van lijn en samen-
hang in de verschillende projectvaardigheden, geeft Melissen aan dat
van een aantal vaardigheden nu duidelijk is waar en wanneer ze worden
aangeboden. Ook is er een begin gemaakt met het werken met rubrics. 'Er
is veel uitwisseling met SLO en de andere scholen. Dit werkt heel prettig.
Oe deskundigheid wordt gebundeld. Door afspraken te maken reflecteer
je binnen je school weer eens op je eigen handelen en maak je daardoor
weer stappen vooruit. Door steeds met werkopdrachten aan de slag te
gaan gebeuren er in de les ook daadwerkelijk andere dingen:
Brede ontwikkeling
linda Vree is teamleider aan de Leon van Gelder, een vernieuwingsschool in
Groningen. Zij houdt zich onder meer bezig met onderwijsinhoudelijke zaken,
zoals het vormgeven en bij stellen van projectonderwijs. Leon van Gelder
is een school voor leerlingen van bi tot en met vwo. De teerl i ngen zitten in
heterogene mentorgroepen van maximaal 25 leerlingen. In de lessen wordt
gedifferentieerd les gegeven. Leerlingen werken ieder op hun eigen instroom-
niveau bij de verschillende vakken, maar kunnen - afhankelijk van talent en
interesse' bij de individuele vakken ook op een hoger niveau aan het werk
te maken en nog beter op elkaar afte stemmen. Dit heeft ook als doel de
communicatie in het team over de projecten concreter te maken en ervoor
te zorgen dat alle mentoren bij de projecten dezelfde doelen bij leerlingen
nastreven:Op de vraag waar de projeten over gaan, antwoordt Vree: 'Dit
wordt deels bepaald door de fase in ontwikkeling van leerlingen. Zo is er in
jaar 2 een project seksualiteit dat in samenhang met science gegeven wordt.
Ook is er een project Free to choose, waar leerlingen in samenhang met mens
en maatschappij leren over vrijheid van meningsuiting. Er zijn ook projecten
die gegeven worden omdat wij het als school belangrijke onderwerpen vin-
den, zoals mediation. Hier leren leerlingen
Zo zijn uiteindelijk vaardighedenlijnen ontstaan
die in de praktijk zijn uitgeprobeerd
hun mening te geven op een constructieve
manier. De rode draad bij alle projecten
is: leren en werken; respect voor anderen
en de omgeving; reflecteren op het eigen
leerproces en het eigen gedrag, en hier ver-
antwoordelijkheid voor nemen. Per project
zijn. Vree: 'Wij vinden een brede ontwikkeling voor leerlingen erg belangrijk.
Zo staan er naast de algemene vakken zoals Engels, wiskunde en Nederlands
ook vakken in gecombi neerde vakgebieden op het rooster. In het rooster is
ook projectonderwijs opgenomen. Dit wordt gegeven door de mentor die vier
jaar lang aan de klas verbonden blijft. Er wordt naast cognitieve vaardigheden
ook aan sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen gewerkt. Denk aan
vaardigheden als samenwerken, kritiek geven en accepteren, respectvol met
de omgeving omgaan, leren om te werken en leren om te kiezen:
Zoeken naar verbetering
Projectonderwijs is voor de Leon van Gelder een belangrijk vak. Vree: 'Binnen
projectonderwijs worden veel vaardigheden geoefend en geleerd die de
leerlingen bij alle andere vakken nodig hebben. Het wordt door vrijwel alle
docenten, in de rol van mentor, gegeven. De school heeft een grote expertise
en ervaring op het gebied van projectonderwijs, maar blijft altij d zoeken
naar verbetering en modernisering. Momenteel zijn we bezig de leerlijnen
die in projectonderwij s door de jaren heen lopen inzichtelijker en concreter
Rubrics
kunnen er andere accenten zijn of extra
dingen worden toegevoegd:
Door de samenwerking met SLO is de school op het idee gekomen
heden uit te schrijven in ru bries. Vree: 'l n de rubrics kunnen de doelen die
wij hebben met het projectonderwijs i nzichtelijk gemaakt worden voor de
mentoren. Met de rubrics kunnen ook ontwikkeltrajecten i nzichtelijk worden
gemaakt en kunnen voor iedere leerl ing individueel door de mentor accenten
worden aangebracht, waaraan gewerkt kan worden i n het projectonderwijs
en vaklessen. Met behulp van de vaardigheidslijnen, uitgewerkt in rubrics, kan
per project bekeken worden welke vaardigheden in welke projecten nadruk-
kelijk aan de orde komen en of binnen de projecten de vaardigheden allemaal
in voldoende mate door leerlingen geoefend kunnen worden. Volgende stap
is de projecten, waar nodig, aan te scherpen, onderdelen toe te voegen en
wellicht hier en daar te vernieuwen:
Meer informatie: SLO. Marieke ten Voorde, (OS3) 4840 333, m.tenvoorde@slo. nl
Het Handboek ProjectonderwijS IS te downloaden van

Vous aimerez peut-être aussi