Vous êtes sur la page 1sur 34

Samenvatting

Examen Nederlands
E2

Wat moeten we kennen?


SCHRIJVEN

/50: scriptie

/30: spelling: alle geziene onderdelen kunnen toepassen

/45: LEZEN
/20: woordenschat: alle woorden in de les gezien: betekenis & spelling
kennen

/25: taalbeschouwing:
- Taalkracht 10: LES E12 en F7: Barbarismen en purismen
- LINGUÏSTIEK: idem Herhalingstoets (behalve Taalproblemen en –
stoornissen):
Politieke taal
Kindertaal & Vrouwentaal
Dialectologie
Psycholinguistiek
Pragmatiek & Taalfilosofie

/75: SPREKEN & LITERATUUR & HUISLECTUUR


/20: boekpresentatie (al gedaan tijdens de lessen)
/10: Gedicht analyseren (de 2 onbeschreven pagina’s met
gedichtanalyse mag je meebrengen)
/5: huislectuur (breng je LEESBELEVINGEN mee!!!)
/5: Sollicitatievraag beantwoorden
/5: Scriptie
/7: (grammaticaliteit, volume, vlotheid, GEEN dialect /2) + (intonatie,
articulatie & AN-uitspraak /5)
/3: een andere wending aan het gesprek kunnen geven
/20: 2 literatuurvragen (elk /10):
- De inhoud van de teksten & gedichten in TvT HB + auteur + alles
over de auteurs in de les gezien
- Welke auteur tot welke stroming behoort + inhoud van de
stromingen (kenmerken e.d.)
- Literaire termen

1. SCHRIJVEN
Pleonasme Tautologie
Is geen volledig synoniem, Is een synoniem
maar is overbodig in de zin bv
witte sneeuw Alvorens ik met de oefening begin, lees
ik het eerst aandachtig
België is bekend voor het exporteren van  eerst en alvorens zijn synoniemen
zijn chocolade naar het buitenland
 exporteren is sowieso naar het Een bommoeder
buitenland  bom =bewust ongehuwde moeder
~ er staat dus één keer moeder teveel
Overbodige ballast meezuilen
 ballast is sowieso overbodig , dus Ik heb slechts en alleen die arts
overbodig hoeft er in principe niet bij. geraadpleegd
 synoniemen
Uiterlijke schijn vertonen
 schijn is altijd uiterlijk Ik heb het recht te mogen wonen
 wanneer je iets mag , heb je altijd het
Nader toegelicht recht
 toelichten is altijd naderbij
Daarom >< dan ook
Dat moet mondeling worden besproken  synoniemen
 we spreken altijd met de mond 
Hiv – virus
Eerste aanbetaling  de V in HIV staat al voor virus ; er
 het woord aanbetaling gebruiken we staat dus één virus overbodig
altijd bij de eerste betaling
Hst-trein
Geplande Toekomst  de T staat voor trein , één keer staat
 iets gepland is altijd in de toekomst de trein dus overbodig

Vooraf waarschuwen
 je waarschuwt altijd iemand vooraf

Vooraf voorspellen
 je voorspelt altijd iets vooraf
2. LEZEN
WOORDENSCHAT
Gewonnen prijzen
Taalgebruik en taalbeschouwing
 een prijs is altijd gewonnen

Ander alternatief
Pleonasme en tautologieën
 een alternatief is altijd iets anders
Of maw. Iets anders is altijd een alternatief
E

TT19

CORRECT TAALGEBRUIK
FOUT TAALGEBRUIK JUIST TAALGEBRUIK

Accident Ongeluk
Achtereen Achter elkaar
Begeesterd Geestdriftig
Camioneur Vrachtrijder
Begraving Begrafenis
Aanvaardbaar Acceptabel
Achterduimse Stiekem of achterbaks
Cache – pot Sierbloempot
Camionette Bestelwagen
Caleren Afslagen ( “ de motor slaagt af” )
Cachet Stempel
Begoede Gegoede
Café glacé Koffie-ijs
Begeven Bezwijken
Accordeondeur Harmonicadeur
Beginners Beginnelingen
Accu Batterij
Capot Motorkap
Begrijpelijkerwijs Vanzelfsprekend
Calamiteit Ramp
Begoochelingen Illusies
Cache – poussière Stofjas ( van een dokter )
Geaccordeerd Gestemd ( piano stemmen )
Filmcabien Filmcabine
Cafard Neerslachtigheid
“ Hij begeleidt haar naar het bal” “ Hij gaat met haar mee”
“zoeken achter de sleutel” “ zoeken naar de sleutel”
In de achtergrond Op de achtergrond
TT 20
Taalgebruik
Archaïsme  verouderde woorden
Neologismen  nieuwe woorden
Jargon  groepstaal / vaktaal ( vooral gebruikt als vaktaal bijvoorbeeld tussen dokters )
Modetaal  een taal die een tijdje opleeft en dan weer verdwijnt ( modegevoelig )
Contaminaties  woorden + uitdrukkingen die verwant zijn met elkaar
Barbarismen  woorden ontleent uit andere talen (bijvoorbeeld computer )

- souperen , deleten , fabriek


 bastaardwoorden
- trots ( ondanks ) , stede ( stad )
 verouderde woorden
- win-winsituaties, sms’en , een babbelbox-kwaliteit
 neologisme
- kracht van gewijsde , een svarabhaktivocaal
 jargon een doffe “ e “ dat fout wordt gebruikt bijvoorbeeld “ melk “ = “
mellek “
- naar de lezer toe, cool, ik heb zoiets van
 modetaal
- de kost duur , opnoteren , nachecken
 contaminatie
- dagdagelijks, parlementariër , overslapen
 barbarisme

TT 25
ZUS OF ZO ?
Je moet het verschil tussen de woorden zien, ik heb ze opgezocht in Van
Dale

Twijfelen -Van iets niet zeker , in twijfel zijn


Weifelen - Niet kunnen besluiten , aarzelen

Visioen - het zien van personen, zaken enz. die op


een natuurlijke manier niet te zien zijn
( in dromen bv )
Hallucinatie - bedrieglijke waarneming , opgewekt door
bijvoorbeeld drugs

Plagiëren -zonder dit te vermelden iem of iets


navolgen, plagiaat plegen
Parafraseren
- de inhoud weergeven met andere
woorden
Citeren
-geciteerd een passage uit andermans werk
overnemen in een eigen werk, meestal met
bronvermelding
Impertinent -onbeschaamd
Vrijpostig - brutaal
Vrijmoedig -zonder schroom; onbevangen
Brutaal - onbeschoft
Desolaat -verlaten, woest , in ontredderde toestand
Desperaat -wanhopig
Doeltreffend -effectief
Doelmatig -efficiënt
Egoïstisch -iem die alleen aan zichzelf denkt
Egocentrisch - het eigen ik tot middelpunt makend
Replica -kopie ve kunstwerk, m.n. vd hand vd
maker zelf
Reproductie
- een schilderij, vervaardigd naar een ander
als model
Facsimile
-fotografische herdruk
Kopie
- aan het origineel volkomen identiek,
tweede exemplaar
Celibatair -het zich vrijwillig onthouden van seks
(priesters)
Zedig
- ingetogen, bescheiden , preuts
Kuis
- in seksueel opzicht eerbaar; maagdelijk
Moreel -gegrond op het innerlijk gevoel van goed
en kwaad
Moraal -de leer vd plichten en deugden; zedenleer

Officieel - echt, wettig

Officieus -niet officieel

Banaal - te alledaags, plat


Triviaal -alledaags, onbeduidend
Ordinair -als minderwaardig beschouwd; platvloers,
laag-bij-de-gronds
Vulgair -grof, plat

Pragmatisch - gericht op feiten, inspelend op de praktijk;


zakelijk
Opportunistisch -iem die de eigen mening, politiek door de
wisselende omstandigheden laat bepalen

Lijken - iem die de eigen mening, politiek door de


wisselende omstandigheden laat bepalen
Schijnen - volgens zeggen zó zijn als wordt
meegedeeld: hij schijnt ziek te zijn

Sensueel -zinnelijke gevoelens opwekkend


Sensitief -overgevoelig

TAALKRACHT 10 : LES E12


IS HET NEDERLANDS IN GEVAAR?
In Vlaanderen vormen de gallicismen allang een plaag. Tegenwoordig worden we meer en
meer overspoeld met Engelse woorden. Sommige mensen pleiten daarom voor een
volledige zuivering van de Nederlandse taal , dmv wetten.

Dat het Nederlands wordt bedreigd is volgens critici een beetje overdreven:
- Het Nederlands neemt al eeuwenlang woorden over van andere talen , en
velen van die overgenomen woorden lijken zelfs “normale” Nederlandse
woorden.
- Het aantal ontlening ligt helemaal niet zo hoog als men dacht of denkt.
- Vele leenwoorden zijn modewoorden , en hebben slechts een korte levensduur.
Vaak worden ze daarna vervangen door echte Nederlandse woorden
- Het Engels zelf bevat meer ontleningen dan het Nederlands. Toch wordt zij
bezien als één van de krachtigste talen op aarde. Daaruit kunnen we besluiten
dat niet de taalveranderingen de taal goed of slecht maken ; maar de
taalstructuur.
- Het is praktisch ook onmogelijk om een taal volledig te zuiveren. Je kan dit
moeilijk waarmaken. Je kan bijvoorbeeld geen wet opstellen etc..

Er is een verschil in ontleningen :


Je hebt zinvolle ontleningen en af te keuren ontleningen

Zinvolle ontleningen

- wanneer er geen Nederlands equivalent is


bijvoorbeeld : airbag, broccoli , jetlag, koeskoes, limerick , privacy , ombudsman

- wanneer de ontlening het mogelijk maakt het beknopter te formuleren


bijvoorbeeld: drugs ipv verdovende middelen of lobbyen ipv druk uitoefenen op
politieke besluitvorming

- wanneer er behoefte is aan afwisseling oa. Stilistische redenen


bijvoorbeeld : imiteren/ nadoen , literatuur/letterkunde
vaak is er hier ook een stijlverschil in woorden; toilet ( gewoon ) ;
retirade( formeel) ; plee ( informeel ) ; schijthuis ( vulgair )

- wanneer er een betekenisverschil is


bijvoorbeeld: geblesseerd – gekwetst ( gekwetst kan bijvoorbeeld ook in emotie )
soft – zacht ( zacht kan ook een zacht persoon )

- wanneer de gevoelswaarde anders is


bijvoorbeeld : komt vaak uit de zakenwereld ; advertising manager , headhunter ,

>> geeft meer prestige
- wanneer men zich er als groep of individu van kan onderscheiden : hoewel dit
soms af te keuren valt
bijvoorbeeld; jongerentaal  cool,heavy,noway!
- wanneer het gaat over internationale termen
bijvoorbeeld ; marxisme , scanner , …

af te keuren ontleningen

- de ontleningen zijn onbekend of nodeloos ingewikkeld


bijvoorbeeld : data processing ( gegevensverwerking ) , visual display
( beeldscherm )
- ze zijn verwarrend want ze horen niet thuis in de standaardtaal
bijvoorbeeld : de federale administratie beter de federale regering ( zie ook les
F7 )
- ze irriteren , klinken opschepperig of snobistisch
bijvoorbeeld : finaliseren ipv afwerken , importantie ipv belang
- ze zijn te vervangen door een evenwaardig Nederlands equivalent
bijvoorbeeld: file > kan vervangen woorden door gewoon bestand
referee > kan vervangen worden door scheidsrechter

TAALKRACHT 10 : LES F7
Het barbarisme
- gallicisme
uit het Frans
bijvoorbeeld: chauffage  centrale verwarming
garçon  ober
mutualiteit  ziekenfonds
solden  koopjes
gevoelig  ingrijpend
- germanisme
uit het Duits
bijvoorbeeld: elektrieker  elektricien
optieker  opticien
slagwoord  leuze
- anglicisme
uit het Engels
bijvoorbeeld: frontpagina  voorpagina
gedood worden bij een ongeval  omkomen
vroeger of later  vroeg of laat
koffie maken  koffie zetten
het purisme
dit is een zuiverder woord dat gebruikt wordt in plaats van een vreemd. Het
hoort echter niet tot de standaardtaal. Enkele voorbeelden:
- betoelagen ipv subsidiëren
- duimspijker ipv punaise
- geldbeugel ipv portemonnee
- inwijken ipv immigreren
- voetpad ipv trottoir
- regenscherm ipv paraplu

na verloop van tijd kunnen sommigen purismen wel tot een standaardtaal doordringen.
Bijvoorbeeld:
Simon stevins wiskundige woorden ; aftrekken, delen , meetkunde, optellen, rechthoek,

Taalkundige woorden zoals bijwoord , buiging,…
Ook dialectwoorden kunnen AN woorden worden ; prietpraat ,uitbater ,
betoging, beiaard

Taalbeschouwing
Zinloze ontleningen
Bijvoorbeeld mutatie wordt gebruikt in een zin ; maar eigenlijk heb je dit woord niet nodig
om dat er een eenvoudiger Nederlands woord bestaat.

- Mutatie ( in de zin ; “ de enige mutatie vond plaats na de rust” ) : wissel


- participeren: deelnemen
- capabel: bekwaam
- geconcipieerd : ontworpen
- exceptioneel : uitzonderlijk
- frequent : vaak
- tranquillizers : kalmeermiddelen
- implementatie : invoering
- claimen : aanspraak maken op
- penalty : strafschop
- referee : scheidsrechter
- fluctuaties : schommelingen
- deficit : tekort
- keyboard : toetsenbord
- prioriteit : voorrang
- urgent : dringend
- refereren : verwijzen naar

welke verschillen zie je tussen de volgende woorden op de volgende gebieden :


- betekenis
- gevoelswaarde
- stijl ( gewoon, formeel, informeel,archaïsch ( voorbijgestreefd,
ouderwets ) of vulgair)

* Hij zit in de gevangenis/nor/strafinrichting/cachot


Verschil in stijl
Gevangenis: gewoon in gebruik
Nor : informeel in gebruik
Strafinrichting: formeel in gebruik
Cachot: archaïsch in gebruik

* Ze ontmoetten elkaar in een café/taveerne/drankhol


Verschil in stijl en gevoelswaarde
Café : gewoon in gebruik
Taveerne : archaïsch in gebruik
Drankhol : vulgair en negatieve gevoelswaarde

* Hij is van beroep dokter/heelmeester/medicus


Verschil in stijl
Dokter: gewoon in gebruik
Heelmeester: archaïsch
Medicus : formeel

* Wie organiseert het / richt het in?


Verschil in betekenis
Wie organiseert het : regelen
Inrichten : meubileren
* Er waren maar twee agenten/smerissen/ dienders/rechercheurs
Verschil in gevoelswaarde, betekenis, stijl
Agenten: gewoon in gebruik
Smerissen : informeel – negatieve gevoelswaarde
Dienders: archaïsch
Rechercheurs: verschil in betekenis ; zij zijn geen gewone agenten

* We aanvaarden alleen baar geld / cash / contanten


Verschil in stijl
Baar geld : formeel in gebruik
Cash : informeel in gebruik
Contanten : gewoon in gebruik

* Hij is één van onze trouwste aanhangers/ supporters


Verschil in betekenis
Trouwste aanhangers : dit kan bijvoorbeeld ook op politiek vlak zijn , ..
Supporters : kan alleen maar op sport gebied

* Het is een volks/ populair tijdverdrijf


Verschil in betekenis
Volks : typisch voor het volk
Populair: geliefd

* Die mevrouw / dat vrouwmens / die madam gedraagt zich vreemd


Verschil in stijl & gevoelswaarde
Mevrouw: formeel
Vrouwmens: negatieve gevoelswaarde
Die madam: negatieve gevoelswaarde

* Deze vakantie maken we een zeereis/cruise


Verschil in betekenis
Zeereis: kan bijvoorbeeld ook met een vlotje
Cruise : luxeschip

* Sedert vorig jaar is hij doctor / dokter


Verschil in betekenis
Doctor : professor
Dokter: arts

* De toespijs/het dessert/ toetje/ nagerecht was erg lekker


Verschil in stijl
Toespijs : archaïsch
Het dessert : formeel
Toetje : informeel
Nagerecht : gewoon

* Je mazzelt/hebt geluk/zwijnt
Verschil in stijl
Mazzelt : informeel
Hebt geluk: gewoon
Zwijnt :informeel

Barbarismen ( = woord uit een andere taal halen zonder dat dat mag )
 het juiste woord staat achter het pijltje

Klasseren: gallicisme  als monument erkennen


De kat kwam op de koord : gallicisme  had je de poppen aan het dansen
Uitstalramen : purisme ( bestaat niet in het nederlands )  etalage
Parking : gallicisme  parkeerplaats
Politieker : germanisme  politicus
Labo : gallicisme  lab
Drukkingsgroepen : purisme  pressiegroep
Chauffeur : gallicisme  bestuurder
Gesanctioneerd : gallicisme  straffen sanctioneren bestaat wel in het
nederlands , maar dit betekent iets goedkeuren
Bestemmeling : purisme  geadresseerde
Kader : gallicisme  lijst
Hospitalisatiekosten : gallicisme  verplegingskosten
Regime : gallicisme  dieet
Maximum : gallicisme  maximaal

Herhalingstoets linguïstiek ; vragen


Politieke taal
Wat is majoreren?
 iets ergers voorstellen dan het in feite is, zodat de werkelijkheid niet zo erg lijkt
wat is witte ruis?
 Iets betekenloos zeggen , om zo de stilte te vermijden
Hoe verover je initiatief ?
 Door de vraag om te buigen of helemaal om te keren
Kindertaal
Geef twee redenen waarom taal aangeboren moet zijn ?
 Dieren kan je geen taal leren
 Kinderen verwerven taal overal gelijk , overal ter wereld
 Zinsconstructies zijn te moeilijk om t e leren
Geef de definitie van sociolinguïstiek ?
 Onderzoekt hoe sekse, leeftijd , beroep, sociale klasse het taalgebruik van iemand
kunnen bepalen
Wat betekent de term overextentie in de context in de moedertaalverwerving
 Kinderen gebruiken eenzelfde klankcombinatie voor verschillende betekenissen
Vrouwentaal
Wat is het grote verschil tussen mannen en vrouwen in hun beleving van de wereld ?
 Mannen : onafhankelijkheid , hiërarchie  confronterend
Vrouwen : afhankelijkheid , netwerk van verbindingen  coöperatief
Wat is het communicatieprobleem in het luistergedrag van mannen tov dat van
vrouwen ?
 Mannen vallen niet in rede , en vrouwen verwachten blijken van betrokkenheid
Hoe noemt Deborah Tannen haar theorie over het verschil tussen man en vrouw?
 Twee werelden theorie
Dialectologie
De term “ diglossie “ , wat is het verband tussen deze term en dialectologie
 Je bent tweetalig als je een dialect en standaardtaal spreekt
Vlamingen en Hollanders spreken eigenlijk dezelfde taal , ze vormen dus samen een
…?
 Taalgemeenschap
Volgens welke theorie verlopen de regionale taalveranderingen en wat betekent dat?
 Golftheorie
Waartussen moet het onderwijs een gulden middenweg zoeken?
 Taalzuivering en vlotheid
Een geografische taalvorm die zich ontwikkelt uit een dialect noemen we .. ?
 Regiolect
Wat verstaat men onder de non-profit sector?
 De zachte sector , welzijnwerk& verzorging
Geef een synoniem voor sociolect
 Groepstaal
Wat betekent jobhopping?
 Het frequent veranderen van job
In de volgende reeks woorden duid je de Belgisch nederlands woorden , achter de
andere woorden zet je de standaardtalige synoniemen …
- Hesp: B N
- dop : stempelen
- droogkuis: stomerij
- leeggoed : statiegeld
- bankkaart: BN
- ondertas: Schoteltje
- speeltijd : BN
- solden : seizoensopruiming
- verschieten : schrikken

psycholinguïstiek

wat onderzoekt de psycholinguïstiek eigenlijk?


 De psychische processen die het hanteren van de taal vergezellen
Wat is sublimale perceptie
 Onbewuste waarneming
Geef de drie sleutelelementen van taalverwerking
 Snel , automatisch , onbewust
Wat is een mentaal lexicon ?
 Woordgeheugen
Wat zijn homofonen ?
 Vormen die dezelfde uitspraak hebben , maar verschillend worden gespeld.
Geef de definitie van semiotiek?
 Studies van tekens en tekensystemen
Geef 1 voorbeeld van een kunstmatige taal
 Esperanto
Wat is het deel van perlocutionaire taalhandeling?
 Een reactie bij de ontvanger teweeg brengen
Benoem alle maximes van Grice
 Kwaliteit , kwantiteit , relevantie en stijl
Definieer de kritische leeftijd ?
 De leeftijd waarop een kind een taal kan nog leren ( 13-14 jaar )
Wat betekent afasie ?
 Verzamelnaam voor taalstoornissen door hersenletsel
Hoe heet het meisje , dat werd vastgebonden op een stoel en niet kon babbelen?
 Genie

3. MONDELING
LES 20 : Fin de siècle : proza en toneel

Enkele auteurs die het fin de siècle kenmerken:

- Frederik van Eeden met zijn werk van de koele meren des doods
Dit gaat over hedwig Marga de fonteyne. Zij is een aantrekkelijke jonge vrouw uit een streng
burgerlijk en rijk milieu. Ze wordt voortdurend heen en weer geslingerd door haar
aangeboren sterk erotisch verlangen en haar hevig doodsverlangen. In de wereld die zij als
vuil ervaart zoekt ze reine schoonheid. Na een vroege verliefdheid met schilder Johan ,
trouwt ze later met een kandidaat notaris Gerard. Haar huwelijk bevredigt haar niet en ze
valt van de ene depressie in de andere. Haar kennismaking met de pianist Ritsaart fleurt
haar weer helemaal op. Hun platonische liefde slaagt daarna om in een passionele relatie. Na
een tweede zelfmoordpoging zet ze haar man aan de deur en vertrekt ze met Ritsaart naar
Engeland , waar ze een doodgeboren kind ter wereld brengt. Dan trekt ze naar Parijs, waar ze
in de prostitutie belandt & aan de morfine verslaafd geraakt. Dankzij verpleegster Paula komt
ze er bovenop en keert ze terug naar Nederland, waar ze zich vestigt naast haar ouders in
een hoeve.
Van Eeden was een schrijver die de kunst liefhad om het esthetische ; om de boodschap die
hij verkondigde. Hij is zijn levenlang een zoeker geweest naar het ideale. Hij heeft ook een
socialistische commune” walden “ opgericht , maar dat werd een groot fiasco. Daarna kreeg
hij belangstelling voor het spiritisme en de oosterse mystiek. Later wendde hij zich tot het
katholicisme

- Louis Couperus met zijn werk de binocle


Dit gaat over een man die een binocle ( = een verrekijker ) koopt om naar een toneelstuk te
gaan kijken. Maar door de binocle valt alles hem meer op ( bijvoorbeeld de kale kop van de
man onder hem ). Hij wordt hier gek van , en laat de binocle voor wat het is en laat hem
achter. Als hij jaren na datum terugkeert bieden ze hem zijn binocle terug aan. Waarop hij
deze naar beneden gooit recht op een kale man zijn kop.
Hij is waarschijnlijk de meest internationaal gerichte schrijver. Hij bracht een deel van zijn
leven door in Nederlands Indië dus zijn levenswijze was niet echt hollands. Hij was een poseur
, een levensgenieter. Hij was ook pronkzuchtig iemand die graag de rol van excentrieke
kunstenaar speelde.

- Cyriel Buysse met zijn werk het recht van de sterkste


Maria beert woont in de zijstraat, een beruchte achterbuurt in Brakel. Op de terugweg van
de kermis wordt ze door Reus Balduk , een vechtersbaas die net uit de gevangenis komt ,
verkracht. Als Maria ontreddert thuiskomt wordt ze door haar moeder afgerost en al gauw
gaat de hele zijstraat er zich mee bemoeien en ontstaat er een zware vechtpartij. Het meisje
denkt aan zelfmoord want ze wou met een brave jongen trouwen om zo de Zijstraat te
ontvluchten. Reus Balduk blijft haar echter achtervolgen want hij meent haar te bezitten.
Omdat ze denkt zwanger te zijn legt Maria zich bij de situatie neer en trouwt ze met Balduk
Maar als Balduk wordt ontslagen gaat het mis in hun relatie. Hij gaat stelen en stropen ,
bedriegt en mishandelt Maria. Uiteindelijk belandt hij terug in de gevangenis. Op een goede
dag meldt hij zich terug in de Zijstraat. Alles gaat blijkbaar goed want hij zorgt nu voor de
zieke Maria en zijn onozel geworden moeder. Maar dan loopt het weer mis als Maria hem
betrapt in bed met haar jongere zus. Niet lang daarna sterft ze.
Hij was een vrijzinnig liberaal en heel internationaal georiënteerd. Toch toonde hij altijd
belangstelling voor de sociale misstanden en had hij veel omgang met het gewone volk.
Buysse schreef vooral realistische romans die aanvankelijk naturalistisch gericht waren. Zijn
personages waren ook gewaagd: echte Vlaamse figuren aan de rand van het leven. Rond
1905 berustte hij meer en creëerde hij verhalen met goedmoedige ironie en relativeerde hij
de wereld.

- Stijn Streuvels met zijn werk Groeikracht


Dit is een verhaal vande hardwerkende , arme boer , Peter Schemel en zijn vrouw en
hun 10jongens. Omdat hij met zijn beperkte opbrengst zijn kinderen en vrouw kan
onderhouden beslist hij van een stuk land om te spitten dat nog vol stenen ligt. Dit
wordt dus hard labeur voor hem en zijn kinderen.Alles lijkt hem dan voor de wind te
gaan en als de rijke boer Knudde dan voorbij loopt en zijn achterlijk kind doodschiet
zegt hij niets en kropt hij het op. Hij kropt zijn woede zo op dat hij zich afreageert niet
zozeer op knudde maar op alles wat rijk en machtig is. Als Knudde op een zekere dag
terug op zijn land komt slaat hij hem neer. Schemel wordt daarom gearresteerd en
zijn huis en stal worden met de grond gelijk g gemaakt door de zonen van Knudde. De
vrouw van schemel vertrekt met haar zonen naar een verre streek en stuurt hen elk
een andere richting uit. Na verloop van tijd komen de zonen één voor één terug en
bouwen ze een grote boerderij. De oude moeder bekijkt alles en gaat dan slapen om
nooit meer wakker te worden…
Stijn Streuvels is neef van Guido Gezelle. Hij droeg in grote mate bij tot de bloei van
het traditionele regionalisme en de boerennovelle. Zijn romans zijn waarschijnlijk het
beste te beschrijven tussen streekroman en naturalistische roman. Hij tekent in zijn
boeken de kleine , gekwelde mens die vecht tegen het noodlot.

Het werk van deze schrijvers behoort voornamelijk tot eenzelfde stroming nl.
Het naturalisme of sociaal realisme

Kenmerken van het naturalisme

Dit kan beschouwd worden als een realisme dat verder doorgedreven is op een
doctrinaire , wetenschappelijke basis.

Uitgangspunten
- positivisme : het feitelijke , zinnelijke waarneembare is belangrijk
- sciëntisme : alleen wetenschap kan ware kennis bieden
- deterministische levensbeschouwing: de mens is een product van
verschillende factoren

doel:
aandacht vestigen op en aanklagen van sociale wantoestanden en miserie

kenmerken :
- vergroving van het realisme en reactie op de romantiek
- streeft naar objectieve voorstelling van de werkelijkheid , maar toont
een voorkeur voor de zelfkant van de maatschappij>> het lelijke in de
maatschappij ( dronkenschap , losbandigheid, criminaliteit , … )
- Het determinisme : noodlotsgedachte leidt tot fatalisme >> de mens
leeft niet ,maar wordt geleefd.
dit alles leidt tot PESSIMISME

IN DE LITERATUUR :
- gedetailleerd beschrijving met een voorkeur voor een ruwe taal ( 
vaak een dialectische invloed )
- vooral romans en ook toneel

LES 21 : INTERBELLUM

WO I EN WO II zijn geen onbekende fenomenen, ook voor wie ze zelf niet heeft
meegemaakt. Het interbellum is eigenlijk de periode tussen deze twee grote oorlogen. In
deze periode komen de stromingen expressionisme,futurisme,kubisme, dadaïsme en
surrealisme.
 volgens mij zijn deze eerste kenmerken niet zo belangrijk, het is vooral de
literatuur dat belangrijk is
1. expressionisme 2. futurisme 3. kubisme 4. dadaïsme 5. surrealisme

uitgangspunt : uitgangspunt : uitgangspunt uitgangspunt uitgangspunt


- de ziel van de - de beweging en - elementaire , - uiting geven -het onbewuste
mens als kern van de snelheid van vlakke , aan de bestuderen om
alle kunst moderne hoekige gevoelens van door te kunnen
-het verlangen van technologische vormen frustratie dringen in een
de kunst radicaal te maatschappij tegenover de hogere
veranderen , want uitdrukken leugenachtige werkelijkheid
kunstenaars Doel ervaren
weigeren te Doel : - nieuwe burgerlijke Doel
imiteren! -verwerping van realiteit creëren cultuur die - de mens
Doel : de traditie en waarbij verantwoordelijk bevrijden van het
- het innerlijke zo cultuur en voorwerpen werd geacht juk van een
zuiver mogelijk aanbidding van gefragmenteer voor de intellectuele en
uitdrukken het moderne d worden verwoestingen utilitaire
machinetijdperk weergegeven van WOI beschaving
Kenmerken en
- een brede liefde Kenmerken verschillende Doel
voor de mensheid - grillig spel van zijden gelijk - agressie tegen Kenmerken
en een sterk sociaal kleuren , lijnen , en worden conventionele - nadruk op het
gevoel en geloof vlakken weergegeven. waarden , irrationele ,
inde maatschappij - provocerende heftige onderbewuste
verwerping van Kenmerken : aanvallen tegen
- het uiterlijk op alle traditionele - vaak grijze , traditionele - vermenging van
zichzelf heeft geen waarden en bruine tinten kunst de werkelijkheid
belang normen - provoceren en met associaties ,
> gevolg : - het schilderij choqueren fantasieën en
- de inhoud is verheerlijking van wordt erkend - bewust tegen dromen
belangrijker dan de de strijd tegen als een de burgerlijke
vorm gevaar , de tweedimension smaak ingaan - eigenaardige
 vervorming techniek,de eel vlak combinatie in een
treedt op snelheid en oorlog Kenmerken realistische , koele
- meerdere - extreem zakelijkheid
-afkeer van het gezichtspunten individualistisch
burgerlijke en tegelijk - geen logische - belang van de
ingaan tegen de weergeven verbanden verbeelding die
opvattingen over - objecten uit het losstaat van logica
mens en dagelijks leven
maatschappij als kunst
voorstellen
- voorkeur voor het - ironische
uitdrukken van kunstwerken
levensbeschouwing met vaak een
en en zelfs dubbele
propageren betekenis

- weinig details,
zoeken naar één
kenmerkend
element

IN DE LITERATUUR
- Voorkeur voor -aanpassing aan - de dichter geeft - klankgedichten , -écriture automatique =
dramatiek en lyriek het technologische de werkelijkheid klanken zonder automatisch,
tijdperk , zowel gefragmenteerd betekenis ongecontroleerd
- Streven naar een qua thema en vorm weer schrijven
strakke taal , die - de taal is
recht op de man - logische - logisch losgemaakt van elke -vrije seksuele expressie
afgaat grammatica maakt verband tss de betekenis en krijgt
>> gevolgen : plaats voor verschillende daardoor iets - zwarte humor ,
korte , heel opeenstapeling van fragmentarische universeels groteske grappen
geconcentreerde substantieven en indrukken
zinnen waarin het infitieven - collagetechnieken , - waanzin om afstand te
substantief - de onderlinge met citaten en creëren van de
( onderwerp ) een - schrijven zonder relatie kan ook fragmenten uit werkelijkheid
grote rol speelt rem berusten op tijdschriften en
associaties kranten
- geïsoleerde Het futurisme
woorden heeft geen grote - typografische
literaire werken experimenten
- weglaten van voortgebracht ,
hoofdletters maar wel grote
schrijvers
- versvorm niet beïnvloedt
gebonden
aan
rijmschema,versmaat
,strofen

- gedurfde
beeldspraak

LUISTERTOETS : eigenschappen van moderne beeldende kunst

Wij proberen gegevens binnen en buiten onszelf onder te brengen in een voor ons
samenhangend en zinvol verband op verschillende manieren bijvoorbeeld :
- in natuurwetenschappelijke werken
- in historische werken
- kunstwerken

kunstgeschiedenis beoefenen = zoveel mogelijk historische feiten achterhalen en de


samenhang ervan beschrijven

verbanden leggen tussen verschijnselen wordt moeilijkere naarmate ze zich dichterbij in


de tijd afspelen

er zijn verschillen tussen de sociale omstandigheden van de 17e eeuwse kunstenaar en


zijn 20ste eeuwse collega :

- de 17e eeuwer werkt vooral voor anderen , via opdrachten


- de 20ste eeuwer werkt voor zichzelf via een vrije markt

de laatste eeuw zien we nogal een opzichzelfstaande ontwikkeling van de kunst ..


 de kunststroming ontwikkelt zich door zich af te zetten van zijn voorganger of een
aspect verder te ontwikkelen

Economisch vertaald betekent dit dat indien kunsthistorici nu reeds merken dat de
kunstenaar over belangrijke vernieuwingen beschikt ,die een keerpunt kunnen betekenen
de kunstenaar beter zullen verkopen
Waaraan moet een kunstwerk voldoen ,voor iemand die niet dagelijks bezig is met kunst :
- het moet een schilderij of beeldwerk zijn
- het moet een voorstelling zijn van de werkelijke omgeving
- het moet mooi zijn

 dit vind men vaak niet in een museum

waarin moeten we ons dus meer verdiepen om dit allemaal ( = kunst in het
museum ) te begrijpen ?
- problemen van de kunstenaars
- iets weten van de geschiedenis van de kunst en kunstenaars
- het onderwerp snappen

het centrale probleem van de 20eeuwse kunst is de vraag naar de essentiële


eigenschappen van een kunstwerk . Het onderzoek daarnaar splitst zich op in 3
terreinen

- het onderzoek naar grenzen tussen het dagelijks leven en de kunst


- het onderzoek naar de verhouding tussen vorm en kleur
- het onderzoek naar psychische achtergrond

LES 22 : PAUL VAN OSTAIJEN

Je moet de periode kunnen herkennen, de eigenschappen van deze periode kunnen


geven en deze kunnen toepassen op het gegeven gedicht. Je moet ook kunnen zeggen
uit welke dichtbundel het gedicht komt. + je krijgt ook een citaat ( hier bij gevoegd - ) :
dit moet je ook kunnen verklaren , + kunnen zeggen welk gedicht dit beschrijft.

Overzicht van de ontwikkeling in het werk van Van Ostaijen

Eerste periode
Inhoud:
- beeld van de moderne stad en het café chantant
- dandyisme
verklaring dandyisme: Een dandy is een (doorgaans mannelijk) persoon die
vanuit zijn levensvisie veel aandacht besteedt aan zijn uiterlijk. Het dandyisme
begon als een vorm van verzet tegen de Franse revoluties, rond 1790. Dandyisme
kan de vorm aannemen van snobisme.
- gevoelens van eenzaamheid en verlangen naar samenhorigheid
- unanimistisch geïnspireerd
- gaat uit van het idee dat de mensheid wordt doorstroomd door één ziel
- richt zich niet op het individu , maar op de groep

Vorm :
- kenmerken van oud en nieuw
- vrij eenvoudige vergelijkingen
- expressionistische taal en vorm , maar ook vrij traditioneel

dichtbundel : MUSIC HALL

Tweede periode
Inhoud :
- gemeenschapsidealen en broederschapsgedachte
- humanitair , menselijke solidariteit over de grenzen heen
- optimistisch , vertrouwen in een betere mensheid en wereld
- kosmisch “ al “ gevoel
- sociaal en socialistisch geïnspireerd

vorm:
- expressionistische taal en vorm
- bijna een soort poëtisch proza in versvorm
 humanitair expressionisme

Dichtbundel : SIENJAAL

Derde periode
Inhoud :
- nihilistisch – afrekening met de schijnwaarden
- roes , angst en innerlijke ontreddering , onrust
- vervreemding van de moderne mens
- waanzin van de oorlog
- duidelijke sporen van dadaïsme
- ironische en cynische ontmaskering van de burgerlijke samenleving
 spotten met het gezag

Vorm :

- opeenstapeling van klanken en individuele woorden


- totale destructie van de vers
o zinnen vallen uitelkaar
o volzinnen worden gereduceerd tot elliptische versregels
- aanwenden van verschillende lettertypen en inktsoorten
 ritmische typografie

DICHTBUNDEL : FEESTEN VAN ANGST EN PIJN


BEZETTE STAD

Vierde periode
Inhoud
- gedichten zonder maatschappelijk doel : woordkunst
- wil niet overtuigen maar fantastische uitbeelding tonen
- vertrek vanuit persoonlijke ontroering
- gedicht als autonoom weergegeven , waardoor dichter zelf verdwijnt

vorm
- grote muzikaliteit
- taalspel
 organisch expressionisme = zuivere lyriek

DICHTBUNDEL : NAGELATE GEDICHTEN

BESPREKING VAN DE GEDICHTEN


Gedicht 1 : Gulden sporen negentienhonderd zestien

In dertienhonderd en twee
beken naar de stroom, stromen naar de zee,
zó de verdedigers van het vlaamse-gemeente-sisteem, sterk in de strijd,
wal, tegen de aanval van de franse leenroerigheid;
zee-wal, pal, als de Rode Zee ten tijde van de Exode
was, tocht van godsvolk naar Kanaän, tocht der Joden.

Maar negentienhonderd zestien


zal, zij aan zij,
pal, rij op rij,
het aktieve leger groeien zien,
tot een wil en tot een daad,
gekromd de rug en vuist gebald, die de vijand slaat
en de nacht; breekt de dag door dageraad.
Negentienhonderd zestien, jaar dat woord werd,
woord dat vlees werd, Sociaal en
leger van ons land,
wachtersdaad bij wachterswoord en -hand. socialistisch
geïnspireerd
Maar ook een soort
gemeenschapsgevoel
Vastberaân, wij staan
in kamp. Wij staan.

Periode : 2
Dichtbundel : SIENJAAL

Gedicht 2 : Polonaise
Ik zag Cecilia komen
op een zomernacht
twee oren om te horen
twee ogen om te zien
twee handen om te grijpen
en verre vingers tien
Ik zag Cecilia komen
op een zomernacht
aan haar rechterhand is Hansje
aan haar linkerhand is Grietje
Hansje heeft een rozekransje
Grietje een vergeet-mij-nietje
de menseëter heeft ze niet gegeten
ik heb ze niet vergeten
ei ei ik en gij
de ezel speelt schalmei
voor Hansje en voor Grietje
Hansje met zijn rozekransje
Grietje met haar vergeet-mij-nietje
zijn langs de sterren gegaan
Venus is van koper
de andere zijn goedkoper
de andere zijn van blik
en van safraan
is Janneke-maan
Twee oren om te horen
twee ogen om te zien
Twee handen in het lege
en verre vingers tien

periode : 4
dichtbundel : nagelaten gedichten

gedicht 3 : Music hall 2


Nu rinkelt schel
De elektrieke bel
En scheurt de vrede van den avond
Tot een rinkelende wond
Van bange blijheid.

De mensen die voorbijgaan voelen


Hoe, als 'n klamme, koele
Drop, de tingeltangeltinteling
Op hun ziel zinkt,
Gelijk een regendrop op 't zinkevlak
Van een platdak.

De mensen aarzelen, kijken


Even de neger aan
Die op en neer moet gaan,
Programma's reiken.

Over de mensen deint 'n


Zee van onzekerheid,
En d'elektrieke globe schijnt
Als 'n lichtbaken van blijheid.
Schril gillen de sirenen:
Komt naar de Music-Hall henen,
Daar is er lachen, daar is er wenen,
Schril gillen de sirenen.

Onzeker gaan de mensen Ter Music-Hall;


Onzeker staan de mensen
In de zwarte zaal.

Gedicht 4 : Music Hall 5

Als niet meer is de mens,


Zelfs niet de wens
Om uit de agonie te zijn,
Als na 'n laatste harde strijden,
De ziel van 't lichaam is gescheiden,
Dan blijft de menselike huls
Slechts 'n onnuttig tuig.

Zo is zielloos de Music-Hall,
Wanneer de mensen de zaal
Verlaten hebben, plots, in een drang,
Uit hun eenheid gedrongen.
Als het volk buiten was,
Hebben de kellners ras
Opgeruimd het glas-
Werk en de stoelen boven
Op de tafels geschoven.
Dan zijn de kellners verdwenen
En de lichten, die voorhenen
Zo vrolik de zaal doorschenen,
Ook zijn uitgedoofd. De Dood,
Zij werkt steeds onverdroten,
Heeft de Music-Hall als 'n prooi omprangd
En haar dood-stille adem over hem heen doen glijden.

De ziel des Music-Hall's leeft langs de straten,


Duizendvoudig in gebroken praten.
De ziel is aan flarden gescheurd
En heeft haar eenheid verbeurd.
Toen de ziel even buiten de zaal was,
Is zij stuk gevallen als zeer broos glas

Nu lopen weer al de mensen uitéén


Alsof ze nooit één geweest waren, voorheen.
Niet meer bij mekaar sluiten zij zich aan.
Nu zijn er weer schamele mensen langs de baan:
Arme mensen, die alleen en sjofel staan,
Onzeker, verder gaan.

Zo is gevallen
Als teer porselein,
Gebroken met 'n korte knallen
En het doven van de kinoschijn,
De ziel die even één was,
Wijl zij haar blijheid op de kino las.

Gedicht 5 : Februarie

Dat is het eerste van de lente in de havenstad: een volle bries van de
stroom,
zo vol als het gelaat van een boerejongen die in een mondharmonika blaast,
een bries die over de stad vaart en even onvermoeid is als die dorpsmuziekant.
De wind die de eerste maal dit jaar een zelfstandige vreugde heeft
gevonden.
Enkel wind te zijn, tomeloos, mateloos, ongebonden.
Wind te zijn, te waaien in de boom,
in al de bomen. Geen enkele vertoont groen
en toch is geen enkele nog winterdood. Tijd van de blijde
boodschap,
zelfstandige tijd die een eigen leven scheppen gaat:
een eigen geboorte, een eigen leven, oogst en dood.
Wind te zijn; de kerktorens, de oude heksen, te buigen, te dwingen
tot kinderspel.
Wind te zijn even dwaas tegenover de jonkvrouwelike katedraal.
En zó 'n goddelik genot met de ernst te zwetsen:
de hoed van een parlementslid vijftig meter ver te dragen
of legendaries akelig te doen achter schilden en uithangborden!
Een grote dag die de kristelijke liefde bezingt in een nog heidense
roes.
Als gister misschien schijnen bomen even dood. Maar de lucht is de
miljonaire trilling van leven daarrond.
Geen winteravond meer, doch elk gerucht vergaat in een
vreugde-echo.
Zo'n dwaas geluk kent een knaap die plots te zwemmen gevat heeft,
of fiets te rijden.
Er is nog niets tastbaar veranderd. Dat is juist het grote van het genot.
Gister: aleksandrijnen over wintermajesteit.

Gedicht 6 : Vers 5

Ik zou willen een jazz op de melodie van


Frère Jacques
ik vind het jammer dat ik niet meer
triktrak
kan spelen in mijn geboortedorp^

Moeder hier
zit
de veelbelovende knaap

te midden protestantse feldwebels en professoren

ik
de laatste katholiek
de laatste gnostieker

HALT! HIER IS TE ZIEN


DE LAATSTE
KATHOLIEK

de laatste heresiark
van de leer der immanens
zoon geboren uit Montanus en Maximilla

dochter uit Katarine Emmerich en Mister Eckehardt


Sainte Madame Jeanne Marie Bouvières de la Mothe Guyon
priez pour moi
professoren hier is de laatste gnostieker
hij rookt een sigaret terwijl hij nuttigt
de Eucharistie
en toch
en toch
Ik zou willen naakt zijn
een bittere smaak is mijn tong
misschien is het gif
ben ik een zoon !
r
e
t
h
c
o
Ik ben een d

ik ben bang

en ik zou willen een jazz op de melodie van


FRERE JACQUES

Gedicht 7 : Vers 6
Ik kan geen postzegels verzamelen
ik kan geen vrouwenfoto's verzamelen
ik kan geen amourettes collectioneren
en geen wijsheid
ik kan niets meer
ik kan niets meer

Waarom doof ik de lamp niet


en ga ik niet te bed
Ik wil beproeven
naakt te zijn
bloot wie weet wel gevroren purper
en bleekheid

Is zo niet het gans beginnende begin

Ik wil niets weten


ik wil niet vragen

waarom
ik niet werd een postzegelcollectioneur
Ik zal beginnen mijn debacle te geven
ik zal beginnen mijn failliet te geven
ik zal mij geven een stuk gereten arme grond
een vertrapte grond
een heidegrond
een bezette stad

Ik wil bloot zijn


en beginnen

Gedicht 8 : bedreigde stad

Visé marsj Luik mortieren

marsj mortieren

Puppchen Du bist mein Augenstirn

Puppchen, mein liebes Puppchen Heil Dir im Siegerkranz

Armee von Kluck


jef jef jef 'ne zeppelin

kruipt al gauw de kelder in

eins zwei eins zwei eins zwei eins zwei

Pruisies Pruisies

marsj mortieren

Wij staan mijn broer en ik les hommes au balcon

het flakkerend land

de verre toren en de laaiende brand

de saKKaden van het vertraPte leger

de Masochistiese marsj

het d e b a c l e

Gedicht 9 : boem paukeslag ( zit in de bijlage )

Citaten PAUL VAN OSTAIJEN Je moet het citaat kunnen


uitleggen , de periode herkennen aan de hand van het citaat , de dichtbundel
erbij vernoemen en ook kunnen zeggen waarom het net in die dichtbundel
hoort en over welk gedicht het gaat de uitleg die ik erbij geef heb ik zelf “
verzonnen “ , het is dus niet iets dat uit een cursus komt ofzo, sommige citaten
begrijp ik zelf niet goed.. daarom is het soms een verwarrende uitleg. + ik ga ze
ook niet allemaal uitleggen, want sommige snap ik echt echt niet

Gaat over het gedicht : Februarie dichtbundel : sienjaal

Uitleg : Het gaat duidelijk over Februarie ; er is geen groen , maar toch is het
toch niet meer winterdood. Het is een heel optimistisch gedicht over het
hervatten van alles. Daaruit blijkt dat het uit de tweede periode komt en dus
uit de dichtbundel Sienjaal

Gaat over het gedicht : Polonaise dichtbundel : nagelaten gedichten

Uitleg : Hier gaat het over polonaise. In polonaise spreekt men van Hans en
Grietje, Janneke maan, vergeet-mij-nietjes,.. Ook herkennen we duidelijk enkel
rijmpjes. Dit komt dus duidelijk uit de vierde periode , een periode waarin er
niet echt een maatschappelijk doel moet zijn , en de woordkunst eerder
centraal staat. Het gedicht is duidelijk ontstaat uit een persoonlijke ontroering
van de schrijver. In het gedicht zelf zit ook een grote muzikaliteit , waardoor
het nog maar eens wordt bevestigt dat het uit de vierde periode komt en dus
ook uit de dichtbundel nagelaten gedichten.

Gaat over het gedicht : Gulden sporen …. dichtbundel : sienjaal

Uitleg: Hier zit men duidelijk het sociaal en socialistisch geïnspireerde in


gulden sporen.. Er heerst ook nog steeds een positieve sfeer rondom het werk.
Je merkt duidelijk het gemeenschapsgevoel uit de tweede periode. Zo zie je dat
het stamt uit de dichtbundel sienjaal.
Gaat over het gedicht : Februarie dichtbundel : sienjaal

Gaat over het gedicht : Vers 5 dichtbundel : bezette stad

Uitleg: In vers 5 zie je duidelijk het gebruik van aparte woorden, klanken , …
Ook speelt Van Ostaijen met verschillende lettertypen ( HALT ! ) en
inktsoorten. Daardoor lijkt het alsof zijn zinnen uit elkaar vallen. Dit alles zijn
duidelijke kenmerken van de derde periode en daarom is vers 5 een gedicht uit
de dichtbundel bezette stad

Gaat o:ver het gedicht : bedreigde stad dichtbundel : bezette stad

Uitleg: Bezette stad gaat over de bezetting van de Duitsers . Het thema alleen
al maakt duidelijk dat het uit de dichtbundel “ bezette stad “ komt. Ook maakt
Van Ostaijen gebruik van klanken, individuele woorden en een aparte manier
van zinsconstructie. Daardoor is het dus uit de derde periode.

Gaat over het gedicht : Februarie dichtbundel : Sienjaa l

Gaat over het gedicht : Music Hall 2 en 5 dichtbundel:Music Hall

Uitleg: De gedichten Music Hall 2 en 5 geven een beeld van de moderne stad
en zijn heel unanimistisch geïspireerd , ze richten zich dus niet op het individu
maar op de groep ( =solidariteit ). Ze zijn ook vrij traditioneel geschreven ,
toch is het vrij expressief

Gaat over : Vers 5 dichtbundel : Bezette stad

Uitleg: Klankoppositie is belangrijk >> bezette stad

Gaat over : Polonaise dichtbundel : nagelaten gedichten

Gaat over : Februarie dichtbundel : sienjaal

Gaat over : Vers 6 en Boem Paukeslag dichtbundel : feesten van


angst en pijn

Gaat over : Music Hall 2 en 5 dichtbundel : Music Hall

Gaat over : Bedreigde stad - Boem Paukeslag dichtbundel :


bezette stad en feesten van angst en pijn
Gaat over : Bedreigde stad dichtbundel: bezette stad

Gaat over : Gulden sporen… dichtbundel : sienjaal

Gaat over : Music Hall 2 en 5 dichtbundel : Music Hall

Gaat over : Music Hall 2 en 5 dichtbundel : Music hall

Gaat over : Februarie dichtbundel : Sienjaal

LES 26 : INTERBELLUM : Andere auteurs

Gaston Burssens
Hij was een voorstander van het Vlaamse activisme , dat ernaar streefde van de Duitse
bezetting gebruik te maken om de machtsorganen op te bouwen die voor de
verwezenlijking van een Vlaams maximumprogramma noodzakelijk leken.
Hij debuteerde met Verzen, omstreeks zijn twintigste leerde hij het Duits expressionisme
kennen en kwam zijn dichtbundel Yadefluit uit. Zijn volgende bundel ( liederen uit de stad
en uit de sel ) vormen een merkwaardige getuigenis van zijn gevangenschap ( zijn
activisme bracht hem tijdens de oorlog in de cel )
Nadien kwam hij meer en meer onder de indruk van het futurisme,dadaïstische en
surrealistische stromingen en brak nadrukkelijk met zuivere poëzie. VANAF DAN GING
HET HEM OM KLANK EN WOORDSPEL. Velen zien in hem de opvolger van Van Ostaijen.

Wies Moens
Moens probeerde de artistieke opvattingen van vooral Duits expressionisme te verenigen
met zijn vlaams-nationalistische gevoelens en zijn humanitaire katholieke
levensovertuiging. Moens is daarvan ook het typische vertegenwoordiger ( van het
humanitair expressionisme - )  Hij was vervuld van idealisme , had een onwankelbare
liefde voor mensheid en wereld.
Hij verantwoorde deze ideeën vaak in psalmodiërende verzen. Na de wereldoorlog werd
hij veroordeeld voor activisme
Activisme: Taalactivisme is het actief opkomen voor de eigen taal en
Na 1926 liep hij warm voorcultuur met de middelen van politiek activisme. Het wordt ingezet als
een groot Nederlandse middel voor een taal- dan wel onafhankelijkheidsstrijd, en tegen
gedachte. Dit leidde later cultuurimperialisme en taalracisme. Organisatorisch verenigt men
tot fascisme. zich in actiegroepen of verbindt men zich met een politieke partij.

Hendrik Marsman
Hendrik Marsman is de belangrijkste Nederlandse expressionist. Zelf omschreef hij zijn
werk als vitalisme, dat kunnen we omschrijven als de drang om intens te leven zonder
zich te bekommeren om de gevolgen en de opvattingen van de ‘ zwakken ‘.
Hij was ook sterk beïnvloed door het futurisme, een vorm van hypervitalisme en een
levensopvatting die door haar verheerlijking van militarisme en anarchie aanleunt bij het
fascisme.
Marsman kwam om het leven door dat zijn boot werd getroffen door een duitse torpedo.

Vitalisme :
Is een kosmisch levensgevoel , een drang naar groots en hartstochtelijk leven
Kenmerken:
1 de mate waarin men slaagt de vitaliteit en intensiteit van het leven weer te geven
2 de kunstenaar moet hartstochtelijk durven te leven
3 directe zegging , op de man af
4 individualistisch levensgevoel
5 anti – intellectueel
6 beschavings en cultuur kritiek

Martinus Nijhoff
Martinus Nijhoff is eigenlijk een overgangsfiguur tussen de generatie van 1910 en de
nieuwe richting. Hij is beïnvloed door tal van stromingen. Opvallend is dat hij in zijn werk
aangrijpende emoties in eenvoudige taal weet weer te geven. Kenmerkende motieven in
zijn werk zijn de eenzaamheid , de gebrokenheid van het bestaan, doodsverlangen,
zoeken naar intimiteit , godsdienst, eerbied en liefde terugzien op zijn moeder. De
dichter komt niet echt los van de werkelijkheid.

Jan Jacob Slauerhoff


Het leven en werk van Jan Jacob Slauerhoff getuigen in gelijke mate met zijn onvrede met
het leven en de wereld. Zijn hele leven was hij op zoek naar het absolute. Vrijwel geen
enkele vriendschap was opgewassen tegen zijn veeleisende karakter. In zijn gehele werk
is zijn persoonlijkheid duidelijk te herkennen. Ook de toon van zijn gedichten is
herkenbaar; slordig, stug en weerbarstig , zoveelste bewijs van zijn afkeer voor regels.
Thema’s zijn : zwerflust, opstandigheid, doodsverlangen en heimwee naar het verleden

Gerrit Achterberg
Al zijn gedichten hebben datzelfde thema: een “ ik “ op zoek naar een “ u “ die probeert
om die persoon – die je meestal aantreft als gestorven geliefde - te bereiken door middel
van het gedicht. Je kunt de gedichten dan dus ook herleiden tot een gedicht “ IK SCHRIJF
U“.

Deze gedichten moet je kennen.Je moet de schrijver kunnen


geven en waarom net deze schrijver ( kenmerken van de
schrijver ) ( gedichten staan op pg 307 in HB)
De oude gewaden : Moens
 Moens was heel christelijk geïnspireerd en dat merk je ook aan zijn schrijfstijl ( de
woorden aartsengelen , “ het teken van de gezalfden “ ) .
 Zijn gedicht lijkt ook erg op een psalm
 Zijn humanitaire levensovertuiging komt ook tot uiting

De moeder , de vrouw : Nijhoff


 het is duidelijk dat de schrijver verlangt naar een weerzien met zijn moeder
 relatief makkelijk taalgebruik

In memoriam mijzelf : Slauerhoff


 thema: doodsverlangen
 het is een heel persoonlijk gedicht
 “ ik deins niet voor de grens “  constante zoektocht naar het absolute

Thebe : Achterberg
 hoofdpersonage : “ ik personage “
 ik personage op zoek naar een “ u “

Paradise regained : Marsman


 ombekommerd leven
 sterke invloed van het futurisme : logische grammaticale constructies maakt
plaats voor een opeenstapeling van substantieven en infinitieven
 vitalisme

Lied van de vrede : Burssens


 je merkt grote gelijkenissen tussen burssens en van Ostaijen
 invloed dadaïsme en f uturisme

Vlam : marsman
 kenmerken van vitalisme ( direct op de man af )
 individualistisch leven

Rozen : burssens
 veel klanken spel  rozelaars bloeien rood , blanke rozen bloeien
 ook woorden spel door het te herhalen

Liedje : Nijhoff
 makkelijk taalgebruik
 hij heeft het over eenzaamheid

Fado : Slauerhoff
 persoonlijk gedicht
 zwerflust en opstandigheid
 geen reden om te leven
XII : Moens
 heel christelijk geïnspireerd
 zijn gedicht lijkt op een psalm
 eeuwig geloof in de mens en de wereld

De wolken : Nijhoff
 makkelijk taalgebruik
 op zoek naar zijn moeder
Misschien: Achterberg
 ik personage op zoek naar een U
 hoofdpersonage is ook een ik – figuur
Één man één woord : Burssens
 klanken en woorden spel
 stijl lijkt hard op die van Van Ostaijen

Lex barbarorum : marsman


 Hij maakt zijn onderwerp niet mooier als het al is , en zegt alles meteen op de man
af  vitalisme
 Het gaat over zichzelf , over zijn individu

Proza
Hoewel het expressionisme en aanverwante stromingen grote dichters met zich mee
hebben gebracht blijft dat bij proza nogal achterwege; Ze hebben allemaal hetzelfde
probleem : geen hechte compositie.

De opkomst van de roman voltrekt zich vooral op het einde van de jaren ’20 en ook het
proza wordt beheerst door het modernisme en de poging om schrijvend de chaos van het
bestaan te ordenen. De prozakunstenaars verwerken al het nieuwe echter op erg
verschillende manieren.
Om toch te kunnen ordenen ; kiezen we voor een driedelige ordening

 Sommige auteurs benaderen de naoorlogse mens en maatschappij op een koele ,


afstandelijke manier  NIEUWE ZAKELIJKHEID
 Onder invloed van revolutionair – nieuwe psychologische en filosofische
denkbeelden ( van onder andere freud ) gaan andere schrijvers op zoek naar
inwendige mens.  INTROSPECTIE EN BEZINNING
 Een laatste groep schrijvers ten slotte heeft niet zo veel op met technologische
maatschappij en verzakelijkte mens. Zij zoeken hun heil in de oermens, de
natuur , verleden. Men spreekt dan van NEOROMANTIEK EN VITALISME

Nieuwe zakelijkheid Introspectie en Neoromantiek en


bezinning vitalisme
- nadruk op de voorstelling
van eenvoudige dingen in -de blik van de auteur - geen sprake van
de toenmalige technische wordt binnenwaarts zintuigelijkheid
wereld gericht, op het eigen ik of
op het inwendige van de - geen interesse voor de
- afwezigheid van elk personages harde realiteit
franje of versiering
- het onderzoek naar de - de rationalistische
- voorkeur voor drijfveren voor het analyse van mens en
objectieve ,zakelijke en menselijk handelen milieu
nuchtere uiteenzetting van
feiten - de menselijke geest - verbeelding , verleden ,
wordt geëxploiteerd droom , alle romantische
- onderkoelde toon : thema’s komen aan bod
emoties worden niet graag - de psychologie van
getoond en worden zelfs personages speelt een - regionalisme
verborgen belangrijkere rol dan de
gebeurtenissen -de personages halen hun
- korte, gespannen zinnen kracht uit de natuur
- het onderbewuste is
- geen opsierende belangrijk - voorkeur van de
adjectieven , sober helder personages voor de
taalgebruik - subjectieve is troef onbegrensde ruimte en
een mythische bestaan
- één tekenend detail ipv -het leven in de geest van
de volledige handeling de grote daden - conflict tussen natuur en
cultuur
- dialoog verwijst niet naar - zoeken naar de bronnen
de dagelijkse realiteit > die het mysterie van het - vrijheid als hoogste goed
maar naar innerlijke leven verbergen ook al is die niet altijd
werkelijkheid bereikbaar
- techniek en
sociaaleconomische
problemen dienen vaak tot
uitgangspunt

Les 27 : Interbellum : Proza ( ook de tekstfragmenten van deze schrijvers


LEZEN HB P 311)
Je moet de inhoud van het boek kennen en de bibliografie van de
schrijver

Bordewijk Ferdinand – Bint , roman van een zender

Auteur :
- Studeerde rechten
- Zijn echtgenote krijgt bekendheid als componiste van orkest en koorwerken
- Hijzelf maakt onder het pseudoniem TONVEN zijn debuut als schrijver met “
paddestoelen”
- Van 1946-1955 schrijft hij literaire kritieken voor een nieuwsblad
- In 1947 wordt hij voorzitter van de ereraad voor letterkunde en oordeelt hij over
het gedrag van schrijvers in WOII ( collaborateurs krijgen publicatieverbod)
- In 1957 krijgt hij de Constantijn Huygensprijs voor zijn ganse oeuvre
- Hij overlijdt op 80jarige leeftijd in 1965

Samenvatting Bint :
De bree wordt aangenomen als nieuwe leerkracht op een middelbare school. Aan het
hoofd staat directeur Bint. Volgens Bint sluit het onderwijsssysteem niet goed aan op de
noden van de maatschappij. Op deze school heerst daarom stalen tucht. Een product van
deze tucht is klas 4D , ook wel de hel. De voorgaande leerkracht van deze klas was
weggepest , maar De Bree denkt hen wel aan te kunnen en wordt zelf een superstrenge
leerkracht

Na een ontvangst van een slecht kerstrapport pleegt er een leerling zelfmoord. Er
ontstaat oproer onder de leerlingen maar dankzij de klas 4D wordt het neergeslagen ( 4D
mag àlles van de directeur ). Aan het einde van het jaar besluit De Bree dat hij toch wil
blijven lesgeven. Bint heef t ontslag genomen , hij bleek zelf niet opgewassen tegen zijn
eigen systeem.

Willem Elsschot – Kaas


Auteur:
Hij wordt geboren onder de naam ALFONS DE RIDDER. Hij was de zoon van een bakker en
zijn moeder was zeer gevoelig. Een eigenschap die haar zoon waarschijnlijk heeft
overgenomen. Hoewel het volgens velen de handelsgeest van zijn vader was die hem
dreef. Toch voltooide hij zijn middelbare studies niet. Hij verliet school en oefende een tal
van beroepen uit. Reeds in zijn schooltijd had hij interesse in literatuur en de vlaamse
beweging. Met enkele vrienden richte hij dan ook letterkundige kring op. Na de eerste
wereldoorlog richte hij een reclamebureau dat hij leidde tot zijn dood. Zijn pseudoniem
kwam van de toen nog woeste streek gelegen tussen Herselt en Veerle: Elsschot
Bekend boek: Lijmen het been.
Samenvatting Kaas :
- hoofdpersonage : Frans Laarmans
Hij is een klerk bij een firma dat boten bouwt. Zijn moeder is oud en ziek, en iedereen
weet dat ze niet lang meer te leven heeft. Als ze dan overlijdt is Frans genoodzaakt
naar haar begrafenis te gaan. Daar ontmoet hij mijnheer Van Schoonbeke, die een
vriend van zijn broer is. Deze Van Schoonbeke heeft enkele rijke vrienden. Frans voelt
zich goed nu hij in die kringen kan ronddwalen. Op een dag krijgt Frans een bod van
Van Schoonbeke of hij geen kaas wil gaan verkopen. Laarmans laat zich overhalen.
Zijn vrouw heeft er niet veel vertrouwen in en haalt hem over om door zijn broer ziek
verklaard te worden. Hij heeft zenuwen en moet dus 3 maanden rusten. Toch blijft hij
kaas verkopen en wordt hij directeur van de Belgische kaashandelaren.
Hij neemt dan toch ontslag omdat hij denkt dat hij niet genoeg verkoopt , maar als
dan blijkt van wel gaat hij terug werken.

Simon Vestdijk – Sint sebastiaan


Auteur :
- studeerde medicijnen
- actief in meerdere genres : poëzie , novelle,kortverhaal en essay
- veelzijdig schrijver
- Grote invloed : “ vier vrouwen “
- Één van deze vrouwen was Ina Damman schreef “ Terug naar Ina Damman “
- TERUG NAAR INA DAMMAN is een deel uit de actdelige serie over Anton Wachter ,
dit personage is eigenlijk een alter ego van VESTDIJK zelf

Samenvatting:
In dit boek wordt een beschrijving gegeven van de jeugd van Anton Wachter .Hij wordt
geboren als enig kind en daarom hebben zijn ouders hoge verwachtingen. Als kind is hij
ziekelijk en staat angst centraal in zijn leven. Hij heeft angst voor de maan en ook voor
schoorstenen , ook heeft hij moeite met in slaap vallen. Het jaar voor hij naar school
gaat speelt hij vaak op zolder, om niet bang te zijn neemt hij altijd zijn poes mimi mee. In
datzelfde jaar belandt hij ook in het ziekenhuis. Wanneer hij uit het hospitaal komt blijkt
dat hij wat van zijn angst kwijt is. Wanneer hij dan naar school gaat wordt hij vriendjes
met Murk Tuinstra. In het laatste deel van het boek gaat Anton logeren bij zijn
grootouders. Daar krijgt hij een liefde voor naakttekenen. Omdat Anton nog geen 12 is
mag hij niet naakttekenen. Dankzij zijn oom Moos krijgt hij dan toch de kans om naakt te
tekenen. Hij krijgt ook de gelegenheid om het rijksmuseum te bezoeken; Daar ontdekt hij
HET SCHILDERIJ SINT SEBASTIAAN. Anton spreekt over het naakttekenen met zijn nicht
Jet. Wanneer zijn vader vraagt of hij dit heeft gedaan ontkent hij. Daar krijgt hij zoveel
wroeging door dat hij stopt met de twee dingen die hij het leukst vind: naaktschilderen en
de bewondering voor Sint Sebastiaan.

Maurice Gilliams ) Elias of het gevecht van met de nachtegalen


Auteur :
- zijn vader was boekdrukker
- hij leerde het vak van typograaf
- Hij debuteerde met “ het verleden van columbus “
- Hij uit zich als een introvert , overgevoelig kunstenaar
- Hij schreef ook essays over bijvoorbeeld Paul van Ostaijen

Samenvatting:
Hier beschrijft Gilliams de belevenissen van Elias op het familielandgoed. Vanuit de ogen
van het hoofdpersonage wordt een toverwereld opgebouwd waar een oud kasteel de
hoofdrol speelt. Hij beschrijft alles vanuit zijn standpunt en op het einde vanhet verhaal
moet het jongetje naar een kostschool.

Gerard Walschap - Houtekiet


Auteur :
- Zeer vlaams bewust
- Hij wou priester worden
- Eerste roman = waldo
- Met de roman Adelaide werd hij bekend.
- Hij schreef ook kinderboeken
- Hij werd 91 jaar

Samenvatting:
Twee boerendochters, Lien en Liza, zijn beiden verliefd op een zwerver, Jan Houtekiet, die
op de heide leeft. Als Lien zwanger raakt van Houtekiet wordt zij bij haar thuis verbannen
en zoekt ze toevlucht bij Houtekiet. Nadat hij beseft dat dat constante gezever van een
vrouw op de achtergrond best aangenaam kan zijn, besluit hij haar een hut op de heide,
Deps genaamd, te bouwen. Terwijl hij wacht op de geboorte bouwt hij stalletjes rond het
hutje en begint hij zelfs een tuintje aan te leggen. De jaloerse Liza besluit ook op Deps te
gaan wonen en verleidt een boerenzoon, die voor haar een huisje bouwt op Deps. De
basis van het dorp Deps is gelegd. Na een tijdje komt de familie d’Hurlemont, een
verarmde maar adelijke familie, aan de andere kant van Deps wonen, met toestemming
van de graaf. Zij runnen een postkoetsenbedrijf. Met een van die postkoetsen komt de
‘medestichter’ van Deps in het verhaal terecht, nl. Nard Baert, een gedreven handelaar
die vanuit het hotelletje van d’Hurlemont een handeltje begint tussen de stad en Deps.
Deps groeit ondertussen, want men mag er doen wat men wil en er is plaats genoeg,
waarvoor men geen pacht aan de graaf moet betalen. Houtekiet stoeit met elke vrouw op
Deps, en zo ontdekt hij de dochter van d’Hurlemont, Iphigénie. Zij wordt zwanger van
hem en dit maakt haar vader zo kwaad dat hij met zijn geweer op pad gaat om Houtekiet
te vermoorden. Houtekiet is hem echter voor en weet ook het gerecht te mislijden.
Omdat hij niet voor Iphigénie kan zorgen vanwege Lien, gaat Iphigénie samenwonen met
Baert, de handelaar, op Deps. Baert bouwt daar een groot huis met opslagplaatsen, van
waaruit zijn handelsrijkje nog meer groeit en bloeit. En ook het dorp breidt uit, want van
overal komen mensen die in een samenleving willen wonen waar men vrij is en mag doen
wat men wil. En door Baert wordt iedereen ook rijker en rijker. En als het dorp een molen
nodig heeft, bouwt Houtekiet een watermolen. Heeft het dorp stenen nodig, dan graaft hij
klei en bouwt hij bakovens. Jan Houtekiet bouwt, leidt en heerst en slaagt in alles wat hij
onderneemt. Zijn relatie met Iphigénie blijft echter bestaan, maar Houtekiet ‘stoeit’ met
alle vrouwen, en alle vrouwen hebben wel een kind van hem, dus dit vindt men normaal.
Zij is echter nog zeer gelovig, en begint zich, samen met de andere vrouwen, zorgen te
maken over het leven na de dood. Als zij niet naar de kerk gaan en in ongewijde grond
begraven worden, wat dan? Zo kan Iphigénie Houtekiet overhalen, de bouw van een kerk
toe te laten. Ze krijgen zelfs een pastoor die zich snel heeft aangepast aan het leven op
Deps. Houtekiet gaat echter niet naar de kerk, want dat vindt hij tijdsverspilling. Maar op
een dag wordt het hem te veel: hij bemerkt dat hij veel te ver van zijn leven als zwerver
is afgedwaald, en laat dus alles en iedereen achter en vertrekt uit Deps. Als hij 2.5 jaar
later terug komt, is iedereen gedoopt en getrouwd. Deps is veranderd van een speciale
samenleving in een gewoon dorp. Lien, zijn ‘vrouw’, wil hem enkel terug nemen als hij
met haar trouwt. Houtekiet doet dit uit pure onmacht. Als op een dag Iphigénie ziek wordt
en sterft, beseft hij dat zij de liefde van zijn leven was en begint hij haar geloof in leven
na de dood over te nemen. Zijn vrouw kan hem echter niet overtuigen mee naar de mis
te gaan. Als het mis is, kruipt hij tot boven is de kerktoren, die hij gebouwd heeft, en kijkt
hij uit over zijn dorp, de onvruchtbare heide die vruchtbaar is geworden, en de
omliggende dorpen.

Felix Timmermans – Pallieter


Auteur :
- schrijver /schilder/tekenaar/toneelauteur
- geboren in lier en daar ook gestorven
- schuilnaam: polle van Mehr > eerste werken gepubliceerd
- Pallieter is zijn bekendste werk

Samenvatting:
Het boek beschrijft de avonturen van een volwassen boerenkerel. Pallieter woont in Lier
met zijn huishoudster Charlot, zijn paard Beiaard, zijn hond Loebas , .. ter gelegenheid
van de kermis is er een groot feestvoor de hele familie. Ook het petekind van
Charlot,Marieke , wordt uitgenodigd. PALLIETER wordt verliefd op haar. Wanneer hij hoort
dat er een spoorlijn zal worden aangelegd in zijn geliefde weiland wilt hij de weide wereld
intrekken, maar hij vraagt eerst Marieke ten huwelijk. Hij wordt dan de vader van een
drieling, dan trekt het gezin met charlot de weide wereld in

Vous aimerez peut-être aussi