Vous êtes sur la page 1sur 10

BOKKES FALKENA

ADVOCATEN



Pagina 1 van 10 10 september 2014
Aan het Gerecht in Eerste Aanleg
Van Curaao
Parketnummers: 500.00809/13
Zittingsdatum: 10 september 2014 om 14.00 uur

PLEITNOTA

Inzake:

Nelso DOS SANTOS DA SILVA

vs.

Het Openbaar Ministerie


Edelachtbare,

Inleiding

1. Op 4 augustus 2013 heeft er een tragisch ongeluk plaatsgevonden, waarbij drie geliefde
personen abrupt uit hun leven zijn gerukt. De nabestaanden van Monique van Meerwijk,
Kirsten Leyba en Elton Montesant zullen de rest van hun leven met dit verlies moeten
leven. Helaas is er niets wat de slachtoffers terug zou kunnen brengen. Wellicht dat de
tijd ervoor kan zorgen dat de nabestaanden het verlies een plekje kunnen geven. Ik
wens de nabestaanden hier ontzettend veel sterkte mee en ik hoop dat zij de kracht
kunnen vinden om dit alles een plekje te kunnen geven; mijn oprechte deelneming en
medeleven met dit grote verlies.

2. Echter staan wij hier vandaag om de toedracht van dit tragische ongeval te bekijken,
bestuderen en juridisch te beoordelen. Bij de juridische beoordeling van dit tragische
ongeval staat echter de toedracht centraal en niet de ernst van de gevolgen, hoe
tragisch deze ook zijn. Om deze reden zal ik mij in het vervolg van dit pleidooi dan ook
beperken tot de toedracht van het tragische ongeval.

Feitencomplex

3. Op 3 augustus 2013 is Nelso 's morgens vroeg opgestaan om te gaan werken. Hij heeft
gewerkt van 08.00 - 12.00 uur. Daarna heeft hij een korte pauze gehad en is toen
doorgegaan met zijn werk van 18.15 - 06.00 uur. Hierna bleek dat een collega van
Nelso niet naar huis kon, waarop Nelso hem thuis heeft gebracht. Deze collega woont
totaal uit de route voor Nelso, maar toch heeft hij hem willen helpen door hem thuis te
brengen.

BOKKES FALKENA
ADVOCATEN



Pagina 2 van 10 10 september 2014
4. Dit is echter het dagelijkse schema van Nelso. Nelso was derhalve gewend om onder
vermoeide omstandigheden te functioneren en dit ging ook altijd goed. Gezien het
dagelijkse werkschema van Nelso, is het aannemelijk dat Nelso vaak vermoeid was en
ook vaak onder deze omstandigheden naar huis reed, wat nimmer problemen heeft
opgeleverd. Nelso is zich er in de ochtenduren van 4 augustus 2013 ook geen enkel
moment bewust van geweest dat zijn ritje naar het huis van zijn collega en vervolgens
naar zijn eigen huis enige problemen, of zelfs fatale gevolgen zou kunnen hebben.
Indien Nelso zich wel bewust was geweest van dit risico had hij er uiteraard nimmer
voor gekozen om zelf naar huis te rijden, daar zijn eigen leven dan ook in gevaar zou
zijn. Het is niet aannemelijk dat Nelso het gevaar voor eigen leven, en overigens ook
niet het gevaar voor andermans leven, lichtvaardig op zou hebben gevat.

5. Helaas is achteraf gebleken dat het geven van de lift aan de collega van Nelso net te
veel is geweest, waardoor de vermoeidheid Nelso heeft overwonnen. Nelso is ter
hoogte van de toenmalige E.E.G.-weg een kort moment weggevallen achter het stuur.
Hierdoor had Nelso geen controle meer over het stuur en heeft zijn voet verder op het
gaspedaal gedrukt. Hierdoor heeft Nelso niet gezien dat drie wandelaars zich op de
openbare, doorgaande weg begaven, terwijl zij meededen met een zogenaamde
looptocht. Op dat moment is het Nelso niet gelukt om voor bedoelde wandelaars uit te
wijken en heeft hij hen aangereden met fatale gevolgen.

6. Nelso is weer bij gekomen op het moment dat hij een grote klap hoorde en voelde.
Echter was hij zich er niet direct bewust van dat hij een ongeluk had veroorzaakt en is in
zijn vermoeidheid en verdwaasdheid nog een stukje doorgereden, terwijl hij voor
zichzelf aan het bedenken was waar de klap van zojuist vandaan kwam. Toen Nelso
zich eenmaal realiseerde dat hij wel eens een ongeluk veroorzaakt zou kunnen hebben,
heeft Nelso direct zijn auto aan de kant gezet en is begonnen om terug te lopen naar de
plek van het ongeval. Onderweg heeft hij het alarmnummer gebeld, die hem
mededeelde dat er al iemand onderweg was.

7. Terwijl Nelso terug aan het lopen was naar de plaats van het ongeval, kwam er een
politiewagen langs. Nelso heeft de politie gestopt en uitgelegd wat er aan de hand was.
Vervolgens is Nelso in deze auto gestapt en heeft hij de politie gedirigeerd naar de
plaats van het ongeval. Daar aangekomen heeft Nelso nog steeds niet goed kunnen
zien wat er nou was gebeurd, omdat hij ter plaatse aangehouden werd en meegenomen
werd naar het politiebureau. Dit was ongeveer rond 08.00 uur. Nelso maakte zich grote
zorgen over hetgeen er was gebeurd en heeft herhaaldelijk, gedurende de hele dag,
aan de recherche gevraagd of alles goed was met de slachtoffers. Hierop heeft de
recherche steeds ontwijkend geantwoord of gezegd dat alles goed met hen was. Pas
rond 17.00 uur diezelfde dag is Nelso onderworpen aan een verhoor, waarin hem is
medegedeeld dat de drie mensen die Nelso eerder die dag had aangereden overleden
waren. Nelso is zeer geschrokken van dit tragische nieuws.

8. Zoals gezegd, namen de slachtoffers deel aan een zogenaamde loop, georganiseerd
door de Road Runners Club Korsou. Uit het verhoor van de penningmeester van deze
BOKKES FALKENA
ADVOCATEN



Pagina 3 van 10 10 september 2014
Road Runners Club is gebleken dat er voor bedoelde loop geen vergunning was
aangevraagd, dat er geen politiebegeleiding was en dat er geen wegblokkades
aanwezig waren. Uit verschillende bronnen blijkt dat dit ook niet direct vereist was. De
grondslag voor het al dan niet afgeven van vergunningen is gelegen in de
Eilandsverordening Bevordering Openbare Orde en Bescherming Gemeenschap. In
deze Eilandsverordening is onder andere bepaald dat er een vergunning vereist is op
het moment dat er op de openbare weg optochten of betogingen worden gehouden.
Overigens dient hierbij te worden opgemerkt dat bedoelde Eilandsverordening na 10
oktober 2010 niet is overgegaan naar het Land Curaao. Echter heeft de Minister van
Justitie wel een mandaat gegeven aan de politie om in het kader van de handhaving
van de openbare orde op te kunnen treden. In de praktijk wordt er derhalve nog wel
gebruik gemaakt van bedoelde Eilandsverordening.

9. Echter is er een verschil tussen een optocht en een wandeling of een loop. Bij een
optocht lopen er vaak meerdere mensen naast elkaar, waardoor er gebruik moet
worden gemaakt van de openbare weg. Dit is dan ook de reden dat er voor een optocht
een vergunning vereist is, wat veelal gepaard gaat met politiebegeleiding en
wegblokkades. De loop, die plaatsvond op 4 augustus 2013, is echter van een iets
andere orde geweest. Hierbij ging het er eigenlijk om wie het eerste de finishlijn zou
halen. Dit impliceert dat het in beginsel niet de bedoeling is, en in de praktijk ook vaak
het geval niet zal zijn, dat er meerdere mensen naast elkaar lopen en daardoor
genoodzaakt zijn om gebruik te maken van de openbare weg. Om deze reden is er voor
een dergelijke loop dan ook geen vergunning vereist. De RRCK heeft dan ook geen
vergunning aangevraagd.

10. Dit neemt niet weg dat er dan alsnog besloten kan worden door de RRCK om
politiebegeleiding aan te vragen of wegblokkades aan te brengen. De heer Westerhof
heeft hierover verklaard dat de organisatie vaak ook gebruik maakt van een
zogenaamde bezemwagen die de loop afsluit. Echter was dit op 4 augustus 2013 niet
het geval. Tevens waren er derhalve geen blokkades aangebracht. Wel benadrukt de
heer Westerhof dat in plaats daarvan duidelijk aan de deelnemers van bedoelde loop is
gezegd bij de start dat zij op de berm moesten lopen en derhalve geen gebruik mochten
maken van de openbare weg.

11. De ratio achter dit alles is dat de openbare weg bedoeld is voor motorrijtuigen. In casu
betreft het ook nog eens een doorgaande weg, waar de autos over het algemeen al wat
harder rijden. De automobilisten hoeven dan ook geen rekening te houden met
eventuele voetgangers op het wegdek. Voetgangers kunnen gebruik maken van de
berm, waar zij op hun beurt uiteraard geen motorvoertuigen hoeven te verwachten. Op
het moment dat dit wederzijdse verwachtingspatroon dient te veranderen, is er derhalve
een vergunning vereist met de bijkomende politiebegeleiding en wegblokkades. Dit was
er allemaal niet, derhalve hoefde een automobilist geen voetganger op het wegdek te
verwachten.

BOKKES FALKENA
ADVOCATEN



Pagina 4 van 10 10 september 2014
12. Uit het dossier, en met name uit het onderzoek ter plaatse, is gebleken dat alle drie de
slachtoffers zich ten tijde van het ongeval op het wegdek van de openbare weg
bevonden. Nelso heeft de latere slachtoffers ook niet zien lopen op het wegdek. Er was
immers eerder ook geen enkele aanwijzing dat er een loop aan de gang was. Daarbij
komt nog dat de vermoeidheid Nelso had overwonnen, waardoor hij eventjes was
weggevallen achter het stuur terwijl hij reed. Uit het dossier, uit het onderzoek ter
plaatse en uit de verschillende getuigenverklaringen, blijkt ook dat Nelso op geen enkel
moment heeft geremd; sterker nog, Nelso reed met een steeds hardere snelheid. Het is
niet aannemelijk te achten dat Nelso zich bewust was van de wandelaars, hen heeft
gezien, de snelheid heeft opgevoerd en drie van deze wandelaars heeft aangereden,
zonder enige aanleiding daartoe en met gevaar voor eigen leven. Het is echter wl
aannemelijk te achtten dat Nelso in slaap is gevallen achter het stuur, waardoor het
gaspedaal meer ingedrukt werd, Nelso de voetgangers niet heeft gezien en dat
daardoor het ongeluk heeft plaatsgevonden.

13. De vraag die vandaag beantwoord moet worden is of Nelso schuld heeft gehad aan dit
ongeval. Hoe had dit ongeval voorkomen kunnen worden? Als de organisatie van de
loop politiebegeleiding had geregeld en wegblokkades? Ja. Als de slachtoffers niet op
de openbare weg hadden gelopen, maar op de berm? Ja. Als Nelso niet in slaap was
gevallen, maar alert achter het stuur had gezeten? Ja. Het tragische ongeval is
derhalve een zeer ongelukkige samenloop van omstandigheden geweest. Maar is er
sprake van juridische schuld aan de kant van Nelso?

Juridisch kader

14. Juridische schuld wordt ook wel culpa genoemd. Er zijn twee gradaties hierin te
onderscheiden: de roekeloosheid (bewuste culpa) en de aanmerkelijke onoplettendheid
(onbewuste culpa). Roekeloosheid wordt over het algemeen beschouwd als de
zwaarste vorm van culpa. De wetgever kwalificeert roekeloosheid dan ook als zeer
onvoorzichtig gedrag waarbij welbewust en met ernstige gevolgen onaanvaardbare
risicos worden genomen. Bij roekeloosheid dient er sprake te zijn van bewustheid van
het risico van de ernstige gevolgen, waarbij er op zeer lichtzinnige wijze ervanuit is
gegaan dat dit risico zich niet zou verwezenlijken.

15. Bij de beoordeling van roekeloosheid dienen alle omstandigheden in aanmerking te
worden genomen. Dit brengt mee dat het culpose delict niet als een gesoleerde
handeling wordt beschouwd, maar dat ook daaraan voorafgaande handelingen, zoals
alcoholgebruik, e.d., worden betrokken bij de beoordeling. Wie bijvoorbeeld welbewust
ervoor kiest om tijdens het rijden tevens een kaart te lezen en daardoor een
voorrangsweg geheel over het hoofd ziet, waardoor een ernstig verkeersongeval
plaatsvindt, zal onder omstandigheden roekeloosheid kunnen worden verweten
1
.


1
Strafrecht: Tekst en Commentaar, p. 1195 - NL
BOKKES FALKENA
ADVOCATEN



Pagina 5 van 10 10 september 2014
16. In casu is echter geen sprake van roekeloos handelen. In tegenstelling tot het voorbeeld
van het kaartlezen, heeft Nelso er niet bewust voor gekozen om in slaap te vallen en
niet op de weg te letten; dit is hem overkomen. Voorts verdient hierbij opmerking dat
niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met n of
meer wettelijke gedragsregels in het verkeer, kan worden afgeleid dat sprake is van
schuld in vorenbedoelde zin
2
.

17. Ook het feit dat Nelso ten tijde van het ongeval niet over een rijbewijs beschikte, levert
geen roekeloosheid op. De Hoge Raad heeft hierover in een uitspraak van 1 april van
dit jaar in die desbetreffende casus het volgende bepaald: '(...) dat door verdachte die
niet beschikte over een rijbewijs is gereden met een snelheid van ongeveer
tweehonderd kilometer per uur en dat verdachte met hoge snelheid een afrit is
opgereden en daar over de vluchtstrook een voor hem rijdende auto rechts heeft
ingehaald (...) zijn niet zonder meer toereikend voor het oordeel (...) dat verdachte
'roekeloos' in de zin van art. 6 jo. art. 175 WVW 1994 heeft gereden'
3
. Hierbij dient
opgemerkt te worden dat de wettekst van artikel 6 van de Wegenverkeerswet in
Nederland nagenoeg gelijk is aan artikel 2:284 van het Wetboek van Strafrecht op
Curaao, zoals in casu ten laste gelegd.

18. De Hoge Raad is blijkens haar vanaf 2012 gewezen arresten een scherpere koers gaan
varen waar het de bewijsvoering van roekeloosheid betreft. Zij stelde daarbij in een
aantal arresten van 15 oktober 2013 voorop dat er gekeken dient te worden naar het
geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst daarvan en de
overige omstandigheden van het geval. In bedoelde arresten is onder andere ook
bepaald dat het veel harder rijden dan de toegestane snelheid niet zondermeer kan
leiden tot het aannemen van roekeloosheid
4
.

19. Zoals reeds aangehaald is er van roekeloosheid in casu geen sprake. Hiervan is, kort
samengevat, derhalve pas sprake als door de buitengewoon onvoorzichtige gedraging
van de verdachte een zeer ernstig gevaar in het leven is geroepen, en dat de verdachte
zich daarvan bewust was, althans had moeten zijn. De gedraging die er, in samenhang
met de overige omstandigheden van het geval, toe heeft geleid dat er een
verkeersongeval heeft plaatsgevonden, is gelegen in het feit dat Nelso tijdens het rijden
overmand werd door vermoeidheid en in slaap is gevallen achter het stuur. Dit is echter
op zichzelf geen onvoorzichtige gedraging geweest, noch is Nelso zich hier bewust van
geweest, noch had hij dit moeten zijn.

20. Was er dan sprake van aanmerkelijke onoplettendheid, onbewuste culpa? Niet iedere
onoplettendheid of onachtzaamheid is voldoende voor het aannemen van deze vorm
van culpa. De onvoorzichtigheid dient aanmerkelijk te zijn; er moet sprake zijn van min
of meer grove schuld. Het onvoorzichtige gedrag dient daarnaast verwijtbaar te zijn.

2
HR 1 juni 2004, LJN AO5822, NJ 2005/252
3
HR 01 april 2014, 773
4
HR 15 oktober 2013, 962 en 964 e.a.
BOKKES FALKENA
ADVOCATEN



Pagina 6 van 10 10 september 2014

21. In casu is echter ook daar geen sprake van. In casu gaat het om een momentane
onoplettendheid. Nelso is in slaap gevallen waardoor hij harder is gaan rijden en tegen
drie voetgangers, die op de openbare, doorgaande weg liepen, aangereden. Zodanig
verkeersgedrag kan in beginsel de gevolgtrekking dragen dat Nelso de
zorgvuldigheidsnorm die in artikel 2:284 van het Wetboek van Strafrecht besloten ligt
heeft overschreden. Dat is in concreto evenwel anders nu Nelso ten tijde van het
ongeval in verontschuldigbare onmacht verkeerde, waaruit volgt dat Nelso geen schuld
heeft aan het verkeersongeval.

22. Gezien het feit dat uit onderzoek ter plaatse is gebleken dat Nelso nimmer geremd heeft
en na het ongeval even is doorgereden, na bewustwording is gestopt, zelfstandig het
alarmnummer heeft gebeld en is teruggereden samen met de politie, zich niet meer kan
herinneren hoe het ongeluk precies is ontstaan, zich alleen een klap kan herinneren en
dat Nelso heeft aangegeven zeer vermoeid te zijn geweest na zijn werkdag van bijna 24
uur, dient ervan uit te worden gegaan dat Nelso vlak voor het ongeluk daadwerkelijk in
slaap is gevallen en daardoor het ongeluk niet heeft kunnen voorkomen.

23. De vraag is nu of het feit dat Nelso tijdens het rijden in slaap is gevallen voor zijn
rekening komt en hem kan worden verweten. In de tenlastelegging worden een aantal
omstandigheden genoemd, die tot deze conclusie zouden kunnen leiden: het rijden
zonder rijbewijs, de vermoeidheid, het feit dat zich voetgangers op de weg bevonden en
het rijgedrag kort voor onderhavig ongeval.

24. Het rijden zonder rijbewijs is niet toegestaan en is een overtreding. Om deze reden is dit
als apart tweede feit ten laste gelegd. In casu levert het echter geen strafverzwarende
omstandigheid op. Nelso rijdt al jaren zonder rijbewijs. Opnieuw, dit is uiteraard niet
toegestaan, echter betekent dit niet dat Nelso niet kan rijden, niet in staat kan worden
geacht om te rijden en meer een gevaar op de weg zou zijn dan iemand die gisteren
zijn of haar rijbewijs heeft gehaald. Buiten het feit dat Nelso geen rijbewijs heeft, heeft
hij wel al jarenlang rijervaring. Derhalve kan niet worden aangenomen dat het niet
hebben van een rijbewijs in casu tot verwijtbaar handelen heeft geleid.

25. Wat de vermoeidheid betreft kan niet worden geoordeeld dat het onzorgvuldig is om
een auto te gaan rijden als je moe bent aan het einde van een werkdag
5
. Daarbij dient
in ogenschouw te worden gehouden dat dit een normale werkdag voor Nelso betrof.
Bovendien wordt over het algemeen gesteld dat het verstandig is om na twee uur rijden
even te rusten. De afstanden zijn op Curaao niet zo groot dat ooit aan dit advies
gehoor zal moeten worden gegeven. Het feit dat Nelso, ondanks zijn vermoeidheid, nog
naar huis heeft willen rijden, wat veel minder tijd kost dan de zojuist voorgestelde twee
uur, dient dan ook te worden aangemerkt als verantwoord.


5
Rechtbank Rotterdam, 29 april 2008, zaaknummer 10/821548-07
BOKKES FALKENA
ADVOCATEN



Pagina 7 van 10 10 september 2014
26. Dat het feit dat Nelso vermoeid in de auto is gestapt geen verwijtbaar handelen
oplevert, zien we ook terug in het volgende. In Nederland is er sinds een aantal jaren
een campagne opgezet genaamd 'wordt geen slaaprijder' door het Ministerie van
Infrastructuur en Milieu. Deze campagne heeft als doel het informeren van
automobilisten over de symptomen van vermoeidheid, bewustzijn te creren van de
gevaren van vermoeidheid in het verkeer en de kennis te verspreiden van de
mogelijkheden om hier zelf iets aan te doen. Op deze manier wil het Ministerie het
aantal verkeersslachtoffers als gevolg van vermoeidheid in het verkeer terugdringen. Dit
impliceert dat dit soort ongevallen zeer vaak voorkomen, doch dat men zich niet bewust
is van de gevaren van het rijden tijdens vermoeidheid; immers, anders was een
dergelijke campagne niet nodig geweest. Derhalve is het zeer aannemelijk te achten dat
ook Nelso zich niet bewust is geweest van de risico's van vermoeidheid in het verkeer.
Dit leidt ertoe dat indien er al gesproken zou kunnen worden van aanmerkelijke
onvoorzichtigheid/onoplettendheid (quod non!), dit in ieder geval niet verwijtbaar is
geweest.

27. Ook het gedrag voorafgaand aan het ongeval is te wijten aan de vermoeidheid van
Nelso. Hoewel er een getuige heeft verklaard over bedoeld rijgedrag, heeft niemand
Nelso hierop geattendeerd voorafgaand aan het ongeval. Dit alles leidt ertoe dat er
geconcludeerd dient te worden dat Nelso ten tijde van het ongeval in
verontschuldigbare onmacht verkeerde. Hieruit volgt dat Nelso geen schuld heeft aan
het verkeersongeval.

28. Voorts spreekt tegen het aanmerken van de enkele momentane onoplettendheid dat
onoplettendheid of onvoorzichtigheid zelden tot ernstige gevolgen leidt, dat door de
overheid aan bestuurders geen hoge eisen worden gesteld, alsmede dat bestuurders
die dood of zwaar lichamelijk letsel hebben veroorzaakt vaak onder die gevolgen van
hun gedrag gebukt gaan
6
. Hierbij dient tevens in aanmerking te worden genomen dat
het besef van een bestuurder die een ernstig verkeersongeval heeft veroorzaakt, een
fout heeft gemaakt die een willekeurig andere bestuurder evenzeer had kunnen maken.
De wetsgeschiedenis bied onvoldoende steun om de louter momentane
onoplettendheid van de verkeersdeelnemer zonder meer als aanmerkelijke schuld te
kwalificeren. Daartoe zijn bijkomende omstandigheden vereist die laten zien dat de
verdachte minder nadacht, wist, beleidvol was dan de verkeersdeelnemer in het
algemeen.

De tenlastelegging

29. Als we naar aanleiding van dit juridische kader nogmaals de ten laste gelegde feiten
doorlopen, brengt dat ons tot de volgende conclusies. Als feit is primair aan Nelso ten
laste gelegd dat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan dood door schuld in het
verkeer. Zoals zojuist voldoende uiteengezet, is er in casu geen sprake van schuld in de
zin van artikel 2:284 van het Wetboek van Strafrecht. Nelso heeft niet roekeloos

6
HR 1 juni 2004, NJ 2005, 252, onder nrs. 23 - 27
BOKKES FALKENA
ADVOCATEN



Pagina 8 van 10 10 september 2014
gehandeld, is ook niet aanmerkelijk onoplettend of onvoorzichtig geweest, noch is zijn
gedrag op 4 augustus 2013 verwijtbaar geweest. Nelso is naar huis gereden na een
zeer lange werkdag, wat normaal was voor hem, wat hij dagelijks deed en gedurende
deze rit is Nelso overmand door vermoeidheid waardoor hij in slaap is gevallen. Hier
heeft Nelso op geen enkel moment controle over gehad.

30. Hierbij dient tevens in ogenschouw te worden genomen dat het rijgedrag, zoals
omschreven staat in de tekst van de tenlastelegging, allereerst gebaseerd is op de
verklaring van n enkele getuige. Ten tweede heeft dit rijgedrag, voor zover dit al
daadwerkelijk zou hebben plaatsgevonden, niet direct geleid tot het latere ongeval. De
direct aanleiding van het ongeval was immers het feit dat Nelso voor een korte periode
in slaap was gevallen tijdens het rijden.

31. Hoewel het niet uit de tekst van de tenlastelegging blijkt, wordt ook artikel 2:286 van het
Wetboek van Strafrecht, genoemd. Dit artikel houdt kort gezegd in dat Nelso verweten
wordt dat hij ten tijde van het ongeval onder de invloed van alcoholhoudende drank, dan
wel geestverruimende middelen was. Uit de dronkenmansproef en het bloedonderzoek
blijkt dat Nelso in staat was om te rijden en dat het alcoholpromilage in zijn bloed 0
was.

32. Subsidiair is aan Nelso ten laste gelegd dat hij zich zodanig gedragen zou hebben
waardoor er een gevaar op de weg is veroorzaakt. Zoals zojuist genoegzaam
uiteengezet, is het eventuele gevaarzettende gedrag wat Nelso zou hebben vertoond
op de weg op 4 augustus 2013 niet verwijtbaar. Hierdoor is er ook met betrekking tot dit
subsidiair ten laste gelegde feit sprake van afwezigheid van alle schuld
7
.

33. Bovendien dient hierbij te worden opgemerkt dat de feitelijke omschrijving in de
tenlastelegging is gebaseerd op de verklaring van n enkele getuige, die achter Nelso
zou hebben gereden voorafgaand aan het ongeval. Een bewezenverklaring kan in geen
geval worden gebaseerd op de verklaring van n enkele getuige.

Persoonlijke omstandigheden

34. Nelso is een jongeman van 25 jaar oud. Hij is afkomstig uit een zeer arm gezin, waarbij
het gezin heeft moeten lijden onder de zelfmoord van de vader van Nelso. Hierdoor is
Nelso op zeer jonge leeftijd, 16 jaar, gestopt met school en begonnen met werken,
zodat hij zijn moeder financieel kon bijstaan. Ten tijde van het ongeval werkte Nelso bij
twee verschillende bedrijven. Bij de n werkte hij vrijwel dagelijks van 08.00 12.00
uur en van 14.00 18.00 uur en bij de ander van 18.15 05.00 uur.

35. Door de reclassering is er ten tijde van de detentie van Nelso gesproken met de
manager van het caf waar hij werkte. De manager heeft in eerste instantie
aangegeven dat Nelso een goede werknemer was. Hij behandelde de klanten en

7
Rechtbank Rotterdam, 29 april 2008, zaaknummer 10/821548-07
BOKKES FALKENA
ADVOCATEN



Pagina 9 van 10 10 september 2014
collegas met respect en stond altijd klaar om anderen te helpen. De meeste klanten
waren dan ook bezorgd om Nelso toen hij zich in detentie bevond. In principe zou Nelso
na zijn detentie zijn werkzaamheden weer kunnen hervatten. Echter toen Nelso
eenmaal weer op vrije voeten was heeft de General Manager aangegeven dat het
managementteam toch had besloten om hem te ontslaan, ondanks het feit dat Nelso
n van de beste werknemers was. Het ontslag zou te maken hebben met het feit dat
er veel emotionele aspecten zijn rondom hetgeen gebeurd is, waardoor er in het belang
van het caf en de klanten gehandeld is.

36. Dit is het begin van een lange zoektocht naar een nieuwe baan geweest. Deze
denkwijze wordt namelijk door vele andere bedrijven ook gehanteerd, waardoor Nelso
zeer moeilijk aan een baan kan komen. Momenteel heeft Nelso wel een baantje, maar
dit is niet vergelijkbaar met wat hij voorheen deed.

37. Het ongeval heeft derhalve een grote impact op het leven van Nelso. Nelso begrijpt
daarnaast dat het ongeval een immens grotere impact op het leven van de
nabestaanden van de slachtoffers heeft. De spijt die hij heeft is dan ook onbeschrijflijk.
Nelso zoekt een manier om deze spijtbetuiging ook over te brengen op de
nabestaanden. Hiertoe probeert de verdediging aansluiting te vinden bij het
herstelrecht om een gesprek tussen Nelso en de nabestaanden te kunnen
organiseren. De verdediging buigt zich nog over de vraag onder wiens leiding dit
precies zou moeten plaatsvinden. Er is reeds contact geweest met het openbaar
ministerie. De verdediging is er echter van op de hoogte dat het niet het openbaar
ministerie is die dit soort dingen regelt, maar zij heeft wel een lezing hierover
georganiseerd. Echter tot op heden heeft zij de verdediging nog geen bevredigend
antwoord hierover kunnen geven. Het doel van dit gesprek is het bevorderen van het
verwerkingsproces van alle betrokkenen.

38. Gezien de emotionele gevolgen van dit tragische ongeval voor Nelso rijst de vraag of
een bestraffing wel zin heeft. De straf is namelijk van weinig betekenis in vergelijking
met wat Nelso al moet ondergaan als veroorzaker van de dood van drie personen. In
dat geval is het proces, waarin de schuld al dan niet wordt vastgesteld en de
beoordeling van de situatie door de rechter van meer betekenis dan een eventuele
sanctie zelf
8
.

Conclusie

39. Gezien al hetgeen zojuist naar voren is gebracht, verzoek ik U, Edelachtbare, namens
Nelso, om hem vrij te spreken van het hem primair ten laste gelegde onder feit 1,
vanwege het feit dat er sprake is van afwezigheid van alle schuld. Met betrekking tot het
subsidiair ten laste gelegde onder feit 1 verzoekt de verdediging U om Nelso te ontslaan
van alle rechtsvervolging, omdat er sprake is van afwezigheid van alle schuld. Met
betrekking tot feit 2 refereert de verdediging zich aan het oordeel van Uw Gerecht.

8
T.h.W. van Veen, Strafrecht en verkeersveiligheid, Verkeersrecht 1974, pag. 146
BOKKES FALKENA
ADVOCATEN



Pagina 10 van 10 10 september 2014

40. Mocht U echter wel van mening zijn dat er in casu sprake is van schuld, verzoek ik U
rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van Nelso, de impact die
hetgeen er gebeurd is voor de rest van het leven van Nelso op hem zal hebben en in
dat geval te volstaan met een constatering van schuld, zonder strafoplegging. De
verdediging verzoekt U in ieder geval geen onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf
op te leggen, omdat Nelso inmiddels al meer dan een jaar op vrije voeten is en zijn
leven tracht te hervatten.

Willemstad, Curaao Namens Nelso,
10 september 2014


A.S.M. Blonk

Vous aimerez peut-être aussi