Vous êtes sur la page 1sur 11

Logboek 2

Hoofdstuk 2.0 schema kenmerken van dit tijdvak:


Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900)
Industrile revolutie verhoudingen in de westerse samenleving veranderen sterk
Koninklijke paleizen het parlement
Emancipatie democratie
Tijd van regenten en vorsten tijd van burgers en stoommachines
Belangrijkste stad middenmoot
Kolonin in Zuid-oost Azi - koloniaal rijk Nederlands-Indi

Tijd van regenten en vorsten:
- Kolonies - handel en scheepvaart

Tijd van burgers en stoommachines:
- Koloniaal rijk
- Handel en scheepvaart zonder de VOC
- Nederlands-Indi
- Industrialisatie

Industrile revolutie:
- Industrie
- Kwam laat en traag op gang

Franse revolutie:
- Politiek
- Sociaal





















Samenvatting van paragraaf 2.1:
Koning Willem I wilde van Indi een 'wingewest' maken. De oplossing hiervoor was ; het
cultuurstelsel ( Stelsel waarbij de Javaanse bevolking 1/5e deel van de grond moest
bebouwen met landbouwgewassen voor de Europese markt).

Eduard Douwes Dekker, of ook wel Multatuli hij schreef in 1859 de roman 'Max
Havelaar'. Hij schreef dit als eerherstel voor zichzelf en als een bijdrage aan de
verbetering van de inlandse boeren. Nadat het boek was gepubliceerd zagen ook veel
Nederlanders in dat de Indische bevolking onder slechte omstandigheden moest leven.
In 1901 sloeg de Nederlandse regering een nieuwe koers in; de ethische politiek.
Nederland wilde de welvaart en het welzijn van de Indische bevolking verbeteren.

Schema van paragraaf 2.1:
Franse inval in 1795 de patriotten kwamen aan de macht
Engeland bezette een groot aantal factorijen van de VOC de overzeese handel kwam
stil te liggen en de VOC ging failliet.
Schadepost wingewest
Johannes van den Bosch bedenker van het Cultuurstelsel
Eduard Douwes Dekker (Multatli) schree de roman 'Max Havelaar'





























Schema van paragraaf 2.2:
Industrile revolutie veel mensen leven op de rand (of onder) het bestaansminimum;
oplossing nodig sociale kwestie.
Adam Smith welbegrepen eigenbelang de sleutel tot een betere wereld.
Kapitalisme zo veel mogelijk winst proberen te maken.
Productiefactoren natuur, kapitaal, arbeid.
Liberalisme streven naar zoveel mogelijke individuele vrijheid voor burgers en zo
weinig mogelijk overheidsbemoeienis.
Congres van Wenen de oude machthebbers in de meeste landen keren weer terug op
de troon.
1813 Koning Willem I kwam aan de macht.
Nederland, Belgi en Luxemburg werden samengevoegd tot 1 land 1839
echtscheiding 1 jaar later trad koning Willem I af.



































Het experiment mislukt (5 woorden die ermee te maken hebben) :
- Koning Willem I
- Mislukt
- Experiment
- Samenvoegen
- Echtscheiding

1 woord kiezen uit het rijtje hierboven ^^ en dat woord verder uitwerken:
Gekozen woord; Koning Willem I
- Grote macht
- 1 mislukking en hij zou zijn plek verliezen;
Uiteenvallen van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.
- Reageerperiode: 1813 - 1840
- Echtscheiding

Zoekend lezen:
Vraag; Waarom is het experiment mislukt?
Omdat door aandringen van Koning Willem I Belgi, Luxemburg en Nederland samen 1
land vormde. Toen Brussel in opstand kwam en er een echtscheiding kwam, trad hij 1
jaar later af.
Vraag; Wat werd er tijdens het congres van Wenen besloten?
Dat de oude machthebbers weer op de troon konden terugkeren.


























8.2 Politiek - maatschappelijke stromingen filmpje:
1. Wat is het verschil tussen een standensamenleving en een klassensamenleving?
Standensamenleving; als je in een bepaalde stand geboren werd, bleef je in die stand. Je
kon dus niet zomaar naar een andere stand toe gaan; weinig sprake van sociale
mobiliteit.
Klassensamenleving; 1 groep die weinig te zeggen heeft (niet veel geld hebben) en een
groep die wel veel heeft te zeggen. Er is wel sprake van sociale mobiliteit omdat je of je
plek kunt verliezen of dat je juist hoger op kunt komen.

Piramide van laag naar hoogste klasse;
- arbeidersklasse (geschoolde arbeiders en ongeschoolde arbeiders)
- burgerij (middenklasse)
- adel en gegoede burgerij

2. Wat wordt er verteld over de industrile revolutie en over de Franse revolutie?
Franse revolutie; de macht van de koning werd beperkt en het volk kreeg meer te
zeggen.
Industrile revolutie; zorgt voor de klassensamenleving.






























VOGGP : (verschijnsel, ontwikkeling, gebeurtenis, gedachte, personen)
Max Havelaar
Verschijnsel: kolonin, slavernij en racisme.
Ontwikkeling: Het boek dat werd uitgegeven in 1860.
Gebeurtenis:
1.1859 Max Havelaar.
2. Na 1860 ; Nederlandse planters leggen (thee)plantages aan.
Gedachte: Het boek is in 42 verschillende talen uitgegeven. De mensen zullen wel
gedacht hebben dat het zo'n goed boek was, dat ze hem ook maar moesten aanschaffen.
Het boek werd betiteld als 'The book that killed colonialism'.
Personen: Eduard Douwes Dekker ( schrijversnaam; Multatuli ) en de Indonesische
schrijver; Pramoedya Ananta Toer die het boek in 1999 betitelde als 'The book that
killed colonialism'



































2.3 Het rode spook waart door Europa:
Plaatje; Karl Marx (1818-1883)
Op het 1e plaatje zie je een portret van Karl Marx en op het 2e plaatje een standbeeld
samen met Friedrich Engels.


Hij schreef het Communistisch Manifest. En later schreef hij 'Das Kapitel'. Hierin legt hij
vooral de klassenstrijd uit. Hij beweerde dat er 2 klassen waren; de ene klasse had de
macht over de productiemiddelen (natuur, kapitaal en arbeid) en had de politieke
macht. Terwijl die andere klasse juist geen bezit of macht had.

Bron plaatje 1; http://chabadsociologist.wordpress.com/2013/08/04/this-weeks-
spotlight-jewish-sociologist-karl-marx/
plaatje 2;
http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/recensie/van-het-communisme-rest-alleen-de-grap

















Schema van paragraaf 2.3:
Franse revolutie vrijheid, gelijkheid en broederschap (was weinig van te merken)
ieder voor zich en God voor ons allen.
Het volk dat een beetje politieke invloed had censuskiesrecht (hadden alleen de
mensen dat een minimumbedrag aan belasting betaalden)
Karl Marx schreef Das Kapital hierin staat de klassenstrijd centraal. ( 2 klassen;
de ene klasse had de macht over de productiemiddelen (natuur, kapitaal en arbeid) en
de andere klasse had geen bezit of macht.
De woon-en werkomstandigheden werden voor de arbeiders een klein beetje beter
kinderwetje van Van Houten ( de wet uit 1874 dat een einde maakte aan kinderarbeid
in fabrieken).
Er ontstonden 2 groepen sociaal-democraten ( zij wilden niet dat de verschillen
tussen de klassen gingen verminderen) en de communisten ( bleven trouw aan de
voorspellingen van Marx).


































Samenvatting van paragraaf 2.4:
Naast de liberalen en socialisten waren ook de confessionelen een belangrijke politieke
stroming in Nederland. Tot deze groep behoren katholieken en protestanten.
In 1798 werd door de Patriotten een einde gemaakt aan de discriminatie van andere
godsdiensten. Alle godsdiensten werden voor de wet gelijkgesteld.

Abraham Kyyper ging in op de verzuiling. Er werd een opdeling gemaakt van de
samenleving in allerlei bevolkingsgroepen en organisaties. In Nederland waren dit
rooms-katholiek, protestants-christelijk, socialistisch en liberaal).

De katholieken en de protestanten waren steeds minder tevreden over het openbare
onderwijs en gingen zelf scholen stichten; het bijzonder onderwijs. ( Er ontstond een
schoolstrijd).

Schoolstrijd; strijd die gevoerd werd door protestanten en katholieken, voor een gelijke
behandeling van het openbaar en het bijzonder onderwijs.
Openbare onderwijs; de door de overheid opgerichte scholen die niet zijn gebonden aan
een bepaalde levensovertuiging of geloofsovertuiging.
Bijzonder onderwijs; door particulieren opgerichte en bestuurde scholen die van
oorsprong vanuit een bepaalde levensovertuiging of geloofsinrichting werken.




























Begrippen kwartet:
Waarom passen de volgende begrippen bij jou thema?
1. Franse revolutie
2. Karl Marx
3. Industrile revolutie
4. P. J Toelstra

Omschrijvingen
1. Franse revolutie; de macht van de koning werd beperkt en het volk kreeg meer te
zeggen.
2. Karl Marx; hij beweerde dat er 2 klassen waren (bourgeoisie en de arbeiders). De ene
klasse had de controle over de productiemiddelen en had de (politieke) macht. Terwijl
de andere klasse juist geen bezit of macht had.
3. Industrile revolutie; kwam laat en traag op gang. Het had tot gevolg dat veel mensen
op de rand of onder het bestaansminimum leefden.
4. P.J Toelstra; Hij richtte een sociaal-democratische party op (de SDAP). Die een grote
aanhang achter zich had.































Samenvatting van paragraaf 2.5:
In de tijd van burgers en stoommachines waren man en vrouw niet gelijk, alleen de man
kwam in aanmerking voor het kiesrecht. De vrouwen streefden naar een gelijke
behandeling. Er ontstond na 1870 een emancipatiebeweging die opkwam voor de
vrouwen: het feminisme.

Blauwe tekst - gebondenheid aan tijd en plaats;
Wat op het ene moment nog wel normaal en goed gevonden wordt, hoeft dat op een
ander moet niet (of niet meer) te zijn.

Vous aimerez peut-être aussi