Een muziekpedagoog is onderlegd in de theorie en praktijk van muziekopvoeding in de ruimste zin van het woord. Tot nu toe is zijn werkterrein veelal geassocieerd met muziekonderwijs op school, maar een muziekpedagoog kan zich ook verdienstelijk maken in het onderzoeken en begeleiden van muzikale benvloedingsprocessen in de mediawereld, muziektechnologie, ICT, cultuureducatie (bijvoorbeeld concerten voor jongeren) en de akoestische ecologie (discotheek, geluidsoverlast, gehoorbeschadiging en - bescherming). Door studie van muziekpedagogische bronnen, door analyse en beoordeling van bijvoorbeeld haalbare competenties binnen muziekonderwijsprogramma's en door diepgaande omgang met de muziekeducatieve praktijk, kan de muziekpedagoog een bijdrage leveren tot het beter beheersen en verbeteren van diverse facetten in muzikale basisvorming (school, muziekschool, cultuur en animatie). Een muziekpedagoog kan ook betrokken worden bij het onderzoek van nieuwe educatieve gebruiken en mogelijkheden inzake klankbeheersing en - bewerking, betreffende bestaande en alternatieve methodieken (muziek beluisteren, instrumentaal spel, creatieve werkvormen) enz. Als men het heeft over een musicus die onderwijst in n instrument, spreekt men traditioneel van pianopedagoog, vioolpedagoog, zangpedagoog, enz.
Onderwerpen[bewerken] Enkele vraagstukken die in de muziekpedagogie aan bod komen zijn onder meer: Gaat solfge vooraf aan een instrument bespelen? Of kan men "op het gevoel/gehoor" met een instrument overweg. Hoe brengt men begrip en gevoel voor muziek bij aan gehandicapten? Moet men bij een klavierinstrument meteen met beide handen beginnen te oefenen, of is het beter met de dominante hand eerst vaardigheden te ontwikkelen? Vanaf wanneer, in welk stadium van de leervorderingen, begint men het best met groepsmusiceren? Hoe gaat men om met studenten met dyslexie en nootblindheid? Hoe bereidt men een student voor op een optreden? 'Intutie' versus 'leren', is muzikale grammatica universeel? Hoe benut de student diverse typen geheugens (motorisch, visueel, auditief, sensorisch, additief, holistisch, reductionistisch)? Hoe bouw je een interpretatie op? (Wat dicteert een componist in zijn composities, welke vrijheid heb je om af te wijken van een gegeven tekst, binnen welke grenzen speelt 'stijl' bij de uitvoering een rol?) Moet een kind / jongere eerst technisch geschoold worden vooraleer aan elementair improviseren en componeren te beginnen of wordt van in het begin de creativiteit (scheppend vermogen, verbeelding, intutie) gestimuleerd? Wat is de invloed van muziek en muziekonderwijs op de andere ontwikkelingsdomeinen van (jonge) kinderen? Opleiding[bewerken] Muziekpedagogen met lesbevoegdheid zijn musici met een masteropleiding zang of instrument die de specifieke lerarenopleiding (SLO) hebben gevolgd (ofwel beginnend in het voorlaatste masterjaar ofwel na afloop van de masteropleiding). Daarnaast bestaat er ook een Masteropleiding in de muziekpedagogie aan het Lemmensinstituut te Leuven, uniek in zijn soort. Voorts kan men in muziekopvoeding afstuderen als professionele bachelor muziek BaSO binnen de gentegreerde lerarenopleidingen (Antwerpen, Brussel, Hasselt, Gent). Deze opleiding is beter bekend als het muziekregentaat (Vlaamse situatie). In Nederland heeft de muziekpedagoog een eerste of tweede onderwijsbevoegdheid op zak of heeft een Master of Education behaald. Enkele bekende muziekpedagogen[bewerken] Marcel Andries Cornelius Berkhout Jan Coeck Carl Czerny Thomas De Baets Marinus de Jong Theo Ettema Willem Gehrels Jan Haspeslagh Pierre van Hauwe Johann Nepomuk Hummel Fritz Jde Zoltn Kodly Egon Kraus Ferdinand Kchler (viool) Carl Orff Flor Peeters Ignaz Pleyel Kit Powell Paul Schollaert Ben Smits Daniel Sternefeld Friedrich Wilhelm Voigt Justine Ward Jos Wuytack Jan Wijn Gyrgy Sebok