Retour sur les bancs du lycée

Un lycée Een atheneum

Un lycéen Een middelbare scholier (m.)
Une lycéenne Een middelbare scholier (f.)
Un athénée (belgicisme) Een atheneum (belgicisme)
Une inscription Een inschrijving
Inscrire Inschrijven
Le Quartier Latin Bekend gebied in Parijs met universiteiten etc.
Le taux Het percentage
Le pourcentage Het percentage
Le taux du chômage Het werkloosheidscijfer
Une réputation Een reputatie
Une renommée Een reputatie
Élevé Hoog
La réussite Het succes
L’échec (m.) De mislukking
Réussir Slagen, lukken
Échouer Mislukken
Le baccalauréat Eindexamen van de middelbare school
Le bac (fam.) Eindexamen van de middelbare school (fam.)
Le bachelier Iemand die geslaagd is voor zijn eindexamen
La bachelière Iemand die geslaagd is voor haar eindexamen
Il fait noir Het is donker
S’asseoir Zitten
La lumière crue Scherp, hard licht
Une potache (fam.) Leerling van het middelbaar onderwijs
Un collégien Middelbare scholier
Scrupuleux – scrupuleuse Nauwgezet (m., fem., adverbe)
scrupuleusement
Une interruption Een onderbreking
Une pause Een onderbreking
Interrompre (interrompu) Onderbreken (+PP)
Bavarder Babbelen
Le bavardage Het geklets, het gebabbel
Bavard(e) Praatziek
À condition que (+subj.) Op voorwaarde dat
La racine De wortel
Prendre racine Wortel schieten
Les racines De oorsprong
Les origines (f.) De herkomst, de oorsprong
Les ancêtres De voorouders
Passionner Boeien
Cependant Nochtans
Un enseignant Leerkracht (m. + f.)
Une enseignante
Se détourner de Afwijken van, zich afwenden
Se consacrer à Zich wijden aan
Davantage Meer
Un sujet brûlant d’actualité Een boeiend onderwerp i.v.m. de actualiteit
Un sujet d’actualité qui passionne Een boeiend onderwerp i.v.m. de actualiteit
Un distributeur automatique de boissons (f.) Een drankautomaat
Vestimentaire i.v.m. de kleren
La mode vestimentaire unisexe
Primordial (3 synonymes) Essentiel, capital, de première importance
Indiquer Aantonen, aanduiden
Une appartenance (à) Het behoren (bij)
Diviser Delen, indelen, verdelen
Lamentable Erbarmelijk, beneden alle peil, beklagenswaardig
Se défouler Zich afreageren
Un canular (+2 synonymes) Een grap, une blague, une farce
Le mardi gras Vastenavond
Retaper Oplappen, opknappen
Craindre Vrezen
La crainte De vrees
Enrichir Verrijken
Un enrichissement Een verrijking
Ne pas voir plus loin que le bout de son nez Niet verder kijken dan zijn neus lang is
Ne pas être prévoyant
Prévoyant Vooruitziend
Un avenir Een toekomst
Bagage (intellectuel) Intellectuele kennis, bagage
Tenir le coup Volhouden
Sécher les cours Spijbelen
Faire l’école buissonnière
Brosser les cours (belgicisme) Spijbelen (belgicisme)
Résister Weerstaan, zich verzetten
Faire l’appel (m.) De namen afroepen
Une absence Een afwezigheid
Nuire (nui) Schaden (+PP)
Un avis Een mening
Un opinion Een mening
Concorder Overeenstemmen
Apparemment Blijkbaar
La cantine De kantine, de refter
Le réfectoire De kantine, de refter
D’ailleurs trouwens
Du reste
Apporter un mot d’excuse Een brief ter verontschuldiging meebrengen
Dénoncer Aan het licht brengen, verraden, aangeven
Dégueulasse (fam.) (3 synonymes) Sale dégoûtant, très mauvais
Les loisirs (m.) De vrije tijd
L’adolescence (f.) De puberteit
Un adolescent Een tiener (m. + f.)
Une adolescente
La fondue Fondu
La raclette Raclette
Le couscous Couscous
La choucroute Zuurkool
Un copain Een vriend
Une copine Een vriendin
Développer Ontwikkelen
Un développement Een ontwikkeling
La sieste Een middagdutje
Faire la sieste Siesta houden
La chimie De chemie
S’aérer Een luchtje scheppen
Prendre l’air
Traîner Slenteren
In extremis Au tout dernier moment, op het laatste moment
S’endormir In slaap vallen
Un amphi(théâtre) Een collegezaal, een aula (+belgicisme)
Un local garni de gradins
Un auditoire (belgicisme)
Un gradin Een rij zitplaatsen van een tribune
En herbe In de dop, toekomstig
La sonnerie De bel, het gerinkel
Retentir Weerklinken
Un exploit (2 synonymes) Un record, une action extraordinaire
Pour rien au monde Voor niets ter wereld
Le cocon De cocon
S’enfermer dans son cocon Zich afsluiten van de buitenwereld
Une écriture Een geschrift
Quoique Alhoewel
Car Want
Un effort Een inspanning
Les bonnes notes Goeie punten
Les bons points
Être à cheval sur les principes Niet van zijn principes afwijken

N’oublie pas le cadre chez les exercices

asseoir
je m'assieds / ois
tu t'assieds / ois
il s'assied /oit
nous nous asseyons / oyons
vous vous asseyez / oyez
ils s'asseyent / oient

craindre
je crains
tu crains
il craint
nous craignons
vous craignez
ils craignent

retentir
je retentis
tu retentis
il retentit
nous retentissons
vous retentissez
ils retentissent