3. Formaliteiten bij of na het stopzetten van het werk in Nederland Voor het geval dat u volledig en defnitef werkloos wordt,moet u een U1 (vroeger:E-301-verklaring zie bijlage 8) aanvragen bij uw UWV (uitvoeringsinstelling werknemersverzekeringen). U belt hiervoor naar UWV- telefoon 0031-88-8982001. Deze regeling geldt ook voor naar Belgi verhuisde Nederlanders. U zult uw zorgverzekeraar op de hoogte moeten stellen van het stopzeten van uw werk in Nederland. Uw zorg- verzekering zal in dat geval eindigen. Uw zorgverzekeraar informeert de Belgische verzekeringsinstelling. Ontvangt u van het UWV een Nederlandse WW- uitkering, dan blijf uw zorgverzekering in Nederland doorlopen. Het verdient aanbeveling uw Nederlandse werkgever te vragen om u een getuigschrif over het vervullen van uw dienst betrekking bij hem te geven, dit in verband met latere aan spraken. Ongeveer 6 maanden vr het bereiken van uw 65ste verjaardag moet u een aanvraag voor een Nederlands AOW-pensioen indienen bij het gemeentebestuur van uw woonplaats. 4. Arbeidsovereenkomst 4.1. Kenmerken Nederlands arbeidsrecht Arbeidsovereenkomst Een arbeidsovereenkomst of arbeidscontract is een over- eenkomst tussen u en de werkgever. Er is sprake van een arbeidsovereenkomst als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: - U bent in dienst van de werkgever. Dit betekent dat er een gezagsverhouding moet zijn tussen u en de werkgever. - U ontvangt loon voor het uitgevoerde werk. - U verricht persoonlijk arbeid. U kunt zich voor de uitvoe- ring van de arbeid niet laten vervangen door een ander. - U voert de arbeid uit gedurende een zekere periode,
Soms bestaat er onduidelijkheid of er sprake is van een arbeidsovereenkomst en/of wat de omvang van de arbeids- 8 - Belgi/Nederland A. BELANGRIJKSTE AANDACHTSPUNTEN BIJ HET WERKEN IN NEDERLAND 6. Ontslag 6.1. Ontslagrecht De arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen worden beindigd. Enerzijds kan de arbeidsovereenkomst worden beindigd met toestemming van UWV Werkbedrijf en met in achtneming van de opzegtermijnen. Anderzijds kan de arbeidsovereenkomst wegens gewichtge redenen door de rechter worden ontbonden (artkel 7:685 BW). De procedure bij de rechter blijf hier verder buiten beschouwing. In het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (BBA) is geregeld in welke gevallen een werkgever toestem- ming moet vragen aan UWV Werkbedrijf voordat hij een arbeidsovereenkomst opzegt. Zegt hij op zonder deze toe- stemming, dan kunt u zich beroepen op de vernietgbaar- heid van de opzegging en loon vorderen. Het BBA geldt niet voor bijvoorbeeld ambtenaren en onderwijzend en docerend personeel. In het Ontslagbesluit zijn voor UWV Werkbedrijf regels vastgelegd waar UWV Werkbedrijf zich aan moet houden bij de beoordeling van ontslagaanvragen. Er zijn bijvoorbeeld regels over ontslag wegens bedrijfseco- nomische redenen en ontslag wegens persoonlijke rede- nen, zoals disfunctoneren. Opzegverboden en opzegtermijnen (7: 670 en 7: 672 BW) Als de werkgever uw arbeidsovereenkomst wil opzeggen gelden er een aantal opzegverboden en opzegtermijnen. Zo mag u niet worden ontslagen op grond van ziekte, zwan- gerschap, lidmaatschap ondernemingsraad etc. Als u zich ziek meldt nadat UWV Werkbedrijf de ontslagaanvraag van uw werkgever heef ontvangen, geldt dat uw ziekmelding de procedure niet meer kan ophouden. Als UWV Werkbe- drijf toestemming verleent, kan uw werkgever de arbeids- overeenkomst opzeggen. De volgende opzegtermijnen gelden: - bij een dienstverband tussen 0 en 5 jaar: 1 maand - bij een dienstverband tussen 5 en 10 jaar: 2 maanden - bij een dienstverband tussen 10 en 15 jaar: 3 maanden - bij een dienstverband tussen van 15 jaar of langer: 4 maanden. Bij cao kan daarvan worden afgeweken, er is een maximum van zes maanden. Tegen onvrijwillige beindiging van uw arbeidsovereen- komst door uw werkgever heef u verweermogelijkheden ofwel via de ontslagprocedure bij afdeling Juridische Zaken van UWV Werkbedrijf ofwel via de ontbindingsprocedure bij de rechter In het laatste geval moet u een domicilie- adres kiezen in Nederland, eventueel kan domicilie gekozen worden bij het Bureau Belgische Zaken te Breda. Ingeval van ontslag moet u in ieder geval een PD U1 (vroeger E-301verklaring, zie bijlage ) aanvragen bij UWV Telefoon (0031-88 8982001). Hiermee kunt u in Belgi werkloos- heidsuitkering aanvragen. overeenkomst is. De rechtsvermoedens in de artkelen 7:610a en 7:610b Burgerlijk Wetboek (BW) bieden in die gevallen uitkomst. - Als u 3 maanden lang elke week of minimaal 20 uur per maand voor de werkgever arbeid tegen loon heef verricht, dan bestaat het vermoeden dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst (7:610a BW). - Als u 3 maanden lang gemiddeld een bepaald aantal uren heef gewerkt, dan bestaat het vermoeden dat het gemiddelde aantal uren de omvang van uw arbeidsover- eenkomst is (7:610b BW). Een werkgever kan u een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tjd geven. De wet (artkel 7:668a BW) regelt dat er een arbeidsovereenkomst voor onbe- paalde tjd ontstaat: - na een periode van 36 maanden waarin tjdelijke arbeidsovereenkomsten elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van niet meer dan drie maanden; - na drie tjdelijke arbeidsovereenkomsten die elkaar op- volgen met tussenpozen van niet meer dan drie maan- den. Bij collecteve arbeidsovereenkomst (cao) kan van deze twee punten (duur en aantal tjdelijke overeenkomsten) worden afgeweken.
Proefijd In een arbeidsovereenkomst kunnen u en de werkgever een proefijd afspreken (7:652 BW). De proefijd moet schrifelijk zijn overeengekomen en is voor werknemer en werkgever gelijk. De proefijd mag maximaal n maand duren: - bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tjd, dat korter duurt dan twee jaar; - bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tjd, waarbij de einddatum niet op een kalenderdatum is vastgesteld. De proefijd mag maximaal twee maanden duren: - bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tjd voor twee jaar of langer; - bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tjd. Bij cao kunnen afwijkende afspraken worden gemaakt, maar de proefijd mag nooit langer dan twee jaar duren. 5. Loon De hoogte van het loon is geregeld in uw arbeidsovereen- komst of in de cao van de betrokken sector/bedrijf. U heef ten minste recht op het wetelijk minimumloon. De hoogte van het minimumloon is geregeld in de Wet Minimumloon en Minimumvakantebijslag. B. FISCALITEIT Belgi/Nederland - 9 F I S C A L I T E I T 9 1. Wie is grensarbeider? In deze brochure wordt met grensarbeider bedoeld iedere persoon die als inwoner van Belgi, ongeacht zijn natonaliteit, in Nederland in loondienst gaat werken 2. Waar betaalt u belasting? Om uit te maken welk van de beide landen inkomsten mag belasten, moet dat inkomen getoetst worden aan de bepalin- gen van het dubbelbelastngverdrag Belgi-Nederland Hiertoe wordt elk inkomen onder een bepaalde noemer (de verdrags- rechtelijke kwalifcate van een inkomen) geplaatst, waarna wordt uitgemaakt wie van de beide landen hefngsbevoegd is. Sinds de invoering van het nieuwe verdrag tussen Belgi en Nederland (van toepassing sinds 1 januari 2003) is het vroege- re fscale begrip grensarbeider afgeschaf Dit hield in dat het om een persoon ging die woonde in de grensstreek van de ene staat en werkte in de grensstreek van de andere De vroegere fscale grensarbeiders werden steeds belast in hun woonplaats Nu geldt evenwel de regel van het werkstaatprincipe. Als u in Belgi woont en in Nederland in loondienst gaat werken, dan moet u in de meeste gevallen in Nederland belastng betalen over uw in Nederland verdiende loon Er zijn enkele uitzonderingen Is zon uitzondering op u van toepassing dan betaalt u over uw in Nederland verdiende loon, veelal geen belastng in Nederland, maar in Belgi Deze uitzonderingen zijn: - u werkt wel in Nederland maar voor een niet in Nederland gevestgde werkgever, en uw verblijf in Nederland was maximaal 183 dagen in een periode van 12 maanden en er is geen sprake van een materile werkgever in Nederland, - u werkt voor een Belgisch overheidsorgaan in Nederland, - u werkt als (hoog)leraar of onderwijzer in Nederland. in dat geval zal u de eerste twee jaar van uw tewerkstelling belastng betalen in Belgi. Indien Nederland belastng mag hefen op uw inkomen, dan bent u in Nederland buitenlands belastngplichtge. Als buitenlands belastngplichtge kan u ervoor kiezen om in Nederland als binnenlands belastngplichtge te worden behandeld. Deze keuze ontslaat u niet van uw verplichtn- gen naar de Belgische belastngadministrate toe (aangife van wereldinkomen). Dit betekent ook niet dat u kan kiezen waar uw inkomen belast wordt! 3. Fiscale positie in Nederland (werkstaat) 3.1. Het Sofinummer Als u in Nederland gaat werken en zich niet in Nederland vestgt moet u bij de belastngdienst een sofnummer aan- vragen U kunt dat doen bij de Belastngdienst met uitgife- balie voor sofnummers waar uw Nederlandse werkgever onder valt of bij de Belastngdienst in Breda en Eindhoven U moet hiervoor een afspraak maken via de Belastng Tele- foon U mag uw sofnummer alleen persoonlijk ophalen In alle gevallen moet u bij uw aanvraag een geldig legitmate- bewijs - een rijbewijs is niet voldoende - kunnen voorleg- gen Als u niet de natonaliteit van een EU-lidstaat heef, geldt voor u een andere regeling Meer informate kunt u verkrijgen bij de Belastngdienst. 3.2. De loonbelastingverklaring U krijgt van uw werkgever een formulier Opgaaf gegevens voor de loonhefngen U moet dat formulier invullen en weer bij uw werkgever inleveren. 3.3. Hoe doet u aangifte in Nederland? Aangife voor de inkomstenbelastng en de premies volksverzekeringen doet u in Nederland op een speciaal aangifebiljet, namelijk het C-biljet U kunt ook gebruik maken van het aangifeprogramma voor buitenlandse belastngplichtgen, te downloaden van de internetsite van de belastngdienst, www belastngdienst nl Als een aan- gifebiljet wordt uitgereikt moet u dat invullen en aan de belastngdienst (digitaal) terugsturen Als geen aangifebil- jet wordt uitgereikt, maar u denkt wel recht te hebben op teruggaaf, dan kunt u ook aangife doen met voornoemd aangifeprogramma Het is ook mogelijk een papieren versie van het aangifebiljet of het verzoek om resttute (Tc-biljet) te krijgen en zo aangife te doen Informate kunt u krijgen bij de BelastngTelefoon Buitenland, 0031-55-538 53 85. Kiest u voor behandeling als binnenlands belastng- plichtge? Als u kiest voor behandeling als binnenlands belastngplichtge (u wordt dan fscaal als inwoner van Nederland behandeld), dan kunt u die keuze ieder jaar opnieuw op uw aangifebiljet kenbaar maken De keuze om als binnenlands belastngplichtge te worden behandeld kan, zoals uit de onderstaande voorbeelden blijkt, zowel voordelen als nadelen hebben Deze keuze is niet van invloed op uw belastngposite in Belgi. Als (mogelijke) voordelen kunnen worden genoemd: - als u gehuwd bent of samenwoont kan uw echtgenoot of huisgenoot worden beschouwd als uw fscale partner. Uw fscale partner kan, als hij niets of weinig verdient, zijn hef- fngskortng geheel of gedeeltelijk uitbetaald krijgen; - u kunt uw (hypotheek)rente voor uw eigen woning in Belgi afrekken; - u heef recht op alle afrekposten waarop een inwoner van Nederland recht heef; - u heef recht op het belastngdeel van uw hefngskortngen. B. FISCALITEIT B. FISCALITEIT B. FISCALITEIT Als u niet (meer) kiest voor behandeling als binnenlands belastngplichtge dan geldt voor u het volgende: - als u in een bepaald jaar niet meer voor behandeling als binnenlands belastngplichtge kiest, kunnen sommige afrekposten over een periode van acht jaar worden te- ruggenomen (dit geldt niet voor uw persoonsgebonden afrek en de hefngskortngen) - u komt niet in aanmerking voor alle persoonsgebonden afrekposten - kunt uw (hypotheek)rente voor uw eigen woning in Belgi niet afrekken - u heef geen recht op de kortngen voor maatschappe- lijke beleggingen en voor beleggingen in durfapitaal, de levensloopverlofortng (per opgebouwd jaar), de jong- gehandicaptenkortng en de (aanvullende) ouderenkortng - hefngskortngen, hefngvrij vermogen en afrekposten dienen voor een betrefende inwoner van Belgi pro rata parte te worden berekend. voor wat betref hefngskor- tngen (voor de inkomstenbelastng) is goedgekeurd dat deze niet pro rata parte, maar volledig kunnen worden verleend indien recht bestaat op de desbetrefende hef- fngskortngen. het hefngvrij vermogen en de afrekpos- ten moeten wel pro rata parte worden berekend. Meer informate over het kiezen voor behandeling als bin- nenlands belastngplichtge vindt in de toelichtng op uw aangifebiljet en verzoek voorlopige teruggaaf Op inter- net vindt u meer informate over dit onderwerp op www belastngdienst nl doorklikken naar Partculier, onderdeel Buitenland Of het kiezen voor behandeling als binnenlands belastngplichtge gunstg voor u is, kunt u berekenen op dezelfde internetsite Download daartoe het aangifepro- gramma voor buitenlands belastngplichtgen en vul dit programma in als kiezer en vervolgens nog een keer als niet-kiezer. 4. Fiscale positie in Belgi (woonstaat) Als inwoner van Belgi moet u uw wereldinkomen aan- geven in het aangifeformulier in de personenbelastng Dat betekent alle belastbare inkomsten, ook als die in het buitenland zijn verkregen. Na invoeging van de Wet administrateve lastenverlichtng en vereenvoudiging in socialeverzekeringsweten wordt de jaaropgavekaart niet langer gebruikt Er wordt alleen maar een jaaropgave aan de werknemer zelf gestuurd. 4.1 Waar moet ik dit inkomen vermelden op mijn aangifte? U geef uw inkomen aan in dezelfde codes als voor de Belgische inkomsten Het aangifeformulier bevat daarnaast speciale vakken om aan te geven dat het om inkomsten van buitenlandse oorsprong gaat U zal dat inkomen dus altjd tweemaal moeten invullen. In het geval van bezoldigingen, van welke oorsprong ook, betekent dit dat u het bedrag een eerste keer in vak IV on- der code 1250/2250 zal moeten invullen Daarnaast moet u ook in de rubriek Inkomsten of kosten van buitenlandse oorsprong uw buitenlandse inkomen aangeven n vermel- den in welke rubrieken deze in de aangifes voorkomen Zo het om pensioenen gaat, dan zal u het bedrag onder de codes in vak V moeten invullen n in de rubriek C van dat vak. Hiermee weet de Belgische administrate dat het om inkomsten gaat die verkregen werden uit buitenlandse bronnen. Meent u recht te hebben op een vrijstelling van belastngen in Belgi op grond van de overeenkomst ter voorkoming van dubbele belastngen gesloten tussen Belgi en Nederland, dan moet u die vrijstelling expliciet vragen in een bijlage bij uw aangife. In die bijlage vermeldt u op grond van welk verdrag (ter voorkoming van dubbele belastng) u vrijstelling vraagt voor dat inkomen. U zal daar ook de nodige bewijzen moeten leveren. Op basis van de informate in uw bijlage zal de administrate onderzoeken of het om een vrij te stel- len, dan wel nog in Belgi te belasten inkomen gaat. Heef Belgi geen hefngsbevoegdheid, dan zal de administrate dit bedrag vrijstellen van personenbelastng. 4.2. Welk bedrag geef ik aan? De beroepsinkomsten van buitenlandse oorsprong wor- den in aanmerking genomen voor hun netobedrag Het brutobedrag van die buitenlandse bezoldigingen is te verminderen met de ingehouden buitenlandse belastngen en de wetelijke voorziene ingehouden sociale zekerheids- uitgaven Het aldus verkregen verschil is aan te geven als belastbare bezoldiging (code 1250/2250 van de aangife) Deze sociale zekerheidsbijdrage en/of belastng is maar afrekbaar voor zover ze tjdens het belastbaar tjdperk ook efectef werd betaald of ingehouden (op het loon). Een vergoeding op grond van de zogenoemde 30 %-rege- ling (dit is een Nederlandse regeling die niet geldt voor de inkomstenbelastng in Belgi) wordt in Belgi als belastbare bezoldiging aangemerkt en moet dus ook aangegeven wor- den Ze zal in Belgi evenwel vrijgesteld worden. 10 - Belgi/Nederland B. FISCALITEIT B. FISCALITEIT F I S C A L I T E I T B. FISCALITEIT 4.3. kan ik kosten inbrengen m.b.t. die buitenlandse inkomsten? U kan beroepskosten inbrengen indien u de werkelijkheid, het beroepskarakter en de hoogte van de uitgaven aan- toont Let wel: als u beroepskosten, zelfs diegenen die drukken op uw buitenlandse inkomsten, in Belgi aangeef, moeten deze voldoen aan de Belgische voorwaarden terzake Het kan dus best zijn dat een bepaalde beroepskost wel in Ne- derland aanvaard wordt, maar volgens de Belgische fscale wetgeving niet! Ingeval u uw werkelijke beroepskosten niet aantoont, heef u ook voor uw buitenlandse inkomsten steeds recht op de afrek van de forfaitaire beroepskosten. 4.4. Hoe worden die inkomsten belast? Alle buitenlandse inkomens worden samengeteld met de Belgische inkomsten om het belastngtarief te bepalen Daarna worden de inkomsten waarover Belgi geen hef- fngsrechten heef, vrijgesteld van belastng Deze manier van werken noemt men vrijstelling onder progressievoor- behoud. 4.5. Is er gemeentebelasting verschuldigd op die inkomsten? Gemeentebelastng wordt niet rechtstreeks berekend op basis van uw inkomen, maar wel op basis van de verschul- digde (staats)belastng op uw inkomsten. Nietegenstaande het feit dat buitenlandse inkomsten vrijgesteld zijn van belastng in Belgi, zal u aanvullende gemeentebelastngen verschuldigd zijn op alle Nederlandse beroepsinkomsten, die vrij te stellen zijn in Belgi Dit ge- beurt op basis van een specifeke bepaling in het dubbel- belastngverdrag, gekoppeld aan een wetelijke bepaling in het Belgische Wetboek der inkomstenbelastng. Belgi/Nederland - 11 C. SOCIALE ZEKERHEID 12 - Belgi/Nederland C. SOCIALE ZEKERHEID S O C I A L E
Z E K E R H E I D 1. Algemeen Als u in Nederland werkt, geldt als hoofdregel dat u in Ne- derland verplicht verzekerd bent voor de sociale zekerheid. Er zijn echter uitzonderingen. U blijf bijvoorbeeld in de volgende situates in Belgi verzekerd: - als u door uw werkgever naar Nederland wordt gedeta- cheerd voor een periode niet langer dan 24 maanden, - als u zowel in Belgi als in Nederland in loondienst werkt voor verschillende werkgevers - als u zowel in Belgi als in Nederland in loondienst werkt voor dezelfde werkgever en u werkt een substanteel deel van uw werktjd in Belgi. Onder substanteel wordt verstaan minimaal 25 % van de werktjd. - als u in de hoedanigheid van Belgisch ambtenaar in Nederland werkt. - als u in Belgi werkt als ambtenaar, en in Nederland als loontrekkende of als zelfstandige - als u in Belgi als loontrekkende werkt, en in Nederland als zelfstandige 1.1. Actieven In beginsel zijn de Nederlandse socialezekerheidsweten van toepassing op Belgische grensarbeiders in Nederland. De cordinate van de sociale zekerheid is geregeld in de Europese cordinateverordening Vo 883/04. Voor de sociale zekerheidsregelingen bent u grensarbeider als u: - onderdaan bent van een der EU/EER-landen (IJsland, Noorwegen en Liechtenstein), Zwitserland of statenloos of erkend politek vluchteling bent, en - in Nederland werkzaam bent, en - in Belgi woont en - in de regel dagelijks maar minstens eenmaal per week naar uw woonplaats terugkeert. Sedert 1-1-2011 geldt de cordinateverordening Vo 883/04 ook voor in Belgi legaal verblijvende zgn. derdelanders (niet-EU/EER-onderdanen), die in Nederland als grensar- beider willen werken. Om in Nederland als grensarbeider te mogen werken is echter voor deze derdelanders nog steeds een arbeidsvergunning noodzakelijk. Deze moet door de Nederlandse werkgever aangevraagd worden bij het UWV-Werkbedrijf. Nevenbetrekking in Belgi Wanneer u naast uw werkzaamheden in Nederland ook in Belgi werkt, voor uw Nederlandse werkgever een substan- teel deel of voor een Belgische werkgever (bijbaantje) ver- andert uw sociale verzekeringsposite. U wordt dan sociaal verzekerd in Belgi. Neem in dit soort situates onmiddellijk contact op met de Belgische Rijksdienst voor Sociale Zeker- heid of met het Bureau voor Belgische Zaken. In bepaalde situates kunt u toch sociaal verzekerd blijven in Nederland (toepassing artkel 16 Vo 883/04). Werken in zowel Neder- land als Belgi is administratef zeer ingewikkeld en is fnanci- eel voordelig voor u doch nadelig voor uw werkgever. In het geval u in Nederland als loontrekkende werkt en in Belgi als zelfstandige, bent u verplicht verzekerd in Nederland. Gedetacheerd vanuit een Belgische onderneming Voor werkzaamheden in Nederland die niet langer dan 24 maanden duren, kan onder bepaalde voorwaarden door uw Belgische werkgever om een detacheringsverklaring A1 (vroeger E-101) (zie bijlage 3) worden gevraagd bij de Belgische Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, zodat de van- uit Belgi gedetacheerde werknemers onder de Belgische sociale zekerheidsregelingen blijven vallen. Indien u in Nederland voor een periode van vermoedelijk langer dan 24 maanden gaat werken, kan uw werkgever aan de Belgische Rijksdienst voor Sociale Zekerheid om toepassing vragen van artkel 16 van Verordening (EG) nr 883/04. Mits de Nederlandse Sociale Verzekeringsbank (afdeling: internatonale detachering) daarmee akkoord gaat - kunt u verder onder de Belgische sociale zekerheid blijven. Voor de belastnghefng gelden andere regels In het dubbelbelastngverdrag geldt dat men onderworpen blijf aan de Belgische personenbelastng indien men o a niet meer dan 183 dagen in Nederland werkt/ verblijf en overigens aan voorwaarden voldoet. Raadpleeg vooraf uw belastngkantoor. De sociale verzekeringen in Nederland zijn te onderscheiden in volksverzekeringen, werknemers- verzekeringen, de zorgverzekeringswet en aanvullende sociale verzekeringen/voorzieningen. Volksverzekeringen: - AOW: Algemene Ouderdomswet (ouderdomspensioen) - ANW: Algemene nabestaandenwet (nabestaanden- uitkering) - AKW: Algemene Kinderbijslagwet - AWBZ: Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten De AOW/ANW/AKW wordt uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De AWBZ wordt uitgevoerd door de zorgverzekeraars. Naast bovengenoemde verzekeringen bestaat ook de Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), uitgevoerd door het uitvoe- ringsinsttuut werknemersverzekeringen (UWV) en het Kindgebonden Budget,dat door de Belastngdienst/Toesla- gen wordt uitgevoerd. Degene die AWBZ-verzekerd is, is verzekeringsplichtg voor de Zvw. De Zvw wordt uitgevoerd door de zorgverzekeraars. Belgi/Nederland - 13 C. SOCIALE ZEKERHEID C. SOCIALE ZEKERHEID C. SOCIALE ZEKERHEID Werknemersverzekeringen: - ZW: Ziektewet - WIA: Wet Werk en Inkomen naar arbeidsvermogen - WW: Werkloosheidswet De ZW/WIA/WW wordt uitgevoerd door het uitvoerings- insttuut werknemersverzekeringen (UWV). De Belastngdienst is verantwoordelijk voor de hefng en inning van: - de loonbelastng/premies volksverzekeringen; - de premies werknemersverzekeringen (zie hierna); en - de inkomensafankelijke bijdrage Zvw. Het CVZ is verantwoordelijk voor administrate en de hef- fng en inning van de bijdrage Zvw van gezindsleden van grensarbeiders en post-acteven (gepensioneerden). Aanvullende sociale zekerheid: In Nederland is er sprake van een zeer omvangrijk stelsel van aanvullende (extra-legale) socialezekerheidsregelingen, bijvoorbeeld bedrijfs(tak)pensioenregelingen, vervroegde pensioenregelingen (VUT), aanvullende arbeidsongeschikt- heids- en nabestaandenverzekeringen en aanvullende ziektekostenverzekeringen. Voor informate over deze re- gelingen kunt u zich wenden tot uw werkgever, vakbond of pensioenfonds. Raadpleeg ook uw CAO. Nadere gegevens zijn opgenomen onder de hiernavolgende rubrieken. 1.2. Niet-actieven Tijdelijke niet-acteven Het Nederlandse Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 (BUB) regelt dat u verzekerd blijf zo lang u uitsluitend in Nederland arbeid verricht. Als grensarbeider blijf u verzekerd ingeval van onderbrekingen wegens ziekte, gebreken, zwangerschap, bevalling of werkloosheid of wegens verlof, staking of uitsluitng. In-acteven Woont u in Belgi en ontvangt u uit Nederland, bijvoor- beeld een WAO/WIA-uitkering, een AOW-uitkering of een vervroegd pensioen voor werknemers, dan bent u niet meer sociaal verzekerd in Nederland. Als u uitsluitend een Nederlandse uitkering ontvangt, heef u recht op genees- kundige zorg in Belgie, maar deze komt in dat geval wel ten laste van Nederland. Om recht op zorg te realiseren moet u zich wel onder afgife van een zogenaamd formulier S1 (vroeger E-121), laten inschrijven bij een Belgische verzeke- ringsinstelling ziekenfonds. Een dergelijk formulier kunt u aanvragen bij het College voor zorgverzekeringen (CVZ) in Diemen. Indien u overigens naast uw Nederlandse uitke- ring ook nog een Belgisch wetelijke pensioen ontvangt, dan komt de geneeskundige zorg ten laste van de Belgische verzekering als dat Belgische pensioen recht geef op een Belgische verzekering. Maakt u aanspraak op een gedeeltelijke arbeidsongeschikt- heidsuitkering, terwijl u daarnaast ook nog in Nederland werkt, dan blijf u verzekerd onder het Nederlandse sociale verzekeringsstelsel. Ontvangt u naast uw Nederlandse WIA of WAO-uitkering ook nog een Belgische uitkering, of werkt u daarnaast in Belgi, dan is op u het Belgische sociale zekerheidssysteem van toepassing. Wanneer u niet meer Nederlands verzekerd bent, stopt ook de opbouw van uw AOW-pensioen. Uiteraard blijven reeds opgebouwde rechten behouden. Om te voorkomen, dat u op uw 65ste minder aan AOW zou ontvangen dan het bedrag waarop u als de Nederlandse verzekering zou zijn doorgelo- pen aanspraak had kunnen maken, bestaat de mogelijkheid om de AOW-verzekering vrijwillig voort te zeten. Overigens bestaat deze mogelijkheid ook voor van de Anw-verzekering. Het enige wat u in dat geval moet doen, is binnen een jaar nadat de verplichte verzekering is geindigd, een verzoek daartoe bij de SVB in Amstelveen indienen. Overigens is het mogelijk dat u als gevolg van een uitspraak van de rechter van het Europese Hof in Luxemburg , over de periode 2000-2006 in aanmerking komt voor een speci- ale vrijwillige verzekering AOW/Anw. U komt hiervoor in aanmerking, wanneer u in die periode in Belgi of in een andere EU-lidstaat woonde, een Neder- landse sociale verzekeringsuitkering ontving, in de betref- fende periode verplicht verzekerd was voor ten minste een Nederlandse Sociale Verzekering en bovendien geen werkzaam heden (in Nederland) meer uitoefende. 2. Betaling van sociale premies 2.1. Actieven De premies voor de volksverzekeringen wordt in Nederland in n bedrag geheven, samen met de loonbelastng. De totale premie voor AOW, ANW en AWBZ komt overeen met 31,15% (2011) over een bedrag van ten hoogste 33.436 voor het jaar 2010; bij de berekening wordt uitgegaan van uw brutoloon waarvan worden afgetrokken de in Neder- land geldende standaard hefngskortngen en de afrek- posten (bijvoorbeeld pensioenpremies, WAO-hiaatpremie). Als verzekerde heef u recht op het premiedeel van de hefngskortngen. Degene, die verplicht verzekerd is voor de AWBZ, is dat ook voor de Zorgverzekeringswet. Zorgverzekeringswet (Zvw): Voor de Zvw gelden voor het jaar 2011 verschillende percen- tages inkomensafankelijke bijdragen, afankelijk van het feit of de inkomensafankelijke bijdrage wordt vergoed door de werkgever of uitkeringsinstante of niet. In 2011 zijn er drie 14 - Belgi/Nederland C. SOCIALE ZEKERHEID S O C I A L E
Z E K E R H E I D percentages: 7,75%, 5,65 % en 0%. Per persoon geldt voor dit bijdrage-inkomen een maximum. Voor het jaar 2011 is dat 33.427. Als de werkgever verplicht is de inkomensafan- kelijke bijdrage te vergoeden, geldt een bijdragepercentage van 7,75. Voor deze inkomsten is de maximale inkomensaf- hankelijke bijdrage in 2011 2.590. Over inkomen waarover geen verplichte vergoeding bestaat van een werkgever of een instante (bijvoorbeeld: inkomsten als zelfstandige) moet een inkomensafankelijke bijdrage van 5,65% betaald worden Voor deze inkomsten is de maximale inkomensafankelijke bijdrage in 2011 1.889. De inkomensafankelijke bijdrage is tjdelijk verlaagd tot 0% voor mensen die alimentate ont- vangen die rechtstreeks wordt betaald door de ex-partner. Dit bijdragepercentage geldt alleen als al in 2005 alimentate werd ontvangen. De maatregel is bedoeld als overgangs- maatregel voor een periode van 11 jaar Naast de inkomens- afankelijke bijdrage is voor de zorgverzekering een nominale premie verschuldigd. De nominale (niet-procentuele) premie verschilt per zorgverzekeraar. De nominale premie bedraagt in 2011 gemiddeld 1.211. Kinderen tot 18 jaar zijn geen no- minale premie verschuldigd. Met ingang van 1 januari 2008 is een verplicht eigen risico ingevoerd. Voor het jaar 2011 is de hoogte van het eigen risico 170. Naast het verplicht eigen risico kan ook nog gekozen worden voor een vrijwillig eigen risico tot maximaal 500. Het verplicht eigen risico houdt in dat de verzekerde de eerste 170 aan zorgkosten zelf moet betalen voor zorg die in de basisverzekering zit. Alleen de huisartsenzorg, tandheelkundige zorg tot 18 jaar, verloskun- dige zorg en kraamzorg vallen buiten het eigen risico. Het ver- plicht eigen risico geldt voor alle verzekerden vanaf 18 jaar. Gezinsleden die zijn aangemeld bij een Belgische verzeke- ringsinstelling en die 18 jaar of ouder zijn, zijn in 2011 een vaste Zvw-bijdrage van 71,57 per maand verschuldigd. U ontvangt hiervoor van het CVZ een factuur. Afankelijk van uw inkomen kunt u voor de kosten van uw zorgverzekering en voor gezinsleden van 18 jaar of ouder een tegemoetkoming krijgen van de Belastngdienst, de zogenaamde zorgtoeslag, meer informate hierover vindt u op www.toeslagen.nl. U betaalt over die zorgtoeslag wel loonbelastng en premie volksverzekeringen Informate over de zorgtoeslag vindt u op www toeslagen nl Werkloosheidswet (WW): Het werknemersdeel in de premie voor de WW bedraagt per 1 januari 2011 0% van het loon, de premie is volledig verschuldigd door de werkgever. - De premie voor de arbeidsongeschiktheidswet (WAO) wordt volledig betaald door de werkgever. - De premies voor het bedrijfspensioen, vervroegd pen- sioen, de aanvullende WAO/WIA-verzekeringen worden geregeld in o.a de van toepassing zijnde cao. 2.2. Niet-actieven Indien u in Nederland deeltjds werk opneemt, verkrijgt u in Belgi de hoedanigheid van deeltjdse werknemer met behoud van rechten en kan u onder bepaalde voorwaarden een inkomensgarante-uitkering ontvangen. Wanneer u dat wilt kunt u in een dergelijk geval, de Dienst internatonale Overeenkomsten van de Belgische Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzoeken (art 16 Vo 883/04), dat door u alln in Belgi socialezekerheidsbij- dragen behoeven te worden betaald. Bij goedkeuring zal genoemde dienst u een verklaring A1 (voorheen E-101 zie bijlage 3) toezenden. Omtrent de wijze van premiebetaling over uw Nederlandse loon wordt u in dat geval genfor- meerd door deze dienst. 2.3. (Vervroegd) gepensioneerden Wanneer u in Belgi woont en uitsluitend een Nederlandse wetelijke uitkering of pensioen (zoals AOW) ontvangt, hebt u in Belgi op grond van de Europese sociale zekerheids- verordening nr. Vo 883/04 recht op het Belgische pakket aan zorg ten laste van Nederland. U betaalt hiervoor een bijdrage aan Nederland, die op uw pensioen of uitkering wordt ingehouden. Wanneer u met pensioen bent en u naast uw Nederlands wetelijk pensioen en bedrijfspensi- oen ook een Belgisch rustpensioen (op grond van eigen ar- beidstjdvakken of militaire dienst) ontvangt, kan inhouding van de premies volksverzekeringen achterwege blijven. Op grond van dit Belgisch pensioen wordt men Belgisch ziekenfondsverzekerd. U hoef dan geen bijdrage meer aan Nederland te betalen. 3. Ziekte- en arbeidsongeschiktsheids- regeling 3.1. Loondoorbetaling / Ziekengeld Wanneer u in loondienst werkzaam bent en u wegens ziekte of ongeval - ongeacht de oorzaak daarvan - niet kunt werken, dan heef u gedurende de eerste 104 ziekteweken recht op loondoorbetaling door uw werkgever. Hij is ver- plicht 70% van het loon door te betalen, maar ten minste het minimumloon. Op grond van de toepasselijke CAO kan gedurende de eerste 52 weken een aanvulling worden betaald door de werkgever, meestal tot 100%. Werkgevers en werknemers kunnen afspreken om het loon langer dan 104 weken door te betalen om zo meer tjd te hebben de eventuele re-integrate af te ronden of verder herstel af te wachten. Wanneer u niet in dienstbetrekking werkzaam bent, bv. omdat u werkt als uitzendkracht, of omdat uw werkge- ver failliet is gegaan of omdat uw tjdelijk dienstverband eindigt, kunt u aanspraak maken op ziekengeld van het UWV. Belgi/Nederland - 15 C. SOCIALE ZEKERHEID C. SOCIALE ZEKERHEID De afspraken over de gang van zaken bij aangife van ziekte voor werknemers die in Belgi wonen, zijn vastgelegd in de arbeidsovereenkomst. De werknemer moet zich in ieder geval binnen twee dagen bij de werkgever ziek melden. Deze werkgever moet de werknemer na 42 weken ziekte bij de uitvoeringsinstelling melden (wetelijke termijn). De controles van degenen die ziek zijn worden door elke arbodienst verschillend geregeld. Arboned bijvoorbeeld doet de controles in Belgi zelf. Voor uitzendbureaus geldt het UWV (uitvoeringsinsttuut werknemersverzekeringen) als arbodienst. Bent u werkneemster en Nederlands verzekerd, dan heef u bij zwangerschap recht op zwangerschapsuitkering, waarvan de hoogte gelijk is aan het volle (gemaximeerde) dagloon. U behoef niet arbeidsongeschikt te zijn om hiervoor in aanmerking te komen. Het zwangerschaps-/ bevallingsverlof kan fexibel worden opgenomen vanaf 6 tot 4 weken vr de vermoedelijke bevallingsdatum en kan worden genoten gedurende maximaal 16 aaneengesloten weken. Zie ook ouderschapsverlof. 3.2. Arbeidsongeschiktheidsuitkering In Nederland bestaat er geen aparte verzekering tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten. Indien u als gevolg van een arbeidsongeval of beroepsziekte niet meer kan werken, dan is de regeling bij ziekte van toepassing (zie 3.1). Daarna komt u in aanmerking voor een arbeidsonge- schiktheidsuitkering in het kader van de WIA. (zie 3.2.1).
3.2.1. Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) De WIA regelt, dat werknemers recht hebben op een arbeidsongeschiktheidsuitkering bij volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid. Wie nog gedeeltelijk kan werken, krijgt een aanvulling op het loon. De WIA bestaat uit twee regelingen: de Regeling inkomens- voorziening volledige arbeidsongeschikten (IVA) en de Rege- ling werkhervatng gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). IVA Indien u volledig en duurzaam arbeidsongeschikt bent, dan komt u, na een wachtjd van 104 weken, in aanmerking voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering op basis van de IVA. Het recht op een IVA-uitkering kan ook ontstaan wanneer u na afoop van de wachtjd van 104 weken minder dan 35% arbeidsongeschikt was, maar binnen 5 jaar na die periode om dezelfde reden alsnog volledig en duurzaam arbeidson- geschikt bent geworden. Tot slot kan het recht ook ontstaan wanneer u binnen vier weken na afoop van de wachtjd (104 weken) door een geheel andere oorzaak volledig en duurzaam arbeidsonge- schikt bent geworden. De hoogte van de uitkering bedraagt 75% van het dag- loon. Het maximum dagloon bedraagt per 1 januari 2011 188,88 Van eventuele inkomsten wordt 70% gekort op de uitkering. Als er een kans op herstel is, wordt u gedurende de eerste vijf jaar van de uitkering uitgenodigd voor een gesprek. Tijdens dat onderhoud wordt beoordeeld of er een verbe- tering is opgetreden in uw gezondheidssituate. Wanneer daar inderdaad sprake van is, wordt uw uitkering aange- past. Deze zal dan worden omgezet in een WGA-uitkering. Indien uw situate van volledige en duurzame arbeidsonge- schiktheid onverminderd voortduurt, behoudt u uw IVA- uitkering tot aan het moment dat u 65 jaar wordt. WGA Bent u niet volledig en duurzaam arbeidsongeschikt, dan maakt u aanspraak op een uitkering op basis van de WGA. In dat geval ontvangt u ten minste 3 en maximaal 38 maan- den een loongerelateerde uitkering. Gedurende de eerste 2 maanden bedraagt de uitkering 75% van het dagloon en daarna 70%. De inkomsten die u heef worden hiervan (gedeeltelijk) afgetrokken. Na het einde van de loongerelateerde uitkering wordt ge- keken hoeveel u verdient. Wanneer dat minimaal 50% van de resterende verdiencapaciteit is, dan vult de WGA het loon aan met 70% van het verschil tussen het dagloon en de resterende verdiencapaciteit of het nieuwe loon. Wanneer u na afoop van de loongerelateerde uitkering geen werk hebt of minder verdient dan 50% van de reste- rende verdiencapaciteit, dan krijgt u een uitkering geba- seerd op een percentage van het minimumloon. Vakante-toeslag Van uw WIA-uitkering wordt elke maand 8% gereserveerd ten behoeve van de vakante-toeslag, die elk jaar in de maand mei wordt uitbetaald. Wanneer uw uitkering eerder stopt, dan wordt de vakante-toeslag in dezelfde maand uitbetaald, waarin u voor het laatst uw uitkering ontvangt. Aanvraag U moet de WIA-uitkering zelf aanvragen bij het UWV. UWV stuurt 4 maanden voor einde wachtjd de formulieren toe. Vanaf 1-5-2010 een geprorateerde uitkering. Als u naast uw Nederlandse tjdvakken ook nog Belgische tjdvakken heef, ontvangt u een gedeeltelijk Belgisch- Nederlandse uitkering, een zoganaamde geprorateerde uit- kering. Belgi betaalt over de in Belgi gewerkte tjdvakken een invaliditeitspensioen, berekend naar Belgisch recht, en Nederland berekent over de Nederlandse tjdvakken een WIA-uitkering, volgens Nederlandse recht. Als laatst Nederlands sociaal verzekerde maakt het UWV twee bere- keningen waarvan het bedrag van de meest voordelige aan u wordt betaald. Belgi betaalt een uitkering over de daar gewerkte tjdvakken.
Opmerkingen - Wanneer u een WAO- of een WIA-uitkering ontvangt, dan bent u niet meer verzekerd voor de volksverzeke- ringen. Uiteraard heef u in dat geval de mogelijkheid om de AOW- en de Anw-verzekering op vrijwillige basis 16 - Belgi/Nederland C. SOCIALE ZEKERHEID S O C I A L E
Z E K E R H E I D voort te zeten. U dient daartoe binnen n jaar na het einde van de verplichte verzekering bij de SVB een verzoek in te dienen. Heef u naast de WAO- of WIA- uitkering een Belgisch invaliditeitspensioen, dan bent u Belgisch sociaal verzekerd. U bent dan o.a. Belgisch verzekerd voor ziektekosten en bouwt daar een zgn. forfaitair rustpensioen op. - Voor wat betref uw aanspraken op medische verzorging wordt hier volstaan met een verwijzing naar hoofdstuk 4. 3.2.2. Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) De WAZ is per 1 augustus 2004 afgeschaf. Alleen zelfstan- dige ondernemers die vr 1 augustus 2004 arbeidson- geschikt zijn geworden kunnen nog in aanmerking komen voor een WAZ-uitkering. De WAZ - per 1 augustus 2004 voor de meeste zelfstandi- gen niet meer toegankelijk verzekerde inkomensverlies als gevolg van langdurige arbeidsongeschiktheid voor zelfstandigen, meewerkende echtgenoten en beroepsbe- oefenaars zoals directeur, grootaandeelhouders, alfahulpen etc. Alleen in overgangssituates kan nu nog een beroep op de WAZ worden gedaan. Voor overgangssituates geldt het volgende. de zelfstandige die op 1 augustus 2004 al een Waz-uitkering ontving, behoudt deze zolang hij aan de uitkeringsvoorwaarden voldoet, d.w.z. : - hij moet meer dan 25 % arbeidsongeschikt zijn; - jonger zijn dan 65 jaar; - het inkomen op de eerste ziektedag werd geheel of ge- deeltelijk verkregen uit werkzaamheden als zelfstandige. Opmerkingen: - Per 4 juni 2008 is een wetelijke zwangerschaps- en bevallingsuitkering voor vrouwelijke zelfstandigen inge- voerd. - Voor wat betref uw aanspraken op medische verzorging als WAZ-gerechtgde wordt verwezen naar hoofdstuk 4 (Medische verzorging). 4. Medische verzorging 4.1. Algemeen Als u in Nederland gaat werken als werknemer of als zelf- standige, valt u in beginsel onder de Nederlandse socia- leverzekeringswetgeving. Daarvan maakt ook de sociale ziektekostenverzekering deel uit. In Nederland zijn de aanspraken op medische verzorging verdeeld over twee weten, te weten de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Zorgverzekerings- wet (Zvw). Voor de acteven zijn van deze brochure de paragrafen 4.1.1.1. en 4.1.1.2., 4.2.1., 4.2.2. en 4.2.4., 4.3.2.1. t/m 4.3.2.3., 4.4.1. en 4.4.2., alsmede 4.5. van belang. Wanneer u in Belgi woont en uitsluitend een Nederlandse wetelijke uitkering of pensioen (zoals WAO en AOW) ont- vangt, bent u niet AWBZ verzekerd (en daarom tevens niet zorgverzekeringsplichtg), maar hebt u in Belgi op grond van de Europese sociale zekerheidsverordening nr. 883/04 recht op het Belgische pakket aan zorg ten laste van Ne- derland. Voor de niet-acteven zijn van deze brochure van belang de paragrafen 4.1.2.1. en 4.1.2.2., 4.2.3. en 4.2.4., 4.3.3.1. en 4.3.3.2., 4.4.1. en 4.4.2., alsmede 4.5. 4.1.1. Actieven 4.1.1.1. Overzicht regelingen a.) Verzekering voor de AWBZ De AWBZ is een verzekering van rechtswege. Dit betekent dat iedereen die voldoet aan de in de wet neergelegde criteria verzekerd is, ongeacht de vraag of hij of zij van de door de wet geboden aanspraken gebruik wenst te maken. AWBZ-verzekerd is iedereen die rechtmatg in Nederland woont of in het buitenland woont en in Nederland werkt. Grensarbeiders die in Nederland als werknemer of als zelf- standige komen werken, zijn zodoende AWBZ-verzekerd. Gezinsleden van grensarbeiders zijn niet AWBZ-verzekerd, tenzij zij zelf in Nederland arbeid verrichten of in Neder- land woonachtg zijn. b.) Verzekering voor de Zvw Op grond van de Zorgverzekeringswet (Zvw) is iedereen die op grond van de AWBZ verzekerd is, verplicht een zorgverzekering af te sluiten. Iedere Nederlandse zorg- verzekeraar, is verplicht degene die zich daarvoor bij hem meldt voor de zorgverzekering te accepteren. De grensar- beider zelf is verplicht een zorgverzekering af te sluiten. De verzekerde grensarbeider heef, in Belgi op grond van de Europese sociale zekerheidsverordening nr. Vo 883/04 recht op medische zorg. De grensarbeider heef een zoge- naamd keuzerecht: hij heef zowel recht op zorg op grond van zijn zorgverzekering, als op basis van de Verordening. Gezinsleden van de grensarbeider hebben op grond van de Verordening in Belgi ook recht op zorg als zij volgens de Belgische wetgeving als gezinsleden kunnen worden aangemerkt. Zij zijn niet verzekerd voor de Zvw. Met Belgi is echter afgesproken dat gezinsleden van grensarbeiders ook in Nederland zorg kunnen inroepen. De Belgische grensarbeider en de meeverzekerde gezinsleden krijgen krijgt via het formulier S1 (voorheen E-106 zie bijlage 4) medische hulp in Belgi ten laste van Nederland. Dit formulier moet worden afgegeven door de Nederlandse zorgverzekeraar en worden ingeleverd bij de Belgische verzekeringsinstelling waar men zich gaat inschrijven. Hierdoor kunnen Belgische kosten worden vergoed door de Belgische verzekeringsinstelling. Kosten in Nederland worden vergoed op grond van de Zvw door de zorgver- zekeraar. De grensarbeider kan er ook voor kiezen om de kosten in Belgi door de Nederlandse zorgverzekeraar te Belgi/Nederland - 17 C. SOCIALE ZEKERHEID C. SOCIALE ZEKERHEID laten vergoeden. De grensarbeider kan jaarlijks van zorg- verzekeraar wisselen. De verzekeraar biedt de grensarbeider de mogelijkheid om te kiezen uit verschillende polissoorten voor de basisverze- kering met naast het verplichte eigen risico van 170 een vrijwillig eigen risico van verschillende hoogte tot maxi- maal 500. Daarnaast kunt u een aanvullende verzekering afsluiten. De verzekeraar informeert over de inhoud en mogelijkhe- den van de polissen. Men kan kiezen uit: - een resttutepolis, die de rekeningen vergoedt en daar- door de mogelijkheid biedt om zelf een zorgverlener te kiezen in Nederland en Belgi. De kosten die in Belgi worden gemaakt kunnen via deze polis worden vergoed, maar dan wel naar Nederlandse maatstaven; - een naturapolis, die de zorg rechtstreeks verstrekt via vaste gecontracteerde zorgverleners. Bij zorg via een niet-gecontracteerde (Belgische) zorgverlener is de zorg- verzekeraar gerechtgd kosten gedeeltelijk te vergoeden. De zorgverzekeraar moet deze gedeeltelijke vergoeding in de polis hebben omschreven. - mengvormen daarvan. Kiest men voor een resttutepolis n vergoedingen van de Belgische rekeningen via deze polis, dan hoef men voor de basisverzekering niet ingeschreven te zijn bij een Belgische verzekeringsinstelling. Kiest men voor een naturapolis, wil men gebruik maken van het keuzerecht, of heef men ge- zinsleden die niet zelfstandig verzekerd zijn, dan is inschrij- ving met het formulier S1 (voorheen E-106) bij een Belgi- sche verzekeringsinstelling noodzakelijk. Men kan naast de basisverzekering een aanvullende verzekering afsluiten in Nederland of een (hospitalisate) verzekering in Belgi. Gezinsleden De gezinsleden die niet zelfstandig verzekerd zijn, moeten zich melden bij het College voor zorgverzekeringen (CVZ) in Diemen. Voor de gezinsleden is het formulier S1 (voorheen E-106) en inschrijving bij een Belgische verzekeringsinstel- ling in alle gevallen noodzakelijk. Een Belgische verzeke- ringsinstelling beslist of de gezinsleden in Belgi - via de grensarbeider ingeschreven worden bij de verzekeringsin- stelling. Zij mogen zowel gebruik maken van medische zorg in Belgi als in Nederland. Voor zorg in Nederland moeten zij vooraf een MVG formulier 111 aanvragen bij zorgverze- keraar Agis (Amersfoort). In Nederland hebben zij recht op zorg zoals geregeld in de Zvw en de AWBZ. Vlaamse zorgverzekering Inwoners van Vlaanderen zijn verplicht verzekerd voor de Vlaamse zorgverzekering. Grensarbeiders zijn echter uitge- sloten van deze verzekering. 4.1.1.2. Te betalen premies De nominale premie en inkomensafankelijke bijdrage voor de zorgverzekering (Zvw) Alle verzekerden van 18 jaar of ouder die een zorgverzeke- ring hebben gesloten, betalen daarvoor aan de zorgverze- keraar een door de zorgverzekeraar te bepalen nominale premie. De hoogte kan verschillen voor de verschillende varianten van de verzekeringsovereenkomsten die zij op de markt aanbieden, maar moet voor ieder die bij een bepaal- de zorgverzekeraar kiest voor hetzelfde model, gelijk zijn. De enige uitzondering op het hiervoor geschetste verbod op premiediferentate wordt gevormd door de wetelijke mogelijkheid van collecteve verzekeringen. Bij deze verzekeringen mag ten hoogste een premiekortng worden verleend van 10% ten opzichte van de grondslag van de premie die geldt voor de desbetref- fende variant van de zorgverzekering. Naast de nominale premie betaalt de verzekerde een inko- mensafankelijke bijdrage, die is verschuldigd over inkomen uit tegenwoordige en vroegere arbeid. De Belastngdienst int deze bijdragen. Bij de hefng van de inkomensafanke- lijke bijdrage over in de loonhefng betrokken loon of uit- kering zal de werkgever of uitkeringsinstante deze bijdrage inhouden op het loon of de uitkering en die afdragen aan de Belastngdienst. Bij inkomsten die niet aan de hefng van loonbelastng onderworpen zijn, vindt de hefng van de inkomensafan- kelijke bijdrage door de Belastngdienst op aanslag bij de verzekeringsplichtge plaats.
De Zorgverzekeringswet regelt een verplichtng tot het geven van een vergoeding van de inkomensafankelijke bijdrage voor de werkgever aan zijn verzekeringsplichtge werknemers. Deze verplichtng tot het verstrekken van een vergoeding geldt eveneens voor bepaalde uitkeringsinstan- tes. De percentages en bedragen van de Zvw-premie en bijdrage staan vermeld in bijlage 1. Met ingang van 1 januari 2008 is een verplicht eigen risico ingevoerd. Voor het jaar 2011 is de hoogte van het eigen ri- sico 170. Naast het verplicht eigen risico kan ook nog ge- kozen worden voor een vrijwillig eigen risico tot maximaal 500. Het verplicht eigen risico houdt in dat de verzekerde de eerste 170 aan zorgkosten zelf moet betalen voor zorg die in de basisverzekering zit. Alleen de huisartsen- zorg, tandheelkundige zorg tot 18 jaar, verloskundige zorg en kraamzorg vallen buiten het eigen risico. Het verplicht eigen risico geldt voor alle verzekerden vanaf 18 jaar. c.) Bijdrage verdragsgerechtgde gezinsleden Voor gezinsleden van een grensarbeider die op grond van de Europese sociale zekerheidsverordening nr. Vo 883/04 recht hebben op zorg ten laste van Nederland en 18 jaar en ouder zijn, dient aan Nederland een bijdrage betaald 18 - Belgi/Nederland C. SOCIALE ZEKERHEID S O C I A L E
Z E K E R H E I D te worden. Het CVZ is verantwoordelijk voor de hefng en inning van deze bijdrage. Hiervoor ontvangt de grensarbei- der periodiek een factuur van het CVZ. Het CVZ baseert de factuur op de gegevens over de gezinsleden zoals die door de Belgische verzekeringsinstellingen op het formulier S1 (voorheen E 106) vermeld zijn. Daarom is het van belang om wijzigingen in de gezinssituate direct door te geven. Voor 2011 bedraagt de Zvw- bijdrage per gezinslid van 18 jaar of ouder 71,57. 4.1.2. Niet-actieven Op grond van de Europese verordening heef de niet acteve grensarbeider die uitsluitend een Nederlands pensioen ontvangt in principe alleen recht op medische hulp in Belgi. Indien hij net voor het ontvangen van een ouderdomspensioen of invaliditeitsuitkering als grens- arbeider werkzaam was in Nederland, dan blijf hij recht hebben op geneeskundige verstrekkingen in Nederland voor zover zulks betrekking heef op een voortzetng van een reeds begonnen behandeling. Dit is eveneens van toepassing op uw gezinsleden. U dient hiervoor een document S3 te vragen aan uw Nederlandse zorgver- zekeraar. De kosten worden door de Belgische verze- keringsinstelling vergoed volgens het Belgische stelsel/ De gepensioneerde heef ook in Nederland recht op medische zorg bij een tjdelijk verblijf. Hiervoor geef zorgverzekeraar Agis een verklaring af. Op de zorg in Nederland zijn de voorwaarden van de AWBZ en Zvw van toepassing. Was men als ingezetene ingeschreven bij de Belgische verzekeringsinstelling, dan moet men door de Belgische verzekeringsinstelling als ingezetene worden uitgeschreven en moet men zich vervolgens melden bij het CVZ. Met het formulier E 121/S1 dat van het CVZ wordt ontvangen, moet men zich vervolgens inschrijven bij een Belgische verzekeringsinstelling ten laste van Nederland. Eventueel kan een (hospitalisa- te)verzekering in Belgi worden afgesloten of worden aangehouden. Gezinsleden Voor de gezinsleden die niet zelfstandig verzekerd zijn, beslist de Belgische verzekeringsinstelling of zij in Belgi via de postacteve grensarbeider ingeschreven worden bij de verzekeringsinstelling. In dat geval geef het CVZ een S1-formulier (voorheen E121) voor het gezinslid af. Gezins- leden hebben in Belgie recht op zorg volgens het Belgische stelstel. Voor medische zorg in Nederland gelde dezelfde voorwaarden als voor de gepensioneerde zelf. Vlaamse zorgverzekering Inwoners van Vlaanderen zijn verplicht verzekerd voor de Vlaamse zorgverzekering. Niet-beroepsacteve buiten- landse verzekerden worden echter uitgesloten van deze verzekering. 4.1.2.1. Overzicht regelingen a.) Aanspraken op grond van de Verordening Wanneer u in Belgi woont en uitsluitend een Nederlandse wetelijke uitkering of pensioen (zoals WAO, AOW of vervroegd pensioen) ontvangt, hebben u en uw eventuele gezinsleden in Belgi op grond van de Europese sociale zekerheidsverordening nr. Vo 883/04 recht op het Bel- gische pakket aan zorg, ten laste van Nederland. U dient uzelf en uw eventuele gezinsleden hiervoor aan te melden bij het CVZ. Het CVZ stuurt u vervolgens het verdragsfor- mulier S1 (voorheen E-121 zie bijlage 7), waarmee u zich kunt inschrijven bij een Belgische verzekeringsinstelling. De Belgische verzekeringsinstelling beoordeelt welke gezins- leden met u meeverzekerd zijn. U betaalt voor uzelf en uw gezinsleden (van 18 jaar en ouder) een bijdrage aan Nederland, die op uw pensioen of uitkering wordt inge- houden. Afankelijk van de hoogte van uw inkomen en uw gezinssamenstelling bestaat aanspraak op zorgtoeslag. Het aanvraagformulier kunt u aanvragen bij de Belastngdienst Toeslagen, webpagina www.toeslagen.nl of het telefoon- nummer 0031-55-538.53.85. 4.1.2.2. Te betalen bijdragen Voor aanspraken op grond van de Europese sociale zeker- heidsverordening nr. Vo 883/04 betaalt u voor uzelf en uw eventuele gezinsleden (van 18 jaar en ouder) een bijdrage aan Nederland, die op uw pensioen of uitkering wordt ingehouden. De verschuldigde bijdrage is samengesteld overeenkomstg de Nederlandse premiestructuur. De bijdrage bestaat, gelijk de premiestructuur van de ZVW en de AWBZ, uit een nominale component en twee inkomensafankelijke componenten. Om rekening te houden met de lokale gezondheidszorgomstan- digheden in het woonland wordt het totale bedrag van de verschillende componenten vermenigvuldigd met de woon- landfactor (= gemiddelde zorgkosten woonland / gemiddelde zorgkosten Nederland). De woonlandfactoren worden jaarlijks gepubliceerd. In 2011 bedraagt die voor Belgi 0,6827. Afankelijk van de hoogte van uw inkomen en uw gezins- samenstelling bestaat aanspraak op zorgtoeslag. Ook de hoogte van de zorgtoeslag is voor verdragsgerechtgden gekoppeld aan de woonlandfactor. Het aanvraagformulier kunt u aanvragen bij de Belastngdienst Toeslagen, webpa- gina www.toeslagen.nl of het telefoonnummer 0031-55- 538.53.85. De percentages en bedragen van de bijdrage staan vermeld in bijlage 1. 4.2. Aanmelding voor de zorgverzekering 4.2.1. In Nederland Om te voldoen aan uw verzekeringsplicht, moet u binnen vier maanden na het ontstaan van die plicht een zorgver- zekering sluiten met een zorgverzekeraar naar keuze. De Belgi/Nederland - 19 C. SOCIALE ZEKERHEID C. SOCIALE ZEKERHEID zorgverzekeraars hebben voor wat betref de zorgverzeke- ring een acceptateplicht.Indien u niet, of te laat, aan uw verzekeringsplicht voldoet, bent u onverzekerd. Op 15 maart 2011 is de Wet Opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering in werking getreden. Deze wet bevat maatregelen om mensen op te sporen die on- danks hun verzekeringsplicht geen zorgverzekering hebben (de zogeheten onverzekerden). Onverzekerden worden door middel van bestandsvergelij- king opgespoord. Zij krijgen een aanmaningsbrief van het College voor zorgverzekeringen (CVZ), waarin ze worden aangespoord een zorgverzekering af te sluiten. Laten zij dit na, dan krijgen ze een boete ter hoogte van circa 340,- euro. Als na een nieuwe bestandsvergelijking blijkt dat de betrokkene nog steeds niet verzekerd is, dan wordt voor de tweede keer een boete van circa 340,-opgelegd. Degenen die na twee boetes nog altjd onverzekerd blijken, worden door het CVZ ambtshalve verzekerd bij een zorgverzekeraar. Betrokkenen zijn dan 12 maanden lang een bestuursrechte- lijke premie verschuldigd ter hoogte van de standaardpre- mie. Deze wordt zo mogelijk via bronhefng gend. Na uw inschrijving bij de zorgverzekeraar ontvangt u uw polisvoorwaarden. Over uw aanspraken en de te volgen procedure bij het inroepen van medische zorg zal de zorg- verzekeraar u nader informeren. Voorts zorgt uw zorgver- zekeraar voor afgife van een formulier S1 (voorheen E-106 zie bijlage 4) voor de aanmelding bij de door u gekozen Bel- gische verzekeringsinstelling. In overleg met u kan uw zorg- verzekeraar het formulier S1 (voorheen E-106) ook recht- streeks naar de verzekeringsinstelling van uw keuze sturen. Bij deze verzekeringsinstelling worden u en uw daarvoor in aanmerking komende gezinsleden als rechthebbenden op verstrekkingen in Belgi ingeschreven. Informeer naar eventuele aanvullende verzekeringen (bijvoorbeeld een hospitalisateverzekering). Naast de zorgverzekering kan u, indien u dat wilt, in Nederland een aanvullende verzekering sluiten. De aanvullende verzekering staat los van de zorg- verzekering. Het is een partculiere verzekering waarvoor de overheid geen regels mag stellen. Voor een aanvullende verzekering bestaat dan ook geen acceptateplicht. Verder stellen partculiere ziektekostenverzekeraars zelf de om- vang van het pakket en de hoogte van de premie voor de aanvullende verzekering vast. Wel is in de Zvw geregeld dat een zorgverzekeraar de aanvullende verzekering niet mag opzeggen als iemand een zorgverzekering bij een andere zorgverzekeraar afsluit. 4.2.2. In Belgi U meldt zich met het formulier S1 (voorheen E-106) aan bij een Belgische verzekeringsinstelling van uw keuze. In overleg met u kan uw zorgverzekeraar het formulier S1 (voorheen E-106) ook rechtstreeks naar de verzekeringsin- stelling sturen. Deze gaat na welke gezinsleden volgens de Belgische wetgeving voor medeverzekering in aanmerking komen. Indien u in verband daarmede om bepaalde gege- vens wordt gevraagd, gelieve u die zo spoedig mogelijk te verstrekken. De ziektekostenverzekeraar in uw woonplaats vult het E-106 formulier verder in en stuurt een exemplaar naar het College voor zorgverzekeringen (CVZ). Het CVZ informeert vervolgens uw Nederlandse zorgverzekeraar. Op deze wijze weet de Belgische verzekeringsinstelling dat u en uw eventuele gezinsleden ten laste van Nederland in Belgi en Nederland recht hebben op medische verzorging.
4.2.3. Aanmelding van personen met uitsluitend een Nederlands wettelijk pensioen of uitkering Indien u woonachtg bent in Belgi en rechthebbende wordt op een bijv. WAO-, een Waz-, of een Anw-uitkering, dan wel indien u na het bereiken van de 65-jarige leefijd een AOW-pensioen ontvangt, dient u dit te melden bij uw Nederlandse zorgverzekeraar. Dit geldt ook voor bepaalde vervroegde pensioenen en uitkeringen (VUT). Wanneer u uitsluitend een Nederlands wetelijk pensioen of uitkering ontvangt, bent u namelijk niet langer zorgverzekerings- plichtg in Nederland, maar hebt u als verdragsgerechtgde aanspraak op zorg in Belgi ten laste van Nederland. U dient de wijziging tevens te melden aan het CVZ. Het CVZ stuurt u vervolgens een formulier S1 (voorheen E-121 zie bijlage 7) waarmee u zichzelf en eventuele gezinsleden bij uw Belgische verzekeringsinstelling kunt aanmelden. 4.3. Recht op verstrekkingen 4.3.1. Algemeen De zorgaanspraken ingevolge de Zorgverzekeringswet en de AWBZ zijn wetelijk vastgesteld. In de Zorgverzekeringswet is het verzekerde pakket functe- gericht omschreven. De functegerichte omschrijving houdt in dat bij wetelijk voorschrif alleen nog maar geregeld is wat er onder de aanspraken valt (de inhoud en omvang van de zorg) en wanneer (de indicategebieden) er aanspraak bestaat. Wie de zorg verleent en waar die wordt verleend, is de verantwoordelijkheid van de zorgverzekeraar. Hij moet daarover in de zorgovereenkomst met de zorgaanbieder afspraken opnemen. In de zorgovereenkomst moet hij ook de procedurele voorwaarden zoals toestemmingsvereisten, verwijzingen en voorschrijfvereisten opnemen. De zorg- verzekering heef in principe werelddekking: men kan elke gewenste zorgaanbieder bezoeken. Afankelijk van de polisvariant wordt een gedeelte van, dan wel het gehele in Nederland gangbare tarief vergoed. De grensarbeider heef zowel in Nederland (naar Nederlandse normen) als in Belgi (op grond van de zorgverzekering dan wel op grond van de Verordening volgens Belgische nor- men) recht op medische zorg. Wanneer u op grond van de Verordening in Belgi zorg inroept, moet u wel een beroep doen op een door het RIZIV (Belgi) erkende geneesheer. De lijst van erkende Belgische geneesheren is in het bezit van uw verzekeringsinstelling. 20 - Belgi/Nederland C. SOCIALE ZEKERHEID S O C I A L E
Z E K E R H E I D De grensarbeider heef de volgende aanspraken: a.) Aanspraken ingevolge de Zorgverzekeringswet (geldt voor alle Zvw-verzekerden) De zorgverzekering geef aanspraak op de navolgende vormen van zorg: - Geneeskundige zorg, waaronder zorg door huisartsen, ziekenhuizen, medisch specialisten en verloskundigen; - Op genezing gerichte geestelijke gezondheidszorg; - Ziekenhuisverblijf; - Tandheelkundige zorg (tot 18 jaar, vanaf 18 jaar alleen specialistsche tandheelkunde en het kunstgebit); - Hulpmiddelen; - Geneesmiddelen; - Kraamzorg; - Ziekenvervoer (ambulance en zitend vervoer); - Paramedische zorg (zeer beperkt fysiotherapie / oefen- therapie, logopedie, ergotherapie, dieetadvisering). b.) Aanspraken ingevolge de AWBZ (geldt voor alle AWBZ- verzekerden) De AWBZ-aanspraken zijn omschreven in vijf functes: - Persoonlijke verzorging; - Verpleging; - Begeleiding; - Behandeling; - Verblijf. Naast de zorgfunctes bestaat er ook aanspraak op het gebruik van onder andere verpleegartkelen, ziekenhuis- zorg na n jaar, revalidatezorg (na n jaar), prenatale zorg, onderzoek naar bepaalde aangeboren stofwis- selingsziekten en vaccinates op basis van het vaccina- teprogramma. Gezinsleden van de grensarbeider en de postacteve grensarbeider zijn noch AWBZ-verzekerd noch zorgverzekeringsplichtg. Zij hebben als verdragsge- rechtgde aanspraak op het Belgische pakket aan zorg ten laste van Nederland. 4.3.2. Actieven 4.3.2.1. Bijzonderheden bij het inroepen van verstrekkingen door de grensarbeider zelf Indien u zorgverzekeringsplichtg bent en een zorgverzeke- ring hebt afgesloten, hebt u als grensarbeider een zoge- naamd keuzerecht: u hebt zowel recht op zorg op basis van uw AWBZ-verzekering en zorgverzekering, als op basis van de Verordening. Wanneer u zorg inroept op basis van uw zorgverzekering is de hoogte van de vergoeding afankelijk van het soort zorgpolis dat u hebt gekozen. Wanneer u een resttutepolis hebt, wordt maximaal het in Nederland gangbare tarief vergoed. Hebt u echter een naturapolis, dan kan op de vergoeding van zorg verleend door een niet gecontracteerde zorgaanbieder (in Nederland of Belgi) een kortng worden aangebracht. De hoogte van de kortng staat in uw polisvoorwaarden vermeld. Gedurende tjdelijk verblijf in een andere EU/EER-lidstaat of Zwitserland heef u recht op zorg die tjdens het verblijf nodig wordt. U kunt hiervoor de Europese ziekteverzekeringskaart (EHIC) gebruiken. Deze kaart wordt door uw Nederlandse zorgver- zekeraar uitgereikt. 4.3.2.2. De gezinsleden Indien u een zorgverzekering hebt afgesloten hebben uw gezinsleden op grond van de Europese sociale zekerheids- verordening nr. Vo 883/04 eveneens recht op geneeskun- dige verzorging in Belgi volgens de Belgische wetelijke regeling. Met Belgi is tevens afgesproken dat gezinsleden van grensarbeiders ook in Nederland zorg kunnen inroe- pen. De EHIC voor uw gezinsleden wordt afgegeven door het CVZ. 4.3.2.3. Arbeidsongevallen Nederland kent in tegenstelling tot Belgi geen afzonder- lijke arbeidsongevallenverzekering. Indien u een zorgverzekering hebt afgesloten komen kosten tengevolge van ziekte of ongeval ten laste van de Zorgverzekeringswet of AWBZ. Het kan echter gebeuren, dat u in Belgi medische zorg nodig heef in verband met een ongeval dat naar Belgisch begrip als een arbeidson- geval is aan te merken. Bijvoorbeeld een ongeval op weg van of naar het werk ook al gebeurde dit in Nederland. Soms is in Belgi de medische zorg terzake van arbeids- ongevallen ruimer dan de hulp in verband met ziekte. In een dergelijk geval verdient het aanbeveling dat u zich hieromtrent tot uw Belgische verzekeringsinstelling/mu- tualiteit of hulpkas wendt. U krijgt dan de kosten vergoed als ware het ongeval onder de Belgische wetgeving gebeurd. 4.3.3. Niet-actieven 4.3.3.1. Bijzonderheden bij het inroepen van verstrekkingen door ex-grensarbeiders In het onderstaande wordt de rechthebbende op een rente gepensioneerde genoemd. Uw pensionering kan gevolgen hebben voor de medi- sche verzorging van u en uw gezinsleden. Wanneer u namelijk in Belgi woont en uitsluitend een wetelijk pensioen of uitkering uit Nederland ontvangt, zijn u en uw gezinsleden niet verzekerd voor de AWBZ en dus niet verzekeringsplichtg voor de Zorgverzekeringswet. U en uw gezinsleden hebben op grond van de Europese sociale zekerheidsverordening nr. Vo 883/04 recht op het Belgi- sche pakket aan zorg, ten laste van Nederland. Voor wat betref in Belgi wonende gepensioneerde grensarbeiders kunnen zich de volgende situates voordoen. Belgi/Nederland - 21 C. SOCIALE ZEKERHEID C. SOCIALE ZEKERHEID a) Dubbelgepensioneerde woonachtg in Belgi a.1) Indien u in Belgi woont en zowel een Nederlands als een Belgisch wetelijk pensioen heef, terwijl u op grond van de Belgische wetgeving recht heef op me- dische zorg, dan hebben u en uw gezinsleden in Belgi recht op medische zorg volgens de in Belgi geldende regels, alsof u uitsluitend in Belgi verzekerd bent. U dient zich daartoe in te schrijven bij een Belgische verzekeringsinstelling. Er mag geen Zvw-bijdrage meer ingehouden worden op uw Nederlandse uitkering/ pensioen. Indien dat desondanks toch geschiedt, dient u dit te signaleren aan de Belgische verzekeringsinstel- ling met het verzoek schrifelijk contact op te nemen met het CVZ te Diemen om mede te delen dat betrok- kene verplicht verzekerd is in Belgi op basis van het Belgische rustpensioen dat hij of zij geniet. Het adres is: het College voor zorgverzekeringen, Postbus 320, 1110 AH Diemen (Nederland). Het CVZ informeert de betrefende pensioeninstate(s) om geen inhoudingen meer te doen op het AOW-pensioen. a.2) Indien u net voor het ontvangen van een ouderdoms- pensioen of invaliditeitsuitkering als grensarbeider werk- zaam was in Nederland, dan blijf u recht hebben op geneeskundige verstrekkingen in Nederland voor zover zulks betrekking heef op een voortzetng van een reeds begonnen behandeling. Dit is eveneens van toepassing op uw gezinsleden. U dient hiervoor een document S3 te vragen aan uw Belgische verzekeringsinstelling. a.3) Gedurende een tjdelijk verblijf in Nederland (met uitzondering van de situate vermeld onder A.2) of een andere lidstaat van de Europese Unie, de EER of Zwitserland hebben u en uw gezinsleden daar recht op onmiddellijk noodzakelijke medische zorg, die wordt verleend volgens de in dat land geldende regels. U dient in dat geval uw recht op medische zorg aan te to- nen door middel van de Europese ziekteverzekerings- kaart (EZVK of EHIC) (zie bijlage 13). Deze wordt u door uw Belgische verzekeringsinstelling uitgereikt. Indien u zich naar Nederland of een andere lidstaat van de Europese Unie, de EER of Zwitserland wilt begeven om aldaar een medische behandeling te ondergaan, dient u daartoe eerst uw Belgische verzekeringsinstelling om toestemming te verzoeken. U krijgt dan een formulier E-112 / S2 (zie bijlage 8) mee dat u aan Agis Zorgverze- keringen dient te overhandigen. Daarenboven kan u, op grond van de rechtspraak van het Hof van Justte van de Europese Unie, zonder voorafgaande toestem- ming de CZ om vergoeding van een medische behan- deling buiten het ziekenhuis in Nederland of in een andere lidstaat van de Europese Unie of de EER vragen. b) Rechthebbende op uitsluitend een Nederlands pensioen woonachtg in Belgi b1) Indien u uitsluitend een wetelijk Nederlandse uitkering of pensioen ontvangt en in Belgi woont, hebt u op grond van de Europese sociale zekerheidsverordening nr 883/04 recht op het Belgische pakket aan zorg, ten laste van Nederland U dient zich in dat geval tezamen met uw gezinsleden met een formulier E-121/S1 (zie bijlage 7) in te schrijven bij een Belgische verzekeringsinstelling. Daarnaast heef u recht op zorg in Nederland. Als u als verdragsgerechtgde bij het College voor zorgverzekerin- gen geregistreerd staat, ontvangt u hiervoor automatsch de Verklaring aanspraak op medische zorg in Nederland van AGIS. De kosten van de medische zorg komen ten laste van Nederland. Op de zorg in Nederland zijn de voorwaarden van de AWBZ en de Zvw van toepassing. b.2) Indien u uitsluitend recht hebt op een Nederlands pensioen en bijgevolg in Belgi recht hebt op medische zorg ten laste van Nederland, dan behoudt u uw recht op geneeskundige zorg in Nederland (u behoudt dus uw keuzerecht). Dit is eveneens van toepassing op uw gezinsleden. b.3) Indien u in Belgi woont, hebben u en uw gezinsleden bij een tjdelijk verblijf in een ander land van de Euro- pese Unie dan Nederland (voor Nederland, zie B.2), de EER of Zwitserland daar recht op onmiddellijk noodza- kelijke medische zorg, die wordt verleend volgens de in dat land geldende regels. U dient in dat geval uw recht op medische zorg aan te tonen door middel van de Europese ziekteverzekeringskaart (EZVK of EHIC) (zie bijlage 13). Deze wordt u door het CVZ uitgereikt. Indien u zich naar een andere lidstaat van de Europese Unie dan Belgi (voor Nederland, zie B.2), de EER of Zwitserland wilt begeven om aldaar een medische be- handeling te ondergaan, dient u daartoe een aanvraag voor een voorafgaande toestemming in te dienen bij uw Belgische verzekeringsinstelling die deze, na evua- late, naar het CVZ zal doorsturen dat vervolgens een beslissing zal nemen. U krijgt dan een formulier E-112 / S2 (zie bijlage 8) mee, dat u aan het orgaan van de verblijfplaats dient te overhandigen. Daarenboven kan u, op grond van de rechtspraak van het Hof van Justte van de Europese Gemeenschappen, zonder vooraf- gaande toestemming het CVZ om vergoeding van een medische behandeling buiten het ziekenhuis in een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland (voor Nederland, zie B.2) of de EER vragen. c) Tijdelijk verblijf in Nederland en andere EU/EER- lidstaten en Zwitserland Indien u in Belgi woont en als verdragsgerechtgde aan- spraak hebt op het Belgisch pakket aan zorg ten laste van Nederland, hebben u en uw gezinsleden bij tjdelijk verblijf in Nederland aldaar recht op medische zorg, die wordt verleend volgens de in Nederland geldende regels. U dient in dat geval uw recht op medische zorg aan te tonen door middel van een verklaring die wordt verstrekt door zorg- verzekeraar Agis. In geval van tjdelijk verblijf in een andere EU/EER-lidstaat en Zwitserland heef u recht op zorg die nodig wordt. Hiervoor kunt u de Europese ziekteverzeke- ringskaart (EHIC) gebruiken. Deze kaart wordt door het CVZ aan u toegezonden. 22 - Belgi/Nederland C. SOCIALE ZEKERHEID S O C I A L E
Z E K E R H E I D Indien u zich in een andere lidstaat wil laten behande- len, dan moet u daarvoor een verzoek om toestemming indienen bij uw Belgische verzekeringsinstelling. Deze beoordeelt of u aan de voorwaarden voldoet en stuurt het verzoek door naar het CVZ. Het CVZ beslist of u naar de andere lidstaat mag gaan om de gewenste behandeling daar te ondergaan. Zo ja, dan ontvangt u van het CVZ een formulier S-2 4.3.3.2. Gezinsleden van gepensioneerde grensarbeiders In Belgi wonende gezinsleden van gepensioneerde grens- arbeiders met uitsluitend een Nederlands wetelijk pensi- oen, hebben net als de gepensioneerde zelf op grond van de Europese sociale zekerheidsverordening nr. Vo 883/04 recht op het Belgische pakket aan zorg, ten laste van Ne- derland. De vraag welke personen als gezinslid in de zin van de Verordening worden aangemerkt, wordt beantwoord door de wetgeving van het woonland van de betrefende persoon. De verzekeringsposite van gezinsleden van een gepensioneerde grensarbeider, die in een andere lidstaat wonen dan de gepensioneerde grensarbeider zelf, wordt, indien de gepensioneerde op grond van de Verordening (of een verdrag) recht heef op medische zorg, beoordeeld vanuit het voor het pensioen bevoegde land. Wanneer daaruit een recht op medische zorg voortvloeit, wordt deze verleend door de verzekeringsinstelling van de woonplaats van de gezinsleden ten laste van de bevoegde verzekeringsinstelling. Deze gezinsleden dienen zich bij de verzekeringsinstelling van hun woonplaats in te schrijven. Hun recht op medische zorg moet daarbij wor- den aangetoond d.m.v. het formulierS1 (voorheen E-121 zie model in bijlage 7). Dat formulier wordt uitgereikt door de bevoegde verzekeringsinstelling. 4.4. Mutaties 4.4.1. Einde verzekering Indien u niet langer zorgverzekeringsplichtg bent in Ne- derland, bijvoorbeeld doordat u niet langer in Nederland werkzaam bent, rust op u de verplichtng de Nederlandse zorgverzekeraar onmiddellijk daarvan in kennis te stellen. Vanaf dat moment hebt u niet meer het recht om een beroep te doen op medische zorg in Nederland. De Ne- derlandse verzekeringsinstelling informeert een Belgische over het einde van uw verzekering in Nederland. Laatstge- noemde verzekeringsinstelling zal dan uw recht op medi- sche zorg ten laste van Nederland beindigen. Het is van belang te weten, dat u en uw gezinsleden de Nederlandse zorgverzekeraar en/of College voor zorgverzekeringen (CVZ) onmiddellijk dienen te informeren over ieder feit, dat gevolgen heef voor uw zorgverzekeringsplicht, dan wel het eventuele verdragsrecht van uw gezinsleden. Dit is bijvoor- beeld het geval wanneer uw gezinsleden een zelfstandig recht op medische verzorging krijgen in verband met een eigen verzekering of wanneer zij bij iemand anders als medeverzekerde worden inge- schreven. Ook een eventuele verhuizing uit Belgi dient onmiddellijk te worden gemeld. 4.4.2. Verandering van verzekeringsinstelling. Indien u in Belgi, bijvoorbeeld wegens verhuizing, van ver- zekeringsinstelling verandert, dient u dit direct te melden aan uw Nederlandse zorgverzekeraar en het College voor zorgverzekeringen (CVZ), Postbus 320, 1110 AH Diemen (Nederland). 4.5. Vakantie Wanneer u als grensarbeider met uw gezinsleden op vakante gaat naar een ander land van de EU-, EER-, Zwit- serland of verdragsland hebt u op grond van de Europese sociale zekerheidsverordening nr. Vo 883/04 recht op zorg die nodig wordt gedurende het verblijf volgens de in het vakanteland geldende regels. U toont dit recht aan met de Europese ziekteverzekeringskaart (EHIC) die u bij uw zorgverzekeraar kunt aanvragen. Uw zorgverzekeraar is verplicht u de kaart op aanvraag te verstrekken. Uw gezinsleden kunnen de EHIC bij het College voor zorgver- zekeringen (CVZ) opvragen. Wanneer u als gepensioneerde grensarbeider met uw gezinsleden op vakante gaat, hebt u eveneens recht op onmiddellijk noodzakelijke zorg. U en uw gezinsleden kunnen de EHIC aanvragen bij het College voor zorgverzekeringen (CVZ). Op vertoon van de EHIC (bij de dokter of in het ziekenhuis) zullen de kosten van de zorg (afgezien van eventuele eigen bijdragen) door de zorgverle- ner worden verrekend met het orgaan van de verblijfplaats. 5. Vakantierechten Vakantedagen worden in Nederland per gewerkte maand opgebouwd. Het aantal dagen varieert per bedrijfstak op grond van de verschillende CAOs, maar er geldt een minimum van viermaal het aantal arbeidsdagen per week. Bij het overgaan van werken in Belgi naar werken in Ne- derland of wanneer men na het beindigen van studies in Belgi werk aanvaardt in Nederland kunnen er problemen ontstaan indien het bedrijf waar men werkt een verplichte bedrijfsvakante kent, terwijl de betrokken grensarbeider nog niet voldoende vakantedagen heef opgebouwd om deze gehele bedrijfsvakante te over- bruggen. Het is onder omstandigheden mogelijk dat dan een werkloosheidsuitkering wordt toegekend. Indien het dienstverband ofcieel wordt verbroken (ontslag-werk- loosheid) voor de betrokken periode van de bedrijfsvakan- te, heef men uitsluitend recht op een werkloosheidsuitke- ring volgens de Belgische wetelijke regeling. Indien geen sprake is van een ontslag dan valt de grens- arbeider binnen de regeling voor gedeeltelijke of door onvoorziene omstandigheden ontstane werkloosheid in de zin van artkel 65, eerste en vijfde lid, onder a) van Verordening (EEG) nr. 884/04. In dat geval heef de in Belgi woonachtge grensarbeider in beginsel aanspraak op werkloosheidsuitkering in Nederland, en kan de Neder- Belgi/Nederland - 23 C. SOCIALE ZEKERHEID C. SOCIALE ZEKERHEID 24 - Belgi/Nederland Kindgebonden Budget (KGB) Het kindgebonden budget is bedoeld als een tegemoetko- ming in de kosten voor gezinnen met minderjarige kinde- ren. Het gaat om kinderen tot 18 jaar voor wie de ouders kinderbijslag ontvangen of kinderen voor wie de ouders een onderhoudsbijdrage leveren van tenminste 408,- per kwartaal, terwijl het kind minder dan 1.240,- (thuiswo- nend) respectevelijk 1.754,- (uitwonend) mag verdienen. Het kindgebonden budget is een bedrag per kind Voor het eerste kind geldt het hoogste bedrag Vanaf het vijfde kind geldt een vast laag bedrag Daarnaast hangt de hoogte van het kindgebonden budget af van het gezamenlijk inkomen van de ouders. Bij een inkomen tot 28.897,- bestaat recht op de maximale bedragen Bij een inkomen tussen 28.897,- en 45.779,- wordt het bedrag lager naarmate het inkomen hoger is. Het maximum bedrag wordt vermin- derd met 5,75% van het meerdere van 28.897,-. Vanaf een inkomen van 45.779,- bestaat geen recht meer op het kindgebonden budget. Met ingang van 1 januari 2011 wordt via het KGB ook een tegemoetkoming verstrekt in de schoolkosten voor kin- deren vanaf 12 jaar. Behalve door de leefijd van het kind wordt de hoogte van deze tegemoetkoming ook benvloed door de hoogte van het inkomen van de ouders en het aantal kinderen. Maximale bedragen : - voor elk kind van 12 tot en met 15 jaar : 231 ; - voor elk kind van 16 of 17 jaar : 296 ; De uitvoering van het KGB is in handen van de Belastngs- dienst/Toeslagen. Maximale bedragen K1 1.011,00 K2 455,00 K3 360,00 K4 284,00 K5 189,00 K6 e.v. 189,00 6.2. Cordinatie kinderbijslag grensarbeiders Evenals de Nederlandse werknemers kunt u als grensar- beider uit Belgi voor de kinderen - die tot uw huishou- den behoren of die u onderhoudt - aanspraak maken op Nederlandse kinderbijslag (AKW). Indien uw partner echter recht heef op Belgische kinderbijslag omdat hij/zij in Bel- gi als loontrekkende of zelfstandige werkt dan ontstaan er zogenaamde samenloopsituates. In dit geval bestaat er een voorrangsrecht op Belgische kinderbijslag omdat de ene ouder in Belgi werkt. Omdat de Nederlandse kinder- bijslagbedragen ingevolge de AKW over het algemeen lager zijn dan de Belgische kinderbijslagbedragen, bestaat er landse uitvoeringsinstelling een werkloosheidsuitkering verlenen indien ook overigens aan alle voorwaarden wordt voldaan. Hierbij wordt echter wel rekening gehouden met uitbetaalde vakantedagen die de werknemer in de vorige dienstbetrekking wel heef opgebouwd, maar niet heef opgenomen. In Nederland heef men doorgaans recht op 4 weken vakante met doorbetaling van het loon en 8% vakante- toeslag van het in het vakantedienstjaar verdiende loon. Indien u korter dan 1 jaar heef gewerkt wordt het aan- tal dagen en de vakantetoeslag evenredig verminderd. Opmerking : De werknemer van wie de tewerkstelling in Belgi ten einde loopt, ontvangt Belgisch vakantegeld voor de prestates van het (de) betrefende dienstjaar (-jaren) betaald door de Vakantekas. Voor de bediende is het va- kantegeld ten laste van de werkgever. Het vakantegeld be- draagt 15,34% van de in de loop van het vakantedienstjaar verdiende loon, eventueel vermeerderd met een fcteve bezoldiging voor de inactviteitsdagen die met werkelijke arbeidsdagen zijn gelijkgesteld. 6. Gezinsbijslagen 6.1. Het Nederlandse kinderbijslagstelsel In Nederland is de kinderbijslag een volksverzekering (AKW: Algemene Kinderbijslagwet). De uitkeringen worden gefnancierd uit de algemene middelen (belastng). Er be- staat geen apart stelsel voor werknemers en zelfstandigen. De AKW biedt mensen die in Nederland wonen of die ter zake van in Nederland verrichte werkzaamheden aan de Nederlandse loonbelastng zijn onderwerpen een fnan- cile tegemoetkoming (kinderbijslag) in de kosten voor verzorging of onderhoud van kinderen tot 18 jaar. De hoogte van de kinderbijslag hangt af van de leefijd van het kind. Voor kinderen geboren voor 1 januari 1995 telt ook de gezinsgroote mee. Afankelijk van het uit- of thuiswonend zijn van het kind, de eventuele inkomsten uit arbeid van het betrefende kind en in bepaalde gevallen de onderhoudsbijdrage, telt een kind voor een of twee kinderbijslagkinderen. De kinderbijslag wordt per kwartaal uitbetaald. Voor een kind van 16 of 17 jaar gelden tjdbestedingsvoor- waarden. Recht op kinderbijslag bestaat indien het kind in verband met onderwijs of een beroepsopleiding lessen of stages volgt gedurende gemiddeld tenminste 213 klokuren per kwartaal. Voor het eindexamenjaar van een meerjarige opleiding geldt een soepeler eis, namelijk 162 klokuren. Ook bestaat recht op kinderbijslag voor een kind dat werk- loos is of dat tenminste 55% arbeidsongeschikt is. Bestaat recht op studiefnanciering in het kader van de Wet Studiefnanciering 2000 voor het bereiken van de 18-jarige leefijd, dan vervalt het recht op kinderbijslag vanaf die datum. De kinderbijslag kan worden aangevraagd bij de vestging van de Sociale Verzekeringsbank in de regio waar uw werk- gever gevestgd is. S O C I A L E
Z E K E R H E I D C. SOCIALE ZEKERHEID Belgi/Nederland - 25 afwijking is niet vereist voor kinderen van grensarbei- ders die onder toepassing vallen van de Verordeningen nrs.883/2004 en 987/2009. In behartgenswaardige gevallen kan de Belgische Mi- nister van Sociale Zaken of de door hem gedelegeerde ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid toch nog via een afwijking Belgische kinder- bijslag, kraamgeld of adoptepremie toekennen voor de kinderen van deze grensarbeiders die niet in Belgi wor- den geboren, worden opgevoed of de lessen volgen, na een onderzoek, geval per geval. De aanvragen daartoe dienen te worden gezonden naar de Federale Over- heidsdienst Sociale Zekerheid, Directe-generaal Sociaal Beleid, Domein Regelgeving, Administratef Centrum Kruidtuin, Finance Tower, Kruidtuinlaan 50, bus 1, 1000 Brussel - In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van de Neder- landse kinderbijslagbedragen. In Nederland bestaat geen recht op kraamgeld. Nederlandse kinderbijslagen kunnen worden verminderd onder invloed van Belgische studiebeurzen omdat de Nederlandse kinderbijslagwet- geving o.m. uitgaat van het onderhoudsbeginsel, het- geen inhoudt dat de ouders bijdragen om te voorzien in het onderhoud van het kind. Vanaf 1.1.1997 geldt alleen als inkomen van het kind het inkomen uit arbeid. Zolang het kind werkloos is, behoudt het recht op kinderbijslag. De gevolgen voor de hoogte van de kinderbijslag geldt voor iedere verzekerde ingevolge de Nederlandse kin- derbijslagwetgeving, ongeacht woonplaats of natonali- teit. Zolang het kind werkloos is, behoudt het recht op kinderbijslag. 7. Tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen (T.O.G.) Wat is de TOG-regeling? De TOG-regeling regelt een extra tegemoetkoming naast kinderbijslag voor ouders in de onderhoudskosten van een thuiswonend gehandicapt kind. Wie komt er voor in aanmerking? Wie een gehandicapt kind thuis verzorgt komt in aanmer- king voor de tegemoetkoming, onder de volgende voor- waarden: De handicap van het kind is het gevolg van een of meer stoornissen van lichamelijke, verstandelijke of gees- telijke aard, waarvoor een AWBZ- indicate moet zijn verstrekt voor zorg van gemiddeld tenminste 10 uur per week door het Centrum Indicatestelling Zorg (CIZ) dan wel door het Bureau Jeugdzorg (BJZ); Door de handicap is het kind aanzienlijk meer afan- kelijk van verzorging, begeleiding en toezicht dan een gezond kind van dezelfde leefijd; Het kind is ten minste 3 jaar en niet ouder dan 17 jaar. meestal geen recht op aanvullende Nederlandse kinderbij- slag. Opgemerkt dient te worden dat, indien bij voorrang recht bestaat op Belgische kinderbijslag, van Nederlandse zijde een aanvulling kan worden verstrekt wanneer de Belgische kinderbijslag lager is. Deze situate kan zich voordoen wanneer het Belgische recht is gebaseerd op een beroepsactviteit als zelfstandige en/of wanneer in Nederland recht bestaat op tweevoudige kinderbijslag. In het geval er sprake is van een gezin waarvan beide ouders in Nederland werken, een gezin waarvan slechts een ouder werkt in Nederland en de andere ouder niet werkzaam is en bij eenoudergezinnen, bestaat er alleen recht op Neder- landse kinderbijslag. Sommige grote Nederlandse bedrijven betalen het verschil bij. U moet wijzigingen in uw gezinssi- tuate melden aan de SVB. Het gaat dan om gebeurtenissen zoals inkomens- en arbeidsposite van partner, geboorten, uitwonend worden van kinderen, scheidingen e.d. Als u deze wijzigingen niet tjdig meldt, kan een boete worden opgelegd. De hoogte van die boete is afankelijk van het bedrag dat u, als gevolg van het niet melden van de wijziging, teveel heef ontvangen. Men moet, in grensoverschrijdende ge- vallen, wijzigingen binnen 8 weken melden. Raadpleeg het Bureau voor Belgische Zaken in het geval er zich wijzigin- gen voordoen in de gezinssituate. 6.3. Studiefinanciering - In Nederland bestaat er recht op kinderbijslag tot uw kind 18 jaar is, daarna bestaat er recht op studiefnan- ciering. Voor uw kinderen vanaf 18 jaar kunt u deze studiefnan- ciering aanvragen. Een van de voorwaarden hierbij is dat uw kind studeert in het Hoger onderwijs in Nederland of Belgi en n van de ouders in Nederland werkt. Voldoet u hieraan, dan wordt geadviseerd zo spoedig mogelijk een aanvraag om studiefnanciering in te die- nen. Deze uitkering gaat in vanaf de maand volgend op die van de aanvraag. U kunt een aanvraag voor studie- fnanciering (Wet Studiefnanciering/WSF) doen bij de Informate Beheer Groep (IBG), Postbus 888, 9700 AW Groningen of via internet: www.ib.groep.nl. Studiefnanciering vs Belgische kinderbijslag - In Belgi bestaat voor de Belgische grensarbeiders in Nederland een recht op Belgische kinderbijslag, kraam- geld of adoptepremie indien dergelijk recht ontbreekt bij toepassing van de andere Belgische of buitenlandse wets- of reglementsbepalingen of krachtens regelen van toepassing op het personeel van een volkenrech- telijke instelling. Het moet hierbij gaan om kinderen die in Belgi worden geboren, worden opgevoed of de lessen volgen. De aanvraag voor de kinderbijslag voor grensarbeiders moet u richten tot de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW, Dienst Internato- nale Overeenkomsten), Trierstraat 70, 1000 Brussel. Een C. SOCIALE ZEKERHEID C. SOCIALE ZEKERHEID Vanaf 18 jaar kan het kind zelf in aanmerking komen voor een uitkering via de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorzie- ning jonggehandicapten (Wajong). Hoe hoog is de uitkering? De tegemoetkoming bedraagt 211,45 per kwartaal. Dit bedrag is belastngsvrij. Ook heef de tegemoetkoming geen gevolgen voor de kinderbijslag. De tegemoetkoming kan tot vier kwartalen met terugwerkende kracht worden toegekend. Waar kunt u de uitkering aanvragen? Alle TOG-aanvragen worden behandeld door de Sociale Verzekeringsbank Roermond, Postbus 1244, 6040 KE Roer- mond, telefoon +31-475-368040. Aanvraagformulieren zijn daar te krijgen. Komt de aanvrager in aanmerking voor de tegemoetkoming, dan wordt het kwartaalbedrag voortaan automatsch overgemaakt. Als de gegevens onvoldoende zijn om tot toekenning van een tegemoetkoming over te gaan, vindt er een medische keuring plaats. Maar in de meeste gevallen is dat niet no- dig. Het is dus geen ingewikkelde of langdurige procedure. 8. Werkloosheidsuitkeringen 8.1. Gedeeltelijke werkloosheid Wanneer u gedeeltelijk en niet verwijtbaar werkloos bent en u heef bovendien voor uw werkloosheid voldoende weken gewerkt, dan kunt u aanspraak maken op een Nederlandse werkloosheidsuitkering. Om aanspraak te hebben op een Nederlandse werkloosheidsuitkering is vereist dat u in de 36 weken voorafgaande aan de werkloosheid op ten minste vijf arbeidsuren per week gedurende ten minste 26 weken in Nederland en eventueel in Belgi heef gewerkt. Wanneer u tevens in de 5 jaren voorafgaande aan de werkloosheid gedurende ten minste 4 kalenderjaren over 52 of meer dagen per jaar loon heef ontvangen, kunt u in aanmerking komen voor een langere loongerelateerde uitkeringen. De uitkering moet aangevraagd worden bij het UVW. 8.2. Volledige werkloosheid Wanneer u volledig werkloos bent na beindiging van uw dienstverband in Nederland kunt u aanspraak maken op Belgische werkloosheidsuitkeringen alsof u tjdens uw laatste tewerkstelling onderworpen was aan de Belgische sociale zekerheid. U moet zich daarvoor in Belgi als werkzoekende laten inschrijven bij de voor uw woonplaats bevoegde subregionale tewerkstellingsdienst (VDAB, FOREM, ACTIRIS). U kunt zich daarnaast ook beschikbaar stellen van de Nederlandse arbeidsmarkt door inschrijving als werkzoekende bij het UWV Werkbedrijf. De uitkering moet u aanvragen bij een erkende uit- betalingsinstelling (vakbonden of bij de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen) door middel van formulier U1 (voorheen E-301 zie 8) dat door de uitvoeringsin- stelling waarbij uw Nederlandse werkgever is aangeslo- ten moet worden ingevuld. Het U1 (voorheen E-301) formulier moet binnen twee maanden na de eerste werkloosheidsdag via de vakbond of de Hulpkas toeko- men bij de RVA. U heef het U1 (voorheen E-301) dus niet onmiddellijk op de eerste werkloosheidsdag nodig. U bent wel verplicht om u binnen 8 dagen als werkzoe- kende in te schrijven. Ingeval u deeltjds werk opneemt in Nederland, verkrijgt u in Belgi de hoedanigheid van deeltjdse werkne- mer met behoud van rechten, kunt u onder bepaalde voorwaarden een inkomensgaranteuitkering ontvangen en kunt u onder bepaalde omstandigheden in Belgi sociaal verzekerd blijven. Voor nadere inlichtngen kan u terecht bij de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) bevoegd voor uw woonplaats. 8.3. Aanvullende vergoedingen voor ontslagen of volledig werkloos geworden bejaarde grensarbeiders Indien u ten minste 60 jaar bent, kunt u aanspraak maken op een aanvullende vergoeding tot aanvulling van de werkloosheidsuitkeringen op voorwaarde dat u ontslagen bent om redenen van economische reor- ganisate of volledig werkloos bent geworden om een economische reden. Om de aanvullende vergoeding te kunnen genieten moet u aantonen dat u gedurende 1.800 dagen hebt gewerkt in de loop van de negen jaar die de aanvraag om de vergoeding voorafgaan. De aanvullende vergoeding bedraagt 10% van het laat- ste netoloon dat u in Nederland hebt verdiend, zonder dat deze vergoeding 74,37 per maand mag overschrij- den. Deze vergoeding wordt echter niet toegekend aan de grensarbeiders die, in toepassing van een regeling van kracht in het land van tewerkstelling, aanspraak kunnen maken op een vergoeding waarvan het bedrag ten minste gelijk is aan de vergoeding vermeld in de vorige paragraaf. De aanvraag tot het bekomen van de aanvullende vergoeding moet u indienen, samen met de documenten, de bewijsstukken en de inlichtngen die nodig worden geoordeeld, bij de instellingen belast met de uitbetaling van de werkloosheidsuitkeringen, onder toezicht van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorzie- ning. Naast deze vergoedingen is er ook de ancinniteitstoe- slag voor werknemers van 50 jaar of ouder met een arbeidsverleden van 20 jaar of meer. Is de ancinniteits- toeslag hoger dan de aanvullende vergoeding dan kan men voor het hoogste bedrag kiezen. 26 - Belgi/Nederland C. SOCIALE ZEKERHEID S O C I A L E
Z E K E R H E I D 9. Pensioenen 9.1. Algemene ouderdomsuitkering (AOW) 9.1.1. Opbouw rechten Voor ieder jaar werken in Nederland heef u in beginsel recht op 2 % van het pensioenbedrag waarop men op grond van de AOW jaarlijks maximaal aanspraak kan maken Wie tussen zijn 15e en 65e jaar niet doorlopend verze- kerd is geweest, krijgt geen volledige AOW-uitkering: voor ieder niet-verzekerd jaar wordt het totale pensioenbedrag telkens gekort met 2%. De huwelijkspartner zonder inkomen van een Belgische grensarbeider (die na 2 augustus 1989 in Nederland gaat werken) bouwt zelf geen pensioenrechten op in Nederland. Medeverzekering voor pensioen (AOW) is mogelijk mits men zich daarvoor aanmeldt bij de Sociale Verzekerings- bank te Amstelveen binnen het jaar vanaf de datum dat de grensarbeider aan het werk ging in Nederland. Voor de me- deverzekerde huwelijkspartner zonder inkomen bedraagt de premie voor vrijwillige AOW n Anw-verzekering 490, respectevelijk 30. Indien de partner inkomsten heef, wordt de premie berekend over een inkomen tot maximaal 33.436 per jaar, maar in ieder geval is tenminste de hier- voor genoemde minimumpremie verschuldigd. Deze vrijwillige bijdragen/premies zijn in Belgi niet fscaal afrekbaar als beroepskosten (en kunnen evenmin van het totale neto-inkomen worden afgetrokken). Daar tegenover staat dat de AOW-uitkeringen - die geen beloning uitmaken terzake van een vroegere dienstbetrekking te zijner tjd niet belastbaar zijn als beroepsinkomsten. 9.1.2. Aanvraag AOW-uitkering De AOW-uitkering gaat in op de eerste dag van de maand waarin de gerechtgde 65 jaar wordt. Bij het genot van een Nederlands AOW-pensioen is elke beroepsactviteit onbe- perkt toegelaten. Uw aanvraag voor een Nederlandse AOW-uitkering alsme- de voor een Belgisch pensioen moeten worden ingediend, in elk geval 1 jaar vr de pensioengerechtgde leefijd via de pensioendienst van het gemeentebestuur van uw woon- plaats ; daartoe neemt u alle in uw bezit zijnde bewijzen van tewerkstelling en verzekering mee. De gemeente zal uw pensioenaanvraag doorzenden naar de Rijksdienst voor Pensioenen te Brussel, die het vervolgens voor eventuele nadere inlichtngen aan de Gewestelijke Rijksdienst voor Pensioenen bezorgt. Via de Dienst Internatonale Overeen- komsten wordt de pensioenaanvraag doorgestuurd naar de Sociale verzekeringsbank in Utrecht. SVB Utrecht stuurt ook de pensioenbeslissing rechtstreeks naar de RVP. Via de Dienst Internatonale Overeenkomsten van de Rijksdienst voor Pensioenen te Brussel komt het dossier terecht bij het Bureau voor Belgische Zaken te Breda. Vervolgens gaat het pensioendossier naar de Sociale Verzekeringsbank te Utrecht, die bij verschillende diensten en bureaus uw tewerkstellings- en verzekeringstjdvak- ken in Nederland en andere landen nagaat en het aan een aantal controles onderwerpt. Na volledige afwerking wordt uw dossier toegezonden aan het Bureau voor Belgische Zaken te Breda, die het doorzendt aan de Rijksdienst voor Pensioenen, Dienst Internatonale Overeenkomsten, waar nogmaals een controle plaatsvindt. De betalingsdienst van de Rijksdienst voor Pensioenen krijgt dan opdracht het rustpensioen uit te betalen. U zal van de Rijksdienst voor Pensioenen te Brussel, Dienst Internatonale Overeen- komsten, de defniteve beslissing ontvangen samen met de Nederlandse beslissing. Tegen de Belgische beslissing is binnen de maand beroep mogelijk bij de Arbeidsrecht- bank en tegen de Nederlandse beslissing bij de Arron- dissementsrechtbank in Nederland. Uw aanvullend(e) ouderdomsbedrijfspensioen(en) zult u zelf moeten aanvagen bij uw Nederlands bedrijfs(tak)pensioenfonds. Bewaar uw jaarlijkse pensioenbrief/berekening goed. De AOW-uitkeringen worden belast in Belgi. Dit geldt ook voor ouderdomsbedrijfspensioenen. Er gelden uitzonderin- gen (o.a. voor rijks-, provincie- en gemeenteambtenaren). Informeer bij de Belastngdienst. 9.1.3. Hoogte van de AOW-uitkering
Gehuwden Gehuwde pensioengerechtgden, geregistreerde partners en ongehuwd samenwonenden, die een gezamenlijke huishouding voeren, hebben ieder voor zich recht op een AOW-pensioen, dat ten hoogste 50% van het neto minimum loon kan bedragen. Hun gezamenlijke neto uitkering bedraagt met andere woorden 100% van het minimum loon. Is de partner nog geen 65 jaar, dan heef de pensioenge- rechtgde ten behoeve van die jongere partner recht op een toeslag. De toeslag is afankelijk van het inkomen uit of in verband met arbeid van de jongere partner, en van diens aantal verzekerde jaren. Van inkomen uit arbeid (loon, VUT, prepensioen en bovenwetelijke aanvullingen) blijf een deel buiten beschouwing, namelijk 15% van het minimumloon plus een derde deel van het meerdere. Bij een bruto inkomen beneden 213,66 wordt de toeslag nog volledig uitbetaald. Bij een bruto inkomen boven 1.279,44 wordt in het geheel geen toeslag meer uitbe- taald. Daar tussenin wordt de toeslag gedeeltelijk uitbe- taald. De toeslagregeling zal op termijn worden afgeschaf. Degene die 65 jaar wordt op of na 1 januari 2015, kan geen aanspraak meer op toeslag maken. Wanneer u vr die datum al recht op AOW-toeslag had, blijf het recht ook na die datum gewoon doorlopen. Alleenstaanden Een alleenstaande pensioengerechtgde ontvangt een neto AOW-pensioen, dat op maandbasis maximaal gelijk is aan 70% van het neto minimumloon. Belgi/Nederland - 27 C. SOCIALE ZEKERHEID C. SOCIALE ZEKERHEID 28 - Belgi/Nederland bedrijven is de werknemer verplicht aan te sluiten bij het bedrijfspensioenfonds en de bijdrage te betalen. De pensi- oenpremies/bijdragen zijn fscaal afrekbaar in Nederland. Deze regelingen - die deel uitmaken van CAO-afspraken - worden uitgevoerd door pensioenfondsen. Deze verstrekken een jaarlijks overzicht van het opge- bouwde en nog op te bouwen ouderdoms- en nabestaan- denpensioen. Over het algemeen is afoop niet mogelijk. Bij uitbetaling worden de Nederlandse bedrijfspensioenen evenals de AOW-pensioenen belast in Belgi. Er gelden uitzonderingen. Informeer bij de Belastngdienst. 9.3. Vervroegde uittreding (vervroegd ouderdomspensioen/VUT) Voor de meeste bedrijven en bedrijfstakken gelden er naast de aanvullende ouderdomspensioenregelingen ook regelin- gen voor vervroegd uitreden (vervroegd pensioen). Deze regelingen - die deel uitmaken van CAOafspraken - worden uitgevoerd door pensioenfondsen. Deze verstrekken een jaarlijks overzicht van het opgebouwde en nog op te bou- wen (vervroegd) ouderdoms- en nabestaandenpensioen. Indien u gebruik maakt van een Nederlandse vroegpensi- oenregeling (bijvoorbeeld een VUT-regeling) en in Belgi woont, bent u niet langer verzekerd voor de volksverzeke- ringen AOW, Anw, AKW en AWBZ en vindt er dus ook geen verdere opbouw meer plaats voor uw AOW-pensioen. Bij overlijden zullen uw nabestaanden slechts een gedeelte- lijke of zelfs geen Anw-uitkering ontvangen U kunt evenwel de AOW- verzekering en de AKW-verzekering op vrijwillige basis voortzeten, mits u zich daarvoor aanmeld (SVB) bin- nen n jaar nadat uw verplichte verzekering is beindigd. De premie/bijdragen wordt gebaseerd op het inkomen. Deze mogelijkheid bestaat echter niet voor de AKW en AWBZ. Het is ook mogelijk vrijwillige bijdragen/premies te betalen in het kader van het Belgische reglement betref- fende de rust- en overlevingspensioenen. Laat u goed voor- lichten. Belgische grensarbeiders met vervroegd pensioen/ VUT komen niet in aanmerking voor Nederlandse kinder- bijslag. In zijn algemeenheid worden de vroegpensioenen/ VUT-uitkeringen bij uitbetaling belast in Belgi. 9.4. Nabestaandenuitkering (Anw) Op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw) kan aanspraak worden gemaakt op nabestaandenuitkering, halfwezen- en wezenuitkering. Om met succes een beroep op uitkering op grond van de Anw te kunnen doen, moet de overleden echtgenoot, partner of ouder op de dag van overlijden verzekerd zijn geweest voor deze regeling. 9.4.1. Het recht op uitkering Nabestaandenuitkering Het recht op een nabestaandenuitkering kan, bij overlijden van de partner in beginsel toekomen aan gehuwden, ge- registreerde partners en ongehuwd samenwonenden, die een gezamenlijke huishouding voeren. Alleenstaande ouders Een pensioengerechtgde alleenstaande ouder met een kind jonger dan 18 jaar, heef recht op een neto AOW- pensioen dat op maandbasis ten hoogste gelijk is aan 90% van het neto minimumloon. AOW-tegemoetkoming Naast de AOW-uitkering heef elke AOW-gerechtgde sinds 2006 recht op een (structurele) tegemoetkoming. Deze heef tot doel de koopkrachtontwikkeling van ouderen met een bescheiden inkomen te ondersteunen. Voor 2011 is deze tegemoetkoming vastgesteld op 33,09 per maand (per jaar 397,08 bruto) Wanneer in 2011 het wetsvoorstel Mogelijkheid Koop- krachtegemoetkoming Oudere Belastngplichtgen (KOB) wordt aanvaard door het parlement, wordt de AOW-tege- moetkoming vervangen door de KOB. De hoogte van deze tegemoetkoming is gelijk aan de huidige AOW-tegemoet- koming. De KOB is echter alleen bedoeld voor ouderen die voor 90 % of meer van hun wereldinkomen in Nederland belastngplichtg zijn. Dit betekent dat veel ouderen die buiten Nederland wonen, geen recht krijgen op deze tege- moetkoming.. Opmerking: Voor de AOW bruto-bedragen en vakante-uitkeringen: zie bijlage. 9.1.4. Aanvullend Belgisch pensioen (zgn. intern grensarbeiderspensioen) In geval van onvolledig AOW-pensioen (2 % per verzeke- ringsjaar) kan u ten laste van de Belgische pensioenregeling een aanvulling bekomen waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen de Nederlandse AOW-uitkeringpensioen en het Belgische rustpensioen dat u zou hebben verkregen indien u, gedurende de periode van verzekering in Neder- land, was tewerkgesteld geweest in Belgi (zgn. intern- rechtpensioen). Vanaf 1 juni 1992 geldt dat pensioenen waarvoor op vrijwillige basis bijdragen werden betaald (bv. door de partner voor AOW) niet meer mogen worden afgetrokken van de Belgische legale/wetelijke pensioenen. Herberekening van het pensioen kan worden aangevraagd bij de Rijksdienst voor Pensioenen tot 1 juni 1994, daarna geldt de eventuele aanpassing met terugwerkende kracht vanaf de datum van indiening van de vraag om herberekening. 9.2. Nederlands bedrijfspensioen Naast het Nederlandse wetelijke AOW-pensioen kan in de meeste sectoren ook een bedrijfspensioen worden opgebouwd. De werknemer (ook de grensarbeider) en de werkgever betalen daarvoor een bijdrage/premie. Dit extra pensioen - dat volledig los staat van het Nederlandse AOW- pensioen en van het Belgische rustpensioen - wordt op de leefijd van 65 jaar uitgekeerd. In de meeste sectoren/ S O C I A L E
Z E K E R H E I D C. SOCIALE ZEKERHEID Belgi/Nederland - 29 Recht op nabestaandenuitkering heef de nabestaande die: - een ongehuwd kind onder de 18 jaar heef, dat niet tot het huishouden van een ander behoort, of zwanger is, - voor tenminste 45% arbeidsongeschikt is, of - geboren is voor 1 januari 1950 Halfwezenuitkering Indien u als nabestaande een halfwees, jonger dan 18 jaar, in uw huishouden verzorgt, heef u recht op een halfwe- zenuitkering. Voor de hoogte van de uitkering maakt het daarbij niet uit hoeveel kinderen u verzorgt. Wezenuitkering Recht op een wezenuitkering hebben - alle kinderen tot 16 jaar, - kinderen van 16 tot 18 jaar die arbeidsongeschikt zijn, en van wie (aannemelijk is, dat) die arbeidsongeschikt- heid tenminste drie maanden voortduurt, - kinderen van 16 tot 21 jaar die per kwartaal gemiddeld 213 klokuren aan onderwijs of beroepsopleiding volgen, en die niet als extraneus staan ingeschreven. - Ongehuwde kinderen tot 21 jaar van wie de voor werkzaamheden beschikbare tjd grotendeels in beslag genomen wordt door het verzorgen van hun huishou- den, waartoe tenminste n andere wees behoort, en van wie in alle gevallen beide ouders zijn overleden. 9.4.2. De hoogte van de uitkeringen Nabestaandenuitkering De nabestaandenuitkering is inkomensafankelijk en be- draagt maximaal 70% van het neto minimumloon. Inkomen in verband met arbeid (bijvoorbeeld een uitkering op basis van de WAO, WIA, WW of VUT ) wordt geheel op de uitkering in mindering gebracht. Inkomen uit arbeid (loon, winst of een bovenwetelijke uit- kering) blijf voor een deel buiten beschouwing : 50% van het minimumloon plus een derde deel van het meerdere. Daardoor wordt bij een inkomen uit arbeid van 712,20 bruto de nabestaandenuitkering nog volledig uitbetaald. Is het inkomen hoger, dan wordt de nabestaandenuitkering lager. Bij een inkomen van 2.359,02 vervalt de uitkering volledig. Halfwezenuitkering De halfwezenuitkering is inkomensonafankelijk en be- draagt op neto basis 20% van het minimumloon. Wezenuitkering De wezenuitkeringen worden op bruto-basis uitgedrukt in een percentage van de maximale bruto nabestaandenuit- kering.Deze bedragen voor kinderen: - jonger dan 10 jaar: 32%, - van 10 tot 16 jaar : 48%, en - van 16 tot 21 jaar : 64%. ANW- tegemoetkoming Iedere ANW-gerechtgde heef naast zijn of haar uitkering recht op een zogenaamde tegemoetkoming vastgesteld op 15,61 per maand (per jaar 187,32 bruto). Bij huwelijk en samenwonen eindigt de nabestaanden- uitkering. Bij verbreking van de samenwoning binnen 6 maanden kan de nabestaande terugvallen op de Anw. Nabestaanden die samenwonen met een hulpbehoeven- de behouden een deel van hun uitkering (50 % van het minimumloon, inkomensafankelijk). De Anw-uitkering wordt beindigd indien de nabestaande 65 jaar wordt. Vanaf dat moment kan de nabestaande wellicht aan- spraak maken op een AOW-uitkering indien deze zelf verzekerd is geweest voor de AOW. Voor wie op 1 juli 1996 al nabestaande was, gelden speciale regels, evenals voor wie geboren is tussen 1 januari 1950 en 1 juli 1956 en de huwelijkspartner verliest vr 1 juli 1999. Voor later overlijden van een onverzekerbare partner is een extra regeling getrofen. De weduwe of de weduwnaar van wie de partner op het tjdstp van overlijden niet meer in Nederland verzekerd was doch dit vroeger gedurende ten minste 1 jaar was, kan recht op een gedeeltelijk Nederlands nabestaan- denuitkering doen gelden indien de partner op bedoeld tjdstp in Belgi of een ander land van de Europese Unie verzekerd was of indien zij of hij een weduwen - c.q. we- duwnaarspensioen van een EU-land geniet. De Anw-uitkering moet worden aangevraagd bij het gemeentebestuur van de plaats waar de weduwe of de weduwnaar woont. Indien er zekerheid bestaat over de Nederlandse verzekeringstjdvakken zal de Sociale Verze- keringsbank u een voorschot uitbetalen in afwachtng van de vaststelling van uw Anw-uitkering.Indien uw partner komt te overlijden wordt onder bepaalde voorwaar- den wezengeld uitgekeerd. De Nederlandse wetgeving voorziet in een wezenpensioen voor halfwezen. Ingevolge de Anw kunnen dus de volle wezen en ook de halfwezen aanspraak maken op wezenpensioen. In Belgi bestaat recht op verhoogde kinderbijslag. De Belgische pensioenregeling voor werknemers voorziet in de eventuele toekenning van rust- en overlevingspen- sioenen aan de voorheen in Nederland tewerkgestelde grensarbeiders en hun langstlevende echtgenoten. Deze pensioenen worden berekend in functe van het verschil tussen de bedragen van de rust- en overlevingspensioe- nen die de betrokkenen zouden bekomen hebben indien de actviteiten als grensarbeider in Belgi waren uitge- oefend en de bedragen van de pensioenen die bekomen worden in toepassing van de Nederlandse wetgeving. De Nederlandse Anw-uitkering wordt belast in Belgi. Opmerking: Voor de uitkeringsbedragen en de vakante-uitkeringen op grond van de Anw: zie bijlage. D. OVERIGE C. SOCIALE ZEKERHEID 30 - Belgi/Nederland 30 - Belgi/Nederland 9.5. Medische zorg De situate inzake medische zorg is uiteengezet onder punt 4.3.3.1. voor wat gepensioneerde grensarbeiders betref en onder punt 4.3.3.2. voor wat de gezinsleden van gepen- sioneerde grensarbeiders betref. 9.6. Vrijwillige verzekering grensarbeiders met een Nederlandse WAO- of WIA-uitkering: Wanneer echter in een dergelijke situate de betrefende nabestaande binnen zes maanden weer alleen gaat wonen zal dezelfde nabestaandenuitkering weer herleven. Grensarbeiders die in Belgi wonen en aanspraak hebben op een WAO/WIA-uitkering zijn niet verplicht verzekerd voor AOW/Anw-pensioen. Om tegemoet te komen aan dit probleem, geldt het Belgische Koninklijk Besluit van 2 december dat tot doel heef het opbouwen van een Bel- gisch werknemerspensioen.Als voorwaarde geldt dat deze arbeidsongeschikte grensarbeiders de vrijwillige bijdragen (werkgevers- n persoonlijke bijdragen/premies) betalen aan de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP). Op deze wijze laat dit besluit de grenswerknemers die met behoud van hun hoofdverblijf in Belgi in bijvoorbeeld Nederland heb- ben gewerkt, evenals de seizoenarbeiders die in toepassing van de wetgeving van het land van tewerkstelling een uit- kering wegens invaliditeit genieten, toe voor de berekening van het pensioen de perioden in aanmerking te nemen voor dewelke geen bijdragen zijn betaald. Door het Konink- lijk Besluit worden evenwel de perioden uitgesloten tjdens dewelke de grenswerknemer of de seizoenarbeider werd onderworpen aan een Belgische of vreemde pensioenrege- ling, alsook de perioden die kunnen worden gelijkgesteld met perioden van werkelijke tewerkstelling binnen de pensioenregeling voor werknemers. De aanvraag voor be- taling van de bijdrage moet worden ingediend binnen een termijn van drie jaar te rekenen vanaf de datum waarop de beslissing van toekenning van de uitkering wegens invali- diteit werd genomen. Informate kan men bekomen bij de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP). Er kan ook gekozen worden voor een Nederlandse vrijwil- lige AOW- en/of Anw-verzekering. Deze kan men afsluiten binnen een jaar nadat de Nederlandse verplichte verze- kering is geindigd. Informate kan men bekomen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Welke verzekering - de vrijwillige Nederlandse AOW- en/of Anw-verzekering dan wel de Belgische vrijwillige verzekering - er gekozen kan worden is afankelijk van de hoogte van de bijdragen/ premies in relate tot de hoogte/duur van het toekomstg pensioen. Daarbij moet men ook rekening houden met de fscale afrekbaarheid. Laat u goed voorlichten. O V E R I G E D. OVERIGE Belgi/Nederland - 31 O V E R I G E 1. Omwisseling en bankkosten Indien u uit Nederland een salaris of een vergoeding van welke aard ook (met uitzondering van de hieronder vermelde pensioenen) ontvangt via een overschrijving op een rekening in Belgi, of via een Nederlandse cheque die u in Belgi ter incasso aanbiedt, dan worden normaal door de Belgische banken de in bijlage 1 vermelde provisies geheven. Door rechtspersonen verrichte betalingen van: - pensioenen, renten en diverse uitkeringen betaald in toepassing van de sociale wetgeving en - pensioenen toegekend als schadevergoeding voor oorlogsfeiten worden normaal zonder kosten op een rekening in Belgi overgeschreven. 2. Ondernemingsraden In de Wet op de ondernemingsraden worden voor het kiesgerechtgd zijn, noch voor het verkiesbaar zijn in de ondernemingsraad voorwaarden gesteld betrefende nat- onaliteit. Kiesgerechtgd zijn : a) in een onderneming met 100 of meer werknemers: de personen die gedurende tenminste zes maanden in de onderneming werkzaam zijn; b) in een onderneming met minder dan 100 werknemers: de personen die gedurende tenminste n jaar in de onderneming werkzaam zijn en die tenminste 13 uur per week in de onderneming werken. Verkiesbaar zijn : a) in een onderneming met 100 of meer werknemers : de personen die gedurende tenminste n jaar in de onderneming werkzaam zijn; b) in een onderneming met minder dan 100 werknemers : de personen die gedurende tenminste n jaar in de onderneming werkzaam zijn en die tenminste 13 uur per week in de onderneming werkzaam zijn. Zowel ten aanzien van het actef als ten aanzien van het passief kiesrecht kan de bedrijfscommissie afwijkende dienst- tjdeisen vaststellen. 3. Ouderschapsverlof Mannen en vrouwen die ten minste n jaar bij een werkgever in dienst zijn en een kind hebben dat jonger is dan 4 jaar, kunnen ieder afzonderlijk ouderschapsverlof opnemen. Het ouderschapsverlof bestaat uit een onbe- taald deeltjdverlof van maximaal 6 maanden. De weke- lijkse arbeidstjd kan in die periode worden teruggebracht tot minimaal 20 uren per week. Op grond van een CAO (of een publiekrechtelijke regeling voor personen die bij de overheid werken) kunnen andere gunstgere regelingen van toepassing zijn. Belgi/Nederland - 31 D. OVERIGE 32 - Belgi/Nederland Bijlage 1 B I J L A G E N Bijlage 1 1. Adressen en bedragen ten behoeve van Belgische grensarbeiders in Nederland A. BELANGRIJKE AANDACHTSPUNTEN BIJ HET WERKEN IN NEDERLAND Thans bestaat er n loket voor het verkrijgen van informa- te over grensarbeid, het zogenoemde Grensinfopunt. Het gaat hier om een gezamenlijk initatef van de ministeries van SZW, Financin en BZK, de Belastngdienst en de SVB. Het Grens info punt is een vraaggestuurde wegwijzer van de Nederlandse overheid. Belangstellenden, met name grens- arbeiders, kunnen hier hun vragen stellen over wonen, werken en studeren in Nederland, Duitsland en Belgi. De website kan een belangrijk hulpmiddel zijn bij het verkrij- gen van antwoorden over die onderwerpen. Als de website het antwoord op een vraag schuldig moet blijven, wordt de vragensteller doorverwezen naar instantes die wel adequaat kunnen helpen. Het is de bedoeling, dat in de toekomst ook andere orga- nisates, zoals zorgverzekeraars en buitenlandse instantes, gaan partciperen. Het Grensinfopunt is thans onderge- bracht bij de Belastngdienst Buitenland. Het Grensinfopunt heef de volgende website: www.grensinfopunt.nl. Wetelijk bruto minimumloon en minimumjeugdloon per 1 januari 2011 (in euros) Leefijd Percentage Bruto bedrag Per maand Per week Per dag 23 of ouder 100 1.424,40 328,70 65,74 22 85 1.210,75 279,40 55,88 21 72,5 1.032,70 238,30 47,66 20 61,5 876,00 202,15 40,43 19 52,5 747,80 172,55 34,51 18 45,5 648,10 149,55 29,91 17 39,5 562,65 129,85 25,97 16 34,5 491,40 113,40 22,68 15 30 427,30 98,60 19,72 B. FISCALITEIT Adressen in Nederland Belastngdienst Buitenland kantoor Buitenland Voor personen die niet in Nederland wonen, maar wel in Nederland belaste inkomsten genieten, is bevoegd de Belastngdienst Limburg, kantoor Buitenland Postbus 2865, 6401 DJ Heerlen Team Grensoverschrijdend werken en Ondernemen (Team GWO) : Heef u algemene vragen dan kunt u bellen naar het Team GWO. Het Team GWO is een informatecentrum waar de Nederlandse, Belgische en Duitse belastngdienst samenwerken. Bij het Team GWO zijn ook twee Belgische belastngambtenaren werkzaam. De telefoonnummers zijn: Vanuit Nederland: 0800-024.12.12 Vanuit Belgi: 0800-90.220 (grats) Het Team GWO is bereikbaar op werkdagen van 8u tot 17u. Het postadres is: Belastngdienst kantoor Maastricht T.a.v. Team GWO Postbus 5750, 6202 MB Maastricht Op de internetsite van de Nederlandse Belastngdienst (www.belastngdienst.nl) staat ook uitgebreide informate over de belastnghefng als u werkt in Nederland. Verder is er nog: - De Belastngtelefoon: vanuit Nederland : tel. 0800-0543 (grats nummer); - De Belastng Telefoon Buitenland: tel. + 0031-55-538.53.85 - De internetsite www.toeslagen.nl. Adressen in Belgi Voor bijkomende informate kan u terecht: bij het algemeen Contactcenter van Financin dat telefo- nisch bereikbaar is op +32 257/257 57. op het internet: - voor algemene informate: op de site: www.minfn.fgov.be - voor meer gespecialiseerde informate: in de uitge- breide gegevensbank Fisconetplus, op de site www. fsconetplus.be bij uw belastngdienst voor specifeke vragen met betrek- king tot uw belastngdossier, het telefoonnummer en adres zijn op de aangife en het aanslagbiljet vermeld. Belgi/Nederland - 33 Bijlage 1 C. SOCIALE ZEKERHEID Nutge adressen voor algemene inlichtngen: Bureau Belgische Zaken (BBZ) Rat Verleghstraat 2 4815 NZ Breda (Postbus 90151 4800 RC Breda) Tel. 0031-76-548.58.40 Fax. 0031-76-548.58.09 E-mail: bbz@svb.nl - Website: www.svb.nl/bbz Bezoektjd van 8.00 tot 17.00 uur Spreekuur Maastricht: elke 4e vrijdag van de maand, van 10.00 tot 14.00 uur op afspraak tel. 0031-(0)76-5485840 Werkplein, Randwijcksingel 22, Maastricht Spreekuur Sitard (samen met Team GWO en Bureau voor Duitse Zaken): Elke 3e dinsdag van de maand van 10 tot 14 uur, op afspraak Tel. 0031 (0)76 5485840 UWV Werkbedrijf, Rijksweg Zuid 28, Sitard Spreekuur Terneuzen: elke 2e woensdag van de maand, van 10.00 tot 12.00 uur vrij inloop. Van 12.00 tot 14.00 op afspraak tel. 0031-(0)76-5485840 Gemeentehuis, Oosterlijk Bolwerk 4, Terneuzen Spreekuur Eindhoven: elke 4e woensdag van de maand, van 10.00 tot 12.00 uur. vrij inloop. Van 12.00 tot 14.00 op afspraak tel. 0031-(0)76-5485840 Belastngdienst Partculieren, Karel de Grotelaan 4, Eindhoven
Informate over vrijwillige AOW/Anw-verzekeringen Sociale Verzekeringsbank (SVB) Kantoor Verzekeringen Postbus 357 1180 AJ Amstelveen Tel. 0031-20-656.52.25 Fax. 0031-20-656.58.88 Website: www.svb.nl Informate en afgife van detacheringverklaringen (E-101 verklaring) Sociale Verzekeringsbank (SVB) Afdeling: Internatonale detachering Postbus 357 1180 AJ Amstelveen Tel. 0031-20-656.52.77 Website: www.svb.nl Informate over ziektekostenverzekeringen en de Europese sociale zekerheidsverordening nr. 883/04 uw zorgverzekeraar of de Belgische verzekeringsinstelling College voor zorgverzekeringen (CVZ) Postbus 320 1110 AH Diemen Tel. 0031-10-428 95 51 Website: www.cvz.nl - Agis Groep Buitenlands Recht (GBR) Postbus 1725 3800 BS Amerfoort Tel. 0031-33-445.68.70 Website: www.agisweb.nl - Zorgverzekeraar Nederland (ZN) Postbus 520 3700 AM Zeist Tel. 0031-30-698.89.11 Website: www.zn.nl Voor vragen over uw AOW- of Anw-pensioen kan u zich ook richten tot het Bureau voor Sociale Zaken en Werkgelegen- heid van de Nederlandse ambassade, Kortenberglaan 410, 1040 Brussel. Info werkloosheid en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen Uitvoeringsinsttuut werknemersverzekeringen (UWV) Postbus 58285 1040HG Amsterdam UWV Telefoon: +31 888 98 20 01 (internatonaal tarief) www.uwv.nl/Internatonaal 34 - Belgi/Nederland Bijlage 1 B I J L A G E N Bijlage 1 Ad 1. Algemeen Premiepercentages en loonplafonds (1 januari 2011) Premie voor het fonds van Percentage Maximum premie loon- inkomen (per dag/jaar) Werknemer Werkgever Algemene kinderbijslagwet - - Werkloosheidswet wachtgeldfonds 4,20 188,88 per dag werkloosheidsfonds 1,90 188,88 per dag Zorgverzekeringswet 7,75 33.427 per jaar Algemene Wet Bijzondere Ziekenkosten 12,15 33.436 per jaar Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen basis 5,10 188,88 per dag gediferenteerd (wga) 0,62 188,88 per dag Algemene Ouderdomswet 17,90 33.436 per jaar Algemene nabestaandenwet 1,10 33.436 per jaar (1) De hoogte van de hefngskortngen kunnen individueel verschillen. In bepaalde situates kan ook de echtgenoot/partner voor deze kortng(en) in aanmerking komen. Voor nadere informate kunt u zich wenden tot het Team GWO van de Belastng- dienst Buitenland in Heerlen (zie Nutge adressen). (2) De WIA-premie bestaat uit 3 gedeelten: - basispremie: voor elke werkgever gelijk en bedraagt 5,10% - uniforme WAO-premie: 0,00% vanaf 1-1-2011 hef de belastngdienst geen uniforme premie meer - gediferenteerde premie: Deze verschilt per werkgever. Voor kleine werkgever ligt die tussen de 0,56% en 1,65%. Als een werkgever eigenrisicodrager is, betaalt die geen gediferenteerde premie. (3) Voor de WW-premie geldt een franchise/premievrije voet van 65,25 per dag.
(4) De werkgever (of daarmee vergelijkbare uitkeringsinstantes van bijvoorbeeld WW, WIA of bijstand) zijn verplicht de inko- mensafankelijke bijdrage van 7,75% te vergoeden. Ook voor de AOW geldt een inkomensafankelijke bijdrage van 7,75%. Hiermee is al rekening gehouden bij de vaststelling van de hoogte van de AOW-uitkering en daarom is er geen vergoeding door de uitkeringsinstante. Over aanvullend pensioen, vervroegd pensioen of inkomsten als zelfstandige betaalt men een inkomensafankelijke bijdrage van 5,65% (5) Naast de inkomensafankelijke bijdrage is voor de zorgverzekering een nominale premie verschuldigd. De nominale (niet-procentuele) premie verschilt per zorgverzekeraar. De nominale premie bedraagt in 2011 gemiddeld ongeveer 1.211. Kinderen tot 18 jaar zijn geen nominale premie verschuldigd. De bijdrage voor verdragsgerechtgden is samengesteld uit drie componenten. De eerste component komt overeen met de inkomensafankelijke bijdrage voor de zorgverzekering (7,75% over de maximale AOW-uitkering en 5,65% over overige pensioen te hefen over maximaal 33.427). De tweede component komt overeen met de inkomensafankelijke premie voor de AWBZ (12,15% over het wereldinkomen te hefen over maxi- maal 33.436). De derde component komt overeen met de gemiddelde nominale premie voor de zorgverzekering. De totale bijdrage wordt vermenigvuldigd met de woonlandfactor ( 0,6827 in 2011). Afankelijk van de hoogte van het inkomen en de gezinssamenstelling bestaat aanspraak op zorgtoeslag. Ook de hoogte van de zorgtoeslag is voor verdragsgerechtgden gekoppeld aan de woonlandfactor. Ad 3. Ziekte- en invaliditeitsuitkeringen Ad 3.1. Het wetelijk ziekengeld (ZW) bedraagt 70% van het door u verdiende loon dat echter aan een jaarlijks herzien maxi- mum is gebonden. Dat maximum dagloon bedraagt, uitgaande van een 5-daagse werkweek 188,88. Ad 3.2. De WIA-uitkering (IVA) bedraagt maximaal 75% van het door u verdiende loon, met een maximum dagloon van 188,88 per dag. De hoogte van de WGA-uitkering bedraagt de eerste twee maanden 75%, daarna 70% van het dagloon. Dat dagloon is gemaximeerd op 188,88. Eventueel inkomen wordt voor 70% gekort. De vervolguitkering is afankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. Hierdoor kan het uitkeringspercentage lager zijn dan 70%. Belgi/Nederland - 35 Bijlage 1 36 - Belgi/Nederland Bijlage 1 Hiermee is al rekening gehouden bij de vaststelling van de hoogte van de AOW-uitkering en daarom is er geen vergoeding voor de uitkeringsinstante. Over inkomen waarover geen verplichte vergoeding bestaat van een werkgever of een uitke- rende instante (bijvoorbeeld: aanvullend pensioen, vervroegd pensioen of inkomsten als zelfstandige) moet een inkomens- afankelijke bijdrage van 4,95% betaald worden. Voor deze inkomsten is de maximale inkomensafankelijke bijdrage in 2010 1 889. De inkomensafankelijke bijdrage is tjdelijk verlaagd tot 0% voor mensen die alimentate ontvangen die recht- streeks wordt betaald door de ex-partner. Dit bijdragepercentage geldt alleen als al in 2005 alimentate werd ontvangen. De maatregel is bedoeld als overgangsmaatregel voor een periode van 11 jaar. Naast de inkomensafankelijke bijdrage is voor de zorgverzekering een nominale premie verschuldigd. De nominale (niet-procentuele) premie verschilt per zorgverzeke- raar. De nominale premie bedraagt in 2011 gemiddeld minder dan 1.258. Kinderen tot 18 jaar zijn geen nominale premie verschuldigd. De procentuele premie AWBZ bedraagt in 2011 12,15 % per jaar over maximaal 33.427 (1e en 2e belastngschijf). B I J L A G E N Bijlage 1 Ad 6. Gezinsbijslagen Hoe hoog is de kinderbijslag? Per 1 januari 2011 gelden de volgende kinderbijslagbedragen per kind per kwartaal Voor kinderen van 12 t/m 17 jaar in gezinnen met Kinderen geboren voor 1 januari 1995 1 kind 278,55 2 kinderen 313,25 3 kinderen 324,81 4 kinderen 350,23 5 kinderen 365,47 6 kinderen 375,64 Voor kinderen van Kinderen geboren op of na 1 januari 1995 0 t/m 5 jaar 194,99 6 t/m 11 jaar 236,77 12 t/m 17 jaar 278,55 Ad 8.2. Uitkeringen bij volledige werkloosheid Belgische werkloosheidsuitkeringen vanaf 1.9.2010 (1) % Bruto per dag min Bruto per dag max Bruto per maand min Bruto per maand max Werknemer met gezinslast - 1ste tot 6de maand 60 39,53 51,94 1.027,78 1.350,44 - 7de tot 12de maand 60 39,53 48,41 1.027,58 1.258,66 - Vanaf 13de maand 60 39,53 45,23 1.027,58 1.175,98 Alleenwonende werknemer - 1ste tot 6de maand 60 33,21 51,94 863,46 1.350,44 - 7de tot 12de maand 60 33,21 48,41 863,46 1.258,66 - Vanaf 13de maand 53,8 33,21 40,56 863,46 1.054,56 Samenwonende werknemer - 1ste tot 6de maand 60 24,89 51,94 647,14 1.350,44 - 7de tot 12de maand 60 24,89 48,41 647,14 1.258,66 - Vanaf 13de maand 40 24,89 30,16 647,14 784,16 - Forfaitperiode (eventueel 17,54 456,04 - Gewoon bevoorrecht 23,02 598,52 (1) Als de werkloze + partner uitsluitend uitkeringen ontvangen en het dagbedrag van de uitkering van de partner 30,16 niet overschrijdt. Belgi/Nederland - 37 Bijlage 1 Ad 9. ANW-uitkeringen per 1 januari 2010 Uitkering voor Brutobedrag per maand Pensioen Vakanteuitkering Nabestaande 1.113,49 70,17 Halfwees 265,46 20,04 Wees tot 10 jaar 366,93 22,45 Wees van 10 tot 16 jaar 542,59 33,68 Wees van 16 tot 21 jaar 718,25 44,91 Brutobedragen zijn inclusief de tegemoetkoming van 15,61 per maand. Let op : de tegemoetkoming maakt uitdrukkelijk geen onderdeel uit van de pensioenuitkering. Als nabestaande wordt ook een niet-gehuwde samenwonende partner beschouwd. De hoogte van de Anw-uitkering is afankelijk voor het eigen inkomen. Voor inkomsten uit arbeid geldt een vrijlatngregeling. Per 1 januari 2011 is de eerste 712,20 vrijgesteld. Van het inkomen wat nog overblijf wordt nog een derde deel vrijgesteld. Bij een maandinkomen van 2.359,02 of hoger komt de nabestaandenuitkering op nul uit. Arbeidsvoorwaardelijke inkomsten zoals VUT en pensioen worden beschouwd als inkomsten uit arbeid. Inkomsten op grond van de wetelijke sociale zekerheid (zoals WAO, werkloosheidsuitkeringen, enz.) worden volledig van de Anw-nabestaandenuitkering afgetrokken. Een nabestaandenbedrijfpensioen wordt niet in aanmerking genomen. Ad 9.4. AOW-uitkeringen Hoogte ouderdomspensioen (1 januari 2010) Ouderdompensioen voor Brutobedrag per maand Pensioen Vakanteuitkering Ongehuwde 1.067,47 58,62 Ongehuwde met kind jonger dan 18 1.345,36 75,35 Gehuwde met partner van 65 of ouder 743,60 41,87 Gehuwde met partner jonger dan 65 743,60 41,87 Maximale toeslag 743,60 41,87 Bedragen zijn inclusief de tegemoetkoming van 33,09 per maand. Let op : de tegemoetkoming maakt uitdrukkelijk geen onderdeel uit van de pensioenuitkering. Opmerking: dit is het AOW dat u opbouwt als u 50 jaar in Nederland werkt. Per jaar bedraagt de opbouw 2%. Bijvoorbeeld: Werkt u 20 jaar in Nederland dan geldt dat u 20 x 2% = 40% AOW-pensioen opbouwt. Dit wordt meestal aangevuld door een bedrijfspensioen. (1) Alleenstaand is ook de AOW-gerechtgde die duurzaam gescheiden leef van zijn/haar huwelijkspartner. (2) Dit is de AOW voor een 65-jarige met een partner jonger dan 65 jaar en zonder eigen inkomen. (3) Het maakt geen verschil tussen gehuwden en mensen die met een andere persoon een gezamenlijke huishouding voeren. D. OVERIGE Ad 1. Bankkosten Normaal door de Belgische banken geheven provisies bij uitbetaling van salarissen of vergoedingen uit Nederland. - een betalingsprovisie 3 tot 2.478,94 met een minimum van 5,58 2 voor de schijf tussen 2.478,94 en 12.394,68 Opmerking : De vermelde tarieven zijn louter als indicate te beschouwen daar de banken afzonderlijk hun prijzen vaststellen. De minima voor de betalingsprovisie bedragen 5,58. 38 - Belgi/Nederland Bijlage 2 B I J L A G E N Bijlage 2 Belgi/Nederland - 39 Bijlage 3 40 - Belgi/Nederland Bijlage 3 1 VERKLARING BETREFFENDE DE TOEPASSELIJKE WETGEVING Verordening (EEG) nr. 1408/71: artikelen 13.2.d; 14.1.a; 14.2.a.; 14.2.b; 14 bis. 1.a; 14 bis.2; 14 bis.4; 14 ter.1; 14 ter.2; 14 ter.4; 14 quater.a; 14 sexies; artikel 17 Verordening (EEG) nr. 574/72: artikelen 11.1; 11 bis.1; 12 bis.2.a; 12 bis.5.c; 12 bis.7.a; 12 ter Dit formulier, bestaande uit 4 bladzijden, moet in blokletters worden ingevuld. Niet buiten de stippellijnen invullen. Het formulier moet steeds compleet zijn, ook wanneer een bladzijde niet is ingevuld. 1. Werknemer Zelfstandige 1.1 Familienaam/-namen ( 2 ): .............................................................................................................................................................................. 1.2 Voornaam/-namen ( 3 ): .................................................................................................................................................................................. 1.3 Vroegere naam/namen: ............................................................................................................................................................................... 1.4 Geboortedatum: Nationaliteit: ............................................................. ................................................................................................................................................ 1.5 Permanent adres: Straat: ............................................................................... Nr.: .................................. Postbus: ............................................ Plaats: ............................................................................... Postcode: ........................ Land: ................................................ 1.6 Persoonlijk identicatienummer ( 4 ): .............................................................................................................................................................. 2. Werkgever Werkzaamheid als zelfstandige 2.1 Naam of rmanaam: ...................................................................................................................................................................................................................... 2.2 Identicatienummer ( 5 ): ................................................................................................................................................................................ 2.3 De werkgever is een wervingsbureau Ja Neen 2.4 Permanent adres Telefoon: ........................................ Fax: ....................................................... E-mail: .................................................................. Straat: .......................................................... Nr.: .............................................. Postbus: ............................................ Plaats: ......................................................... Postcode: ................................... Land: .................................................. 3. Bovengenoemde verzekerde 3.1 is bij bovengenoemde werkgever werkzaam sinds ................................................................................................................................. is als zelfstandige werkzaam sinds ......................................................................................................................................................... in .............................................................................................................................................................................................................. 3.2 wordt gedetacheerd of gaat als zelfstandige werken, waarschijnlijk van ............................................................................................. tot ....................................................................................... 3.3 bij het/de hieronder genoemde bedrijf/bedrijven op het hieronder genoemde schip 3.4 Firmanaam/-namen of naam van het schip: .................................................................................................................................................................................................................... 3.5 Adres(sen): Straat: ....................................................................................... Nr.: ........................................ Postbus: ............................................ Plaats: ....................................................................................... Postcode: ............................. Land: ................................................. Straat: ....................................................................................... Nr.: ......................................... Postbus: ............................................ Plaats: ..................................................................................... Postcode: .............................. Land: ................................................ 3.6 Identicatienummer ( 5 ):
........................................................................................................................... .................................................. ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VOOR DE SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS E 101 ( 1 ) S P E C I M E N B I J L A G E N Bijlage 3 Belgi/Nederland - 41 2 4. Wie betaalt het salaris en de sociale premies van de gedetacheerde werknemer? 4.1 De in punt 2 genoemde werkgever 4.2 Het in punt 3.4 genoemde bedrijf 4.3 Andere zo ja, naam aangeven ............................................................................................................................................................................................................... en Adres: Straat: ......................................................................................... Nr.: ................................................... Postbus: ............................... Plaats: ........................................................................................ Postcode: ......................................... Land: .................................... 5. De verzekerde blijft onderworpen aan de wetgeving van het land: ( 1 ) 5.1 Overeenkomstig artikel:
13.2.d
14.1.a
14.2.a
14.2.b
14 bis.1.a
14 bis.2
14 bis.4
14 ter.1
14 ter.2
14 ter.4
14 quater.a
14 sexies
17 van Verordening (EEG) nr. 1408/71 5.2 van .................................................................................. tot ..................................................................................................... 5.3 voor de duur van de werkzaamheden (zie de brief van de bevoegde autoriteit of van de aangewezen instelling in het land van arbeid die de verzekerde het recht verleent onderworpen te blijven aan de wetgeving van het uitzendende land) van referentienummer ....................... 6. Bevoegd orgaan waarvan de wetgeving van toepassing is 6.1 Naam: ........................................................................................................................................................................................................... 6.2 Identicatienummer van het orgaan: ............................................................................................................................................................ 6.3 Adres: .......................................................................................................................................................................................................... Telefoon: ................................................ Fax: ........................................................ E-mail: ............................................................ Straat: ..................................................................................... Nr.: ............................................. Postbus: ......................................... Plaats: ............................................................................... Postcode: .................................... Land: ................................................ 6.4 Stempel 6.5 Datum: ................................................................................................. 6.6 Handtekening: ................................................................................................. E 101 S P E C I M E N Bijlage 3 42 - Belgi/Nederland Bijlage 3 3 AANWIJZINGEN Het aangewezen orgaan van de lidstaat aan de wetgeving waaraan de werknemer onderworpen is, vult het formulier op verzoek van de werknemer of zijn werkgever in en overhandigt het aan de aanvrager. Wanneer de werknemer naar Belgi, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Nederland, Oostenrijk, Finland, Zweden of IJsland gedetacheerd wordt, zendt het bovendien een exemplaar van het formulier aan: in Belgi: voor werknemers de Rijksdienst voor sociale zekerheid, Brussel; voor zelfstandigen het Rijksinstituut voor sociale verzekering der zelfstandigen, Brussel; voor zeelieden de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden, Antwerpen; voor ambtenaren de dienst Internationale Betrekkingen van de Federale overheidsdienst van Sociale Zekerheid; in Denemarken: Den Sociale Sikringsstyrelse (Nationaal Bureau voor Sociale Zekerheid); in Duitsland: de Deutsche Rentenversicherung-Bund (Federale Pensioenverzekering), 97041 Wrzburg; in Frankrijk: het Centre des liaisons europennes et internationales de scurit sociale (Cleiss) (Verbindingscentrum voor Europese en internationale sociale zekerheid), Parijs; in Nederland: de Sociale Verzekeringsbank, Amstelveen; in Oostenrijk: het Hauptverband der sterreichischen Sozialversicherungstrger (Vereniging van Oostenrijkse instellingen van sociale zekerheid); in Finland: het Elketurvakeskus (Centraal Pensioenvoorzieningsinstituut), Helsinki; in Zweden: de Riksfrskringsverket (Nationaal Bureau voor de sociale verzekeringen), Stockholm; in IJsland de Tryggingastofnun rikisins (Nationaal Instituut voor sociale zekerheid), Reykjavik. Aanwijzingen voor de verzekerde Vr uw vertrek om te gaan werken in een andere lidstaat dan die waar u verzekerd bent, moet u ervoor zorgen dat u een document meeneemt dat u recht verleent op noodzakelijke verstrekkingen (bijvoorbeeld geneeskundige verzorging, geneesmiddelen, ziekenhuisverpleging enz.) in het land waar u werkt. Als u zich gaat vestigen in het land waar u werkt, moet u uw ziekteverzekering om een formulier E 106 vragen, en dat zo snel mogelijk indienen bij het bevoegde orgaan van de ziekteverzekering van de plaats waar u gaat werken. Als u slechts tijdelijk in het land waar u gaat werken verblijft, moet u uw ziekteverzekering om een Europese Ziekteverzekeringskaart vragen. Deze kaart moet u aan de zorgverstrekker tonen als u gedurende uw verblijf verstrekkingen nodig hebt. Aanwijzingen voor de werkgever Een lidstaat die een verzoek om toepassing van voornoemde artikelen 14, lid 1, 14 ter, lid 1, of 17 van Verordening (EEG) nr. 1408/71 ontvangt, moet de betrokken werkgever en werknemer inlichten omtrent de voorwaarden waaronder de gedetacheerde werknemer aan de wetgeving van die lidstaat onderworpen kan blijven. De werkgever moet ervan in kennis worden gesteld dat gedurende de periode van detachering kan worden gecontroleerd of deze periode nog niet is afgelopen. Dergelijke controles kunnen met name betrekking hebben op de betaling van premies en de instandhouding van het directe dienstverband. Bovendien moet de werkgever van de gedetacheerde werknemer het bevoegde orgaan van het uitzendende land op de hoogte brengen van eventuele veranderingen tijdens de detacheringsperiode, met name: wanneer de aangevraagde detachering of de aangevraagde verlenging van de detachering niet heeft plaatsgevonden; wanneer de detachering is onderbroken, tenzij deze onderbreking van de werkzaamheden van de werknemer voor de onderneming in het land van arbeid van louter tijdelijke aard is; wanneer de gedetacheerde werknemer door zijn werkgever bij een andere onderneming in het land van arbeid wordt tewerkgesteld. In de eerste twee gevallen moet hij dit formulier terugsturen aan het bevoegde orgaan van het uitzendende land. Aanwijzingen voor het orgaan van de verblijfplaats Wanneer de betrokkene het juiste document overlegt (Europese Ziekteverzekeringskaart of formulier E 106), verleent het orgaan van het land van verblijf hem voorlopig eveneens prestaties bij arbeidsongevallen of beroepsziekten. Wanneer bedoeld orgaan in dit geval de verklaring op formulier E 123 nodig heeft, richt het zich zo spoedig mogelijk tot: in Belgi voor werknemers, bij beroepsziekten, het Fonds voor beroepsziekten te Brussel, en bij arbeidsongevallen de door de werkgever aangegeven verzekeringsmaatschappij; in de Tsjechische Republiek, het ziekteverzekeringsfonds waarbij de betrokkene is aangesloten; in Denemarken, het Arbejdsskadestyrelsen (Nationaal Bureau voor arbeidsongevallen en beroepsziekten), Kopenhagen; in Duitsland, de bevoegde Berufsgenossenschaft (bedrijfsvereniging); in Estland, de Sotsiaalkindlustusamet (Sociale Verzekeringsraad), Tallinn; in Spanje, de Provinciale Directie van het Nationaal Instituut van de sociale zekerheid (Direccin Provincial del Instituto Nacional de Seguridad Social); in Ierland, het Department of Health, Planning Unit, Dublin 2; in Itali, het bevoegde provinciaal bureau van het lstituto nazionale per lassicurazione contro gli infortuni sul lavoro (INAIL) (Nationaal lnstituut voor de ongevallenverzekering); in Letland, het Valsts socils apdroinanas aentra (Overheidsbureau Sociale Verzekering), Riga; in Litouwen, het Teritorin ligoniu kasa (Regionaal Ziekenfonds); in Luxemburg, de Association dassurance contre les accidents (Vereniging voor ongevallenverzekering); in Malta, de Divijoni tas-Saa, Triq il-Merkanti, Valletta CMR 01; in Nederland, het bevoegde orgaan van de ziekteverzekering; in Oostenrijk, het bevoegde orgaan van de ongevallenverzekering; in Polen, het regionale kantoor van de Narodowy Fundusz Zdrowia (Nationaal Ziekenfonds); in Portugal, het Centro Nacional de Proteco contra os Riscos Prossionais (Nationaal Centrum voor bescherming tegen beroepsrisicos), Lissabon; in Slowakije, de ziekteverzekering van de verzekerde of het Socialeverzekeringsbureau, Bratislava; in Finland, de Tapaturmavakuutuslaitosten Liitto (Federatie van ongevallenverzekeraars), Bulevardi 28, 00120 Helsinki; in Zweden, de Frskringskassan (Socialeverzekeringskantoor); in alle overige lidstaten het bevoegde orgaan van de ziekteverzekering; in IJsland, het Trygginggastofnun risikins (Nationale Socialezekerheidsinstituut), Reykjavik; in Liechtenstein, het Amt fr Volkswirtschaft (Bureau voor de nationale economie), Vaduz; in Noorwegen, het Folketrygdkontoret for utenlandssaker (het Nationale Bureau voor sociale verzekeringen in het buitenland), Oslo; E 101 S P E C I M E N B I J L A G E N Bijlage 3 Belgi/Nederland - 43 4 in Zwitserland, voor werknemers, de arbeidsongevallenverzekering van de werkgever; voor zelfstandigen, de arbeidsongevallenverzekering van de betrokkene. Indien de werknemer onder het Franse stelsel voor sociale zekerheid valt, is het fonds dat bevoegd is het recht op prestaties te erkennen het fonds waarbij hij is aangesloten; dit kan een ander fonds zijn dan het in formulier E 101 vermelde fonds. Indien nodig dient de Europese Ziekteverzekeringskaart of formulier E 123 te worden aangevraagd bij het fonds van de woonplaats van de werknemer. Indien een zelfstandige onder een Fins of IJslands stelsel voor sociale zekerheid valt, moet altijd formulier E 123 worden aangevraagd. Wanneer een werknemer die onder een IJslands stelsel voor sociale zekerheid valt een arbeidsongeval heeft of een beroepsziekte oploopt, dient de werkgever in alle gevallen het bevoegde orgaan op de hoogte te stellen. OPMERKINGEN ( 1 ) Code van het land van het orgaan dat het formulier invult: BE = Belgi; CZ = Tsjechische Republiek; DK = Denemarken; DE = Duitsland; EE = Estland; GR = Griekenland; ES = Spanje; FR = Frankrijk; IE = Ierland; IT = Itali; CY = Cyprus; LV = Letland; LT = Litouwen; LU = Luxemburg; HU = Hongarije; MT = Malta; NL = Nederland; AT = Oostenrijk; PL = Polen; PT = Portugal; SI = Sloveni; SK = Slowakije; FI = Finland; SE = Zweden; UK = Verenigd Koninkrijk; IS = IJsland; LI = Liechtenstein; NO = Noorwegen; CH = Zwitserland. ( 2 ) Alle familienamen vermelden in de volgorde van de burgerlijke stand. ( 3 ) Alle voornamen vermelden in de volgorde van de burgerlijke stand. ( 4 ) Voor personen die onder de Spaanse wetgeving vallen het socialeverzekeringsnummer aangeven. Voor Maltese organen: nummer van de identiteitskaart aangeven bij Maltese onderdanen, of het Maltese socialezekerheidsnummer bij niet-Maltese onderdanen. Voor personen die onder de Poolse wetgeving vallen, de PESEL- en NIP-nummers aangeven, of als dat niet mogelijk is reeks en nummer van identiteitskaart of paspoort. Voor Slowaakse organen, het Slowaakse geboortenummer aangeven indien van toepassing. ( 5 ) Vermeld zo veel mogelijk gegevens aan de hand waarvan de werkgever of het bedrijf van de zelfstandige kunnen worden gedenticeerd. In het geval van een schip naam en registratienummer van het schip vermelden. Belgi: bij werknemers het ondernemingsnummer aangeven, bij zelfstandigen het BTW-nummer. Tsjechische Republiek: identicatienummer (I) aangeven. Denemarken: CVR-nummer aangeven. Duitsland: Betriebsnummer des Arbeitgebers aangeven. Spanje: de Cdigo de Cuenta de Cotizacin del Empresario CCC (bijdragerekeningnummer van de werkgever) aangeven. Frankrijk: het SIRET-nummer aangeven. Itali: registratienummer van de onderneming aangeven, indien mogelijk. Luxemburg: registratienummer sociale zekerheid van de werkgever aangeven, en voor zelfstandigen het socialezekerheidsnummer (CCSS). Hongarije: registratienummer sociale zekerheid van de werkgever aangeven, en voor zelfstandigen het identicatienummer. Polen: NUSP-nummer aangeven, indien mogelijk, of de NIP- en REGON-nummers. Slowakije: identicatienummer (IO) aangeven. Sloveni: registratienummer van de werkgever of zelfstandige aangeven. Voor werknemers die onder de Finse arbeidsongevallenwetgeving vallen, de naam van de bevoegde arbeidsongevallenverzekeraar vermelden. Noorwegen: organisatienummer aangeven. E 101 S P E C I M E N 44 - Belgi/Nederland Bijlage 4 Bijlage 4 1 VERKLARING BETREFFENDE HET RECHT OP VERSTREKKINGEN WEGENS ZIEKTE EN MOEDERSCHAP VAN VERZEKERDEN DIE IN EEN ANDER DAN HET BEVOEGDE LAND WONEN Werknemers, zelfstandigen en inwonende gezinsleden; gezinsleden van werklozen Verordening (EEG) nr. 1408/71: artikel 19.1.a; artikel 19.2; artikel 25.3.i Verordening (EEG) nr. 574/72: artikel 17.1 en 17.4; artikel 27, eerste zin Het bevoegde orgaan vult deel A van het formulier in en reikt twee exemplaren daarvan uit aan de verzekerde of zendt deze (eventueel via het verbindingsorgaan) toe aan het orgaan van de woonplaats indien dit het formulier heeft aangevraagd. Dit orgaan vult deel B van het formulier in zodra het de bedoelde exemplaren heeft ontvangen en zendt n exemplaar aan het bevoegde orgaan terug. Dit formulier, bestaande uit 4 bladzijden, moet in blokletters worden ingevuld. Niet buiten de stippellijnen invullen. Het formulier moet steeds compleet zijn, ook wanneer een bladzijde niet is ingevuld. A. Kennisgeving van het bestaan van het recht 1. Orgaan van de woonplaats ( 2 ) 1.1 Naam: ......................................................................................................................................................................................................... 1.2 Identicatienummer van het orgaan: .......................................................................................................................................................... 1.3 Adres: ......................................................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................................................................................................... 1.4 Betreft: uw formulier E 107 van .................................................................................................................................................................. 2. De verzekerde 2.1 Familienaam/-namen ( 3 ): ..................................................................................................................................................................................................................... 2.2 Voornaam/-namen ( 4 ): Geboortedatum: ....................................................................................................... ........................................................................................................ 2.3 Vroeger gevoerde naam/namen: ................................................................................................................................................................. 2.4 Adres in het land van de woonplaats: ......................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................................................................... 2.5 Persoonlijk identicatienummer: ..................................................................................................................................................................................................................... 2.6 De verzekerde is een werknemer. 2.7 De verzekerde is een zelfstandige. 2.8 De verzekerde is een grensarbeider (werknemer). 2.9 De verzekerde is een grensarbeider (zelfstandige). 2.10 De verzekerde is een werkloze. 3. Gezinslid ( 5 ) 3.1 Familienaam/-namen
( 3 ): ..................................................................................................................................................................................................................... 3.2 Voornaam/-namen ( 4 ): Geboortedatum: ....................................................................................................... ........................................................................................................ 3.3 Vroeger gevoerde naam/namen: ................................................................................................................................................................. 3.4 Adres in het land van de woonplaats: ......................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................................................... 3.5 Persoonlijk identicatienummer: ............................................................................................................................................................... 4.1 Bovengenoemde verzekerde en de inwonende gezinsleden ( 6 ) 4.2 De gezinsleden ( 6 ) van bovengenoemde werkloze 5. hebben recht op verstrekkingen wegens ziekte en moederschap met ingang van ........................................................................................................................................................................................... ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VOOR DE SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS E 106 ( 1 ) S P E C I M E N B I J L A G E N Bijlage 4 Belgi/Nederland - 45 2 6. De betrokkenen behouden dit recht 6.1 tot de intrekking van deze verklaring. 6.2 gedurende n jaar na de onder punt 5 aangegeven datum ( 7 ). 6.3 tot en met ............................................................................................................................................ ( 8 ). 7. Bevoegd orgaan voor de ziekte- en moederschapsverzekering 7.1 Naam: ........................................................................................................................................................................................................ 7.2 Identicatienummer van het orgaan: ......................................................................................................................................................... 7.3 Adres: ........................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................................................................................................... 7.4 Stempel 7.5 Datum: ........................................................................ 7.6 Handtekening: ...................................................................................... B. Kennisgeving van inschrijving ( 9 ) 8. 8.1 De in vak 2 genoemde verzekerde en zijn gezinsleden 8.2 De gezinsleden van in vak 2 genoemde werkloze 8.3 werden bij ons ingeschreven op ........................................................................................................................................................ 8.4 kunnen niet bij ons worden ingeschreven omdat .............................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................................................. 9. 9.1 Familienaam/-namen ( 3 ) Voornaam/-namen ( 4 ) Vroeger gevoerde naam/namen Geboortedatum Persoonlijk identicatienummer 9.2 ................................... ................................. ............................ .......................... ...................................................................... 9.3 ................................... ................................. ............................ .......................... ...................................................................... 9.4 ................................... ................................. ............................ .......................... ...................................................................... 9.5 ................................... ................................. ............................ .......................... ...................................................................... 9.6 ................................... ................................. ............................ .......................... ...................................................................... 9.7 ................................... ................................. ............................ .......................... ...................................................................... 9.8 ................................... ................................. ............................ .......................... ...................................................................... 9.9 ................................... ................................. ............................ .......................... ...................................................................... 10. Orgaan van de woonplaats 10.1 Naam: ........................................................................................................................................................................................................ 10.2 Identicatienummer van het orgaan: ......................................................................................................................................................... 10.3 Adres: ........................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................................................................................................... 10.4 Stempel 10.5 Datum: ........................................................................ 10.6 Handtekening: ...................................................................................... E 106 S P E C I M E N Bijlage 4 46 - Belgi/Nederland Bijlage 4 3 Informatie voor de verzekerde a) Op grond van dit formulier hebben u en uw gezinsleden recht op verstrekkingen in verband met ziekte en moederschap. Indien u werkloos bent, geldt dit formulier niet voor uzelf, maar uitsluitend voor uw gezinsleden die in een andere lidstaat wonen dan die waar u verzekerd bent. b) De twee exemplaren van het formulier die in uw bezit zijn, dient u zo spoedig mogelijk over te leggen aan het orgaan van de ziekte- en moederschapsverzekering van uw woonplaats. Indien u werkloos bent, dienen uw gezinsleden het formulier aan het orgaan van de ziekte- en moederschapsverzekering van hun woonplaats over te leggen. c) Bedoelde organen van de ziekte- en moederschapsverzekering zijn: in Belgi, het gekozen ziekenfonds; in de Tsjechische Republiek, de Zdravotn pojiovna, het ziekteverzekeringsfonds in de woonplaats; in Denemarken, het gemeentebestuur van de woonplaats; in Duitsland, deKrankenkasse (ziekteverzekeringsfonds) waarvoor de betrokkene heeft gekozen; in Estland,de Eesti Haigekassa (Estlands ziekteverzekeringsfonds); in Griekenland, als regel het regionaal of plaatselijk kantoor van het Instituut voor sociale verzekeringen (IKA), dat aan de betrokkene een gezondheidsboekje uitreikt; zonder dit boekje worden geen verstrekkingen verleend; in Spanje, de Direccin Provincial del Instituto Nacional de la Seguridad Social (provinciale directie van het nationale instituut voor de sociale zekerheid) van de woonplaats. Indien u verstrekkingen wegens ziekte of moederschap nodig hebt, kunt u zich wenden tot de medische diensten of de ziekenhuizen van de Spaanse Nationale Gezondheidsdienst. Dit formulier dient tezamen met een fotokopie te worden overgelegd ; in Frankrijk, de Caisse primaire d`assurance-maladie (plaatselijk ziekenfonds); bij een positief antwoord op punt 2.5 de Socit de secours minire (Maatschappij tot bijstand voor de mijnwerkers); in Ierland, het lokale kantoor van de Health Service Executive; in Itali, als regel lAzienda sanitaria locale (ASL) (Plaatselijke afdeling van de gezondheidsdienst) waaronder de betrokkene ressorteert; voor zeelieden en het vliegend personeel van de burgerluchtvaart het Ministero della Sanit, Ufcio di sanit marittima o aerea (Ministerie van Volksgezondheid, Gezondheidsdienst voor de koopvaardij en de burgerluchtvaart); in Cyprus, het (Ministerie van Volksgezondheid,1448 Lefkosia); de aanvrager ontvangt een medische kaart, die nodig is om verstrekkingen te verkrijgen van de medische inrichtingen van de staat; in Letland, de Veselbas obligts apdroinanas valsts aentra (Bureau van de verplichte nationale ziekteverzekering); in Litouwen, de Teritorin ligoni kasa (regionaal ziekenfonds), ziekenhuizen en kraamklinieken; in Luxemburg, de Caisse de maladie des ouvriers (ziekenfonds voor arbeiders); in Hongarije, de bevoegde Megyei Egszsgbiztostsi Pnztr (lokale ziekenkas); in Malta, de Entitlement Unit, Ministry of Health, 23, John Street, Valletta; in Nederland, een voor de woonplaats bevoegd ziekenfonds; in Oostenrijk, de Gebietskrankenkasse waaronder de woonplaats valt; in Polen, het regionale kantoor van het Narodowy Funsdusz Zdrowia (Nationale Gezondheidsfonds) dat bevoegd is voor de woonplaats in Portugal, voor het vasteland: het Centro Distrital de Solidariedade e Segurana Social (Districtcentrum voor solidariteit en sociale zekerheid) in de woonplaats; voor Madeira: het Centro de Segurana Social da Madeira (Centrum voor sociale zekerheid) te Funchal; voor de Azoren: het Centro de Prestaes Pecunirias (Centrum voor uitkeringen) in de woonplaats; in Sloveni, het Zavod za zdravstveno zavarovanje Slovenije (ZZZS) (Ziekteverzekeringsinstituut van Sloveni); in Slowakije, het zdravotn poisova (ziekteverzekeringsmaatschappij) waarvoor de verzekerde gekozen heeft; in Finland, de plaatselijke dienst van de Kansanelkelaitos (Instituut van de sociale verzekering); in Zweden, de Frskringskassan (Lokaal Bureau voor sociale verzekering) in de woonplaats; in het Verenigd Koninkrijk, het Department for Work and Pensions, the Pension Service, International Pension Centre, Tyneview Park, Newcastle-upon-Tyne, of voor Noord-Ierland het Department for Social Development, Overseas Benets Branch, Block 2, Castle Buildings, Belfast, naar gelang van het geval; in IJsland, het Tryggingastofnun rikisins (Nationaal Instituut voor sociale zekerheid), Reykjavik; in Liechtenstein, het Amt fr Volkswirtschaft (Bureau voor de nationale economie), Vaduz; in Noorwegen, het lokale trygdekontor (verzekeringskantoor) in de woonplaats; in Zwitserland, de Institution commune LAMal Istituzione comune LAMal Gemeinsame Einrichtung KVG (Gezamenlijke instelling onder de Federale Wet Ziekteverzekering), Solothurn. d) Dit formulier is geldig met ingang van de in punt 5 genoemde datum en voor de in vak 6 door het aangekruiste vakje aangegeven duur. e) U of uw gezinsleden moeten de verzekeringsinstelling waaraan u dit formulier hebt afgegeven in kennis te stellen van iedere verandering in uw of hun omstandigheden waardoor het recht op verstrekkingen kan worden gewijzigd (beindiging of verandering van dienstbetrekking, verandering van uw woon- of verblijfplaats of die van een van uw gezinsleden enz.). E 106 S P E C I M E N B I J L A G E N Bijlage 4 Belgi/Nederland - 47 4 E 106 OPMERKINGEN ( 1 ) Code van het land van het orgaan dat het formulier invult: BE = Belgi; CZ = Tsjechische Republiek; DK = Denemarken; DE = Duitsland; EE = Estland; GR = Griekenland; ES = Spanje; FR = Frankrijk; IE = Ierland; IT = Itali; CY = Cyprus; LV = Letland; LT = Litouwen; LU = Luxemburg; HU = Hongarije; MT = Malta; NL = Nederland; AT = Oostenrijk; PL = Polen; PT = Portugal; SI = Sloveni; SK = Slowakije; FI = Finland; SE = Zweden; UK = Verenigd Koninkrijk; IS = IJsland; LI = Liechtenstein; NO = Noorwegen; CH = Zwitserland. ( 2 ) Alleen invullen indien de verklaring op verzoek van het orgaan van de woonplaats wordt opgesteld. ( 3 ) Alle familienamen vermelden in de volgorde van de burgerlijke stand. ( 4 ) Alle voornamen vermelden in de volgorde van de burgerlijke stand. ( 5 ) Alleen invullen indien het formulier op de gezinsleden van een werkloze betrekking heeft. In dat geval n der gezinsleden vermelden teneinde de registratie van de gezinsleden mogelijk te maken, aangezien de wetgeving van het land van de woonplaats bepaalt welke gezinsleden rechthebbenden zijn. ( 6 ) De wetgeving van het land van de woonplaats bepaalt welke gezinsleden rechthebbenden zijn. ( 7 ) Indien het formulier door een Duits, Frans, Italiaans of Portugees orgaan werd uitgereikt. ( 8 ) Indien het formulier werd uitgereikt door een orgaan van Griekenland, Hongarije of het Verenigd Koninkrijk voor werknemers of voor zelfstandigen. ( 9 ) Indien het formulier wordt afgegeven ter vervanging van een vroeger afgegeven verklaring, is invulling van deel B niet nodig. S P E C I M E N Bijlage 5 48 - Belgi/Nederland Bijlage 5 1 KENNISGEVING VAN SCHORSING OF INTREKKING VAN HET RECHT OP VERSTREKKINGEN VAN DE ZIEKTE- EN MOEDERSCHAPSVERZEKERING Personen die in een ander dan het bevoegde land wonen Verordening (EEG) nr. 1408/71: artikel 19.1.a en 19.2; artikel 25.3.i; artikel 26.1; artikel 28.1.a; artikel 29.1.a Verordening (EEG) nr. 574/72: artikel 17.2 en 17.3; artikel 27; artikel 28; artikel 29.5; artikel 30; artikel 94.4; artikel 95.4 Het bevoegde orgaan of het orgaan van de woonplaats vult deel A van het formulier in en zendt dit daarna in tweevoud aan het orgaan van de woonplaats of het bevoegde orgaan (eventueel via het verbindingsorgaan). Het ontvangende orgaan vult deel B in en doet n exemplaar van het aldus ingevulde formulier toekomen aan het verzendende orgaan. Dit formulier, bestaande uit 3 bladzijden, moet in blokletters worden ingevuld. Niet buiten de stippellijnen invullen. Het formulier moet steeds compleet zijn, ook wanneer een bladzijde niet is ingevuld. A. Kennisgeving 1. Orgaan waaraan het formulier is gericht 1.1 Naam: ......................................................................................................................................................................................................... 1.2 Identicatienummer van het orgaan: .......................................................................................................................................................... 1.3 Adres: ........................................................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................... 2. Werknemer Grensarbeider (werknemer) Zelfstandige Grensarbeider (zelfstandige) Werkloze Pensioengerechtigde (stelsel voor werknemers) Pensioengerechtigde (stelsel voor zelfstandigen) Aanvrager van een pensioen 2.1 Familienaam/-namen ( 2 ): ................................................................................................................................................................................................................... 2.2 Voornaam/-namen ( 3 ): Geboortedatum: ..................................................................................................... ....................................................................................................... 2.3 Vroeger gevoerde naam/namen: ............................................................................................................................................................... 2.4 Adres in het land van de woonplaats: ........................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................................................................................... 2.5 Persoonlijk identicatienummer ( 4 ): ................................................................................................................................................................................................................... 3. Gezinslid ( 5 ) 3.1 Familienaam/-namen
( 2 ): ................................................................................................................................................................................................................... 3.2 Voornaam/-namen ( 3 ): Geboortedatum: ..................................................................................................... ...................................................................................................... 3.3 Vroeger gevoerde naam/namen: .............................................................................................................................................................. 3.4 Adres in het land van de woonplaats: ......................................... ...................................................................................................... 3.5 Persoonlijk identicatienummer: ................................................................................................................................................................................................................... ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VOOR DE SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS E 108 ( 1 ) S P E C I M E N B I J L A G E N Bijlage 5 Belgi/Nederland - 49 2 4. Het recht op verstrekkingen, waarvoor een verklaring werd afgegeven op ons uw formulier .......................... d.d. .......................... werd om de volgende reden geschorst/ingetrokken: 4.1 De verzekering van bovengenoemde werknemer of zelfstandige eindigde op ..................................................................................... 4.2 Geen van de ingeschreven gezinsleden van de verzekerde heeft in ons uw land gewoond sinds ..................................................................................................................................................................................................................... 4.3 Het pensioen of de rente van bovengenoemde rechthebbende werd geschorst/ingetrokken op ............................................................... 4.4 De in vak 2 genoemde rechthebbende op verstrekkingen of het in vak 3 genoemde gezinslid heeft niet in ons uw land gewoond sinds ............................................................................................................... (datum) is overleden op ................................................................................................................................................................... (datum) 4.5 Het in vak 3 genoemde gezinslid voldoet niet meer aan de voorwaarden van de wetgeving van het land van woonplaats sinds .................................................................................................................................................................................................................... 4.6 ( 6 ) .......................................................................................................................................................................................................... 5. Bevoegd orgaan Orgaan van de woonplaats 5.1 Naam: ......................................................................................................................................................................................................... 5.2 Identicatienummer van het orgaan: .......................................................................................................................................................... 5.3 Adres: ......................................................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................................................... 5.4 Stempel 5.5 Datum: ........................................................................... 5.6 Handtekening: ....................................................................................... B. Bevestiging van ontvangst 6. Wij hebben bovenstaande kennisgeving (deel A) ontvangen op ................................................................................................................ 7. De inschrijving van de in deel A genoemde personen liep af op ........................................................................................................... Wij bevestigen de schorsing/intrekking van het recht op verstrekkingen, zoals aangegeven in vak 4, met ingang van ...................................................................................................................................................................................................................... 8. Bevoegd orgaan Orgaan van de woonplaats 8.1 Naam: ......................................................................................................................................................................................................... 8.2 Identicatienummer van het orgaan: ........................................................................................................................................................... 8.3 Adres: .......................................................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................................................... 8.4 Stempel 8.5 Datum: ............................................................................ 8.6 Handtekening: ........................................................................................ E 108 S P E C I M E N Bijlage 5 Bijlage 6 50 - Belgi/Nederland 3 OPMERKINGEN ( 1 ) Code van het land van het orgaan dat het formulier invult: BE = Belgi; CZ = Tsjechische Republiek; DK = Denemarken; DE = Duitsland; EE = Estland; GR = Griekenland; ES = Spanje; FR = Frankrijk; IE = Ierland; IT = Itali; CY = Cyprus; LV = Letland; LT = Litouwen; LU = Luxemburg; HU = Hongarije; MT = Malta; NL = Nederland; AT = Oostenrijk; PL = Polen; PT = Portugal; SI = Sloveni; SK = Slowakije; FI = Finland; SE = Zweden; UK = Verenigd Koninkrijk; IS = IJsland; LI = Liechtenstein; NO = Noorwegen; CH = Zwitserland. ( 2 ) Alle familienamen vermelden in de volgorde van de burgerlijke stand. ( 3 ) Alle voornamen vermelden in de volgorde van de burgerlijke stand. ( 4 ) Voor Italiaanse organen: de scale code vermelden. Voor Maltese organen: nummer van de identiteitskaart aangeven bij Maltese onderdanen, of het Maltese socialezekerheidsnummer bij niet-Maltese onderdanen. Voor Slowaakse organen: Slowaaks geboortenummer vermelden, indien van toepassing. Voor Spaanse organen: voor Spaanse onderdanen het nummer op de nationale identiteitskaart vermelden (D.N.I.) en voor buitenlanders het nummer van de N.I.E., in beide gevallen ook als de kaart verlopen is. Als de betrokkene geen kaart bezit, geen invullen. ( 5 ) Invullen indien de intrekking of schorsing gezinsleden betreft. ( 6 ) De reden voor intrekking of schorsing aangeven met behulp van een van de onderstaande codes: a) De pensioengerechtigde verricht betaald werk in het land van de woonplaats. b) Een gezinslid verricht betaald werk in het land van de woonplaats. c) De premies zijn niet betaald. d) Andere reden. E 108 S P E C I M E N Bijlage 6 B I J L A G E N Belgi/Nederland - 51 1 VERKLARING BETREFFENDE HET BEHOUD VAN HET RECHT OP LOPENDE VERSTREKKINGEN VAN DE ZIEKTE- EN MOEDERSCHAPSVERZEKERING Verordening (EEG) nr. 1408/71: artikel 22.1.b.i; artikel 22.1.c.i; artikel 22.3; artikel 22 bis; artikel 31 Verordening (EEG) nr. 574/72: artikel 22.1 en 22.3; artikel 23; artikel 31.1 en 31.3 Het bevoegde orgaan of het orgaan van de woonplaats van de verzekerde reikt dit formulier uit aan de verzekerde of de pensioengerechtigde, dan wel het gezinslid van de pensioengerechtigde. Indien de verzekerde of de pensioengerechtigde zich naar het Verenigd Koninkrijk begeeft dient een exemplaar van het formulier eveneens te worden gezonden aan het Department for Work and Pensions, Pension Service, International Pension Centre, Tyneview Park, Newcastle upon Tyne. Dit formulier, bestaande uit 2 bladzijden, moet in blokletters worden ingevuld. Niet buiten de stippellijnen invullen. Het formulier moet steeds compleet zijn, ook wanneer een bladzijde niet is ingevuld. 1. verzekerde gezinslid van de verzekerde zelfstandige gezinslid van een zelfstandige pensioengerechtigde (werknemer) gezinslid van een pensioengerechtigde (werknemer) pensioengerechtigde (zelfstandige) gezinslid van een pensioengerechtigde (zelfstandige) 1.1 Familienaam/-namen
( 2 ): ....................................................................................................................................................................................................................... 1.2 Voornaam/-namen ( 3 ): Geboortedatum: ....................................................................................................... ......................................................................................................... 1.3 Vroeger gevoerde naam/namen: .................................................................................................................................................................. 1.4 Adres in het bevoegde land: ....................................................................................................................................................................................................................... 1.5 Adres in het land waarheen de werknemer of de pensioengerechtigde zich begeeft: ....................................................................................................................................................................................................................... ....................................................................................................................................................................................................................... 1.6 Persoonlijk identicatienummer ( 4 ): 2. Genoemde persoon werd toestemming verleend het recht op verstrekkingen te behouden van de ziekte- en moederschapsverzekering van de verzekering tegen ongevallen die geen verband houden met de bedrijfsuitoefening ( 5 ) in ................................................................................................................................................... (land), waarheen hij zich begeeft om 2.1 aldaar te gaan wonen. 2.2 aldaar geneeskundige zorg te ontvangen van ( 6 ) ....................................................................................................................................................................................................................... ....................................................................................................................................................................................................................... of bij een andere, gelijksoortige inrichting in geval van een voor deze behandeling medisch noodzakelijke overbrenging. 2.3 biologisch materiaal voor onderzoek te zenden zonder dat de betrokkene zelf aanwezig hoeft te zijn. 3. Op grond van deze verklaring kunnen verstrekkingen worden verleend, van .................................................................................................. tot en met .......................................................................................... 4. Het rapport van onze controlerende geneesheer 4.1 is in gesloten omslag bijgevoegd. 4.2 is verzonden op ......................................................................... aan ( 7 ) .............................................................................................. 4.3 kan bij ons worden opgevraagd. 4.4 is niet opgesteld. 5. Bevoegd orgaan 5.1 Naam: ........................................................................................................................................................................................................... 5.2 Identicatienummer van het orgaan: ............................................................................................................................................................ 5.3 Adres: ........................................................................................................................................................................................................... ....................................................................................................................................................................................................................... 5.4 Stempel 5.5 Datum: ............................................................................ 5.6 Handtekening: .......................................................................................... ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VOOR DE SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS E 112 ( 1 ) S P E C I M E N Bijlage 6 52 - Belgi/Nederland Bijlage 7 2 Aanwijzingen voor de betrokkene U moet deze verklaring zo snel mogelijk overleggen aan het orgaan van de ziekte- en moederschapsverzekering in het land waarheen u zich begeeft, dat wil zeggen: in Belgi, het gekozen ziekenfonds; in de Tsjechische Republiek, het Zdravotn pojiovna, het ziekteverzekeringsfonds in de woonplaats; in Denemarken, de zorgverstrekker, gewoonlijk de huisarts, die u naar een specialist zal verwijzen; in Duitsland, deKrankenkasse (ziekteverzekeringsfonds) waarvoor de betrokkene heeft gekozen; in Estland, de Eesti Haigekassa (Estlands ziekteverzekeringsfonds); in Griekenland, als regel het regionaal of plaatselijk kantoor van het Instituut voor sociale verzekeringen (IKA), dat aan de betrokkene een gezondheidsboekje uitreikt; zonder dit boekje worden geen verstrekkingen verleend; in Spanje, de medische diensten of de ziekenhuizen van de Spaanse Nationale Gezondheidsdienst die onder de Spaanse sociale verzekering vallen. Dit formulier dient tezamen met een fotokopie te worden overgelegd; in Frankrijk, de Caisse primaire dassurance-maladie (Plaatselijk ziekenfonds); bij een positief antwoord op punt 2.5 de Socit de secours minire (Maatschappij tot bijstand voor de mijnwerkers); in Ierland, het lokale kantoor van de Health Service Executive; in Itali, als regel lAzienda sanitaria locale (ASL) (Plaatselijke afdeling van de gezondheidsdienst) waaronder de betrokkene ressorteert; in Cyprus, het (Ministerie van Volksgezondheid,1448 Lefkosia); in Letland, de Veselbas obligts apdroinanas valsts aentra (Bureau van de verplichte nationale ziekteverzekering); in Litouwen, de Teritorin ligoni kasa (regionaal ziekenfonds), ziekenhuizen en kraamklinieken; in Luxemburg, de Caisse de maladie des ouvriers (ziekenfonds voor arbeiders); in Hongarije, de zorgverstrekker; in Malta, het onderdeel van de National Health Service establishment (arts, tandarts, ziekenhuis, gezondheidscentrum) dat de behandeling verricht; in Nederland, een voor de woonplaats bevoegd ziekenfonds, of bij tijdelijk verblijf de Agis zorgverzekeringen, Utrecht; in Oostenrijk, de Gebietskrankenkasse waaronder de woonplaats valt; in Polen, het regionale kantoor van het Narodowy Funsdusz Zdrowia (Nationale Gezondheidsfonds) dat bevoegd is voor de woon- of verblijfplaats; in Portugal, voor het vasteland: de Administrao Regional de Sade (Regionale Gezondheidsadministratie) van de woon- of verblijfplaats; voor Madeira: het Centro de Sade (Gezondheidscentrum) ven de verblijfplaats; voor de Azoren: het Centro de Sade (Gezondheidscentrum) van de verblijfplaats; in Sloveni, de regionale eenheid van het Zavod za zdravstveno zavarovanje Slovenije (ZZZS) (Ziekteverzekeringsinstituut van Sloveni) van de woon- of verblijfplaats; in Slowakije, het zdravotn poisova (ziekteverzekeringsmaatschappij) waarvoor de verzekerde gekozen heeft. Voor uitkeringen, het Socilna poisova (Bureau Sociale Verzekering), Bratislava; in Finland, de plaatselijke dienst van de Kansanelkelaitos (Instituut van de sociale verzekering). Het formulier moet worden overgelegd aan het gemeentelijke gezondheidscentrum of het openbare ziekenhuis dat de behandeling verricht; in Zweden, de Frskringskassan (Lokaal Bureau voor sociale verzekering) in de woonplaats. Het formulier moet worden overgelegd aan de instelling die de behandeling verricht; in het Verenigd Koninkrijk, de medische dienstverlener (arts, tandarts, ziekenhuis, enz.) die de behandeling verricht; in IJsland, het Tryggingastofnun rikisins (Nationaal Instituut voor sociale zekerheid), Reykjavik; in Liechtenstein, het Amt fr Volkswirtschaft (Bureau voor de nationale economie), Vaduz; in Noorwegen, het lokale trygdekontor (verzekeringskantoor) in de woonplaats; in Zwitserland, de Institution commune LAMal Istituzione comune LAMal Gemeinsame Einrichtung KVG (Gezamenlijke instelling onder de Federale Wet Ziekteverzekering), Solothurn. Het formulier moet worden overgelegd aan de arts of het ziekenhuis die of dat de behandeling verricht. OPMERKINGEN ( 1 ) Code van het land van het orgaan dat het formulier invult: BE = Belgi; CZ = Tsjechische Republiek; DK = Denemarken; DE = Duitsland; EE = Estland; GR = Griekenland; ES = Spanje; FR = Frankrijk; IE = Ierland; IT = Itali; CY = Cyprus; LV = Letland; LT = Litouwen; LU = Luxemburg; HU = Hongarije; MT = Malta; NL = Nederland; AT = Oostenrijk; PL = Polen; PT = Portugal; SI = Sloveni; SK = Slowakije; FI = Finland; SE = Zweden; UK = Verenigd Koninkrijk; IS = IJsland; LI = Liechtenstein; NO = Noorwegen; CH = Zwitserland. ( 2 ) Alle familienamen vermelden in de volgorde van de burgerlijke stand. ( 3 ) Alle voornamen vermelden in de volgorde van de burgerlijke stand. ( 4 ) Als het gezinslid geen persoonlijk identicatienummer heeft, het nummer van de verzekerde aangeven. ( 5 ) In te vullen door de Franse organen voor zelfstandigen in de landbouw. ( 6 ) Invullen indien mogelijk. ( 7 ) Naam en adres van het orgaan waaraan het medisch rapport is gezonden. E 112 S P E C I M E N B I J L A G E N Bijlage 7 Belgi/Nederland - 53 1 VERKLARING VOOR DE INSCHRIJVING VAN PENSIOENGERECHTIGDEN EN HUN GEZINSLEDEN EN HET BIJHOUDEN VAN DE INVENTARISSEN Verordening (EEG) nr. 1408/71: artikel 28.1.a; artikel 29.1.a Verordening (EEG) nr. 574/72: artikel 29.1, 2 en 3; artikel 30.1; artikel 95.4 Het orgaan dat de verklaring op grond van artikel 29.2 van Verordening (EEG) nr. 574/72 moet afgeven, vult deel A van het formulier in en reikt twee exemplaren aan de pensioengerechtigde uit of doet deze toekomen aan het orgaan van de woonplaats indien dit het formulier heeft aangevraagd. Zo nodig worden beide exemplaren eerst toegezonden aan het orgaan dat de vakken 6 en 7 moet invullen. Na ontvangst van beide exemplaren vult het orgaan van de woonplaats deel B in en zendt een exemplaar aan het in vak 7 genoemde orgaan. Dit formulier, bestaande uit 4 bladzijden, moet in blokletters worden ingevuld. Niet buiten de stippellijnen invullen. A. Kennisgeving van het bestaan van het recht 1. Orgaan van de woonplaats ( 2 ) 1.1 Naam: ......................................................................................................................................................................................................... 1.2 Identicatienummer van het orgaan: .......................................................................................................................................................... 1.3 Adres: ......................................................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................................................... 1.4 Betreft: uw formulier E 107 van .................................................................................................................................................................. 2. Pensioengerechtigde 2.1 Familienaam/-namen ( 3 ): Familienaam/-namen bij de geboorte (indien verschillend): ...................................................................................................... ...................................................................................................... 2.2 Voornaam/-namen: Geboortedatum: ...................................................................................................... ...................................................................................................... 2.3 Adres in het land van de woonplaats: ........................................................................................................................................................ .................................................................................................................................................................................................................... 2.4 Datum van de eventuele verandering van woonplaats: ............................................................................................................................. 2.5 Persoonlijk identicatienummer: ................................................................................................................................................................. 2.6 De pensioengerechtigde was een werknemer zelfstandige grensarbeider (werknemer) grensarbeider (zelfstandige) werkloze 3. In te vullen door het orgaan dat het pensioen verschuldigd is 3.1 Bovengenoemde persoon heeft recht op een pensioen wegens ouderdom invaliditeit overleving arbeidsongeval beroepsziekte 3.2 sinds: ......................................................................................................................................................................................................... 4. Orgaan dat vak 3 heeft ingevuld ( 4 ) 4.1 Naam: ........................................................................................................................................................................................................ 4.2 Identicatienummer van het orgaan: ......................................................................................................................................................... 4.3 Adres: ....................................................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................................................. 4.4 Stempel 4.5 Datum: ........................................................................... 4.6 Handtekening: ....................................................................................... ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VOOR DE SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS E 121 ( 1 ) S P E C I M E N Bijlage 7 54 - Belgi/Nederland Bijlage 8 2 5. Gezinslid van de pensioengerechtigde 5.1 Familienaam/-namen ( 3 ):
Familienaam/-namen bij de geboorte (indien verschillend) ( 3 ): .................................................................................................................................................................................................................... 5.2 Voornaam/-namen: Geboortedatum: ..................................................................................................... ....................................................................................................... 5.3 Adres in het land van de woonplaats: ....................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................................................... 5.4 Persoonlijk identicatienummer: ................................................................................................................................................................ 5.5 Datum van de eventuele verandering van woonplaats: ............................................................................................................................ .................................................................................................................................................................................................................... 6. In te vullen door het orgaan dat het pensioen verschuldigd is of door het orgaan van de ziekte- en moederschapsverzekering van het land dat het pensioen verschuldigd is ( 5 ) 6.1 Identicatienummer van het behandelende orgaan: .................................................................................................................................. 6.2 De in vak 2 genoemde persoon De in vak 5 genoemde persoon heeft recht op verstrekkingen van de ziekte- en moederschapsverzekering met ingang van .................................................................... 6.3 De kosten van de verstrekkingen die worden verleend in het land van de woonplaats komen te onzen laste, tenzij de betrokkene in het bevoegde land woont. 6.4 met ingang van .......................................................................... tot de verklaring wordt ingetrokken 6.5 gedurende een jaar met ingang van ............................................. ( 6 ) 6.6 Door de afgifte van dit formulier eindigt de geldigheid van formulier E ........................... van ............................................ (datum) 7. Gelieve de Europese Ziekteverzekeringskaart van de in vak 2 of 5 vermelde persoon met nummer ............................... en geldig tot .......................................................................................................... in te leveren. 8. Orgaan dat vak 6 heeft ingevuld ( 4 ) 8.1 Naam: ......................................................................................................................................................................................................... 8.2 Identicatienummer van het orgaan: .......................................................................................................................................................... 8.3 Adres: ......................................................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................................................... 8.4 Stempel 8.5 Datum: ........................................................................... 8.6 Handtekening: ....................................................................................... B. Kennisgeving van inschrijving of niet-inschrijving 9.
( 7 ) 9.1 De in vak 2 genoemde persoon De in vak 5 genoemde persoon kon niet worden ingeschreven 9.2 omdat hij/zij reeds recht heeft op verstrekkingen krachtens de wetgeving van ons land 9.3 Andere redenen: ................................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................................................................................................. ................................................................................................................................................................................................................. E 121 S P E C I M E N B I J L A G E N Bijlage 8 Belgi/Nederland - 55 ADMINISTRATIEVE COMMISSIE Zie "aanwijzingen" op blz. 3 VOOR DE SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS E 301 B (1) VERKLARING INZAKE DE TIJDVAKKEN DIE IN AANMERKING MOETEN WORDEN GENOMEN VOOR HET VERLENEN VAN UITKERINGEN BIJ WERKLOOSHEID V. 1408/71: art. 67, art. 68; art. 71.1.a.ii, art. 71.1.b.ii V. 574/72: art. 80; art. 81; art. 84.2 In te vullen door het bevoegde orgaan van de werkloosheidsverzekering of door het door de bevoegde autoriteit aangewezen orgaan van het land waar de werkloze werknemer vroeger verzekerd was. Aan de betrokkene te overhandigen of aan het bevoegde orgaan te zenden. 1. Werknemer 1.1 Naam (1bis)
1.2 Voornamen Vroeger gevoerde namen (1bis) (1ter) Geboortedatum
1.3 Geboorteplaats (2) Nationaliteit D.N.I. (3) 1.4 Adres van de werknemer in het land waarvoor de verklaring bestemd is (4) (14) 1.5 Identificatienummer (4) (5) : 1.6 Vakbond / Werkloosheidsfonds (6) : 2. Bovengenoemde werknemer heeft gedurende 2.1 het laatste jaar (7) de laatste twee jaar (7) de laatste drie jaar (7) meer dan drie jaar (7) vr het beindigen van zijn laatste dienstbetrekking de laatste vier jaar (7) 3. als werknemer de volgende verzekeringstijdvakken en daarmee gelijkgestelde tijdvakken vervuld (8) 3.1 Verzekeringstijdvakken van tot
3.2 Gelijkgestelde tijdvakken van tot Reden van de gelijkstelling (9)
4. als werknemer de volgende tijdvakken van arbeid en daarmee gelijkgestelde tijdvakken vervuld (8) (8bis) : 4.1 Tijdvakken van arbeid van tot aard van de werkzaamheden (10)
4.2 Gelijkgestelde tijdvakken van tot Reden van de gelijkstelling (9)
Versie 05.04.2005/830.20.031 1 S P E C I M E N Bijlage 8 56 - Belgi/Nederland Bijlage 8 E301 5. Gegevens betreffende de laatste betrekking (artikel 68.1, tweede zin) Bedrijfstak Aard van de werkzaamheden (11) b.v. metselaar, niet bouwvakarbeider Gemiddeld loon gedurende referentieperiode (ongeveer) (15)
5.1 Reden voor de beindiging ontslag (11 bis) opzegging door werknemer afloop arbeidsovereenkomst beindiging met wederzijds goedvinden andere redenen : 6. De betrokkene heeft 6.1. over de periode na het einde der werkzaamheden loon ontvangen / nog recht op loon t/m 6.2. in verband met de beindiging van de dienstbetrekking nog recht op schadeloosstelling of soortgelijke uitkeringen of heeft deze reeds ontvangen ten bedrage van 6.3. recht op een vergoeding wegens niet genoten vakantie of heeft deze reeds ontvangen ten bedrage van over dagen (12) 6.4. afstand gedaan van de volgende aanspraken voortvloeiend uit de arbeidsovereenkomst (13) :
Reden : 6.5. ontvangt andere uitkeringen : 7. Sedert het begin van de in punt 5 vermelde laatste betrekking heeft bovengenoemde werknemer werkloosheidsuitkering genoten: van tot
8. De betrokkene heeft recht op uitkeringen op grond van art. 69 van V. 1408/71 (Verklaring E 303 voor de periode van t/m afgegeven op 9. De betrokkene heeft geen recht op uitkeringen op grond van art. 69 van V. 1408/71 omdat: 9.1. ingevolge de wetgeving die wordt toegepast door het orgaan dat deze verklaring afgeeft, geen recht op uitkering bestaat 9.2. hij/zij na het begin van de werkloosheid niet gedurende vier weken ter beschikking is gebleven van de dienst voor arbeidsbemiddeling van het bevoegde land en evenmin toestemming voor eerder vertrek heeft gekregen 10. De betrokkene heeft evenmin op grond van art. 71.1.a.i. of art. 71.1.b.i. van V. 1408/71 recht op uitkeringen van het orgaan dat deze verklaring afgeeft 10.a. De betrokkene heeft geen recht op uitkeringen van de Zwitserse werkloosheidsverzekering op grond van punt I.I van het Protocol bij bijlage II van de Overeenkomst EU/Zwitserland over het vrije verkeer van personen 11. Orgaan dat de verklaring afgeeft 11.1 Naam : RIJKSDIENST VOOR ARBEIDSVOORZIENING WERKLOOSHEIDSBUREAU VAN 11.2 Adres (14):
BELGIE 11.5 Handtekening 11.4. Datum 15/05/2008 11.3 Stempel 2 S P E C I M E N B I J L A G E N Bijlage 8 Belgi/Nederland - 57 AANWIJZINGEN Dit formulier bestaande uit drie bladzijden moet in blokletters worden ingevuld. Niet buiten de stippellijnen invullen. Het formulier moet steeds compleet zijn, ook wanneer een bladzijde niet is ingevuld. OPMERKINGEN (1) Symbool van het land waar het formulier wordt ingevuld: BE = Belgi; CZ = Tsjechische Republiek; DK = Denemarken; DE = Duitsland; EE = Estland; GR = Griekenland; ES = Spanje; FR = Frankrijk; IE = Ierland; IT = Itali; CY = Cyprus; LV = Letland; LT = Litouwen; LU = Luxemburg; HU = Hongarije; MT = Malta; NL = Nederland; AT = Oostenrijk; PL = Polen; PT = Portugal; SI = Sloveni; SK = Slowakije; FI = Finland; SE = Zweden; UK = Verenigd Koninkrijk; IS = IJsland; LI = Liechtenstein; NO = Noorwegen; CH = Zwitserland. (1bis) Voor Spaanse onderdanen de twee namen vermelden. Voor Portugese onderdanen alle namen (voornamen, naam, meisjesnaam) vermelden in de volgorde van de burgerlijke stand, zoals zij voorkomen in de identiteitskaart of het paspoort. (1ter) Vroeger gevoerde namen met inbegrip van familienaam bij geboorte. (2) Voor Portugese districten ook de parochie en de gemeente vermelden. (3) Voor Spaanse onderdanen eveneens het nummer op de nationale identiteitskaart (D.N.I.) vermelden, ook wanneer deze kaart niet meer geldig is. Wanneer er geen identiteitskaart is "geen" vermelden. Voor Sloveense burgers het belastingnummer vermelden. Voor Maltese onderdanen het nummer van de identiteitskaart vermelden. Ten behoeve van de Maltese organen het Maltese socialezekerheidsnummer vermelden, indien de betrokkene geen Maltese onderdaan is. Voor Poolse onderdanen het nummer van de identiteitskaart of het paspoort vermelden. (4) Indien bekend. (5) Socialezekerheidsnummer voor formulieren bestemd voor een orgaan in Cyprus, identificatienummer van de persoon voor formulieren bestemd voor een orgaan in Tsjechi, Denemarken, Estland, Oostenrijk, Finland, Sloveni, Slowakje of Zweden, Sofi-nummer voor formulieren bestemd voor een orgaan in Nederland, PESEL- en NIP-nummer voor formulieren bestemd voor een orgaan in Polen. Het socialezekerheidsnummer (NIR) voor formulieren voor een orgaan in Frankrijk. Het identificatienummer van de sociale zekerheid (INSZ-NISS) voor formulieren bestemd voor een orgaan in Belgi. (6) Zo mogelijk, maar enkel op verzoek van een werknemer, invullen vr zijn vertrek naar Estland, Denemarken, Finland, IJsland of Zweden, indien betrokkene reeds in een van die landen verzekerd is geweest. (7) Een jaar wanneer de verklaring bestemd is voor een orgaan in Luxemburg. Twee jaar wanneer de verklaring bestemd is voor een orgaan in Itali, IJsland, Liechtenstein of Zwitserland. Daarnaast kan Itali ook om mededeling van de volledige verzekeringstijdvakken van de betrokkene in het buitenland verzoeken. Ten behoeve van Zwitserse organen vier jaar bij opvoeding van een kind of zelfstandige arbeid van korte duur. Drie jaar wanneer de verklaring bestemd is voor een orgaan in Belgi, Denemarken, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Portugal of het Verenigd Koninkrijk. Meer dan drie jaar wanneer de verklaring bestemd is voor een orgaan in Finland (20 jaar), Spanje (6 jaar), Duitsland (7 jaar), Oostenrijk (10, 15 of 25 jaar), Hongarije en Slowakije (4 jaar), Zweden (8 jaar), Estland, Tsjechi, Cyprus, Letland, Nederland, Sloveni of Malta (volledige verzekeringsloopbaan). In sommige gevallen verzoekt het Belgische orgaan om informatie over de volledige verzekeringstijdvakken. Wat werknemers van 52 jaar of ouder betreft, kan het Spaanse orgaan, zo nodig, informatie verlangen over bijkomende tijdvakken vr de periode van de laatste zes jaar. Het laatste voltooide kalenderjaar of de drie laatste voltooide kalenderjaren indien de verklaring bestemd is voor een orgaan in Noorwegen. (8) Wanneer de splitsing tussen de gegevens gevraagd in de punten 3.1, 3.2, 4.1 en 4.2 niet mogelijk is, dient het totaal in punt 3.1 respectievelijk 4.1 te worden vermeld. De punten 3.1 en 4.1 moeten ook bij overlapping worden ingevuld. Invullen wanneer het formulier bestemd is voor een orgaan in Hongarije. (8bis) Onder tijdvakken van arbeid worden uitsluitend de tijdvakken van arbeid verstaan die niet tot een werkloosheids- verzekering hebben geleid overeenkomstig de wetgeving van de betrokken staat. (9) Bijvoorbeeld: ziekte, moederschap, arbeidsongeval, militaire dienst, beroepsopleiding, aangetoonde werkloosheid. (10) Ook het aantal werkuren gedurende deze tijdvakken aangeven, indien bekend. (11) Opgeven of het seizoenswerkzaamheden betreft. Wanneer de verklaring bestemd is voor een orgaan in Belgi, ook het aantal wekelijkse werkuren aangeven. (11bis) Ten behoeve van organen in Estland, Letland en Zwitserland aangeven of het ontslag te wijten was aan een fout van de betrokkene. (12) Invullen wanneer het formulier bestemd is voor een orgaan in Belgi, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Itali, Nederland, Oostenrijk, Liechtenstein, Sloveni, Zwitserland of Noorwegen. (13) Invullen wanneer het formulier bestemd is voor een orgaan in Belgi, Denemarken, Itali, Nederland, Portugal, Liechtenstein, Sloveni, Zwitserland of Noorwegen. (14) Straat, huisnummer, postcode, plaats, land. (15) Ten behoeve van organen in Belgi het gemiddelde maandelijkse brutosalaris vermelden. Ten behoeve van organen in Polen het daadwerkelijke salaris vermelden. Ten behoeve van organen in Tsjechi en Hongarije het gemiddelde maandelijkse nettosalaris vermelden. Ten behoeve van organen in Slowakije het gemiddelde maandelijkse brutosalaris voor de duur van de arbeid vermelden. 3 S P E C I M E N Bijlage 9 58 - Belgi/Nederland S P E C I M E N Voorlichtngsbrochure ten behoeve van BELGISCHE GRENSARBEIDERS in NEDERLAND Uitgave 2011